ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Ter ITeuzensclie Courant No. 6349. Dinsdag 7 Maart 1916. 56e Jaargang. i ism la n GrlUBlNTIB A AO. De Oorlog'. ABONNEMENT ADVERTENTIEN: Teleioon 25. Pit Blad yerschijnt Maandag^, Woensdag* en Vrjjdagavond, nitgezonderd op Feestdagen, hjj de Firma P. J. VAN DE 8ANDE ts Tar Negzen" Zaterdag 4 Maart 1916. No. 6348. Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland fl.10. Sij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika fl.65, overig Buitenland 2.—. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van tot 4 regels f 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. JDB2 E&JDm VAN HET FRANSCHE FRONT TERUG. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat Openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal worden gehouden op Donderdar den Mauri 1910, des voor middags ten 10 ure. Ter Neuzen, den 6 Maart 1916. De Bureemeester vom-nnemd het bedrijf, door den oorlogstoestand. Het is niet de eerste maal, dat een binnen- schippersvereeniging ontstond, met het doel verbetering van toestanden te verkrijgen, er ontstonden bonden, die op eens een groot aantal leden telden, die een groote macht vormden, maar ze waren ook even spoedig weder verdwenen. De schitmers en Handel heeft daarop den 2den dezer het volgende geantwoord 1°. De Kunstmestcommissie heeft alle landgebruikers in Augustas 1915 in de gelegenheid gesteld op te geven, hoeveel en welke kunstmest zjj noodig hadden a. voor levering in het najaar 1915, en b. voor de leverincr 1 n Hof. vnnnoar 1 Q1 ft hen alien nauwkeurig op. Je kunt niet weten wat er tusschen is. lnmiddels was de eerste officier aan dek gekomen. Uit de papieren zag ik, dat het hier den Nederlandsche stoomer Batavier IV gold, op weg naar London. De lading bestond hoofdzakelijk uit levensmiddelen, I1- de tweede officier mij het signaal, dat de spiegeleieren aan boord van de Zaanstroom voortreffeljjk smaakten. Zoo behoefden wjj dan nog slechts enkele uren te wachten om veilig binnen het be- reik der beschermende strandbatterijen te zijn. VAN DE ALGEMEENE TOESTAND. Voorloopig is de slrijd bij Verdun tot stil- stand gekomen, schrijft het „Alg. Hbl.". De Woensdag ontvangen legerbericliLen geven den indruk, dat er nog hevige artille- riegevechten plaats hebben, maar dat van een nieuwe infanterie-actie geen sprake was. Of nu de beschieting der stad en forten, die onder het bereik van het zware Duitsche geschut zijn gebracht, wordt voortgezet, is niet duideiijk. Zeker is slechts, dat de Duit sche aanval, die geleid heeft tot het neimen van een terrein van enkele kilometers uiepte ten Noorden*en ten Oosten van de vesting, is tot staan gebracht. De groote verliezen, die aan beide zijden geleden werden, hebben dus geen ander resultant gehad, dan dat de Duitsche linie een weinig verplaatst is. De verdediger van Verdun is de Fransche generaal Humbert. Sedert het najaar van 1915, Loen generaal Sarrail, op verzoek van generaal Joffre, het bevel over het Fransche leger in het Oosten aanvaardde, werd de or- ganisatie der verdediging van die vesting Ver dun aan generaal Humbert opgedragen. Er heerschte in Frankrijk een zekere opwin- ding, toen bekend werd, dat Sarrail, die den bijnaam droeg van „le ligre de Verdun", van zijn post werd ontheven en naar Salo- niki gezonden. Want de wijze, waarop Sar rail de positie om Verdun wist te kiezen en te versterken, werd in Frankrijk Uewon- derenswaardig geacht, doch was niet naar den zin van Joffre; en toen de kroonprins in het vorige najaar een aanval deed in het Argonnerwoud en daarbij een deel dier be- vestigingswerken in handen der Duitschers vielen, achtte Joffre het oogenblik gekomen om Sarrail van zijn bevel te ontheffen en dat aan een anderen generaal op te dragon. In de Kamer werd daarover geinterpelleerd en werd de ontheffing van generaal Sarrail aan zijn krachtige republikeinsche denkbeel- den toegeschreven. IJet was op verzoek van de republikeinsche vrienden van Sarrail, dat deze met een ander bevel werd belast, en de niet gemakkelijkc en zeker niet benijdens- waardige taak kreeg, in Saloniki het bevel over het landingsleger te gaan aanvaarden. Generaal Humbert nam dus het bevel over de vesting Verdun en het oosterleger over en versterkte de stellingen, door zijn voorganger ingenoonen, nog meer; voor kor- ten tijd werden deze door generaal Joffre en den president der Republiek bezocht, en beiden spraken toen hun groote tevreden- heid uit over de maatregelen, door generaal Humbert voor de verdediging der vesting gen omen. Een gedeelte dier stelling is thans door de Duitschers bezet; in uur (de wijze van verdedi ging van generaal Humbert heeft er zeker toe bijgedragen, dat de plotseling ingezet- te stormloop, die in het Noorden en Oosten tot verlies van een strook grond lcidde, ge- eindigd is, zonder dat van de eigenlijke ves- tingwerken een deel kon worden genomen. De militaire medewerker van de „Times", de gevech ten van de vorige week besprekend, zegt, dat de Duitschers met hun gevoel voor methodiek en wiskunde een les getrokken hebben uit bet Fransche offensief in Cham pagne. Bij dien aanval slaagden de Fran schen erin, door een groote hoeveellieid gra- naten uit te storten over een uitgeslrekt front, en daarna tot een krachtigen aanval over te ga(an, om op meer dan een plaats de Duitsche linie in te drukken. Zij konden echter van het behaalde voor- deel geen gebruik nxaken, omdat de aanvals- linie te groot was en het beschikbare aantal manschappen, in verband daarmede, niet groot genoeg. De Duitschers hebben thans het front van hun offensief verkleind en de slortvloed van granaten en de diclitheid der aanvallende troepen vergroot, om daardoor te traohten de doorbraak, die den Franschen in Cham pagne niet gelukt was, te verkrijgen. Dit doel werd editor verijdeld door de kracht der Fransche verdediging, den ovcrvlocd van ammunitie aan Fransche zijde, en voor- namelijk door den gciijktijdigen en vroeg- tijdigen lerugtocht der Franschen over de geheele linie, naar meer achlerwaarts gele-- gen stellingen. Het gevolg daarvan was, dat er na den eersten dag een oogenblik van aarzeling was en dat in liet Duitsche hoofdkwartier op nieuw werd beraadslaagd. Toen schijnt besloten te zijn, hoewel het doel van den aanval niet bereikt was, het beuken op de dicht bij Verdun gelegen Fransche linies voort te zetten. Doch ook die aanval leidde niet tot het doel, om die vesting te namen; en toen begon de aanval uit het Oosten, die gestuit werd aan den voet van de Maashoogten, sleil als een berg- wand uit de vlakte van Woevre oprijzend. Daar zijn de inoeilijkheden nog grooter. Want de Duitschers staan hier voor hoog- ten, die door Fransche troepen bezet zijn, wier artillerie het geheele voorgclegen ter rein beheerscht; en het is moeilijk voor de Duitsche artillerie stellingen te vinden, die niet door de batterijen op de Maashoogten worden beheerscht. De „Times"-correspondent te Parijs meent, dat de Duitsche aanval reeds als mislukt moet worden beschouwd, en knoopt daaraan beschouwingen vast, die uitloopen op de slotsom, dat Duitschland te zwak is gewor- den voor geweldige ondememingen, en dat het Westelijk front voor de Duitsche troepen onneembaar is gebleken. Die meening, zegt de „Times", is wellicht voorbarig". Men moet niet te vroeg tot de slotsom komen, dat het Duitsche offensief voorbij is. Vermoedelijk zal de aanval op Verdun worden voortgezet, ook al is men er zeker van, dat hij niet zal slagen. En dan betoogt het blad: „Als Duitschland nu niet kan slagen, kan het ook niet hopen over zes maanden te zullen slagen, indien het den aanval op Verdun moet opgeven, en geen krachtige poging ondernoemt, om op een ander pvuit van het Westelijk front zijn doorbraakpogin- gen door te zetten." Doch de mogelijkheid bestaat ook, dat de Duitschers hun zwaar geschut naar voren brengen, en dal zij door den slechten toe- stand der wegen daarbij veriraging onder- vinden. Dat de slag bij Verdun voor het oogenblik tot staan is gebracht, is zeker; maar de volgende dagen zullen eersl kun- nen tobnen, of de poging, om hier door te dringen, gehecl is opgegeven. Voor eenige d,agen ontvingen wij een be- richt over een gevecht in Egypte tegen de Senoessi, waarin de Engelsche Yeomanry en de Zuid-Afrikaansche infanterie een over- winning behaalden. Uit de sedert ontvangen Engelsche bla- den de postverbinduig met Engeland is, sedert de maatsdiappij „ZeeIand" den ge- regelden dienst staakte, zeer slecht blijkt, dat de Senoessi en de Arabieren onder be vel stonden van den broeder van Enver- pasja, Noery-bey, en zijn onderbevelhebber Gaafar. Noery-bey werd gedood, Gaafarern- stig gewornl. Het gevecht had plaats bij Barani, dat een heel eind Westelijk van Mersa Matru, dicht bij de grens van Tripoli gelegen is. Het vorige gevecht, bij Mersa Matru, werd in November geleverd, 150 mijlen van die grens. De grenswacht, onder bevel van generaal Maxwell, was daarheen getrokken, om 'botsing met de grenssLammen te ver- mijden. Sedert is het Britsche leger daar versterkt met Zuid-Afrikanen, Nieuw-Zee- landers, Sikhs en Yeomanr\', en met terri- toriale artillerie uit Engeland. Deze ver sterkte macht is nu naar het Westen opge- rukt en heeft de Arabische mvallers terng- gedreven; de Senoessi lieten meer dan 200 man aan dooden en gewonden op het veld. Twee Turksche officieren werden gevangen genomen, een machinegeweer buil gemaakt. De „Leeuwarder Crt." bevat een belang- rijk interview met ieinand, die van het Fransche front terugkeerde, waaraan wij het volgende ontleenen: Een onzer stadgenooten, de heer F. E. G. C. Doucet, leeraar aan de Rijks-Hoogere- Burgersdiool te Leeuwarden, gehoorzaamde ook de stem, die zoo liiid weerklonk door Europa, in den zomer van 1914. Frankrijk, 't land zijner geboorte, riep hem ten strijde. Hij stond mee vooraan in het gevaar en keertle in het laatst der vorige week, beloond voor zijn dapper gedrag (en geheel pngedeerd, met tien dagen verlof bij vrouw en kinderen terug. „Quiconque a beaucoup vu, pent avoir beaucoup re ten u". Za terdag hebben we den heer Doucet in zijn gezellige woning opgezocht, en hem ver- zocht, eenige bijzonderheden van hetgeen hij sinds zijn vertrek naar Frankrijk had be- leefd, voor de krant te willen mededeelen. Dat is goea, zei hij met groote bereidwil- ligheid; ga zitten en vraag maar, want an- ders zou ik niet welen, wa,ar te beginnen en waar te eindigen bij een voorraad stof, waarmee boekdeelen zijn te vullen. Nu is het vragen in dergelijke gevallen ook niet erg gemakkelijk, maar als, het on- derhoud eerst aan den gang is, dan valt het toch een beetje mee. Hier volgt nu de korte inhoud vaai wat ons verteld werd. Ik was juist in den zomer van 1914 te Groningen, als lid der commissie, belast met het afnemen van het eind-examen der Rijks-Hoogere-Burgerscholen, toen to mijner kennis kwam, dat de Fransche regeering de mobilisatie had bevolen. Ik was oud-on- derofficier bij de artillerie en begreep mijn plicht. Mijn vrouw was liet geheel met mij eens en dus ging ik onmiddellijk op reis naar mijn vaderland. Vijf dagen later kwam ik te Poitiers aan, maar mocht niet onmid dellijk naar het front, omdat er nog flink gestudeerd mo-est worden, ten einde de noo- dige bekwa.amheid te verwerven. In dien tijd heb ik ook dienst gedaan als tolk, ten behoeve van de Duitsche krijgsgevangenen. In Januari 1915 deed ik het verzoek, naar 't front te mogen vertrekken. Niet zonder moeite kreeg ik mijn verlangen ingewilligd en zoo ging ik in Februari naar den Hart- mannweilerkopf in den Elzas, waar ik de lente bij kleine voorpostengevechten heb doorgebracht. Op den 19 Juli d.a.v. nam ik deel aan een belangrijk gevecht. De Duit schers beproefden toen voor den tweeden keer de hoogte te heroveren. Het mocht mij gelukken, gedurende anderhalf uur met twee kanonnen een bataljon Beieren tegen te tiou- den. Toen kwam het 152e regiment ter ver- sterking aanrukken en werden de Duitschers teruggeworpen. Ter belooning voor mijn ge- drag werd ik voorgedragen, om tot luitenant bij de artillerie te worden bevorderd. Tegelijkertijd vernam ik, dal mijn zwager, luitenant bij de infanterie, was gesneuveld. Ik had de Alpenjagers in den Elzas leeren kennen en was vol bewondering voorhunne daden. Dit gaf mij aanleiding, voor mijne benoeming tot luitenant bij de artillerie te bedanken en te verzoeken, luitenant bij de Alpenjagers te mogen worden. Ik kreeg mijn verzoek terstond ingewilligd en heb in dien rang meegeholpen aan de herovering van den Lingekopf en "den Barrenkopf, in Au gustus 1915. De bestorming van die hoogten kwam ons bataljon duur te staan; van de 1500 man schappen verloren wij er 800. Nadat we eenigen tijd rust hadden genoten en ons ba taljon weer was aangevuld, zijn we den 21 September naar Champagne vertrokken, om onzen plicht te doen bij den grooten aanval, in die maand beraamd en uitgevoerd. Gedu rende drie dagen werden de Duitsche stel lingen door het vuur van onze kanonnen bestookt, tot op den 25 September, des mor- gens om} 9 uur, het sein tot den aanval werd gegeven. We hebben toen de bekende over- winning bevochten, die ons 25.000 gevange- nen aanbracht en den Duitschers ongeveer de sterkte van drie legerkorpsen kostte. Ook onze verliezen waren aanzienlijk, maar haal- den niet bij die van den vijand. Ware het anders geweest, we hadden moeilijk van een overwinning kunnen spreken. Het was een plaatselijk offensief, om den Russen eenige verademing te verschaffen en de publieke opinie te kalnieeren. Bij die gelegenheid werd mijn compagnie, ter sterkte van 250 geweren, geofferd. We moesten voorgaan en in den avond van 28 September waren er nog 37 van de onzen over. Zonder het minste letsel te hebben be- komen, keerde ik uit den strijd terug en werd beloond met „la croix de guerre". Velen hadden bij de overwinning in Cham pagne het leven gelaten. Voor de overgehle- venen was weer een rusltijd aangebroken en de zeer gedunde legerscharen moesten worden aangevuld. De eerstvolgende plaats mijner bestemining was au Col du Bon- homme in de Vogezen. We waren er nog maar kort, of we werden plotseling voor een andere taak opgeroepen. Men bracht ons met de automobiel naar den Hartmann- weilerkopf het gebeurde op den 27en December 1915 om de Duitschers tegen te houden, die een nieuwen aanval tegen dien lop' wilden ondernemen. Hoewel wij veel in de Duitschers hebben af te keuren, moet het tot hun ear gezegd worden ook den vijand worde de hulde bewezen, die hem toekomt dat zij dien aanval door middel van linn artillerie-vuur schitterend voorbereidden. Wij kregen het zwaar te verantwoorden. Wei 21/2 uur lang heb ik mijn stelling met 72 man en 2 mitrailleuses tegen een geheel bataljon moeten verdedi- gen. Nadat ons de versterkingen bereikt liadden, werd dit bataljon vernietigd. Uit erkentelijkheid voor de bij die gelegen heid bewezen diensten ben ik voorgedragen voor de opneming in het Legioen van Eer, waarvan ik het onderscheidingsteeken nog niet heb ontvangen. Bovendien heb ik aan mijn gedrag in datzelfde gevecht mijn verlof te danken. Mijn bataljon is in de loopgraven gebleven; ik ben naar het hoofdkwartier van de divisie vertrokken, om daar een cursus te volgen voor mijn verdere bekwaming als officier. Ik bleef daar van 10 Januari tot 17 Februari en heb, toen ik de mededeeling aangaande mijn verlof had ontvangen, al spoedig de reis naar Leeuwarden aanvaard. En als deze verlofdagen om zijn? Dan keer ik onverwijld naar het front terug. De heer Doucet vertelde dan verder, dat naar zijn meening, het Fransche leger de toekomst vol vertrouwen tegemoet ziet. Zij wurerenr aan ae Tweede Lamer een Nota overgelegd. Voor 1914 zijn deze te stellen op ruim 77 millioen. Ruim 31/2 millioen zgn er interneerings-kosten in begrepen. In 1915 i8_ ten laste van den dienst van dat jaar bij de korpsen enz. van het leger uitgecreven 90.500.000 gulden. De nieuwe Gouverneur-Generaai voor Nederlantlseh-Indie, graaf v. LimburgStirum heeft per s.s. Insuhnde reeds de Kaap bereikt. Hjj is te Kaapstad van boord gegaan en per spoor naar Pretoria gereisd. Verleden week was hij de gast van Botha. In het gebouw van den Volksraad werd voor Z Exc. een feestmaaltijd gegeven. Van Pretoria gaat de graaf weder naar Kaapstad aan boord van de Insulinde. Actie onder de schippers. Er is den laatsten tijd weder een actie onder de schippers ontstaan, begonnen in verband met den onguustigen toestand in Het lid van de Tweede Kamer de heer Bongaerts, heeft den 18den Pebruari de volgende vragen ingezonden 1°. Is de Minister bereid aan de Kamer mede te deelen, welke regeling door de Kunstmestcommissie is getroffen voor de verdeeling van de aankomende Iadingen Chilisalpeter over de onderscheidene streken des lands, welke daaraan behoefte hebben en daartoe de bestellingen hebben gedaan 2o. Geeft de regeling voldoende waar- borgen, dat de gronden in het land, die daaraan dadelijk behoefte hebben, naar evenredigheid van de aangekomen hoeveel- beden gdijkelgk van die kunstmest worden voorzien 3°. Zoo niet, vindt de Minister dan geen aanleiding in de vertragiDg, welke de aanvoer over zee ondervindt, om billijk- heidshalve de noodige wijzigingen in de getroften regeling te overwegen of te be- vorderen De Minister van Landbouw, Njjverheid Tuuiotuip in uen mona ran de Tbeems werd aangestuurd. 't Was duideiijk, dat we de boot moesten aanhouden en onder- zoeken. Immers uit alles kon worden opgemaakt, dat zg met een lading contra- bande op weg was naar een Engelsche haven. De jacht begon. Van ons signaal om bij te draaien, werd geen notitie genomen integendeel, het schip vermeerderde zgn vaart't slechte geweten natuurlijk Wjj zagen spoedig, dat wij de boot ge makkelijk konden inhalen ook zonder waar- schuwingsschoten. Dus kan de munitie gespaard bljjven. Na een jacht van ongeveer drie kwartier waren wij den ander op dtiizend meter afstand genaderd. De kapitein begreep, dat aan ontvluchten niet te denken viel en ging dus voor anker liggen. Op mijn bevel begaf de eerste officier zich met de scheepspapieren in een sloep, ten einde bij ons aan boord te komen. Bemanning en passagiers keken vol verbazing naar ons en ook wij namen niet in rooskleurige stemming, de kapitein met de scheepspapieren. De lading bleek uit eieren te bestaau, dus diende ook deze boot naar een Vlaamsche haven opgebracht te worden. Het commando stond reeds gereed, een officier en een stoker, matrozen kon ik niet meer missen. Het gezelschap vertrok. Om zeker te zijn, dat de gezagvoerder trouw aan mijn zgde zou blijven, behield ik de scheepspapieren, waaruit o.a. gebleken was. dat ik te doen had met den Nederlandschen stoomer Zaanstroom. Spoedig hadden wg onzen eersten buit weder op den anderen koers ingehaald. Of de Batavier LV ver- heugd was een lotgenoot te ontmoeten, ik weet het niet. Ik weet alleen, dat beide schepen uit vrees voor het niet bestaande mijnengevaar liefst de laatste in de vloot wilden blijven. 't Bezorgde mij heel wat moeilijkheden, doch dank zij onze 12 kanonnen, waarmede gedreigd werd, slaagde ik er in de anderen tot rede te brengen en weldra verzekerde - 71- uouocu, urn mei gewapenae schepen der oorlogvoerende partijen te reizen, is voor onbepaalden tijd van de baan geschoven. En daarmede tevens, volgens een Reuter-telegram uit Washington, alle resolution, waarin op een vreedzame taktiek jegens Duitschland wordt aangedmngen. De stemming was nog gewichtiger voor de regeering, dan aanvankelgk werd geloofd. De Democraten hebben natuurlijk voor de politiek van den president gestemd, en vele repnblikeinen sloten zich daarbij aan; zooals senator Reeds uiteenzette, is het dan ook van het hoogste belang, dat alien inzagen, dat het Amerikaansche volk eensgezind is ten aanzieD van de rechten der burgers. Wanneer een der partijen een houding zou hebben aangenomen, had de /^Times'' reeds uiteengezet, die in strijd zou komen met de wenschen van den president, dan zou zij zich hebben blootgesteld aan de verdenking, een soort filiaal der Duitsche ambassade te zijn en zich niet hebben kunnen losmaken van het odium, een verrader van de regeering en van den president te zgn.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1916 | | pagina 9