GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
staat dan uilzicht, dat de wederhelft door
de verschillende polders te hunnen laste zal
worden genomen. De commissie raamt die
hasten op 42.000, zoodat eene som van
ten hoogste 21.000 ten laste van de Pro-
vincie zou komen, buiten bet onderhoud
van den verzwaanden dijk.
Na de toelichting van bun voorstel in
1910 omtrent de gevolgen van het doorbre-
ken van de bedoelde tweede waterkeering
voor een groot deel van Zeeuwsch-Vlaande-
ren, meenen Gedep. Staten niet rneer te be-
hoeven te wijzen op de noodzakelijkheid,
oni te trachten die ramp te voorkomen.
Nu het Rijk niet bereid is den dijk van
het afwateringskanaal zee we rend te maken
en te houden, of daarvoor eene bijdrage te
verleenen, zal de Provincie daarvoor moe-
ten bij-springen. Gedep. Staten meenen daar-
om te moeten voorstellen, het verzoek in te
willigen.
Indien daartoe besloten wordt, dan zal,
opdat deze aangelegenheid tot een good
einde zou kunnen gebracht wooden, de on-
belreffeiide de regeling der onderwijzersjaar-
weddeti, rekening willen houden met de op
handen zijnde wetswijziging en de daarbdj
genoemde cijfens. Daarop herusl de bere-
kening, dat in het gelieel zoude noodig zijn
5500. Nu moeten de heeren er rekening
mede houden, dat voor dil jaar reeds is gie-
geven een duurtetoeslag, die 1000 kost,
welke dan vervalt. Door de aflossing van
de leeningen van J 15.000 en 2000 wordt
aan rente en aflossing in de eerste jaren
eene jaarljjksche uitgaaf van f 2500 uit de
begrooting genomen, zoodat er dan 3500
gevonden zijn, die nu de begrooting bezwa-
ren. De verdere J 2000 moeten dan gevon
den worden uil den hoofdelijken omslag.
De kardinale vraag is: wil men verhoot-
ging, en als de heeren zicli nu niet zoo lioog
kunnen oplieffen
De lieer Waalkes noemt dat een insinuatie
aan het adres van den raad.
De voorzitter meant, dat liij toch een
duidelijke uiteenzetting van de omstandig-
heden mag geven, dat het fimmciccl bezwaal
derhoudsplichl van den dijk tusscben de I niet zoo overwegend moet zijn. At. er werk
polders Nieuw-Otbene en Margaretha, wel
ke bij besluil der Staten van 26 Juli 1871
aan den Nieuw-Othen-epolder is opgelegd,
op den calamiteuzen Margarethapolder moet-
ten worden gelcgd, waartoe alle aanleiding
bestaat, omdat die dijk den Margarethapoi-
der bij bet inloopen van den Nieuw-Othene
polder zal moeten beschermen. Daarna kan
dan door Gedep. Staten het in goeden staat
brengen en houden van dien dijk worden
opgenomen onder de onderwerpen van uit
gaaf, welke geacht moeten worden te ge
schieden in bet belang der zeewering en
oeververdediging van de calamileuze polders
Margaretha. "Kleine Huissens en Eendragt,
in welk geval de kosten daarvan ten laste
zouden komen van de kas der waterkeering
van die drie calamiteuze polders.Ook daar
voor zouden alleszins termen zijn, omdat
die dijk dan als zeewering dienst zal moeten
doen. De polders kunnen dan gevolg geven
aan de overeenkomst tot het in zeewerenden
staat brengen en houden van den dijk tus
scben den Zaamslagpolder aan de eene en
de polders Nieuw-Otbene en Ser-Lippens aan
de andere zijde.
De daarvoor noodige besluiten worden in
ontwerp door Gedep. Staten aan de Provin-
cialc Staten aangeboden.
Vergadering van Vrijdag 9 Juni 1916,
des voormiddags 10 ure.
Voorzitter de beer J. Pluizinga, burge
meester.
Aanwezig de leden: A. Visser, D. J. Dees,
J. J. de Jager, R. Scheele, A. .C Lensen,
M. Eijke, E. If. T. van Borssum Waalkes,
D. Scheele, H. B. van Nes, R. G. E. Nolson
en L. T. van Hasselt.-
Afwezig de heeren J. de Bruijne en A. H.
Donze.
4. Herziening jaarweddenregiding van den
inspeeteur en de agenlen van politic.
(V e r v o 1 g.)
De voorzitter meent, nu de verschillende
heeren zicb vrijwel etens'luidend hebben uit-
gelalen, behalve dan dat de beer D. Scheele
zijne meening op andere gronden heeft uit
gesproken.
Spreker J>ejammert het, dat de heeren zich
deze week in de commissoriale vergadering
niet liebben uitgesproken, dat ze er op
tegen waren, om nu reeds deze verorde-
ningen te bebandelen, en dat men daarmede
liever nog wenschte te wachten, want dan
zou zeker nu geen vergadering zijn uitge-
schreven. Het is vols trek t niet de bedoe-
ling om iets te forceeren, doch om orde te
brengen in de gemeentelijke huisheuding en
de zaken regelmatig af te wikkelen. Als de
heeren nu meenen, 'zich die wealde te kunnen
veroorloven, tijd ongebruikt voorbij te laten
gaan en de werkzaamheden zich te laten op-
hoopen, dan meent spreker, dat men daar
mede toch niet in de goede lijn gaat. Had
men zich te voren uitgesproken, dan had
voor deze vergadering en de daaraan ver-
bonden werkzaamheden geen tijd teloor be
ll oeven te gaan.
Door den heer Nolson is het bez-waar ge-
opperd, dat de voorstellen niet voldoende
zijn toegelicht. Burgemeester en wethouders
hadden de voorstellen kunnen doen verge-
zeld gaan van een langen brief. Dit is niet
noodig geacht, waar de salariskwestie in het
algemeen is ter sprake gekomen bij het vast-
stellen der begrooting en toen op voorstel
van den beer De Jager de raad zich in be-
ginsel voor herziening heeft verklaard, voorts
bij de verhooging dier jaarwedde van den in
speeteur en de personeele toelage aan den
heer Huijssen.
De hoofdkwestie, waar het om gaat, is
wil de raad verhooging, ja dan neen.
Er is aanmerking gemaakt op de lijst
van gemeenten, die wij bij de voorstellen
hebben ingezonden, dat daarin plaatsen zijn
opgenomen met een bevolking van 60.000
en van 30.000 inwoners, als Nijmegen en
Schiedam, maar, dat deze zijn opgenomen in
de lijst, was niet met de bedoeling, om deze
als voorbeeld te nemen voor de te maken
regeling, daar Ter Neuzea bij die plaalsen juist
niet zoo ongunstig afsleekt, wat de betaling
belreft. Er komen echter ook plaatsen in de
lijst voor met een gelijk aantal inwoners
en verder plaatsen met een lager bevolkings-
cijfer, die een hooger salaris geven, zooals
Bergh, Eindhoven, Rijswijk.
In de derde plaats is gewezen op bet onl-
breken eener lijst van de in dienst zijnde
ambtenaren, en welk resultaat de thans voor-
gestelde verhooging zou hebtien, in verband
met hunne dienstjaren. Die vraag hebben
burgemeester en wethouders wel eenigszins
vermoed, maar moeten er op wijzen, dat de
ambtenaren alle voorkomen in de gemeente-
begrooting, met aanwijzing van bun dienst
jaren.
De heer Nolson: Niet alle!
De voorzitter: Ten slotte is door den heer
Lensen ook nog de vraag gedaan, waar den-
ken burgemeester en wethouders het geld
vandaan te halen. Wanneer de verdere voor
stellen, omtrent salarisrogeling, geschieden
analoo-g aan de thans ingeiiende, dan zal
in het gehcj! noodig Zijn, een meerdere uit
gaaf van 5500.
De heer Lensen: Wat verstaati u hier bpder
analoog?
De voorzitter geeft te kennen, dat burge
meester en wethouders, bij de voorstellen,
wordt gevraagd, dan moet er ook voor be-
taald worden. Burgemeester en wetliou jcj-s
hebben daarom met de meeste vrijmoedig-
heid hun voorstel gedaan. Ze zouden daar
toe niet zijn overgegaan, wanneer de raad
niet zelf de wensche 1 ijkiieid van herziening
had uitgesproken. Als gezegd wordt: we
achten de bedragen te lioog, daarover valt
te pralen, maar spreker raadt aim, geen
stagnatie te brengen in het werk. Zijn de
nieuvve verordeningen niet gereed bij het op-
maken der gemeentebegrooting, dan komt
men weer in moeilfjkheden.
De verordening, betreffende de jaarwadden
der onderwijzers, "kon nog met worden in-
gediend, aaugezien het ad vies vandesehool-
commissie daarover nog niet is ontvangen.
De heer Dees herinnert er den voorzitter
aan, dat hij in de vergaderingen van het
dagelijkscn bestuur ook liuiverig was, om
aan deze voorslellen mede te werken. Even-
wel, de raad had zich zelf uitgesproken,
dat hij herziening wenschte. Waf de dienst
jaren der ambtenaren betreft, die zijn le
vinaen in de hegrooling.
De heer Nolson: Niet hij alle!
De secrelaris merkt op, dat in de begroo-
ting geen dienstjaren meer vermeki zijn van
de ambtenaren, die aan hun maximum zijn.
De beer Dees geeft te kennen, dat hij ook
feeds hij burgemeester en wethouders heeft
medegedeeld, dat hij zich wellicht bij de
behandeling in den raad met de ingediencSe
voorstellen niet geheel zou kunnen vereeni-
gen. Maar wanneer nu hier gezegd wordt,
dat burgemeester en wethouders, het werk
niet goed hebben gedaan, dan zou hij tocli
wenschelijk vinden, dat de raad eens aan-
geeft, wal hij dan wel wil. Het is toch ge-
makkelijk, om te zeggen, we willen het an-
ders, dien nieuwe voorstellen in, en als we
die dan hebben, zullen we er ons licht ook!
eens over laten opgaan. Laat nu bet ont-
breken van inlichtingen, die men zegt te
willen hebben, niet de kapstok zijn, om
alles aan op le hangen
De raad is voor verhooging, Of hij is er
niet voor, laat men zich dan toch definitief
uitspreken
De ingediende verordeningen zijn het re
sultaat van werk en moeite, en als men
ten slotte toch niet voornemens is om er op in
te gaan, kan dat werk nagelalen worden.
Dit is nu wel niet gezegd, maar er wordt
geklaagd, alsof de voorstellen nog eenigs
zins duister zijn, en niet voldoende zijn
klaar gemaakt. Dat is nu alles wel mooi
gezegd, maar spreker wil er toch nadruk
op leggen, dat de raad zelf heeft uitgespro
ken, dat hij herziening ^wenschte. Voor ver-
sciiillende series gemeenteamblenaren zijn de
voorslellen nu klaar gemaakt; hij meent,
dat er geen bezwaar zou behoeven te zijn,
om deze reeds le bebandelen, in afwachting,
dal ook de andere, b.v. die der onderwijzers,
ingediend worden. Deze kunnen dan later
toch ook behandeld worden. Hij herb a alt
de raad heeft zelf uitgesproken, herziening
te willen, doch hij is het er mede eens, dat
daarvoor een minder goede tijd is gekozen,
lioewel moet worden toegegeven, dat het ook
voor de ambtenaren dure tijden zijn
De heer Lensen vreest, licht in herhalin-
gen te zullen treden. Hij moet echter her-
inneren, dat liij reeds, bij de behandeling
der gemeentebegrooting, als zijne meening
le kennen gaf, dat, z.i., de tijden er niet naar
waren, om tot verhooging der jaarwedden
over te gaan. Daar is echter bijgevoegd: als
de burgemeester en de secrelaris het krijgen,
is het ook billijk, dat de anderen wat krij
gen. Mel die stelling steiiide de raad in,
dO'Cli week daar 5 minuten later weer van
af, door het verleenen van een duurtetoe
slag, waarvan later bleek, dat men niet eens
goed wist, aan wie die eigenlijk was toege-
kend. Zoo is men er later toe gekomen, in
beginsel uit te spreken, dat men herziening
der jaarwedden wenschte. Spreker wenscht
nu de kwestie van de regeling der jaarwed
den van de onderwijzers, niet los te beban
delen van die (der andere amb tenaren, .omdat
gelijk men meermalen ondervonden heeft.
men er zoo licht toe komt, vergelijkingen
le maken. Eenerzijds wordt gezegd: die krij
gen zoo en zooveel, z,onder dat er van hen
bij andere gctegenbeden gebruikt worden.
Men moet het niet onjuist willen voorstellen:
de positieve uitgaaf van 1000 voor toe-
slag verdwijnt, maar al wat meer wordt uit-
gegeven aan safaris verhooging belast de be
grooting weer met een nieuwe vaste post.
Als nu ook de regeling voor de onderwij
zers er naasl lag, kon de raad geheel o-verzien
op welk bedrag een en ander komt. Zooveel
te gemakkelijker kan dan beslist worden. Op
de details wil spreker thans niet ingaan. Hij
raadt aan, niet overhaast te wiarlc te gaan.
Het is al meer voorgekomen, dat men be-
rouw had, van een overhaast genomen be-
sluit en men het verrichle werk weer moest
gaan afbreken.
De lieer Nolson betoogl, dat hij volstrekt
niet vordert, dal het werk opnieuw zal wor
den gedaan. De raad heeft besloten tot ber-
ziening van de jaarwedden. Hij heeft ech
ter wel de aandacht ge-vestigd op de onvol-
doende toeLicliting. Er moet kunnen wor
den nggegaan, wat de financl-eele gevolgen
zullen zijn, want liet is tocli niet alleen vol
doende, om te zeggen, wat beta a Id zal wor
den, er moet toch -ook op g'erekend worden,
of de inkomsten znlks gedoogen. Dat moet
ieuereen toch berekenen?
Ook zou spreker wel wensiolien le worden
iiiigelicht, op welken grond men er toe komt,
een nieuwe functie ter secretarie, als die
van hoofdeommies, op zoo'n Iractement in
te voeren. Hij is tell voor, de behandeling
aan te houden, tot ook de verdere regelin-
gen, die voor de onderwijzers, den onlvan-
ger, den bode enz., zijn ingediend.
De voorzitter merkt op, dat de voorge-
slelde titulatuur gelieel willekeurig is, men
kon evengoed spreken van -eerste amblenaar,
tweede amblenaar enz.
De heer Van Nes merkt op, dat de mee
ning van den wethouder Dees., dat het ge-
leverd werk wordt afgekeurd, onjuisL is. Er
wordt alleen verlangJ, dat, alvorens liierop
beslist wordt, ook de overige regelingen zijn
ingediend, opdat men een voiledig overzieht
over al die verhoogingen kan krijgen.
De heer Dees apprecieert deze verduide-
lijking, doch wijst er op, dat er ook nog
verschii van meening bestaat over het lijd-
stip van invoering. Moet dit direct geschie
den, of moet er mede worden gewacht lot
na den oorlog?
De lieer Nolson is van meening, dat de
nieuwe regeling belioort in te gaan met 1
Januari 1917.
De heer Dees vraagt dit maar, om te weten
hoe men wil; want om nu al die ontwerpen
te gaan maken en als de raad er wellicht
tocli nog niet op wenscht in te gaan, is
monikkenwerk.
De heer Waalkes geeft te kennen, dat hij
de financieele g-evolgen al eens heeft bere-
kend, als zou worden ingegaan op het ver
zoek der onderwijzers. Dat zou alleen /7000
kosten. Eii hoe zou men dan doen met de
hoofden der .scholen, die j 1350 hebben,
als een hoofdeommies ter secretarie op
1500 werd gesalarieerd?
De voorzitter merkt op, dat dit nog niet
aan de orde is.. Hij kan echter wel dft
zeggen: dal het heelemaal niet tie bedoeling
van burgemeester en wethouders is, om
zoover le gaan als de onderwijzers vragen.
De thans ingediende voorstellen geven eene
verhooging aan van ongeveer 4000.
De heer Waalkes vraagt, of daar dan in
begrepen zijn de bijdragen voor pensioen.
De voorzitter antwoordt ontkenneud, daar
voor zou er nog ongeveer 250 bijkoanen.
De heer Waalkes wijst er op, dat, door
afschaffinig van bijbaantjes, toch ook weer
nieuwe functionarissen moeten benoemd
worden. Er zal b.v. toch een auder-e markt-
m-eester moeten worden aangesleld.
De voorzitter noemt dat onjuist, er zal
worden bepaald, dat de inspeeteur van po
litic, ainbtshalve, ook de functie van markt-
meester moet verrichten, zander dat hij
daarvo-ar nog een afzonderlijke belooning
krijgt.
De heer Lensen wil nog even opmerken,
\vaar reeds meermalen is aangehaald, dat
de thans. ingediende voorstellen een gevolg
zijn van een uitspraak van den raad, dat
de groot-ste aandrang tot verhooging der
salarissen steeds is uitgegaan van den voor
zitter, en dat over dezen de koopmansgeest
wel eenigszins vaardig schijnt te zijn ge-
worden, door meer te vragen, dan men w^iar-
schijnlijk zal aannemen.
De voorzitter (wien deze opmerking,' even-
als aan den heer Dees, een glimlach o-nt-
5. Oproeping personeel voor de secre
tarie.
lokt) wijst er op, dat, met uitzondering van
aen heer D. Scheele, geen der sprekers zich
tegen verhooging der jaarwedden heeft uit
gesproken. Hij voorzie-t, dat men dus een
goede toekomst legemoet gaat. De voorge-
stelde regelingen zijn niet reeds aan de orde
gesleld, om misleidend te werken op de ver
der in le dienen regelingen; evenal-s ten
slotte bet voorstel van burgemeester en wet
houders betreffende-de Iramkweslie meeviel,
zal o-ok dil wel meevallen.
Dat de drang tot verhooging het meest
van hem zou zijn uitgegaan? Hij meent, aat
liij in dil opzicht toch zeker wel mag Irach-
ten le sturen in een richting, die hij de
goede ac.hl.
Ook hadden. burgemeester en wethouders
nog een bijzondere reden, om althans een
zoo'n studie gevergd -wordt; doch van andere der thans voo-rgestelde regelhigen, die
zijde wordt dan weer betoogd: maar wij
hebben zoo en zooveel diensturen, wat bij
die ambtenaren niet het geval is.
Gaat -men nu voor een deel der 'ambte
naren salaris vaststellen, dan legt men zich
reeds vast, voor de later aan de orde ko-
mende regelingen. Spreker wenscht in voile
vrijheid alle regelingen te kunnen overzien.
De stagnatie, die thans door een uitstel van
behandeling zal worden veroorzaakt, zal tocli
wel niel zoo groot zijn. Het heeft nu al
een paar maanden kunnen wachten en als
er nu nog enkele weken bij komen, zal dat
toch wel niet zo-o erg zijn. Spreker is er
hard tegen, nu reeds salarissen vast te leg
gen, waarop men dan later voort moet wer
ken.
Uit de vertrouwelijke voor-besprekingen,
die spreker verhinderd was bij te wonen,
heeft hij vernomen, dat de thans ingediende
regeling alleen reeds J 5000 vondende, en dat
die nog komen moeten, eveneens een uit
gaaf van 5000 zullen vorderen. Toen heeft
hij zich afgevraagd, waar die 10.000 dan
vandaan zullen moeten komen!
Hij geeft toe: d,e duizend gulden duurte-
loeslag sparen wij, maar die andere 2500,
voor
de ambtenaren ter secretarie, "liaar beslag te
zien krijgen. De tot nu toe geuane oproe-
pingen voor personeel ter secretarie zijn
zonder gevolg gehleven en nu aclitten bur
gemeester en wethouders het verstandiger,
met eene nieuwe oproeping te wachten, lot
de jaarweddenregeling was vastgestel-d, daar
zij zich dan daarop zouden kunnen beroe-
pen.
De lieer D. Scheele wenscht verkeerde ge-
volgtrekkingen le voorkomen, door nog eens
le verklaren, dat hij, in dezen tijd, niet
wenscht mee te werken aan het invoeren
van een zoo ingrijpende regeling der jaar
wedden, die voor de gemeente hlijvende ge
volgen heeft.
De voorzitter merkt op, dat dit een kwes
tie van inzicht is; na de vaststelling der
regeling kan nog altijd worden bepdakl, of
men deze wenscht in te voeren met 1 Ja
nuari 1917 of na den oorlog.
De heer D. Scheele verklaart, thans bet
voorstel van -den heer Nolson te zullen
steunen.
Het voorstel van den heer Nolson wordt
aangenomen nie'i 8 tegfein 3 stemmen.
Voor stemmen de heeren D. Scheele,
die als rente en aflossing van de begrooting Van N^es, Nolson, Dees, lie Jager, R. Scheele^
zullen verdwijnen, zijn ten onrechte aan- I Lensen en Waalkes; tegen stemmen de bee-
gehaald. Die cijfers zullen ook nog wel eens J ren Van Hasselt, Visser en Eijke.
De voorzitter aclit zich, in verband met
de gevallen beslissihg, genoodzaakt, thans
een nieuw punt aan de agenda toe te voe-
gen, om een opl.oissmg te krijgen in de be-
boefte aan personeel ter secretarie, in veii--
band meL de ve'e werkzaamheden. De up-
ro-epingen hebben geen resultaat gehad,
waarom iiij thans voorstelt, op te r-oepen op
-een hooger safaris. In verband met het be
drag, dat door andere gemeenten, o.m. te
VeLsein ultgeloof-d wordt,' st-elt hij voor, een
adjunct-commies op te roep-en bp eene jaar
wedde van J 900 ii f 1000, en een klerk
op een jaarwedde van' f 600 tot 750.
De heer Waalkes merkt op, dat, als de
raad hierop ingaat, vooruilgeloopen wordt
op de bes.lissiug omtrent de jaarwaddenrere-
Ihig.
De heer Nolson wenscht hieraan nog niet
mede te werken; er wordt nu ter secretarie
o'o.k overgewerkt, als het dan niet amders
mogeiijk is, nio-et dat nog maar z-oo- door-
gaan.
De voorzitter wil er de heeren op wijzen,
dat men, door uitstel, gevaar loopt, geen
amblenaar te lu-ijgen. Burgemeester en wet
houders hebben met het doen eener oproe
ping willen wachten, tot de ex am ens, die
dozer dagen gehouden worden, zijn afgeloo-
pen. Er waren 199 candidaten; daarvan zijn
er bij het schriftelijk examen reeds 106 af-
gewezen. Men kan wel aannemen, dat er
van die 93 overgeblevernen nog vijftig pro-
cent bij het mondeling examen wordt afge-
wez-en, zoodat liet aantal beschikbaren nog
niet grooL zal zijn. Wordt nu niet opgeroe-
pen op een salaris, gelijkwaardig aan dat,
het welk andere gemeent-en pres-enleeren, dan
kan. Ter N-euzen niel profiteeren van de gc-
legeiiheid, om misschien oen der geslaagden
hier te krijgen.
De beer Nolson vraagt, of men, ter voor-
ziening in de directe hehoefte aan perso
neel. niet gebruik kan maken van de een of
ander, -die goed schrijven kan, om werk te
verrichten. Dal kan toch zoo moeilijlc niel
zijn?
De heer Van Nes wijst er op, dat het
voorstel van den voorzitter nu reeds af-
wijkt met het gedane voorstel. Daarin wordt
voor den adjunct-commies eene jaarwedde
voorge-sfeldvan f 650.
De voorzitter merkt op, dat dit de aan-
vangsjaarwedde is, maar men krijgt toch
allicht. iemand met eenige jaren praktijk,
zoodat liet dan toch komen zou op het
middencijfer. Er wordt bij 8 dienstjaren
voorgesteld f 950. De dienstjaren, elders
doorgebracht, komen voor de lielft in reke
ning. Hij wijst hier nog. op Nieuw Leusen,
waar een derde oproeping gescliiedt op een
salaris van 800. Het blijkt, dat men -daar
dus ook niet slagen kan.
De lieer Nolson vraagt, of men niet zou
kunnen volstaan met teen klerk op te roe-
pen, vo-or bet verrichten van het werk.
De beer Lensen vraagt, of dit nu nog niet
eens een paar weken zou kunnen worden
uitgesteid.
De voorzitter waarschuwt, dat de aehter-
stand steeds grooter wordt, en dat burge
meester en wethouders van gedeputeerde
staten de opmerkingen krijgen, als het werk
niet op tijd gescliiedt.
Nog wordt, ter illustreering van het werk,
medegedeeld, dat in Ter Neuzen in het afge-
1-oopen jaai- bijna de helft der in de pro
vincie Zeeland uitgereikte builenlandsclie
passen zijn uitgegeven.
De beer Nolson merkt op, dat het uitgeven
van buitenlandsche passen nu zo,o good als
klaar is,
De heer Waalkes kan niet begrijpen, dat
de voorzitter dit nu zoo -wil doordrijven.
Als men nu zulke salarissen gaat uitloven,
kan men toch later bij de definitieve vasf-
stelling der regeling weer niet minder gaan
geven?
Hij-vraagt, of hurgemeester en wethouders
miss-chien eenige toezegging liebben van een
ambtenaar, die wil solliciteeren.
Be voorzitter antwoordt, dat zij officieel
lier'gens van weten; alleen heeft hij van
terzijde vernomen, dat de pas vertrokken
ambtenaar Huijssen, al heeft hij ook in
zijne nieuwe slahdplaats een hooger salaris,
in verband met familierelaties, weer naar
hier zou will-en "solliciteeren., als de voor-
gestelde jaarweddenregeling werd aangeno
men. Dil is echter een geheel particulicr-e
informati-e. Er moeten vanzelf aan de solli-
cilanten voldoende toezeggingen kunnen ge
daan worden.
Men m-oel over de werkzhamheden op de
secretarie niel zoo liclit denken. Het wordt
thans tijd, dat de gemeenter-ekening over
1915 in orde wordt gemaakt. Dat moet ge
schieden, onafhankelijk van de loopende
zaken, Er is verschenen een boekje van
296 bladzijden, waarin een opsomming wordt
gegeven van de imaan'delijksclie, driemaan-
delijksch-e, half.jaarlijksche eii jaarlijlcsche
werkzaamheden ter secretarie.
Dan moet men daar hij in oogenschouw
nemen, dat het aantal w-etten en Ivoninklijke
besluiten in 19-13 was -gestagen tot 583, in
1916 tot 668 en in 1915 tot 768. Nu zijn die
wel niel alle van toepassing of invl-oed op
deze gemeente, maar er moet tocli nota van
genomen worden, om na te gaan, of dit
soms het geval is.
Dan heeft men de nieuwe militiewet, mi-
litie- en landstormbesluiten. In 1916 zijn
de landweer- en landistormbesluiten reeds
tweemaal gewijzigd. De ambtenaren moeten
zich voor de toepassing voortdurend van
die wijzigingen op de hoogte houden. Voor
de uitvoering der militiewet, der landweer-
wet en der lan lslornrwet zijn noodig 17 re
gisters, die loopen hier over pl.ni. 1000 per
sonal. Als 1 man verliuist, zijn daarvoor
van 5 tot 7 verschillende schrijfuren noodig.
De militieyergoedingen, die alhier werden
uilgekeerd, lieloopen reeds ongevieer /90.000,
daarvoor zijn noodig 4 registers, loopende
over 377 uilbelalingen. Men kan rekenen,
dat er gemiddeld per termijm 5 wijzigingen
moeten geschieden, wat ook weer 20 stuk-
keo kost. Onlangs moest een register worden
verzonden, dat door spreker geteekend nvoest
worden; dil was vergezeid van niet minder
dan 27 bijlagen.
Dan heeft men nog de verlofregelingen,
de driedaagsch-e verloven, de vierdaagsclie
en de maandverloven, die alle vorderen vVerk
ter secretarie. Dan moet worden behandeld
de belasting, de bevolking, de leges, atles-
'taties de vita, onderwijs.bri-efjes enz. enz.
Van den burgerlijken stand wil spreker niet
gewagen, omdat dit betrekkelijk afzonderlijk
staat, hoe wel liet tocli ook ter secretarie ge-
beurl.
Dat gebeurf natuurlijk niet allemaal in
ecu vloek en een zueht en voor al dat werk
staan nu de heeren De Vos en Trijsburg
alleen. Het loopende werk gebeipi,maar
het spreekl vanzelf, dat het periodiek werk
er voor moet verschoven worden.
De beer Van Nes meent uit deze mede-
deelingai le mogen afleiden, dat veel van
dat werk een gevolg is van de abnormale
toeslanden, waarin wij leven, en dat, als
die toestan-d voorbij is, er -geen twee ambte
naren meer zullen noodig zijn. Hij vraagt,
of nu niet een ambtenaar lijdelijk kan wor
den opgeroepen, op een jaarwedde van
f 1000.
De voorzitter is van meening, dat men
zeker niet lijdelijk een ambtenaar krijgen zal,
waar goede salarissen worden uitg-eloofd in
vaste belrekking.
Spreker raadt dringend aan, burgemeester
en wethouders le much Li gen. eene oproe
ping te doen op eene jaarwedde van f 900.
De heer Lensen merkt op, dat, als men
voor minder geen ambtenaar krijgen kan,
men toch ten slotte meer moet geven, dat
moet een particulier ook doen.
I)e heer Nolson zou nog een week of drie
willen wachten.
De voorzitter ontraadt dat, dan zijn de
geslaagden van liet aan den gang zijnd exa
men alle geplaatst. Bovendien, als men iiu
opr-oept, gaal er toch nog wel een maand
of drie mede been, eer men den •ambtenaar
in -dienst krijgt.
De heer Van Nes oppert het denkbeekl, of
nu misschien liet door den voorzitter voor-
gestelde salaris zou kunnen worden aange
nomen als een v.oor Ioo pige regeling.
an verschillende zijd-en wordt opgemerkt,
dat zich daarop niemand zal aaninelden.
De lieer Waalkes begrijpt niet, dat, als de
nood zoo dringend is, als nu gezegd wordt,
burgemeester en wethouders niet eerdier met
voorstellen zijn gekomen.
Nu gaat het wal geforceerd.
De voorzitter weerspreekt dit, hij" heeft
reeds le kennen gegeven, dat op liet examen
is gewacht, en, was nu de regeling der jaar
wedden vastgesteld, dan was alles juist op
lijd gekomen.
De heer Lensen mieent, dat er toch wat
moet gedaan worden, en stelt voor, een op
roeping te doen voor een adjunct-commics,
op eene jaarwedde van 875; dat komt
dan overeen Imet die jaarwedde, die liu worcjt
voorgesteld voor zoo'n ambtenaar met 8
dienstjaren.
De heer Waalkes vraagt, of men niet zou
kunnen oproepen op de gewOue jaarwedde,
zooals -die nu is geregeld, en daaraan een
toelage verbinden.
De voorzitter verwacht daarvan geen re
sultaat; hij wijst er op, dat in particulieren
dienst veel meer wordt verdiend.
Als van de verste strekking, komt aller-
eerst in stemming, het voorstel van den
voorzitter, om een ambtenaar op te roepen
op eene jaarwedde van 900 tot 1000.
Dit wordt verworpen nndt 7 legienf 4 stem-
men; voor stemmen de heeren Van Hasselt,
Nisser, Dees eii Eijke; tegen stemmen de
heeren D. Scheele, Van Nes, Nolson, De
Jager, R. Scheele, Lensen en Waalkes.
liet voorstel van den heer Lensen, om
eene oproeping le doen op J 875, wordt
alsnu aangenomen met algemeeoie stemmen.
6. VdsJsleLen rcollijn in de buurt Java.
De voorzitter stelt namens- ljurgemeester
en wethouders voor, in verband met het in
liuime handen, om bericht en raad, geslelde
adres van J. de Smidt, koopman te Ter
Neuzen, die een hui-s wenscht te bouwen
op een kavel domeingrond, gelegen aan den
ihoek van de Steenkamplaan |en de Dr. Buijze-
straa-t, aldaar eene rooilijn vast te stellen,
overeenkomstig het verzoek, nl. langs de
zijde van de Steenl<amplaan, op 10 M. uit
<len voorgevel van de woningen, en aan de
Westzijde in het verlengde van de Dr. Buiize-
sir aat.
Officieus is aan burgemeester en wethou
ders bekend, dat er bij het d-omein een voor-
nemen bestaat, aldaar een stratenplan in
dien geesl uit te voeren, doch officieel is
ait nog niet ingekomen. De vaststelling der
rooilijn is echter noodig, daar, bij gebreke
daarvan, burgemeester en wethouders aan
adressanl geen bouwvergunning kunnen uit-
reiken.
Met algemeene stemmen wordt overeen
komstig -dil voorstel beslotenr
7. Omvraag.
a. De heer Waalkes vestigt er de aan
dacht op, dat-de onderwijzeres in- dcDuitsche
I taal en letterkunde- aan de H. B. S. en
m. u. 1. o. school slechts tijdetijk, voor een
jaar, is benoemd. Hij vraagl, of burgemees
ter en vfeihouders hiermede tijdig rekening
zullen houden.
De voorziller deelt mode, dat de aandaclit
daaraan reeds gewijd was," aaugezien er een
desbetreffend schrijven bij burgemeester en
wethouders is ingekomen.
b. De heer Waalkes vraagt, of het, in ver
band niel het gebrek aan personeel op de
secretarie, met mogeiijk zou zijn, dat de
voiontair Scheele daar werd werkzaam ge-
steld.
De voorzitter herinnert, dat daarover reeds
vroeger gesproken is, en dat de heeren toen
van den secrelaris liebben vernomen, dat
deze dal niet raadzaam oo-rdeelde.
De secretaris,daartoe in de gelegenheid
gesteld, wenscht thans, om niet verkeard
begrepen te worden, te verklaren, dat hij
geen bezwaar heeft, tegen liet t-ewerk stellen
van een voiontair, wanneer dit gewenscht
geacht wordt (liij weet trouwens niet, of
de heer Scheele daartoe genegen zou zijn)
toaar hij heeft vroeger willen doen uitkomen,
dat hij voor zich, om zijn stan-dpunt geheel
zuiver te houcien, nimme-r aanleiding zou
willen geven tot liet, plaatsen van een zijner
leerlhijgen als voiontair op de s.eci-etarie.
De voorzitter deelt nog mede, dat de heer
Scheele nu toch, om ervaring in de praktijk
op te doen, reeds werkzaamlnteden voor de
secretarie verridit. Misschien zou kunnen
gevraagd worden, of hij genegen is; ge
regeld dienst te do-en.
De heer Lensen mieent, dat dit eene zaak
is, waar de raad zich maar niet in mengen
moet, en het osrerlaten aan burgemeester en
w-etho uders.
De discussie over deze zaak wordt ge-
slotem.
Daar geen der leden het woord verlangt,
sluit de voorzitter de vergadering.