Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
REGEERINGSEIEREN
No. 6374.
Zaterdag 6 Mei 1916
56e Jaar gang..
HSBILU! I1S1AIT
De Oorlog'.
Waarschuwing aan de
Broodbakkers.
BINWENLAND.
FBTTILLETOH. -
E-
id
T'W.ES HOD'JEI jBXj-A-jD.
verkrijgbaar tegen den prijs van CJJBSt
per stuk
bij F. D. DE VOS, Blokken.
n Wed. R. SCHEELE, Zandstraat.
A. J. VAN MINNEN, Donze-Yisserstraat.
J. DE BREE, Alooswijkstraat.
I. LIEBERS, Tholensstraat.
G. URABBE, id.
N. SCHEELE, Donze-Visserstraat.
J. PLADDET. Tholensstraat.
H.SONIjlEVJJLLE, Zandstraat-Blokken.
De Burgemeester van Ter Neuzen,
J. H0IZ1NGA.
Gemeraal F. H. A. Sabron. f
Te Utrecht is overleden de gepeus. luite-
nant-generaal E. H. A. Sabron, Oud-Mmister
van Oorlog.
De heer Sabron was in 1849 te Utrecht
geboren, werd aan de Eon. Mil. Academie
opgeleid tot officier en in 1870 benoemd
tot 2e luitenant. Na in rang te zijn bevor-
derd, werd hi] geplaatst aan het departement
van Oorlog, waar hij vele jaren werkzaam
bleef en o.a. geruimen tijd adjudant van
den Minister en hoofd der llde afdeeling
was.
In 1900 werd de toeninalige luitenant-
kolonel Sabron benoemd tot gouverneur der
Kon. Mil. Academie. In 1901 volgde zijn
bevordering tot kolonel en later vervulde
hij nog de functien van inspecteur van het
militair onderwijs en van chef van den
generalen staf, als opvolger van luitenaut-
generaal Kool, toen deze benoemd werd
tot commandant van het veldleger.
Na den val van het ministerie-De Meester,
in Februari 1908, trad luitenant-generaal
Sabron wien inmiddels de onderschei-
ding was te beurt gevallen van te worden
benoemd tot adjudant i. b. d. van de Ko-
ningin op als Minister van Oorlog in
het kabinet-Heemskerk. Hij is Minister
gebleven tot 27 Juli 1909, toen hij om
gezondheidsredenen de portefeuille neerlegde.
Bet Ministerie verloor een bekwame kracht,
die te midden van de uitwerking zijner
reeds door hem ontwikkelde plannen tot
legerhervorming genoodzaakt was zijn ambt
vaarwel te zeggen.
Hij werd opgevolgd door generaal W.
Cool, het tegenwoordige lid van den Raad
van State. (N. R. Crt.)
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag 4 Mei.
Ouderdomsrenle.
Aan de onde is de voortzetting van de
artikelsgewijze behanideling der .ouderdoms-
rente, en wel van die artikelen, welke
H. BERTRAND.
39) - -
De eerste noot, die hij opende, was nog
heel jong en met een melkachtige vloei-
stof gevuld. Hans legde haar opzij om ze
voor het kind te bewaren. De tweede werd
.door de vrienden met smaak verorberd; zij
herinnerde Hans sterk aan de hazelnoten,
die hij, als kind, op de wandeling van de
struiken langs den weg plukte. Ook de
aerde werd niet versmaad en zij voelden
zich veel beliaaglijker na dien maaltijd.
Berger liet het meisje een weinig kokos-
melk drinken, hetgeen haar goed scheen te
bevallen. Zij lag: bijna onbeweeglijk op het
gras, maar met geslioten oogen en droge
lippen; twee vuurroode vlekken teekenden
zich af op haar mager geLaat.
Wij zijn voor den eersten tijd gebor-
gen, zei Berger, kokosnoten zijn hier ge-
noeg; drinkwater hebben wij ook. Als het
moet, knnnen wij bet bier maandienlang u it-
ho uden.
Misscbien vinden wij ook wel vogeleieren
en voorziet de zee ons van visch. Maar
wat moet er van het zleke kind worden?
Zij heeft een dokter noodig.
Hans was het met Berger eens. Zij kon-
den wel als Robinson leven op dit eiland
totdat een voorbijvarend schip hen kwam
de kostenverrekening lusschen Rijk en ge
meenten regelen.
Hel eerste lid van art. 17 bepaalt, dat
elke gemeente ontvangt jaarlijks over het
afgeloopen kalenderjaar van het Rijk een
vergoeding.
De heer Koolen stelt - blijkens bet ver-
slag der „H. Crt. voor, in plaats van
..jaarlijks .over het afgeloopen kalenderj aar"
te lezen „over elk kalenderj aar
Spreker ondersteunt het amendemen.-Duys
om door het Rijk alle uitkeeringskosten aan
de gemeenten te doen vergoeden.
De heer Rutgers noemt het systeem, vol
gens hetwelk liet Rijk aan dc gemeenten
f 47,50 per hoofd van 70jarige toekent, een
loterij. Bij aanneming van het amendement-
Duys zou hel Rijk bp de toekenningen d-oor
de gemeentebesturen oontrfile kunnen gaan
oefenen bv. door middel van de onlvangers
der directe belastiragen met de onder hen
staande amblenaren en er zou een bepaling
kunnen worden opgenomen, dat het Rijk
geen vergoeding toekent voor uitkeeringen,
waarvan later blijkt, dat ze ten onrechte
zijn gedaan.
Minister Lely neemt het genoemde amen-
dement-Koolen over en verklaart, geen be-
zwaar te hebben tegen het amendement-
Duys (voile vergoeding voor de uitvoerings-
onkosten door Rijk aan gemeenten), als de'
Ivamer toont, daaraan de voorkeur te geven.
De heer Limburg deelt mede, dat de com-
missie van rapporteurs eensteinmig voor het
amendement-Duys is. Nu zou bet gevaar be-
staan, dat de gemeenten te royaal worden
in de toekenning der rente, indien de wet
tevens niet personen aanstelt, die het recht
hebben, in beroep te komen van een ver-
leende rente en tevens aan het belrokken
gezag de intrekking eener reeds betaald wor-
dende rente te vragen.
De commissie is eenstennnig tegen bet
amendement Snoeck Henkemans, sirekken-
de, dat de gemeenten een vijfde zelf en
bet Rijk vier vijfden der uitkeeringskosten
zullen betalen.
Het amendement-Snoeck Henkemans Wordt
met 53 tegen 15 stemmen verworpen.
Het amendemenl-Duys wvordt met 52 tegen
17 stemmen aangenomen.
(De beer Rutgers stemt tegen, "no ewe I hij
zich in gunstigen zin over het amendement
heeft uitgelaten. Een stem: „ge hebt voor
gesproken". De heer Duys: „die gaal Loh-
man na doen'")
Regeling van werkzaamheden.
De voorzitter deelt mede, dat de centrale
sectie besloten heeft, Dinsdag 16 Mei in de
afdeeiingen verschillende wetsontwerpen le
onderzoeken, o.a. (de wijziging van het Grond-
wetso n der w ij s ar ti kel
Aldus wordt goedgevonden.
Outlerdomsrente.
Arlikel 20 lid 1 bepaalt, dat de aan-
vraag der rente geschiedt bij het bestuur
der gemeente, te wier laste de rente zal
komen, door of ten behoeve van dengene,
die aanspraak maakt op rente.
De heer De Visser verdedigt een amende
ment, slrekkende, dat bij de renteaanvraag
als gemachtigde kan optreden een in het
Rijk gevestigde rechtspersoonlijkheid bezit-
tende instelling Van weldadigheid, welke On-
dersteuning van behoeftigen ten doel heeft.
De bedoeling is, vooral te bevorderen, dat
70jarigen, die geregeld ondersteund worden
door een instelling van weldadigheid en die
daarna ouderdomsrenle genieten, ook deze
rente zooveel mogelijk ontvangen door tus-
schenkoimst der instelling van weldadigheid,
die hen ondersteunt.
De heer Heeres bestrijdt het amendement,
dat een stap in de rich ting van armenzorg
beteekenl en waarvan spreker niet begrijpt,
dat de rechterzijde het na de eenmaal in de
Ivamer gevallen beslissing kan voorstellen.
De heer Schaper sluit zich hierbij aan,
noemt het amendement vernederend en
vraagt, of het wel ernstig gemeend is. Het
amendement zou het bederf van de wet zijn
en er een verkapte Armenwet van ihaken,
want het doel is, de arbeiders te liouden
onder bet jiik en hen overgeleverd te laten
verlossen; de Oceaan werd in deze streek
druk bevaren. Wel was het heel iets an-
ders am thuis van een Robinsonade te lezen
dan om er in werkelijkheid een te beleven.
Vroegcr had Hans Robinson wel eens be-
nijd. Maar nu? Toch was hun toestand
niet wanhopig. Met het kleine meisje echter
was het anders, zij zou niet lang meer leven
als er niet spoedig hulp kwam opdagen.
Hans zuchtte toen hij dit bedacht.
Wij rnoeten den moed maar niet laten
zinken, mijn jongen. Laten wij nu aan het
werk gaan en doen wa4 wij kunnen om het
hier zoo bewoonbaar mogelijk te maken.
Allereerst lnoeten wij zorgen dat het meisje
een dak boven haar hoofd krijgt, voor de
avond met zijn vochtiglieid invall.
Hans was hiertoe terstond bereid. Van
palmbiaderen maakten zij een kleine hut,
waar in zij het meisje neerlegden.
En nu, mijn jongen, moeten wij aan
onszelf denken. Ivunt ge goed klimmen?
Hans begon te lachen. Hij was altijd
haanIje-de-voonste geweest bij de gymnas-
tiek en op de wandelingen met zijn mak-
kens; hoe dikwijls was hij 'niet Ihuisgeko-
moi met een scheur in broek of blouse,
tot grooten schrik van zijn moeder!
U wilt, dat ik in den boom zal klim
men om noten te pluklcen? vroeg hij. Dat
zal nog wel gaan.
Het is niet zoo gemakkelijk als ge
wel denkt, jongen. De stain is gladder dan
hij er uitziet en de kleinste palm is nog
wel tien meter hoog, antwoordde Berger
glimlachend.
Vooruit, jongens, riep Hans vroolijk.
En voor Berger er nog iets tegen in kon
aan mijnheer De Visser's mooie weldadig-
heidsinstellingen
Minister Lely vindt de bevordering van
de belangen der armenzorg sympathiek,
m.aar bet is wel eens gevaarlijk, een syru-
pathieke gedachle in een wetsartikel om te
zelten. De beteekenis van- het amendement-
De Visser is niet buitengewoon groot'. De
Minister heeft er geen bezwaar tegen, dat
een gemaehtigde bij de renteaanvraag kan
optreden, maar wenscht niet, dat alleen een
weldadigheid sins telling als zoodanig kan fun-
geeren. De voorsteller wijzige dus zijn amen
dement in meer algemeenen zin.
Volgens lid 4 van artikel 20 wordt een
rente-aanvraag niet ohtvankelijk verklaard
wanneer zij geschiedt meer dan 2 maanden
voor de aanvrager den leeftijd van 70 jaar
bereikt.
De Minister neemt een amendement-Duys
over, dat van dezen termijn van 2 maanden
90 dagen maakt.
Het amendement-De Visser word I met 38
tegen 19 stemmen verworpen.
be Minister neemt over een amendement
der commissie van rapporteurs, dat het
gemeentebestuur op een rente-aanvraag be-
schikt binnen 90 dagen na ontvangst. Is
binnen dien termijn geen beschikking ge-
nomen, dan wordt het gemeentebestuur ge-
acht, afwijzend te hebben beschikt. Deze
bepaling is ook loepasselijk op een verzoek*
om rente-herziening.
Arlikel 21 lid 2 bepaalt: Meent het ge
meentebestuur, dat een rente behoort te
worden toegekend, doch niet ten laste harer
gemeente, dan neemt het geen beschikking
op de aanvrage, doch zendt deze aan Ge-
deputeerde Staten.
De heer iSannes verdedigt (een amendement,
hetwelk bedoelt, de verplichting tot door-
zending der aanvraag niet afhankelijk te
maken van de vraag of het gemeentebestuur
van oordeel is, dat een rente moet worden
toegekend.
Minister Lely neemt het amendement over,
evenals een ander van den heer Rutgers,
dat dezelfde strekking heeft.
Volgens art. 23 geschiedt de rente-uitbe-
taling eenmaal per week oja tijd, plaats en
wijzie, le bepalen door dei'i raad der ge
meente. Aan personen, die niet in de ge
meente hun lioofdverblijf hebben, kan met
hun toestemming een andere dan een weke-
lijkscbe rente-uitbetaling geschieden.
De heer Heeres verdedigt jeen amendement,
dat in geen geviil kan worden bepaald, dat
de uitbetaling zal geschieden door tusschen-
komsl van de in de Armenwet genoemde
wel d ad igh e idsin s t el 1 i ngen.
De heer De Visser bestrijdt het amende
ment Heeres, dat de vrijheid des rentetrek-
kers beperkt.
De heer Rutgers: Kan .een persoon, die
in de gemeente woont, zijn rente niet anders
dan wekelijks afhalen? Wie zal hem dat be-
letten? Eerst na een jaar verjaart. het recht
er op. Het amendement-Heeres zegt eigen
lijk: ,.men mag het geld aan alle instellin-
gen uitkeeren", alleen niel aan die, welke
er hel meest voor geschikt zijn.
De heer Snoeck Henkemans wijst op de
onzinnige gevolgen van het amendement-
Heeres. Het kan alleen strekken ten nadeele
der weldadigheidsinslellingen.
De heer Rutgers .stelt een sub-amendement
voor op dat van den heer Heeres. Hij wil
ook uitsluiten betaling in lokaliteiten, waar-
voor vengunning is verleend.
Minister Lely: De plaatsbepaling kan beter
aan B. en "W. worden overgelaten. Spreker
raadt intrekking van het amendement-Hee
res aan, zich aansluitende bij wat de heer
Limburg zeide, namelijk, dat er in de wet
voor het amendement geen plaats kan zijn,
daar de eenige instelling, door de wet be-
doeld, het gemeentebestuur moet wezen.
De heer Heeres trekt zijn amendement in,
waarmede het sub-amendemenl-Rutgers ver-
valt.
Hetamendement-Ivoolen wordt met 35
tegen 17 stemmen verworpen.
Aan de orde is artikel 25a, bepalende,
dat zoolang een rentetrekker verblijft in een
instelling van weldadigheid, voorkomende op
brengen, had liij zijn beenen reeds om een
der istammen gestagen. Het was toch moei-
lijker dan hij gedacht liad. Berger moest
menigen uitroep van ergernis aanhooren,
als de jongen weer een eind naai- beneden
gleed, doch eindelijk was hij boven enwierp
hij vier of vijf noten naar beneden.
Ik zou maar uitscheiden, Hans, mor-
gen komt er wfeer een dag.
Hams had er ook meer dan genoeg van
en liet zich naar beneden glijden, waarna
hij en ook Berger zich nog eens te goed
deden aan de noten.
Kijk eens wat ik tot mijn groote vreug-
de gevomden heb, zei Berger. Een d,oos
met Zweedsche lucifers. \Vij zijn er dus nog
wat beter aan toe dan Robinson Crusoe
met zijn braven Vrijdag; vooral als wij be-
denken, dat gij ook nog een mes bezit. De
lucifers zijn nu nog nat, maar zooals ge
ziet, heb ik ze hier in de zon te drogcn ge-
legd met een zorgvuldigheid, die mij onder
andere omistamdigheden zou doen jaclien. Wij
kunnen er nog veel dienst van hebben, maar
laten wij nu onze dagtaak besluiten met een
noodsignaal op te richten.
Dat was lets naar Hans' zin. Op de plaats
waar de atol, het romde koraalrif, niet ge-
heel gesloten was, op dezelfde plaats, die
hen telkens opnieuw met de treurige zeker-
heid vervuldie, dat de sloep met hnn reis-
genooten reddeloos verloren was gegaan,
richtten zij een steenhoop op. Hans sneed
een jongen palmboom, waarnaar hij tame-
lijk lang moest zoeken, af en stak dien mid
den in den steenhoop. Weldra wapperde
Berger's jas als een vlag aan den boom-
stam.
de Armenwellijst pf in een daarmee gelijk-
gesteiue inrichting, en de instelling vollen
kost en inwoning aan den rentetrekker ver
strekt, de rente op verzoek van hel insiel-
lingsbestuur uilbetaald wordt aan de Instel-
.ling, die daarover naar goedvinden beschikt.
De heer Heeres verdedigt een amendement
op dit artikel, Iuideride als volgt:
1. Tnsschen de wooraen „verblijft in" en
„een instelling" worden gevoegd de woor-
den: „een gesticht, beStuurd door".
2. De woorden: „die daarover naar goed
vinden beschikt", worden vervangen door
de navolgende zinsnede:
„De rente kan gedurende den tijd der
verpleging worden genoten door de instel
ling, doch slechts ten hoogste tot een he-
drag, op verzoek van haar besluur vast te
stellem door den reehter van het kanton,
binnen hetwelk die instelling haar zetel
heeft."
Minister Lely onlraadt aanneming van het
amendement, daar het geld, dat het instel-
lingshestuur krijgt, toch niet ter verpleging
voldoende is en het gesticht, als de reehter
in het geheel geen bedrag yaststelt, den be-
trokkene allicht niet meei wil verplegen.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
De toestand is volslagen onveranderd,
schrgft de N. R. Crt.
Dat beteekent dus ook, dat de Duitschers
zich bij Verdun bij voortduring in het
defensief bevinden. Zelfs de verslagen van
de Duitsche oorlogscorrespondenten laten
ondubbelzinnig doorschemeren, dat het
Duitsche offensief tegen Verdun tot het
verleden behoort.
De Duitschers gaan voort zich te be-
perken tot de verdediging tegen de tegen-
aanvallen der Franschen en de Franschen
winnen gestadig, door opeenvolgende plaat-
selijke voordeelen eenig terrein, waardoor
zij nu reeds de bedreiging van den Mort
Homme (95) aanzienlijk hebben weten te
verminderen.
Zoo zal bet voor Verdun nu wel eenigen
tijd blijven voortgaan. Men heeft na het
tot staan komen van het Duitsche offensief
voor Yperen en na het einde van het
offensief der Franschen in Champagne iets
aergelijks aanschouwt. De aanvaller, die
zgn doel niet heeft kunnen bereiken, ver-
mindert zijn drukde toenemende druk
van den verdediger, die hem in staat
heeft gesteld den aanval af te weren, werkt
na en brengt hem langzamerband een
deel van het verlorene weer in handen,
waarna volkomen stilstand intreedt.
Wij moeten nu maar weer geduldig
wachten op het volgend initiatief van een
der partijen, den militairen toestand van
beteekenis te veranderen. Want al heeft
den opmarsch tegen Verdun de geallieerden
tot aanmerkelijke troepenverplaatsingen ge-
dwongen en daardoor hun eigen offensieve
plannen uitgesteld, iets anders dan dit ne-
gatieve resultaat hebben de Duitschers er
niet mee bereikt. En toch, hoezeer zou
een positief succes van beteekenis hun te
stade zijn gekomen. Een succes als de
inneming van Verdun, dat de bondgenooten
den adem zou hebben benomen, dat hen
zou hebben getoond, dat zij maar niet den
tijd tot voorbereiding aan zich hebben,
maar dat met het verstrijken van den tjjd
de situatie voor den vijand verbeterde.
De Duitschers, wien het aan initiatief
nooit heeft geschorst, zullen wellicht op
een ander punt eerlang hetzelfde trachten
uit te werken. Maar ook voor de bondge
nooten nijpt de tijd. Men heeft de cen
trale mogendheden met een belegerde ves
ting vergeleken. Behalve in verschillende
andere opzichten gaat deze vergelijking
Zoo, dat zal voorloopig wel voldoen
de zijn. Later moeten wij zien of wij iets
beters vinden, zei Berger. Laten wij nu ons
kleine rijk eens rondwandelen.
De ontdekking, die zij op hun tocht deden,
was zeer treurig.
Op den tegenovergestelden oever van de
lagune vonden'zij eerst een muts en eenige
schreden verder het lijk van den kapitein
De tranen liepen Hans over de wangen,
toen zij den- doode aan land trokken. Op
zijn strak gelaat was de doodstrijd nog te
lezen.
Wij zullen den wakkeren man mor-
igen begraven, zoo goed als het gaat, zei
Berger ernstig.
Zij gingen verder, doch vonden niets meer
dan eenige planken van de sloep, die door
de golven aan land gespoeld waren.
Berger raadde Hans aan ze verder aan
land te trekken.
Men kan niet weten, waartoe we ze
nog gebruiken kunnen.
Na een wandeling van een paar uur keer-
den zij naar de bron terug. Hans snelde
Berger vooruit, hij verlangde naar het kleine
schepseltje, dat hij uit de golven had gered
en dat hij nu reeds als zijn zusje beschouw-
de.
Het meisje Hans herinnerde zich, dat
het door de moeder Ellen werd genoemd
lag nog altijd in een hevige koorLs. Tegen
den avond nam de koorts zelfs toe; zij
ijlde en riep om haar moeder.
En de m o eder rus tte op den bod em der
zee, haar oogen, die zoo bezorgd over het
kind gewaakt hadiden, waren voor eeuwig
gesloten, haar handen, die de krullen van
ock in zoover niet op, als het garnizoen
van een beiegerde vesting bi) zijn uitvallen
ten hoogste een klein gedeelte van bet
eigen -gebied kan heroveren, de centrale
mogendheden daarentegen nog maar steeds
den strijd, op kleine uitzon-deringen na, op
vijandeJijk gebied bbuden, en daardoor ook
kostbare onderpanden in handen hebben.
vDe algeheele eindoverwinning" kunnen de
entente-mogendhedeh niet behalen, indien
zij de Duitschers niet naar het eigen land
terugdrrjven.
Eeri energieke poging der Russen in die
richting is pas mislnkt. Zg zullen haar
wel hervatten. Maar men kan zich moeilgk
voorstellen, dat de oorlog teneinde zal ko
men zonder dat ook in het Westen de
entente een zoodanige poging onderneem.
Waavtoe anders den oorlog zoo hardnekkig
voigehouden, als zulke plannen niet be-
stonden B,et resultaat van het Duitsche
offensief is overigens voor doorbraakpo-
gingen van beide zijden zeer weinig aan-
moediger.d en brengt in alle geval weer
nieuwe verlenging van den oorlog mede.
OPEUATIES VAN
LUC HT SCI IEP EN, VLIEGTLIGEN EN
DUIKBOOTEN.
EEN ZEPPELIN VERGAAN.
Uit Berlijn wordt van gisteren officieel
gemeld, dat een eskader marine-luchtschepen
in den nacht van 2 op 3 Mei het middelste
en noordelijkste gedeelte van de Engelsche
Oostkust heeft aangevallen .en daarbjj fa-
brieken, hoogovens, spoorwegemplacementen
bij Middlesberough en Stockton, indus'trieele
inrichtingen bij Sunderland, de versterkte
kustplaats Hartlepool, de kustbatterijen ten
Z. van de rivier de Tees en Engelsche
oorlogsschepen aan den ingang van de
Firth of Forth ruimschoots en met zicht-
baar goeden uitslag met bommen bestookt.
Alle luchtschepen zijn, ondanks een hevige
beschieting, in hun havens teruggekeerd,
behalve de L. 20, die tengevolge van een
sterken Zuidenwind naar het Noorden af-
dreef, op zee in nood kwam en bij Stavanger
verloren ging. De geheele bemanning is
gered.
Op den middag van 3 Mei heeft een
van de marine-vliegtuigen een Engelsche
kustbatterij bij Sandwich, ten Z. van den
mond van de Theems, en verder het vlieg-
station ten W. van Deal met succes aan
gevallen.
Ook in de Oostzee was de werkzaamheid
van de marine-vliegers levendig. Een es
kader watervliegtuigen bestookte opnieuw
het Russisehe linie-schip Slawa en een
vjjandelijke duikboot in de Moon-sond met
bommen, waarbg treffers waren.
Een vijandelgke luchtaanval op ons
kuststation Pissen heeft geen militaire
schade aangericht.
Een van de duikbooten heeft op 30
April voor de kust van Vlaanderen een
Enge.lsch vliegtuig neergeschoten, welks in-
zittenden door een vijandelijken torpedo-
jager opgenomen zijn.
Lloyds verneemt uit StavangerDe
Zeppelin L 20 is volkomen wrak. De be
manning is geinterneerd.
AMERIKA.
President Wilson heeft 145,000 telegram-
men van Amerikaansche burgers ontvangen,
die wenschen dat hij er voor zorg draagt,
het geschil met Duitschland op vriendschap-
pelijke wijze bij te leggen.
DE VOLKERENSTRIJD IN
MESOPOTAMIE.
Hel maakt een zonderlingen indruk te be-
denken, dat thans een deel van den grooten
wereldstrijid Duitschland-'Engeland (want het
behoeft wel geen betoog, dat de Turken en
het kind gestreetd hadden, verstijfd.
Het werd nacht. Na de bijn"a bovenmen-
s.cbelijke inspanning van de laatsle acht-en-
veertig uren, duurde bet niet lang of beide
vrienden sliepen in; maar terwijl Berger
vast sliep en zelfs niet droom Je, werd Hans
door allerlei droomen gekweld. Nu was hij
thuis bij zijn moeder; een oogenblik later
beleefde hij van '1 begin toft 't eind weer den
verschrikkelijken brand aan boord; dan
weer bevond bij zich, als een tweede Ro
binson, geheel alleen op een eenzaarn eiland,
om een seconde later Mr. Pamberton voor
zich te zien. Ook Ellen speelde een groote
rol in zijn droomen, hij hield zich onop-
houdelijk met haar redding bezig en dreef
met haar op de golven.
De zon stand reeds hoog aan den hemel,
toen Hans ontwaakte. Zijn eerste blik gold
de hut, waaronder het kleine zieke schep
seltje rustle; toen keek hij naar- Berger,
die nog sliep.
De kleine Ellen lag uilgeput op haar
bedje van droge bladeren. Met haar groote,
blauwe oogen keek zij haar redder wezen-
loos aan. Hans boog zich liefdevol over
haar been, maar kon met den besten wil
van de.wereld de woorden niet verstaan, die
van haar koortachtige lipjes kwamen. Het
hinderde hem geducht, dat hij niet bij mach-
te was haar te helpen; het eenige wat.hij
kon doen, was in een kokosnootschaal water
uit de bron te halen en haar te laten drin
ken.
(Wordt vervolgd)
De Burgemeester van TER NEUZEN waarschuwt
de broodbakkers in deze gemeente aan wien regeerings-
meel wordt verstrekt ernstig tegen bet toevoegen
van bloem aan het meel, waarvan bruin brood moet
worden gebakken, alsmede tegen het uitziften van
regeeringsmeel.
Voorts worden zij er aan herinnerd, dat bruin
brood slechts mag worden verkocht tegen den prijs
van 18 cent per K.G. gebakken brood.
Niet inachtneming dezer waarschuwing zal voor
de betrokkenen medebrengen, dat hun geen regeerings
meel meer zal worden verstrekt.
Ter Neuzen, 5 Mei 1916.
De Burgemeester van Ter Neuzen,
J. HUIZINGA.
DOOR