1 I ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOFv ZEEUWSCH-VLAANDEREN. I No. 6465. m Donderdag 7 December 1916. Jaargang. SCHRIJVEE. M IL 1 T Landstcrm-Esuring. SIHB1LHK 61 SI APT. De Oorlosr ADVERTENTIfiN ABONNEMENT: SI Ml Bit Blad yerscfeUnt MaaMag', Woensdag^ en Yrpagavond, aitgezor-srd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Renzen Schrijver ter Secretarie, FKUILLfc i ON. 3 1 NNENLAN P. k IPer 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10. Si] vooruitbetalingvoor Belgie 1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. TPelefoon 33. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10, Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee ma al berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. Jaafklasse 19E7. DE ALGEMEENE TOESTAND. De strijd in Roemenie woedt hevig. De breedvoerige mededeelingen van het Duitsche legerbericht geven schrijft het Alg. Hbl. een depkbeeld van den opmarsch der Duitsch-Oostenrijksch- Hongaarsch-Bulgaarsche troepen in Roe menie. In vier colonnes rukken de Duit sche legers naar Boecharest op. De Donau-armee, onder aanvoering van generaal Kosch, rukte voort over Alexandria en Gioei'gevo, bezette Kalu- gareni en Comana, trok over de Nealjov en streed aan de Arges. Door westelijk Walachije, over Crai ova, drong de legei'groep van generaal Von Ktihne voorwaarts, en sloot zich bij de Arges aan bij de uit het gebergte ko- mende, over Coertea d'Arges en Pitesci voortrukkende legermacht van generaal Kraft von Delmensingen, en op den lin- kervleugel kwam generaal Von Morgen over Kampoeloeng en bezette Targovista en Titu, het knooppunt van spoorwegen, ten N.-W. van Boecharest. Van vier zij den wordt dus Boecharest bedreigd. De Roemeensche legers, in de vlakte, tusschen de rivieren strijdende, werden teruggeslagen, en met zware ver liezen op de hoofdstad teruggedrevem De omsingeling, zoo die in het plan ge- legen heeft, is niet geslaagd. Maar de tegenstand der Roemeensche legers is gebroken, zooals trouwens ook blijkt uit de Russische berichten de Roemeen sche berichten zijn weer eens niet ont- vangen, die melden, dat de Duitsch- Bulgaarsche troepen uit de richting van Alexandria oprukkend, vooruitgingen en zich meester maakten van het dorp Gragisjezei, ten Z. van Boecharest. Bo vendien meldt ditzelfde bericht, dat in de richting Pitesci en Targovista de Roe- meniers voor den druk der Duitsch-Oos- tenrijksche troepen terugwijken. In het Zuiden en in het Noorden wij- ken dus de Roemeniers terug; zij ruk ken op de stad aan, die, naar men in Duitsche berichten aanneemt, zal wor den verdedigd. Boecharest is als vesting ingericht en omringd door forten, die een 74 kilome ter langen kring om de stad vormen. Door de snelle beweging der verschil- lende legers is ook het leger van de Roe meniers, dat in den Predealpas staat, be dreigd. Of die troepen er nog in zullen slagen, zich over Ploesci, langs den spoorweg die van Sinaia komt en dan over Boezece naar Braila en naar het Noorden gaat, te redden, is op dit oogen blik nog onzeker. ITouden zij stand, dan is hunne omsingeling te verwachten trekken zij terug, dan rukken de Duitsch Oostenrijksche-colonnes door den Pre dealpas op naar Ploesci en vormen dan weder den linkervleugel van het inslui- tingsleger. Het Roemeensche leger, dat aan de Arges den weg naar Boecharest voor de beide legers, die over Pitesci en over Kampoeloeng oprukten, moest afsluiten, is na een gevecht, dat eenige dagen duurde, teruggeslagen. Onder welke om- standigheden, is uit de Duitsche berich ten nog niet duidelijk. Het telegram zegt alleen, dat de troepen van Mackensen in den slag aan de Arges de beslissing brachten, en dat deze door de Duitsch- Oostenrijksch-Bulgaarsche troepen is ge- wonnen. K it 1 RANT Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN roepen sollicitanten op naar de betrekking van op eene jaarwedde van f 500,met 5 driejaarljjksche verhoogingen van f 50, tot een maximum van 750, Bijdrage voor pensioen 4 °/0. Eigenkandig geschreven verzoekscbrif'ten in te zenden vodf 18 December a.s. Ter Neuzen, den 5 December 1916. Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter tennis van belanghebbenden dat de inlijving op 19 December a. s. voor de militieplichtigen der lichting 1917, die zijn toegewezen aan het Ie bataljon van een der regimenten Infanterie of aan de wiel- rijders, niet doorgaat, doch dat deze inlijving eerst zal plaats hebben in het tijdvak 3—3 Jahuari 1917. Het juiste tijdstip zal nader worden bekend gemaakt. Ter Neuzen, 6 December 1916. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN, brengt ter algemeene kennis, dat de dienstplichtigen bij den landstorm der jaarklasse 1917 gelegenheid heb'ben zich aan een keuring te onderwerpen bij den Keuringsraad, die zitting houdt te Ter Neuzen, in het Gemeentehuis op Vrijdag 5 Januavi 1917voormiddags 9.30 uur. Het welbegrepen eigenbelang van de landstormplichtigen maakt het zeer wen- schelijk, dat zij zich voor deze keuring aantneldeno.a. omdat zij ingeval zij ongeschikt mochten blijken nadat zij in werkelijken dienst zijn gekomen en alsdan weder huiswaarts worden gezonden, hiervan maeilijkheden kunnen ondervinden ten aanzien van hun maatschappelijke of studiebe- langen. Onderwerpen zij zich aan een onderzoek bij den keuringsraad en blijkt daarbij voldoende van ongeschiktheid, dan worden zij van den dienstpiicht bij den iandstorm terstond ontslagen en staan zij niet meer bloot aan de kans om als landstorm- plichtige in werkelijken dienst te worden geroepen. Wenscht een landstormplichtige bij een andere keuringsraad het onderzoek te ondergaandan kan de Voorzitter van eerstbedoelden keuringsraad hem daartoe op zijn verzoek toesten\ming verleenen. De landstormplichtigedie meent ongeschikt voor den dienst te zijnheeft bovendien de gelegenheid aan den Minister van Oorlog ontslag van den dienstpiicht te vragen met overtegging van een door twee geneeskundigen afgegeven verklaringook kunnen worden overgelegd twee afzonderlijke ver- klaringen, elk geteekend door een geneeskundige. Van deze gelegenheid kan ook gebruikmaken degene, die reeds door den keuring sraadgeschikt is verklaard. De handteekening van den geneeskundige op de verklaring moet gelegaliseerd zijn door den Bur gemeester der gemeentewaar de geneeskundige woonplaats heeft. Is de landstormplichtige in het bgitenland gevestigd, dan mag de verklaring ook zijn afgegeven door twee personen, bevoegd tot uit- oefening van de geneeskunde in het Bjjk. waar hij gevestigd is. De verklaring moet dan evenzeer behoorlijk gelegaliseerd zijn. Met de indienststelling van de dienstplichtigen der jaarklasse 1917 zal vermoedelijk in het begin van Februari 1917 een aanvang worden gemaakt. Snikkend kwanj Richard Perroquet aan- loopan en wierp zich naasl zijn heer in het zand. De andere mannen haastten zich niet, ieder dacht slechts aan zichzelf; al- leen de oude brave Jakoeb kwam met zijn watervoorraad aandragen. Ik heb nog maar zoo weinig, zei hij als verontschuldigend Ook Hans was reeds opgesprongen en zoch den waterzak. Hier alles wat ik heb. De kervanbatschi goot lord Alvor de kostbare vloeistof hier in de woestijn kostbaarder dan goud over het gezicht. Hij opende met geweld diens lippen en goot eenige druppels water in zijn mond. Zelfs Perroquet dacht nu niet meer uitsluitend aan zichzelf; hij snelde naar een derkoffers, waar hij hoopte nog een weinig ouden cog nac in ©en veidflesch te vinden. De cognac deed wonderen. Lord Alvor sloeg zijn oogen op, nadat men hem een paar druppels had ingegeven. Hij leeft, Perroquet, Jakoeb, hij leeftHij leeft! riep Hans vol vreugde uit. De kervanbatschi keek weer bezorgd aeliler zich. De laudstormplichtigen kunnen hun wenschen met betrekking tot hun indeeling kenbaar maken aan den Voorzitter van den keuringsraad. Er bestaat evenwel geen zekerheid, dat aan deze wenschen zal kunneh worden voldaan. Ter Neuzen, 5 December 1916. De Burgemeester voornoemd J. HUIZINGA. Lid Eerste Kamer. Tot lid der Eerste Kamer (vacature-Zijl- ma) hebben de Provinciate Slaten van Gro- ningen gisteren gekozen den beer J. Bs. Westeraijk (vrijzinnig-democraat), oud-lid van Gedeputeerde Staten van Groningen, voor- fci'.ter van (den Groninger Landhouwbond, met 23 slemmen. Op Jhr. Mr. O. Q. van Swin- dei-en (antirev.) waren 3 stemmen, .op den heer W, II. Vliegen (isoc.-dem.) 10 en op den beef "I. J. Schonfeld (lib.) 4 stemmen uit- gebracht; verder 1 stem op den heer H. J. Knigge. Drie briefjes waren ingeleverd met enkel den naam Westerdijk. Minister Van Gijn. Het Nederl. Correspondentiebureau in Den Haag meldt: Naar wij meenen te welen, zal de inoeilijk- lieid, geschapen door het votum der Eerste Kamer nopens (de wijziging Van de Successie- wet, zeer binnenkort een oplossing vinden, waarbij zijn wij wel ingelicht bet be- houd van Mr. Van Gijn als Minister van Financien mag verwadht worden. Het Ned. Corr.-bureau meldt nader: Met zekerlieia kan thans worden medege- deela, dat de Minister van Financien, Mr. •T)r» A»t van Gijn, zijn verzoek om-ontslag aan de Komngin heeft ingetrokken. De Koningin Re.genles. Men meldt uit Vlissingen aan de N- R. Crt., dat'in het Wolff-bericht van verleden week, betreffende de vrijlating van de mailboot, ten Onrechte wordt beweerd, dat de com mandant bij de aanbouding op 10 November draadloos om hulp aan de Nederlandsche marine zou hebben gevraagd. De marine- booten waren uit eigen beweging terplaaLse en daardoor getuige van bet aanhouiden. Wel is later door de marine gebruik gemaakt van bet toestel voor draadlooze telegrafie van de mailboot. Het protest van de Nederlandsche regeering. Op de reeds ©erder door ons gepublioeende vragen van den beer J. E. W. Duys belref- Tende bet wegvocrcn van Belgen naar D ui ts eh land1 uidende 1. Is bet aan de regeering bekend, dat se- *dert eenigen tijd de Duitsclie over he id dui- zenden inwoners van bet bezette gel tied van Belgie tegen hun wit naar Duitschland iaat wegvoeren 2. Is het juist, dat betreffende den lerug- keer van Belgische vluclitelingen, waarvan duizenaen thans gedeporteerd worden naar Duitscliland, deslijds overleg is gepleegd tus- sclieu de Nederlandsche regeei-ing en het Duitsche opperbestuur, blijkens eene publi- catie van den beer Zimmerman, burge meester van Rotterdam, dato 17 October 1914? 3. Is bet juist, dat bij dit overleg de Duit sclie regeering zich legenover de Nederland sche regeering verbonden heeft o.a. de terug- keerende viuchlelingen niet naar Duitschland te vervoeren, zooals blijkt uit eene officieele publicatie van onzen Nederlandscben consul- generaal te Antwerpen, den beer J. A. van den Bergh, dato 17 October 1914? 4. Welke slappen heeft de regeering ge- Heer! zei hij baas tig tot Hans, wij hebben geen tijd te verliezen; auxlers liaalt ons de volgenide lebbed nog hi voor wij bet gebergte bereikt hebben; wij moeten onzen tocht voortzelten. Wij inoeten den Engelschman op den kameel zetten! Zij beurden den zieke weer op en leg- den hem in een draagkorf. Daarna nam Hans de rest van het water, dat hij nog be- zat en bevochligde er een doek mee om dien om Alvor's boofd te binden. De kameelen behoefden nu niet tot spoed aangezet te worden. Zoo smel mogelijk ging het voorwaarts, de bergen legemoet. Vol teedere bezorgdheid boog Hans zich telkens o\rer lord Alvor been. Hij wist wel hoe bet kwam, dat lord Alvor meer geleden had van de zandsluivingen, die de orkaan had voortgezwecpt, dan hijzelf. Hij wist, dat de edelmoedige man met zijn kraChtige gestalte zich op bet beslissend oogenblik be- scliermend voor hem had geplaatst. De zon was nu bijna geheel ondergegaan. Eensklaps uitte de kervanbatschi een blijden loreet-. Hij had achter den eersten heuvel dien zij gep'asseerd waren. een bron ontdekt. Meniscben en leren wierpen zich neer bij de bron; als een waanzinnige bijna gedroeg Perroquet zich. toen bij zijn ondraaglijken dorst liad gelesclit. Jakoeb, de kervanbatschi en Hans beurden lord Alvor belioedzaam uit de maud en leg- j daan of denkt zij e doen naar aanleiding van deze zaak? heeft de beer Loudon, Minister van Buiten- landsche Zaken, liet volgende geantwoord: Het antwoord Op de eerste drie vragen kan in algemeenen zin bevestigenu luiden. De juiste toedracht dm- zaak is als volgt: Toen de Duitsche overlieid in bet bezette deel van Belgie in October 1944 tot ae over- tuigbig was gekomen dat het tot herstel van het geregelde dagelij'cscb ieven in het bezette gebied wenschelijk was, dat de bij vele lion- derddnizendien naar bet Jiuilenland gevluchte bevolking weder naar baai-liaardsleden terug- keerde. werd door bet college van burge meester en schepenen der stad Antwerpen 13 October 1914 een prodamatie verspreid, waa- jn was opgenomen een verklaring van den Bui Is ch en gouvenieur van Antwerpen, gene- raal baron von ltuene, en den voorzittci- der Inlerconnnunale Commissie van Antwer pen, den heer Loui^ Franck, lioudende dat er geen sprake van was dat Belgische jonge mannen naar Duitsi-hlaiid zouden .worden vervoerd of tot legerdienst zouden worden gedwongen. Te\ ens werd door de overheid de mede- werking an den corisul-generaal derNeder- landen te Antwerpen ingeroepen om van de goede bedoclingen van liet Duitsche bestuur aan d,e in Nederland vertoevende Belgische vlucbtelingen te'doen blijken, ten eindehen tot terugkeer naar bun vaderland te bewegen. In overleg met genoemden gouverneur baron von Huene en den beer Franck, werd daarop door den consul-generaal eenbericht opgesleld, gedateerd 17 October 1914, waar van de lekst gelijklui lend was met den door den heer Duys aangehaalden. Den 20en October 1914 decide de oonsul- gencraal aan haru'a von Huene officieel mede. dat dit bericht met toestemming der Nederlandsche regeering in Nederland ver spreid werd. Door tusscbenkomst van liet Ministerie van Binnenlandsche Zaken, het- welk op zijn beun de bemiddeling inriep van de commissarissen der Koningin en de bur- gemeestejvs der versciiillende gemeenteu, werd daarop hel bericht van den consul-gene raal te Antwerpen ter kennis van de Belgi sche vluchtelingen gebracht. In antwoord op de' 'vierde vraag lean de ondergeleekende mededieelen, dat hij naar aanleiding van de bovenslaande feiten een schriflelijk vertoog tot de Duitsche regee ring heeft gericht, boudende dat de Neder landsche regeering de wegvoering van de.be volking van een bezet gebied naar het land van de bezettende macht in strijd acht met de bepalingen en den geest van het volken- recht, zooals dit laalstelijk uitdrukking heeft gevonden in de vierde Haagsche Con veil tie van 1907, dat zij evenwel, getrouw aan de sedert bet liegin van den oorlog door haar gevolgde gedragslijn, zich van bijzondere stappen te dezer zake ontbouden zou heb ben, ware liet niet dat de bo\renomschreven feiten een beslisle verantwooixlelijkbeid op de Nederlandsche regeering gelegd badden, tegeuover diegenen jondei- de tlians wcigge- voerde Belgen die, aanvankelijk naar Nader-" landsch gebied uitgeweken, later naar*Belgie teruggekeerd waren, vertrouwende op de waarborgen, o.a. van niet-wegvoering naar Duitschland, welke bun door de boogste Duilsche overbeio te Antwerpen, met mede- werking tier Nederlanidsche regeering, uit- drukkelijk waren gegeven. Op dezen grond heeft de Nederlandsche regeering ten slotte de verwachting uitge- sproken, dat diegenen onder de naar Duitschland weggevoerde Belgen, welke in het voormeld geval mochten verkeeren, zou den worden leruggezonden naar bun haard- den hem neer op bet gras. Daarna ontkieed- den 'en wascbten zij hem en bet duuixle niet lang of bij kwam weer geheel bij. De lenten werd en opgeslagen. Perroquet maakte een kop bouillon voor zijn beer gereed, waanxa (deze in pen w eldadige slaap viel. Hans amen de, na overleg met den kervanbatschi, dat bet 'tbeste zou zijn, den volgenden dag hier le kampeeren om uit te rusten; inmiddels kon Jakoeb met Perroquet vooruitrijden naar de Russisciie grensposten, teneinde alle ver- eiscbte maatregelen te nenien dm de gren- zen te kurmen ovei-trekken. Het was volstrekt niet naar den zin van lord Alvor, dat zij een dag zouden verlie zen, maar Hans wkst liem er toe over te halen. Toen zij 's avonds te zamen voor hmi tent zal en, begon lord Alvor opeens.: Hans, g© hebt er recht op te vernemen wat de reden was, dat ik Europa moest ontvluchten, maar noem mjj voortaan Fran cis, spreek mij niet meer "aan met my lord: de gevaren, die wij te zamen doorleeft heb ben hebben ons tot vrienden gemaakt en onze - vr lends chap zal duren zoolang wij leven nietwaar? Hans reikte zijn vriend de hand, die deze hartelijk drukte. Daarna begon hij zijn vcr- haal. Arthur Welsiey en ik waren neven. Wij waren even oud en groeiden te zametn sled en. Wolff seint dd. 4 Dec. uit Berlijn: In de Nederlandsche pers en parlemen- taire lcringen is beweerd, dat het overbren- gen van Belgische arbeiders naar Duitsch land in legenspraak staat met de officieele Duitsche toezeggingen, dat de Duitsche auto- riteitcn werkzame jongelieden niet gevaiigen nenien en naar Duitschland zouden brengen. De „Nordd. Alig. Zei twig" ontkent, dat liier een legenispraak zou bestaan. De toen- maiige belofte gold slechts de bezorgdheid, dat uit Nederland terugkeerende Belgen, in- dien lichanielijk geschikt, in het Duitsche leger konden-worden ingelijfd of bij licha- melijke ongeschiktheid naar Duitschland zou den worden overgebracht. Deze belofte is volkomen gebouden: thans worden slecliis mannen, die sinds twee jaar werkloos zijn en op en Dare onderste lining genieteb, om sociale redenen naar Duitsch land gebracht. Ten gevolge van de Engelsche blokkade krijgt de Belgische industrie haar onontbeerlijke grondstoffen niet, met het ge- volg, dat honderdduizenden werkloos wer- 'den, ondersteiming noodig badden, leeg- loopers wei ucn, degenereerden en gedeelte- bjk hmi arbeictsgeschiktbeid verloren. Ver- standige Belgen zelf wezen op dit ook de Belgische industrie in de loekomst bedteigon- de gevaar. Alleen wie zonder voldoenden grond .arbeid naar gelang van zijn bekwaam- heden weigert en ondersteund moet worden, wordt naar Duitschland gebracht. Elke her paling van hel volkenrecht wordt uitdruk- "kelijk erkend. Het vervoer van Belgische ar beiders. heeft op de meest zachte en ver- scboonende wijze plaats, hetgeen in talrijke brieven, ook van Belgische zijde, wordt er kend. Aardappelen. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft bepaald: I. sub A der beschikking d.d. 30 Septem ber 1916, alsmede de beschiklungen van 21 October 1916, en van 28 October 1916, vor den ingetrokken; II. de aflevering en het vervoer van klei- aardappelen zijn verboden; III. het sub II bepaalde is niet van toe- passing; a. op de ailevermg of het veiwoer van kleiaardappelen binnen de grenzen der ge meente, waarin zij zich bij de afkondiging dezer beschikking bevinden; b. op de aflevering of bet vervoer van parlijen kleiaardappelen, gedekt door een vervoerbewijs, afgegeven door de Rijlvs-com- missie van Toezicht op de Aardappelver- eeniging. (St.ct.) De verwerping der Suecessiewei. In de gisteren gehouden vergadering der Staten v:an Zuid-Holland vroeg de beer Spiek- man het woord tot het maken van eenige opmerkingen over de bouding door de Eerste Kamer aangenomen bij de behandeling der Successiewet. De voorzitter verklaarde, met een beroep iop de Provinciate wet, liem daar toe bet woord niet te kunnen verleenen. De beer (Spiekman achtte die weigermg on- bitlijk aangezien het bier gold een Kamer door de Staten verkozen, zoodat er z. i. aan leiding bestaat voor de Slaten-vergadering in bet algemeen belang over de lioudirig dier Kamer eeni«e opmerkinsen te maken. op in mijn ouderlijk huis. Hij. Arthur, had zijn ouiders vToeg verloren; voigens het tes tament van zijn vader, zou mijn vader voogd over liem zijn, totdat hij meerderjarig was, en inmiddels zijn buitengewoon groot ver- mogen belieeren. Zoolang wij kinderen waren, hidden wij veel van elkaar, maar later was. onze levensop vatting zoo verschillend, dat wij geen sympatliie meer voor elkaar gevoelden. Ik ben nooit een vijand van een aange- liaam leven geweest, maar de wijze, waarop mijn neef zijn leven doorbracht stuitte mij tegen de borst. Hij werdeen speler en een verkwister en liij maakte zich driftig, als Ik beproefde hem tot andere gedachten te brengen. Onze wegen liepen toen gdheel uiteen en er verliepen jaren, eer wij elkaar weerzagen. Ik hoordo. van anderen, dat bij zijn losbandig leven voortzette en dat hij, om aan geld le komen, zijn pachters uit- zoog. Toen "ilv nu ongeveer een jaar ge leden te Londen was; ontmoette ik hem in de club Ik schrok van zijn voorkomen. Hij was hel type van een geblaseerden Ievens- moeden man geworden. Hij scheen ethter tocli verneugd te zijn mij te zien en zocbt dikwiiis mijn gezelschap. Ik meende bieruit le mogen opmaken, dat liij genoeg bad van zijn oude vrienden eii met mijn hulp een ander leven wilde beginnen. Ik verheugde mij hierover van harte en nam dan ook zijn uitnoodiging' aan om met hem op de jacht te gaan op zijn fraai Tandgoad Abhon-Abbey in Schotland Als kinderen badden wij daar genolvoile dagen doorgebracht. Ik verheugde mij wea-kelijk in bet vooruitzichl, het oude slot met zijn schoone omgeving weer le zullen zien.. De eerste 4agen werd de harmonie door nie's verstoord, daarna echtcr gebeurde ei" lets, dat in de toekomsl voor ons bea- den onaangename gevolgen zou hebben. Op zekeren morgen s ton Jen wij juist ge reed om op de jacht te gaan, toen een van de oude pachters van Arthur -*■ ik kende den grijzen Forster reeds sedert mijn kin der) aren met den hoed in de band op Arthur afkwam. Met verwondering merkte ik op, dat Ar thur's gelaat betrok. De grijsaard begon lie vend Heb medelijden, mjdord. Laat mij de weinige dagen, die mij nog resten, op mijn gebocrleplekje wonen; laat mij sterven on der bet dak, waar reeds mijn 'vader en groot- vader sberven. Ik begreep met, waarom die man dat vroeg, maar zijn verzoek deed mij pijn- lijk aan. (Wordt vervoigd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1916 | | pagina 1