ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6483.
Zaterdag 20 Januari 1917.
57e Jaargang.
Schoolg eld.
RE KEN IN GEN
IIIBllflJE 01SVAPT.
De Oorlog.
•I
ABONNEMENT:
ADVERTENT!EN
BINNENLAND.
TT©Iefoon 35.
Dit Blad verscliljnt Haandag', Woensdag- en Yrijdagayond, nitgezonder op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE 8AHDE te Ter Menzen.
BSRSTB SXiA.X3-
ten laste der gemeente.
Gemeente CLINGE.
Aanbesteden:
Het verbouwen der drie Open'
bare Scholen en hetleveren en
plaatsen van 96 Schoolbanken.
1? TJ I L L jl 0 E.
Per 3 maanden binnen de stad 1*.—Franco per post voor Nederland 1.10.
Bi| vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bi] directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 UUP op den dag der uitgave.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen ter kennis dat het kohier No. 2 van bet
schoolgeld voor het middelbaar onderwijs in deze ge-
meente, over het tijdvak van 1 September—31 De
cember 1916, in afschrift, gedurende vijf maanden
op de secretarie der gemeente, voor een ieder ter
lezing is nedergelegd.
T»r Neuzen, 17 Januari 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van ZAAM-
SLAG noodigen een ieder uit, om de
vorderir.gen, welke zij ten laste van de ge
meente moehten heb'oen, zoo spoedig moge
lijk in te dienen en daartoe den uitersten
termijn niet af te waehten.
Zaamslag, 5 Januari 1917.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DE FELJTER, Burgemeester.
J. STOLK Lz., Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van CLINGE
zullen op Woensdag 24 JanuaH
1917. des namiddags om 3 urenten
Gemeentehuize in vier perceelen
Bestek met 3 teekeningen voor de School-
gebouwen verkrijgbaar a f 2.00 en het
bestek met teekening der Schoolbanken
verkrijgbaar a f 1.00 ten Gemeentehuize
van Clinge.
Inlichtingen te bekomen bij Camiel
Bleijenbergh te St. Jansteen.
Clinge, 27 December 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
D. VERCOUTEREN.
De Secretaris,
O, K1EBOOM.
De broodvoorziening.
Naar wij vernemen is binnen enkele dagen
een nadere regeling te waehten inzaKe de
vers trekking van brood (na 5 Febr.) aan
De woorden van den Frans'chman klonken
zoo dwaas, na alles. wat er gebeurd was,
dat alien het luid uitschaterden. Dit nu
nam monsieur Perroquet ten hoogste kwa-
lijk. Hij trok, zooals zijn gewoonte was,
zijn recti ter voet jomhootg, wreef daarmee langs
zijn linkerkuit, en zei:
Het was toch zeker bet verstandigste,
wat ik kon doen, dat ik hier op my lord
wachtte!
Zonder hier op te antwoorden, wees lord
Alvor op het gele koffertje.
En ge hebt niet alleen uzelf, maar ook
dezen koffer uit de lianden van de r bo vers
gered
Perroquet zette de borst vooruit.
Zeker mylord, dat recht mocht ik mij
toch wel aanmatigen, als trouw, scherp
zinnig kamerdienaar, als Franschman!
Maar hoe wist ge, dat wij gelukkig uit
de lianden der roovers ontkomen zouden?
Mylord, hoe zou dit anders mogelijk
zijn! antwoordde Perroquet bijna verwijtend
Wij bebbien wel sterker stukjes uit "eh a aid,
dat hebben wij. En buitendren ate monsieur
Geeren er bij is, dan behoeft men er in het
geheel niet aan te twijfejen of alles goed
afioopt.
Dilmaal la elite lord Alvor niet, doch schud
de zijn kamerdienaar hartelijk de hand.
militairen, die met verlof builen de kazerne
vertoeven.
Ook zal een nadere regeling worden ge-
troffen ten aanzien van het- hotel- en restau-
ratiebedrijf. (Tel.)
Inlijving militielichting 1917.
In de hierna genoemde tijdvakken zullen
van de militielichting 1917 worden inge-
lijfd:
1. in het tijdvak van 15 Maart 1917;
a. de dienstplichtigen toegewezen aan de
regimenten vesting-art. en bestemd voor
het eerst in te lijven gedeelte;
b. de dienstplichtigen, toegewezen aan
het korps pantserfort-artillerie;
c. de dienstplichtigen, toegewezen aan
het korps torpedisten;
d. de dienstplichtigen, toegewezen aan
de cavalerie, die bestemd zijn hetzij om
te worden opgeleid tot officierspaarden-op-
passer, hetzij om bij het remonte-depot te
worden belast met de paardenverzorging;
2. in het tijdvak van 1216 Maart
1917:
de dienstplichtigen, toegewezen aan het
3e bat. van een der reg. grenadiers en ja-
gers of van een der overige reg. inf., met
uitzondering van hen, die in het bezit zijn
van het in art. 70 der Militiewet bedoelde
bewijs van voorgeoefendheid.
Deze laatsten zullen twee maanden later
worden ingelijfd.
Voor den verderen duur van de tegen-
woordige tijdsomstandigheden zal uitstel
of verienging van uitstel van eerste oefe-
ning slechts in zeer beperkte mate worden
verleend en alleen om zeer gewichtige stu-
die- of andere redenen.
Schapenvleesch-uitvoer.
Tot 31 dezer kunnen consenten worden
afgegeven voor den uitvoer van schapen-
vleesch, tot een hoeveelheid van 1.500.000
K. G.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
Het geschrijf over de vredesvoorwaarden
van de Entente, in bladen en officieele
stukken, brengt schrijft het Hbl. de
zaak van den vrede niet verder. De com-
mentaar van den Engelschen Minister Bal
four is een verdediging der verschillende
eischen, in de nota aan president Wilson
gesteld, om die voor de Amerikaansche ge-
voelens wat aannemelijk te maken.
Fransche bladen gaan nog veel verder,
dan de tekst der nota. Clemenceau schrijft
in zijn blad:
„Mijn instemming is Zoo volkomen, dat
ik niet aarzel, tegen de meening van en
kele vrienden, die gewenscht hadden, dat
Elzas-Lotharingen uitdrukkelijk genoemd
werd, voor den opsteller der nota partij te
kiezen. Het gevaar was juist, te nauw-
keurige bepalingen te - maken. Nu men
slechts van de „aan de geallieerden met
geweld of tegen den wil der bevolking ont-
Ge hebt op onze be is door de wereld
vele ldeine en groote dwaas beden begaan,
Richard, maar ze zijn u alle ter wille van
hetgeen ge nu hebt gedaan, verge veil. Op
welke wijze ge aan de lianden van de Tsjer-
kessen ontkomen zijt, dat kunt ge ons later
weleens \ertellen; maar liet feit, dat ge ont-
snapt zijt en dat ge mijn koffer met zijn m-
houd liebi gered, za! ik nooit vergeten!
Perroquet's roncte gezicht straalde van
vreugde.
Ik zou u wel een verzoek willen doen,
mylord, zei hij een weinig schuchter en diep
geroerd.
Nu, wat is dat?
Dat wij nu eiridelijk eens met dal el-
lericlige gereis ophouden, mylord. Die zaak-
jes met de roovers en die andere ellendige
kerels, Nieuw-Pommeranen, Chineezen, Af-
ghanen en Tsjerkessen brengt u altijd ate
.liet ware spelend in orde, Idat igaal mij -dan
ook eigenlijk niet aan. Maar de slechte ver-
zorging en het ongelukkige I even en liet ge-
brhk aan een ordentelijken kapper, aat
alles lioud ik niet langer uit. Gaan wij nu
eindelijk naar Ajuis., mvloi*d, ate het mij
ten minste veroorloofd is dit te vragen?
.Ta, Richard, nu (ran ik het u va?t
en zeker beloven, morgen schepen wij ons
in naar Europa. Wij zijn nu aan liet eind
van onze rei«L
XVIII.
De inhraak in de Ollomaanselie bank.
-Scliitterend werd |die Bosporus d|oor de zon
beschenen,
Onze vrienden hadden een voorspoedig'e
nomen gebieden" spreeict, hebben wij alles I
gezegd, wat gezegd moet worden, opdat
men zich later niet op onze uitingen kan be-
roepen".
Renaude! komt hiertegen in de „Huma-
nite" op. Hij zegt:
„De woorden over de „teruggave van
vroeger ontnomen gebieden", hadden zon
der gevaar wat nauwkeuriger kunnen wor
den omschreven. Het ware beter geweest te
zeggen, dat wij niets willen verwerven of
afnemen. Slechts had Elzas-Lotharingen
uitdrukkelijk moeten worden genoemd.
Daardoor was voorkomen, dat in de „Rap-
pel" over de teruggave van den geheelen
linker Rijnoever wordt gesproken, alsof dat
de bedoeling van de nota der geallieerden
was geweest".
Het bedoelde artikel in de „Rappel" han-
delt over een brochure van Milhaud, waar-
in de afstand van den geheelen linker Rijn
oever aan Frankrijk wordt geeischt.
Wanneer het een font van Bismarck ge
weest is, in 1870, de vroeger door Lodewijk
XIV aan Duitschland ontnomen provincies
weder te hebben teruggevraagd dan zou
het thans een dubbele fout zijn den linker
Rijnoever, met een uitsluitend Duitsche be
volking, en echt-Duitscbe steden als Keulen,
Bonn en Coblenz, bij Frankrijk te willen
voegen. Daardoor zou zeker niet de vaste
grondslag worden geiegd voor den duur-
zamen vrede, die de Entente zegt te ver-
langen.
Van de fronten is niet veel nieuws te
vertellen In Roemcnie 'lebben de centralen
een tegenslag ondervonden, die toont, dat
de strijd thans aan en bij de Sereth met
groote kracht door de Russisch-Roemeen-
sche troepen zal worden gevoerd. Het dorp
Vadeni,-ten Zuiden van de Sereth, tusschen
Brai'la en Galatz gelegen, dat-door Turk-
sche troepen bezet was, is door de Russen
hernomen. Een aanval, om Vadeni weer. te
hernemen werd door de Russische bezetting
afgeslagen.
Trouwens, ook op andere punten in Roe-
menie leden de Duitsch-OostenrijkschBul-
gaarsche troepen kleine verliezen, die aan
den tot dusver geregeld voortgezetten op-
marsch een einde deden maken. Tusschen
•het Coesino- en het Soesita-dal, in de Kar-
pathen, deden Russische en Roemeenschc
troepen een aanval op de hoogte-stellingen
der Duitsch-Oostenrijksche legers, waarbij
een hoogte door de Russen werd bezet. Ook
hier werd dus de opmarsch door het ge-
bergte naar de vlakte door de Russen belet.
Het Russische bericht bevat verder nog het
verhaal van een aanval op het door Duit
sche troepen bezette dorp Gerlesci, en Z.
W. van de monding van de Rinimcoe; dit
dorp viel daarbij in Russische handen, doch
werd later door de Duitschers hernomen.
Belangrijk is het bericht, dat de Russische
oud-Minister van Buitenlandsche Zaken,
Sasonof, benoemd is,tot gezant van Rus-
land te Londen. Sedert jaren was graaf
Benckendorf gezant te Londen geweest; hij
werd in Engeland zeer gewaardeerd, voor-
al wegens zijn aandeel in de totstandko-
neis gehad van Batoem naar Constantinopel.
Met verrukking staarde Hans naar het too-
neel, dat zieli hier voor zijn oogen ontrolde.
Ate -een spiegei lag de Zwarte Zee voor
hem en vol bewondering liet de jonge man
zijn oogen dwalen van den eenen oever
naar den arfderen, van Azie naar Europa.
En nu naderde men Constantinopel.
Brie'ven voor ons? vroeg Francis den
portier van het hotel, waar zij hun intrek
hadden genomen. "Lord Alvor had uit Ba
toem getelegrafeerd, dat men de brieven, die
voor een van hun drieen poste-reslante op
het postkantoor moehten liggen, naar het
liolel moc-st zenden.
De portier kwam weldra terug met een
groot pak brieven.
Ate het u belieft, mylord.
Voordat zij de veslibule verlieten, keek
Francis de adressen na. Hans beefde van
opgewondenheid.
Voor u, mijnheer Berger!
Lord Alvor overhandigde den commfssa-
ris der geheime p'olilie een groot couvert,
waaraan men reeds van buiten kon zien,
dat het een brief over zaken bevatte.
Berger keek niet heel vroolijk en zei:
Een brief van inijn geeerde lastgevers
ik vrees, dat de inlioud mij niet veel vreugafe
zal bereidenT
Hier, Hans, hier is ook een brief voor u.
Hans juichte van vreugde, en toen hij
de hand van zijn mooder herkende, drukte
hij den briei aan zijn lippen.
En nu zat liij op zijn kamer en las den
brief van zijn moeder wel voor den tienden
keer over.
ming der toenadering tusschen Rusland en
Engeland.
De benoeming van Sasonof, wiens groote
sympathieen voor Engeland bekend zijn en
zeer gewaardeerd worden, evenals zijn
vriendschappelijke verhouding tot Sir Ro
bert Buchanan, den Engelschen gezant te
Petrogad, zal in Engeland met groote in-
stemming worden ontvangen. Sedert het af-
treden van Sasonof als Minister van Bui
tenlandsche Zaken, en zijn vervanging door
verschillende totaal onbekende personen,
was er in Engeland een zekere ontstemming
merkbaar, die door de zonaerlinge en her-
haalde wijzigingen in het Russische Mini-
sterie niet verbeterd is.
De benoeming van Sasonof, wiens groote
weliswaar geen einde aan, maar brengt een
gezant naar Londen, van wien goede ge-
zindheid en liefde voor Engeland men over-
tuigd is. En dat zal worden opgevat als
een bewijs van de neiging, om de betrek-
kingen tot Engeland eer aan te halen en te
versterken, dan te doen verslappen, wat
men van de „duistere machten" achter den
troon verwacht.
EEN NIEUWE „MoWE" IN HET ZUIDEN
VAN DEN ATLANT1SCHEN OCEAAN.
De Engeische admiralileii -deeIt medc, dat
door berichten uit Fernambuco (Brazilie, be-
vesligd wordt, dal de Engeische schepen
„Dramalist" (5115 ton), „Radnorshire" .1310
ton); Minieh" (2381 ton); Nelherby Hall"
(4461 ton); ^Mounl Temple" (9792 ton); „King
George" (3852 ton); „Georgie" (10.077 ton);
en Voltaire" (8618 ton), en de Fransche
„Nantes"- en „Asnieres" door een DuiLschen
kaper in den grond zjjn geboord Dpn 15en
Januari is in genoemde Braziliaansche havren
het Japansche sloomschip „Hudson Maru"
aangekomen met de kapiteins en 237 leden
der bemanningen van enkele dier tot zinkeo
gebrachte schepen.
Voorts is het stoomschip „Sl. Theodore"
door bedoelden kaper in beslag genomen,
die een prijsbemanning aan boord plaatste.
Ook de „Yarrowdale" werd genomen; deze
kreeg ongeveer 400 man equipage van de
andere gezonken schepen aan boord.
Tot dusver zijn nog geen nadere berichten
ontvangen.
EEN BRIEF LIT BE LOOPGRAVEN.
In de Interpreter, het Engeische nationa-
Iistische weekblad van Kaapstad, van 16 No
vember, is opgenomen een brief uit de loop-
graven, waaruit de N. R. Crt. het volgende
vertaald
Hoe bitter het is, zal ik de waarlijk wijs-
geerige opvatting huldigen, dat het maar
goed was, dat ik de slagen kreeg met de
anderen, die het misschien nog minder ver-
dienen dan ik. 0\er weinige weken zullen
alien uwer, die genoeg verDeeldingsKracht
hebben om de momsterachlige tragedie die
wordt vertoona te begrijpen, gelegenheid heb
ben voor vrede te pleiten. Wat nu volgl
is geschreven in de hoop dat het daartoe
kan bijdragen, hoe weinig het zij.
,.Ik lieb letterlijk met duizenden soldaten
gesproken, in fdozijnen verschillende regimen
ten. Mannen uil Frankrijk en Egypte, van
de Dardanellen en Malta. Er is er niet een
van de twintig, die wil dat de oorlog za\
doorduren. Als. tie regeeringen konden hoo-
ren wat de mannen in khaki met elkaar
Ook Albert had geschreven:
„Jongen. wat ,benijd ik u! Ja, ik
benijd u Ge kunl dat voor mijn pari kwalijk
nemen of niet, dat kan mij niets Schelen.
Daar zit ik nu thuis en blok op taijn ver-
velenden Cesar, mo el- werkwoorden leeren,
met x en y rekenen en mag op de kaart
de plaats opzoeken waar mijn voorname
broeder op hetzelfde oogenblik met kanni-
balen veclit, C.hiiieesche zee roovers over-
wint, of, op een olifaul g'ezeten, een tijger
scliiet. Ge zlet, dal ik uw brieven goed heb
gelezen Ik ken ze van buiten! .Vis ge eens
wist, kerel, hoe dikwijls wij op school van
u gesproken hebben. Niet alleen de jongens
uit de klasse, maar ook de leer are nzelfs
de strenge rector kwam ieder oogenblik bij
mij en vroeg of er geen bericht van den be-
roemden wereldreiziger gekomen was.
Nu ge kunt u voorstellen hoe J^.olsch ik
was als ik hun van al uw avonturen kon
vertellen. En hoe zou het ook mogelijk zijn
dat ik niet trotsch was op zulk een broer!
Wij zijn alien gezond en vroolijk. Hans,
Mama zal u wel alles van Ellen verteld heb
ben. Zij spreekt al Hollandsch en zij bevalt
mij best. Ik speel dikwijls met haar, al ben
ik ook ouder, "maar dat komt doordat zij
zoo aardig is.
Ik dank u nog wel voor ai die mooie
postzegets. Alle jongens op school benijden
mij. Yerbeelu u, laatst kwam er zelfs een
postzegelhandelaar bij ons die gehoord had,
dat Albert Geeren van zijn broer zulke zel l-
zame postzegels gekregen had. Hij kwam
om ze van mij te koopen. Ik heb hem na-
luurlijk gezegd, dat hij kon ophoepelen "en
spieken en niet wat ze zeggen voor het
openbaar, zouden ze uit hun welbehageiijk-
heid opschrikken. Alleen de hoop wecr-
houdt nog een machtige beweging; liet ijzer
brandt diep in. Wel verre van de Duitschers
te "haten, spreekt niemand in onvriendelijken
geest over hen. Men ziet heel duidelijk in,
dat alle, of bijna alle de hloeddorslige men-
schen uit de verschillende landen nu dood
of gewond zijn; de Duitecher die nu vecht
wordt eenvondig ter slachting gedreven. We
schijnen alien te zijn gegrepen door een ver-
sclirikkelijke machine, die niemand kan of
durft regelen.
,.De oorlog die nu woedt ia niels dan lief
blindelingis dooden van menschen in de hoop,
dat een van de partijen zal verzwakken. Be-
halve mililaire families en een bevolking,
die door vrees is gchypnotiseerd, wal men
soms liaat noenil, gelooft niemand dat de
oorlog door de wapenen zal eindigen.
,,In liet algemeen is de toestand zoo, dat
de oorlog voortduurt, omdat geeji regeering
den zedelijken mo-ed heeft om den eers ten
stap te doen hetzij voor een wapenstilstand
hetzij voor vrede." (Men bedenke, dat de
brief al een paar maanden oud is.) „Elke
regeering denkt, dat haar goeden naam er -
van afliangt wie het langst- h.aat kan uit-
seb.reeuwen. Ik weel, dat het puhliek de
menshhen die om vrede vragen zal negeren,
maar in den grond van het hart zal
dankenDe kreet gaal op: Hoe Iang
nog? Kan niemand ons helpen?"
De Interpreter teekent hierbij aan, dat ka-
pitein Simpson, een Nieuw-Zeelander, die,
gewond van den oorlog, in Zuid-Afrika was
teruggekomen, lietzelfde getuigde als de hrief-
■schrijver en daarmede zeer de verontwaardi-
ging opwekte van den burgemeester van Jo-
naunestiurg. dezelfde man wien de koningin
van de Swazies onlangs vroeg, waarom hij,
zoo'n flinke kerel, niet aan het front was,
Daarentegen heeft de Anglikaansche bis-
schop van Kimherley openlijk verzoenend
over de Duitschers durven spreleen.
DE PRIJSGELDEN VOOR DE „BLuCHER".
Het prijsgerechl te Londen heeft aan de
officieren en bemanningen van 47 Engeische
oorlogsschepen, die. betrokken waren in den
slrijd in de Noordzee op 24 Januari 1915,
waarbij- de Duitsche kruiser „Blucherten
under ging, een premie van 5250 p. st. toege-
gekend, als prijsgeld voor de vemietiging
van dat vijandelijke oorlogsschip^
EENE HULDE AAN DE MIMT1E-
ARBEIDSTERS.
Kellaway, de parlemenlaire secretaris van
den minister van munitie, zegt in een sehrij-
ven over eene tentoonstelliiig te Londen van
300 fotografieen, welke dienen moet om een
denkbeeld te geven van de verscheidienheid
en de waarde van het werk der vrouwen in
de munitie-fabrieken, o.a.„iin zeker op-
zicht is het waar, dat onze legers te velde
gered zijn door het werk onzer vrouwen."
Kellaway 'zegl voorts: „Op het oogenblik
werken er in de nation ale fabrieken en in
de gecontroleerde inriehtingeu dag en nacht
bijna een half milkmen vrouwen, die even
waarachlig de veilighoid van haar teliuis en
Engeiands nationale eer "heschermen, als de
mannen die met onvergelijkelijken rnoed de
Duitsche posities beslormen. Maar—wij kun
nen ons nog niet tevreden stellen met wat
thans reeds is bereikt. Er is nog veel groo-
ter inspanning noodig, willen wij niet den
dal ik niets wilde verkoopen.
Zeg eens, als ge nu in Constantinopel zijt,
kondt ge ook wel Turksche postzegels voor
mij koopen. Yergeet dal niet! Ge zult dat
wel erg brutaal en onbeslcheiden vinden,
maar dat kan mij ook al niets schelen.
Mama zegt altijd: „Die vraagt, krijgt niets!"
en dan laat ik laarop votgen: „En die mete
vraagt, wordt vergeten!" Ik vind juist, dat
men wel wat krijgt ate men vraagt.
Die lord van U zal wel zoo veel millioe-
nen bezitlen de Engeische lords zijn alien
millionnaus dal hij zeker voor het liroer-
tje van zijn reismakker wel eenige piasters
en para's wil uitgeven.
Piasters en paras! Ziet ge wel, dat ik door
mijn postzegels nog wel wat leer? Ik lien
precies op de hoogte van al de muntstukken
van alle landen op de wereld, ofsclioon
mama mij maar vijftien cen't weekgeld geeft,
tot mijn groote ergernis.
Kom nu maar.gauw thuis met ecu heele
bezending postzegels voor uw broer
ALBERT/
Francis Alvor was van plan niet langer
dan twee-dagen in Constantinopel te blijven;
daarna wilde hij met Hans over Adrianopel.
Belgrado, Weenen en door Duitschland naar
Holland vertrekken. Ook Berger heslool met
hem mee te gaan.
Intusschen lieten zij hun lijd niet onge-
bruikt. Hans' gedaehten waren echter meer
bij zijn moeder dan hij de merkwaardig-
hc/en van Conslantinopel.
(Wordt rei-volgd.)
COURANT
isaaaaeMmmWMBumjwi