i
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
No. 6360.
Zaterdag 1 April 1916.
56e Jaargang. I
De krijgsMrijven.
RIlQILUl BISSAPT
TWSBDB SX-.JLXD.
Voorschriften nopens hst vervoer
en de nederlage van goederen.
BINNENLAND.
FBUILLKTOH.
De BurgemeestejvanTERNEUZENbrengtterkennis
van belanghebbenden, dat ter gemeente-secretarie ter
inzage is nedergelegd een afdruk van de nummers
618, 633 en 634 der verzameling van voorschriften
waarin zijn opgenomen de bepalingen nopens het
vervoer «n de nederlage van goederen.
Ter Neuzen, den 31 Maart 1916.
De Burgemeester van Ter Neuzen,
J. 1IUIZINGA.
Telegrafisdh verkeer met Engeland
hersteld.
Thans is geblekeD, dat de kabelverbinding
ter zee met Engeland niet gestoord is ge-
weest, maar dat de landkabel in Engeland,
tengevolge van een z waren sneeuwstorm,
in het ongereede was geraakt.
De verbinding is thans weer in zooverre
hersteld, dat over een Ijjn geseind kan
worden. In Engeland worden in Lowestof
telegram men voor Amsterdam aangenomen.
Het is te verwachten, dat binnen enkele
dagen het verkeer weer geheel normaal
zal zijn.
Passen naar Duiischlaml.
Het Duitsche gezantschap in den Haag
deelt het volgende mede
Van 1 April af worden tot nader order
passen, pasvisa en geleibiljetten uitgereikt
aan personen, welke ingezetenen zijn van
of zich ophouden
in de provineie Zeeland, zuideljjk van de
Oosterschelde, door het Duitsche consulaat
te Vlissingen
in de provineie Zeeland, noordelijk van
de Oosterschelde, in de provineie Zuid-
flolland, zuidelijk van den spoorweg den
Haag GoudaWoerden, in de provineie
Noord-Brabant, in de districten Bergen op
Zoom, Zevenbergen, Tilburg, Heusden en
Breda, door het Duitsche consulaat te
Rotterdam
in de provineie Limburg, door het Duit
sche consulaat te Maastricht
in de provincien Gelderland, Overijssel
en Drenthe door de PassencentralS te
Arnhem
Iu het overig gedeelte van Nederland,
door het Duitsche consulaat-generaal te
Amsterdam.
Deze nieuwe indeeling der consulaats-
ressorten heeft alleen betrekking op pas-
aangelegenhedenvooralleandereconsulaats-
aangelegenheden bljjven ook de hier niet
genoemde Duitsche consulaten in Nederland
a!s tot nu toe bevoegd.
DOOR TUSSCHENKOMST VAN DEN PAI S
BEVRIJD.
Een correspondent van //De Tijd" in
Belgie meldt aan dat blad
Een paar maanden geleden meldde ik u,
dat Duitsche militairen ^plotseling in het
huis van mejuffrouw Renkin, de zuster van
den Belgischen Minister van Kolonien, waren
binnengedrongen, en zich van haar meester
maakten zonder dat haar gelegenheid werd
gegeven, eenige noodige zaken te regeleu.
De inhechtenisneming ging gepaard met een
huiszoeking, waarbjj alles overhoop werd
geworpen.
Een en ander wekte te meer opzien, daar
mejuffrouw Renkin zich geheel aan liefdadige
werken wjjdt.
Later is gebleken, dat zjj te goeder trouw
H. BERTRAND.
Sorns meende hij, dat hij slechts gedroomd
had en dat het gevaar, waardoor hij zich
een oogenblik te voren bedreigd voelde, in
we/kelij kheid niet bestond, maar enkel in
zijn verbeelding. Hoe was het toch mogelijk,
dat deze mannen, vrouwen en kinderen zoo
kalm zaten te praten en te lachen? Hoe was
het mogelijk, dat de ketlners zich zoo stil'
over de Smyrnasche tapijten voortbewogen
en iedereen bedienden? En nu werd er
zelfs piano gespeeld in den damessalon en
begon een mooie voile altstem een lied van
Schubert te zingen!
Plotseling werd de deur geopend. De ka-
pitein verscheen met twee zijner officieren
op den drempel. Hij zag er, zoo mogelijk,
nog meer ontdaan uit, dan op den vroegen
morgen. Eerst lette echter niemand op hem,
want hij kwam gewoonlijk in de eetzaal
ontbijten. Hij ging regelrecht op Berger af.
Deze kwam hem tegemoet en beide mannen
begaven zich naar den hoek van het ver-
trek en onderhielden zich ©enigen tijd fluis-
terend. i'ocn wenkte Berger Hans, om zich
bij hen te voegen.
De kapifein deelt mij daar zooeven
mee, zei hij zoo kalm mogelijk, dat het ge
vaar grooter is dan hij aanvankelijk meen
de. De brand heeft zich vender uitgebreid,
dan men eerst dacht. Gedurende ons ver-
had deelgenomen aan de bevordering van
het vertrek van Belgische militieplichtigen
naar de grens, een //misdaad", waarvoor zij
tot vjjf maanden'gevangenisstraf werd ver-
oordeeld.
Nadat de gezant van Belgie bij den
H. Stoel op de tusschenkomst van den H.
Vader had aangedrougen, heeft Z. H. de
Paus zich langs diplomatieken weg tot de
militaire Overheden gewend, en door be-
middeling van den Internuntius gedaan
weten te krjjgen, dat mej. Renkin, die reeds
eenigen tijd in arrest had doorgebracht, op
vrjje voeten werd gesteld.
DE „MOWE".
Een medewerker van den Berliner
Lokal-anzeiger" heeft een onderhoud gehad
met kapitein graaf Dohna Schlobien, com
mandant van de »Mowe".
De kapitein verteide
In het begin van Januari voer de »Mowe'
op den Atlantischen Oceaan. Ons schip
was in zoo'n goeden toestand, en de ge-
zondheid van de bemanning was zoo voor-
treffelijk, dat ik het besluit kon nemen, tot
een groote onderneming.
Tegen den middag- van den eersten dag
kregen wjj een rookwolk in zicht. Toen
ik merkte, dat de stoomboot, waarvan de
rook afkomstig was, minder snel liep dam
wjj, begonnen wjj onmiddelljjk de vervol-
ging. Na eenige uren, toen wij reeds een
heel stuk dichterbij gekomen waren, kwam
recht voor ons een tweede schip aan, dat
rechtstreeks op ons aanhield. Ik wachtte
af, tot wij midden tusschen beide in waren.
Toen beesch ik de oorlogsvlag en het in-
ternationale vlaggenbeveionmiddellijk
stoppen. A Is Lewijs, dat het ernstig ge-
meend was, losten wij een sckerp schot voor
den boeg van beide sc'nepan.
De bemannrcg was bljjkbaar onaangenaam
verrast plotseling bp ons kanonnen te zien
verschijnen. Als kippen zonder kop liep
alles door elkaar. Koffers en kisten werden
rond gesleept. Ik hield- mij nu bezig met
de eerste stoomboot, waarvan ik de bemanning
bij ons aan boord list konaen, De tweede
gebruikte deze gelegenheid en een plotseling
opkomende regenbui om zich uit de voeten
te maken, ofschoon ze reeds bijgedraaid
gelegen had. Ze kwam uit het gezicht,
maar nadat wjj de vervolging hadden voort-
gezet, moest zij stoppen en zich overgeven,
nadat een granaat vlak bij haar was neer-
gevallen.
De eerste dag had ons dus twee Engel-
sche stoombooten opgeleverd, die beide een
vrij kostbare lading aan boord hadden.
Beide liggen nu op den bodem van de zee.
Den volgendeu dag kregen wij drio stoom-
schepen. 's Morgens om zeven uur ging
het eerste naar den keider. De golven
hadden zich nog niet daar boven gesloten,
toen de tweede in het gezicht kwam. Ter-
wijl deze het zelfde lot onderging, kwam
snel een derde aangestoomd. Om zeven uur
's avond3 dreven de wrakstukken van alle
drie vreedzaam op een piek bij elkaar.
Wij waren in het gezicht van Madeira,
's Morgens hadden wij een boot laten zinken.
Eenige uren later kwam de >Appam" in
het gezicht.
Nu kwam het erop aan te overleggen
of wjj haar zouden nemen. Het schip was
met draadlooze telegrafie voorzien en kon
van onze aanwezigheid mededeeling doen.
Bovendien waren passagiers aan boord.
Weer werd de oorlogsvlag met het signaal
onmiddelljjk stoppen, opgeheschen. En weer
moest een waarschuwingsschot afgegeven
worden, voor de kapitein draaide. Toen
ik achter het .dek van het schip omvoer,
blijf in Apia schijnt niemand zich eigen-
lijkom de kolen bekommend te hebbem;
nu$|p het te laat om er iemand een ver-
wijt van te maken. Hoe het ook zij, wij
moeten op het ergste voorbereid zijn. Schrik
niet, mijn jongen.
Hans schudde het hoofd. Hij was nu weer
bedaard en kalm.
Spreek maar door, mijnheer Berger,
vertel mij maar alles, u weet, dal ik niet
laf ben.
Dat zijt ge ook niet. Buitendieir dient
bet nergens toe, het gevaar overdreven voor
te stellen. Wij bevinden ons in een gedeelte
van den Oceaan, waar tamelijk veel ver-
keer is en waar een groot aantal eilanden
zijn. Vannacht reeds moeten wij den Fidsji-
arcliipel bereiken. Komt het tot bet uiterste,
dan hebben wij nog altijd de stoepen. Dus
moed gehouden. De kapitein en ik hebben
daareven over het geval gesproken en wij
zijn van dezelfde meening, dat de passa
giers niet langer in onwetendheid gelaten
mogen worden. Hij rekent daarbij op onze
hulp en steun; een paniek moet worden
voorkomen. Hij zou u gaame de taak op-
dragen om de vrouwen en de kinderen kalm
te houden. Ik vertrouw, dat gij op het juis-
te oogenblik de juiste woonden wel zult
vinden. Het is een waar liefdewerk, dat gij
daarmee zult verrichten.
Berger had zeer kalm gesproken. De ka
pitein herliaalde zelf zijn verzoek aan Hans.
Deze beloofde te zullen doen, wat hij kon.
Daarna begaf de kapitein zich naar het mid
den van de zaal. De hofmeesters hadden in-
tusschen de passagiers, die in bun hut ont-
beten hadden, geroepen. Verschrikt snelden
zij alien toe, zij schenen er reeds een voor-
merkten we een kanon, dat Eugelsche ma-
rinematrozen juist op ons aan het richten
waren. Geweervuur hield hen weg. De
paniek aan boord scheen in den beginne
zeer groot. De passagiers, onder wieblijk-
baar vele vrouwen, liepen verward op het
dek door elkaar, deden zwemvesten aan of
zochten hun hebben ea houden by elkaar,
Eerst langzamerhand gelukte het.het prijs-
cotnmando, dat ik er heen gezonden had,
eenige kalmte te verkrjjgen. Het werd nog
beter, toen den passagiers was medegedeeld,
dat hun particuliere eigendom zooveel mo
gelijk zou worden ontzien.
Een bjjzonder mooi oogenblik was het,
toen de Duitsche krijgsgevangenen, die zich
aan boord bevonden werden verlost.
De arme kerels geloofden hun oogen niet,
toen hun hutten geopend werden en zjj op
het dek werden gebracht. Stom en geroerd
stonden zjj daar bij elkaar. Ik liet hen op
de ,/M5we" brengen.
Op de //Appam" bevonden zich vier
Engelsche officieren en 30 matrozen, die
als krijgsgevangenen werden meegenomen.
In een brandkast vondeD wg staven goud.
Zi) waren netjes in kisten gepakt en uit
het Kaapland en van de Goudkust afkomstig.
Zij kwamen onder mijn schrgftafel te land
en zijn gelukkig in Duitschland aangekomen.
Ik was met opzet zoo lang in deze vaar-
wateren gebleven om een schip te vinden,
waarop ik de bemanning van de gezonken
schepen kon onderbrengen. De »Appam"
scheen mij als passsagierschip bgzonder
daarvoor' geschikt. Wij hielden haar voor-
loopig bij ons. Wg mcesten weten hoeveel
kolen en proviand bet schip aan boord had,
daar men eerst daaraa kon uitmaken, naar
welke haven het gezonden moest worden.
Den volgenden dag bracht ons de »Clan
Mactavish". 's Morgens om half vijf kwam
zijn rookwolk in het gezicht. Het was een
snel met draadiooze telegrafie uitgerust schip.
De vervolging begon onmiddellijk, maar
eerst na het donker worden kwam de
//Mowe" in de buurt. //What ship" liet
ik seinen. Een pijnlijke tegenvraag kwam
terug. //Who are you Lk veer voor
zijn boeg om het vlucbten te beletten. Het
schip draaide bg. //Hier Duitsche kruiser,
onmiddellijk stoppen
We liggen parallel naast elkaar. Aan
het geweldig werkeir van zijne sehroeven
zie ik, dat het schip voile vaart loopt.
Desniettemin seint het terug //ik heb ge-
stopt." Tegelijkertgd wordt mij uit de hut
van den telegrafist medegedeeld, dat de
Engelschman van zjjn draadlooze telegrafie
gebruilr maakt. Een waarschuwingsschot
gaat voor zijn boeg. Dit helpt niet. Nu
wordt het ernst. Een tweede granaat ireft
in de brug. De draadlooze telegraaf zwijgt
nu, maar bij beantwoordt ons vuur. Op
korten afstand van elkaar varen wij in voile
vaart, terwijl wij elkaar beschieten.
Nu opent de */Mowe" snelvuur. Wij zien
eenige treffers. Spoedig schijnt hij er genoeg
van te hebben. Hij seint //we stop at all."
En nu zwijgen ook de dekkanonnen van de
z/Mowe."
Alles speelt zich als gewoonlijk af. Er
gaat een priisbemanning aan boord. Wij
nemen de bemanning van het schip over.
De kapitein en twee matrozen van de
Engelsche marine worden krijgsgevangenen.
Onder de bemanning van de „Clan Mactavish"
waren eenige dooden en gewonden. Dit
schip had ongeveer tweehonderd Engelschen
en honderd Indiers aan boord.
In het geheel waren vgfhonderd menschen
aan boord. Het werd hoog tijd de ge-
vangenen kwgt te raken. Ze werden op de
ffAppam" gebracht en luitenant Berg kreeg
gevoel van te hebben, dat er iets bijzonders
gebeurd was, waardoor de eentonigheid van
de vaart werd verbroken, al kon ook geen
der mannen en vrouwen vermoeden, hoe
ontzettend de tijding was, die jple kapitein
hun kwam brengen.
Kalm en duidelijk deelde de kapitein aan
al de verzamelden mee, hetgoen hij ontdekt
had. Hij verborg hun niets, docli liij waar-
schuwde tevens voor overdreven angst, van
levensgevaar kon voor geen der passagiers
sprake zijn. De mogelijkheid was volstrekt
nog niet buitengesloten, dat de „City of Syd
ney", dank zij haar uitstekenden bouw, de
plaats van haar bestemming had kunnen
bereiken, voor de brand te veel schade
had veroorzaakt. Hij deelde hun mee, dat
hij de groote stoompompen" van de sclieeps-
machine reeds in werking had gebracht en
terwijl hij hier stond en hun dit alles ver
teide, stroomde het water reeds met kracht
in het' brandend gedeelte van het ruim. Hij
moest hun tot kalmte en vastberadenheid
aanmanen. Het was de plicht van de passa
giers eerste klasse, als de meest beschaaf-
den en ervarenen, zooals hij met nadruk zei,
om als het noodig was den anderen passa
giers een goed voorbeeld te geven.
Reeds hij het begin van zijn mededeeling,
die zeer helder en duidelijk was, waren
eenige dames flauw gevallen. De heeren
vormden groepjes. Er waren slechts enke-
len, die zich goedhielden, op het gelaat van
de nieesten was ontsteltenis en grenzelooze
angst te lezen. Hier en daar lioorde men
reeds uitdrukkingen van ontevredenheid. En
toen de kapitein eindelijk zweeg en zijn blik-
ken onderzoekend over de aanwezigen liet
gaan, brak de storm met geweld ios.
bevel dit schip als Duitsche prjjs naar
Newport-News te brengen,
Ongeveer een maand later kruisten wij
weer in de zelfde buurt, steeds er mee bezig
zooveel vjjandely'ke schepen als mogelijk
was in den grond te boren. Op een avond,
toen het reeds zoo donker was dat de na-
tionaliteit niet meer bepaald kon worden,
kwam ons een stoomboot in den weg.
De kapitein, die bijzonder slim wilde
zgn, gaf op onze vraag wie hjj was eerst
een naam op, die in geen scheepsregister
voorkomt. Ik vroeg nog eens. Toen
heette hjj weer anders. Hjj verteide later,
dat hjj in zgn verwarring werkeljjk ver-
geteu had, welken naam hij het eerst had
genpemd. Wjj vonden het bgzonder treurig
dat wij een schip met duizend flesschen
Pommery moesten laten zinken, te meer
daar de onze opgegaan was.
Hoe en waar wjj thuis kwamen blgft
nog een geheim. Het laatste gedeelte van
de reis werd onder bescherming van de
Duitsche vloot afgelegd.
DE TAAK DER ZIEKENDRAGERS.
Hoe dringend noodig het is, dat voor
hospitaalsoldaat en ziekendrager maar niet
willekeurig personeel wordt aangenomen,
doch voor die gewichtige functie menschen
met een hoog moreel worden aangewezen.
blijkt wel uit hetgeen Andre Tudesq in het
//Journal" schrjjft over de taak van deze
lieden.
Men heeft de verdienste van de zieken-
dragers niet voldoende gewaardeerd, zegt
hjj. In de heldengalerjj hebben zjj recht op
een eereplaats. De //poilus", die weten
wat voor kerels het zjjn, groeten hen als
wapenbroeders -en wel zeer dappere
wapenbroeders.
De ziekendrager moet lenig zijn, sterk,
vastberaden en* oordeelkundig in zjjn op-
treden. Ongewapend, met het gelaat naar
den vgand, waagt hij zich op hetslagveld.
Daartoe behoort koelbloedigheid en doods-
verachting. Hun stelregel is: //Waar de
poilus hebben weten te komen, zulien wjj
ook komen'^.
De Fransche journalist heeft een onder
houd gehad met een majoor-dokter, wiens
ambulance in eerste linie is^ in de Vogezen.
Zgn gedragslijn was deze zijn ambulance
zoo dicht mogelijk bjj het gevechtsterreiu
brengen onnr.ddellijk den gewonden hulp
verleenen, dus zoo weinig mogeljjk met
hen sollen.
De ziekendragers moeten hun gekwetsten
ophalen uit de ravijnen, uit modderen sneeuw,
terwjjl sommige terreinen, weike zjj passeeren
moeten, voortdurend onder artillerie- en
mitrailleur-vuur staan.
Maar zjj doen hun piicht. Wordt een
drager gawond, zoodat hij niet verder kan,
dan hebben zijn kameraden opdracht eerst
den combattant te reddenhij zeif, de
menschenredder, zal, zoo mogelijk later
opgehaald worden.
Zeshonderd men had de majoor-dokter
onder zgn bevelen. Denk eens, zeide hjj,
op elk uur van den dag en den nacht statin
deze mannen gereed om hun leven te offeren.
Vraag ik. vrjjwilligers, dan bieden alien
zich aan alien, verstaat ge En dan moet
ze laten loten. Het zjjn 600 helden."
Tenslotte verteide hjj de volgende episode
Op zekeren morgen, tegen tien uur, krjjg
ik een telefonisch bericht van den kolonel,
commandant van de infanterie in den sector,
dat een zwaar projectiel een ingegraven
mitrailleurstelling heeft doen instorten voor
de eerste linie. Van de bediening van tien
man, waren er vjjf gedood, de rest was
ernstig gewond. //Tracht de gekwetsten
Ivreten van vertwijfeling, woeste vloeken
klonken do-or elkaar. Sommigen omringden
den kapitein en zijn officieren en beschul-
digden hen van plichtsverzuiananderen
weer stormden de zaal uit en zouden naar
de plaats van den brand zijn gesneld, als
zij niet tegengehouden waren door twee
matrozen, die de eerste Stuurman hier, voor
alle zekerheid, had laten post vatten. Het
was een afschuwelijk tooneel van verwar
ring.
Ivalmte! Stilte! donderde de kapitein
de opgewonden menigte toe. Ik ben liier
meester aan boord en niemand heeft liet
recht mij tegen te spreken. Op mij alleen
rust de veranlwoordelijkheid en waarlijk,
ik zal mijn plichl doen tot aan mijn laal-
sten ademtocht.
Een Yankee, een klein mannetje, die zich
tot nog top op den achtergrond had gehou
den, drpng nu naar voren.
De stoepen uit, gilde hij, de sloepen
lut!
De sloepen, de sloepen! klonk het nu
van alle kanten en alles drong naar de
deur. Maar nu sprong Hans op den Aine-
rikaan toe, j>akte hean bij de schoudei-s,
draaide hem een paar rnaal in het rond en
slingerde hem toen tegen de opdringenden
aan.
Lafaards! Schaamt gij u niet? Wat zal
het gevolg zijn, als iedereen het hoofd ver-
liest? Hebt het hart eens de deur uit te
gaan!
Daar stond hij voor hen met opgeheven
aranen pn gebalde vuisten. Op zijn gelaat
lag een uitdrukking van vastberadenheid.
Bravo,' Mr. Geeren! riep de kapitein
hem toe. En daarna tot de overigen: Moet
eruit te halen gij hebt anderhalf uur, om
twaalf uur vallen wrj aan."
Ik verzamel mijn menschen, zoo ging de
dokter voort, oader bevel van den adjudant.
z/Tien vastberaden dragers voor." Ik breng
hun de order van den kolonel over ,.Cofite
que coftte er naar toe. Indien de eerste
tien vrij willigers worden gedood, zullen tien
anderen aan den rand var, het bosch gereed
staan." De adjudant salueert en aritwoordt
#Wg zullen er komen."
Om half twaalf is de adjudant terug,
met zjjn vjjf gekwetste mitrailleursoldaten.
Ik wensch hem geluk. //Het ging nog al
gemakkeljjk, zeide hjj maar ik moet u
tot mgn leedwezen melden, dat twee van
ODze dragers zijn gedood hun ljjken hebben
we teruggebracht."
Zonder verder eenige bjjzonderheid mede
te deeleD, vertrekt hjj, alleen een weinig
bleek.
Den volgenden morgen meldt zich een
gewonde kapitein bjj me en zegt: „Ube-
schikt over ziekendragers met een buiten-
gewonen durf, had ik er maar zoo velen in
mjjn loopgraven. Vooral uw adjudant
heeft wonderen van dapperheid verricht."
En toen verteide fcjj
De tien dragers en hun commandant
melden zich aan de vuurlinie ik sta hun
te woord, zjj deelen hun opdracht mee.
J ullie komt er niet uit; er wordt onaf-
gebroken gevuurd het zou een zekere dood
beteekenen ik verbied jullie te gaan." De
adjudant salueert en antwoordt^Wjj be-
hooren tot den geneeskundigen dienst;
onze majoor-dokter heeft ons gelast ten
koste van alles de gewonden op te halen
ou les chasseurs ont passe, mon capitaine,
les brancardiers passeiont.
En aan het hoofd van zjjn mannen schrijdt
hjj voorwaarts. Er mbetpn nog 60 meter
door open terrein, onder een verwoed
aitillerie- en mitrailleurvuur, worden afge
legd. De kleine groep kruipf, springt
en weet er door te komen.
In de vijandelijke Joopgraaf zien de Duit-
schers siotn van verbazing, hen te voor-
schijn komen. In goed Fransch roept de
Duitsche officier hen toe Wat jullie doet
is waanzin, je keert nooit terug Want
terugkeeren, dat was het moeilijkste,
Ieder met een gewonde of een doode op
den rug keeren de brancardiers naar onze
linies terug. De adjudant, rechtop, met
een rgzweep in de hand, geeft bedaard zgn
menschen aanwijzingen. De Duitschers
geven salvovuur af.
Twee dragers worden gedood. De adju
dant draagt achtereenvolgens de gewonde
mitrailleursoldaten en daarna zijn eigen
menschen, onder het vuur, op zjjn rug naar
de Fransche linie. Geen enkele doode of
gewonden vait den vjjand in handen. De
adjudant verdwijntzijn arm is gebroken.
Hjj is een klein groedbezitter uit het
Tarn-en-GaroDne departement, territoriaal,
vader van vier kinderen.
Enkele dagen later werd hjj per leger-
order eervol vermeld en ontving hij de
Medaille militaire.
Wij ontleenen omtrent de krijgsbedrijven
de volgende telegram men aan de „H. Crt.":
DUITSCH COMMUNIQUE OVER DEN
TOESTAND.
BERLIJN, 30 Maart.- (Wolff.) OfficieeL
Groot hoofdkwartier.
Westelrjk oor logs terrein.
In de streek van Lihons bracht een klei
ne Duitsche afdeeling van een aanval op
die knaap u teeren, wat plicht is? Kalmte,
heeren, bedaard blijven! Ik herhaal het, er
is geen sprake van dadelijk gevaar, dit is
echter niet te vermijden als u u overgeeft
aan radelooze vertwijfeling! Ik sta in voor
het leven van iedereen aan boord, maar
daartoe is het noodig. dat mijn I/©velen
stipt gehoorzaamd worden!
Hij haalde eensklaps een revolver te voor-
schijn en ook in de handen van de beide
andere officieren zag men ecu wapen blin-
ken.
Ik schiet iedereen neer, die zich durft
verroeren.
De opgewondenheid bedaaixle. Eenigen
van de vera tandigste passagiers kozen par-
lij voor den kapitein. De groote menigte
werd door hun voorbeeld meegesteept. A'el
blevenr enkelen nog morrcn, maar nu heel
zacht en nauwelijks lioorl/aar. De alge-
meene stemming was omgeslagen. De pas
sagiers beloofden elkaar wederkeerig in het
gevaar te zullen bijstaan en zich niet mee
te laten sleepen door overdreven angst. Na
tien minuten kon de kapitein de eetzaal var-
laten met het kalme jgevoel, dat hij hier
voorloopig niets had te vreezen.
Ook onder de andere passagiers van het
schip bevonden zich gelukkig verstaridigd
personen, die hun lotgenooten tot kalmte
wisten. te brengen en het gevoel van angst,
dat alien drukte, maakle langzamerhand
plaats voor een kalme hoopvolle stemming,
toen men bemerkte, dat die equipage, evenals
vooi-heen, bedaard haar plicht deed en de
dienst aan boord op de gewone wijze werd
waargenomen.
(Wordt vervolgd.)
-
TER
DOOR
31) i -