i Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 6360. Zaterdag 1 April 1916. 56e Jaargang. I De krijgsMrijven. RIlQILUl BISSAPT TWSBDB SX-.JLXD. Voorschriften nopens hst vervoer en de nederlage van goederen. BINNENLAND. FBUILLKTOH. De BurgemeestejvanTERNEUZENbrengtterkennis van belanghebbenden, dat ter gemeente-secretarie ter inzage is nedergelegd een afdruk van de nummers 618, 633 en 634 der verzameling van voorschriften waarin zijn opgenomen de bepalingen nopens het vervoer «n de nederlage van goederen. Ter Neuzen, den 31 Maart 1916. De Burgemeester van Ter Neuzen, J. 1IUIZINGA. Telegrafisdh verkeer met Engeland hersteld. Thans is geblekeD, dat de kabelverbinding ter zee met Engeland niet gestoord is ge- weest, maar dat de landkabel in Engeland, tengevolge van een z waren sneeuwstorm, in het ongereede was geraakt. De verbinding is thans weer in zooverre hersteld, dat over een Ijjn geseind kan worden. In Engeland worden in Lowestof telegram men voor Amsterdam aangenomen. Het is te verwachten, dat binnen enkele dagen het verkeer weer geheel normaal zal zijn. Passen naar Duiischlaml. Het Duitsche gezantschap in den Haag deelt het volgende mede Van 1 April af worden tot nader order passen, pasvisa en geleibiljetten uitgereikt aan personen, welke ingezetenen zijn van of zich ophouden in de provineie Zeeland, zuideljjk van de Oosterschelde, door het Duitsche consulaat te Vlissingen in de provineie Zeeland, noordelijk van de Oosterschelde, in de provineie Zuid- flolland, zuidelijk van den spoorweg den Haag GoudaWoerden, in de provineie Noord-Brabant, in de districten Bergen op Zoom, Zevenbergen, Tilburg, Heusden en Breda, door het Duitsche consulaat te Rotterdam in de provineie Limburg, door het Duit sche consulaat te Maastricht in de provincien Gelderland, Overijssel en Drenthe door de PassencentralS te Arnhem Iu het overig gedeelte van Nederland, door het Duitsche consulaat-generaal te Amsterdam. Deze nieuwe indeeling der consulaats- ressorten heeft alleen betrekking op pas- aangelegenhedenvooralleandereconsulaats- aangelegenheden bljjven ook de hier niet genoemde Duitsche consulaten in Nederland a!s tot nu toe bevoegd. DOOR TUSSCHENKOMST VAN DEN PAI S BEVRIJD. Een correspondent van //De Tijd" in Belgie meldt aan dat blad Een paar maanden geleden meldde ik u, dat Duitsche militairen ^plotseling in het huis van mejuffrouw Renkin, de zuster van den Belgischen Minister van Kolonien, waren binnengedrongen, en zich van haar meester maakten zonder dat haar gelegenheid werd gegeven, eenige noodige zaken te regeleu. De inhechtenisneming ging gepaard met een huiszoeking, waarbjj alles overhoop werd geworpen. Een en ander wekte te meer opzien, daar mejuffrouw Renkin zich geheel aan liefdadige werken wjjdt. Later is gebleken, dat zjj te goeder trouw H. BERTRAND. Sorns meende hij, dat hij slechts gedroomd had en dat het gevaar, waardoor hij zich een oogenblik te voren bedreigd voelde, in we/kelij kheid niet bestond, maar enkel in zijn verbeelding. Hoe was het toch mogelijk, dat deze mannen, vrouwen en kinderen zoo kalm zaten te praten en te lachen? Hoe was het mogelijk, dat de ketlners zich zoo stil' over de Smyrnasche tapijten voortbewogen en iedereen bedienden? En nu werd er zelfs piano gespeeld in den damessalon en begon een mooie voile altstem een lied van Schubert te zingen! Plotseling werd de deur geopend. De ka- pitein verscheen met twee zijner officieren op den drempel. Hij zag er, zoo mogelijk, nog meer ontdaan uit, dan op den vroegen morgen. Eerst lette echter niemand op hem, want hij kwam gewoonlijk in de eetzaal ontbijten. Hij ging regelrecht op Berger af. Deze kwam hem tegemoet en beide mannen begaven zich naar den hoek van het ver- trek en onderhielden zich ©enigen tijd fluis- terend. i'ocn wenkte Berger Hans, om zich bij hen te voegen. De kapifein deelt mij daar zooeven mee, zei hij zoo kalm mogelijk, dat het ge vaar grooter is dan hij aanvankelijk meen de. De brand heeft zich vender uitgebreid, dan men eerst dacht. Gedurende ons ver- had deelgenomen aan de bevordering van het vertrek van Belgische militieplichtigen naar de grens, een //misdaad", waarvoor zij tot vjjf maanden'gevangenisstraf werd ver- oordeeld. Nadat de gezant van Belgie bij den H. Stoel op de tusschenkomst van den H. Vader had aangedrougen, heeft Z. H. de Paus zich langs diplomatieken weg tot de militaire Overheden gewend, en door be- middeling van den Internuntius gedaan weten te krjjgen, dat mej. Renkin, die reeds eenigen tijd in arrest had doorgebracht, op vrjje voeten werd gesteld. DE „MOWE". Een medewerker van den Berliner Lokal-anzeiger" heeft een onderhoud gehad met kapitein graaf Dohna Schlobien, com mandant van de »Mowe". De kapitein verteide In het begin van Januari voer de »Mowe' op den Atlantischen Oceaan. Ons schip was in zoo'n goeden toestand, en de ge- zondheid van de bemanning was zoo voor- treffelijk, dat ik het besluit kon nemen, tot een groote onderneming. Tegen den middag- van den eersten dag kregen wjj een rookwolk in zicht. Toen ik merkte, dat de stoomboot, waarvan de rook afkomstig was, minder snel liep dam wjj, begonnen wjj onmiddelljjk de vervol- ging. Na eenige uren, toen wij reeds een heel stuk dichterbij gekomen waren, kwam recht voor ons een tweede schip aan, dat rechtstreeks op ons aanhield. Ik wachtte af, tot wij midden tusschen beide in waren. Toen beesch ik de oorlogsvlag en het in- ternationale vlaggenbeveionmiddellijk stoppen. A Is Lewijs, dat het ernstig ge- meend was, losten wij een sckerp schot voor den boeg van beide sc'nepan. De bemannrcg was bljjkbaar onaangenaam verrast plotseling bp ons kanonnen te zien verschijnen. Als kippen zonder kop liep alles door elkaar. Koffers en kisten werden rond gesleept. Ik hield- mij nu bezig met de eerste stoomboot, waarvan ik de bemanning bij ons aan boord list konaen, De tweede gebruikte deze gelegenheid en een plotseling opkomende regenbui om zich uit de voeten te maken, ofschoon ze reeds bijgedraaid gelegen had. Ze kwam uit het gezicht, maar nadat wjj de vervolging hadden voort- gezet, moest zij stoppen en zich overgeven, nadat een granaat vlak bij haar was neer- gevallen. De eerste dag had ons dus twee Engel- sche stoombooten opgeleverd, die beide een vrij kostbare lading aan boord hadden. Beide liggen nu op den bodem van de zee. Den volgendeu dag kregen wij drio stoom- schepen. 's Morgens om zeven uur ging het eerste naar den keider. De golven hadden zich nog niet daar boven gesloten, toen de tweede in het gezicht kwam. Ter- wijl deze het zelfde lot onderging, kwam snel een derde aangestoomd. Om zeven uur 's avond3 dreven de wrakstukken van alle drie vreedzaam op een piek bij elkaar. Wij waren in het gezicht van Madeira, 's Morgens hadden wij een boot laten zinken. Eenige uren later kwam de >Appam" in het gezicht. Nu kwam het erop aan te overleggen of wjj haar zouden nemen. Het schip was met draadlooze telegrafie voorzien en kon van onze aanwezigheid mededeeling doen. Bovendien waren passagiers aan boord. Weer werd de oorlogsvlag met het signaal onmiddelljjk stoppen, opgeheschen. En weer moest een waarschuwingsschot afgegeven worden, voor de kapitein draaide. Toen ik achter het .dek van het schip omvoer, blijf in Apia schijnt niemand zich eigen- lijkom de kolen bekommend te hebbem; nu$|p het te laat om er iemand een ver- wijt van te maken. Hoe het ook zij, wij moeten op het ergste voorbereid zijn. Schrik niet, mijn jongen. Hans schudde het hoofd. Hij was nu weer bedaard en kalm. Spreek maar door, mijnheer Berger, vertel mij maar alles, u weet, dal ik niet laf ben. Dat zijt ge ook niet. Buitendieir dient bet nergens toe, het gevaar overdreven voor te stellen. Wij bevinden ons in een gedeelte van den Oceaan, waar tamelijk veel ver- keer is en waar een groot aantal eilanden zijn. Vannacht reeds moeten wij den Fidsji- arcliipel bereiken. Komt het tot bet uiterste, dan hebben wij nog altijd de stoepen. Dus moed gehouden. De kapitein en ik hebben daareven over het geval gesproken en wij zijn van dezelfde meening, dat de passa giers niet langer in onwetendheid gelaten mogen worden. Hij rekent daarbij op onze hulp en steun; een paniek moet worden voorkomen. Hij zou u gaame de taak op- dragen om de vrouwen en de kinderen kalm te houden. Ik vertrouw, dat gij op het juis- te oogenblik de juiste woonden wel zult vinden. Het is een waar liefdewerk, dat gij daarmee zult verrichten. Berger had zeer kalm gesproken. De ka pitein herliaalde zelf zijn verzoek aan Hans. Deze beloofde te zullen doen, wat hij kon. Daarna begaf de kapitein zich naar het mid den van de zaal. De hofmeesters hadden in- tusschen de passagiers, die in bun hut ont- beten hadden, geroepen. Verschrikt snelden zij alien toe, zij schenen er reeds een voor- merkten we een kanon, dat Eugelsche ma- rinematrozen juist op ons aan het richten waren. Geweervuur hield hen weg. De paniek aan boord scheen in den beginne zeer groot. De passagiers, onder wieblijk- baar vele vrouwen, liepen verward op het dek door elkaar, deden zwemvesten aan of zochten hun hebben ea houden by elkaar, Eerst langzamerhand gelukte het.het prijs- cotnmando, dat ik er heen gezonden had, eenige kalmte te verkrjjgen. Het werd nog beter, toen den passagiers was medegedeeld, dat hun particuliere eigendom zooveel mo gelijk zou worden ontzien. Een bjjzonder mooi oogenblik was het, toen de Duitsche krijgsgevangenen, die zich aan boord bevonden werden verlost. De arme kerels geloofden hun oogen niet, toen hun hutten geopend werden en zjj op het dek werden gebracht. Stom en geroerd stonden zjj daar bij elkaar. Ik liet hen op de ,/M5we" brengen. Op de //Appam" bevonden zich vier Engelsche officieren en 30 matrozen, die als krijgsgevangenen werden meegenomen. In een brandkast vondeD wg staven goud. Zi) waren netjes in kisten gepakt en uit het Kaapland en van de Goudkust afkomstig. Zij kwamen onder mijn schrgftafel te land en zijn gelukkig in Duitschland aangekomen. Ik was met opzet zoo lang in deze vaar- wateren gebleven om een schip te vinden, waarop ik de bemanning van de gezonken schepen kon onderbrengen. De »Appam" scheen mij als passsagierschip bgzonder daarvoor' geschikt. Wij hielden haar voor- loopig bij ons. Wg mcesten weten hoeveel kolen en proviand bet schip aan boord had, daar men eerst daaraa kon uitmaken, naar welke haven het gezonden moest worden. Den volgenden dag bracht ons de »Clan Mactavish". 's Morgens om half vijf kwam zijn rookwolk in het gezicht. Het was een snel met draadiooze telegrafie uitgerust schip. De vervolging begon onmiddellijk, maar eerst na het donker worden kwam de //Mowe" in de buurt. //What ship" liet ik seinen. Een pijnlijke tegenvraag kwam terug. //Who are you Lk veer voor zijn boeg om het vlucbten te beletten. Het schip draaide bg. //Hier Duitsche kruiser, onmiddellijk stoppen We liggen parallel naast elkaar. Aan het geweldig werkeir van zijne sehroeven zie ik, dat het schip voile vaart loopt. Desniettemin seint het terug //ik heb ge- stopt." Tegelijkertgd wordt mij uit de hut van den telegrafist medegedeeld, dat de Engelschman van zjjn draadlooze telegrafie gebruilr maakt. Een waarschuwingsschot gaat voor zijn boeg. Dit helpt niet. Nu wordt het ernst. Een tweede granaat ireft in de brug. De draadlooze telegraaf zwijgt nu, maar bij beantwoordt ons vuur. Op korten afstand van elkaar varen wij in voile vaart, terwijl wij elkaar beschieten. Nu opent de */Mowe" snelvuur. Wij zien eenige treffers. Spoedig schijnt hij er genoeg van te hebben. Hij seint //we stop at all." En nu zwijgen ook de dekkanonnen van de z/Mowe." Alles speelt zich als gewoonlijk af. Er gaat een priisbemanning aan boord. Wij nemen de bemanning van het schip over. De kapitein en twee matrozen van de Engelsche marine worden krijgsgevangenen. Onder de bemanning van de „Clan Mactavish" waren eenige dooden en gewonden. Dit schip had ongeveer tweehonderd Engelschen en honderd Indiers aan boord. In het geheel waren vgfhonderd menschen aan boord. Het werd hoog tijd de ge- vangenen kwgt te raken. Ze werden op de ffAppam" gebracht en luitenant Berg kreeg gevoel van te hebben, dat er iets bijzonders gebeurd was, waardoor de eentonigheid van de vaart werd verbroken, al kon ook geen der mannen en vrouwen vermoeden, hoe ontzettend de tijding was, die jple kapitein hun kwam brengen. Kalm en duidelijk deelde de kapitein aan al de verzamelden mee, hetgoen hij ontdekt had. Hij verborg hun niets, docli liij waar- schuwde tevens voor overdreven angst, van levensgevaar kon voor geen der passagiers sprake zijn. De mogelijkheid was volstrekt nog niet buitengesloten, dat de „City of Syd ney", dank zij haar uitstekenden bouw, de plaats van haar bestemming had kunnen bereiken, voor de brand te veel schade had veroorzaakt. Hij deelde hun mee, dat hij de groote stoompompen" van de sclieeps- machine reeds in werking had gebracht en terwijl hij hier stond en hun dit alles ver teide, stroomde het water reeds met kracht in het' brandend gedeelte van het ruim. Hij moest hun tot kalmte en vastberadenheid aanmanen. Het was de plicht van de passa giers eerste klasse, als de meest beschaaf- den en ervarenen, zooals hij met nadruk zei, om als het noodig was den anderen passa giers een goed voorbeeld te geven. Reeds hij het begin van zijn mededeeling, die zeer helder en duidelijk was, waren eenige dames flauw gevallen. De heeren vormden groepjes. Er waren slechts enke- len, die zich goedhielden, op het gelaat van de nieesten was ontsteltenis en grenzelooze angst te lezen. Hier en daar lioorde men reeds uitdrukkingen van ontevredenheid. En toen de kapitein eindelijk zweeg en zijn blik- ken onderzoekend over de aanwezigen liet gaan, brak de storm met geweld ios. bevel dit schip als Duitsche prjjs naar Newport-News te brengen, Ongeveer een maand later kruisten wij weer in de zelfde buurt, steeds er mee bezig zooveel vjjandely'ke schepen als mogelijk was in den grond te boren. Op een avond, toen het reeds zoo donker was dat de na- tionaliteit niet meer bepaald kon worden, kwam ons een stoomboot in den weg. De kapitein, die bijzonder slim wilde zgn, gaf op onze vraag wie hjj was eerst een naam op, die in geen scheepsregister voorkomt. Ik vroeg nog eens. Toen heette hjj weer anders. Hjj verteide later, dat hjj in zgn verwarring werkeljjk ver- geteu had, welken naam hij het eerst had genpemd. Wjj vonden het bgzonder treurig dat wij een schip met duizend flesschen Pommery moesten laten zinken, te meer daar de onze opgegaan was. Hoe en waar wjj thuis kwamen blgft nog een geheim. Het laatste gedeelte van de reis werd onder bescherming van de Duitsche vloot afgelegd. DE TAAK DER ZIEKENDRAGERS. Hoe dringend noodig het is, dat voor hospitaalsoldaat en ziekendrager maar niet willekeurig personeel wordt aangenomen, doch voor die gewichtige functie menschen met een hoog moreel worden aangewezen. blijkt wel uit hetgeen Andre Tudesq in het //Journal" schrjjft over de taak van deze lieden. Men heeft de verdienste van de zieken- dragers niet voldoende gewaardeerd, zegt hjj. In de heldengalerjj hebben zjj recht op een eereplaats. De //poilus", die weten wat voor kerels het zjjn, groeten hen als wapenbroeders -en wel zeer dappere wapenbroeders. De ziekendrager moet lenig zijn, sterk, vastberaden en* oordeelkundig in zjjn op- treden. Ongewapend, met het gelaat naar den vgand, waagt hij zich op hetslagveld. Daartoe behoort koelbloedigheid en doods- verachting. Hun stelregel is: //Waar de poilus hebben weten te komen, zulien wjj ook komen'^. De Fransche journalist heeft een onder houd gehad met een majoor-dokter, wiens ambulance in eerste linie is^ in de Vogezen. Zgn gedragslijn was deze zijn ambulance zoo dicht mogelijk bjj het gevechtsterreiu brengen onnr.ddellijk den gewonden hulp verleenen, dus zoo weinig mogeljjk met hen sollen. De ziekendragers moeten hun gekwetsten ophalen uit de ravijnen, uit modderen sneeuw, terwjjl sommige terreinen, weike zjj passeeren moeten, voortdurend onder artillerie- en mitrailleur-vuur staan. Maar zjj doen hun piicht. Wordt een drager gawond, zoodat hij niet verder kan, dan hebben zijn kameraden opdracht eerst den combattant te reddenhij zeif, de menschenredder, zal, zoo mogelijk later opgehaald worden. Zeshonderd men had de majoor-dokter onder zgn bevelen. Denk eens, zeide hjj, op elk uur van den dag en den nacht statin deze mannen gereed om hun leven te offeren. Vraag ik. vrjjwilligers, dan bieden alien zich aan alien, verstaat ge En dan moet ze laten loten. Het zjjn 600 helden." Tenslotte verteide hjj de volgende episode Op zekeren morgen, tegen tien uur, krjjg ik een telefonisch bericht van den kolonel, commandant van de infanterie in den sector, dat een zwaar projectiel een ingegraven mitrailleurstelling heeft doen instorten voor de eerste linie. Van de bediening van tien man, waren er vjjf gedood, de rest was ernstig gewond. //Tracht de gekwetsten Ivreten van vertwijfeling, woeste vloeken klonken do-or elkaar. Sommigen omringden den kapitein en zijn officieren en beschul- digden hen van plichtsverzuiananderen weer stormden de zaal uit en zouden naar de plaats van den brand zijn gesneld, als zij niet tegengehouden waren door twee matrozen, die de eerste Stuurman hier, voor alle zekerheid, had laten post vatten. Het was een afschuwelijk tooneel van verwar ring. Ivalmte! Stilte! donderde de kapitein de opgewonden menigte toe. Ik ben liier meester aan boord en niemand heeft liet recht mij tegen te spreken. Op mij alleen rust de veranlwoordelijkheid en waarlijk, ik zal mijn plichl doen tot aan mijn laal- sten ademtocht. Een Yankee, een klein mannetje, die zich tot nog top op den achtergrond had gehou den, drpng nu naar voren. De stoepen uit, gilde hij, de sloepen lut! De sloepen, de sloepen! klonk het nu van alle kanten en alles drong naar de deur. Maar nu sprong Hans op den Aine- rikaan toe, j>akte hean bij de schoudei-s, draaide hem een paar rnaal in het rond en slingerde hem toen tegen de opdringenden aan. Lafaards! Schaamt gij u niet? Wat zal het gevolg zijn, als iedereen het hoofd ver- liest? Hebt het hart eens de deur uit te gaan! Daar stond hij voor hen met opgeheven aranen pn gebalde vuisten. Op zijn gelaat lag een uitdrukking van vastberadenheid. Bravo,' Mr. Geeren! riep de kapitein hem toe. En daarna tot de overigen: Moet eruit te halen gij hebt anderhalf uur, om twaalf uur vallen wrj aan." Ik verzamel mijn menschen, zoo ging de dokter voort, oader bevel van den adjudant. z/Tien vastberaden dragers voor." Ik breng hun de order van den kolonel over ,.Cofite que coftte er naar toe. Indien de eerste tien vrij willigers worden gedood, zullen tien anderen aan den rand var, het bosch gereed staan." De adjudant salueert en aritwoordt #Wg zullen er komen." Om half twaalf is de adjudant terug, met zjjn vjjf gekwetste mitrailleursoldaten. Ik wensch hem geluk. //Het ging nog al gemakkeljjk, zeide hjj maar ik moet u tot mgn leedwezen melden, dat twee van ODze dragers zijn gedood hun ljjken hebben we teruggebracht." Zonder verder eenige bjjzonderheid mede te deeleD, vertrekt hjj, alleen een weinig bleek. Den volgenden morgen meldt zich een gewonde kapitein bjj me en zegt: „Ube- schikt over ziekendragers met een buiten- gewonen durf, had ik er maar zoo velen in mjjn loopgraven. Vooral uw adjudant heeft wonderen van dapperheid verricht." En toen verteide fcjj De tien dragers en hun commandant melden zich aan de vuurlinie ik sta hun te woord, zjj deelen hun opdracht mee. J ullie komt er niet uit; er wordt onaf- gebroken gevuurd het zou een zekere dood beteekenen ik verbied jullie te gaan." De adjudant salueert en antwoordt^Wjj be- hooren tot den geneeskundigen dienst; onze majoor-dokter heeft ons gelast ten koste van alles de gewonden op te halen ou les chasseurs ont passe, mon capitaine, les brancardiers passeiont. En aan het hoofd van zjjn mannen schrijdt hjj voorwaarts. Er mbetpn nog 60 meter door open terrein, onder een verwoed aitillerie- en mitrailleurvuur, worden afge legd. De kleine groep kruipf, springt en weet er door te komen. In de vijandelijke Joopgraaf zien de Duit- schers siotn van verbazing, hen te voor- schijn komen. In goed Fransch roept de Duitsche officier hen toe Wat jullie doet is waanzin, je keert nooit terug Want terugkeeren, dat was het moeilijkste, Ieder met een gewonde of een doode op den rug keeren de brancardiers naar onze linies terug. De adjudant, rechtop, met een rgzweep in de hand, geeft bedaard zgn menschen aanwijzingen. De Duitschers geven salvovuur af. Twee dragers worden gedood. De adju dant draagt achtereenvolgens de gewonde mitrailleursoldaten en daarna zijn eigen menschen, onder het vuur, op zjjn rug naar de Fransche linie. Geen enkele doode of gewonden vait den vjjand in handen. De adjudant verdwijntzijn arm is gebroken. Hjj is een klein groedbezitter uit het Tarn-en-GaroDne departement, territoriaal, vader van vier kinderen. Enkele dagen later werd hjj per leger- order eervol vermeld en ontving hij de Medaille militaire. Wij ontleenen omtrent de krijgsbedrijven de volgende telegram men aan de „H. Crt.": DUITSCH COMMUNIQUE OVER DEN TOESTAND. BERLIJN, 30 Maart.- (Wolff.) OfficieeL Groot hoofdkwartier. Westelrjk oor logs terrein. In de streek van Lihons bracht een klei ne Duitsche afdeeling van een aanval op die knaap u teeren, wat plicht is? Kalmte, heeren, bedaard blijven! Ik herhaal het, er is geen sprake van dadelijk gevaar, dit is echter niet te vermijden als u u overgeeft aan radelooze vertwijfeling! Ik sta in voor het leven van iedereen aan boord, maar daartoe is het noodig. dat mijn I/©velen stipt gehoorzaamd worden! Hij haalde eensklaps een revolver te voor- schijn en ook in de handen van de beide andere officieren zag men ecu wapen blin- ken. Ik schiet iedereen neer, die zich durft verroeren. De opgewondenheid bedaaixle. Eenigen van de vera tandigste passagiers kozen par- lij voor den kapitein. De groote menigte werd door hun voorbeeld meegesteept. A'el blevenr enkelen nog morrcn, maar nu heel zacht en nauwelijks lioorl/aar. De alge- meene stemming was omgeslagen. De pas sagiers beloofden elkaar wederkeerig in het gevaar te zullen bijstaan en zich niet mee te laten sleepen door overdreven angst. Na tien minuten kon de kapitein de eetzaal var- laten met het kalme jgevoel, dat hij hier voorloopig niets had te vreezen. Ook onder de andere passagiers van het schip bevonden zich gelukkig verstaridigd personen, die hun lotgenooten tot kalmte wisten. te brengen en het gevoel van angst, dat alien drukte, maakle langzamerhand plaats voor een kalme hoopvolle stemming, toen men bemerkte, dat die equipage, evenals vooi-heen, bedaard haar plicht deed en de dienst aan boord op de gewone wijze werd waargenomen. (Wordt vervolgd.) - TER DOOR 31) i -

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1916 | | pagina 5