Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Ylaanderen.
No. 6442.
Zaterdag 14 October 1916.
56e Jaargang.
ZIBBSLIJE GE5MPT.
De Oorlog.
Regeerings-eieren
Melkvoorziening.
BliSNENLAND,
FEUILLETOtJ.
T
TWSSDB JBTj AJD.
De P R IJ S der
is deze week 9 cent per stuk.
De Burgemeester van TerNeuzen.
Aangehouden aardappelen.
Men meldt uil de Groningsche veenkolo-
nien aan de „Maa-sbod-e"
Tot hed-enzijn door de rijksconlroleurs
voor de conlroie op vermaling van geelvlee-
zi.ge aardappelen 13 schepen aardappelen
^angehou-den, omdat deze geschikt wertjl-en
g-eacht voor con-sumtie en dus niet vermalen
niochten worden. Hierbij waren ladingen
van de mooiste blanke Eigcnheimers. Vela
1 ladingen bevatten onderin consumtie-aard
appelen, terwijl bovenop witvleezige lagen.-
De controle over de fabrieken is thans uit
gebreid; er zijn overal dag en nacht con-
troleuns. aamvezig.
De Blommersdijk.
Men seint uit Berlijn aan.de N.R.Crt.
Van bevoegde marine-zijde ben ik ge-
machtigd te verklaren, dat de duikboot-
kapitein „nooit de bewuste mededeeling-
(dat alle schepen, die een Engelsche ha
ven moesten aandoen, in den grond ge-
boord zouden worden) of een dergelijke
mededeeling aan den kapitein van de
Blommersdijk gedaan kan hebben."
Deze tegenspraak gaat in dezen vorm
letterlijk genomen verder, dan bedoeld
kan zijn, en verantwoord worden kan
„Nooit de bewuste mededeeling kan
hebben gedaan". De mededeeling
(een gisteren door de directie van de
HollandAmerika-lijn van haar kan
toor te New-York ontvangen telegram
heeft het opniguw bevestigd) is ge
daan. „He said all ships sailing via
England would be sunk" aldus luidt
het in het telegram.
De „bevoegde marine-zijde" zal dus
met haar tegenspraak aan onzen cor
respondent bedoeld hebben, dat de kapi
tein van de U-boot met zijne mededee
ling aan den kapitein van de Blommers
dijk zijne instructies heeft
o v e r t r e d e n,de mededeeling dus
niet overeenkorastig zijne
instructie „kan hebben gedaan".
Dit is trouwens ook het eenige, wat
men op het oogenblik te Berlijn met
zekerheid kan weten.
Intusschen, het dementi van de „be-
voegde marine-zijde" heeft, al kan het
in den vorm, waarin het gegeven is, niet
letterlijk worden opgenomen, groote
waarde, omdat er uit afgeleid worden
mag, dat ook Berlijn de torpedeering
van een schip, uitsluitend op grond, dat
het een Engelsche haven moet aandoen,
niet rechtmatig acht, en daartoe dan
ook geen instructies heeft gegeven.
Vaar nu moet u nog eens vertellen,
wat de oorzaak is; dat uw r-eiskameraad
op bet denkbeeld is gekomen, dat juist ik
de in broker moet zijn. dien hij zoekt? Ik
voor mij geloof bijna, dat de man door een
soort van vervolgingswaanzin is aange-
grepen. waarvan ik het ongelukkig-e slacht-
offer ben gcworden.
En nu begoin Hans te vertellen. Hij ver-
telde alles en verzweeg ook niet de geringste
bij zond-erheid. Slechts eens, toen hij ge
komen was aan het oogenblik, waarin hij
uit Alvor's eigpn mond meend-e gelioord te
hebben, dat aeze werkelijk schuldig1 -was,
aafzelde hij onwillekeurig -om verder te gaan.
Alvor echter viel hem voor het eerst in
de rede en zei:
Vender, vertel maar verder, ik behoef
mij over die woorden werkelijk niet te
schamen!
Hans keek hem aan en bemerkte, uat de
opgeruim-de uitdrukking geheel uit zijn ge-
laat verdwenen was en voor een ernslige,
ja zelfis treurige had plaats gemaakt. De
Engelschman viel op een divan neer en lui-
stend-e verder zorider een woord te spreken,
totdat Hans aan het slot van zijn verhaal
was gekomen.
En toen duurde liet nog geruimen tijd eer
hij opkeek; hij was d-oodsbleek.
Ik moet erkennen, beste Hans, zei hij
eindelijk op zachten, treurigen toon, nu ik
De Londensche correspondent seint
van 11 dezer:
De bemanning yan de Blommersdijk
is gisterenavond te New-York aangeko-
men en in het Zeemanshuis onderge-
bracht. Zij keert met de eerste scheeps-
gelegenheid naar Nederland terug.
Willem van Doorn, de hoofd-admi-
nistrateur van de HollandAmerika-
lijn, zeide in een gesprek, dat ik van-
ochtend met hem had, het volgende:
„De geheele zaak is even eenvoudig
als het optreden van den Duitschen
duikboot-commandant onbegrijpelijk is
Hier hebben wij een Nederlandsch schip
dat een lading heeft van graan, dat door
de Nederlandsche regeering gekocht en
betaald is en aan haar behoort en da';
de Duitschers op willekeurige wijze en
naar zij zeggen, volgens hun lastgevin-
gen in den grond hebben geboord.
De verklaringen van getuigen, die vol-
komen duidelijk zijn, behoeven geen ver-
dere toelichting,
De duikboot loste's avonds om 5 uur
een waarschuwingsschot op de Blom
mersdijk. Enkele oogenblikken later
ging de le-officier Joh. Klaassen in een
kleine'boot van boord en roeide naar
de duikboot toe. Hij liet alle papieren
van het schip aan den commandant van
de duikboot zien, die alleen maar zeide:
„Wij zullen u in den grond boren. Wij
geven u 25 minuten om de bemanning
in de booten te brengen." Klaassen leg-
de er tegenover den Duitschen comman
dant nadruk op, dat de Blommersdijk
een onzijdig schip was, dat van een Ame-
rikaansche haven naar een Nederland
sche haven bestemd was, met een la
ding, die het eigendom was van en ge
consigneerd was aan de Nederl. re
geering. „Mijn instructies zijn", ant-
woordde de Duitsche commandant, „om
uw schip in den grond te boren". Er
viel niet meer te praten.
Klaassen keerde naar de Blommers
dijk terug en ko'rt daarna werd de be
manning aan boord van den Amerikaan-
schen torpedojager Benham opgenomen.
De Duitschers plaatsten twee bommen in
het voorruim van de Blommersdijk,
maar konden het schip niet tot zinken
brengen. Om 8 uur torpedeerden zij het
blijkbaar, want men hoorde een luide
ontploffing en enkele minuten later
zonk het schip."
Onrust in Kediri.
Dbcorrespondent van het Han-dbl. te
Soerabaya seint:
Hier loop-en geruchten van onlusteu in
Ngadi Loewi, Toelo-eng Ago-eng en B-o-djo
Negoro, speciaal in eerstg-emelde plaats, waar
de Sarekal Islam zeer sterk is.
Een honderd man, onder drie aanvo-er-
oers, trokken de dorp-en af, en riepen een
heilige uit. De politie wist, door, er vlug
op af te trekken, op,stand te voorkomen.
De drie aanvoerders zijn gearresteard.
Sinds eenige dagen werd en in de b-innen-
litnden vele European-en gemol-esteerd, -maar
dii -schijnen gevajlen te zijn van persoo-n-
iijke haat van inlanders.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
Twee belangrijke openbare besprekin-
gen van den toestand werden Woensdag
gehouden, schrijft het Alg. Hbl.
twee besprekingen, in het Britsche La-
gerhuis en in den Duitschen Rijksdag,
h-et verband van -de dingen onderling bete-r
begrijp, dat mr. Berger vol-sb-ekt niet zoo
-onl-ogisch heeft geiiandel-d ,als ik (aanvankelijk
vermo-edde; lnj had mij echter beler mo-eten
k-ennen, nadat lnj wek-enlang als mijri gast
op „De Vliegende L-eeuwerik" had vertoefd.
Maar het is hem, den man van de politie,
z-eker tot een tweede natnnr gewo-rden om
overal en in iedereen -slechts een kwade
t-e zien Ge mo-et weten Hans, dat ik dien
nacht. toen de inbfaak he-eft plaats geha-d,
werkelijk in uw gebo-oirtestad vertoefde; ik
logeerde iu het Hotel Continentaal, maar
op mijn woord van eer! ik herinner mij
niet tta.t ik, LoCn ik het hotel verliet ieman-d
op istraal heh aahgespro-ken, ook u niet,
Hans! Er mo-el dus -een persb-onsverwikseling
li-ebben plaats geha-d van mij met -den m-
breker, dlie n en mr. Berger op een verkeerd
-spoor heeft geleid. Wei was ik gelijktijdig
met u in Chicago, maar ik logeerde met in
het Palmerhouse, dto-cli in li-et hotel Riche
lieu. En nu spijt h-et mij geducht, Hans
dat ik u zelfis-nu nog geen opheldering kan
g-ev-en omtrent alles wat u duister is. Zelfs
nu kan ik u de reden nog niet meed-eelen,
die mij heeft genoo-dzaakt een valschen naam
aan te n-emen, en die mij dwong mijn va-der-
lan-d te verlaten. Reed-s weken lan-g ver-
wacht ik h-et bericht, dat mij volkomen vrij-
heid van beweging zal sch-enken. Dit blijft
echter nog altij-d uit, ik zal mij er in mo-eten
-scliikken. Ik kan niet andjers -do-en dan u
dringen-a verzo-eken: g-elp-of en vertrouw mij!'
Ik sm-e-ek u liierom, niet all-een te-r wille van
dagen en w-ek-en, die wij le zamen liebben
do-orgebrachl, niet alleen ter willLe van/ de
herinnering aan de gevaren, die wij gem-aen-
schappelijk beleef-d hebb-en, -doch ik ver-
zoek u er om ler .wille van de innige li-efde,
die ik ko-esler voor -de zuster van uwzwager.
die, naast elkander gelegd, een denk
beeld geven van den zonderling verwar-
den toestand, waarin Europa verkeert.
In beide landen wenscht men den vrede,
als hoogste uiting van toekomstig wel-
zijn, maar men verwaeht dien vrede
slechts, als gevolg van de vernietiging
van den vijand. In het Lagerhuis zeide
Asquith„De last dien de oorlog oils en
onzen bondgenooten oplegt, de moeilijk-
heden die ook dengenen veroorzaakt
worden, die niet rechtstreeks bij den
strijd betrokken zijn, de verstoring van
den handel, de verWoesting van grond-
gebied, het verlies an niet te vervangen
menschenlevens, de lange sombere op
eenvolging van wreedheid en lijden
soms verhelderd door onsterfelijke
daden van heldenmoed en ridderlijkheid
mogen niet eindigen met een opgelapt
onzeker, onteerend compromis, dat ten
onrechte den naam van vrede zou dra-
gen."
En in den Rijksdag zeide Bassermann
„Het Duitsche volk is overtuigd, dat En-
geland onze voornaamste vijand is. Wij
hebben met genoegen de verklaring van
den, Rijkskanselier vernomen, dat ter be-
korting van den oorlog elk deugdelijk
middel moet worden aangewend. Dit
moet ©ok tegen Engeland geschieden.
Want vrede is slechts te verwachten van
een overwonnen vijand."
Zoo wordt' Europa dus geplaatst tus-
schen de keus van een „Pax Brittanica"
of een „Pax Germanica". Tertium non
datur.
Geen compromis, en ook geen vrede
voor de volkomen overwirming, wijl
thans een vrede, zooals Lloyd George dat
noemde, „gelijk zou staan met een over-
winning van Duitschland en een ramp
voor Engeland".
De vraag waar Europa moet blijven,
bestaat voor al deze heeren niet. In den
strijd om de wereldheerschappij kent
men geen kleine belangen meer. Slechts
het eigenbelang geldt, en de leus is„een
van ons beiden moet ondergaan, maar
ik zal overwinnen."
In beide huizen werd die overwinning
dan ook als een zel erheid verkondigd.
In Duitschland is me i overtuigd de over-
winning behaald tehebben en het
woord van Lloyd George is wel geschikt
om die overtuiging- in Duitschland te
versterken. In Engeland is men over
tuigd de overwinning te zullen behalen,
met behulp van de bondgenooten en den
tijd.
En inmiddels ziet men Europa daarbij
ten onder gaan. Asquith heeft den to'e-
stand juist geschetst, maar van een En-
gelsch standpunthij wees op de versto
ring van den handel, de verwoesting van
grondgebied, het verlies van menschen
levens, het lijden en de wreedheid
Maar de troost, dien hij de wereld gaf
was slechts deze: dat dit alles zal moe-
ten voortduren, totdat of Duitschland of
Engeland overwonnen zullen zijn.
En de twee jaren, die deze oorlog nu
reeds duurt, hebben wel doen zien, dat
het eene even moeilijk wezen zal als het
andem, dat daarvan de vernietiging van
Europa het gevolg wezen zal, de terug-
keer tot een toestand van praehistori-
sche barbaarschheid.
Maar wat doet dat er toe„Vivent les
principes, perisse le monde!"
En inmiddels wordt de strijd op de
fronten voortgezet. Met groote hevig-
En zoo va-st en zeker als ik gelo-of en
vertrouw dat deze liefd-e tot een go-ed eind)
lot mijn eigpn geluk en dat van h-et lieva
mensj-e zal lei-den, zoo zeker gelo-of en ver
trouw ik, dat gij, mijn beste ,Hans, nu niet
langer aan mij zult twiffel-en.
Hans was opgesprongan, ien de wijze waar-
op liij Alvor's hand drukte, zei m-e-er dan
wo-onden.
Zoo is het goed, mijn beste Hans! - Ik
iga nu terslorul naar de tent van d-en ra-o
om hem le v-erzo-eken, mr. Berger uit de ge-
Vangenis te verloss-en. Die voirst is veei te
vrijzirinig om mijn verzoek af te slaan.
Hij liiel-d Hans- hand en nog altij-d vast en
keek hem 'opmerkzaam in het van opge-
won-denhei-d gloeierud g-elaat.
hen-sklap-s viel het Hans .in het oog, dat
d-e lord niet meer de frissche, gezonde ge-
laatskleur had van vroeger, toen hij nog
aan boord van „D-e Vliegende L-eeuwerik!"
was. 'Hij zag er slecht uit, zijn gelaat ha-a
-een gele kl-eur en zijn groote, li-chtblauwe
o-ogen lagen -diep in hun kassen. Zijn stem
echter bezat nog |den ou-d-en hartelijk-en klank,
to-en hij vervolgde, terwijl hij met zijn linker-
hand over Hans' krulienkop streek:
Mijn beste Hans, al g-eef ik ook ter-
-stond g-ehoor aan uw verzoek, zoo moet de
vervulling daarvan toch afhangen van een
of li-ever twee voorwaard-en, waarvan de
tweede eig-enlijk het gevolg van de eerste is.
Ik m-erkte reeds op, dat de han-delwijze van
uw reismakker voor mij en ook vo-o-r den
vonst zeer pijnlijk en onaangenaam is. In-dien
ge -nu zeker will zijn van ide invrijheidstel-
ling van mr. Berger, zull ge er voor mo-eten
in-slaan, -dal deze het land terstond. verlaat;
ge kunt er verzekerd -van zijn, dat de rao
dit als voorwaard-e zal stellen en zelfs mijn
voorspraak zal daaraan niets kuhnen veran-
heid wordt de slag- aan de Somme ge-
voerd, dag in dag uit ten koste van mil-
lioeneh schats en van duizenden men
schenlevens, doch zonder dat de groote
doorbraak, sinds drie maanden ge-
wenscht en verwaeht, kan tot stand ko-
men. Dagelijks brokkelt het Duitsche
front af, dagelijks worden loopgraven
genomen, maar na meer dan honderd
dagen is de tegenstand nog niet gebro-
ken, is er van een terugslag der Duit
schers nog geen sprake.
Aan het oostelijke front is de of fen-
sieve beweging der Russen, waarvan
zooveel verwaeht werd, geleidelijk tot
staan gekomen. Sedert weken worden
ten westen van Loezk pogingen gedaan
om door te breken door de Russen, doch
zonder resultaat, en als er gevochten
wordt is het steeds op dezelfde plaats,
tusschen Kiselin en Swinjoechi, aan de
Stochod, en bij Brzezany, zonder dat de
plannen konden worden uitgevoerd, die
reeds maanden geleden werden aange-
kondigdKowel, het spoorwegknoop-
punt, Wladimir Walinski, Halitsj of
Lemberg te bezetten.
In Zevenburgen, waar een zeer be-
weeglijke strijd wordt gevoerd, wordt
de terugtocht der Roemeniers voortge
zet; hier en daar bieden de Roemeen-
sche troepen krachtigen tegenstand,
maar dit belet niet, dat hun plan, om
zich in Zevenburgen vast te zetten, mis-
lukt is, en dat zij met groote snelheid
de bergpassen pogen te bereiken, waar
in zij zich wellicht met succes zullen kun-
hen verdedigen tegen de vijandelijke po
gingen, om in Roemenie binnen te drin-
gen,
De strijd in de Dobroedsja bepaalt
zich thans tot wederzijdsche beschieting
en gevechten tusschen verkenningsaf-
deelingen.
En in Maeedonie, waar de Serviers in
het westen, de Engelschen in het oosten
eenigen vooruitgang kunnen boeken, is
nog nergens, ondanks de sterkte van
Sarrail's leger, dat nu weder met Rus-
sische troepen werd aangevuld, de Bul-
gaarsche troepenmacht van het Mace-
donische gebied verdreven.
Wil er aan den strijd een eihde komen,
dan dient toch de Entente op eenig punt
een zoo krachtige actie te ondernemen,
dat daardoor een zichtbaar gevolg, een
belangrijk resultaat kan worden verkre-
gen. i
ULTIMATUM DER ENTENTE AAN
DE GRIEKSCHE REGEERING.
De Fransche vlootcommandant heeft
Woensdag een ultimatum overhandigd
aan de Grieksche regeering, waarin
voor de veiligheid van de Entente-vloot
de overgave wordt geeischt van de ge
heele Grieksche vloot, met uitzondering
van de Averof, de Lemnos en de Kilkisj,
tegen 1 uur Dinsdagmiddag. Eveneens
wordt afstand geeischt van den spoor-
weg van Piraeus naar Larissa.
De minister van marine heeft ver-
klaard, dat de eischen zullen worden in-
gewilligd en dat de vloot, nog voor de
gestelde termijn verloopen is, zou wor
den uitgeleverd.
Met Griekenland is het nu dus uit,
schrijft de N. R. Crt. De vloot uitge
leverd en ontwapend. De kustforten
ontmanteld of overgegeven, de belang-
rijkste spoorweg afgestaan aan vreem-
delingen ten behoeve van vreemd krijgs-
bedrijf. Het leger gedemobiliseerd op
der-en. Nu zou ik u -echter niet gaame voor
den tweeden k-eer zoo spo-edig van mij zien
gaan, -doe mij nu het genoegen en ga niet
verder met dien man m-ed-e, maar blijf bij
mij, vie weet, hoe spoedig wij elkaar nader
zullen sLaan en wij nog eenigszins familie
van elkaar worden.
D-e stem van den Engelschman klonk op-
gevonden. To-en hij zw-eeg, drukte hij Hans
nog -eens stevig -de hand, en toen de jong-e-
man hem in de oogen keek, was daarin een
smeeken-de uitdrukking le lez-en.
Het kostle Hans een grool-en strijd, maar
hij schudde toch ontkennend het hoof-d'.
Dat kan ik niet doen. mylord! Ik heh
ter vervulling van een eenmaal aanvaarden
plicht, B-erger bijna om dengeheel en aard-
bol erg-'ezeld. Hij heeft er mij m-eermalen in
nioeilijKe oogenblikken het bewijs Van ge
geven, dat hij mn ti-ouw-e vriend was het
zou schandelijk on-dankbaar van mij zijn
als ik h-em nu in -den steek liet.
Lord Alvor antwoordde niet terstond. Hij
sloeg zijn oogen niet op en h-et scheen Hans
toe, -dat zijn slanke gestalte een oogenblik
heefde, aisof hij ten pr-ooi was aan een
koortsachtige aan-doening. Hij beheerschte
zich echter met gcweld.
Zou het niet gaan, Hans, zoudt ge niet
bij mij kunnen blijven.
N-een, mylord, h-oe gaame ik het ook
zou widen, ik kan het niet. En ik geloof
loch -ook dat u minder goed over mij zoudt
den ken als ik uw wensch v-ervulde;
De Engelschman liet Hans' hand los, schud
de het hoofd en liep d-e tent eenige malen
op en neer.
Miss-chien hebt ge g-elijk, -zei hij einde
lijk. Mijn wensch is egoistisch. Ik hoop dat
ge-later zult ondervinden dat ik niet egoistisch
van naluur ben, maar al-dus sprali uit ge-
buitenlandsche lastgeving en voor een
deel in oproer tegen de regeering. Te-
legraaf en telefoon in handen van bui-
tenlanders. Griekenland heeft als onaf-
hankelijke staat feitelijk opgehouden te
bestaan. Het is door zijn groote vrien-
den, de „garante" mogendheden, dood-
beschermd.
Op wel zeer cynische wijze hebben
dezen, die zelfs voor groote mogendhe
den, die in oorlog zijn (en dat zegt wat!)
op een in de wereldgeschiedenis onge-
evenaarde wijze den mond vol hebben
van schoonklinkende phrases over de be-
scherming der zwakken dat zou nota
bene het hoofddoel zijn, waarom zij oor
log voerden op wel zeer cynische wijze
hebben deze groote mogendheden, die
zich tegenover Griekenland altijd uit-
drukkelijk „de beschermende of garante
mogendheden" hebben genoemd, ten be
hoeve van hun eigen belang van de
zwakte hunner beschermeling gebruik
of misbruik gemaakt.
Griekenland heeft in den laatsten tijd
een nieuw waarschuwend voorbeeld ge
geven van hetgeen er met een staat, die
door binnenlandsche verdeeldheid wordt
verscheurd, van belanghebbende groote
mogendheden, ook al geven zij voor, te
strijden voor de kleine naties, ook al noe-
men zij zich nog zoo luid „beschermend"
of „garant", te wachten stdat.
Voor Griekenland stonden bij het uit-
breken yan den wereldoorlog twee wegen
open: meegaan met de Entente of vol-
strekte neutraliteit.
Een sterke partij was voor oorlog aan
de zijde van de, Entente. De geschiede-
nis van Griekenland, zoowel die van
vroeger, als die van den jongsten tijd
(de tweede Balkan-oorlog tegen Bulga-
rije, die eindigde met het ook voor Grie
kenland zoo voordeelige tractaat van
Boekarest het daaruit voortvloeiende
verbond met Servie) wezen het dien
weg, zoo zeiden de aanhangers van de
oorlogspartij, aan het hoofd waarvan
Wenizelos stond. En als dat gedaan
moest worden, dan hoe eerder hoe beter.
Want hoe vroeger Griekenland zou in-
grijpen, des te meer voprdeel zou de En
tente daarvan hebben, en des te grooter
loon zou Griekenland kunnen bedingen.
Maar een andere partij (die evenzeer
talrijke aanhangers had, naar de gebeur-
tenissen hebben uitgewezen), wilde ont-
houding en volstrekte neutraliteit, of,
zoo dat niet ging, voor de Entente wel-
willende neutraliteit, maar neutraliteit
dan toch. Deze partij nam het standpunt
in, dat het niet in het belang van een
kleinen staat is, zich aan de zijde van
groote vrienden in het gevecht tegen
diens groote vijanden te begeven, we-
gens het groote gevaar, daarbij geheel
onder den voet. te worden getreden (wat
dan ook met de meeste kleine staten,
die in dezen oorlog zijn betrokken, is ge-
schied). Daar kwam dan nog de over-
weging bij, dat Griekenland door twee
actereenvolgende oorlogen te uitgeput
was, om nog een derde te kunnen verdra-
gen. De Koning hoort blijkbaar tot de-
genen, die dit standpunt innamen.
Daar nu geen van beide partij en het
overwicht konden krijgen, heeft Grie
kenland noch den eenen weg, noch den
anderen bewandeld.
Na tijdens de Gallipoli-onderneming
der geallieerden langen tijd te hebben
geweifeld, liet Griekenland toe, dat de
Franschen en Engelschen te Saloniki
negenhei-d voor u. En dan vervolgde hij
aarzelcnd en dan, Hans, is mijn wensch
ook een gevolg van het bewustzijn, dat ik
ziek hen. reeds sedert geruimen tijd, en dat
h-et -d-enkbeeld mij onverdraaglijk is om ziek
te word-en in een vreemd land, zondei4 een
enk-el h eke mi gezicht om mij.
Ziek? u voelt zich ziek? Maar ik hoop
van harte dat gij u vergist. Hoe kan 'iemand
die zo,o flmk te paand zit al-s u, ziek zijii?
En tocli i-s het zoo, Hans, antwoordde
de lord zaclit. Ik strijd reeds een week I arm
tegen -een lievige koorts, -die op gereg-elde
lijden van den dag opkomt en zich niet door
kmine laat onderdrukken. Maar laten wij
er niet m-e-er over spreken, ook dat zal w-el
overgaan.
Die Engelschman zweeg een oogenblik, toen
voejgde hij er met zenuwachlige haast aan
toe:
Ik laat u "een oogenblik alleen, Han-s.
D-e rao zal nu wel gereed zijn met zijn
toiiet. ik zal naar hem to-egaan en hem uw
wensch overbrengen.
Hij knikte d-en jongeman hartelijk to-e en
verliet de tent.
Han-s beho-ef-Q-e niet lang op de terug-
komist van den lord te wachten.
Er was nauwelijks een kwartier verloopen
of I-ord Alvor kwam terug met een vet pa
pier in de hand.
Hier, mijn beste Hans, is het bevel tot
invrijheidstelling van uw reismakker, ik heb
ook reed-s d-en wag-en besteld, ik wil u niet
van het genoegen berooven, mr. Berger per-
s-oonlijk het go-ede nieuws over te brengen.
Hans was opgesprong-en en bedankte ford
hartelijk.
(Wordt vervolgd.)
TEB ttiimsniE
De Burgemeester van TED NEUZEN, noodigt <le
ingezeteeen, die melk leveren of geleverd hebben
aan de melkslijters en zij die rechtstreeks melk
leveren aan de verbruikers, uit, tot bijvvoning eener
vergadering, op Maandag 18 October 1010,
des namiddags 7 uur, in het gemeentehuis.
Ter Neuzen, den 12 October 1916.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.