No. 6433. i Zaterdag 23 September 1916. 56e Jaargang. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. 9s MjgsMrijven, het afgraven en moeren van grond. S1IS1LUS RESIT APT. De Oorlog. De PR,JS der Regeerings-eieren is dezeweek cent per 2 stuks. De Burgemeester van Ter Neuzen. Aanvraag verstrekkiog Regeeringsbrood. FETJIIL2T0H. BINMENLAMD. TWSEODB IBXxAJD. MINISTER1E YAN LANDBOUVV, NIJVERHEID EN HANDEL. EERSTE KAMER. Vergadering van Donderdag 21 Sept. De voorzitter deelt mee, dat tot voor- zitter van de commissie voor de ver- zoekschriften is benoemd de heer De Vos van Steenwijk. Aan de orde is vervolgens de beraad- slaging over het gewijzigde ontwerp- adres van antwoord op de Troonrede, luidende als volgt: Mevrouw 1. De Eerste Kamer der Staten-Gene- raal zag weder met levendige vreugde Uwe.Majesteit, vergezeld van Zijne Ko- ninklijke Hoogheid den Prins der Neder- landen, te midden der volksvertegen- woordiging. 2. Met Uwe Majesteit zijn wij dank baar, dat de vrede voor ons volk behou- den bleef. 3. Het was ons aangenaam van Uwe Majesteit de verzekering te mogen ont- vangen, dat de betrekkingen met alle mogendheden van vriendschappelijken aard zijn. 4. Met onverdeelde instemming en groote voldoening namen wij kennis van het vaste voornemen van Uwe Majesteit om ook in het vervolg de plichten na te komen die aan een neutrale natie dopr het volkenrecht zijn opgelegd. Waar Uwe Majesteit vast besloten is onze on- afhankelijkheid te verdedigen en naar vermogen onze rechten te handhaven, tegenover wien het ook zij, zijn wij er ten voile van overtuigd, dat het geheele Nederlandsche volk vastberaden achter Haar staat. 5. Voorde belangrijke mededeelingen aangaande den algemeenen toestand van ons land en de overzeesche gewesten, in het bijzonder wat betreft de militaire en economische aangelegenheden, betui- gen wij onze erkentelijkheid. 6. Het verheugde ons van Uwe Ma jesteit te mogen vernemen, dat op tal van plaatsen in Nederlandsch-Indie door ingezetenen van allerlei landaard is be- tuigd gehechtheid aan het Nederland sche gezag en bereidvaardigheid om daarvoor persoonlijke en geldelijke of fers te brengen. 7. Uwe Maj esteit kan rekenen op onze toewijding bij het vervullen van onze taak. 8. Wij stemmen van ganscher harte in met de bede, dat God ook ons volk in dezen zorgvollen tijd moge bijstaan. Bij de vierde alinea vraagt de heer Van Kol het woord. Spreker deelt mee bij het onderzoek niet er in geslaagd te zijn een opmerking in het begin in te lasschen. De toegevoegde formeele be- zwaren hebben op spreker geen indruk gemaakt, waar in den oorlog zooveel slachtofers zijn gevallen. Spreker wijst er op, dat thans een koninklijke daad op zijn plaats was geweest. Stappen tot 't bijeenroepen van een conferentie van neutralen, waarvoor Nederland in het bijzonder aangewezen is, had spreker verwacht. Spreker merkt vervolgens op, dat naar het einde van den oorlog millioenen snakken. Hij kan zich niet voorstellen dat wij met gekruiste armen dat alles aanzien en geen poging doen er een einde aan te maken. Spreker vestigt de aandacht op de stappen, welke men in het buitenland heeft gedaan, in Skandinavie en Zwit- serland, voor het bijeenroepen van een conferentie van neutralen. Het wordt tijd dat Nederland ook maatregelen treft, en niet achterwege blijft. Spreker hoopt dat de Nederlandsche regeering niet langer dralen zal om haar zedelijken plicht te vervullen en met an- dere mogendheden maatregelen zal tref- fen. De heer De Vos van Steenwijk deelt namens de commissie van redactie mee, dat deze gemeend heeft het adres al leen als een terugslag op de Troonrede te moeten beschouwen, en verdere op- merkingen achterwege te moeten laten blijven. De heer Staal stelt namens de com missie van redactie voor om art. 8: „Wij stemmen van ganscher harte in met de bede, dat God ons in dezen zorgvollen tijd moge bijstaan", te wijzigen in dien zin, dat gelezen wordt „ook ons volk". Nadat de heer Van Kol heeft ver- ldaard te hebben verwacht dat de re geering op zijn betoog zou antwoorden, wordt het adres als voorgesteld aange- nomen. Het geheele adres wordt goedgekeurd en zal, naar de voorzitter Inededeelt, op de gewone wijze aan H. M. de Koningin worden aangeboden. Bij de behandeling van't wetsontwerp betreffende de wijziging en verhooging van de begrooting van uitgaven van Ne derlandsch-Indie voor 1916 (diverse on- derwerpen) bepleit de heer Van Kol positieverbetering Van de ambtenaren B. B. Vervolgens maakt spreker een opmer king over de overname der Babat Djom- bang stoomtram, opkomend tegen de verdachtmaking dcor den minister te gen deze stoomtram-maatschappij inge- bracht en brengt haar hulde dat zij den moed had daartegen op te komen. Spreker kritiseert verder 't feit dat men over de oorzaak van den opstand in Djambi nog weinig heeft vemomen. Alleen leest men maar over 't zenden van mitrailleurs. Hij vraagt een onder zoek, hoeveel uit Djambi aan de Centrale Kas is afgedragen. Voorts veroordeelt spreker de hou- ding van den regent van Mangkoe Ne- goro bij de troonsbestijging van den nieuwen vorst. De reorganisatie in de Vorstenlanden gaat te langzaam en is reeds van 1908 hangende. Met meer kracht moet opgetreden worden tegen den willekeur ten opzichte van de in landers. Ten slotte stelt spreker eenige vragen over de te nemen regeeringsmaatregelen betreffende de reorganisatie in de Vor stenlanden. De heer Colijn bestrijdt de beschou- wingen van den heer Van Kol over de rpstitutie van gelden door de land- schapskas van de algemeene kas. De minister van Kolonien protesteert, naar aanleiding van de opmerking van den heer Van Kol over de Djombang Stoomtram-mij., ten ernstigste tegen de verdachtmakingen van den heer Van Kol, in deze kwestie geuit. De Vorstenlanden zijn de laatste hon- derd jaren enorm in bloei vooruitge- gaan, dank zij de Europeesche industrie, betoogt de minister. Hij geeft toe dat weinig rekening is gehouden met de be- Volking, maar dit was niet mogelijk. Ge- dwongen arbeid kon men nu niet mis- sen. Spreker neemt verder de geheele verantwoordelijkheid op zich. Binnen- kort kan een nieuwe regeling voor Solo worden tegemoet gezien. Vervolgens verdedigt spreker in zake de kwestie met den regent van Mangkoe Negoro, de houding van den resident. Wat Djambi betreft: spreker gelooft dat men het beste een afwachtende hou ding aan kan nemen. Het wetsontwerp wordt z. h. s. aan- genomen. Na de pauze komt aan de orde het wetsontwerp tot-naturalisatie van jonk- vrouwe Maria Johanna Cecilia Theresia Hubertina vart Nispen tot Sevenaer, we- duwe van Gisbert Ludwig Maria mar- kies von Villers, graaf van Grignon- court. De heer De Vos van Steenwijk be strijdt het on twerp. Er bestaat bij hem bezwaar tegen't vastleggen in 'n staats- stuk van vreemde titels als markies en graaf. De naturalisatie behoort te ge- schieden met weglating der titels, te- meer waar de bewijsstukken ontbreken. Ten slotte verzoekt spreker den mi nister geen stemming uit te lokken, doch de beraadslagingen er over te schorsen, daar het ontwerp niet kan worden aan- genomen. De minister van Justitie zegt aan dit verzoek niet te kunnen voldoen, waayna hij uitvoerig't betoog van den heer De Vos bestrijdt. Na re- en duphek wordt het wetsont werp in stemming gebracht en aangeno- men met 16 tegen 11 stemmen. Tot leden der commissie voor de huis- houdelijke aangelegenheden werden her- kozen de heeren Reekers en Kraus. De vergadering wordt gesloten en ver- daagd tot Woensdagavond. TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag 21 Sept. Herkozen worden de heeren Tydeman en Loeff als leden der huishoudelijke commissie, en De Savornin Lohman, De Beaufort en Van Vlijmen als leden der commissie voor de stenografie. Als tijdstip voor het stellen van vra gen volgens art. 95 reglement van orde (korte vragen aan de ministers) wordt Vrijdagmiddag half 4 vastgesteld. Daarna gaat de Kamer over tot het trekken der afdeelingen. Regeling van werkzaamheden. De voorzitter deelt mede, dat de cen trale sec'tie voorstelt, niet voor 3 Octo ber de staatsbegrooting in de afdeelin gen te onderzoeken en daarna het afdee- lingsonderzoek te doen plaats hebben na eenige andere ontwerpen, o. a. dat be treffende het verband tusschen Ouder- domswet en -verzekeringswetten. De heer Rutgers vraagt, of de tech- nische herziening der Radenwet ook niet dadelijk kan worden behandeld, daar op de totstandkoming hiervan de invoering der Invaliditeitswet moet wachten. De heer Van Hamel wenscht nog geen naturalisatie-ontwerpen in de afdeelin gen te behandelen in verband met een te wachten voorstel om een vaste com- sie voor naturalisatie-ontwerpen in te stellen. D6 voorzitter merkt op, dat sommige naturalisation urgent zijn en de centrale sectie algemeen van oordeel was, dat het beter was, de Radenwetsherziening, die pas is voorgesteld, te laten wachten tot een volgend sectie-onderzoek, dat binnenkort zal plaats hebben. Voorts deelt de voorzitter mede, dat het zijn voornemen is, een voorstel te doen om na het sectie-onderzoek der begrooting de Grondwetsherziening in openbare be handeling te nemen. Het voorstel der centrale sectie wordt goedgekeurd en de vergadering ver- daagd tot Donderdagmorgen half 12 als wanneer het ontwerp nopens de instel- ling van een kolonialen raad en eenige kleinere ontwerpen zullen worden behan deld. Djambi. De „Tel." vemeemt uit Weltevreden: Majoor Van der Linden bereikte den 14den September Sarolangoen, dat ge heel in vlammen opging. Kapitein Bras- ser, naar Bangko opmarcheerend, vond Ladangan djang lidoeng verlaten. Van der Beeke, van de Westkust komende, bereikte Moarabonga. Verscheidene aan- voerders onderwierpen zich vrijwillig. De bevolking van Sarolangoen keert langzaam terug. Een detachement van 60 politie- soldaten geraakte, volgens de Tel. dd. 21 Sept., bij Moearatembesi slaags met den vjjand, die zware verliezen leed. Onzerzijds werd 1 man gedood, werden 2 zwaar en 8 licht gewond, terwijl een man verdronk. De verslagen opstandelingen deden een tweeden aanval op Moearatebo, dat slechts door 47 man verdedigd werd, doch de colonne-Snel schoot tijdig te hulp. Ook in den omtrek van BaDgko is weer hevig gevochten. Een Nederlander gearresteerd. Uit Hoek van Holland wordt aan de „Tel." gemeld, dat M. S. van daar, die zich te Las Palmas als passagier aan boord had begeven van het Nederland sche stoomschip Koningin der Nederlan- den, dat op weg was naar Nederland, ter hoogte van Ouessant, toen genoemd stoomschip door een Fransch oorlogs- schip werd aangehouden, wegens tot he- den onbekende redenen, door de Fran- sche militairen, die schip en passagiers onderzochten, als gevangene medegeno- men is. Door de betrokken familie is bij het departement van buitenlandsche zaken hiervan kennis gegeven. Aardbeving op Java. Het officieele rapport over de aard beving meldt, dat te Banjoemas 400 in- landsche huizen zijn ingestort en 500 be- schadigd, in Maos 70 ingestort en 200 beschadigd. Visch voor Engeland. Woensdag is in de rijksvischhallen te IJmuiden de officieele inkoop van Ver- sche visch voor Engeland begonnen. Er werden hooge prijzen besteed. Wij ontleenen de volgende telegram- men aan de „N. R. Crt.': WESTELIJK GEVECHTSTERREIN. PARIJS, 21 September. (Havas.) Of ficieel bericht van hedenmiddag: Ten noorden van de Somme hebben de Duitschers hun aanvalspogingen aan het front van de PriezhoeVe tot de hoeve bij het Abbebosch niet hervat. Het ongunstige weder heeft de krijgs- verrichtingen op beide Somme-oevers sterk belemmerd. In Argonne is een Duitsche aanval op de Fransche stellingen van Four-de- Paris, ondernomen na een mijn-ontplof- TER UimsillK (IIIItlVT, Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN vragen v66r> Maandag midday So Septem ber prijsopgaaf voor Inlichtingen te bekomen bij dec Gemeente- Bouwmeester. Ter Neuzen, den 19 September 1916. J. H1JIZ1NGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. De Burgemeeester van TER NEUZEN, maakt bekend dat van af Hflaaradag 25 tot en met Woensdag 27 Sep* temiber a. S., voor de ingezetenen, ongeacht welk inkomen zij genieten, de gelegenhteid is opengesteld zieh te doen inschrijven voor verbruik van ongebuild Tarwebrood. De prijs bedraagt 12 cent per E.G., en het verbruik is vastgesteld op 3 K.G. per man en per week. De inschrijving geschiedt aan het brood- bureau (Gemeentegebouw op Java.) Ter Neuzen, 22 September 1916. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Sfn*&^Pate> De Burgemeester der gemeente TER Ip® NEUZEN brengt ingevolge artikel 4, eerste lid, der Distributiewet 1016 ter openbare kennis de volgende Ministrieele beschikking De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel brengt ter algemeene kennis, dat ingevolge artikel 5 van de Distributiewet 1916 door een ieder, die anders dan voor gebruik door hem zelf of van zijn gezin varkens bezit, aan den Burgemeester van de gemeente, waar de varkens zich bevinden, heeft op te geven het/aantal van de op 30 September a. s. bij hem in bezit zijnde varkens, gespeciliceerd als volgt a. biggen beneden 6 weken b. fokvarkens (hieronder moeten alleen gerekend worden gedekte zeugen, zeugen met biggen deze laatste echter onder de biggen te tellen afgezoogde zeugen, voor zoover men er mede wenscht door te fokk.en, en fokberen). c. loopvarkens d. mestvarkens beneden 50 K.G. getaxeerd slachtgewicht e. mestvarkens boven 50 K.G. getaxeerd slacht gewicht. Onder verwijzing naar artikel 5 der Distributiewet 1916, wordt de bijzondere aandaclit er op gevestigd, dat ingevolge artikel 10 van genoemde wet het niet-doen van opgave of het onjuist opgeven straf- baar is met mogelijkheid van verbeurdver- klaring der goederen. 's Gravenhage, 19 September 1916. De Minister voornoemd, POSTHUMA. Bovenstaande opgaven kunnen plaats hebben op 30 September e. k. ter gemeente-secretarie van des voormiddags 9 tot des namiddags 2 ure. Ter Neuzen, den 22 September 1916. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. i 82) nw Daarmee iscbeen hij het onderhoud als geeindiga te beschouwen. 'Maar hij verg'is- te izicli, alis hij meende, dat die stijfhoof- dige commissaris liet nu reeds zou opgeven. Na eenige oogenblikken. gezwegen te ltebben, zei Berger kort: Ik ben u zeer dankbaar, maar ikvoel mij genoodzaakt u nog te vragen of het u ook bekend is, waarheen lord Alvor is ver- trokken. De commissaris van politie keek Berger verbaasd aan. Waarde heer, hoe is het mogelijk! Bent u dian nu hog niet van uwdwalingovertuigd? Ik getoof, waarde heer, antwoordde Berger nor sell, dat het beter is, dat ik die vraag in het geheel niet beantwoord, maar eenvoudig mijn verzoek herhaal. De Engelischman trok de schouders op en antwoordde korlaf: En ik, waarde heer, betreur het, ugaen nadere inlichtingen te kunnen geven. Daarmee was het gesprek afgeloopen en moest Berger, niet bijzonder'goed geluimd, zijn reismakker weer opzoeken, die voor bet bureau van politie had gewacht. Terwijl zij samen naar bet strand slen- terden, decide Berger Hans het gesprek, dat hij met bet hooDa der politie gehad had mede en gaf op zijn gewone beftige manier lucht aan zijn veronlwaardiging over ulie „domifte Britten". Miaar aat zeg ik u, mijn jongen, ik geef het niet op. Ik zet mijn vervolging voort, ter moge van komen wat .wit. En at wordt Uieze lord Alvor ookont- vangen door tiem Engelsclie prinsen, voor mij'is en blijft hij de. inbreker. En daarmee baista! Doe mij nu het genoegen en spreek Smij jniet tegen, ik kan vandaag zelfs van u geen tegemspraak dulden! Bierger wias in die laatste weken buiten- gewoon zenuwachtig "geworden. Zij hadden intusschen het strand bereikt, waar "net kamp van den prins van Connaught was opgeslagen. T)aar Bombay geen paleis voor den onderkoning bezit, resideert zijn vertegenwoordiger in ©en prachtig kamp, ingericht met alle mogelijke geriefelijkheid en luxe. Im het midden staat een ruinie tent van rood dock, die tot eetzaal dient; in een kring er omheen zijn wel twin- tig groote eh buitendien nog een aantal kleine tenten, waartnsschen weelderige grasvlaklen, bloembedden en fontehien; hier een cro quet-, daar een lawn-tejinis:veldin de kleine baai liiggen een aantal vaartuigen, kleine roeibootjes zoowel als stoomjachten. Bedieniden in roode livrei spoedden zich tusschen die tenfen heen en weer of luier- 1 dien in de schaduw van de pal-men; plecht- statig liepen de schildwachten in een schit- terende uniform iaan den ingang van het kamp op en neer, terwijl een nieuwisgierige menigte op een eerbiedigen afstand stond. Eenigen lijd bleven de vrienden Staan kij ken naar het bonte schilderachtigie taferee] juiist wild'en zij heengaan, toen Hans zijn metgezel plotseling aan de mouw trok en uitriep Mijnlieer Berger, kijk eens, wie is dat? Op een kleine pony kwam een yreemde pensooniijkheid in de richting van het kamp laandraven, een man in een onberispelijk zit- tenden zwarten rok, wit vest, nauwsluitande, zwarl fluweelen pantalon,' zwart zijdenkon- sen en zwart verlakte scho'enen, op het hoofd ©en spiksplinter-nieuwen, hoogen hoed. Perroquet! d|at is waarlijk onze voor- treffielijke Richard Perroquet, riep Berger uit. En waar deze voorlreffelijke 1 valet de chambre is, diaai* kan zijn voortreffelijke heer -en gebiedef niet ver zijn. Met luidier stem riep hij den ruiter toe: Hallo, Richard, waarom zoo haastig? De Franschman hield zijn pony in. Hij groette Hanis Geeren met een zekere wel- willendheid om daarna, zonder Berger's vna,ag te bedntwoorden, zijn Imogen hoed Weer op te zetten. Nu, mijn wakkere Perroquet, wilt ge mij niet eens zeggen, hoe het u gaat? vroeg Berger lachend. Indien u, monsieur Geeren, deze vraag tot mij wildet richten, zou ik gaame ant woorden: uitstekend:! Met dien heer daar hij liet den teuglel vallen en wees met zijn omgekeerden duim naar Berger met dien heer daar heb ik niebs te maken. B'firger hield zich, alsof hij er niets van begreep. Waarmee heb ik dan uw gunst ver- speeld, monsieur Perroquet? Wij zijn toch altijd goedie vrienden geweest! Monsieur Perroquet wierp zijn hoofd nog meer in den nek. Diaarvan heriuner 'ik mij niets, myn heer. Ik ben in dienst van lord Alvor en het past den kameridienaar van lord Francis Alvor niet om met een man te spreken, die op zulk ©en oneerbiedige wijze tegen zijn ge- bieder is opgeLrMen. Openharlig gesproken, monsieur Geeren, begrijp ik .ook niet, dat u, die toch, parole d'honnehr. mijn door- luchligen heer beter moest kennen. Eaten wij daarover nu maar zwijgeu beste Perroquet, dat is mijn zaak, viel Hans het verontwaardigde mannetje in de rede. Antwoord mij liever op mijn vraag hoe het uzelf en hoe het lord Alvor gaat. Monsieur Perroquet liet zijn pony, stap pen, zoodiat idie beide vrienden hem konden hijhouden. VO'Ortreffelijk! voortreffelijk! antwoord de Perroquet. plechtstatig zijn hoed afne- mend. Wij genoten de eer door zijne hoog heid dien prins van Connaught, den stad- houder van hare majesteit de keizerin van Indie, te worden ontvangen, wij verloeven nu als gast bij zijne hoogheid den rao van Cuteh! O, ik heb het altijd wel vermoed, dat mijn gcbiedier ©en incognito reizende lord was. Hoe was 'took mogelijk geweest, dat ik, Richard Perroquet, die totnutoe slechts in dienst was bij de eerste families, van Frankrijk, mij had kunnen laten engagee- 5 DE BUIT DER GEALLIEEHDEN. De buit der gealiieerden aan Oostelijk-, Italiaansch- en Westelijk front van 1 Juli tot 18 September bedraagt, volgens een officieel bericht uit Parijs, 831 kanonnen en 2624 machinegeweren. Het aantal ge- vangenen in die periode bedraagt 490,468. ren bij ©en eenvoudigen mr. Dikson. Berger hep zwijgend voort naast de pony van den opgeblazen Franschman; er 'scheen heel wat om te gaan in zijn hoofd. Zijn rustelooze geest zon weer reeds op nieuwe plannen. Hans echter vroeg opgewonden hij dacht aan den laatsten brief, dien hij van lord Alvor had gekregen en aan diens liefde voor de schoone Else. Is lord Alvor van plan nog lang in Indie te blijven? De kamerdienaar knikte genadig met zijn hoofd Toen mylord die uitnoodiging van Zijne Hoogheid dien rao van Cutch aannam, zei mylord. tot mij: Mijn beste Richard, eenige weken zult gij t nog moeten uithoudien in deze door u zoo weinig beminde vreemdie streken. Ja- wel, zoo waren mylord's woorden. Ik ver- ondenstel idus, dat wij geruimen tijd bij Zijne Hoogheid dien rao van Cutch zullen blijven jagen. Hebt u die een of andere boodschap aan mylord, mijnheer Geeren? eindigde hij wehvillend. Niet anders dan mijn hartelijke groe- ten, antwoordde Hans. Zij waren intusschen aan de eerste villa's van Malabar-Hill, de Europeesche wijk van Bombay, gekomen en monsieur Richard Per roquet zette, na nog eens den rand van zijn hoogen hoed met zijn 'keurig geschoei- de hand aangeraakl te hebben, zijn pony in een draf. i (Wordt vervolgd.) i

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1916 | | pagina 5