i 1 ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOh ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6368. Donderdag 20 April 1916. 56e Jaargang. Bekendmaking. 111311,III U8IAFT De Oorlog. ADVERTENTlfiN ABONNEMENT PH i Telefoon 35. Bit Blad vsrschynt Maanflag-, Woensdag- en Yrtjdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, btf de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Neuzen. Wegens het Paaschfeest zal a. s. Maandag geen nummer van dit blad verschijnen. Onteigening in het belang der Volkshuisvesting. BINNENLAND. FEUILIETOH. Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brieveftbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij c&irecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend, Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. TER 1 CO U RANT. De Burgemeester van TFR NEUZEN. brengt hierbij ter uitvoeriug van art. 80 der wet van 28 Augustus 1851 (Staatsblad No. 125) zooals deze wet is gewijzigd bij de woningwet, ter open bare kennis, dat van af 18 April 1916 tot 20 Mei 1916 op de gemeente-secretarie ter inzage voor een ieder is nedergelegd een door de Vereeniging Woningbouwvereeniging »Werkmansbelang" geves- tigd te Ter Neuzeu aan Burgemeester en Wethouders dezer gemeente overgelegd uitgewerkt plan met uitvoerige kaarten en grondteekeningen en met- duidelijke aanwijzing van de te onteigenen eigen- dommen met hunne kadastrale nummers en de namen hunner in de registers van het kadaster aangeduide eigenaars De belanghebbenden kunnen uiterlijk veertien dagen na verloop van den termijti van nederl^gging hunne bezwaren tegen de onteigening van de aan geduide perceelen, ten name van bovengenoemde vereeniging, sehriftetijk aa^i Burgemeester en Wet- houderk dezer gemeente opgeven. Ter Neuzen, 17 April 1916. Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen, J. IJUIZINGA, Voorzitter. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van HOEK maken bekend, dat de ouders, die hunne kinderen op 1 Mei a.s. op de openbare lagere school wenschen toegelaten te zien, zich daartoe tot en met 29 dozer bij het waarnemend hoofd der school, de beer J. J. van Doeselaar, kunnen aan- melden. Kinderen, die in dit jaar zes jaren oud zijn of worden, worden toegelaten. Hoek, 17 April 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. WOLFERT, Burgemeester. J. M. DREG MANS, Secretaris. England en de kolenvoorziening van de onzijdige seheepvaart. Reuter seint uit Londen aan het „Hbl.": Het minis ter ie van buitenlandsche zaken deelt mede: „Ten e indie misverstand te vaor- komen, waarschuwt H. M.'s regeering de neutrale feeders, dat alle kolen van Duit- sche herkomst, hetzij in lading of in bun kers, aan boord van neutrale schepen, on- derhevig is aan inbeslagneming en vasthou- dingen op dezelfde wijze als de andere goe- deren volgens de bepalingen van den „Order in Council" van 11 Maart 1915. De kapiteins van neutrale schepen zullen er dus wet aan doen zich in het vervolg ervan te verzekeren, dat de kolen, die hun als bunkerkolen zijn geleverd, niet van Duitsche herkomst zijn en zich te voorzien van certificaten van Engelsche consulairc ambtenaren, uit welke blijkl, dat de bun kerkolen, die zij aan boord hunner sche pen hebben, hun geleverd zijn met goed- keuring van den Engelschen consul in de haven, waar zij gebunkerd hebben. i j - De „N. R. Crt." vestigt er de aandacht op, dat deze waarschuwing van verstrekkende beteekenis voor de Nederlandsche belangen dreigt te worden. DOOR H. BERTRAND. 35) Eindelijk wenkte de kapitein Berger en Hans om naderbij te schuiven. Hij spreid- de de zeekaart, die hij had meegenomen, voor hen uit. Men kon moeilijk met juist- heid bepalen waar men zich bevond. Doch de kapitein meende, dat hij de sloep vrij nauwkeurig naar het Zuid-Oosten had ge- stuurd en hij geloofde tenminste ongeveer den afistand te kunnen berekenen, dien ze hadden afgelegd, sedert zij de „City of Sydney" hadden verlaten. Zoo heel wanhopig was hun toestand loch nog niet. Het kon niet tang meer duren of zij moesten een van de kleine eilanden van de Fidsji-groep bereiken. Het was nietdenk- baar, dat men den geheelen archipel zou voorbijroeien. Men moest dus slechts een weinig geduld hebben en zuinig zijn met de roeikrachten. Het doel moest bereikt worden. Alle sleenkool van Duitsche oorsprong, ook de bunkerkolen, zal worden aangehou- den en prijs gemaakt. Ten bewijze van het feit, dat de bunkerkolen niet van Duitschen oorsprong zijn, wordt een toestemming van den Engelschen consul in d,e haven, waar de steenkool is ingenofnen, vereischt. Als men wee I, dat b.v. hier in Rotterdam zoowel door de vaste als door He andere lijnen bijna uitsluitend met Duitsche kolen gebunkerd wordt, beseft men, wat dedraag- wijdte is van deze bekendmaking van het Engelsche ministerie van buitenlandsche za ken. Het is dan ook natuurlijk, dat de Ree- dersvereeniging heden te Amsterdam over deze aangelegenheid vergadert .en op de bij- eenkomst zal wel een oonferentie met onze regeering volgen. Tot nader begrip van de raoeilijkheden, welke Engeland onze seheepvaart in den weg legt, niet zoozeer om Duitschland te benadeelen want het effect daarvan zal wel miniem zijn als wel om zichzelf meer vrachtruimte te bezorgen, diene, dat Engeland reeds gecJurende eenige weken eischen van soortgelijken aard stelt. Sche pen, die in Engeland wilden bunkeren, moesten 30 pCt. van de vrachtruimte af- sl'aan om hun kolen te krijgen. Materiaal voor hier te lande aan te bouwen of in aanbouw zijnde schepen kan ook sedert eenige weken niet uit Engeland worden ver- kregen, tenzij onder dezelfde voorwaarde, waarbij ook wel eens andere eischen worden gesteld. Daarbij komt, dat er uit Engeland niet genoeg Engelsche kolen geleverd worden; en ook al zijn zij hier, dan mag weer niet gebunkerd worden zonder vergunning van het Engelsche consulaatmet de daaraan verbonden voorwaarden. Het gebruik van Hollandsche steenkool was niet doelmatig, omdat zij in vergelijking met andere soorten te mager was. Wel- licht zat men nu, noodgedwongen, ook het binnenlandsche product in gebruik moeten hemien, al zal daarvan meer noodig zijn en ook het personeel daarvioor moeten worden uitgebreid. Voor de lijnen, die op Noord-Anierika varen, zullen de nadeelen, welke uit het be- sluit van de Engelsche regeering voortvloei- en, niet zoo groot zijn als voor andere, om dat zij in Noord-Amerika kunnen bunkeren, wat een verlies van laadruimte van ongeveer 10 pCt. met zich brengt, aangezien de Ame- rikaansche kolen tegelijk voor thuis- en uit- reis zullen moeten worden ingenomen. Sche pen op Zuid-Amerika kunnen daar niet anders dan met Engelsche kolen bunkeren. Op deze zal de maatregel dus wel drukken, evenals b.v. op schepen, die lusschen het Nederlandsche moederland en de kolonien varen. Om de Duitsche bunkerkolen zal het schip in voile zee, die als wij ons goed meenen te herinneren eens de vrije zee heeft geheeten, worden aangehouden; _de kolen worden prijsgemaakt; en het scliip zal dan in een Engelsche haven, Engelsche, mis- schien wel dezelfde, inmiddels verengelschte en prijisgemaakte Duitsche kolen kunnen te- rugkrijgen, als het 30 pCt. van zijn vracht ruimte afstaat. En als het schip dit dan om weg te kun nen komen gedaan heeft en reeds bij die gelegenheid of later, voor 30 pCt. lading van of-voor Engeland mede krijgt, wal zullen de Duitsche duikbooten daarvan zeggan? Zal het gevaar voor torpedeering van dit schip niet zeer groot zijn, als de voor Engelsche rekening medegegevren 'lading eontrabande is? De scheepvaartmaatschappijen moeten dan bovendien weer veel moeite krijgen om haar schepen te verzekeren. Het zijn weinig bemOedigende uitzichteiij welke deze Engelsche bekendmaking voor de Nederlandsche seheepvaart opent. Indien men* slechts drinkwater aan boord had! Er waren nog wel twee flesschen port- wijn, maar de port stond de mannen al even gauw tegen als de kleine Ellen. Toch kon- den zij nog te pas komen, ,men moest er dus zuinig mee huishouden. Levensmidde- len had men nog voldoende voor vier-en- twintig uur: een groote kist met scheeps- licschuit, een paar hlikken corned-beef en een bus chocolade. Ook een bhk met cakes was door een toeval mee in de sloep genomen. Men gaf het meisje een paar cakes, doch zij kreeg daardoor nog meer dorst. De mannen deden wanhopige pogingen om de liarde scheeps- beschuii door hun keel te krijgen. Mrs. Findlay weekte een stukje beschuit in den wijn en toen het meisje dat gegeten had, sliep het in. Het duurde echter niet lang of zij sloeg de oogen weer op en vroeg: Ik heb zoo'n dorst, hebt u dan niets voor mij te drinken, moedertje? De mannen konden de ellende van het kind bijna niet aanzien, zij trokken het zich meer aan dan hun eigen leed. De vader zelf zat met zijn hoofd in de handen als een beeld der vertwijfeling tegenover zijn vrouw en deze laatste weende onophoude- lijk. De NederlainUche mails. De Nederlandsche Regeering heeft, naar aanleiding van het Memorandum betreffen- de de inbeslagneming van over zee vervoer- de brievenpost, haar door den Britschen en door den Franschen gezant op 1 April 1916 namens hun regeeringen overgelegd, onder dagteekening van 11 April 1916, tot de Britsche en tot de Fransche regeering een nota gericht, Hel slot der nota aan de Engelsche re geering luidt: „Geen enkele regel van het volkenrecht rechlvaardigt de handelwijze der Britsche auloriteiten, welke niet alleen indruischt tegen de voorschriften van het Xle Ver- drag van Den Haag, maar evenzeer een directe aanranding vormt van de eigendoms- rechlen der Nederlandsche onderdanen en banken, die de waarden, welke het hier betfeft aan den postdienst hadden toever- tcouwd. Bovendien berokkent zij hoogst frnstig Jiadeel aan de Nederlandsche be langen, doordlen zij elke verzending langs den weg ter zee van waardepapieren, toe- behoorende aan Nederlandsche onderdanen, ondioenlijk heeft gemaakt.- „De Nederlandsche Regeering had zich gevleid, dat de documenten en de waar den, door de Britsche autoriteilen uit de brievenpost gehaald, binnen een kort tijds- verloop aari de rechthebbenden zouiden zijn teruggegeven; zij verwacht dit alsnog en be- lioiKll.zich voor om" ten behoeve van laatst- bedpelden een schadevergoeding te vorde- ren wegens de schaden, door hen geleden tengevolge van de door de Britsche auto- riteifen genomen onwettige maatregelen. „Ee,n vollede lijst van de waarde-papie- ren, van welker inbeslagneming de Neder landsche Regeering is onderricht en waar- van zij teruggave. vraagt, zal binnen kort volgen." De voorwaardelijke Engelsche-kolen-levpring. Officieel. Door den Minister van Landbouw zijn in conferentie ontvangen de directies van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij en van den Ivo- ninklijken Hollandschen Lloyd, die aan den Minister kwamen mededeelen dat voor het bunkeren in Engeland of in Engelsche ko- lenstations door de Britsche regeering ge- eischt werd, het afstaan van 30 pCt. van de scheepsruimte van elke maatschappij ten be hoeve van de vaart op Engeland. De Minister van Landbouw heeft boven- geridemden directies duidelijk te verstaan gegeven, dat de Nederlandsche scheeps ruimte beschikbaar moest blijven voor op- eischi.ng door de Nederlandsche Regeering, en dat deze niet kon toelaten dat zou wor den te kort gedaan aan de mogelijkheid om met Nederlandsche schepen in de eigen behoeften van Nederland te voorzien. Een Engelsche persstem. Reuter seint uit Londen aan de N. R. Crt.: De militalre medewerker van de „Times" zegt in een beschouwing van den toestand aan het Engelsche front in Noord-Frankrijk: Onze goede Hollandsche vrienden zijn on- langis door zeer handige, maar ten slotte gelukkig vruchtelooze kuiperijen van den vijand uit hun gewone flegma opgeschrikt. Wij kunnen nu als altijd slechts herhalen, dat de onafhankelijkheid van een ongeschon- den Nederland een belang van de eerste graotte voor ons is. We zijn niet zoo vol- slagen gek om de Hollanders aan te vallen, terwijl mannen van denzelfden dapperen stani in Afrika den strijd van ons rijk strij- den. Toen we een paai jaar geleden over kustverdedigingswerken in Nederland een kleinen twist hadden, beweerden de Duit- schers, dat wij Nederlandsche hkvens, voor onze schepen moesten gebruiken en in oor- De kapitein had het zeil laten hijschcn en aanvankelijk spande het zich flink in den wind. Toen de zon echter hooger aan den hemel stond, verdween de bries en bleef het zeil slap neerhangen. Opnieuw moest men de riemen opnemen. Het werd snikheet, lieeter dan de vorige dagen. Of verbeeldden zij zich dit slechts in de een- zarne sloep? Hadden zij meer last van de warmte onder den invloed van hun verla ten toestand Een uur lang hadden de matrdzen af- wisselend flink doorgeroeid, toen alien bij na gelijktijdig de riemen lieten zakken, en verklaarden, dat zij uitgeput waren. De ka pitein verwisselde van plaats met den oud- sten matroos en gaf hem het roer; hij zelf, Berger, Hans en Mr. Findlay namen nu op hun beurt de riemen weer op. De matrozen verdeelden een paar beschuiten onder elkaar en dronken een weinig port. De kapitein gebruikte niets. Er lag een uit- drukking van vertwijfeling op zijn gelaat; toch kon men er ook vastberadenheid op lezen. Het werd middag. De zon brandde met een verzengenden gloed. Het was volkomen windstil. De matrozen hadden nu de ande- ren weer afgelost aan de riemen. logstijd Nederland's onzijdigheid zouden schenden. Wij wezen er daarentegen op, dat, geheel afgescheiden van het beginsel, geen noodzakelijkheid voor leger en vloot ons zou dwingen zoo'n dwaasheid te begaan. En wij toonden aan, dat het eenige gevaar voor Nederland uit het Oosten kwam. Wie had er gelijk? Wie is er nu baas over Antwerpen en de Schelde? Wie houdt nu een deel der Nederlanden bezet en be- dreigt de rest? Wiens belang is het de Be- neden-Schelde te schenden, opdat Duitsch- land's vloottoerustingen, die in den tijd van 18 maanden zich op de Schelde hebben op- gehoopt, op zee kunnen worden gebracht, teneinde ons aan te vallen? Hebben wij Ne derland's onzijdigheid geschonden, toen wij er een dringende militaire noodzakelijkheid voor hadden, n.l. om het belegerde Antwer pen te helpen? Maar wij deden het niet. Daarentegen kan men de gevolgtrekking maken, daj. de Duit- schecs de behandeling, die zij Belgie hebben opgelegd, voor Nederland voorbcreiden. Met de gebruikelijke dubbelhartigheid schuift het anderen het plan in de schoenen dat het zelf heeft. Krijgt het de Hollanders op zijn hand, dan is het met hun onafhankelijkheid gedaan. Dat is echter niet te verwachten. De laatste Duitsche leugen is uitgekomen en de Hollanders weten heel goed wat ze moeten gelooven. Telegrani \an den opperbevelhebber. Aan de troepen is, volgens de „Asser Crt.", volgend telegram van den opperbevelhebber van Land- en Zeemacht bekend gemaakt: Regeering en ik verliezen geen oogenblik persoonlijke belangen van de militairen uil het oog, maar zoolang de Regeering schor- sing der periodieke verloven in Staatsbelang noiodzakelijk acht, moet parliculier belang hicrvoor wijken. De soldaten moeten ver- trouwen hebben in Regeering en opperbe velhebber en hierin berusten. Commandan- ten moeten hun duidelijk maken, dat de tegenwoordige toestand niet langer zal duren dan Regeering in Landsbelang beslist on- vermijdelijk acht." Een pleidool voor meet- in plaats van tarwe-invoer. Door het bestuur der Ned. Vereeniging van Handelaren in Buitenlandsch Meel is een adres aan de Tweede Tamer gezon- den, naar aanleiding van de mededeeling der Regeering, dat de kwaliteit van den Aimerikaanschen tarweoogst van 1915 deze tarwe over het algemeen slecht bewaar- baar maakt, en dat de Regeering zich dan ook genoodzaakt heeft gezien om bij den aanvoer met dit feit rekening te houden, terwijl de overeenkomsten met de stooni- vtftirllijnen, behoudens bijzondere omstandig- heden, voldoenden aanvoer van tarwe waar- borgen. Adressanten geven als hun meening te kennen, dat aanvoer van meet onschatbare voordeelen biedt boven tarwe, en betoo- gen, dat 5000 ton tarwe gemalen, slechts 3900 ton meet levert; dat prima import- meel ook van den oogst 1915 door de im- pcu-teurs gedurende minstens een jaar vol komen wordt gegarandeerddat eeri meel- reserve, in iegenstelling met tarwe, over het geheele land verspreid kan worden opge- slagendat, ofschoon geimporteerd meel f 0,50 a 1 goedkooper geleverd kan wor den dan mee! van gelmporteerde farwe, de bakkers er geregeld 2 meer voor betalen wegens de betere kwaliteit, en dat de tarwe- import naar de meening van adressanten noodzakelijker aanleiding geeft tot het ge- dwongen gebruik van brum brood. Deze en andere in het adres opgesomde redenen geven adressanten aanleiding de Kamer te verzoeken maatregelen te treffen, opdat niet langer aan den invoer van tarwe de voor- keiir worde gegeven boven meel-import. WiHIIMi ■iHlll' III III I IB Berger en Hans bereidden voor Mrs. Findlay en haar dochtertje een rustplaats in de schaduw van het zeil en beproefden ook zelf een weinig te rusten. Doch de slaap bleef uit, hun polsen klopten bijna hoorbaar van opgewondenheid en beurte- lings richtten zij zich weer op om zoekend in het rond te kijken. Eenmaal riep Hans met zijn hand in de verte wijzend: Kijk, daar, een zeil! Maar hij zag terstond zelf, dat het slechts een groote zeevogel was, die vlak boven den waterspiegel vloog. En wederom onderzocht de kapitein den horizon, raadpleegde de kaart en riep ver- baasd uit: Ik begrijp er niets meer van, maar wij moeten over een paar uur land zien het moet! Het kleine meisje lag nu in een harde koorts. Met verwilderde oogen keek zij al ien aan en plukte onrustig met haar teere vingertjes aan de japon van haar moeder. De arme vrouw beproefde tevergeefs het kind te kalmeeren. Zij streek de blonde krullen uil het gezichtje, fluisterde hetlieve woordjes toe en zorgde dat het zooi gemak- kelijk mogelijk lag. Geen klacht kwam over haar lippen; haar man echter schreeuwde IScizen naar Belgie. De correspondent der „N. R. Crt." schrijft uit Brussel d.d. 13 dezer: Aangezien vele landgenooten in tde 'meening schijnen te verkeeren, dat het met het reizen van en naar Belgie nu langzaimerhand wel weer normaal is geworden, en het, wanneer de reizigers tot eigen nadeel hun dwaling. hehierken, gewoonlijk te laat is, de zaken ongedaan te maken, is het van belang nog- maals met nadruk op het voilgende tewijzen: Passen voor lieen en weer door een Duit sche autoriteit in ons land afgegeven, wor den hier in Belgie, vooral wat den geldig- heidsduur betreft, volstrekt niet altijd er- kend; gevolg hiervan is, dat het tijdstip, waarop verlof tot terugkeer naar Nederland gegeven wordt, altijd hoogst onzeker is, zoo- flat vertragingen van twee tot drie weken zeer vaak voorkomen. Protesteeren en re- clameeren lielpt in zulk geval niets. Omgekeerd is ook het reizen van Belgie naar Nederland en terug voor Nederlanders belangrijk bemoeilijkt gehleven. De Duitsche overheid in Belgie gaat n.l. legenwoordig van het standpunt uit, dat men aileen ui zeer dringende gevallen en wanneer het be- langrijke zaken betreft, bij wijze van uitzon- dering, toestemming kan krijgen zich naar Nederland te begeven. Het btijve dus een ieder uitdrukkelijk ont- raden zonder volstrekte noodzaak de reis van of naar Belgie te ondernemen. Perso- nen, die tijd, geld en geduld in overvloet\ hebben, kunnen de leans wagen; alle ande ren zullen zich veel kosten en ellende be- sparen door voorshands van reizen af ie zien. DE ALGEMEENE TOESTAND. Er is weder eenig verschil gerezen lus schen de Grieksche regeering en de Entente- mogendheden. In 't kort komt de zaak inaar het „Hbl." schrijft hierop neer. Het Servische leger, dat op Korfoe en daarbij gelegen eilanden gelegenheid had uit te rusten van die ver- moeienissen van den veldtocht, schijnt vol doende gereorganiseerd te zijn, om opnieuw naar het front te worden gezonden. Voor het vervoer dier troepen van Korfoe over land naar de Grieksch-Servische grens heeft de Entente aan Griekenland vergunning ge- vraagd, te mogen beschikken over de spoor- weglijnen PalrasAthene—LarissaSaioniki. De Grieksche regeering heeft op dit verzoek ontkennend geantwoord, wijl zij daarin een volkomen militaire bezetting van Grieken land door de Entente ziet. Deze bonding van de Grieksche regeering, zoo werd door Reuter uit Athene gemeld, heeft een-ongunstigen invloed gehad op.de diplomatieke betrekkingen. Wat het gevolg van deze meeningsverschnien zal worden, is nog niet te voorzien. Sommigen meenen, dat een wijziging gebracht zal worden in het Grieksche kabinet, zooals de „Hestia", die dit voorziet, reeds aankondigde; Skoe- Loedis zou dan aftreden en vervangen wor den door 2Taimis of Rhallis. Want dat de Entente zal toegeven, en den gestelden eisch terugnemen, is niet te verwachten. In een interview heeft de Engelsche gezant te Athene, Elliot, ver- ldaard, dat de Entente moet blijven aan- dringen op het transport der Servische troe pen door Griekenland. Engeland en Frank- rijk kunnen niet de verantwoordelijkheid aanvaarden voor het vervoer van de belang- rijke troepentransporten over zee, wijl dit vervoer te gevaarlijk is door het optreden der duikbooten in de Middellandlsche Zee. Uit Athene wordt aan de „Vossische Zei- tung" geseind, dat dit niet geheel juist is. Engeland en Frankrijk achteii het vervoer het somtijds uit van vertwijfeling en angst en gedroeg zich zoo onverstandig, dat Berger hem eens met zijn vuist op zijn plaats moest neerduwen, terwijl hij hem toesnauw- de: Maar wees dan toch verslandig, man! Wat helpt het u of gij u alzoo aanstelt; geduld is het eenige! Zonder overgang van licht tot donker, zooals meestal in de tropen, kwam de nacht. Na de groote hilte van den dag, was de koele bries, die de nacht meebracht, voor alien een verlichting. Met hun dj-oge lip- pen zogen zij de frissche lucht begeerig in, met nieuwen moed namen zij de riemen ter hand. Het laatste halve fleschje port- wijn ging van mond tot mond, men open- de ook een blik corned-beef, maar het zou- te vleesch stond iedereen tegen. Men stel- de zich tevreden met scheepsbeschuit. De uren kropen om. De korte nacht scheen alien eindeloos toe. Zwijgend zaien de mannen naast elkaar, lustelo'os en uitgeput. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1916 | | pagina 1