ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Directs Mastingen. No. 6344. Donderdag 24 Februari 1916. 56e Jaargang. 1I1B1LIJ! GESMPT ABONNEMENT ADVERTENTIEN Telefoon 33. Bit Blad versohijnt Maandag^, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Neuzen. BINNENLANO. FEWILLETOH. 'to PJk'^% Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland f 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij directs opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 illir op den dag der uitgave. •v-"" TWEEDE KAMER. Vergadering van 22 Februari. De Eetlswet. Aan de orde is blijkens het verslag der H. Crt., de voortzetting der artikelsgewijze behandeling van het Eedsontwerp. Het artikel der Bo-opsgezinden. Minister Ort brengt een wijziging aan in het voorgestelde artikel 2, betreffeode de belofte, door de Doopsgezinden af te leggen. Tegen het artikel was als bezwaar aangevoerd, dat men den indruk kreeg, dat de Doopsgezinden den eed riet mochten afleggen. Daar dit niet de bedoelingis, ver- andert de Minister het als volgt//Een belofte of bevestiging wordt mede afgelegd, indien de te beeedigen persoon verzoekt, daartoe toegelaten te worden omdat zijn godsdienstige gezindheid hem de aflegging van eeden verbiedt';. Volgens deze redactie kan een Doops- gezinde, als hij dat wenscht, ook zweren. De heer De Savornin Lohman maakt ettelijke opmerkingen, terwijl er in de Kamer veel gebabbeld wordt. Spreker verklaart eindelijk met stemverheffing, niet te kunnen spreken als er zooveel socie- teitspraatjes gehouden worden. De Voorzitter zegt, dat het geen wonder is, dat er gepraat wordt, want de heer Lohman is de twintigste spreker. Daarbij wordt er gepraat niet alleen links, maar ook bij sprekers vrienden, wien het blijk- baar ook begint te te lang te worden. (Stemmen uZeg maar ^te vervelen" De beer Lohman heeft het er op toegelegd, dat men jl. Vrijdag niet klaar kwam en had den voorzitter gevraagd, te zorgen, dat de behandeling Vrijdag niet eindigde. (Geroep bij links van ffzoo zoo De heer LohmanToen wij in de meerderheid waren, zijn er links veel lan- gere redevoeringen gehouden. Ik tracht zoo kort mogelijk te zijn. Maar ik heb den Voorzitter Diet gevraagd, wat hij nu zegt. Ik wilde alleen het ontwerp Vrijdag niet in stemming gebracht zien, omdat er leden met den trein naar huis mcesten gaan. De Voorzitter Ik moet den heer Loh man dit tot mijn spijt tegenspreken. Hij zeide mij Vrijdag de griffie kan't getui- gen geen beeindiging der behandeling te wenschen, daar er fouten uit het ontwerp moesten worden gehaald. Ik heb toen ge- antwoord, drie kwartier in plaats van een half uur pauze te zullen doen houden, maar hij zei wilt nooit wat ik wil" en is toen weggeloopen. Dienzelfden avond werd ik in «de Nederlander" er van beschuldigd, dat de Eedswet Vrijdag niet klaar was gekomen. Zulke opmerkingen als van den heer dement-Rutgers s'emmen, indien het aan j H. BERTRAND. Panama, met zijn honderden lichten, breidde zich aan bun voeten uit, daarach- ter glinsterden de wateren van den Stillen Oceaan in het zilveren maanlicht. De ster- renhemel schitterde boven hun hoofd met onvergelijkelijke pracht. Hoe inooi, hoe prachtig mooi! riep Hans in verrukking uit. A1 zijn vermoeid- heid was als d oor een tooverslag verdwer nen, met wijdgeopende nogen staarde hij op het schilderachtig tafereel, dat zich daar voor hem uitbrcidde. Panama? Het wordt ook hoog tijd! Ik verlapg er naar oin in een ordentelijk bed te komen en naar een tan darts te kun- nen gaan, liet de Yankee zich nu hooren, en alle poezie was verdwenen. Nog een half uur, toen hotste de kar over het slechte plaveisel van de stad en hield eindelijk stil vo,or een somber, laag Lohman nu wensch ik niet te hooren. Ik heb niet de macbt, den leden het praten ii]dens de redevoeiingen te beletten. De heer Lohman gaat voort, terwijl de heer Beumer eenige opmerkingen met zijn buurman wisselt, waarop de heer Ketelaar uitroept,,Mijnheer Beumer, u moet u ook stilhouden u hindert ragnheer Lohman De heer Duys interrumpeert luid en onverstaanbaar. Een groepje linksche leden begint luidruchtig te worden, maar de heer Bos maakt een afkeurend gebaar en men zwijgt. Nadat de Voorzitter de tafel herhaaldelijk heeft behamerd, is de orde hersteld. Zoowel de Voorzitter als de heer Lohman wonden zich bij deze woordenwisseling zichtbaar zeer op Nadat de heer Eerdmans heeft gesproken, verklaart de heer Scheurer, dat de wijziging in het wetsontwerp hem niet heeft af- gebracht van den indruk, dat het een loutere facultatiefstelling is van eed en belofte, dat het den godsdienstzin verzwakt en Hij dus niet tot de totstandkoming er ven kan medewerken. Regeling van werkzaamlheden. De Voorzilter stelt namens de commissie van rapporteurs voor, de wetsontwerpen betreffende de heffing in-eens, zoowel dat van de Regeering als dat des heeren Bos c. s. toe te voegen aan de wetsontwerpen, die in de afdeelingen worden onderzocht, met dien verstande, dat ze zullen worden behandeld voor de belasting-ontwerpen. De Voorzitter stelt wijders voor, morgen middag half 2 het leeninog-ontwerp in afdeelings- onderzoek te nemen. De heeren Nolens en Koolen hebben hiertegen bezwaar, de laatste omdat de leden het ontwerp nog niet in handen hebben, laat staan het hebben bestudeerd. De heer Bos stelt voor, nadat de Kamer na een week reces in de afdeelingen gaat, de heffingsontwerpen en het leeningsontwerp samen te behaDdelen voor de belasting- ontwerpen. De heer De Meester stelt voor, Donderdag- middag alleen het leeningsontwerp te be- handelen, omdat dit niets heeft te maken net het heffingsontwerp. De heer Nolens stelt voor, heden over 14 dagen in afdeelings-onderzoek te gaan. Het voorstel-Bos wordt met 39 tegen 21 stemmen aangenomen. De Eefttswet. De heer De Geer brengt in zijn atnen- dement de wijziging aan, welke is Doodig geworden door de verandering, die de Minster heden morgen heeft aangebracht in art. 2 van het ontwerp. Spreker behandelt de vraag, of de schriftelijke acte te veel be zwaar zal geven. Naar sommiger meening is de acte geen rem genoeg. De tegenover- gjstelda bedenkingen der verschillende sprekers echter heffen elkaar op. De in het amendement geeischte acte is noch te moeilijk voor ernstig bezwaarden, noch te licht em te lichtvaardige bezwaren te weren. Volgens 's Ministers verlangen schrapt sprtker de woorden „onder alle omstandig- heden", die een verscherping geven van het woord „eeden". Het amendement-Rutgers is nu zoo ge- wijzigd, dat het met de Engelsche praktijk overeenkomt. De voorstellers van het amendement-de Geer zullen voor het amen- hotel. Nadat men lang geklopt had, ver se-been er eindelijk een slaperige huisknecht. Berger betaalde den koetsier en vroeg en kreeg een kamer voor Hans en zichzelf. Terwijl de eerste zich uitstrekte op de on- zindelijkste matras, wiesch Berger zich stof en bloed van bel gelaat en knapte zich op, zoo goed en zoo kwaad als het ging. Hij was gedurende den rit voldoende uit- gernst en hij was weer geheel de oude. In zijn oogen las men zijn gewone energie en geestkracht, en met opgewektheid in zijn stem zei hij tot Hans: Nu, mijn jongen, slaap gij maar goed uit. Mij moet ge het niet kwalijk nemen, als ik terstond op weg ga om onzen ge- meenschappelijken vriend op te sporen. Nu? Midden in den nacht? vroeg Hans verwonderd. Ik heb geen rust, voor ik weet, waar wij aan toe zijn. Ik haal in ieder geval onzen consul en de hooggeroemde politic uit de veeren, de gestrenge heeren mogen er van zeggen, wat ze willenl! Met die woorden ging hij heen. Toen Hans, na heerlijk geslapen te heb ben, ontwaakte, was het reeds lang dag. Aan de eenige tafel in het vertrek zat Berger en roerde met een verdrietige uit- het buune voorafgaat. Intusschen hand- haven zij het amendement om, mocht on- verhoopt het amendement-Rutgers niet worden aangenomen, nog een kans te be- houden om het ontwerp dragelijk te maken. Minister Ort ontraadt het amendement- Rutgers maar heeft tegen het amendement- de Geer geen bezwaar. De heer Lohman, voorzitter der commissie van rapporteurs, zegt, dat de meerderheid der commissie voor het amendement-Rutgers is, de minderheid tegen de geheele com missie voor het amendement-de Geer even- zoo voor het amendement-Sasse van lJsselt, dat echter vervalt, indien een der vorige amendementen wordt aangenomen. De stemming. Artikel 2 van het ontwerp uitzonde- ring Doopsgezinden wordt aangenomen met 69 tegen 5 stemmen, o.a. die der heeren Idsinga, Lohman, van Veen en Schimmel- penninck. Het amendement-Rutgers wordt verwor- pen met 42 tegen 33 stemmen (rechts tegeii links). Dit amendement luidde wEen bevestiging, beeediging of verklaring wordt mede afgelegd, indien de te beeedigen persoon scbriftelijk verklaart, tegen het afleggen van eeden onoverkomelijke be zwaren te hebben, hetzij omdat hij geen godsdienstig geloof heeft, hetzij omdat het afleggen van eeden met zijn godsdienstig geloof in strijd is. ffDeze schnfteliike verklaring vindt plaats door de onderteekening van de acte, opge- maakt en mede-onderteekend door dengene in wiens handen de eed of de belofte, enz. moet worden afgelegd." In stemming wordt vervolgens gebracht het amendement-de Geer, luidende z/De eed of belofte wordt mede afgelegd, indien de te beeedigen persoon schriftelijk verklaart tegen eeden, ook wanneer de overheid ze vordert, onoverkomelijke bezwa ren te hebben. Deze verklaring wordt opgemaakt bij een acte" enz. (Zie tweede gedeelte amendement-Rutgers. Het amendement wordt aangenomen met 60 tegen 11 stemmen, die der heeren Hu- genholtz, Kleerekoper, K. ter Laan, Men- dels, Spiekman, Helsdingen, Sannes, J. ter Laan, De Beaufort, Rink en Liefcinck. (Enkele sociaal-demokraten stemmen voor). Het amendement Sasse van lJsselt (opgaaf van beweegredenen) vervalt. Artikel 3 van het wetsontwerp wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Het amendement-Rutgers tot opneming van een nieuw artikel 3a, bepalende, dat de rechter bij de vaststelling der waarde der getuigenissen in aanmerking mag nemen, of zij berusten op eed of op verklaring, wordt iBgetrokken. Aan de orde is artikel 4, dat eed of belofte bij ambtsaanvaarding facultatief stelt, met het amendement daarop van den heer Sasse van lJsselt, luidende Aan artikel 4 als tweede lid toe te voe- gen //Die keuze geldt echter niet, behalve in het geval van artikel 2, voor ambtenaren en beambten, wier verklaringen, verbaleu of relazen, om iBgevolge het Wetboek van Strafvordering als wettige bewijsmiddelen te kunnen gelden, door hen moeten zijn afgelegd op den eed bij den aanvang hunner bediening gedaan." drukking op het gelaat zijn chocolade om. Met een s pro tig was Hans het bed uit. Nu? Berger antwoordde niet terstond. Hij leg- de het lepeltje nee.r, dronk de chocolade uit, stak een cigarette a:m en deed een paar trekjes voor hij antwoordde: Ge hebl goed vragen, Hans! Ik wilde, dat ik even kort kon antwoorden, als gij vraagt. Maar daar zou ik helaas niet ver mee komen. Dus onze vriend is hier nog niet aan- gekomen Zeker is hij hier aangekomen, daar- aan valt niet te twijfelen! Is hij dan reeds weer vertrokken? Berger deed weer een paar trekjes en bekeek aandachtig de blauwe kringetjes, die langzaam ops tegen naar de grijs geverfde zoldering. la, daarop moet ik nu juist het ant- woord schuldig blijven. Maar ik zal u de resultaten vertellen van mijn nachtelijken tocht. Kleed u intusschen op uw geniak aan, want wij moeten geen tijd verliezen en straks, als ge deze werkelijk Iekkere chocolade hebt gedronken, samen verder op verkenning uitgaan. Luister dus. Met den trein, die hier ,eergjisteren is (aangekomen Na eenige bespreking wordt het amen dement ingetrokken. Artikel 4 wordt aangenomen. Aan de orde is art. 5, luidende „ln wettelijke voorschriften wordt ODder eed begrepen de belofte of bevestiging, welke krachtens deze wet voor een eed in de plaats treedt", benevenseen amendement-Sasse van lJsselt om op artikel 5 te doen volgen //Indien de persoon, aan wien in een burgerlijk geding de beslissende eed is opgedragen of teruggewezen, gebruik wil maken van de bevoegdheid hem in artikel 3 gegeven, dan moet hij zijn voornemen daartoe tegelijk met zijn antwoord op de opdracht of terug- wijzing van dien eed kenbaar maken. »Is zulks geschied, dan heeft hij, die den eed opgedragen of teruggewezen heeft, het recht die opdracht of terugwijzing in te trekken." Minister Ort stemt met het amendement in. De heer Lohman verklaart, dat de meerderheid der commissie van rapporteurs er tegen is. Het amendement wordt met 38 tegen 34 stemmen verworpen. Op de slotbepaling van het ontwerp is een amendement lngediend door den heer De Savornin Lohman om aan de wet geen tijdelijk karakter toe te kennen. (De Re geering had voorgesteld, de wet tot 1 Ja- nuari 1919 van kracbt te doen zijn.) De heer Lohman verdedigt zijn amendement met de opmerking, dat de Minister, als het ontwerp moet worden verbeterd, daartoe den tijd kan kiezen, dien hij wenschelijk acht, maar dat het niet noodig is, hier voor in het ontwerp een bepaalden datum te noemen. Het amendement-Lohman wordt met 53 tegen 15 stemmen aangenomen. Bij den considerans verklaart de heer Brummelkamp, dat de Minister er niet in geslaagd is, aan de bezwaren van spreker en zijn politieke vrienden tegemoet te komen. Het ontwerp erkent te weinig de waarde van den eed en opent de deur voor een minderwaardig surrogaat. (Eenig gejoel.) Het geheele ontwerp wordt vervolgens aangenomen met 57 tegen 12 stemmen. (De anti-revolutionnairen stemmen tegen evenals de heeren Van Wijnbergen en Arts.) De vergadering wordt gesloten. De Kamer komt heden over een week te half twee in de afdeelingen bijeen. Oorlogsleening en heffing in-eens. Het .aangekondigde plan is er: Maandagavond zijn bij de Tweede Kamer ingediend wetsontwerpen tot: le. het aangaan van een geldleening of leeningen van 125.000.000 a 4Va °/o; 2e. hefftng van buitengewone belastingen ter gedeeltelijke bestrijding der kosten van de voortduring van den oorlogstoesland. De hooi'dfeiten uit deze voorstellen wor den door de „M. Crt." in 't kort aangegeven als volgt: Eerst de berekening van wat er noo dig is: De crisisuitgaven bedroegen tot 31 Januari omslrecks 330 millioen, en zullen 1 Augus tus 1916 gestegen zijn tot 150 millioen. Daarvan is gedekt door de leening van 't vorig jaar 275 millioen; blijft dus nog te dekken 175 millioen. 45 millioen zullen daarvan te vinden zijn in de oorlogswinst-belasting, waarover ech ter nog geen nadere mededeelingen worden gegeven. en die de brug vlak bij den Pic Gulebra met meer geluk passeerde dan de onze die ven zijn gewoonlijk voorspoediger dan eerlijke menschen eergisteren dan is hier aangekomen een zekere Mr. Dikson, die vol gens de beschrijving, die ik van hem kreeg. zeer veel gelijkenis vertoont met onzen dier- baren Mr. Pamberton, alias Mr. Smith, alias Mr. Stokes. Ik zou om die beschrijving nog niet veel geven, als ik ze niet van minstens zes douanebeambten afzonderlijk had ge- hoord: een lange, magere figuur, mager ge- zicht met bakkehaanden, slappe vilten hoed, lange lichte stofjas, geruite pan talon; bui- tendien had liij den bekenden gelen koffer met de met koper beslagen hoeken en het koperen plaatje in den vorm van een hart in zijn hand. Ge ziet, mijn jongen, dat een vergissing haast niet mogelijk is, en ik zou onder andere omstandigheden ook, zondler er verder over na te denken, aannemen, dat onze Mr. Pamberton, alias Mr. Smith, alias Mr. Stokes, zich eenvoudig een vierden naam heeft aangescliaft. Maar nu moet ge eens verder hooren. Dat deze Mr. Dikson hier zijn pas liet viseeren en dat deze volkomen in orde was, is nog niet het verwonderlijk- ste, want onze dierbare vriend is natuurlijk volkomen vertrouwd met alle streken van 80 millioen wordt de opbrengst geraamd van de heffing in-eens. Dat is dus voor die drie bronnen samen 100 millioen. Blijft nog een bedrag van 50 millioen over waarvoor geleend moet wor den. Maar bovendien leveren de dienstjaren 14 en 15 op de norniale staatsrekening een lekort van 50 millioen, en voor het loopende jaar wordt dat tekort op de gewone inkom- sten geschal op 10 millioen. Daarom wordt nu voorgesteld een nieuwe leening aan te gaan van 125 millioen, wat nog altijd 15 millioen beneden het bedrag der raming is. Indien de toestand een zeer guns tig ver- loop mocht hebben in dien zin, dat eener- zijds de oorlog in of spoedig na den zonier een eindc neemt en anderzijds de oorlogs- winstenbelasting zeer veel meer opbrengt dan hierboven werd aangenomen, dan zal in de tweede helft van 1917 de schatkist door de buitengewone belastinggelden zoozeer zijn gebaat, dat, de Nederlandsche sciiatkist, in plaals van bij de Nederlandsche Bank debet te staan, een c.redietsaldo bij haar kassier zal hebben dat geen rente afwerpt. Dan zal echter na de thans voorgestelde leening reeds dadelijk meer kunnen worden afgelost dan in de aflossingstabel is bepaald. En voorts kan na 1918 ook van de eersle oorlogsleening aneer worden afgelost dan in de aflossingstabel is bepaald. Dat er bij een rente van 41/2 pCt., veel minder stellig op een welslagen der leening valt te rekenen dan bij een van 5 pCt., wordt door den Minister erkend, maar er staat tegenover, dat hij liet ongeraden acht thans hier te lande den rentestand op 5 pCt. als het ware vast te leggen. Thans zou een 5 pCt. leening de neiging van den rentestand om met zekere aarze- j ling van 5 op 41/2 pCt. terng te loopen, i rechts tree ks en gevoelig tegenwerken. Vooral om deze reden heeft de Minister gemeend voor de thans voorgestelde leening geen hoogere rentevergoeding le moeten aanne- 4 men dan 41/2 pCt. Evenals bij de vorige leening zijn ook nu bepalingen voorgesteld voor een gedwongen leening, wanneer er niel voor een bedrag I van minstens 100 millioen wordt ingeschre- I ven. Voor die gedwongen leening zou de rente j 3V2 pCt. worden. Maar nu liet belangrijke nieuwe van deze voorstellende heffing i n-e ens. In de Memorie van Toelichting tot het leeningsontwerp leest men o.a. over de a 1- gemeene beweegredenen: „Hoe men ook nioge denken over de wijze, waarop ten vorigen jare liet benoodigd be drag gevonden is, al moge men van oordeel zijn, dat het destijds wenschelijk was om 1 het geheele bedrag door middel van eenl') leening over 15 jaran le verdeelen en de jj dekking van rente en aflossing dier leening door de verschillende groepen van betas-m tingschuldigen te doen dragen, nil wederom een zeer belangrijk bedrag noodig is, schijnt het evenmui oirbaar dit ook thans weder geheel over een langer tijdvak te verdeelen als het verdedigbaar schijnt de lasten wedier j in dezelfde verhouding aan de verscliillen- 1 de groepen tier belastingschuldigen op te leggen. Wat het eerste punt betreft, ook afgezien van de crisis, is verinecrdering van de Staats-Pj schuld onafwendbaar, zoodal lie! geraden lsJD, de crisisschuld niet te zeer te laten oploorlSe pen. En wat de andere zijde der zaak be-,k treft, schijnt het geboden om naar ge!ang|<'. de lasten van de crisis stijgen, ze voor eenffj grooter deel door de meervermogenden le - doen dragen. Daarom me cut de Minister, dat thans in hoofdzaak het voor dekking der I de moderne schurkentactiek, waartoe ik ook het bezil van een aantal valsche jiassen reken. Ik verwonder er mij dan ook niet bij zonder over, dat hij niet getracht heeft zijn uilerlijk te veranderen. Maskers en vermommingen zijn liij onze tegenwoordige j inisdadigers van den eersten rang iamelijkB uit de mode, want zij schaden meer slanB zij baten. Mogelijk is het ook, dat de vai-B sche passen gelieel zijn opgesteld met lictl oog op het uiterlijk van Mr. I'aniberton, alias Mr. Smith, alias Mr. Stokes, en dan had het slechts verdenking kimnen wekken, als hij zich, zooals dat in romantische roo- vergeschiedenissen gebeurt, den baard liad laten afscheren. een pruik liad opgezet en zijn neus met een blauwen bril had ver- sierd. Wat pvij in mijn loopbaan echter j nog niet is voorgekomqn, is het volgendeiv Mr. Dikson lieeft in geen enkel hotel over- nacht, maar zich terstond na de gebruike-it lijke controle van zijn pas en iiagage aanf liooixi begeven, en Aan boord gegaan? vroeg Hans ver schrikt; dus is er gisteravond toch nog een stoomboot vertrokken, ofschoon u er zeker van nieendet te zijn, dat er geen af-| voer? (Wordt vervolgd.I •HBffliPas COURANT Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ter kennis van belangheifbenden dat in- jaande I Maart 1916 zitdagen voor de ontvangst van birecte belastingen zullen worden gehouden te Sluiskil (gemeente Ter Neuzen), in een der iokalen van de openbare school, en wel op den 2en Zaterdag der maanden Maart, Mei, Augustus en November van elk jaar, van des voormiddags 11 tot des na- middags 1 uur. Ter Neuzen, den 21 Februari 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. DOOR (MHi'iII/I'II/Hi .lil'H' 'U' 11 "»l H Mdilb IiBiiIHIIIIHiMiMiI

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1916 | | pagina 1