Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. REGEERINGSEIEREN No. 6374. Zaterdag 6 Mei 1916 56e Jaar gang.. HSBILU! I1S1AIT De Oorlog'. Waarschuwing aan de Broodbakkers. BINWENLAND. FBTTILLETOH. - E- id T'W.ES HOD'JEI jBXj-A-jD. verkrijgbaar tegen den prijs van CJJBSt per stuk bij F. D. DE VOS, Blokken. n Wed. R. SCHEELE, Zandstraat. A. J. VAN MINNEN, Donze-Yisserstraat. J. DE BREE, Alooswijkstraat. I. LIEBERS, Tholensstraat. G. URABBE, id. N. SCHEELE, Donze-Visserstraat. J. PLADDET. Tholensstraat. H.SONIjlEVJJLLE, Zandstraat-Blokken. De Burgemeester van Ter Neuzen, J. H0IZ1NGA. Gemeraal F. H. A. Sabron. f Te Utrecht is overleden de gepeus. luite- nant-generaal E. H. A. Sabron, Oud-Mmister van Oorlog. De heer Sabron was in 1849 te Utrecht geboren, werd aan de Eon. Mil. Academie opgeleid tot officier en in 1870 benoemd tot 2e luitenant. Na in rang te zijn bevor- derd, werd hi] geplaatst aan het departement van Oorlog, waar hij vele jaren werkzaam bleef en o.a. geruimen tijd adjudant van den Minister en hoofd der llde afdeeling was. In 1900 werd de toeninalige luitenant- kolonel Sabron benoemd tot gouverneur der Kon. Mil. Academie. In 1901 volgde zijn bevordering tot kolonel en later vervulde hij nog de functien van inspecteur van het militair onderwijs en van chef van den generalen staf, als opvolger van luitenaut- generaal Kool, toen deze benoemd werd tot commandant van het veldleger. Na den val van het ministerie-De Meester, in Februari 1908, trad luitenant-generaal Sabron wien inmiddels de onderschei- ding was te beurt gevallen van te worden benoemd tot adjudant i. b. d. van de Ko- ningin op als Minister van Oorlog in het kabinet-Heemskerk. Hij is Minister gebleven tot 27 Juli 1909, toen hij om gezondheidsredenen de portefeuille neerlegde. Bet Ministerie verloor een bekwame kracht, die te midden van de uitwerking zijner reeds door hem ontwikkelde plannen tot legerhervorming genoodzaakt was zijn ambt vaarwel te zeggen. Hij werd opgevolgd door generaal W. Cool, het tegenwoordige lid van den Raad van State. (N. R. Crt.) TWEEDE KAMER. Vergadering van Donderdag 4 Mei. Ouderdomsrenle. Aan de onde is de voortzetting van de artikelsgewijze behanideling der .ouderdoms- rente, en wel van die artikelen, welke H. BERTRAND. 39) - - De eerste noot, die hij opende, was nog heel jong en met een melkachtige vloei- stof gevuld. Hans legde haar opzij om ze voor het kind te bewaren. De tweede werd .door de vrienden met smaak verorberd; zij herinnerde Hans sterk aan de hazelnoten, die hij, als kind, op de wandeling van de struiken langs den weg plukte. Ook de aerde werd niet versmaad en zij voelden zich veel beliaaglijker na dien maaltijd. Berger liet het meisje een weinig kokos- melk drinken, hetgeen haar goed scheen te bevallen. Zij lag: bijna onbeweeglijk op het gras, maar met geslioten oogen en droge lippen; twee vuurroode vlekken teekenden zich af op haar mager geLaat. Wij zijn voor den eersten tijd gebor- gen, zei Berger, kokosnoten zijn hier ge- noeg; drinkwater hebben wij ook. Als het moet, knnnen wij bet bier maandienlang u it- ho uden. Misscbien vinden wij ook wel vogeleieren en voorziet de zee ons van visch. Maar wat moet er van het zleke kind worden? Zij heeft een dokter noodig. Hans was het met Berger eens. Zij kon- den wel als Robinson leven op dit eiland totdat een voorbijvarend schip hen kwam de kostenverrekening lusschen Rijk en ge meenten regelen. Hel eerste lid van art. 17 bepaalt, dat elke gemeente ontvangt jaarlijks over het afgeloopen kalenderjaar van het Rijk een vergoeding. De heer Koolen stelt - blijkens bet ver- slag der „H. Crt. voor, in plaats van ..jaarlijks .over het afgeloopen kalenderj aar" te lezen „over elk kalenderj aar Spreker ondersteunt het amendemen.-Duys om door het Rijk alle uitkeeringskosten aan de gemeenten te doen vergoeden. De heer Rutgers noemt het systeem, vol gens hetwelk liet Rijk aan dc gemeenten f 47,50 per hoofd van 70jarige toekent, een loterij. Bij aanneming van het amendement- Duys zou hel Rijk bp de toekenningen d-oor de gemeentebesturen oontrfile kunnen gaan oefenen bv. door middel van de onlvangers der directe belastiragen met de onder hen staande amblenaren en er zou een bepaling kunnen worden opgenomen, dat het Rijk geen vergoeding toekent voor uitkeeringen, waarvan later blijkt, dat ze ten onrechte zijn gedaan. Minister Lely neemt het genoemde amen- dement-Koolen over en verklaart, geen be- zwaar te hebben tegen het amendement- Duys (voile vergoeding voor de uitvoerings- onkosten door Rijk aan gemeenten), als de' Ivamer toont, daaraan de voorkeur te geven. De heer Limburg deelt mede, dat de com- missie van rapporteurs eensteinmig voor het amendement-Duys is. Nu zou bet gevaar be- staan, dat de gemeenten te royaal worden in de toekenning der rente, indien de wet tevens niet personen aanstelt, die het recht hebben, in beroep te komen van een ver- leende rente en tevens aan het belrokken gezag de intrekking eener reeds betaald wor- dende rente te vragen. De commissie is eenstennnig tegen bet amendement Snoeck Henkemans, sirekken- de, dat de gemeenten een vijfde zelf en bet Rijk vier vijfden der uitkeeringskosten zullen betalen. Het amendement-Snoeck Henkemans Wordt met 53 tegen 15 stemmen verworpen. Het amendemenl-Duys wvordt met 52 tegen 17 stemmen aangenomen. (De beer Rutgers stemt tegen, "no ewe I hij zich in gunstigen zin over het amendement heeft uitgelaten. Een stem: „ge hebt voor gesproken". De heer Duys: „die gaal Loh- man na doen'") Regeling van werkzaamheden. De voorzitter deelt mede, dat de centrale sectie besloten heeft, Dinsdag 16 Mei in de afdeeiingen verschillende wetsontwerpen le onderzoeken, o.a. (de wijziging van het Grond- wetso n der w ij s ar ti kel Aldus wordt goedgevonden. Outlerdomsrente. Arlikel 20 lid 1 bepaalt, dat de aan- vraag der rente geschiedt bij het bestuur der gemeente, te wier laste de rente zal komen, door of ten behoeve van dengene, die aanspraak maakt op rente. De heer De Visser verdedigt een amende ment, slrekkende, dat bij de renteaanvraag als gemachtigde kan optreden een in het Rijk gevestigde rechtspersoonlijkheid bezit- tende instelling Van weldadigheid, welke On- dersteuning van behoeftigen ten doel heeft. De bedoeling is, vooral te bevorderen, dat 70jarigen, die geregeld ondersteund worden door een instelling van weldadigheid en die daarna ouderdomsrenle genieten, ook deze rente zooveel mogelijk ontvangen door tus- schenkoimst der instelling van weldadigheid, die hen ondersteunt. De heer Heeres bestrijdt het amendement, dat een stap in de rich ting van armenzorg beteekenl en waarvan spreker niet begrijpt, dat de rechterzijde het na de eenmaal in de Ivamer gevallen beslissing kan voorstellen. De heer Schaper sluit zich hierbij aan, noemt het amendement vernederend en vraagt, of het wel ernstig gemeend is. Het amendement zou het bederf van de wet zijn en er een verkapte Armenwet van ihaken, want het doel is, de arbeiders te liouden onder bet jiik en hen overgeleverd te laten verlossen; de Oceaan werd in deze streek druk bevaren. Wel was het heel iets an- ders am thuis van een Robinsonade te lezen dan om er in werkelijkheid een te beleven. Vroegcr had Hans Robinson wel eens be- nijd. Maar nu? Toch was hun toestand niet wanhopig. Met het kleine meisje echter was het anders, zij zou niet lang meer leven als er niet spoedig hulp kwam opdagen. Hans zuchtte toen hij dit bedacht. Wij rnoeten den moed maar niet laten zinken, mijn jongen. Laten wij nu aan het werk gaan en doen wa4 wij kunnen om het hier zoo bewoonbaar mogelijk te maken. Allereerst lnoeten wij zorgen dat het meisje een dak boven haar hoofd krijgt, voor de avond met zijn vochtiglieid invall. Hans was hiertoe terstond bereid. Van palmbiaderen maakten zij een kleine hut, waar in zij het meisje neerlegden. En nu, mijn jongen, moeten wij aan onszelf denken. Ivunt ge goed klimmen? Hans begon te lachen. Hij was altijd haanIje-de-voonste geweest bij de gymnas- tiek en op de wandelingen met zijn mak- kens; hoe dikwijls was hij 'niet Ihuisgeko- moi met een scheur in broek of blouse, tot grooten schrik van zijn moeder! U wilt, dat ik in den boom zal klim men om noten te pluklcen? vroeg hij. Dat zal nog wel gaan. Het is niet zoo gemakkelijk als ge wel denkt, jongen. De stain is gladder dan hij er uitziet en de kleinste palm is nog wel tien meter hoog, antwoordde Berger glimlachend. Vooruit, jongens, riep Hans vroolijk. En voor Berger er nog iets tegen in kon aan mijnheer De Visser's mooie weldadig- heidsinstellingen Minister Lely vindt de bevordering van de belangen der armenzorg sympathiek, m.aar bet is wel eens gevaarlijk, een syru- pathieke gedachle in een wetsartikel om te zelten. De beteekenis van- het amendement- De Visser is niet buitengewoon groot'. De Minister heeft er geen bezwaar tegen, dat een gemaehtigde bij de renteaanvraag kan optreden, maar wenscht niet, dat alleen een weldadigheid sins telling als zoodanig kan fun- geeren. De voorsteller wijzige dus zijn amen dement in meer algemeenen zin. Volgens lid 4 van artikel 20 wordt een rente-aanvraag niet ohtvankelijk verklaard wanneer zij geschiedt meer dan 2 maanden voor de aanvrager den leeftijd van 70 jaar bereikt. De Minister neemt een amendement-Duys over, dat van dezen termijn van 2 maanden 90 dagen maakt. Het amendement-De Visser word I met 38 tegen 19 stemmen verworpen. be Minister neemt over een amendement der commissie van rapporteurs, dat het gemeentebestuur op een rente-aanvraag be- schikt binnen 90 dagen na ontvangst. Is binnen dien termijn geen beschikking ge- nomen, dan wordt het gemeentebestuur ge- acht, afwijzend te hebben beschikt. Deze bepaling is ook loepasselijk op een verzoek* om rente-herziening. Arlikel 21 lid 2 bepaalt: Meent het ge meentebestuur, dat een rente behoort te worden toegekend, doch niet ten laste harer gemeente, dan neemt het geen beschikking op de aanvrage, doch zendt deze aan Ge- deputeerde Staten. De heer iSannes verdedigt (een amendement, hetwelk bedoelt, de verplichting tot door- zending der aanvraag niet afhankelijk te maken van de vraag of het gemeentebestuur van oordeel is, dat een rente moet worden toegekend. Minister Lely neemt het amendement over, evenals een ander van den heer Rutgers, dat dezelfde strekking heeft. Volgens art. 23 geschiedt de rente-uitbe- taling eenmaal per week oja tijd, plaats en wijzie, le bepalen door dei'i raad der ge meente. Aan personen, die niet in de ge meente hun lioofdverblijf hebben, kan met hun toestemming een andere dan een weke- lijkscbe rente-uitbetaling geschieden. De heer Heeres verdedigt jeen amendement, dat in geen geviil kan worden bepaald, dat de uitbetaling zal geschieden door tusschen- komsl van de in de Armenwet genoemde wel d ad igh e idsin s t el 1 i ngen. De heer De Visser bestrijdt het amende ment Heeres, dat de vrijheid des rentetrek- kers beperkt. De heer Rutgers: Kan .een persoon, die in de gemeente woont, zijn rente niet anders dan wekelijks afhalen? Wie zal hem dat be- letten? Eerst na een jaar verjaart. het recht er op. Het amendement-Heeres zegt eigen lijk: ,.men mag het geld aan alle instellin- gen uitkeeren", alleen niel aan die, welke er hel meest voor geschikt zijn. De heer Snoeck Henkemans wijst op de onzinnige gevolgen van het amendement- Heeres. Het kan alleen strekken ten nadeele der weldadigheidsinslellingen. De heer Rutgers .stelt een sub-amendement voor op dat van den heer Heeres. Hij wil ook uitsluiten betaling in lokaliteiten, waar- voor vengunning is verleend. Minister Lely: De plaatsbepaling kan beter aan B. en "W. worden overgelaten. Spreker raadt intrekking van het amendement-Hee res aan, zich aansluitende bij wat de heer Limburg zeide, namelijk, dat er in de wet voor het amendement geen plaats kan zijn, daar de eenige instelling, door de wet be- doeld, het gemeentebestuur moet wezen. De heer Heeres trekt zijn amendement in, waarmede het sub-amendemenl-Rutgers ver- valt. Hetamendement-Ivoolen wordt met 35 tegen 17 stemmen verworpen. Aan de orde is artikel 25a, bepalende, dat zoolang een rentetrekker verblijft in een instelling van weldadigheid, voorkomende op brengen, had liij zijn beenen reeds om een der istammen gestagen. Het was toch moei- lijker dan hij gedacht liad. Berger moest menigen uitroep van ergernis aanhooren, als de jongen weer een eind naai- beneden gleed, doch eindelijk was hij boven enwierp hij vier of vijf noten naar beneden. Ik zou maar uitscheiden, Hans, mor- gen komt er wfeer een dag. Hams had er ook meer dan genoeg van en liet zich naar beneden glijden, waarna hij en ook Berger zich nog eens te goed deden aan de noten. Kijk eens wat ik tot mijn groote vreug- de gevomden heb, zei Berger. Een d,oos met Zweedsche lucifers. \Vij zijn er dus nog wat beter aan toe dan Robinson Crusoe met zijn braven Vrijdag; vooral als wij be- denken, dat gij ook nog een mes bezit. De lucifers zijn nu nog nat, maar zooals ge ziet, heb ik ze hier in de zon te drogcn ge- legd met een zorgvuldigheid, die mij onder andere omistamdigheden zou doen jaclien. Wij kunnen er nog veel dienst van hebben, maar laten wij nu onze dagtaak besluiten met een noodsignaal op te richten. Dat was lets naar Hans' zin. Op de plaats waar de atol, het romde koraalrif, niet ge- heel gesloten was, op dezelfde plaats, die hen telkens opnieuw met de treurige zeker- heid vervuldie, dat de sloep met hnn reis- genooten reddeloos verloren was gegaan, richtten zij een steenhoop op. Hans sneed een jongen palmboom, waarnaar hij tame- lijk lang moest zoeken, af en stak dien mid den in den steenhoop. Weldra wapperde Berger's jas als een vlag aan den boom- stam. de Armenwellijst pf in een daarmee gelijk- gesteiue inrichting, en de instelling vollen kost en inwoning aan den rentetrekker ver strekt, de rente op verzoek van hel insiel- lingsbestuur uilbetaald wordt aan de Instel- .ling, die daarover naar goedvinden beschikt. De heer Heeres verdedigt een amendement op dit artikel, Iuideride als volgt: 1. Tnsschen de wooraen „verblijft in" en „een instelling" worden gevoegd de woor- den: „een gesticht, beStuurd door". 2. De woorden: „die daarover naar goed vinden beschikt", worden vervangen door de navolgende zinsnede: „De rente kan gedurende den tijd der verpleging worden genoten door de instel ling, doch slechts ten hoogste tot een he- drag, op verzoek van haar besluur vast te stellem door den reehter van het kanton, binnen hetwelk die instelling haar zetel heeft." Minister Lely onlraadt aanneming van het amendement, daar het geld, dat het instel- lingshestuur krijgt, toch niet ter verpleging voldoende is en het gesticht, als de reehter in het geheel geen bedrag yaststelt, den be- trokkene allicht niet meei wil verplegen. DE ALGEMEENE TOESTAND. De toestand is volslagen onveranderd, schrgft de N. R. Crt. Dat beteekent dus ook, dat de Duitschers zich bij Verdun bij voortduring in het defensief bevinden. Zelfs de verslagen van de Duitsche oorlogscorrespondenten laten ondubbelzinnig doorschemeren, dat het Duitsche offensief tegen Verdun tot het verleden behoort. De Duitschers gaan voort zich te be- perken tot de verdediging tegen de tegen- aanvallen der Franschen en de Franschen winnen gestadig, door opeenvolgende plaat- selijke voordeelen eenig terrein, waardoor zij nu reeds de bedreiging van den Mort Homme (95) aanzienlijk hebben weten te verminderen. Zoo zal bet voor Verdun nu wel eenigen tijd blijven voortgaan. Men heeft na het tot staan komen van het Duitsche offensief voor Yperen en na het einde van het offensief der Franschen in Champagne iets aergelijks aanschouwt. De aanvaller, die zgn doel niet heeft kunnen bereiken, ver- mindert zijn drukde toenemende druk van den verdediger, die hem in staat heeft gesteld den aanval af te weren, werkt na en brengt hem langzamerband een deel van het verlorene weer in handen, waarna volkomen stilstand intreedt. Wij moeten nu maar weer geduldig wachten op het volgend initiatief van een der partijen, den militairen toestand van beteekenis te veranderen. Want al heeft den opmarsch tegen Verdun de geallieerden tot aanmerkelijke troepenverplaatsingen ge- dwongen en daardoor hun eigen offensieve plannen uitgesteld, iets anders dan dit ne- gatieve resultaat hebben de Duitschers er niet mee bereikt. En toch, hoezeer zou een positief succes van beteekenis hun te stade zijn gekomen. Een succes als de inneming van Verdun, dat de bondgenooten den adem zou hebben benomen, dat hen zou hebben getoond, dat zij maar niet den tijd tot voorbereiding aan zich hebben, maar dat met het verstrijken van den tjjd de situatie voor den vijand verbeterde. De Duitschers, wien het aan initiatief nooit heeft geschorst, zullen wellicht op een ander punt eerlang hetzelfde trachten uit te werken. Maar ook voor de bondge nooten nijpt de tijd. Men heeft de cen trale mogendheden met een belegerde ves ting vergeleken. Behalve in verschillende andere opzichten gaat deze vergelijking Zoo, dat zal voorloopig wel voldoen de zijn. Later moeten wij zien of wij iets beters vinden, zei Berger. Laten wij nu ons kleine rijk eens rondwandelen. De ontdekking, die zij op hun tocht deden, was zeer treurig. Op den tegenovergestelden oever van de lagune vonden'zij eerst een muts en eenige schreden verder het lijk van den kapitein De tranen liepen Hans over de wangen, toen zij den- doode aan land trokken. Op zijn strak gelaat was de doodstrijd nog te lezen. Wij zullen den wakkeren man mor- igen begraven, zoo goed als het gaat, zei Berger ernstig. Zij gingen verder, doch vonden niets meer dan eenige planken van de sloep, die door de golven aan land gespoeld waren. Berger raadde Hans aan ze verder aan land te trekken. Men kan niet weten, waartoe we ze nog gebruiken kunnen. Na een wandeling van een paar uur keer- den zij naar de bron terug. Hans snelde Berger vooruit, hij verlangde naar het kleine schepseltje, dat hij uit de golven had gered en dat hij nu reeds als zijn zusje beschouw- de. Het meisje Hans herinnerde zich, dat het door de moeder Ellen werd genoemd lag nog altijd in een hevige koorLs. Tegen den avond nam de koorts zelfs toe; zij ijlde en riep om haar moeder. En de m o eder rus tte op den bod em der zee, haar oogen, die zoo bezorgd over het kind gewaakt hadiden, waren voor eeuwig gesloten, haar handen, die de krullen van ock in zoover niet op, als het garnizoen van een beiegerde vesting bi) zijn uitvallen ten hoogste een klein gedeelte van bet eigen -gebied kan heroveren, de centrale mogendheden daarentegen nog maar steeds den strijd, op kleine uitzon-deringen na, op vijandeJijk gebied bbuden, en daardoor ook kostbare onderpanden in handen hebben. vDe algeheele eindoverwinning" kunnen de entente-mogendhedeh niet behalen, indien zij de Duitschers niet naar het eigen land terugdrrjven. Eeri energieke poging der Russen in die richting is pas mislnkt. Zg zullen haar wel hervatten. Maar men kan zich moeilgk voorstellen, dat de oorlog teneinde zal ko men zonder dat ook in het Westen de entente een zoodanige poging onderneem. Waavtoe anders den oorlog zoo hardnekkig voigehouden, als zulke plannen niet be- stonden B,et resultaat van het Duitsche offensief is overigens voor doorbraakpo- gingen van beide zijden zeer weinig aan- moediger.d en brengt in alle geval weer nieuwe verlenging van den oorlog mede. OPEUATIES VAN LUC HT SCI IEP EN, VLIEGTLIGEN EN DUIKBOOTEN. EEN ZEPPELIN VERGAAN. Uit Berlijn wordt van gisteren officieel gemeld, dat een eskader marine-luchtschepen in den nacht van 2 op 3 Mei het middelste en noordelijkste gedeelte van de Engelsche Oostkust heeft aangevallen .en daarbjj fa- brieken, hoogovens, spoorwegemplacementen bij Middlesberough en Stockton, indus'trieele inrichtingen bij Sunderland, de versterkte kustplaats Hartlepool, de kustbatterijen ten Z. van de rivier de Tees en Engelsche oorlogsschepen aan den ingang van de Firth of Forth ruimschoots en met zicht- baar goeden uitslag met bommen bestookt. Alle luchtschepen zijn, ondanks een hevige beschieting, in hun havens teruggekeerd, behalve de L. 20, die tengevolge van een sterken Zuidenwind naar het Noorden af- dreef, op zee in nood kwam en bij Stavanger verloren ging. De geheele bemanning is gered. Op den middag van 3 Mei heeft een van de marine-vliegtuigen een Engelsche kustbatterij bij Sandwich, ten Z. van den mond van de Theems, en verder het vlieg- station ten W. van Deal met succes aan gevallen. Ook in de Oostzee was de werkzaamheid van de marine-vliegers levendig. Een es kader watervliegtuigen bestookte opnieuw het Russisehe linie-schip Slawa en een vjjandelijke duikboot in de Moon-sond met bommen, waarbg treffers waren. Een vijandelgke luchtaanval op ons kuststation Pissen heeft geen militaire schade aangericht. Een van de duikbooten heeft op 30 April voor de kust van Vlaanderen een Enge.lsch vliegtuig neergeschoten, welks in- zittenden door een vijandelijken torpedo- jager opgenomen zijn. Lloyds verneemt uit StavangerDe Zeppelin L 20 is volkomen wrak. De be manning is geinterneerd. AMERIKA. President Wilson heeft 145,000 telegram- men van Amerikaansche burgers ontvangen, die wenschen dat hij er voor zorg draagt, het geschil met Duitschland op vriendschap- pelijke wijze bij te leggen. DE VOLKERENSTRIJD IN MESOPOTAMIE. Hel maakt een zonderlingen indruk te be- denken, dat thans een deel van den grooten wereldstrijid Duitschland-'Engeland (want het behoeft wel geen betoog, dat de Turken en het kind gestreetd hadden, verstijfd. Het werd nacht. Na de bijn"a bovenmen- s.cbelijke inspanning van de laatsle acht-en- veertig uren, duurde bet niet lang of beide vrienden sliepen in; maar terwijl Berger vast sliep en zelfs niet droom Je, werd Hans door allerlei droomen gekweld. Nu was hij thuis bij zijn moeder; een oogenblik later beleefde hij van '1 begin toft 't eind weer den verschrikkelijken brand aan boord; dan weer bevond bij zich, als een tweede Ro binson, geheel alleen op een eenzaarn eiland, om een seconde later Mr. Pamberton voor zich te zien. Ook Ellen speelde een groote rol in zijn droomen, hij hield zich onop- houdelijk met haar redding bezig en dreef met haar op de golven. De zon stand reeds hoog aan den hemel, toen Hans ontwaakte. Zijn eerste blik gold de hut, waaronder het kleine zieke schep seltje rustle; toen keek hij naar- Berger, die nog sliep. De kleine Ellen lag uilgeput op haar bedje van droge bladeren. Met haar groote, blauwe oogen keek zij haar redder wezen- loos aan. Hans boog zich liefdevol over haar been, maar kon met den besten wil van de.wereld de woorden niet verstaan, die van haar koortachtige lipjes kwamen. Het hinderde hem geducht, dat hij niet bij mach- te was haar te helpen; het eenige wat.hij kon doen, was in een kokosnootschaal water uit de bron te halen en haar te laten drin ken. (Wordt vervolgd) De Burgemeester van TER NEUZEN waarschuwt de broodbakkers in deze gemeente aan wien regeerings- meel wordt verstrekt ernstig tegen bet toevoegen van bloem aan het meel, waarvan bruin brood moet worden gebakken, alsmede tegen het uitziften van regeeringsmeel. Voorts worden zij er aan herinnerd, dat bruin brood slechts mag worden verkocht tegen den prijs van 18 cent per K.G. gebakken brood. Niet inachtneming dezer waarschuwing zal voor de betrokkenen medebrengen, dat hun geen regeerings meel meer zal worden verstrekt. Ter Neuzen, 5 Mei 1916. De Burgemeester van Ter Neuzen, J. HUIZINGA. DOOR

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1916 | | pagina 5