ALGEMEEN HIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
AANBESTEDING.
No. 6376.
Donderdag 11 Mei 1916.
568 Jaargang.
1IBBZLUK HSlAFf
ABONNEMF.NT:
ADVERTENTI N
Telefoon 25.
Pit Blad verschijnt Maanflag*, Woensdag* en yrjjdagavond, aitgezonderd op Feestdagen, hp de Firma P. J. YAN DE 8ANDE te Ter Neuzen
Voorjaarsschouwing.
aan te besteden:
De onderhoudswerken,
herstellingen, en vernieu-
wingen, aan de gemeente-
gebouwen gedurende het
jaar 1916.
BINNENLAND.
FKUXLLKTOH.
Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10.
iSij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland f 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij cfireete opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER
NEUZEN brengen ter kennis van belangbebbenden,
dat te beginnen op 27 Mei 1916 vanwege de ge
meente eene algemeene opneming zal worden
gehouden van de wegen en voetpaden met de
kunstwerken.
Ter Neuzen, 8 Mei 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van ZAAM-
SLAG, zullen op Dinsdag den 23 Mei
1916, des voormiddags 91/3 ure, ten Raad-
huize dier gemeente, trachten
Plaatselijke aan wij s op Zaterdag 20 Mei
1916, des namiddags ten 2 ure, te beginnen
te Othene.
Bestek en voorwaarden liggen bij den
gemeente architect A. P. Wisse en ter
secretarie ter inzage.
Zaamslag, 9 Mei 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOEL DE FEIJTER, Burgemeester.
J. STOLE Lzn., Secretaris.
TWEEDE R AM EH.
Vergadering van 9 Mei.
Ilerdenlldng Dr. Bos.
De voorzitter rijst volgens het verslag
der „H. Crt." van zijn zetel evenals de
leden der Kamer en brengt hulde aan Dr.
Bos' nagedachtenis.
De Tweede Kamer wordt in den laat-
sten tijd zwaar getroffen. Nog slechts en-
kele weken geleden ontviel ons het lid De
Stuers en nu reeds opnieuw ecu der andere
corypheeen.
Toen Bos in April het woord voerde,
wisten zijn vrienden, dat hij lijdende was,
erger, dan hem zelf hekend was, en kon-
den wij zien, dat het hem moeite kostle,
met zijn gewone kracht en opgewektheid
als kampioen voor zijn beginselen op te
treden. Bos werd reeds op jeugdigen leef-
tijd lid der volksver tegen woordiging, maar
was door zijn veelzijdige studie en uitge-
breide leerschool reeds spoedig een man
van gezag. Ook voordat hij Kamerlid werd,
werden hem allerlei vereerende functies aan-
geboden. In 1898, toen hij 35 jaar was,
verzocht ik hem, bij mij te komen in het
Torentje en vroeg ik, hem voor te mogen
dragen voor de betrekking van inspecteur
H. BERTRAND.
41)
Wat is dat, een zoulpan?
Wij niaken een ondiepen kuil aan het
strand en leiden er het zeewater in; de zon
zorgt er wel voor, dat dit snel verdampt,
en, na eenigen tijd kunnen wij het achterge-
bleven zout inzamelen. Het is wel slecht,
maar toch beter dan niets.
Dat waren plannen voor de toekomst. Ber
ger koesterde echler |de hoop, dat zij Ave! van
het eiland veriest zouden zijn voor het tot
het uiterste kwam. Er moest hulp komen,
at was het alleen maar voor het kleine
meisje, dat ernstig zlek bleef. Men moest
er zich eigenlijk over verwonderen, dat het
zwakke sohepseltje zoolang weerstand kon
bieden aan zulk een hevige koorts.
Toen het avond werd, kwam Hans' hoofd-
pijn terug, evenals het zware gevoel in zijn
ledematen. Hij nam nog even een bad in
de lagune, dat hem tenminste voor het
oogenblik verkwikte. Maar nu werd hij aan-
gegrepen door een gevoel van afmatting.
Berger maakte zich bezorgd. Hij bracht
met zijn gezonden arm dorre hladeren bij-
een, zei tot Hans zioh daarop uit te strek-
ken en delete hem zorgvuldig toe.
Wordt nu in 's hemelsnaam met ziek,
mijn jongen, alios zou ik kunnen verdra-
gen, maar dat niet.
M. O. Hij kon aan die roepstem geen ge-
volg geven, maar wij hebben Lang over het
onderwijs gepraat en toen hij heenging, had
ikden indruk, dat er weinig zoo veelbelo-
vende jongeren waren als hij. Gedurende
15 jaren heeft hij als Kamerlid zeer, zeer
veel igegeven en gepresteerd; wij hadden eer-
bied voor zijn talenten, zijn karakter, zijn
geniaien aanleg, wetenschappelijke vorming
en veelzijdige ontwikkeling. Hij was afkee-
rig van kleine dingen; groote kwesties trok-
ken hem aan. Bos- bezat een eerzucht, die
aan groote mannen past. Als wij straks de
behandeling der oorlogswinstenbelasting
voortzetten, later het vak-, handels- en hoo-
ger-handelsonderwijs nader regelen of ar-
beiden aan het Grondwetsonderwijs artikel,
zullen wij treden in banen, ons door hem
gewezen. ArbeidQuorum pars magna
fuit!
Bos' laatste en misschien ook grootste
werk is de verzoeningsarbeid der pacificatie-
commissie, waarvan hij niet alleen de voor
zitter, maar ook de ziel was. Velen hebben
mij gezegd, dat van het werk zonder Bos
niets zou zijn terecht gekomen. Hij had de
onwrikbare overtuiging, dat alle partijen
zich opofferingen moos ten getrooslen ter
wille der verhooging van het peil van het
volksonderwijs en daardoor der vcrheffing
van het geestelijk en maatschappelijk leven
van 't Nederlandische volk. Jammer, dat hij
heenging, voordat hij de vruchten van zijn
arbeid aanschouwen rnocht. Zijn plaats zal
door een ander worden ingenomen, maar
er zal een leegte blijven, die niet kan wor
den aangevuld. De geheele Kamer zal hem
missen. Hij voerde steeds het debat op
hooger peil, opende nieuwe gezicldspun-
ten, bracht uiteenloopende meeningen tot
elkaar. "van zijn redevoeringen streden in-
houd en vorin om den voorrang.
De vorni was iniMvr.am --
de soberheid van inkleeding en de keurig-
heid der schikking van argumenten. Zoo
was hij de primus inter pares. Ook in
kleiner kring. Zijn superioriteit van geest
heb ik bewonderd, toen hij de opdracht
van de Koningin kreeg tot formatie van
een ministerie en ik den geheelen dag bij
en om hem was. Niemand had meer takt en
scherpheid van inzicht. Er waren, die
twijfelden aan het welslagen der opdracht,
maar alien waren overtuigd, dat, als ze mo-
gelijk was, ze alleen geschieden kon door
Bos.
Na de moeilijke crisisdagen hadden wij
reeds reden om Ongerust over hem te zijn.
Hij nam te veel werk op zich en ook de
teleurstellingen van het politieke leven put-
ten hem uit. Geen liefderijke verzorging kon
hem' redden voor zijn gezin, voor zijn vrien
den, voor het vaderland. Het Nederlandsche
volk zal zorgen, dat zijn naam met eere in
de geschiedenis zal biijven leven!
Hulde door de Regeering.
De tijdelijke voorzitter van den Minister-
raad, de heer Cort van der Lindert, ver-
klaart, dat de Regeering diep onder den in
druk van Dr. Bos' overlijden is. Hij is dik-
wijls een groote steun voor haar geweest,
niet het mtnst, waar het gold den arbeid
der bevredigingscommissie tot een goed re
sultant te voeren. Het welslagen hiervan
danken wij aan de hoogheid van zijn karak
ter, zijn nimmer falende plichtsbelrachting,
de breedheid van zijn blik. Het verlies door
Hans, die zijn oogen reeds gesloten had,
keek nog eens op en reikte zijn vriend de
hand.
Wees maar gerust, ik zal wel niet
erg ziek worden. Ik heb een sterk gestel,
ik ben nog nooit ziek geweest.
Berger glimlachte zwaarmoedig.
Ge kent de gevaarlijke koortsen, die
in de tropen heerschen, niet. Maar wij wil-
Len hel besle hopen.
Hij drukte Hans nog eens de hand, toen
sliep deze in. Berger zette zich bezorgd
naasl hem neer.
Voor het eerst werd hij gekweld door
een gevoel van verantwoordelijkheid. Waar-
om had hij dien goeden jongen nit zijn
kring-gerukt, waarom had hij hem in den
vreemde gebracht, de zee over, bijna de
geheele aarde rond? Was 't op de keper
beschouwd eigenlijk geen zelfzucht, die er
hem toe gedreven had? Welk voordeel had
Hans er eigenlijk van, dat hij op deze reis
verschillende landen teende kennen en men-
schenkennis opdeed? Wat had dit te betee-
kenen in vergelijking van de gevaren, waarin
hij, Berger, hem gebracht had? Hoe zou
hij, indien zij werkelijk van dit eiland gered
werden, naderhand tegenover Hans' moeder
staan en jhaar rekenschap kunnen geveu
Berger's bezorgdheid was lielaas niet on-
gegrond. De koorts, die den vorigen dag
in een minder hevigen graad was opgetre-
den, kwam 's nachts veel erger terug. Hans
lag te rillen van koude en klaagde in on-
samenhangende woorden o\rer stekende pijn
in de knieen. Daarna viel hij weqj- in slaap
om eerst tegen den morgen te ontwaken.
Zijn hoofd gloeide, hij weigerde iets te
gebruiken, en toen Berger hem water te
zijn dood is een verlies voor het gansche
vaderland
O uder domsrente.
Aan de orde is de voortzetting van de
artikelsgewijze behandeling der ouderdoms-
rente.
Het amendement-Rutgers, tot intrekking
der rente bij veroordeeling of drankmisbruik
van den rentetrekker wordt met 39 tegen 13
stemmen verworpen.
Artikel 13 bepaalt, dat na het onherroe-
pelijk-worden eener beschikking tot vermin-
dering of intrekking der rente het gemeente-
bestuur het onrechtmagg uitbetaald bedrag
op den rentetrekker of diens nalatenschap
kan verhalen.
De heer Sannes verklaart namens de com-
missie van rapporteurs, dat verhaal alleen
belioort te worden toegelaten, wanneer er
fraude blijkt.
De heer Rutgers verdedigt een amende-
rnent, dat het verhaal alleen kan plaats heb
ben, als de rente wordt ingetrokken, maar
niet als ze verminderd wordt.
Minister Lely neemt dit amendement over.
De heer Limburg verklaart namens de
commissie van rapporteurs, dat haar bezwa-
ren tegen het artikel door de wijziging er
van nu vervallen zijn.
Artikel 13 wordt zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
Op artikel 33 heeft de heer Koolen een
amendement ingediend, strekkende, dat de
burgemeester de persoon wordt, die de toe-
kenningen door het gemeentebesluur con-
troleert.
Minister Lely beslrijdt dit" amendement en
zegt, dat de positie van den burgemeester
tegenover bet college van B. en W. niet van
dien aard is, dat hij als controleur kan op-
treden. lets dergelijks is wel het geval bij
den Cpmmissaris der Koningin en het col-
niet, dat de Commissaris Rijks- en de burge
meester jgemeente-ambtenaar is.
Het amendement-Koolen wordt met 37
tegen 21 stemmen aangenomen.
Na bespreking van een aantal artikelen
van ondergeschikt belang verdedigt de heer
De Savornin Lohman bij aid. 53 een amen
dement, strekkende, de wet „Staatsarmen-
zorgwet" in plaats van „Ouderdomswet" te
no em en.
De heer Duys verdedigt een amendement,
dat de wet over 5 jaren zal worden herzien
betreffende leeftijdsgrens en rentebedrag,
welk amendement Minister Lely ernstig ont-
raadt, daar hij het een verkeerde methode
vindt, nu reeds te bepalen, dat de wet later
moet worden veranderd.
De heer Snoeck Henkemans bestrijdt het
amendement, da^ de Minister heeft ver-
klaard, de Invaliditeitswet z^7 spoedig mo-
gelijk te wenschen invoeren.
Na bestrijding van het amendement door
den heer Lohman, die zegt, dat hij bijna
er voor zou willen stemmen, omdat hij het
liefst heeft dat de wet zoo spoedig moge-
lijk wordt herzien (vreugde), merkt de heer
Duys op, dat men de houding der rechtsche
heeren, die eerst zijn amendementen van
leeftijdsgrens en rentebedrag op verdachte
wijze steunden en nu tegen het onderhavige
amendement zlijn, dient te onthouden wan
neer men later met de heeren afrekent. (Ge-
lach.)
De heer Rutgers bestrijdt het amendement,
dat hij een houten ham noemt
drinken had gegeven, moest hij lievig bra-
ken. Hij was zoo zwak, dat hij zich nau-
welijks kon oprichten. Tegen den middag
knapte hij een weinig op. Hij begon zelfs
tegen Berger te spreken, al was het op
fluisterenden toon, en vroeg hoe het Ellen
ging.
Berger wist eehler maar at te goed, dat
de koorts teruig zou komen. En zoo was het
ook. PLolsding voelde de jongen zich op
nieuw doodziek. Hij klaagde over hevige
pijmen en tegen den avond was hij volko-
men bewusteloos.
Den voligenden morgen om tien uur sloeg
Hans voor het eerst de oogen weer op.
Of droomde hij slechts? Was helgeen zijn
oogen zagen slechts het spel van koortsfan-
tasieen
Naast hetn lag een vreemde man neer-
geknield en liet hem uit een zilveren beker
drinken.
Aan zijn andere zijde stond Berger met
gehoigen hoofd en gevouwen handen.
Enkele schreden vender naast de bron,
knielde een derde man neer en ondersteun-
de met zijn arm het boofdje van de kleine
zieke Ellen.
Plotseling gaf Hans een luiden kreet.
Den man, die zich over hem heenboog,
had hij herkend als Mr. Pamberton, den
inbreker
Aan board van „Be Vliegenile Leeuwerik".
Richard!
Mr. Dikson!
De heer Duys: En zelfs daar zijn jullie
nog op tegen! (Hilariteit, geroep van .en
fant terrible"!)
Het amendement wordt met 43 tegen 23
stemmen verworpen.
De heer Rutgers verdedigt een amende
ment, dat deze wet niet in werking treedt
voor de hoofdbepaling der Invaliditeitswet
(verkiezing der raden) en spreekt nog eens
twijfel uit aan het voornemen van den Mi
nister om de Invaliditeitswet uit te voeren.
(Minister Lely, die hij spreker staat, wordt
zichtbaar boos en loopt van den heer Rut
gers weg).
De Minister: De heer Rutgers meent een
positie tegenover mij te kunnen aannemen,
alsof ik nog eens moet beloven, wat ik ge
zegd heb, te zullen doen. Van deze Regee-
ringstafel (de Minister slaat met de vuist op
tafel) wordt slechts eens iets gezegd en die
gelooven wil, die gelooft 't, en anders ge-
looft men 't niet. (Spreker kijkt zeer ver-
stoord; de sociaal-demokraten roepen ,,zeer
juist" en klappen in de handen. Tumult.)
De Minister bestrijdt het amendement, daar
de wet te lang .onuitgevoerd zou blijven.
De heer Rutgers, repliceerende, consta-
teert, dat de Minister geen „ja" of „neen"
op zijn vraag heeft geantwoord. ^Minister
Lely kijkt ietwat dernonslratief een anderen
kant uit.) Spreker herinnert aan het hoon-
gelach van links, toen hij even tevoren sprak
over de radenverkiezing.
De heer Duys: Uw eigen lui lachen om u!
Het amendement wordt met 42 tegen 22
stemmen verworpen.,
Daar er tat van veranderingen in het wets-
ontwerp zijn aangebracht, zal de eindstem-
ming op een ander te bepalen dag plaats
hebben.
De voorzitter wil de oorlogswinstenbelas
ting verder behandelen. (Uitroepen van pro-
.umister an tiijn verzoeiu aju mil.
volgenden keer te mogen voortzetten, daar
hij ze al eens heeft moeten onderbreken.
(Instemming.)
De voorzitter: Nu de Minister het zelf
vraagt, zullen we de werkzaamheden schor-
sen. Maar als hij er later spijt van heeft,
moet hij 't aan mij niet wijten. (Uitbundige
vreugde.)
W. C. J. Passtoors. f
Zaterdag is plotseling te Ginneken over-
leden de heer W. 0. J. Passtoors, oud lid
der Tweede Kamer, voor het district Bever-
wpk, waarvoor hij van 21 Febr. 1901
de periodieke verkiezingen van 1918 zitting
had. Bij was medeoprichter en jaren lang
algemeen voorzitter van den R. K. Volksbond.
De laatst^ joren was de overledene burge
meester van Ginneken.
Mr. P. J. Troelslra
deelt aan Het Volk de volgende bericbten
over zijn gezondheidstoestand mede
c/Mijn geneesheeren zijn over de resultaten
van mijn rustkuur zeer tevreden. Zij staan
mij reeds dadelijk lichten arbeid toe, maar
eischen, dat ik mij de eerste maanden
buiten elke agitatie zal houden. Van op-
treden in openbare vergaderingen kan dus
voorloopig geen sprake zijn. Mijn plaats
in het Int. Soc. Bureau kan ik weer in-
nemeD. In de Kamer hoop ik nu en dan,
Breng het kleine meisje naar „De Ylie-
gende Leeuwerik". Daar aangekomen, moet
ge de stoep met een draagbaar hierheen
zenden
Zooals u beveelt, Mr. Dikson!
De vTeemdeling riehtte zich op, nadat
hij Hams, die wederom buiten kennis was,
nogmaals den pols had gevoeld.
Een he\riger aanvat van koorts; maar
mij dunkt, dat de jonge man een sterk ge
stel heeft en den aanval zal kunnen weer-
staan. Het was echler tijd, dat hij chinine
innam, en het was een gelukkig toeval,
dat ik een poeder bij mij had.
Berger knielde, nadat de vreeandeling was
opgestaan, naast Hans neer en liet hel hoofd
van den knaap op zijn knie f us ten. Hij
scheen in dien nacht versclieidene jaren
ouder geworden te zijn.
Hoog lijd! herhaalde hij fluislerend.
De vreemdeling nam uit den zalT van zijn
lichte stofjas een zilveren sigarettenkoker,
streek ©en lucifer af en stale een signret aan.
Hij blies een paar blauwe krimgen in de
lucht," waarna liij opnieuw begon:
En iniag ik n a |eens vrageti, mijn waarde
heer, wien ik voor mij heb? Hoe komt u
hier op dit eiland? Het ligt anders vols trek I
niet in mijn aard om nieuwsgierig te zijn.
Maar het is toch wel iets builengewoons om
hier, midden in den Oceaan, op een koraal-
rif een paar blanken te vinden. Zeker schip-
breukelingen, nietwaar?
Berger keek een oogenblik op. Hij ant-
woordde mistroostig:
De eenige geredden van de „City of
Sydney", Mr
Dikson, Charles Dikson! stelde de
vreemde!ing zichzelf beleefd voor.
I met name bij belangrijke stemmingen, te
verschijnen. Door mjj aldus te beperken,
is er alle kans, dat ik tegen den tijd der
aanstaande begrootingsdebatten klaar ben,
om daarbg mijn taak te vervullen.
Gebrek aan tin.
De gevolgen van bet niet vrijgeven door
de N. 0. T. van het hier te lande aan-
wezige tin doen zich voelen. De Deven-
ter Capsulefabriek te Deventer bericht, dat
zp het fabriceeren van tintuben moet stakeD,
nu de N. O. T. geen tin meer vrij geeft.
Bovengenoemde fabriek is de leveran-
cierster van tintuben aan de firma Talens
en Zoon te Apeldoorn, die nu binnenkort
ook zal stilstaan. Aan die fabriek werken
dag en nacht 160 personen voor het fabri
ceeren van kunstschildersverven, schrijf-
inkten enz.
Verbod van uitvoer
van gedroogde zuidvrucihten.
Het St.bl. no. 182 bevat ©en Koninklijk
best uit van den 6den dezer, houdende ver
bod van uitvoer van gedroogde zuidvruch-
ten.
De Tubantia.
De heer J. (Wilmink, directeur van den Ko-
ninklijken Hollandschen Lloyd, is, naar het
„N. v. d. D." metdt, uit Berlijn te Amster
dam teruggekeerd. Hij verklaande in ant-
woord op de vraag, hoe het nu met de
1 ubantia-zaak stond, dat de "onderhandelin-
gen door onze regeering worden gevoerd,
niet door de Lloyd-directie.
Ook kapitein Wijtsma bevindt zicli weer
te Haarlem, zijn woonplaats.
S taa tspensionneering.
len, uit Deinum, werd heden te amster^""
dam de algemeene vergadering gehouden
van den Bond van iStaatspensionneering.
In zijn openings woord ging de Voorzitter
de //lijdensgeschiedenis" na, zooals hg het
noemde, van het Staatspensioen.
Bet jaarverslag vermeldt o. m oat er
489 afdeelingen zijn met 7.^,200 leden, be-
nevens 224 algemeene l^den. Na 1 Januari
werden nog opgericht 5 afdeelingen met
400 leden. Het jaarverslag van den pen-
hingmeester sluit met een bedrag van in-
komsten en uitgaven van 16.290, waar-
onder een batig saldo van 5658.
In plaats van de bestuursleden E. Post-
huma, Jhr. R. de Muialt en L. Wiersum,
die niet herkiesbaar waren, werden be-
noemd de heeren H. Z. Zegers de Beyl te
Ngmegen, L. Bouter te Zierikzee en S.
Lezer, uit Assen.
De afdeeling Beemskerk bleek van mea
ning dat de behandeling der aanvragen om
ouderdomsrente veel te lang duurt en daarom
wenschte deze afdeeling bet boofdbestuur
op te dragen dat bet aandringt op spoediger
behandeling van de aanvragen.
Uitvoerig werd uiteengezet door ver
schillende sprekers de lange duur van be
handeling van de verzoekschriften van do
afgewezenen.
Het voorstel werd aangenomen.
Wederom liief Berger hel hoofd op om
den EngeLschiman met een eigenaardigen blik
aan te kijken.
Berger, Frederik Berger! antwoordde
hij kortaf.
De „City of Sydney" was op weg van
San Francisco naar Sydney, nietwaar Schip-
breuk geledien
Verbrand.
O
Mr. Dikson schudde meewarig liet blonde
hoofd en streek met de hand langs zijn
baard.
Wanneer en waar?
Tusschen Samoa en de Fidsji-eilanden,
ongeveer drie dagen geleden. Ik weet het
ook niet, ik ben de tijdrekening kwijt.
Zoo zoo! liet de Engelsclnnan lioo-
ren. Werkelijk de eenige geredden?
Dilmaal moest Berger het hoofd schudden.
Ik heb mij daareven zeker niet juist
uitgedrukt. De overige slo'epen zullen, hoop
ik, gered zijn. Onze stoep ward door den
mist van de andere gescheiden en teed scliip-
breuk, toen zij beproefde- op dit rif te lan
den. Slechts wij drieen, deze knaap hier,
het kleine meisje het dochtertje van een
EngeLsch echtpaar en ik, werden gered.
Dat wil zeggen, deze flinke .jongen hier
redde liet kind met leyensgevaar.
De blik van den vreemdeling rustle vrien-
delijk op het van koorts gloeiende gelaat
van den jongeman.
Dat is ferrn! Dat mag ik hooren! Het
moet een flinke jongen zijn!
Hij liep eenige malen op en neer en bleef
daarna voor Berger staan.
(Wordt vervolgd.)
TER NEUZE
CO U RANT.
DOOR
IX.