1
I
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOFv ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
I
No. 6465.
m
Donderdag 7 December
1916.
Jaargang.
SCHRIJVEE.
M IL 1 T
Landstcrm-Esuring.
SIHB1LHK 61 SI APT.
De Oorlosr
ADVERTENTIfiN
ABONNEMENT:
SI
Ml
Bit Blad yerscfeUnt MaaMag', Woensdag^ en Yrpagavond, aitgezor-srd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Renzen
Schrijver ter Secretarie,
FKUILLfc i ON.
3 1 NNENLAN P.
k
IPer 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10.
Si] vooruitbetalingvoor Belgie 1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
TPelefoon 33.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10,
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts twee ma al berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
Jaafklasse 19E7.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
De strijd in Roemenie woedt hevig. De
breedvoerige mededeelingen van het
Duitsche legerbericht geven schrijft
het Alg. Hbl. een depkbeeld van den
opmarsch der Duitsch-Oostenrijksch-
Hongaarsch-Bulgaarsche troepen in Roe
menie. In vier colonnes rukken de Duit
sche legers naar Boecharest op.
De Donau-armee, onder aanvoering
van generaal Kosch, rukte voort over
Alexandria en Gioei'gevo, bezette Kalu-
gareni en Comana, trok over de Nealjov
en streed aan de Arges.
Door westelijk Walachije, over Crai
ova, drong de legei'groep van generaal
Von Ktihne voorwaarts, en sloot zich bij
de Arges aan bij de uit het gebergte ko-
mende, over Coertea d'Arges en Pitesci
voortrukkende legermacht van generaal
Kraft von Delmensingen, en op den lin-
kervleugel kwam generaal Von Morgen
over Kampoeloeng en bezette Targovista
en Titu, het knooppunt van spoorwegen,
ten N.-W. van Boecharest.
Van vier zij den wordt dus Boecharest
bedreigd. De Roemeensche legers, in de
vlakte, tusschen de rivieren strijdende,
werden teruggeslagen, en met zware ver
liezen op de hoofdstad teruggedrevem
De omsingeling, zoo die in het plan ge-
legen heeft, is niet geslaagd. Maar de
tegenstand der Roemeensche legers is
gebroken, zooals trouwens ook blijkt uit
de Russische berichten de Roemeen
sche berichten zijn weer eens niet ont-
vangen, die melden, dat de Duitsch-
Bulgaarsche troepen uit de richting van
Alexandria oprukkend, vooruitgingen en
zich meester maakten van het dorp
Gragisjezei, ten Z. van Boecharest. Bo
vendien meldt ditzelfde bericht, dat in
de richting Pitesci en Targovista de Roe-
meniers voor den druk der Duitsch-Oos-
tenrijksche troepen terugwijken.
In het Zuiden en in het Noorden wij-
ken dus de Roemeniers terug; zij ruk
ken op de stad aan, die, naar men in
Duitsche berichten aanneemt, zal wor
den verdedigd.
Boecharest is als vesting ingericht en
omringd door forten, die een 74 kilome
ter langen kring om de stad vormen.
Door de snelle beweging der verschil-
lende legers is ook het leger van de Roe
meniers, dat in den Predealpas staat, be
dreigd. Of die troepen er nog in zullen
slagen, zich over Ploesci, langs den
spoorweg die van Sinaia komt en dan
over Boezece naar Braila en naar het
Noorden gaat, te redden, is op dit oogen
blik nog onzeker. ITouden zij stand, dan
is hunne omsingeling te verwachten
trekken zij terug, dan rukken de Duitsch
Oostenrijksche-colonnes door den Pre
dealpas op naar Ploesci en vormen dan
weder den linkervleugel van het inslui-
tingsleger.
Het Roemeensche leger, dat aan de
Arges den weg naar Boecharest voor de
beide legers, die over Pitesci en over
Kampoeloeng oprukten, moest afsluiten,
is na een gevecht, dat eenige dagen
duurde, teruggeslagen. Onder welke om-
standigheden, is uit de Duitsche berich
ten nog niet duidelijk. Het telegram zegt
alleen, dat de troepen van Mackensen in
den slag aan de Arges de beslissing
brachten, en dat deze door de Duitsch-
Oostenrijksch-Bulgaarsche troepen is ge-
wonnen.
K
it
1
RANT
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN roepen sollicitanten op naar de
betrekking van
op eene jaarwedde van f 500,met 5
driejaarljjksche verhoogingen van f 50,
tot een maximum van 750,
Bijdrage voor pensioen 4 °/0.
Eigenkandig geschreven verzoekscbrif'ten
in te zenden vodf 18 December a.s.
Ter Neuzen, den 5 December 1916.
Burgemeester en Wethouders van
Ter Neuzen,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter
tennis van belanghebbenden dat de inlijving op
19 December a. s. voor de militieplichtigen der
lichting 1917, die zijn toegewezen aan het Ie bataljon
van een der regimenten Infanterie of aan de wiel-
rijders, niet doorgaat, doch dat deze inlijving
eerst zal plaats hebben in het tijdvak 3—3 Jahuari
1917.
Het juiste tijdstip zal nader worden
bekend gemaakt.
Ter Neuzen, 6 December 1916.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN,
brengt ter algemeene kennis, dat de dienstplichtigen
bij den landstorm der jaarklasse 1917 gelegenheid
heb'ben zich aan een keuring te onderwerpen bij
den Keuringsraad, die zitting houdt te Ter Neuzen,
in het Gemeentehuis op Vrijdag 5 Januavi
1917voormiddags 9.30 uur.
Het welbegrepen eigenbelang van de
landstormplichtigen maakt het zeer wen-
schelijk, dat zij zich voor deze keuring
aantneldeno.a. omdat zij ingeval zij ongeschikt
mochten blijken nadat zij in werkelijken dienst
zijn gekomen en alsdan weder huiswaarts worden
gezonden, hiervan maeilijkheden kunnen ondervinden
ten aanzien van hun maatschappelijke of studiebe-
langen. Onderwerpen zij zich aan een onderzoek bij
den keuringsraad en blijkt daarbij voldoende van
ongeschiktheid, dan worden zij van den dienstpiicht
bij den iandstorm terstond ontslagen en staan
zij niet meer bloot aan de kans om als landstorm-
plichtige in werkelijken dienst te worden geroepen.
Wenscht een landstormplichtige bij een andere
keuringsraad het onderzoek te ondergaandan kan
de Voorzitter van eerstbedoelden keuringsraad hem
daartoe op zijn verzoek toesten\ming verleenen.
De landstormplichtigedie meent ongeschikt voor
den dienst te zijnheeft bovendien de gelegenheid
aan den Minister van Oorlog ontslag van den
dienstpiicht te vragen met overtegging van een door
twee geneeskundigen afgegeven verklaringook
kunnen worden overgelegd twee afzonderlijke ver-
klaringen, elk geteekend door een geneeskundige.
Van deze gelegenheid kan ook gebruikmaken degene,
die reeds door den keuring sraadgeschikt is verklaard.
De handteekening van den geneeskundige op de
verklaring moet gelegaliseerd zijn door den Bur
gemeester der gemeentewaar de geneeskundige
woonplaats heeft. Is de landstormplichtige in het
bgitenland gevestigd, dan mag de verklaring ook
zijn afgegeven door twee personen, bevoegd tot uit-
oefening van de geneeskunde in het Bjjk. waar
hij gevestigd is. De verklaring moet dan evenzeer
behoorlijk gelegaliseerd zijn.
Met de indienststelling van de dienstplichtigen der
jaarklasse 1917 zal vermoedelijk in het begin van
Februari 1917 een aanvang worden gemaakt.
Snikkend kwanj Richard Perroquet aan-
loopan en wierp zich naasl zijn heer in
het zand. De andere mannen haastten zich
niet, ieder dacht slechts aan zichzelf; al-
leen de oude brave Jakoeb kwam met zijn
watervoorraad aandragen.
Ik heb nog maar zoo weinig, zei hij
als verontschuldigend
Ook Hans was reeds opgesprongen en
zoch den waterzak. Hier alles wat ik heb.
De kervanbatschi goot lord Alvor de
kostbare vloeistof hier in de woestijn
kostbaarder dan goud over het gezicht.
Hij opende met geweld diens lippen en goot
eenige druppels water in zijn mond. Zelfs
Perroquet dacht nu niet meer uitsluitend
aan zichzelf; hij snelde naar een derkoffers,
waar hij hoopte nog een weinig ouden cog
nac in ©en veidflesch te vinden.
De cognac deed wonderen. Lord Alvor
sloeg zijn oogen op, nadat men hem een
paar druppels had ingegeven.
Hij leeft, Perroquet, Jakoeb, hij
leeftHij leeft! riep Hans vol vreugde uit.
De kervanbatschi keek weer bezorgd
aeliler zich.
De laudstormplichtigen kunnen hun wenschen met
betrekking tot hun indeeling kenbaar maken aan
den Voorzitter van den keuringsraad. Er bestaat
evenwel geen zekerheid, dat aan deze wenschen zal
kunneh worden voldaan.
Ter Neuzen, 5 December 1916.
De Burgemeester voornoemd
J. HUIZINGA.
Lid Eerste Kamer.
Tot lid der Eerste Kamer (vacature-Zijl-
ma) hebben de Provinciate Slaten van Gro-
ningen gisteren gekozen den beer J. Bs.
Westeraijk (vrijzinnig-democraat), oud-lid van
Gedeputeerde Staten van Groningen, voor-
fci'.ter van (den Groninger Landhouwbond, met
23 slemmen. Op Jhr. Mr. O. Q. van Swin-
dei-en (antirev.) waren 3 stemmen, .op den
heer W, II. Vliegen (isoc.-dem.) 10 en op den
beef "I. J. Schonfeld (lib.) 4 stemmen uit-
gebracht; verder 1 stem op den heer H.
J. Knigge.
Drie briefjes waren ingeleverd met enkel
den naam Westerdijk.
Minister Van Gijn.
Het Nederl. Correspondentiebureau in Den
Haag meldt:
Naar wij meenen te welen, zal de inoeilijk-
lieid, geschapen door het votum der Eerste
Kamer nopens (de wijziging Van de Successie-
wet, zeer binnenkort een oplossing vinden,
waarbij zijn wij wel ingelicht bet be-
houd van Mr. Van Gijn als Minister van
Financien mag verwadht worden.
Het Ned. Corr.-bureau meldt nader:
Met zekerlieia kan thans worden medege-
deela, dat de Minister van Financien, Mr.
•T)r» A»t van Gijn, zijn verzoek om-ontslag
aan de Komngin heeft ingetrokken.
De Koningin Re.genles.
Men meldt uit Vlissingen aan de N- R. Crt.,
dat'in het Wolff-bericht van verleden week,
betreffende de vrijlating van de mailboot,
ten Onrechte wordt beweerd, dat de com
mandant bij de aanbouding op 10 November
draadloos om hulp aan de Nederlandsche
marine zou hebben gevraagd. De marine-
booten waren uit eigen beweging terplaaLse
en daardoor getuige van bet aanhouiden.
Wel is later door de marine gebruik gemaakt
van bet toestel voor draadlooze telegrafie
van de mailboot.
Het protest van de Nederlandsche regeering.
Op de reeds ©erder door ons gepublioeende
vragen van den beer J. E. W. Duys belref-
Tende bet wegvocrcn van Belgen naar
D ui ts eh land1 uidende
1. Is bet aan de regeering bekend, dat se-
*dert eenigen tijd de Duitsclie over he id dui-
zenden inwoners van bet bezette gel tied van
Belgie tegen hun wit naar Duitschland iaat
wegvoeren
2. Is het juist, dat betreffende den lerug-
keer van Belgische vluclitelingen, waarvan
duizenaen thans gedeporteerd worden naar
Duitscliland, deslijds overleg is gepleegd tus-
sclieu de Nederlandsche regeei-ing en het
Duitsche opperbestuur, blijkens eene publi-
catie van den beer Zimmerman, burge
meester van Rotterdam, dato 17 October
1914?
3. Is bet juist, dat bij dit overleg de Duit
sclie regeering zich legenover de Nederland
sche regeering verbonden heeft o.a. de terug-
keerende viuchlelingen niet naar Duitschland
te vervoeren, zooals blijkt uit eene officieele
publicatie van onzen Nederlandscben consul-
generaal te Antwerpen, den beer J. A. van
den Bergh, dato 17 October 1914?
4. Welke slappen heeft de regeering ge-
Heer! zei hij baas tig tot Hans, wij
hebben geen tijd te verliezen; auxlers liaalt
ons de volgenide lebbed nog hi voor wij
bet gebergte bereikt hebben; wij moeten
onzen tocht voortzelten. Wij inoeten den
Engelschman op den kameel zetten!
Zij beurden den zieke weer op en leg-
den hem in een draagkorf. Daarna nam
Hans de rest van het water, dat hij nog be-
zat en bevochligde er een doek mee om
dien om Alvor's boofd te binden.
De kameelen behoefden nu niet tot spoed
aangezet te worden. Zoo smel mogelijk
ging het voorwaarts, de bergen legemoet.
Vol teedere bezorgdheid boog Hans zich
telkens o\rer lord Alvor been. Hij wist wel
hoe bet kwam, dat lord Alvor meer geleden
had van de zandsluivingen, die de orkaan
had voortgezwecpt, dan hijzelf. Hij wist,
dat de edelmoedige man met zijn kraChtige
gestalte zich op bet beslissend oogenblik be-
scliermend voor hem had geplaatst.
De zon was nu bijna geheel ondergegaan.
Eensklaps uitte de kervanbatschi een blijden
loreet-. Hij had achter den eersten heuvel
dien zij gep'asseerd waren. een bron ontdekt.
Meniscben en leren wierpen zich neer bij
de bron; als een waanzinnige bijna gedroeg
Perroquet zich. toen bij zijn ondraaglijken
dorst liad gelesclit.
Jakoeb, de kervanbatschi en Hans beurden
lord Alvor belioedzaam uit de maud en leg-
j daan of denkt zij e doen naar aanleiding
van deze zaak?
heeft de beer Loudon, Minister van Buiten-
landsche Zaken, liet volgende geantwoord:
Het antwoord Op de eerste drie vragen kan
in algemeenen zin bevestigenu luiden.
De juiste toedracht dm- zaak is als volgt:
Toen de Duitsche overlieid in bet bezette
deel van Belgie in October 1944 tot ae over-
tuigbig was gekomen dat het tot herstel van
het geregelde dagelij'cscb ieven in het bezette
gebied wenschelijk was, dat de bij vele lion-
derddnizendien naar bet Jiuilenland gevluchte
bevolking weder naar baai-liaardsleden terug-
keerde. werd door bet college van burge
meester en schepenen der stad Antwerpen 13
October 1914 een prodamatie verspreid, waa-
jn was opgenomen een verklaring van den
Bui Is ch en gouvenieur van Antwerpen, gene-
raal baron von ltuene, en den voorzittci-
der Inlerconnnunale Commissie van Antwer
pen, den heer Loui^ Franck, lioudende dat
er geen sprake van was dat Belgische jonge
mannen naar Duitsi-hlaiid zouden .worden
vervoerd of tot legerdienst zouden worden
gedwongen.
Te\ ens werd door de overheid de mede-
werking an den corisul-generaal derNeder-
landen te Antwerpen ingeroepen om van de
goede bedoclingen van liet Duitsche bestuur
aan d,e in Nederland vertoevende Belgische
vlucbtelingen te'doen blijken, ten eindehen
tot terugkeer naar bun vaderland te bewegen.
In overleg met genoemden gouverneur
baron von Huene en den beer Franck, werd
daarop door den consul-generaal eenbericht
opgesleld, gedateerd 17 October 1914, waar
van de lekst gelijklui lend was met den door
den heer Duys aangehaalden.
Den 20en October 1914 decide de oonsul-
gencraal aan haru'a von Huene officieel
mede. dat dit bericht met toestemming der
Nederlandsche regeering in Nederland ver
spreid werd. Door tusscbenkomst van liet
Ministerie van Binnenlandsche Zaken, het-
welk op zijn beun de bemiddeling inriep van
de commissarissen der Koningin en de bur-
gemeestejvs der versciiillende gemeenteu,
werd daarop hel bericht van den consul-gene
raal te Antwerpen ter kennis van de Belgi
sche vluchtelingen gebracht.
In antwoord op de' 'vierde vraag lean de
ondergeleekende mededieelen, dat hij naar
aanleiding van de bovenslaande feiten een
schriflelijk vertoog tot de Duitsche regee
ring heeft gericht, boudende dat de Neder
landsche regeering de wegvoering van de.be
volking van een bezet gebied naar het land
van de bezettende macht in strijd acht met
de bepalingen en den geest van het volken-
recht, zooals dit laalstelijk uitdrukking heeft
gevonden in de vierde Haagsche Con veil tie
van 1907, dat zij evenwel, getrouw aan de
sedert bet liegin van den oorlog door haar
gevolgde gedragslijn, zich van bijzondere
stappen te dezer zake ontbouden zou heb
ben, ware liet niet dat de bo\renomschreven
feiten een beslisle verantwooixlelijkbeid op de
Nederlandsche regeering gelegd badden,
tegeuover diegenen jondei- de tlians wcigge-
voerde Belgen die, aanvankelijk naar Nader-"
landsch gebied uitgeweken, later naar*Belgie
teruggekeerd waren, vertrouwende op de
waarborgen, o.a. van niet-wegvoering naar
Duitschland, welke bun door de boogste
Duilsche overbeio te Antwerpen, met mede-
werking tier Nederlanidsche regeering, uit-
drukkelijk waren gegeven.
Op dezen grond heeft de Nederlandsche
regeering ten slotte de verwachting uitge-
sproken, dat diegenen onder de naar
Duitschland weggevoerde Belgen, welke in
het voormeld geval mochten verkeeren, zou
den worden leruggezonden naar bun haard-
den hem neer op bet gras. Daarna ontkieed-
den 'en wascbten zij hem en bet duuixle niet
lang of bij kwam weer geheel bij. De lenten
werd en opgeslagen. Perroquet maakte een
kop bouillon voor zijn beer gereed, waanxa
(deze in pen w eldadige slaap viel. Hans amen
de, na overleg met den kervanbatschi, dat
bet 'tbeste zou zijn, den volgenden dag hier
le kampeeren om uit te rusten; inmiddels
kon Jakoeb met Perroquet vooruitrijden naar
de Russisciie grensposten, teneinde alle ver-
eiscbte maatregelen te nenien dm de gren-
zen te kurmen ovei-trekken.
Het was volstrekt niet naar den zin van
lord Alvor, dat zij een dag zouden verlie
zen, maar Hans wkst liem er toe over te
halen.
Toen zij 's avonds te zamen voor hmi tent
zal en, begon lord Alvor opeens.:
Hans, g© hebt er recht op te vernemen
wat de reden was, dat ik Europa moest
ontvluchten, maar noem mjj voortaan Fran
cis, spreek mij niet meer "aan met my lord:
de gevaren, die wij te zamen doorleeft heb
ben hebben ons tot vrienden gemaakt en
onze - vr lends chap zal duren zoolang wij
leven nietwaar?
Hans reikte zijn vriend de hand, die deze
hartelijk drukte. Daarna begon hij zijn vcr-
haal.
Arthur Welsiey en ik waren neven.
Wij waren even oud en groeiden te zametn
sled en.
Wolff seint dd. 4 Dec. uit Berlijn:
In de Nederlandsche pers en parlemen-
taire lcringen is beweerd, dat het overbren-
gen van Belgische arbeiders naar Duitsch
land in legenspraak staat met de officieele
Duitsche toezeggingen, dat de Duitsche auto-
riteitcn werkzame jongelieden niet gevaiigen
nenien en naar Duitschland zouden brengen.
De „Nordd. Alig. Zei twig" ontkent, dat
liier een legenispraak zou bestaan. De toen-
maiige belofte gold slechts de bezorgdheid,
dat uit Nederland terugkeerende Belgen, in-
dien lichanielijk geschikt, in het Duitsche
leger konden-worden ingelijfd of bij licha-
melijke ongeschiktheid naar Duitschland zou
den worden overgebracht.
Deze belofte is volkomen gebouden: thans
worden slecliis mannen, die sinds twee jaar
werkloos zijn en op en Dare onderste lining
genieteb, om sociale redenen naar Duitsch
land gebracht. Ten gevolge van de Engelsche
blokkade krijgt de Belgische industrie haar
onontbeerlijke grondstoffen niet, met het ge-
volg, dat honderdduizenden werkloos wer-
'den, ondersteiming noodig badden, leeg-
loopers wei ucn, degenereerden en gedeelte-
bjk hmi arbeictsgeschiktbeid verloren. Ver-
standige Belgen zelf wezen op dit ook de
Belgische industrie in de loekomst bedteigon-
de gevaar. Alleen wie zonder voldoenden
grond .arbeid naar gelang van zijn bekwaam-
heden weigert en ondersteund moet worden,
wordt naar Duitschland gebracht. Elke her
paling van hel volkenrecht wordt uitdruk-
"kelijk erkend. Het vervoer van Belgische ar
beiders. heeft op de meest zachte en ver-
scboonende wijze plaats, hetgeen in talrijke
brieven, ook van Belgische zijde, wordt er
kend.
Aardappelen.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel heeft bepaald:
I. sub A der beschikking d.d. 30 Septem
ber 1916, alsmede de beschiklungen van 21
October 1916, en van 28 October 1916, vor
den ingetrokken;
II. de aflevering en het vervoer van klei-
aardappelen zijn verboden;
III. het sub II bepaalde is niet van toe-
passing;
a. op de ailevermg of het veiwoer van
kleiaardappelen binnen de grenzen der ge
meente, waarin zij zich bij de afkondiging
dezer beschikking bevinden;
b. op de aflevering of bet vervoer van
parlijen kleiaardappelen, gedekt door een
vervoerbewijs, afgegeven door de Rijlvs-com-
missie van Toezicht op de Aardappelver-
eeniging. (St.ct.)
De verwerping der Suecessiewei.
In de gisteren gehouden vergadering der
Staten v:an Zuid-Holland vroeg de beer Spiek-
man het woord tot het maken van eenige
opmerkingen over de bouding door de Eerste
Kamer aangenomen bij de behandeling der
Successiewet. De voorzitter verklaarde, met
een beroep iop de Provinciate wet, liem daar
toe bet woord niet te kunnen verleenen.
De beer (Spiekman achtte die weigermg on-
bitlijk aangezien het bier gold een Kamer
door de Staten verkozen, zoodat er z. i. aan
leiding bestaat voor de Slaten-vergadering
in bet algemeen belang over de lioudirig dier
Kamer eeni«e opmerkinsen te maken.
op in mijn ouderlijk huis. Hij. Arthur, had
zijn ouiders vToeg verloren; voigens het tes
tament van zijn vader, zou mijn vader voogd
over liem zijn, totdat hij meerderjarig was,
en inmiddels zijn buitengewoon groot ver-
mogen belieeren.
Zoolang wij kinderen waren, hidden
wij veel van elkaar, maar later was. onze
levensop vatting zoo verschillend, dat wij geen
sympatliie meer voor elkaar gevoelden.
Ik ben nooit een vijand van een aange-
liaam leven geweest, maar de wijze, waarop
mijn neef zijn leven doorbracht stuitte mij
tegen de borst. Hij werdeen speler en
een verkwister en liij maakte zich driftig,
als Ik beproefde hem tot andere gedachten
te brengen. Onze wegen liepen toen gdheel
uiteen en er verliepen jaren, eer wij elkaar
weerzagen. Ik hoordo. van anderen, dat bij
zijn losbandig leven voortzette en dat hij,
om aan geld le komen, zijn pachters uit-
zoog. Toen "ilv nu ongeveer een jaar ge
leden te Londen was; ontmoette ik hem in
de club Ik schrok van zijn voorkomen.
Hij was hel type van een geblaseerden Ievens-
moeden man geworden. Hij scheen ethter
tocli verneugd te zijn mij te zien en zocbt
dikwiiis mijn gezelschap. Ik meende bieruit
le mogen opmaken, dat liij genoeg bad van
zijn oude vrienden eii met mijn hulp een
ander leven wilde beginnen.
Ik verheugde mij hierover van harte en
nam dan ook zijn uitnoodiging' aan om
met hem op de jacht te gaan op zijn fraai
Tandgoad Abhon-Abbey in Schotland Als
kinderen badden wij daar genolvoile dagen
doorgebracht. Ik verheugde mij wea-kelijk
in bet vooruitzichl, het oude slot met zijn
schoone omgeving weer le zullen zien..
De eerste 4agen werd de harmonie door
nie's verstoord, daarna echtcr gebeurde
ei" lets, dat in de toekomsl voor ons bea-
den onaangename gevolgen zou hebben.
Op zekeren morgen s ton Jen wij juist ge
reed om op de jacht te gaan, toen een van
de oude pachters van Arthur -*■ ik kende
den grijzen Forster reeds sedert mijn kin
der) aren met den hoed in de band op
Arthur afkwam.
Met verwondering merkte ik op, dat Ar
thur's gelaat betrok. De grijsaard begon
lie vend
Heb medelijden, mjdord. Laat mij de
weinige dagen, die mij nog resten, op mijn
gebocrleplekje wonen; laat mij sterven on
der bet dak, waar reeds mijn 'vader en groot-
vader sberven.
Ik begreep met, waarom die man dat
vroeg, maar zijn verzoek deed mij pijn-
lijk aan.
(Wordt vervoigd.)