s
C'€
GEMENGDE BERICHTEN.
la
iv
0
F
le
ji
U-
f
k
l':l I
g" 8
^"1
1 3
*d
e<
t
.;r
1:
11
i<
w
w
I
a
'e
fci
y
0
ft
e
ii
:n
>i
ft
1
J
1.
1,
-i]
JH
,K
j
lb
I'
s
lb
I)
n
r
•1
n
ii
|i
p
il 1
3. Stemming over het voorstel van bur
gemeester en wettioutders, lot verhoo-
ging van de jaarwedde van den inspec-
teur van polilie.
De voorzilter brengt in stemming hel voor
stel van burgemeester en wethouders, om,
in afwijking Van de betrekkelijke verorde
ning, de jaarwedde van den inspecteur van
politic te verhoogen en deze te bepalen op
1200, waarover in de vorige vergadering
de stem men stank ten.
Dit voorstel wordt aangenomen met 5
tegen 3 stemmen.
Voor stemmen de iieeren Nolson, Visser,
Dees, Lensen en Eijke; tegen stemmen de
heeren Van Hasselt, De J,ager en D. Scheele.
4. VasSsteiiing kohier hontdeubelasliug.
Overeenkomstig het voorstel van burge-
in coster en wetiiouders, wordt het kohier
der hondenbelasting voor 1916, met alge-
meene stemmen vastgesteld op een hedrag
van 975.
De voorzilter deelt mede, dat het kohier
ongeveer 100 meer opbrengt dan vroegere,
eenerzijds door toeneming van liet aantal
honden, anderzijds, doordat verschillende
honden. die vroeger als bandhond te boek
stonden. thans als huisliond ingeschreven
zijn.
5. VaslstelSing verortdening op de hefting
- van een hoofdelifken omslag.
Burgemeester en wetiiouders stellen voor,
vast te stellen de volgende
VERORDENING op de heffing van een
hiOoMelijken omslag in de gemeente
Thf Neuzen.
Artikel 1.
In 1916 zal, ten behoeve der gemeente, een
hoofdelijke omslag worden geheven, tot een
maximum van 75000—, onverminderd zoo-
danig hedrag 'als versch uld igd zal zijn door
hen, die op de in art. 8 van dit besluit he-
doelde suppletoire kohieren moeten worden
gebracht.
Art. 2.
Met in achtneming van art. 215 der Ge-
meentewet, worden in deze beLasting aange-
slagen, alien, die daartoe, overeenkomstig
art. 5, in de temien vallen, onverschillig of
zij op zidi zelf wonen, dan wel bij anderen
inwonen. Zij worden „belastingplichtigen"
genoemd
Art. 3.
Als onzuiver inkomen der belastingplich-
tigen wordt in aanmerking genomen de som
van alles; wat in 1915 in igeld pf -geldswaarde
verkregen is
a. uit roerende of onroerende goederen;
b. uit beroep, bedrijf, handel, nijverheid
of onderneming, van welken aard ook;
c. uit arbeid, ambt, bediening, betrekking,
wachtgeld, pensioen, lijfrente of andere pe-
riodieke uitkeering en
d. uit elken anderen hoofde, op welke
wijze, kracbtens welk reclit of onder welke
Renaming ook.
Art. 4.
Van bet onzuiver inkomen worden, 0111 tot
bet zuiver inkomen te geraken, afgetrokken:
a. alle noodzakelijke koslen tot onder-
houd en instandhouding van gebouwdc
eigendommen;
b. de hiervan te betalen assurantie-pen-
ningen
c. de grond- en polderlasten, op de eigen-
dammen drukkende;
d. de rentfen van verschuldigde kapitalen.
onverscliillig of die al dan niet onder hypo
thecate verband zijn opgenomen;
e. bijdragen in het pensioenfonds en in
het weduwen- en weezenfonds, die ambtena-
ren krachtens wettelijke bepalingen moeten
storten
f. verschuldigde lijfrenten en periodieke
uitkeeringen, aan wie ook verstrekt;
g. de liuren en werkloonen, ten gevolge
van contraetueele verplichtingen uit te kee-
ren, waaronder niet te begrijpen lijf- of huis-
bedienden;
h. de uilgav-en, die tot de uitoefening van
bet beroep of bedrijf, bet ambt of de bedie
ning noodzakelijk moeten worden gedaan.
Art. 5.
Van hel zuiver inkomen van elken belas-
tingplichiige wordl afgetrokken J 400,
(vier lionderd gulden) voor noodzakelijk le-
vensonderhoud, benevens f 10,— (lien gul
den) voor elk eigen of aangehuwd kind
of voor elken pupil, beneden de 14 (veertien)
jaren oud, mils deze geen eigen inkomsten
ihebben.
Art. 6.
Naar het overeenkomstig het vorig artikel
berekend belastbaar inkomen, wordl ieder
belastingplichtige gerangscliikt in eene der
Jdassen Van liet liij deze verordening behoo-
rende taricf.
Art. 7.
Van elk belastbaar inkomen wordt belas
ting geheven in de verhouding als voor elke
klasse aangewezen wordt door de bedragen,
vermeld in kolom 3 van hel bij deze ver
ordening behoorende Larief.
Het totaal van het prnnitief kohier zal de
sn de begrooting geraamde opbrengst, ook
indien deze met hel in art. 1 genoemd maxi
mum overeenstemt, mogen overschrijden met
ten hoogste 5 (vijf) percent voor mogelijk
oninbare posten,
Art. 8.
Het primitief kohier, dat zoo spoedig mo
gelijk na de goedkeuring dezer verordening
wordt opgemaakt en vastgesteld, bevat de
aanslagen van hen, die op 1 Januari:
a. in de gemeente hun lioofdverblijf liad-
den, of
b. in de termen vielen, om, kracbtens
art. 245, voorlaatste lid, der Genieentewet,
voor vier twaalfdc gedeelten van den aan-
slag over een vol jaar in de belasting bij te
dragen.
Op suppletoire kohieren worden gebraclit
zij, die:
a. bij de opmaking van hel primitief ko
hier mochten zijn overgeslagen, of
b. na 1 Januari, in de termen zijn geval
len, om bij te dragen in den omslag.
Art. 9.
Bij de opmaking van het kohier, door
burgemeester <en wethouders, wordt het ver-
moedelijk belastbaar inkomen der belasling-
plichtigen geschat en deze dien overeenkom
stig in een der in art. 6 vermelde klassen
g-eplaatst. Behalve deze schatting, zal ook
op den uiterlijken staat der belastingplich-
tigen kunnen worden gelet, waar dit, om
tot een juiste ldassificatie te geraken, noodig
wordt geoordeeld.
Voor de beoordeeling van den uiterlijken
staat komen hi aanmerking:
a. de woning van den belaslingpiichtige;
b. de omvang van zijn bedrijf en
c. zijne vermoedelijke verieering.
Art. 10.
Belastingpliclitigen, die bij den gemeenle-
raad bezwaarschriften hebben ingediend
tegen hunncn aanslag, zullen het bewijs moe
ten leveren, dal de sehatlhig onjuist is ge-
weest; aan hen wordt de gelegenheid open-
gesteld hunne bezwaren voor eene uit en
door den gemeenteraad benoemde commis-
sie van drie leden, mondeling toe te lichten,
indien het verlangen djaartoe in het bezwaar-
schrift is uiigedrukt.
De leden der oommissie zijn verplicht
die toeliclitingen geheim te houden. Zij die-
nen den gemeenteraad op de liezwaarschrif-
ten van bericht en advies.
Art. 11.
Voor belasliiigschuldigen, die, wegens ver-
trek naar elders, reclit op ontlieffing lieb-
ben, wordl hel bedrag daarvan vastgesteld
door den gemeenteraad, na opgaaf, door den
belanghebbende, van den tijd, waarop dit
vertrek lieeft plaats gehad.
Voor belaslingscliuldigen, die overleden
zijn, wordt het bedrag der ontheffing door
den gemeenteraad vastgesteld, op verzoek
van de erfgenamen of rechtverkrijgendeai,
waarbij opgaaf van den datum van het over-
lijden wordl gedaan.
Art. 12.
De invordering der bij deze verordening
geregelde belasling heeft plaals overeenkom
stig de op 25 Juii 1901 vastgestelde veror
dening op de invordering.
Art. 13.
Alle lhans geldende bepalingen, omtrent (de
heffing van den hoofdelijken omslag, wor
den geacht vervallen te zijn den 1 Januari
1916.
De voorzilter deelt mede, dat hel aan de
leden in concept toegezonden ontwerp eener
nieuwe verordening op de heffing van den
hoofdelijken omslag, het gevolg is, van de
werkzaamheden van burgemeester en wet
houders, met de leden der c.onnnissie, voor
liet ontwerpen van het kohier van den hoof
delijken omslag. Alvorens met het opmaken
van het kohier is begoiuien, is gezamenlijk
beraadslaagd, hoe het kohier zou worden
geregeld, in verband met den toestand;,
waarin wij tegenwoordig verkeeren.
Hel was toch bekend dat enkele, mis-
-schien vele, ingezetenen buitengewone win-
sten hebben gemaakt, als gevolg van de
tijdsomstandigh-eden, en overwogen werd de
wenschelijkheid, om daarmede rekening te
houden en de buitengewone opbrengst, die
alsnu kan verkregen worden, te gebruiken
tot het dekken van de buitengewone uilga-
ven, waartoe de gemeente, door den oorlogs-
toestand, genoodzaakt is.
Unaniem achtte Snen luet een -zaak van wijs
financieel beleid, in deze buitengewone om-
standigheden eene buitengewone regeling te
treffen, en, als gevolg daarvan, is thans deze
buitengewone raadszilting belegd, om het
voorstel, tot wijziging der heffing van den
hoofdelijken omslag, in behandeling te n-i
men, daar, indien liet geopperde denkbeeld
kan worden verwezenlijkt, pi en geen tijd
mag lalen verloren gaan, in verband met
den tijd, die moet verloopen voor het ver-
lcrijgen van goedkeuring op de verordening.
Werd dal toch niet verkregen, dan zou het
kohier weer geheel moeten omgewerkt wor
den.
Spreker meent thans, het voorstel in het
algemeen voldoende te hebben loegelichi.
en verdere besprekingen van het lieginsel
kunnen bij artikel 1 plaats liebben.
De beer Lensen geefl te kennen, in de loe-
lichting van den voorziller te missen, dat,
bij de bespreking van deze nieuwe regeling
in de commissie, op den voorgrond stond,.
dal deze moet worden beschouwd als eene
lijdelijke, en dat, zoodra de toestand weer
normaal wordt, de oude regeling weer zal
intreden, dat, wanneer eenige ingezetenen
thans worden aangeslagen met aanmerke-
lijke afwijking van hnn vroegeren aanslag,
-dit zal gesc.hieden in verband met gemaakle
ooriogswinsten, in hel jaar 1915, maar. dat
dit weer op-houdt, als de oorlogstijd vo-or-
iiij is, en dat dan, voor het regelen der
aanslagen, weer het gemidd-elde der drie
laatste jaren zal worden berekend, waarbij
dan ook buiten beschouwing zal worden
gelaten <le oorlogswinst, omdat men hier-
voor nu reeds reditslreeks getroffen zal
worden.
De voorzitter steml met deze woorden in
en dankt den heer Lensen voor die nadere
toelichting. De bedoeling van burgemeester
en wethouders is zoo. Het was merkbaar,
dal er ingezetenen waren, die, door de hui-
dige omstandigheden, buitengewone inkom
sten hebben behaald, en het werd gewenselit
geacht, het bedrag van den hoofdelijken om
slag te verhoogen, teneinde daaruit ook de
buitengewone uitgaven, zooals b.v. de/16.000,
welke g-eleend zijn voor het steun-comite,
daaruit le delgen, beter dan het terugbeta-
len dier leening over een aantal jaren te
doen geschieden, zooals met andere leenin-
gen gebruikelij-kis. Ivomen we weer in
normalen lij-d, dan kan de geheele regeling
in zijn vorigen vorm hersteld worden.
De tieer De Jager vraagt, of het het voor-
nemen van burgemeester en welhouders is,
0111 al het mogelijke aan le wenden, om
spo-ed bij de zaak te zetten, teneinde zoo
vlug mogelijk op het le nemen besluit, tot
verhooging van het maximum, de goedkeu
ring te verwerven, daar het anders wel Juii
zou kunnen worden, eer het kohier kan
worden vastgesteld.
De voorzitter deelt mede, dat er in de
commissievergadering ook over gedacht is,
om een deputatie naar gedeputeerde staten
of naar den minister af te vaardigen, ten
einde de goedkeuring te besp-oedigen. De ge-
wone admin is tra tie ve weg moet echter ge-
volgd worden. Wordt de verordenbig nu
aangenomen, dan kan deze Maandag, ter
goedkeuring, via gedeputeerde staten, wor
den ingezonden, en de aanneming van arti-
ikel 1 -der verordening lioudt ook in, dat aan
de Ivroon machtiging wordt gevraagd, het
maximum te verhoogen tot 75.000.
De beer Lensen wil de leden nog rnede-
d eel en, dat het bedrag van J 75.000 zoo
maar niet willekeurig is genomen en klalcke-
ioo-s neergeschrevendat cijfer is aangeno
men, omdat de commissie voorziet, dat de
opbrengst van den hoofdelijken omslag zoo
zijn zal; d-e commissie heeft daarvo-or de
gegevens.
De voorzitter beaamt dit; men is nog niet
geheel gereed kunnen komen met het ko
hier, nog enkele der laagste klassen moeten
behandeld worden, docii, met weglating der
het laatste jaar geheven wordende 15 opcen-
ten, dus zuiver de oorspronkelijke aansla
gen, is men reeds gekomen tot een bedrag
van f 75.000.
De beer Lensen merkt op, dat men hiertoe
gekomen is, zonder het tarief zelf te wij-
zigen.
De algemeene beraadslagingen worden ge-
sloten en overgegaan tot de artikelsgewijze
behandeling.
De artikelen 1 en 2 worden aangenomen
met algemeene stemmen.
De heer Lensen stelt voor, in art. 3, na
„geldswaard-e te lezen „en in natura".
De voorzilter zou dit nu maar willen
laten slippen, aangezien de regeling toch
maar tijdelijk is.
De lieer I). Scheele heeft toch nog eenig be-
zwaar tegen de voorgestelde regelhig. Ver-
ondersteld, dat ieinand in 1915 een stuk
land met groote winst heeft verkoclit, dan
zou men die winst wel als inkomen kunnen
rekenen. Hij acht dat niet zuiver.
De heer Lensen verklaart, dat dit ook niet
de bedoeling is. Wanneer iemand een bezil
met winst verkoopt, kan men dat niet als
inkomen beschouwen, dan is die winst aan-
groeiing van kapitaal.
Dat beginsel heeft, bij het doen van hel
voorstel, op den voorgrond gestaan.
Alleen wanneer iemand zou bekend slaan
als voortdurend handel te drijven in lande-
rijen of huizen of dergelijke, zou de ook
bij v-erkoop van vast goed behaalde winst
als inkomen kunnen worden aangemerkt.
De voorzitter verklaart,'dat ook de opvat-
ting van burgemeester en wetiiouders niet
anders is.
De beer D. Scheele -verklaart -zicli len voile
vol-daan; hij wilde dit alleen duidelijk uit-
gesproken zien.
Artikel 3 wordl aangenomen met alge
meene stemmen.
Bij art. 4 vesiigt de heer Van Hasselt de
aandacht op de alinea onder letter f, en
wijst er op, dat er, bij de rijksinkomstsnbe-
lasting, een maximum is gesteld, voor het-
geen men als premie voor een gesloten ver-
zekering mag aftrekken. Men zou zich wel
een-s voor een zeer groot bedrag kunnen ver-
zekeren, en, als eenmaal een overeenkomst
is gesloten, meent hij, dat de premiebetaling
ook als een v-erplichte uitkeering is aan te
merken.
De heer Lensen wijst (er -op, dat, tot heden,
bij het berekeneu van het belastbaar inko
men, voor premien van lijfrente of derge
lijke, niets mocht worden afgetrokken; al
leen bij ambtenaren. die verplicht zijn voor
pensioen te storten, werd de premie van hel:
inkomen afgetrokken. Hij ziet daarin wel
een onbillijklieid Legenover de particulieren,
die uit eigen initiatief voor zichzelf willen
zorg-en.
Voor dil jaar zou hij het nu maar zoo
willen laten, aangezien deze verordening
toch maar als een hulpverordening Ls te
beschouwen.
Artikel 1 wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
De lieer Van Bon.sum Waalkes koml ter
vergadering.
Bij artlk-el 5 -dieeit de lieer Lensen mede,
dat de commissie er unaniem voor was, het
bedrag voor afirek wegens levensonderhoud
op j 100 le laten, doeh, dat er veel voor
gevoeld werd, om dc aftrek per kind, vooral
met liet oog op deze dure tijde.11, te verhoo
gen. Er kan over gesproken worden, hoe
hoog men liet bedrag wenschl.
Men kan zijn voor 500, ook voor f 25,
maar f 10 per kind beneden de f jaar,
acht men beslist te weinig.
De lieer Waalkes acht 400 voor levens
onderhoud ook te weinig; dat iieefi de raad
nog onlangs uitgesproken, door aan verschil
lende ambtenaren, dip toch een Imager trac-
temeni hebben, een ioelage te verleenen..
De heer Lensen zou dit llians maar laten
rusten, want, als men hierover gaai begin-
nen, zou men wellicht ook nog met andere
dingen in conflict komen.
De heer Dees is hel eens met den beer
Lensen. Hij wijst er verder op, dat, boven-
dien, bij de vaststelling van het kohier van
den hoofdelijken -om-slag, zoo wel bij burge
meester en wethouiders, als bij den gemeente
raad, het beginsel lieeft voorgezeten, om de
menschen met veel kinderen toch eeniger
mate door de vingers te zien en Iran niet lot
hel laatste bedrag aan te slaan.
Voorls is nu ook -de scho-olgeldheffing
Io-s van -den hoofdelijken omsLag.. Vroeger
was soins -de aanslag in eene lioogere klasse
van den hoofdelijken om-slag aanleiding tot
eene verm-eerd-ering van sclioolgeld, zoodat
zulke menschen dan du'obel getroffen wer-
den. Dat dit nu niet meer geschiedt, maakt
het voor die menschen ook al wat gemakke-
lijker. De som van aftrek voor levenson
derhoud zou spreker thans wensclien le be-
houden op het bestaande bedrag.
De heer Waalkes kan daarmede ook wel
genoegen nemen. daa<t; .de regeling toch maar
voor 1 jaar geld I.
D-e heer D. Scheele zou de aftrek voor
kinderen zeker op f 40 willen bepalen. Dat
is in -deze tij-d-en zeker wel noodig.
De heer Lensen stelt voor, om den aftrek
van f 400 voor levensonderhoud te behou-
den, en die v-oor kinderen beneden de 14
jaar, evenals bij het rijk, te bepalen op
f 50 per kind, tot een maximum-aftrek van
650. Als iemand met f 650 inkomen dus
5 kinderen lieeft, valt hij buiten de beta-s
ting, maar hij meent. dat er ook alles voor
pleit, am zoo iemand in deze tij-den van h-et
betalen van gem-eentelast-en vrij te stellen.
Vroeger zal er, zooals de heer Dees op-
merkt, bij den raad een gevoelsmotief, bij
h-et vaststellen -der inkomens van menschen
met een groot gezin, om hen niet ten voile
aan te slaan. Hij zou het nu, zooals door
hem is voorgesteld, 111 de verordening willen
omschrijven.
Arlikel 5, al-dus gewijzigd, dal dc aftrek
per kind f 50 bedraagt, en h-et bedrag der
aftrek gezamenlijk f 650 niet te boven gaat,
wordt alsnu aangenomen met algemeene
stemmen. De artikelen 6, 7 en 8 worden
aclitereenvol-gens met algemeene stemmen
aangenomen.
Bij art. 9 vraagt de heer Waalkes, of er
geen aanleiding is, om de bepaling, dat o-ok
de uiterlijlce -staat voor de bepaling van het
inkomen in aanmerking komt, en sub c van
dit artikel, te schrappen.
De voorzitter bepleit het belioud; in vele
geval len is dit voor het gemeentebesluur
een wapen geweest, om te gebruiken bij re
clames.
Het artikel wordt goedgekeurd met alge
meene stemmen.
De verdere artikels worden zonder bespre
king goedgekeurd en daarna de geheele ver
ordening met algemeene stemmen vastge
steld.
Bij de bespreking van het bij de verorde
ning op de heffing van den hoofdelijken
omslag behoorend tarief, hetwelk burgemees
ter en wethouders voorslellen onveranderd
opnieuw vast te stellen, wijst de heer Van
Hasselt er op, dat, in de toepassing van dat
tarief, z.i., een zekere onbillijkheid is ge-
legen, omdat voor elk inkomen. dat niet
overeenkomt met een in het tarief genoemd
bedrag, steeds naar boven wordt afgerond.
Dat gaal somtijds met groote sprongen. Er
is b.v. -een aanslag van 2100 en dan volgt
een aanslag van f 2600. Is er nu iemand,
die 2120 inkomen lieeft, dan wordt hij
aangeslagen naar 2600. Dat is loch niet
billijk. Hij zo-u een middenaanslag wen-
schen. Is liet inkomen minder dan de helft
van het verschil tusschen de aanslagen, dan
zou hij liet willen afronden naar beneden,
koml hel: boven de helft, als iemand b.v.
f 2520 zou verdienen, dan zou hij liet willen
afronden naar den hoogeren aanslag, in dit
geval J 2600.
De heer Waalkes meent, dat men dit zou
kunnen ondervangen, door de aanslagen
steeds met 100 verschil te nemen, in
plaats van met f 200 of f 300.
De heer Lensen acht het ongewensclit,
bier in verandering te brengen.
De heer D. Scheele m-eeni, dal, in de prac-
tijk, loch wel wordt gehandeld, zooals de
lieer Van Hasselt bedoelt, er wordt toch niet
naar liet hoo-ger bedrag aangeslagen.
De heer Dees: Dat moet u niet zeggen!
De heer Van Hasselt weet zelf bij onder-
vinding, dat hij door den raad is aange
slagen op f 3500, omdat zijn inkomen
3250 bedraagt; hij lieeft eer-st gereclameerd,
ouidat hij meende, te moeten worden aan
geslagen op f 3200. doch, hij lieeft zijne
reclame ingeirokken, omdat hem later bleek,
dat de verordening bepaalt, claL de aanslag
aid as rnoel geschieden. Toch aclit hij het
niet juist, dat zoo gehandeld wordt.
De heer Dees merkt op, dat de raad ge-
nieend heeft, dat een lid van den raad in
d-e eerst-e plaats de verordening moet nako-
men. Over het algemeen wordt ecliter niet
voor atle ingezetenen aldus gehandeld.
De heer Lensen meent, dat liet bezwaar
van den lieer Van Hasselt te ondervangen
is door in den aanhef van liet larief het
woord „hooger" te laten vervallen, pn te
lezen: „Van een inkomen, dat niet in dit
tarief is genoemd, bedraagt de belasting het
bij het naaslbijgelegen inkomen aangewezen
bedrag."
De heer Van Hasselt neemt daarmede ge
noegen.
Met algemeene slemmen wordt aldus be-
sloten en het tarief opnieuw vastgesteld als
volgt
BEDRAG
BELASTBAAR
KLASSE.
DER
AANMERKINGEN. 1
INKOMEN.
BELASTING.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
50-
100,-
150,-
200,-
250,-
300,-
350,-
400-
450,-
500,-
550,-
600,-
700,-
800,-
900,-
1000,-
1100,-
1200,-
1300.-
1400,-
1500,-
1600,-
1700,-
1800,-
1900,-
2000,-
2200;~
2400,-
2600,-
2800,-
3000,-
3200,-
3500,-
1,25
2.52
3,81
5,12
6.45
7,80
9,17
10.E6
11,97
13.40
14,85
16,32
19,34
22,44
25,62
28,88
32,22
35,64
39,14
42,72
46,38
50.12
53.94
57,84
61,82
65.88
74,32
83,08
92,16
101,56
141,28
121,32
137,10
ra
g
X 5 c
na- o a>
w ST
-J M
P*
5"
OX
0
CD
3
CD C
CD Ps
CD
De burgemeester verlaat de vergadering,
wegens hel verrichten van andere ambtsbe-
zigheden.
De heer Visser, oudste wethouder, presi-
deert.
6. Omvraag.
De heer Eijke wijst op een slecliten toe
stand, aan de Greuulaan, wat de ufwatering
betreft. Hij weet wel, dat de kanaaldijk
daar doorsijpelt, maar meent, dat toch iets
zou bebooren gedaan le worden tot afvoe-
ren van dat water. Hij weet echter niet,
wie het onderhouden moet. Ook wijst spre
ker op den slechten ioestand van liet raster-
werk tangs de Grenulaan.
De voorzitter deelt mede, dat bet deel
der Grenulaan, door den heer Eijke bedoeld,
aan bet domein behoort. Het ligt echter in
het voornenien, dit aan de gemeente over te
geven. Als dil geschied is, zal kunnen over
wogen worden, w,al er jaan gedaan moeL wor
den, om iden toestand te verlieteren. Het ras-
terwerk moet door de gemeente worden on
derhouden. Hij erkent, dat dit te wenschen
overlaat. Hij zegt toe, een en ander in de
vergadering van burgemeester en wethouders
te zullen bespreken.
De vergadering wordt hierna door den
voorzilter gesloten.
Storm en hoog water.
Wordt Amsterdam bedreigd
Een der verslaggevers van de N. R. Crt.
meldt
Er bereikten on? Woensdagavond weer
ernstige berichten de dijk, in Waterland,
die deze polders van de lJpolders soheidt,
zou op het punt staan door te breken. De
bedreigde plek was tusschen Kadoelen en
de Oostzaner Overtoom in de gemeente
Landsmeer, iets voorbij het kruitdepot der
marine.
Als dit bericht inderdaad waar'neid be-
vatte, zou er een ramp ontstaan, waarvan
de gevolgen niet te overzien zijn. Dan
toch zou het water uit Waterland stroomen
in het zijkanaal 1 en vandaar over de lage
kade den geheelen IJpolder 8 blank zetten.
Het water zou verder door het zijkanaal
naar het IJ afvloeien en dit Amsterdamsche
water zou dan in open verbinding staan
met de zee en bij een nieuwe stijging van
bet zeewater zou Amsterdam kunnen over-
vloeien.
Waar een zoo ernstig gevaar dreigde,
zijn wij ons natuurlijk van den toestand
gaan overtuigen. De tocht begon al met
pech even voorbij Buiksloot weigerde de
chauffeur van onze auto verder te gaan.
Het was heusch niet te doen met zoo'n
storm op den onbesehutten dijk, zeide bg,
en bij kan daar, bij de plaats des gevaars,
niet keeren ook. Wij moesten zijn bezwaren
als gegrond erkennen en aanvaardden te
voet den tocht in den stormnacht pal tegen
den iSoordoostenwind op.
Veel zijn wij in de laatste weken van
het weer gewend, maar zooiets hadden wij
nog niet meegemaakt, onafgebroken zwiepte
de sneeuwjacht ons in het gezicht en wild
hoorden wij de branding tegen den dijk
klotsen. Zoo kwamen wij met stijf bevrorea
kleederen, maar met gioeiende gezichten,
bij de bedreigde plaats.
Daar was luitenant H. Huizinga, com
mandant van de in Buiksloot gedetacheerd#
militairen, met zijn manschappen bezig het
gevaar zoo mogelijk te keeren.
Het bleek ons, dat op de plek des ge
vaars eenige dagen lang een aantal geredde
eenden onder gaasbedekkingen tegen den
dijk gehuisvest zijn geweest. Deze dieren
hadden, zooals dat van eenden te verwachten
is, de aarde omgewoeld, waardoor de glooixng
mul geworden was. De eenden waren nn
weg, maar de djjk was niet hersteld en nu
de branding, ontstaan door den Noordoos-
telijken storm, zoo pal op den dijk stond,
kreeg het water, dat anders langs de barde
glooi'ing terugvloeit, Vat op den mullen
grond en knaagde langzaam maar zeker
den dijk weg. Op sommige plaatsen was
reeds de grond over een breedte van een
kalven meter weggevreten en als de af-
brokkeling eenmaal is begonnen, gaat zij
spoedig verder.
Gelukkig lag juist aan de overzijde van
den dijk, in het Zijkanaal, een groote hoe-
veelheid sloophout, waaronder veel balken.
Luitenant Huizinga liet onmiddellijk den
eigenaars vac dit bout, de heeren P. en J.
de Boer uit Oostzaan aanzeggen, dat het
bout noodig was voor bet behoud van den
dijk. De heeren maakten eerst wel wat
bezwaarmaar toen ze begrepen, welke
belangen ermee gemoeid waren, lieten zij
luitenant Huizinga de vrije hand en zoo za-
gen wij, zoo goed en zoo kwaad als dit in
den donkeren sneeuwnacht ging, de man
schappen bezig groote baiken van den dijk
at in de branding werpen, waar weldra een
groot aantal van deze stukken hout tegen
elkaar lagen en als golfbrekers dienst
deden.
Op die wijze werd de kracht van de
branding verminderd en hield het geknaag
aan den dijk op. Luit. Huizinga hoopte
den dijk te behouden en bij was zeer
optimistisch gestemd over den uitslag van
zijn pogiDgen mits de storm niet al te
lang duurde.
De boeren in den IJ-polder 8 waren
echter niet zoo heel gerust en in ver-
scheidene woniugen waren de bewoners
reeds bezig met hun boeltje iri veiligheid
te brengen en in den namiddag, voor de
militaireu er waren, hadden de boeren zelf
al pogibgen tot dijkbeschermingaangewend,
welke echter niet heel practisch warenzij
brachten toch basaltstukken van de eene
zijde van den dijk naar de andere bedreigde
zijde; braken aan den eenen kant af, wat
zij aan den anderen kant opbouwden.
We hebben alle respect voor het onver-
moeid werken van luitenant Huizinga maar
zijn optimisme kunnen wij niet geheel
deelen, want, zooals wij hedenavond het
water aan den dijk zagen vreten, leek ons
de toestand inderdaad zeer bedenkelijk en
de klacht, die wij in Buiksloot herhaaldelijk
hoorden, dat de bestrijding van het waters-
noodgevaar op zoo lakscbe wijze geschiedt.
schten ons niet geheel ongegrond.
,/Waarom grijpt de Regeering toch niet
krachtiger in, wat betreft het spoedig her-
stel der dijken zoo hoorden wij herhaal
delijk vragen. Heusch als niet spoedig zeer
doeltreffende maatregelen worden getroffen,
dan staan nog erge dingen te wachten.
Ja, als het weer kalm blijft, zal het wel
gaan, maar wie zegt ons, wanneer de ele-
menten zullen zijn uitgewoed
Maar het schijnt, dat men in gezagheb-
bende kringen niet bevroedt, aan welke
gevaren Noord-Holland en Amsterdam nog
bloot staan.-
In Buiksloot gaat de verwoesting voort.
Aan den Meerweg stort het eene huis na
het andere in en onvermoeid slaat het water
waarinj meubels en zelfs geheele stukken
van huizen drijven, tegen den dijk, die, al
houdt hij zich nu nog goed, op een dergelijke
stuwing niet berekend is. Ook daar dreigt
dus het gevaar voor de hoofdstad.
In den loop van den avond is het be
dreigde punt tusschen Kadoelen en den
Overtoom verder versterkt met een vijf-
houderdtal bossen stroo, die de militaire
commandant bij boeren in den IJ-polder
had opgevorderd.
Op bet oogenblik van het afzenaen van
dit bericht was juist de ingenieur van den
waterstaht op den dijk aangekomen.