ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUW8CH-VLAANDEREN.
No., 6436.
Zaterdag 30 September 1916.
S6e Jaargang.
Bekendmaking.
De Oorlog.
ABONNEMENT:
ADVERTENTlfiN:
Telefoon 2S.
Bit Blad yersclHjnt Maandag", Woeasdag- en Vrijdapvosid, nftgezentferd, sp Feestdagen, fell de Firma P. J. YAM BE SANDE te Ter Manzen.
BINNENLAW 0.
Per 3 maanden binnen de stad 1—Franco per post voor Nederland 1.10.
BI| vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij cSireete opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts twee ma al berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 UUr op den dag der uitgave.
De Burgemeester van ZAAMSLAG maakt
bekend, dat door een ieder die anders dan
voor eigen gebruik door hem ze!f of zijn
gezin varkens bezit, voor of op 4
Oct. a.s. ter Secretarie van des
morgens 9 12 ure, moet opgeven het
aantal van de op 30 September a.s.
bij hem in bezit zijnde varkensgespeci-
ficeerd als volgta. biggen beneden
6 wekenb. fokvarkensc. loop-
varkensd. mestvarkens beneden
en mestvarkens boven 50. K.G. ge-
taxeerd slachtgewicht.
Volgens artikel 10 der Distributiewet 1916
is het niet doen dezer opgave of het onjuist
opgeven strafbaar met mogelijkheid van
verbeurdverklaring der goederen.
Zaamslag, 26 September 1916.
De Burgemeester voornoemd,
JOH. DE FEIJTER.
Zomertijd-af
De Minister van Justitie en de Minis
ter van Binnenlandsche Zaken hebben
den Commissarissen der Koningin ver-
zocht het vo!gende ter kennis te bren-
gen van de ambtenaren van den Burger-
lijken Stand in hun provincies: Ten ge-
volge der bepalingen der wet van 27
April 1916 (St.bl. no. 172), waarbij de
zoogenaamde zomertijd werd ingevoerd,
zullen er onrpiddellijk voor het intreden
van den dag van 1 October a.s. twee ach-
tereenvolgende tijdruimten van een uur
zijn, die beide op dezelfde -gebruikelijke
wijze zullen worden aangeduid, nl. de
tijdsruimte tusschen 11 en 12 uur in den
avond van 30 September a.s. volgens den
tijd, bij genoemde wet ingevoerd, en de
tijdsruimte tusschen 11 en 12 uur van
dien avond volgens den middelbaren zo
mertijd van Amsterdam.
Ten einde nu verwarring te voorko-
men, geven wij den ambtenaren van den
Burgerlijken Stand in overweging bij de
vermelding van het uur in de door hen
op te maken akten de uitdrukking „zo-
mertijd" te bezigen, indien moet worden
aangeduid, dat de gebeurtenis heeft
plaats gegrepen in de eerstgenoemde
tijdsruimte.
Van Zomertijd naar normalen tijd.
Nu met 1 October a.s. de normale tijd
weder „in eere wordt hersteld", moeten
alle uurwerken een uur worden terug-
gezet. De Nederlandsche Bond van Hor-
logemakers geeft, in verband hiermede,
eenige praktische wenken, die voor den
lezer van nut kunnen zijn. Wij laten ze
hieronder volgen:
lo. Alle uurwerken die niet slaan, mo-
gen een uur worden teruggedraaid
2o. voor uurwerken met slagwerk en
datumaanwij zing is het eenvoudigste
deze aanstaanden Zondag een uur te
laten stilstaan, welk uur van stilstand
men kan controleeren op een te voren
een uur achteruitgezet horloge;
3o. uurwerken met slagwerk en geen
datumaanwijzing kan men elf uur voor-
uitzetten, waarbij in acht moet worden
genomen elk heel en half uur te laten
slaan
4o. voor klokken met electrische be-
weegkracht geldt eveneens het voor-
schrift van een uur stilstand door den
slinger van de hoofd- of moederklok vast
te houden en een uur later weer voor-
zichtig aan den gang te stooten.
De overgang van den zomer naar den
Amsterdamschen tijd zal op de Neder
landsche spoorwegen plaats hebben in
den nacht van Zaterdag 30 September
op Zondag 1 October, te 2 uur. Op dit
uur zullen alle uurwerken op de stations
een uur worden teruggezet. De tijdsaan-
wijzing 2 uur 'smachts komt dan twee-
maal voor en zal worden aangeduid door
2 uur Z. T. (zomertijd), en 2 uur A. T.
(Amsterd. tijd).
Verzending van postpakketten
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot wijziging en aanvulling
van de wet van den 21sten Juni 1881 tot
inrichtmg van een dienst ter verzending
met de post van pakketten, een gewicht
van 5 kilogram niet te boven gaande.
Voorgesteld wordt de bedragen van 15,
20 en 25 cts. te verhoogen tot achtereen-
volgens 20, 25 en 30 cts.
Voor pakketten met aangegeven waar-
de is een opklimmend recht verschuldigd
dat niet hooger wordt gesteld dan 21/2
cent voor elke honderd gulden of gedeel-
te van honderd gulden aangegeven waar-
de, met een minimum van 12(4 cent voor
elk pakket.
Voor invordering van gelden op pak
ketten is verschuldigd een recht van:
5 cent voor bedragen niet hooger dan
f 1, 7(4 cent voor bedragen tusschen
f 1 en f 25 en 5 cent voor bedragen van
f 25 en hooger.
VLISSINGEN.
De mailboot //Koningin Regentes", arri-
veerde Woensdagmiddag om kwart voor
vier met 52 passagiers.
Onder de passagiers bevonden zich een
Nederlander en een Belg, die den toegang
tot Engeland was geweigerd. Den Neder
lander, omdat hij kort geleden voor zaken
in Duitschland was geweest, den Belg,
omdat hij reeds vroeger in Engeland had
vertoefd.
D© Balavierlijn stop gezet.
De directie der Batavierjijn heeft den
dienst op Engeland tot nader order stop-
gezet.
Het ligt in de bedoeiing af te wachten
wat gebeuren zal met de ,/Batavier II",
alvorens men een boot zal laten uitvaren.
Dezen avond wordt de ,/Batavier VI" nog
verwacht. Daarna is de dienst tijdelijk
gestaakt.
Intusschen worden de //Batavier"-booten,
die aan de Boompjes gemeerd liggen al
vast [geladen om onmiddellijk te kunnen
vertrekken, wanneer de dienst heropend
wordt.
De „Prins Hendrik".
De bijzondere correspondent van het
„Hbl." te Vlissingen schrijft:
Gezien de groote beteekenis welke ge-
hecht werd aan de aanhouding en het
opbrengen door de Duitschers van een
boot der lijn, welke tot nu toe als de
eenige absoluut veilige gold, hebben wij
al het mogelijke willen doen om na te
gaan welke de beteekenis kan zijn van
die aanhouding. Dat doende komt men
meer en meer tot de overtuiging, dat er
eigenlijk geen bijzond%re reden was voor
de Duitschers om juist deze boot aan te
houden, tenzij dan misschien de omstan-
digheid, dat zich een aantal jonge Bel-
gen aan boord bevond, die uit Belgie
naar Holland hadden weten te ontsnap-
pen, en nu naar Engeland gingen om
zoo naar het front te komen. Het is
niet onwaarschijnlijk, dat de Duitschers
juist deze menschen weer in handen heb
ben willen krijgen, om te weten te ko
men, waar zij de Belgisch-Nederlandsche
grens waren overgegaan, en hoe zij dat
hadden aangelegd. Terwijl zij dan met-
een van de gelegenheid gebruik konden
makenom de ontsnapte Russische
krijgsgevangenen, die aan boord waren,
en enkele anderen, die zij maar liefst in
handen hadden, ook op te pikken.
In hoeverre hierbij van spionnage
sprake is, valt moeilijk precies uit te
maken. Het spreekt vanzelf, dat zoo
't den Duitschers te doen is geweest om
de Belgen of om wie of wat ook, zij heb
ben moeten weten, dat die Belgen of die
wie-of-wat-ook juist op die boot waren.
Maar dat sluit zeker nog niet in een meer
dan gewone spionnage, althans niet
spionnage ten kantore van de reederij.
Integendeel kan wel bijna bewezen wor
den, dat zoodanige spionnage niet
plaats heeft. Immers, de naam is ge-
noemd in tal van berichten, van iemand
die aan boord van de „Prins Hendrik"
zou zijn geweest, en om wien het den
Duitschers juist te doen zou zijn ge
weest. Daarmede werd in verband ge-
bracht de bewering, dat de Duitschers,
zoodra zij aan boord kwamen, hadden
gevraagd naar hut 7. Primo is dit laat-
ste, zooals wij reeds meldden, absoluut
onwaar. Hut 7 is heelemaal niet ge-
noemd, en de Duitschers hebben eerst
naar een speciale hut, 110. 60, ge
vraagd toen zij den tweeden keer aan
boord kwamen, toen zij dus hadden
kunnen spreken met 67 menschen, die
voortdurend aan booid waren geweest.
Maar bovendien, als inderdaad de Duit
schers gewaarchuwd werden door
iemand van het personeel van de „Zee-
land", dan zouden zij, indien zij inder
daad in handen wilden hebben den man,
van wien gezegd is, dat om hem de
„Prins .Hendrik" was aangehouden,
dan zouden zij niet de „Prins Hendrik"
hebben aangehouden, maar de boot,
waarmede die man inderdaad gereisd
heeft.
Wat nu betreft, dat juist de boot is
aangehouden waarmede de gevluchte
Belgen naar Engeland gingen, dat
dit inderdaad zoo is, heeft men ons op
het generaal-consulaat van Belgie alhier
verzekerd, het wijst ongetwijfeld op
spionnage. Maar een spionnage, die ten
slotte ten eenenmale niet bevreemden
kan. Iedereen hier in Vlissingen weet,
en't spreekt ook wel vanzelf, dat't hier
vol met spionnen zit. (En er is ook een
Duitsch consulaat, dat. natuurlijk over
de middelen beschikt om zich in den
kortst mogelijken tijd in verbinding te
stelleii met de Duitsche autoriteiten in
Duitschland en Belgie). Zelfs zijn er
Vlissingers, en heusch niet alleen Jan-
en-alle-man, die 't wel ronduit durven
zeggen, dat er onder de 2500 Belgen, die
hier nog steeds vertoeven, enkele zijn,
die zich niet ontzien, om voor de Duit
schers te spionneeren. Alleen, men heeft
niet de nooaige absolute bewijzen om
maatregelen tegen hep te nemen. Een
enkele maal wordt - Aens een Belg uit
het bezette gebied verbannen.
In verband met deze zeer krasse be-
schuldiging zijn wij eens gaan praten op
het Belgische generaal-consulaat alhier.
Den consul-generaal persoonlijk konden
wij op dat oogenblik niet te spreken krij
gen, wij hadden echter een onderhoud
met den kanselier, die, op onze vraag,
of hij inderdaad geloofde, dat er Belgen
zijn, die voor de Duitschers spionneeren,
antwoordde met de opmerking: „Och,
onder de Hollanders, onder alle volken,
is ook wel gespuis, waarom dan onder
de Belgen niet? Bovendien, vele Belgen
die hier zijp, voelen wel heel sterk den
invloed van twee jaar verbanning in ar-
moede en ellende. Zooiets demoraliseert
vooral de zwakken, en als de strijd ont-
staat tusschen het geweten en groote be-
looningen..."
Natuurlijk vroegen wij den kanselier
ook in hoeverre hij dacht, dat de spion
nage een rol had gespeeld in verband
met de aanhouding van de „Prins Hen
drik".
Nadrukkelijk verklaarde hjj. daarop,
dat hij in 't minst niet geloofde aan
spionnage door personeel van de „Zee-
land". Naar mijn meening is het de
schuld van de jongelui zelven. Die men
schen hadden uit Belgie naar Holland
weten te komen, en stonden nu Vrijdag-
avond klaar om aan boord te gaan van
de boot, welke hen naar Engeland zou
overzetten. Zij Waren natuurlijk dol in
hun schik en uitgelaten. Somfnigen wa
ren natuurlijk min of meer apres boire.
Zij scharrelden in de buurt van het sta
tion en vertelden aan iedereen die het
hooren wou, dat zij uit Belgie waren ont-
snapt, en nu „naar het front" gingen.
Het spreekt dus vanzelf, dat men ook
op het Duitsche consulaat er alles van
wist.
Wa's er, zoo vroegen wij nog,
naar uw meening een bijzondere reden
waarom u vermoeden kunt dat de Duit
schers juist op deze reis de „Prins Hen
drik" hebben aangehouden, behalve dan
-het feit, dat die Belgen aan boord
waren?
In het minst niet, meende de kan
selier. Ik kan niet nagaan waarom er nu
meer reden was tot aanhouding dan an-
ders, behalve dan die Belgen.
Toen bleef er weinig meer te vragen
over.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
De teerling is geworpen.
De Grieksche regeering heeft, in overleg
net den Koning besloten tot militaire
samenwerking met de Entente.
1' Dat wil zeggen, schrijft het Alg.
Hbl. indien het bericht wordt bevestigd,
dat Griekenland eindeiijk partij kiestdat
het de vijftiende staat zijn zal die in den
oorlog gaatdat het aan de voortdurende
aarzeling een einde maken zal en de wapens
zal opnemen, om de Bulgaren te verdrijven
van den Macedonischen bodem.
Het is wellicht het eenige middel, om
aan de verwarring die in Griekenland heerscbt
een einde te maken. Venizeios en zijn
partij hadden het reeds lang gewenscht.
Doch de Koning meende, wellicht gebonden
door zijn belofte, en in elk geval denkend
in het belang van Griekenland te handelen,
dat voor dit land de neutrale houding de
meest gewenschte wezen zou.
Dat was mogelijk zoolaDg geen oorlog-
voerende troepen op het Grieksche grond-
gebied waren. Doch de Grieksche neutra-
liteit was van den aanvang af een fictie.
Door de toestemming van Venizeios, als
eerste-minister der kroon, was Engeland in
staat gesteld op de Grieksche eilanden in
den Archipel een vlootbasis op te richten
door het verzoek van Venizeios geleid bracht
de Entente troepen in Saloniki aan wal.
Dat moest aanlelding geven tot een onzui-
veren toestand, die voor een krachtige, zich
naar alle zijden tegen onrecht verzettende
neutraliteit ongeschikt was.
Sedert is de verwarring met den dag toe-
genomen. In het noorden drongen Bulgaar-
sche legers het land binnen. Zij bezetten
Fiorina, Kastoria, het Servisch-Grieksche
bergland en in het oosten het gebied van
Serres, Drama en Kavaila.
Gedreven door het onhoudbaar wordende
neutraliteitsbegrip en meenende de eene
partp niet te mogen weigeren, wat aan de
andere was toegestaan, verzette de Griek
sche regeering zich niet tegen dien op-
marsch van de troepen der Micfden-Euro-
peesehe coalitie. Maar de verwarring steeg
erdoor. De oneenigheid nam toe. Een groot
deel van het volk schaarde zich aan de zijde
der nationalistische party, die tegen dezen
opmarsch der Bulgaren, tegen de inbezit-
neming van Grieksche steden en Grieksche
forten protesteerde.
De verwarring werd algemeen, toen in
Saloniki een deel der troepen zich niet linger
aan de bevelen uit Athene wilde onder-
werpen en zich openlijk aansloot bij de be-
weging, die deelneming aan den strijd
wenschtetoen een ander deel der troepen
zich overgaf aan de Bulgaren en zich naar
Duitschland liet brengen toen officieren en
soldaten uit verschillende piaatsen zich naar
Saloniki gingen begeven, om zich te voegen
bij de opstandelingentoen ook in de vloot
de heweging hand over hand toenam en
Grieksche oorlogsschepen zich aansloten bij
de geallieerden toen Venizeios eindeiijk het
sjcds lang verwachte woord sprak, en zich
gereed maakte om zieh aan het hoofd te
piaatsen van de nationalistische beweging,
en de gezanten der geallieerden weigerden
samen te werken met een regeering, die
naar hun meening niet de weerspiegeling
was van het Grieksche volk.
Hoewel Venizeios uitdrakkelyk verklaar
de, dat de beweging niet tegen den KoniDg
gericht was, kon het niet anders of de
Koning moest inzien, dat ten slotte ook
Venizeios de gevolgen niet meer zou kun
nen tegenhouden. Hij stond voor de keus,
en hij deed als Vondel in aGysbreght"
zegt
vZij kiezen 't best van' twee, die beter
niet en meugen".
Om Griekenland te bewaren voor een
burgeroorlog, om te voldoen aan den wensch
des volks, zich uitend in de woorden
//Trek het zwaard, 0 Koning, of treed af
dat zelfs in Athene werd aangeplakt aan
de muren, om vooral zijn troon en kroon
te redden, heeft Koning Constantijn nu zijn
aarzeliDg overwonnen, en zich bereid ver-
klaard, samen te werken met de Entepte,
niet alleen op politiek, maar ook op militair
gebied.
Wat men anders zeggen wil, dan dat
Griekenland als vijftiende staat in den
oorlog zal betrokken worden.
De blijdschap in Engeland en Frankrijk
over de behaalde successen in het gebied
benoorden de Somme is groot, maar wordt
niet overdreven. De //Times'- zegt en te-
recht//Wij verheugen ons in de overwin-
Di'ng, maar zien met voldoening, dat noch
de Franschen, noch wij zelf geneigd zijn
die te overdrijven want zij zien, als wij,
dat het einddoel nog'ver is en de behaalde
successen hebben slechts het besluit kunnen
bevestigen niet te verslappen, totdat het
doel is bereikt."
Gisteren was het betrekkelijk kalm aan
het front. De Duitschers dedeu wel hevige
aanvailen op de door de Franschen ver-
overde stellingen, maar zonder succes. De
Franschen slaagden erin hunne posities bij
Rancourt, het bosch St. Pierre Vaast en
ten z. van de Somme nog wat uit te bereiden.
De Engelschen gingen eveneens vooruit
bij Thiepval, waar zij een Duitsche sterkte
ten h.o. van het dorp namen, en bij Eau-
court-l'Abbaye. Daarbij werden opnieuw
gevangenen gemaakt, waardoor het aantal
der gevangenen in veertien dagen door de
Engelschen binnengebracht, tot tienduizend
is gestegen. Bovendien werd een aanzien-
lijke hoeveelheid oQrlogmaterieel buitge-
maakt.
De Duitsche legerberichten van gisteren,
die wel den vooruitgang der geallieerden
bp Thiepval, Eaucout, Courcelette en Gueu-
decourt aangeven maar nog niet de ver-
overing van Combles melden, dat bp
Lesboeufs, Morval en ten zuiden van Bou-
chavesnes Engelsche en Fransche aanvailen
werden afgeslagen.
Aan het oostelijk front rust de strijd
de berichten van beide partijen maken slechts
melding van enkele plaatselpke gevechten,
die zeer hevig werden genoemd. Aan de
Karpathen, het hoof'dpunt van het oostelijk
oorlogstooneel, in verband met de samen
werking van Russen en Roemenen voor een
inval in Hongfarije, geschiedt niets. Even-
min zijn er belangrijke berichten uit Zeven-
burgen of uit de Dobroedsja.
De Daily Chronicle" brengt dit alles in
veTband met Hindenburg's plan, om in het
Westen den strijd niet te krachtig te voeren,
en de frontlinie in te krimpen, en in het
Oosten alles te doen, ten einde in Rusland
en in den Balkan een overwinning te be-
halen. Daarvoor, zegt dit blad, heeft Hin-
denburg het Oostenrijksche front versterkt
met twintig divisies, gedeeltelijk van het
Westen gehaald, en door Turksche troepen.
Daardoor was hij in staat Broessilof's op
marsch tegen te houden.
In Macedonie is .ook weinig vooruitgang
merkbaar. De berichten over de geleverde
gevechten, die nbg steeds dezelfde plaats-
namen bevatten, Fiorina de Kaimabsjalan,
de Stroema, de Vardar en de Belasica-
Planina toonen, dat er van wijziging in het
front weinig sprake is, al melden die be
richten ook dagelijks, dat de tegenstander
verslagen en op de vlucbt gedreveD werd.
Wat baat dat, als hij morgen weer op
dezelfde plaats bevochten moet worden?
Daarvan toch geldt gewis het bekende
woord van den heer Van Vooren, uit Von-
del's //Gysbreght"
z/Waer niet gewonneD wort,-is't ydel dat.
men strijt."
Maar wellicht brengt daar nu de beslissing-
van Griekenland de verandering, die de
Entente noodig heeft.
GEMEENTERAAD TAN TER NEUZEN.
Vergadering van Dondcrdag 28 September,
des voormiddags 10 uur.
Yoorzilter <le heer J. Huizinga, burge
meester.
Aanwezig de leden: A. Visser, D. J. Dees,
J. J. de Jagcr, R. Scheele, A. C. Len-sen, .1.
de Bruijne, M. Eijke, E. H. T. van Borssum
Waalkes, D. Scheele, H. B. van Nes, R. E.
G. Nolison en L. T. van Hassell.
Afwezeg die heer A. H. Donze.
De voorzilter opent de vergadering en
deelt mede dat de neer Donze Ave gens ziekte
verhinderd is.
Hierna slcll hij aan de order
1. NotuJen.
Be notuien der vergadering van 18 Augus
tus en die van 31 Augustus 1.1. worden met
algemeene dstern men onveranderd vastgesteld.
2. Ingekomen smkken.
a. Een adres van R. E. G. Nolson, Avaar-
in deze te kennen geeft, dat hij van de ge-
m'eente Avensdit te koopen een perceel grond,
geiegen aan de overzijde der te maken straat,
in het verlengde van zijn bouAvterrem aan
de Scheldekade, ter breedte van 12,50 meter
en ter diepte van 25 meter, aan den prijs
van f 4 per vier kan ten meter.
Overeenkomstig het voorstel van den voor-
zitter wordt dit adres in handen van burge
meester en Avetho uders gesteld om bericht
en raad.
b. Een adres van R. E. G. Nolson, Avaar-
in deze te kennen geeft, dat hij van de ge-
meent-e Avenscht te koopen een perceel grond,
geiegen aan de overzijde der te maken straat,
in het verlengde van het bouAvterrcin van
Dr. H. B. van Nes aan de Scheldekade, ter
breedte van 12,50 meter en ter diepte van