ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6459.
Donderdag 23 November 1916.
56e Taargang.
II1TBILIJK HIS APT.
ABONNEMENT
ADVERTENTIfiN:
Ter visie-ligging opgaven
Candidaten.
van
Prijsopgaaf
Telefoon S3.
DitBiad verscfeijnt Maandag-, Woeasdag- en YrijdagaYond, nltgezonderd op Feestdagen, by de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Nenzen.
STEMMING
voor den Gemeenteraad
5000 K.G. macadam of z.g. ballast
naar Othene.
8000 K.G. idem naar Poonhaven.
6000 K.G. idem naar Reuzenhoek.
4000 K.G. idem naar de Yal.
10000 K.G. idem naar Zaamslag Veer
tramhalte.
25000 K.G. idem naar Dorp tramhalte.
a. Administrateur op eene jaarwedde van (300,-
b. Klerk op eene jaarwedde Yan f 100.-
F E tr I L i 01.
c. bode-werkman op eene jaarwedde Yan f150.-
d. Controieur op eene jaarwedde Yan flOO.
B 9 N N N L A N 0.
Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10.
®IJ vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10,
Bij direete opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
Vrijdag den I December a. s.,
DE BARKER P.
GEELHOEDT L. J.
WIELAND A.
NEUZE
COURANT
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN,
maakt bekend
dat de bij hem ingeleverde opgaven van Candidaten
voor de op heden gehouden verkiezing, ter vervulling
van een plaats in den Gemeenteraad evenals. het
door hem opgemaakte proces-verbaal van sinking
der candidatenlijst, ter Gemeente-Secretarie voor een
ieder ter inzage liggen;
dat afschriften dier stukken aangeplakt en tegen
betaling der kosten verkrijgbaar zijn.
Ter Neuzen, den 29 November 1916.
De Burgemeester van Ter Neuzen,
A. VJSSER, L. B.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN,
brengt ter openbare kennis, dat op
van des inorgens acht tot des namiddags vijf urea
de stemming zal gesehieden ter vervulling van een
plaats in den Gemeenteraadwegens overlijden van
den beer A. II. Donze.
De candidaten, in alphabetische volgorde zijn:
Tevens wordt de aandaeht gevestigd op artikel
128 van het Wetboek van Strafrecht, luidende
„Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende
aan eene krachtens wettelijk voorschrift nitgeschreven
- verkiezing deelneemt wordt gestrafTmet gevangenis-
straf van ten hoogste EEN JAAR."
Ter Neuzen, den 20 November 1916.
De Burgemeester van Ter Neuzen,
A. VISSER, L. B.
wordt gevraagd voor de levering op plaats
van bestemming en uitspreiding volgens
aanwijzing van
Prijsopgaven worden ingewacht ten Ge-
meentehuize van Zaamslag, voor of op
8 December a. ft., voormiddags 10 ure.
Zaamslag, 17 November 1916.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Zaamslag.
JOH. DE FEIJTER, Burgemeester.
J. STOLE Lzn., Seeretaris.
i Burgemeester en Wethouders
der gemeente ZAAMSLAG,
roepen op sollicitanten naar de te vervullen
betrekkingen van
101)
Fluistenend werk fen zij liun plan nu ver-
der uit. Toen snelde Hans naar de groote
_zaal om den wakkeren Jakoeb te lialen.
Ook hij word in het vertrouwen genomen;
hij nam het op zich, de gewapende mannen
op de ho ogle te brengen.
Men had geen tijd te verliezen; men moest
terstond handelen, zoodra het naclit gcwor-
den wajs, indien ten minste alles gelukken
zou.
En het zou gelukken!
Een uur later het was nu gelieel donker
en het toeval wilde, dat de maan achter
wolken verhorgen was verlieten de man
nen, ioner slechts met een dolk gewapend
en voorzien van een paar stevige einden,
touw, het dal. Twee aan twee zouden zij
zich op de Afghanen werpen, hen knevelen,
en als het niet anders ging, hen doorsteken,
indien zij ten minste door hun geschreeuw
hun makkers op de vluchtelingen opnierk-
zaam mochlen maken. Men was nu wel ver-
pliclit in de eerste plaats aan ziehzelf te
denken
Door het ruischen van het snelstrooinen-
de water hoorden de schildwachten hun
vijand niet naderen. Oriverwachts wierpen
de mannen zich op dc roovers, die -niets
lcwaads verinoedden. Slechts een hunner
verdedigde zich. Jakoeb sneed hem den hats
bij bet Levensmiddelenbedrijf. v
De door den administrateur te stellen
zekerheid bedraagt 2000.
Schriftelpke aanmelding voor of op
1 December as.
Zaamslag, den 21sten November 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DE FEIJTER Pz Burgemeester
J. STOLE Lz., Seeretaris.
fl0Bf7V3eaesan
Yergadering van 21 November.
De oprceping der laiiKlslormjaarklasse 1809
voor de mUiJieliehling 1917.
Aan de orde is, volgens het verslag van de
H. Crt., oe interpellatie-Marchant jegens aen
Minister van Oorlog betreffende de oproe
ping der landstormklasse 1909 voor de mili-
tielichting 1917.
Rede van klen heer Marchant.
De beer Marchant herinnert aan de bezwa-
ren, ingehrachl tegen de wet van September;
'16 pin met de oproeping van landistorm-
plichtigen voort te gaan ter vervanging van
oudere mililielichtingen. Die bezwaren wa-
nen o.a., dat het geheele- leger uit landstor-
mers zou gaan bestaan, dat de oudere land-
stormers dezelfdc opleiding zouden oritvan-
gen jals tie jonge miliciens, dat de oii'dere
lands termers geen zakenverlof konden krij
gen, voordat zij 81/2 maanid in dienst zijn
geweest. Deze bezwaren waren zoo over-
wegend, dat men tegen zou hebben geslemd,
als de Regeering niet het grof geschut had
laten werken en Minister Gort van der Linden
de Kabinetskwestie niet had gesteld. Later
echter is bij spreker twijfel opgekomen, of
de Minister, wiens afwezighaid liter op dit
oogienhlik wordt hetreurd, met liet steljen
der portefeuillekwestie niet veeleer het oog
had ,op de imotie-Ter Laan betreffenidie gedeel-
telijke demohilisatie dan op een tegenstem-
men van het wetsontwerp. Is dit juist, dan
zou spreker niet hebhen geaarzeld, destijds
tegen te stem men.
Spreker vraagt thans: Is de Minister be-
reid, de oproeping der militie- en landstorin-
iichting '17 te doen voorafgaan aan die der
landstormjaarklasse '09?
Het anlwoord van den Minister.
De Minister van Oorlog, de lieer Bosboom,
merkt op, dat bij wet de landstonn is aan-
gewezen der aflossing van militie. De nieuwo
militie wordt ook wel ter aflossing aan-
gewezen, maar telkens op de tijdstippen,
waarop zij beschikbaar komt, in verb and
met een doelmatige regeling. Met de op
roeping van den landstorm worldt geregeld
voortgegaan, in zoover als de inlijving der
militie niet bepaald moel voorgaan.
Wijziging in de volgoixie van oproeping
dit zegt de Minister ook in verband met
schriftelijke vragen, ingediend door de heeren
K. Ler Laan en Duymaer van Twist acht
de Minister niet volstrekt onmogelijk, maar
wel zijn hieraan vei-schillende bezwaren ver-
bonden.
Wat nicer speciaal belreft de vraag van
den heer ter Laan, of de oproeping van
landsterm niet na Nieuwjaar kan plaats
hebben, verklaart de Minister, dat die be-
af; de anderen wenden gekneveld, waarna
men liun een prop in den moiul stopte, zoo-
dat zij zich niet konden bewegen en geen
geluid konden geven. Dat was het werk van
slechts eenige seconden geweest. Nu ging
men aan het werk.
Een uur later had Jakoeb Ide hidden in het
hoi gebracht; men zag de wachtvuren der
Afglianen in de verte branden, maar de
roovevs vertoonden zich niet, zij verlrouw-
den op de waakzaamheid van hun schildv
wachten.'
Toen alien weer in het hoi waren aan-
gekomen, ging lord Alvor met een van de
mannen op wacht staan aan den ingang.
Hans nam op zich om met de anderen
het vaartuig te vervaardigen.
De huiden werden eerst zorgvuldig dicht-
genaaid op de plaatsen waar zij gescheurd
waren; het kostte ontzaglijk veel moeite de
groote zakken, waarop de huiden nu veel ge-
leken, luchtdicht t.e maken, docli Hans her-
mnerde zich nog nauwkeurig uit Moltke's
levensbeschrijving, hoe hij te werk nioest
gaan. Eindelijk moesten de huiden worden
opgeblazen, men loste elkaar daarbij af; dit
kostte den meesten tijd, want telkens ver
toonden er zich opnieuw openingen, waar-
door de lucht kon ontsnappen. Toch kwam
men klaar en kon men de ballons eindelijk
op het ldeine meer leggen. Met behulp van
de tentstangen en het zeildoek, die men had
meegenomen, werden de vier ballons- nu,
twee inan twee naalst elkaar alle |aan elkander
gebonden en helegd met een isoofl van Vloer,
waarop men kon zitten. Twee stangen wer-
velen tot oproeping van een gedeelte der
jaarklasse '09 vooi Nieuwjaar (16—20 De
cember) zijn uitgegaan.
De heer Duymaer van Twist vroeg, of
de landstormjaarklasse '17 niet tegelijk met
de militielichting kan worden opgeroepen.
Dit is, verklaart de Minister, niet mogelijk,
omdat deze jaaz-klasse eerst 1 December
wordt ingeschreven en alsdan gekeurd.
De heer Duymaer: Dan maar vroeger
keuren!
Minister Bosboom, Dat is nieL volgens de
wet!
De heer Duymaer: Dan moet de wet wor
den veranderd!
Minister Bosboom: Tegen een spoedige
aproeping na Nieuwjaar van. een deel der
landstormjaarklasse '17 bestaat bij den Mi
nister geen bezwaar. Tot de oproeping van
het overige deel der jaarklasse '17 is die
Minister vooralsnog niet beroid. Het eerste
deel der landstormjaarklasse '17 is bestemd
tot de aflossing" der bereden korpsen.
De heer Marchant is door het antwoord
van den Minister geonszins bevnedigd. De
oproeping van landstorm wordt voortgezet,
voor zoover niet militie absoluut "noodzake-
lijk moet voorgahn. De bezwaren, door de
Kamer tegen de laatsle landstorm wets wijzi
ging kenbaar gemaakt, schijnen hij de Re
geering niet te wegen.
Waarom kan men niet terugkomen op-
wat is geschied?' Omdat de bevelen van
oproeping, zegt de Minister, reeds zijn uit
gegaan. Zoo goed als een bevel is uitge
gaan, kan het ook worden veranderd. Dat
is geen argument. De-Kamer moet nu maar1
eens duideiijk zeggen. wat ze wil.
De Minister zeide, in (Mel jl., dat hij
hoopte, dat over eenige -maandien de pers-
pectieven zoucien veranderen. Ze zijn al-
leen in zoover verhelderd, dat wij nu in
elk geval eenige maanden dichter bij den
vrede zullen zijn dan toen. De Minister
uitte de hoop in Mei jl., omdat hij' na den
vrede geen onnutte barakken wenschte. En
nu, dichter bij den vrede, dpet de Minister,
wat veel erger is en laat hij oudere land-
stormers onnoodig uit het maatschappelijk,
leven rukken. De Minister wil geen vere
vroegde oproeping der militielichting 17,
omdat hij ze dan na den vrede spoedigmoet
loslaten. Dit laatste echter behoeft niet!,
volgens spreker. Als die jongens na den
vrede onder de wapenen moeten blijven om
de zaak gaande te houdien, kan de Kamer
goedvinden, dat hun diensttijd wordt ver-
Iengd.
In elk geval vraagt spreker van de Re
geering, dat zij besluite, de geheele lich-
ting '17, mililie en landstorm, te doen voor
gaan, aan de landstormjaarklasse "'09.
Een motie-Mareliant.
Spreker dient een motie in, waarin de
Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat tot
de oproeping der landstormjaarklasse 1909
eerst behoort te worden overgegaan na de
oproeping der militie- en landstormlichling
1917;
Rede van klen heer Eland.
De heer Eland legt d§n nadruk op het
groo te bezwaar, dat, zooals de toes land nu
is, jongeren door ouderen worden vervan-
gen. Alles hangt echter af van deze vraag:
is het de bedoeling van de Regeering, d,at
het leger »og steeds zal wonden versterkt
en is voor deze versterking de oproeping
van andere landslormers noodzakelijk? Hier-
op vraagt spreker antwoord.
den afzonderlijk gehouden, om er het vlot
mee te kunnen voortstuwen.
Monsieur Richard Perroquet, die hoofd-
schuddend naar liet werk van de andere
mannen had staan kijken want hij be-
greep er niets van moest nu met de ka-
meeldrijvers de hagage-op het vlot brengen.
Gok ae gele lmndkoffer van lord Alvor werd
niet vergeten. Toen beproefde Hans met
eenige mannen of het vlot hen kon dragen
en deze proef viel tot algemeene tevreden-
heid uit.
Nauwelijks waren zij zoover met liunar-
beid gevorderd of men lioordle opeens een
donderend gekraak, dat Hans en zijn helpers
met een doodelijken schrik vervulde. Eerst
dacht de jongem-an met anders dan dat de
gewelven instortten, weldra echter begreep
hij, dat het geluid slechts ontslona door
het loss en van geweerschoten, die in de
gangen hondeidvouaig werden weerkaatst.
Lord Alvor en Jakoeb werden dus reedis aan-
gevrallen. Hans greep terstond naar zijn ge-
weer, nam twee der mannen mee en snelde
zoo vlug als hij kon naar den ingang.
Het was inoerdaad zooals hij had ver-
moed. 1
De Afghanen hadden een halfuur geleden
hun schildwachten willen aflossen. Toen
zij dezen gekneveld op den grond vonden
liggen, waren zij in een woedend gehuil uit-
gebarsten en hadden versterking gehaald.
De geknevelden werden bevrijd en vertelden
hun makkers lietgeen hun wodervaren was.
Het duurde niet lang of dezen hadden met
nehulp van fakkels de bloedsporen gevon-
Rede v an den heer Duymaer van Twist.
De heer Duymaer van Twist betreurt het
dat de Minister niet in een officieel commu
nique zijn standpunt inzake de landstorm
oproeping heefl uiteengezet. Dan was veel
onnoodige actie en agitatie bespaard. Ook
had de Minister eerder op die schriftelijke
vragen nioetcn antwoorden. De Minister zei
de, dat hij de landstormjaarklasse 1917 niet
eerder kon oproepen volgens de bepalingen
der wet. Dan had de wet moeten woixfcn
veranderd. In de bereden korpsen zijn man
nen gemobilisecrd; die nu reeds 4 jaar en
2 maanden dienen.
Spreker kan het beleid van het depar-
tement van Oorlog niet bewonderen. De
Minister hlijkt geen besef te hebhen van
den econoinischen druk, voor de verminde
ring waarvan schier niets wordt gedaan.
Waarom worden menschen uit 'tnoorden
des lands geplaatsl in 't zuiden en omge-
keerd? De landstormers worden opgeroepen
tusschen 16 en 20 December, zijn met Kerst-
mis en Nieuwjaar uit hun gezin, alleen ten
pteizierr van den Minister van Qprlog.
Spreker's hezvvaar tegen 'smGereri Mar-
chant's redeneei'ing is, dat na rjen vrede de
militielichting 1917 een aantal maandenjan-
ger onder de wapenen zou moeten blijven.
Hij vreest, dat de Kamer hiertoe, als't zoo
ver was, niet zou besluiten, omdat de ge
wone oefentijd dan was verstreken. Die ver-
antwoordelijkheid wil spreker niet dragen.
Regeling van werkzaamheden.
De Kamer keurt een voorslel van den
heer Yisser van IJzendoorn met 36 tegen 28
stemmen goed, om verschillende wetsont-
werpen, o.a. de Indische begrooting, de vol-
gende week Woensdagmorgen 11 uur in de
afdeelingen te onderzoeken en dat ondevzock,
als het ?s avonds (niet is afgejoopen, drn voort
te zetten, evenzoo de volgende dagen, als
'tnoodig is. Hiermede vervalt een voorstel
van den voorzitter om het afdeelingsonder-
zoek de volgende week des avonds te houden.
De inlerpellalie-Marchanl.
Bij de voortzetting van de behandeling
der interpellatie-Marchant bepleit de lieer
R. ter Laan oproeping van militie en land
storm 1917 voor landstorm 1909, omdat de
jongens van 1917 veel jonger zijn dan dc
mannen van 1909 en omdat de landstorm
1917 veel meer aflossing kan bewerkstelligen
dari de jaarklasse 1909, wijl ze veel taMjker
is dan deze. Bovendien doet zich de vraag
voor, of ook de militielichting 1917 niet
voor aflossing kan worden gebruikl. De
Landstormwet schrijft fuel wel niet voor.
maar verbiedt het ook niet en men zou op
deze wijze een begin met demoliilisatie kun
nen maken.
De heer Arts merkt op, dat van de uit-
werking van het koninklijk woord, dat maat-
regelen ter verlichting in overweging zijn,
nog niets 'valt te bespeuren. Elke .poging
tot gedeelteljjke mobilisatie zal spreker ga;y-
ne steunen.
Minister Bosboom verklaart, dat in Augus
tus 1914 er 16 lic.htingen landweer en militie
onder de wapenen waren, waarvan er ten-
gevolge der wet van 31 Juli 1915 thans
11 lichtingen zijn afgelost. Niemana zal
den Minister kunnen verwijten, dat zij niet
hebben geweten. waar 'tnaar toe ging. Men
wist hoe de wel zou werken.
Als de omstandigheden zich niet in s lands
nadeel wijzigen de Minister moet dit voor-
behoud maken en de huidige omstandig
heden zijn. er vooral naar, om dit voorbe-
den die hun den weg wezen tot aan den in
gang van liet hoi. Toen lord Alvor benverk-
te, dat hun schuilplaats ontdekt was, had
hij zich niet lang bedacht, maar terstond op
de bende geschoten. De roovers hadden
zich daardoor echter niet laten afsciirik-
ken en ofschoon het water in de rivier zich
kleurde met hun bloed, drongen zij met
doodsverachting vooruit. Lord Alvor en Ja
koeb konden zich niet meer staande houdeu
bij den ingang en moesten zich, onophoule-
lijk vurend, terugtrekken tot in (de ieerste zaal
waar zij een voorloopige schuilplaats von
den achter het Boeddhaboekl.
Hier vond Hans hen. Een oogenhlik wer
den de Afghanen teruggedreven door het
versterkte geweervuur.
Haastig berichtle Hans zijn vnend, dat
het viol gcreed ,wa®.
Vooruit dan! Nog eens op de bruine
kerels gevuuixl en dan zoo spoedig moge
lijk naar het vlot! beval lord Alvor.
Vuur!
Een oogenhlik werd de grot helder ver-
li-cht door de geweerschoten een dondp-
rend gekraak vervulde de gewelven.
Nu Voorwaarts!
Zoo vlug lnm voeten lien konden dra
gen snelden de mannen naaiHiet meer. Zij
koniden er wel op rekenen, dat de roovers
lien niet terstond zouden volgen, want liet
was natuurlijk moeilijk den' weg in liet
donker te vinden.
"Zij befeikten dan ook-ongehinderd de laat
ste grot, waar de Xantaarns brahdden. Sncl
namen alien op het vlot plaats, het zonk
J houd te maken zullen voor Augustus
1917 alle mannen vertrokken zijn, die in,
Augustus 1914 onder de wapenen waren,
maar daarvoor heeft de Minister noodig den
landstorm 1909, 1908 en 1917 en de geheele
militielichting 1917. Over den Landstorm 1907
en 1906 zal de .Minister voorloopig niet be-
schikken.
Men benoeft niel te dehken, dat er af-
:stel komt van de landstormoproeping, op
weiker uitstel de motie aandringt.
Er zijn meer menschen met onbepaald
verlof vertrokken dan gekomen.
Als de Minister de militie 1917 laat voor
gaan, kan het uitstel van den landstorm
1909 toch niet verder gaan dan eenige maaiv
den.
Als er gedemobiliseerd wordt, is het on-
vermijdelijk noodzakelijk, dat men nogeem-
gen tijd daarna beschikt over voldoendiq
troepen. De demohilisatie zal bij11a even
moeilijk zijn als de mobilisatie. Moeten er
bij- demohilisatie geen troepen aan de grenzen
zijn? Zai onis lano geen neiging krijgen,
leeg te loopen aan levensmiddelcn en dp
smokkelhandel die nu reeds hoogtij viert,
dan nog niet veel grooter afmetingen aaiv
nemen
Later komen aan de beurt van afloisi-
sing, bij voortduring der mobilisatie, de troe
pen, die na Augustus '14 onder de wapenen
zijn gekomen, dat zijn de militielichtingen
'15 en de eerste landstormkiassen. Tot dat
doel zal de militielichLing '18 sterk vervroegd!
worden opgeroepen.
Het zou teveel verwarring geven, als men
nu tegenorder nopens de oproeping van
't eerste deel van den landstorm' '09 ging
geven De burgemeasters zijn reeds aange-
schreven en volbrengen de hun opgelegde
taak. Het is niel doenlijk, dat deel van den
landvstorm '09. dat in December opkomt,
te-vervangen door militie '17.
Wat de Minister niet zou willen voor den
landstorm '09, zou hij wel willen toezeggen
voor den landstorm '08. Hieraan zou hij
dan oproeping van militie '17 laten voor
afgaan.
De heer Marchant voegt aan zijn motie
toe: ^behoudens dat deel van dten landstorm
dat bestemd is voor de aflossing der bereden
wapens".
De Jieer fde JVfeester verklaart, me;le namens
de meesten zijner politieke vrienden, dat men
voor de motie-Marchant zal stemmen, om
dat de minister daartegen geen argumenten,
aan het legerbelang ontleend, heeft aange-
voerd.
De heer Scheurer vraagt waarom wat niet
kan voor de jaarklasse '09, wel mogelijk
is voor '08.
Minister Bosboom, antw-oordt hierop: om
dat hij voor 't eerste deel van '09 geen ver
vanging heeft en er als hij 't tweede deel
van '09 later laat opkomen, te veel lijds-
verschil komt tusschen de beide deelen. De
Minister ontraadt aanneming der motie, al
zal hij er geen verdere gevolgen aaft verbin-
den. De Kamer huldigt hij aanneming een
opvalting van wet en wetsuitvoering, die
volgens den Minister niet juist is. Ook make
zij zicli wel bewust, dat met zeer groote
waarschijn'ijkheid de mililielichting '17 laager
dan gedurende den gewonen oefentijd onder
de wapenen moet blijven.
"De heer Nolens vraagt den Minister, of
de oproeping van landstorm '09 voor militie
en landstorm '17 in het belaeg dec dtefensie is.
Die 1110 iic weer veranderfcL
De heer Marchant schrapt den slaarl, dien
lot aan de oppervlakte van liet water, maar
niet verocr. - Lord Alvor en Hans namen de
stangen ter hand en zetten af.
Toen de Afghanen een half uur later
met behulp van fakkels het meer gevonden
hadden, stonden zij elkaar verbluft aan te
staren.
Zij begrepen niet hoe de vluchtelingen
liieruil hadden kunnen ontsnappen.
De booze gecsten hebben hen rneege-
voerd! zei eindelijk de roerverhoofdfman. Al
lah is niel met onst Komt laten wij ver-
trekken, opciat de booze gecsten niet nog
meer onheil over ons brengen.
Hans, die de laatste uren onder den in-
gespannen arbeid en daama gedurende den
korten slrijd volkomen kalm was gebleven,
huiverde nu toch, toen het vreemde vlot zoo
snel werd meegesleept door het stroomende
water.
W^arheen leidde deze weg? Voerde hij
hen die vrijheid tegemoet of het verderf?
De mannen hadden zich op liet vlot neer-
gelegd. Slechts onze held en lord Alvor
stonden gebukt aan weerskanten van liet
vaartmg^om door middel van de stangen
een aanraking van het vlot met den muur
te voorkomen. Aanvankelijk was Met ge-
welf tamelijk hoog, de stroom tamelijk breed,
zoodat liet lot snel vooruitschoot en lord
Vhor het zelfs staande kon besturen. Maar
langzamerfiand werd het lager en liet kanaal
smaller. Zij begonnen nu te vreezen. dat liet
viol verderop te breed zou blijfcen.
(Wordt vervolgd.)