Ter U eusensche Courant
De Oorlog.
Zaterdag 22 Juli 1916. No. 6406.
TWaMDB BLAD.
BUiTENLAND.
VAN
TWEEDE KAMEK.
Vergadering van Donderdag 29 Juli 1916.
Verhooging hrievenporl enz.
Artikel 3 van het wetsontwerp, tot wijzi-
ging der Posterijenvvet, is aangenomen met
38 tegen 17 slemmen. Dit artikel bepaalt
o.m., dat bij bet deponeeren van kwitantien
ter invorderijig moet worden vooruitbetaald
5 cent voor bearagen onder J 1, 71/2 vent
voorbedragen van 1 tot 23 en 15 cent
daarboven.
Het 'posterijenontwerp is daarna z. h. s.
goedgekeurd.
Bieraccijns.
Vervolgens kwam aan de orde het wets
ontwerp tot verhooging van den bieraccijns.
De meerdere opbrengst wordt geraamd op
3 millioen; 6 Ion.
De heer Wyckersloolh de Weerdesteijn be-
treurt het i'iskale karakter der wet. Het be-
drag der heffing is buitengewoon hoog, zeifs
grooter dan in Duitschland. Als de accijns-
verliooging op de consumenten wordt ver-
liaald waar sprcker in tegens telling met
den Minister niet zeker van is moet er
31/2 jpent meer worden betaald op 1 liter
zwaar bier ter waarde van 14 cent, op een
waarde van 7 cent wordjt 2 cent meer be
taald en opt 1 liter licht bier D/2 cent, lie
mindere. man, die licht bier drinkt, wordt
onevenredig zwaar gedrukt. Er is alle reden,
den accijns te verhalen op luxebier, want
de verbruikers liiervan kunnen meer betalen.
De heer Jansen (Maastricht) bestrijdt de
aanzienlijkhcid der verhooging. Ware ze ma-
tig geweest, dan had ze zonder bezwaar kun
nen plaats vinden, maar de accijns wordt
naar's Ministers oordeel verviervoudigd, naar
de berekening van deskundigen vervijfvou-
digd. Dat geeft een prijsverhooging van ten
minste 25 percent. Als het gebruik dienten-
gevolge vermindert, bereikt de Minister zijn
doel niet. Het bearijfskapitaal voor de brou-
werijen dient noodwcndtg te worden ver-
groot. Spreker zal zijn stem alleen aan het
wetsontwerp kunnen geven, als liet meer
rekening met de belangen der kleinere 011-
dernemingen gaal houden.
De heer J. ter Laan wijst er op, dat 38
pCt. der gewone middelen worden opge-
bracht doer de accijnzen. Hierin ligt opge-
sloten, dat de accijnzendruk niet mag wor
den verzwaard. Het volk zou de lasten moe-
teh betalen, als de verhouding tusschen ac
cijns en middelen nog slechLer wordt dan ze
reeds is.
Dat het drankverbruik in de laatsle jaren
aanzienlijk daalt, is een zegen voor het
Nederlandsche volk. Elke poging om die
dating te verminderen, valt te beslrijden.
Door bieraccijns te verzwaren, zal het jene-
ververbruik weer stijgen. „Als het bier zoo
duur wordt, kunnen we even goed een bor-
rel nemen", zegt men. Dit is het verderfe-
lijke der voorgestelde regeling.
De heer Van Kaalte vindt het natuurlijk,
dat, nu de inkomslen worden vergroot; wij
ook aanspreken alle bronnen van belas-
ting, die in ons tegenwoordig stelsel zijn op-
genomen. De billijkheid brengt mede, dat
daaronder pok de accijnzen vallen.
De Minister aan hat wooril.
De Minister van Financien, de heer Van
Gijn, betoogt, dat het volstrekt niet vast-
staat, dat een bierdrinker, omdat het bier
wat duurder wordt, minder bier gaat drin-
ken. Hij kan het even goed vinden op an-
dere uitgaven, bv. sigaren.
Sprekdi- ontkent, dat het wetsontwerp ge-
leden Heeft onder de haast, die bij voorbe-
reiding en indiening is betracht.
Men zegl, oat de meerdere opbrengst van
3,8 millioen veel is, niaar moet ook in het
oog houden, dat dit nog slechts een klein
deel is van de 20 millioen, die er -in 't ge-
heel te kort komen.
Voor willekeur der amblenaren behoeft
men niet bang te zijn, maar men moest
zekere bepalingen stellen omtrent ligging,
enz., dat men met door de brouwers bij
den neus kan worden genomen. Dit komt
nu nog al eens voor.
De Minister wijst er op, dat juist de
kleinere brouwers tegen het systeein geen
bezwaar hebben.
Thans wat het larief aangaat. Het is
niet juist, wat de heeren Wyckerslooth en
Jansen vertelden van het 4- pf 5-voudige
van het tegenwoordige bedrag. Dit geldt
alleen voor de lieel groote brouwerijen en
genoemde leden spraken uitsluitend over de
kleine. Voor de laatsten wordt het iets min
der dan het '3-voudige. Als ieinand een
dergelijke belaslingverhooging ziel voor zich
en voor zijn concurrenten, kan hij moeilijk
volhouden, dat er voor hem niets gedaan is.
Van bier, dat twee inaal zoo zwaar is als
licht bier, betaatt men twee maal zooveel
belasting. Dit houde men wel in het oog,
als men het tarief van licht bier wil ver-
kleinen. Ook de drinkers van licht bier zul-
len geen nadeel ondervinjden, voor zoover
zij het bier veelal betreklcen uit brouwerijen,
waar uilsluitena licht bier wordt gemaakl
en die daarom voordeelig kunnen werken.
Door den heer Bongaerls was een amen-
dement op het tarief voorgesteld, hetwelk
verworpen wordt met 36 tegen 16 slemmen.
Een amendement van den heer De
Wyckerslooth, beoogende de accijns voor de
z.g. liclite of volksbieren te verminderen,
werd verworpen met 40 tegen 12 stemmen.
Iiierna wordt aangenomen het regeerings-
tarief, luidende als volgt:
Er wordt een accijns gelieven op het
bier, dat liier te lande vervaardigd wordt:
De van een brouwsel te heffen accijns
wordt be pa a Id door de hoeveelheid wort
bij 171/2° Celsius en het verschil tusschen
de dichtheid van het wort en de dichtheid
zuiver water, beide bij die temperatuur
De accijns bedraagt 60 cent voor iede-
reii hekloiitergraad, zijnde het aantal hek-
tolitergraden het produkt van de hoeveel
heid en van het verschil in dichtheid bij
het vorige lid bedoeld; de hoeveelheid uit-
gedrukt in hektoliters, het verschil in
dichtheid uitgedrukt in graden en tienden
van graden.
Iedere graad verlegenwoordigt een hon-
dendste gedeelte van de dichtheid van zui
ver water bij 17i/2° Celsius.
Ilet bieraccijnsontwerp is daarna aange
nomen met 33 tegen 19 stemmen.
Bij de regeling van werkzaamheden deed
de heer Knobel een voorstel tot behandeling
van het wetsontwerp betreffende instelling
van een kolonialen raad voor Indie, als 3e
Kamer weer bijeenkomt. Niettegenstaande
een wenk van den Voorzitter, dat het een
minder gunslig tijdstip was 0111 stemming
uit te lokken, en een herhaald beleefd ver-
zoek, om goed te vinden, dat de stemming
in een volgende vergadering zou geschieden,
verklaarde de heer Knobel niet aan dat ver-
zoek te kunnen voldoen, en eischte stem
ming, hoewel ook reeds de opmerking was
gem'aakt, dat 2 der voorstellers ook niet
ter vergadering aanwezig waren. Bij de nu
volgende naamafroeping bleek, dat slechts
49 leden aanwezig waren en moest de Voor
zitter de vergadering lot nadere bijeenroe-
ping verdagen.
SuikerdislribuUckanloor.
Ten einde de suikerdijstributie in de ko-
mende campagne zoo goed mogelijk te rege-
len is een suikerdistributiekantoor opgericht.
Als bestuurders van dat kantoor zijn aan-
gewezen de heeren M. C. P. Barbe, W. H.
van Marie Jr., J. C. Spakler Jr. en J. Zwaar-
demaker Czn. te Amsterdam, G. A. J. Mirrer
te Rotterdam en J. A. Mulder te Utrecht,
welk besluur .tot zijn secretaris heeft be-
noemd den heer E. van Dien te Amsterdam.
Tot directeur werd l>enoemd de heer W. J.
de Hollander, thans directeur van de Var-
kensvleeschvereeniging; het kantoor is geves-
tigd Oosteinde 16 te Amsterdam, telefoon Z.
5117.
Aanvragen om suiker moelen daarheen
worden gezonden; opmerkingen, wcnschen
en klachten, de distributie betreffende, kun
nen gezonden worden aan het Suikerbureau,
Sarphatistraat lc, Amsterdam.
Het Suikerdistributiekantoor" is voor -de
loopende campagne tevens belast met de
verdere disfriDutie van de door de Regee-
ring in beslag genomen suiker.
Be Belgisehe ,ainnexionnislen".
Wat zeggen de BelgLsche „annexionnisten"
over de door Reuter gepubliceerde verkla-
ring der Belgische, Fransche en Engelsche
regeeringen, waarin deze alle solidariteil af-
wijzen met lien, die voor Belgie gebiedsuit-
breiding zouden eischen ten koste van Ne-
derland? schrijft de ,,Tel.".
Om dat te hooren kunnen we nergens beter
terechl dan bij de „XXe Siecle", die door
de Duilischgezinde pers in Nederland een-
stemmig als het broeinest der Belgische an-
nexionniisten afgeschilderd wordt.
Welnu, in de „XXe Siecle" van 9 Juli,
lezen we thans:
„Het EngeLscli persbureau logenstraft
officieel het door het „Algemeen Han-
delsblad" verspreid gerucht over een
zoogezegde propaganda, door de Belgi
sche regeering gemaakt ten voordcele
van aauhechting van Nederlandscli
grondgebied bij Belgie. (Dat is niet ge-
lieel juist. Het „Handelsblad" had al
leen maar gevraagd, of' de Belgische re
geering dergelijke propaganda oogluikend
toelaat en aanmoedigt. Red.)
Hiei is sprake van de gedachlenvvisse-
lingen in de pers aangaande he I Neder-
iandisch grondgebied op den linkeroever
dei- Schelde, en het gedeelte van Lim-
burg, dat in 1839 aan Belgiii werd ont-
rukt en bij Nederland gevoegd. Deze
polemieken betroffen enkel principieele
vraagslukken en werden in Nederland
uilgebaat door ele'menten, die zich in
het bijzonder bezighouden met in te
werken tegen de sympathie die de zaalc
der geallieerden, en vooral die van Bel
gie, in Nederland ontmoeten. Hel is
zeker, dat de Belgische regeering, alle
vraagslukken, die tusschen Belgie en Ne
derland zouden kunnen oprijzen, in den
meest vriendschappelijken zin behande-
len wil, en ze, zooals dat van de Schelde,
oplossen door schikkingen, die d e 1 e-
vens bela ngen en de p o 1 i t i eke
w a a r d i g h e i d van beide 1 a 11-
den vol komen onaangetast la-
t e n.
N iemand zal zich meer verheugen over
deze voortreffelijke terechtwijzing dan
dc „XXe Siecle". Wat men er ook van
gezegd moge liebben, nooil heeft de
,.XXe Siecle" ook maar een woord ge-
ischreven, dat, wij zullen niet zeggen vij-
andelijk, doch zelfs maar bitter tegen-
over Nederland klonk."
De Schelde na den 00 r log.
De correspondent van de „N. R. Crt." te
Havere heeft een onderhoud gehad met den
heer Fernand Neuray, den hoofdredacteur
van het te Havere verschijnende Belgische
dagblad „Le XXe Siecle". Er bestaat, zooals
men weet, een groepje Belgen, die hel heil
van Belgie o.m. zien in uitbreiding van zijn
grondgebied, ook ten koste van Nederland,
en Fernand Neuray werd als de leider dezer
beweging beschouwd. De correspondent heeft
hem in het onderhoud, dat hij mel hem
had, ook aldus genoemd. Neuray ontkende
ecliter aan Belgische annexatieplannen op
eenigerlei wijze leiding te geven. Ik verde-
dig, heeft hij gezegd, in de pers zoo goed
ik kan denkbeelden, die ik deel met een
menigle Belgen, dat is alles. Het bestudee-
ren van de liistorie van BelgiC en den hui-
digen oorlog heeft mij overtuigd, dat de vrij-
heid van de Schelde onmisbaar is voor de
verdediging van Belgie. Danger dan een jaar
heb ik deze overluiging in de „XXe Siecle"
uitgesproken, daarbij de bekende opvatting
van Banning samenvattend en besprekenJ.
Banning was van meening, u weet dat na
tuurlijk, dat het bezit van: Zeeuwsch-Vlaan-
deren noodig is voor de verdediging van Ant-
werpen en onze Noordelijke grens. Zijn mee
ning Weergevend (XXe Siecle van -8 Juni
1915) schreef ik woordelijk: Bezit is mis-
scliien overdreven, want- het kan in nie-
mands gedachten opkomen wat dan ook met
geweld aan een bevriendje natie te ontruk-
ken."
,,Dit was vlen 3n Juni. Sindsdien vindt
men geen cireigend of zelfs maar bitter
woora in de ,,XXe Siecle" tegen Neder
land. Toch word ik er van beschuldigd
een veldtoclit tegen de onschendbaarheid
van het Nedsrlandsche gebied te voeren.
Wij liebben noch in vredes- nocli in oorloga-
tijd de vrijheid van de Schelde. Die vrij-
heid is noodig voor ons. Zij zou in geen
enkel opzicht de belangen van Nederland be-
dreigen. Wie zou de twee regeeringen be-
letten zich op dit punt met elkaar te ver-
staan? Alle Belgen en alle Nederlanders,
die, evenals ik, aanliangers zijn van een
„hartelijke verstandhouding" tusschen de
beide naties, moesten, dunkt mij, bun best
doen, dit vraagstuk opgelost te krijgen."
Een eigenaardig verzoek van de
Duilsche regeering.
Onze landgenoot, de bekende vlieger Ber
nard de Waal, die in 1913 van Johannisthal
naar Soesterberg vloog en later door naar
Den Haag, waar hij voor de militaire auto-
riteiten demonstreerde, is naar de H. Crt.
meldt bedrijfschef bij de Fokker-vliegtui-
genfiabriek te Gorries bij Scl\werin. ALs 24-
jarig jonkman behoort hij tot de landstorm-
jaarklasse 1912. Hij had 9 Maart jl. reeds
in dienst moeten komen, dochkon van
de Duitsche autoriteiten geen pas bekomen
om Duilschland te verlaten, daar zij de
medewerking van den heer De Waal in de
Fokker-fabriek op buitengewoon hoogen prijs
stelden!
Pe Duitsche autoriteiten liebben vervol
gens aan de Nederlandsche regeering voor
den duur van den oorlog uitstel van dienst
voor den heer De Waal aangevraagd! Op
dit verzoek is afwijzend beschikl en tegelijk
kreeg de heer De Waal een nieuwen oproep
om 10 Juli onder de wapenen te komen.
De heer De Waal arriveerde echtei- niet.
Aan zijn familie te Arnliem deed hij een
telegram toekomen, meldende: „Mijn over-
komst nog niet in orde".
Een gewezen vice-consul gevangen
gehouden.
Sedert een paar dagen wordt een met hout
beladen stoomsclnp van Zweedsche nationa-
liteit door het in den mond der Eems ge-
stationeeixle Duitsche wachtschip opgehou-
den, waarschijnlijk, omdat de cognossemen-
len niet voldoende in onde zijn bevonden.
Ten einde het bedoekie schip vrij te krij
gen, ging de heer B. Z. Barends, cargadoor
te Delfzijl, Dinsdagmorgen met een sleep-
boot een bezoek aan het Duitsche wacht
schip brengen, met dit gevolg, dat de Duit-
scliers den heer B. vasthielden en aan het
personeel der sleepboot de mededeeling de-
den, dat zij hem wel aan den wal zouden
zetten. Tot heden is de heer B. hier niet
teruggekeerd. Wat reden is van deze vrij-
heidsberooving is niet bekend; wel weet
men, dat de heer B. niet in het bezit van
een pas was en wordt ook het vermoeden
uitgesproken, dat deze hanaeling in verband
staat met het feit, dat de aangehoudene tot
voor kort de fiuiclie van vice-consul voor
Engeland bekleedde.
Miiilaire hulp-commiezen.
Ter bestrijdmg van den smokkelhandel
zijn thans van het leger niet minder dan
3000 militaire hulp-commiezen in functie
gesteld en over de verschilleude grens-
commiezeDposten verdeeld.
Een tunnel naar Frankrijk.
Het Deensche blad „PoliLiken" vernccmt
uit Londen, dat de commissie voor den tun-
nelbouw tusschen Engeland en Frankrijk in
liel Lagerhuis heeft vergaderd. Ip den loop
dezer vergadering werd medegedeeld, ,dal
zoowel Lord Kitchener als Generaal Boberls
aanhangei's van hel plan waren. De com
missie beslond uit 60 liberalen, 60 conscrva-
tieven en 15 Iersche nationalisten, en kwam
tot de conclusie, dat het werk zoo spoedig
mogelijk na den oorlog ter hand moest wor
den genomen. Een dergelijke tunnel zou ge-
legenlieid geven, 0111 dagelijks 30.000 ton ma-
teriaal te vervoeren.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
In deze dagen, zwaar van toekomst, wordt
men telkens overweldigd door een gevoel
van machlelooslieid aldus de „Van dag
tot dag"-sehrijver in het „Hbl.". Men kan
niet medestrijden en toch wordt daarginds
beschikl over het lot van Europa, over ons
lot.
Als ik het ochtendblad gelezen lieb, be-
ldim ik dagelijks in gedachle een berg, een
zeer hoogen berg, die 'een wijd uitzicht openl
over al de slagvelden, waarep 6en groote
slag gestreden wordt. De slagvelden strek-
ken zich uit van Arras tot Verdun, van
Asiago tot Monfalcone, van de meren bij
Dwinsk tot de Ivarpathcn. Op al de fronten
worden Duitschers, Ooslenrijkers en Tur-
ken gelijktijdig door de geallieerden aauye
vallen. Overal breken Engelsclien en Fran-
schen uit de ondei wereld der loopgi-aven en
slormen ze over velden, w arbovca een j'>
kaan van kogels woedt, tegen versterkte
dorpen op. De Duilschers kunnen niet meer
zooals tot nu toe bun desle troepen telkens
verplaatsen van Oost naar West of omge
lceerd, naarmate hier of duar aauvallen
plaats grijpen. Nu zijn alle slagvelden Ceil
en kan Duitschland Ooslenrijk niet lielpen,
gelijk het dit verteden jaar deed. Enge-
land's Minister van Oorlog heeft deze een-
heid van slagvelden in een geheel dus om-
schreven: „Victory anywhere means vic
tory everywhere" (Overwinning ergens be-
teekent overwinning overal). Deze eenheid
aanschouwt men van den hoogen top. Maar
de afstand is te groot dan dat wij in staat
zouden zijn waar te nemen of er nog alom
reserve-troepen genoeg zijn om de ontzet-
tende verliezen aan te vullen.
En liierop zal het loch weldra boven alles
aankomen.
Deze week werd gemeld, hoe uil documen-
ten in een door de Engelsclien veroverde
Duitsche loopgraaf bleek, dat om hulp ge-
roepen was door overblijfselen van Beier-
sche compagnieen, die ongeveer alle man-
schappen verloren hadden.
Wat deze eene groote vcldslag alom nu
dag aan dag aan menschen wegmaait is
niet te berekenen.
„Zoo velt de zicht de korenaren!"
Bij vele Duilschers, die Shakespeare goad
kennen, zullen dezer dagen de volgende
regels van den grooten ziener in gedachten
komen:
Tis certain he hath passed the river Somme,
And if he be not fought withal, my lord,
Let us not live
Voorwaar, zij, die bijna twee jaar geleden
den oorlog begonnen, hebben niet voorzien
wat hij brengen zou. Ze diroomden van een
bijna onmiddellijke vermeestering van Pa
rompelde Belgie. En nu?
rijs, na een Snellen optocht door het over-
Als men denkt aan de welvaart van
Duitschland, aan den telkens vermeerder-
den rijkdom en loenemende kracht, welke
het land voor den oorlog genoot, dan treft
het dubbel, welk een wilde speculatie oor-
logvoeren is en hoe het vernielt wat gesta-
dig werk en geestesinspanning voortbrach-
ten.
Nu reeds staat vast dat geen brandschat-
ting na den oorlog am de overwonnenen
kan worden opgelegd, welke opbrengen zou
wat de oorlog aan de overwinnaars kostte.
Ook de overwinnaar dus zal half lam ge-
schoten en ontzetlend verarmd u^: den oor
log omhoog slruikelen.
Hoe ging Duitschland vooruit door nijver-
heid en handel, en wat heeft het verloren?
De Duitscners zelven gevoelen dit.
Dus geeft de „Gronaner Nachrichten" een
overzicht van, den toestand der textielnij-
verheid in Duitschland juist v66r den oorjog.
In 1813 gaf zij werk aan over een mil
lioen werklieden. Ze bracht (voort voor onge
veer vijf duizerni millioen marken. Ze
voenle aan voor twee duizend millioen mar-
ken aan grondsloffen ter bewerking. Zoo
kreeg ze uil Amerika voor duizend millioen
marken aan katoen. uit Auslralie voor drie-
honderd negen en zestig millioen aan wol
en voor 150 millioen aan jute en hennep. Nu
is die geheele nijverheid lam geslagen en
van toevoer beroofd. Oorlog is niet altijd
een goede speculaliewat een geluk is
voor de menschheid!
Aan de frontlinie benoorden en bezui.len
de Somme is Woensdag en Donderdag weer
hevig gevochten. Het waren nu de Duit
schers, die tot den aanval overgingen, mel
het doel, van het verloren gebied tusschen
Guillemont en Bazentin iets terug le winnen.
Woensdag was al duidelijk schrijft de
„N. R. Crt." dat de Engelschen om hel
behoud van hun veroveringen, bij bun twee-
den aanval bevochten, nog hard zouden
moeten vechten, gelijk zij het ook geuurende
geruimen tijd hebben moeten doen voor het
behoud van hun terreinwinst, in den eersten
aanval behaald.
Die gevechlen zijn nu in vollen gang.
Met krachl hebben de Duitschers aange-
vallen op den nu vooruitspringenden Noord-
Oostelijken hoek van de Engelsche linie bij
Longueval. Zij konden gisleren de herovc-
ring van het dorp, en van het Delvillebosch,
dat zich daaraan in het Noora-Oosten aan-
sluil, melden.
Het ongeveer gelijktijdig uitgegeven Engel
sche bericht erkenl, dat het bosch gedeelte-
lijk verloren ging, terwijl de Duitschers ook
vasten voet kregen in het dorp. Een gelijk-
lijdige aanval der Duitschers op de Water-
loohoeve, ten Zuid-Oosten van Loiigueval,
mislukte echter. 'Evenmin behaalden zij suc-
ces op het overige door hen aangevallen
front, dat zich naar het Westen tot zoover
als Bazentin (le Petit) uilstrekte.
Maar de Engelschen hebben het daarbij
niet laten zitten, en in een bericht van gister-
avond kon generaal Haig reeds melden, dat
het grootste deel van het verloren terrein
weer in het bezit van de Engelschen was ge-
bracht. De gevechlen, naar erbij werd ge
meld, duren echler nog voort, en nog eenige
verdere scliommelingen zijn niet onwaar-
schijnlijk.
De toestand gelijkt dus veel op dien van
den zevenden Juli, gedurende de hevije ge
vechlen om het dorp Contalmaison, dat drie-
maal van bezitter wisselde.
Ook toen werden door den I/ngels-chen
opperbevelhebber de aankomsl van Duitsche
versterkingen gemeld. De verslerkingen, die
toen de vijand had, ontvangen, hebben den
Engelschen niet verhinderd zich daarna in
een nieuwen aanval van een gedeelte van
de tweede Duitsche linie meester te maken,
wat juist het belang van die nieuwe ver-
ovcring uitmaakte. Maar nu hebben de Duit
schers, inziende hoe kritiek de toestand aan
de Somme voor hen ,werd, weer nieuwe Iroe-
pen aangevoerd, die nu tot het uitvoeren
van de zooeven beschreven tegenaanvallen
worden gebruikt. Waar komen deze nieuwe
verslerkingen vandaan? Het antwoord kan
slechts veronderstellenderwijs worden ge-
geven. De aanvullingstroepen, die de Engel
schen na hun eerste succes hebben bestre-
den, kwamen niet van Verdun, want daar
duurde liel offensief van de Duitschers met
onverminderde kracht voort. De Duitschers
brach ten weer, gelijk zij gedurende den hee-
len oorlog al hebben gedaan, den stelregel
in toepassing, dat de aanvallende wijze van
verdediging tie beste is. Zij kwamen ook niet
van het Oosten, aangezien daar tegenover
het Russische offensief zeer onwaarschijn-
lijk Iroepen konden worden vrijgemaakt.
Misschien kwamen zij gedeeltelijk van an-
dere deelen van het Westelijk front, of-
schoon de bondgenoolen op allerlei plaat-
sen door patrouille-ovei-vallen de Duitschers
trachlten vast te houden en in onzekerheid
te brengen. Maar voor het grootste deel zul
len zij fvel uit het binnenland zijn gehaald.
r In die twee richtingen kan natuurlijk vooi
deze tweede, nu opgetreden groep verster
kingen de schroef nog vaster zijn aange-
drukt, maar de veronderstelling ligt voor
de hand, dat de Duitschers, naarmate het
offensief van de bondgenoolen aan de Som
me gevaarlijker wordt, troepen zullen weg-
halen van voor Veixiun. Is dit het geval,
dan zal daarvan de uitwerking bij de ge-
vechten om Verdun aan den dag moeten
treden. Tot nog loe zijn daarover geen aan-
wijzingen.
Het verst is aari de Somme nog altijd de
vooruitgang der Franschen, die hun eersten
aanval dadelijk konden doorzetten. De groot
ste dieple bereilden zij in de slreek van
Biaches. De hcele frontverplaatsing heeft
in de breedte een uilgestrektheid, die men.
de bochten meerekenende. op ongeveer 45
kilometer mag schalten. Het gedeelte waar
het tweede verdedigingsstelsel der Duitschers
is gezwicht, is natuurlijk veel kleiner en be
staat uit twee ifzonderlijke frontstukken,
ten tegenover de Engelschen, en een tegen
over de Franschen, ten Zuiden van de
Somme.
Aan het Russische front is zeer weinig
belangrijks voorgevallenhet Russische Ieger-
berieht bevat slechts enkele mededeelingen
over artillerie-gevechten en over hoog water
op den Dnjester. Het Duitsche bericht bevat
niet veel meer nieuws. En het Ooslenrijk-
sche deelt slechts eenige bijzonderheien
mede over afgeslagen aanvalspogingen der
Russen, aan de Karpathenpassen, bij Jablo-
nitza en hij Zabie.
Maar een Reuler-telegram uit Petrograd
bevat niet-offieieele mededeelingen over den
onlangs gemelden lerugtocht der Duitsch-
Oostenrijksche troepen achter de Beneden-
Loepa. Volgens oit bericht hebben de Rus
sen over tien mijlen de sterke verdedigings-
linie van de Duitsch-Oostenrijkers op den
Noordelijken oever van de Lipa, tot aan de
samenvloeilng met den Styr bij Ilolatyn, ge
nomen. Het verlies van die verdedigingsli-
nie zou van groot nadeel kunnen zijn voor
den linkervleugel van het leger van generaal
Von Boehm-Ermolli, dat de toegangswegen
naar Lemberg, via Brody, verdedigt. Tot nog
toe echter zijn de Russen er nog niet in ge-
slaagd de Lipa over te trekken; de Duitsch-
Oostenrijksche troepen houden den Zuide-
lijken oever bezet, en verdedigen de overgan-
gen, en naar hel schijnt, met succes.
Het Duitsche vlootbericht maakt nog mel
ding van een aanval door Duitsche zee-
vliegtuigen gedaan op de oorlogshaven van
Reval en op de daar liggende Russische oor-
logsschepen. Het Duitsche bericht zegt, dat
op de schepen en in de militaire inrich-
tingen door brandborumen brand ontstaan
is; het Russische bericht spreekt slechts van
bommen, die in de stad Reval zouden ge-
worpen zijn, niet van schade aan schepen
of werven toegebracht.
HET OPBRENGEN VAN DE ,,LESTRIS".
Zondag zijn te Rotterdam aangekomen 9
man der bemanning van het s.s.„I.estris",
dat in den nacht van. 5 op 6 Juli door de
Duitschers naar Zeebrugge werd opgebracht.
Het waren- vijf Hollandsche matrozen, een
Spaansche stoker, een Noorsche Stewart, en
voorts twee matrozen van Grieksehe natio-
naliteit. Zij waren Zaterdag van Brugge ver-
teokken en in den avond te IJzendijke ge-
arriveerd. Iledenmorgen vertrokkien zij in de
vroegte naar Vlissingen, van waar zij per
spoor naar Rotterdam kwamen om zich bij
de vertegenwoordigers der Cork Cy Ltd. te
Rotterdam, de cargadoorsfirma Van Omme-
ren, te melden.
De „Tel." vernam omtrent hun wedervaren
het volgende: De „Lestris", een stoomboot
der „Cork Cy. Ltd.", voer geregeld tusschen
Liverpool en Rotterdam. Bij de laatste reis
had het vaartuig een gemengde lading stuk-
goed, waaronder katoen, katoenzaad, 3000
kisten Sunlightzeep, sodex en bleekpoeder.
Op weg naar Rotterdam was men den 5en
Juli te half twaalf's avonds den Noord Hin
der gepasseerd. Tusschen den Noord Hin
der en Schouwenbank, te ongeveer kwart
voor twee in den nacht werd men plotse-
ling gepraaid. 't Zicht was niet zeer hel-
der. Op dat oogenblik bevonden zich de
kapitein Roberts en de le officier QuLn op
de brug. In onberispelijk EngeLsch werd
hun toegcroepen: „What ship is this?"
„This is steamship .„Les.tris", werd van
de brug teruggeroepen.
De „Lestris" stopte en onmiddellijk daar
na kwam n lorpedoboot aan stuurboordzij
langszij van liet vaartuig. Voor men goed
wist, wat er gebeurde, klommen ongeveer
30 Duitsche zeelieden als ratten aan boord.
't Leek net een theaterstuk, zoo goed waren
de rollen verdeeld. Een luitenant ter zee
begaf zich met tien man naar de brug, vijf
man gingen de machinekamer binnen en de
rest verdeelde zich over het dele. Allen wa
ren gewapend met revolvers, die zij in een
gordel droegen. De bemanning van de „Les-
tris zag, dat alle legenstand nutteloos zou
zijn. Men gedroeg zich dus naar de aanwij-
zingen der Duitschers.
De Duitsche officier gaf te kerinen, dat
men spoedig moest wegstoomen. Hij was be-
vreesd, dat een vijandehjk schip zou op-
dagen om de „Lestris" ter hulp te komen.
En daarom beval hij „full speed" de rich-
ting naar Zeebrugge te kiezen, opdat men
snel uit de gevaarlijke zone kwam. De Duit
schers helen de gewone bemanning haar
werk doen, doch hielden toezicht, dat alles
precies gebeurde. De Engelsche vlag werd
omlaag gehaala ert in de plaats daarvan de
Duitsche oorlogsvlag geheschen.
Onder de indringers bevonden zich vijf
matrozen, die ieder op hun baadje drie
eleclrische lampen bevestigd hadden. Zij be-
dienden zich daarvan, om volgens het
..Morse'-systeem lichtseinen met de torpe-
doboot te wisselen.
De revolvers bleven in de gordels. Over
het algemeen waren de Duitschers zeervocr-
komend en gaven zij in voortreffelijk F.n-
gelsch te kennen, dat het hun zeer leed
deed, maar hat zij slechts de van hooger
hand gegeven bevelen hadden te volgen.
Zoo naderde men Zeebrugge. Van het dek
nam men toen waar, dat de torpedoboot ge-
volgd werd door een onderzeeer. Nabij Zee-
l'rL'gge kwamen walervliegers zweven boven
de „Lestris". En zij zwaaiden ten teeken
van groet tegen de officieren op de brug.
t Zal ongeveer tusschen) 6 en 7 uur in den
morgen geweest zijn, toen men bij de haven
van Zeebrugge kwam en daar voor anker
ging liggen. De „Kriminal Polizei" kwam
aan boord om de papieren der bemanning
na te zien. En ook bij deze formaliteit ge-
droegen de Duitschers zich zeer voorkomend
en beleefd. De lucht was toen zeer hetder,
de zon scheen.
Een sleepboot nam de „Lestris" op sleep-
touw en bracht het vaartuig tusschen de
pieren langzij van de kade.
Aan den overkant zag men de „Brussels".
oorts werden opgemerkt in de haven van
Zeebrugge: een onderzeeer, klein model, het
sloomschip „Zaanstroom", en 12 torpedoja-
gers van verschillende grootte. Op het ha-
venhoofd zag men geschut opgesteld, naar
schatling kanonnen van, 8 c.M.
Er werd op het tusschendek app61 gehou-
den over manschappen en officieren. In het
geheel beslond de bemanning uit 21 koppen,
t.w. 10 Engelschen), 5 Hollanders, 2 Grieken]
1 Noor, 1 Belg en 1 Rus. Ook werden de
mannen gefouilleerd. En daarna was de
bagage der bemanning aan de beurt om na-
gezien te worden.
Intusschen waren 40 a 50 soldaten aan
lioord van het schip gekomen, die het ge
heele vaartuig van onder tot boven begon
nen le plunderen. De lading liet men onge-
moeid. Doch alles wat lot den inventaris
van 't schip behoorae, werd buitgemaakt.
Eerst werd al het aanwezige voedsel, eigen-
dom van de bemanning, ingerekend. De Duit
schers vielen als T ware aan op het Witte-
hrooii! Dan werden uit de kajnilen de sloo-
pen der kussens gehaald. En daarin werd
Mies gepakt, wat maar naar de gading was