ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Directs Mastingen.
No. 6344.
Donderdag 24 Februari 1916.
56e Jaargang.
1I1B1LIJ! GESMPT
ABONNEMENT
ADVERTENTIEN
Telefoon 33.
Bit Blad versohijnt Maandag^, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen,
bij de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Neuzen.
BINNENLANO.
FEWILLETOH.
'to
PJk'^%
Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland f 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij directs opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 illir op den dag der uitgave.
•v-""
TWEEDE KAMER.
Vergadering van 22 Februari.
De Eetlswet.
Aan de orde is blijkens het verslag der
H. Crt., de voortzetting der artikelsgewijze
behandeling van het Eedsontwerp.
Het artikel der Bo-opsgezinden.
Minister Ort brengt een wijziging aan
in het voorgestelde artikel 2, betreffeode
de belofte, door de Doopsgezinden af te
leggen. Tegen het artikel was als bezwaar
aangevoerd, dat men den indruk kreeg, dat
de Doopsgezinden den eed riet mochten
afleggen. Daar dit niet de bedoelingis, ver-
andert de Minister het als volgt//Een
belofte of bevestiging wordt mede afgelegd,
indien de te beeedigen persoon verzoekt,
daartoe toegelaten te worden omdat zijn
godsdienstige gezindheid hem de aflegging
van eeden verbiedt';.
Volgens deze redactie kan een Doops-
gezinde, als hij dat wenscht, ook zweren.
De heer De Savornin Lohman maakt
ettelijke opmerkingen, terwijl er in de
Kamer veel gebabbeld wordt. Spreker
verklaart eindelijk met stemverheffing, niet
te kunnen spreken als er zooveel socie-
teitspraatjes gehouden worden.
De Voorzitter zegt, dat het geen wonder
is, dat er gepraat wordt, want de heer
Lohman is de twintigste spreker. Daarbij
wordt er gepraat niet alleen links, maar
ook bij sprekers vrienden, wien het blijk-
baar ook begint te te lang te worden.
(Stemmen uZeg maar ^te vervelen"
De beer Lohman heeft het er op toegelegd,
dat men jl. Vrijdag niet klaar kwam en
had den voorzitter gevraagd, te zorgen,
dat de behandeling Vrijdag niet eindigde.
(Geroep bij links van ffzoo zoo
De heer LohmanToen wij in de
meerderheid waren, zijn er links veel lan-
gere redevoeringen gehouden. Ik tracht
zoo kort mogelijk te zijn. Maar ik heb den
Voorzitter Diet gevraagd, wat hij nu zegt.
Ik wilde alleen het ontwerp Vrijdag niet
in stemming gebracht zien, omdat er leden
met den trein naar huis mcesten gaan.
De Voorzitter Ik moet den heer Loh
man dit tot mijn spijt tegenspreken. Hij
zeide mij Vrijdag de griffie kan't getui-
gen geen beeindiging der behandeling
te wenschen, daar er fouten uit het ontwerp
moesten worden gehaald. Ik heb toen ge-
antwoord, drie kwartier in plaats van een
half uur pauze te zullen doen houden, maar
hij zei wilt nooit wat ik wil" en is
toen weggeloopen. Dienzelfden avond werd
ik in «de Nederlander" er van beschuldigd,
dat de Eedswet Vrijdag niet klaar was
gekomen.
Zulke opmerkingen als van den heer dement-Rutgers s'emmen, indien het aan j
H. BERTRAND.
Panama, met zijn honderden lichten,
breidde zich aan bun voeten uit, daarach-
ter glinsterden de wateren van den Stillen
Oceaan in het zilveren maanlicht. De ster-
renhemel schitterde boven hun hoofd met
onvergelijkelijke pracht.
Hoe inooi, hoe prachtig mooi! riep
Hans in verrukking uit. A1 zijn vermoeid-
heid was als d oor een tooverslag verdwer
nen, met wijdgeopende nogen staarde hij
op het schilderachtig tafereel, dat zich daar
voor hem uitbrcidde.
Panama? Het wordt ook hoog tijd!
Ik verlapg er naar oin in een ordentelijk
bed te komen en naar een tan darts te kun-
nen gaan, liet de Yankee zich nu hooren,
en alle poezie was verdwenen.
Nog een half uur, toen hotste de kar
over het slechte plaveisel van de stad en
hield eindelijk stil vo,or een somber, laag
Lohman nu wensch ik niet te hooren. Ik
heb niet de macbt, den leden het praten
ii]dens de redevoeiingen te beletten.
De heer Lohman gaat voort, terwijl de
heer Beumer eenige opmerkingen met zijn
buurman wisselt, waarop de heer Ketelaar
uitroept,,Mijnheer Beumer, u moet u ook
stilhouden u hindert ragnheer Lohman
De heer Duys interrumpeert luid en
onverstaanbaar. Een groepje linksche leden
begint luidruchtig te worden, maar de heer
Bos maakt een afkeurend gebaar en men
zwijgt.
Nadat de Voorzitter de tafel herhaaldelijk
heeft behamerd, is de orde hersteld.
Zoowel de Voorzitter als de heer Lohman
wonden zich bij deze woordenwisseling
zichtbaar zeer op
Nadat de heer Eerdmans heeft gesproken,
verklaart de heer Scheurer, dat de wijziging
in het wetsontwerp hem niet heeft af-
gebracht van den indruk, dat het een
loutere facultatiefstelling is van eed en
belofte, dat het den godsdienstzin verzwakt
en Hij dus niet tot de totstandkoming er
ven kan medewerken.
Regeling van werkzaamlheden.
De Voorzilter stelt namens de commissie
van rapporteurs voor, de wetsontwerpen
betreffende de heffing in-eens, zoowel dat
van de Regeering als dat des heeren Bos
c. s. toe te voegen aan de wetsontwerpen,
die in de afdeelingen worden onderzocht,
met dien verstande, dat ze zullen worden
behandeld voor de belasting-ontwerpen. De
Voorzitter stelt wijders voor, morgen middag
half 2 het leeninog-ontwerp in afdeelings-
onderzoek te nemen.
De heeren Nolens en Koolen hebben
hiertegen bezwaar, de laatste omdat de leden
het ontwerp nog niet in handen hebben,
laat staan het hebben bestudeerd.
De heer Bos stelt voor, nadat de Kamer
na een week reces in de afdeelingen gaat,
de heffingsontwerpen en het leeningsontwerp
samen te behaDdelen voor de belasting-
ontwerpen.
De heer De Meester stelt voor, Donderdag-
middag alleen het leeningsontwerp te be-
handelen, omdat dit niets heeft te maken
net het heffingsontwerp.
De heer Nolens stelt voor, heden over
14 dagen in afdeelings-onderzoek te gaan.
Het voorstel-Bos wordt met 39 tegen
21 stemmen aangenomen.
De Eefttswet.
De heer De Geer brengt in zijn atnen-
dement de wijziging aan, welke is Doodig
geworden door de verandering, die de Minster
heden morgen heeft aangebracht in art. 2
van het ontwerp. Spreker behandelt de
vraag, of de schriftelijke acte te veel be
zwaar zal geven. Naar sommiger meening
is de acte geen rem genoeg. De tegenover-
gjstelda bedenkingen der verschillende
sprekers echter heffen elkaar op. De in
het amendement geeischte acte is noch te
moeilijk voor ernstig bezwaarden, noch te
licht em te lichtvaardige bezwaren te weren.
Volgens 's Ministers verlangen schrapt
sprtker de woorden „onder alle omstandig-
heden", die een verscherping geven van
het woord „eeden".
Het amendement-Rutgers is nu zoo ge-
wijzigd, dat het met de Engelsche praktijk
overeenkomt. De voorstellers van het
amendement-de Geer zullen voor het amen-
hotel. Nadat men lang geklopt had, ver
se-been er eindelijk een slaperige huisknecht.
Berger betaalde den koetsier en vroeg en
kreeg een kamer voor Hans en zichzelf.
Terwijl de eerste zich uitstrekte op de on-
zindelijkste matras, wiesch Berger zich stof
en bloed van bel gelaat en knapte zich
op, zoo goed en zoo kwaad als het ging.
Hij was gedurende den rit voldoende uit-
gernst en hij was weer geheel de oude. In
zijn oogen las men zijn gewone energie en
geestkracht, en met opgewektheid in zijn
stem zei hij tot Hans:
Nu, mijn jongen, slaap gij maar goed
uit. Mij moet ge het niet kwalijk nemen,
als ik terstond op weg ga om onzen ge-
meenschappelijken vriend op te sporen.
Nu? Midden in den nacht? vroeg Hans
verwonderd.
Ik heb geen rust, voor ik weet, waar
wij aan toe zijn. Ik haal in ieder geval
onzen consul en de hooggeroemde politic
uit de veeren, de gestrenge heeren mogen
er van zeggen, wat ze willenl!
Met die woorden ging hij heen.
Toen Hans, na heerlijk geslapen te heb
ben, ontwaakte, was het reeds lang dag.
Aan de eenige tafel in het vertrek zat
Berger en roerde met een verdrietige uit-
het buune voorafgaat. Intusschen hand-
haven zij het amendement om, mocht on-
verhoopt het amendement-Rutgers niet
worden aangenomen, nog een kans te be-
houden om het ontwerp dragelijk te maken.
Minister Ort ontraadt het amendement-
Rutgers maar heeft tegen het amendement-
de Geer geen bezwaar.
De heer Lohman, voorzitter der commissie
van rapporteurs, zegt, dat de meerderheid
der commissie voor het amendement-Rutgers
is, de minderheid tegen de geheele com
missie voor het amendement-de Geer even-
zoo voor het amendement-Sasse van lJsselt,
dat echter vervalt, indien een der vorige
amendementen wordt aangenomen.
De stemming.
Artikel 2 van het ontwerp uitzonde-
ring Doopsgezinden wordt aangenomen
met 69 tegen 5 stemmen, o.a. die der heeren
Idsinga, Lohman, van Veen en Schimmel-
penninck.
Het amendement-Rutgers wordt verwor-
pen met 42 tegen 33 stemmen (rechts
tegeii links).
Dit amendement luidde
wEen bevestiging, beeediging of verklaring
wordt mede afgelegd, indien de te beeedigen
persoon scbriftelijk verklaart, tegen het
afleggen van eeden onoverkomelijke be
zwaren te hebben, hetzij omdat hij geen
godsdienstig geloof heeft, hetzij omdat het
afleggen van eeden met zijn godsdienstig
geloof in strijd is.
ffDeze schnfteliike verklaring vindt plaats
door de onderteekening van de acte, opge-
maakt en mede-onderteekend door dengene
in wiens handen de eed of de belofte, enz.
moet worden afgelegd."
In stemming wordt vervolgens gebracht
het amendement-de Geer, luidende
z/De eed of belofte wordt mede afgelegd,
indien de te beeedigen persoon schriftelijk
verklaart tegen eeden, ook wanneer de
overheid ze vordert, onoverkomelijke bezwa
ren te hebben. Deze verklaring wordt
opgemaakt bij een acte" enz. (Zie
tweede gedeelte amendement-Rutgers.
Het amendement wordt aangenomen met
60 tegen 11 stemmen, die der heeren Hu-
genholtz, Kleerekoper, K. ter Laan, Men-
dels, Spiekman, Helsdingen, Sannes, J. ter
Laan, De Beaufort, Rink en Liefcinck.
(Enkele sociaal-demokraten stemmen voor).
Het amendement Sasse van lJsselt (opgaaf
van beweegredenen) vervalt.
Artikel 3 van het wetsontwerp wordt
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Het amendement-Rutgers tot opneming
van een nieuw artikel 3a, bepalende, dat
de rechter bij de vaststelling der waarde
der getuigenissen in aanmerking mag nemen,
of zij berusten op eed of op verklaring,
wordt iBgetrokken.
Aan de orde is artikel 4, dat eed of
belofte bij ambtsaanvaarding facultatief stelt,
met het amendement daarop van den heer
Sasse van lJsselt, luidende
Aan artikel 4 als tweede lid toe te voe-
gen //Die keuze geldt echter niet, behalve
in het geval van artikel 2, voor ambtenaren
en beambten, wier verklaringen, verbaleu
of relazen, om iBgevolge het Wetboek van
Strafvordering als wettige bewijsmiddelen
te kunnen gelden, door hen moeten zijn
afgelegd op den eed bij den aanvang hunner
bediening gedaan."
drukking op het gelaat zijn chocolade om.
Met een s pro tig was Hans het bed uit.
Nu?
Berger antwoordde niet terstond. Hij leg-
de het lepeltje nee.r, dronk de chocolade uit,
stak een cigarette a:m en deed een paar
trekjes voor hij antwoordde:
Ge hebl goed vragen, Hans! Ik wilde,
dat ik even kort kon antwoorden, als gij
vraagt. Maar daar zou ik helaas niet ver
mee komen.
Dus onze vriend is hier nog niet aan-
gekomen
Zeker is hij hier aangekomen, daar-
aan valt niet te twijfelen!
Is hij dan reeds weer vertrokken?
Berger deed weer een paar trekjes en
bekeek aandachtig de blauwe kringetjes, die
langzaam ops tegen naar de grijs geverfde
zoldering.
la, daarop moet ik nu juist het ant-
woord schuldig blijven. Maar ik zal u de
resultaten vertellen van mijn nachtelijken
tocht. Kleed u intusschen op uw geniak
aan, want wij moeten geen tijd verliezen
en straks, als ge deze werkelijk Iekkere
chocolade hebt gedronken, samen verder
op verkenning uitgaan. Luister dus. Met
den trein, die hier ,eergjisteren is (aangekomen
Na eenige bespreking wordt het amen
dement ingetrokken.
Artikel 4 wordt aangenomen.
Aan de orde is art. 5, luidende
„ln wettelijke voorschriften wordt ODder
eed begrepen de belofte of bevestiging,
welke krachtens deze wet voor een eed in
de plaats treedt",
benevenseen amendement-Sasse van lJsselt
om op artikel 5 te doen volgen //Indien
de persoon, aan wien in een burgerlijk
geding de beslissende eed is opgedragen of
teruggewezen, gebruik wil maken van de
bevoegdheid hem in artikel 3 gegeven, dan
moet hij zijn voornemen daartoe tegelijk
met zijn antwoord op de opdracht of terug-
wijzing van dien eed kenbaar maken.
»Is zulks geschied, dan heeft hij, die
den eed opgedragen of teruggewezen heeft,
het recht die opdracht of terugwijzing in te
trekken."
Minister Ort stemt met het amendement in.
De heer Lohman verklaart, dat de
meerderheid der commissie van rapporteurs
er tegen is.
Het amendement wordt met 38 tegen
34 stemmen verworpen.
Op de slotbepaling van het ontwerp is
een amendement lngediend door den heer
De Savornin Lohman om aan de wet geen
tijdelijk karakter toe te kennen. (De Re
geering had voorgesteld, de wet tot 1 Ja-
nuari 1919 van kracbt te doen zijn.) De
heer Lohman verdedigt zijn amendement
met de opmerking, dat de Minister, als
het ontwerp moet worden verbeterd, daartoe
den tijd kan kiezen, dien hij wenschelijk
acht, maar dat het niet noodig is, hier
voor in het ontwerp een bepaalden datum
te noemen.
Het amendement-Lohman wordt met 53
tegen 15 stemmen aangenomen.
Bij den considerans verklaart de heer
Brummelkamp, dat de Minister er niet in
geslaagd is, aan de bezwaren van spreker
en zijn politieke vrienden tegemoet te komen.
Het ontwerp erkent te weinig de waarde
van den eed en opent de deur voor een
minderwaardig surrogaat. (Eenig gejoel.)
Het geheele ontwerp wordt vervolgens
aangenomen met 57 tegen 12 stemmen.
(De anti-revolutionnairen stemmen tegen
evenals de heeren Van Wijnbergen en Arts.)
De vergadering wordt gesloten. De Kamer
komt heden over een week te half
twee in de afdeelingen bijeen.
Oorlogsleening en heffing in-eens.
Het .aangekondigde plan is er:
Maandagavond zijn bij de Tweede Kamer
ingediend wetsontwerpen tot:
le. het aangaan van een geldleening of
leeningen van 125.000.000 a 4Va °/o;
2e. hefftng van buitengewone belastingen
ter gedeeltelijke bestrijding der kosten van
de voortduring van den oorlogstoesland.
De hooi'dfeiten uit deze voorstellen wor
den door de „M. Crt." in 't kort aangegeven
als volgt:
Eerst de berekening van wat er noo
dig is:
De crisisuitgaven bedroegen tot 31 Januari
omslrecks 330 millioen, en zullen 1 Augus
tus 1916 gestegen zijn tot 150 millioen.
Daarvan is gedekt door de leening van
't vorig jaar 275 millioen; blijft dus nog te
dekken 175 millioen.
45 millioen zullen daarvan te vinden zijn
in de oorlogswinst-belasting, waarover ech
ter nog geen nadere mededeelingen worden
gegeven.
en die de brug vlak bij den Pic Gulebra
met meer geluk passeerde dan de onze
die ven zijn gewoonlijk voorspoediger dan
eerlijke menschen eergisteren dan is hier
aangekomen een zekere Mr. Dikson, die vol
gens de beschrijving, die ik van hem kreeg.
zeer veel gelijkenis vertoont met onzen dier-
baren Mr. Pamberton, alias Mr. Smith, alias
Mr. Stokes. Ik zou om die beschrijving nog
niet veel geven, als ik ze niet van minstens
zes douanebeambten afzonderlijk had ge-
hoord: een lange, magere figuur, mager ge-
zicht met bakkehaanden, slappe vilten hoed,
lange lichte stofjas, geruite pan talon; bui-
tendien had liij den bekenden gelen koffer
met de met koper beslagen hoeken en het
koperen plaatje in den vorm van een hart
in zijn hand. Ge ziet, mijn jongen, dat een
vergissing haast niet mogelijk is, en ik zou
onder andere omstandigheden ook, zondler
er verder over na te denken, aannemen, dat
onze Mr. Pamberton, alias Mr. Smith, alias
Mr. Stokes, zich eenvoudig een vierden naam
heeft aangescliaft. Maar nu moet ge eens
verder hooren. Dat deze Mr. Dikson hier
zijn pas liet viseeren en dat deze volkomen
in orde was, is nog niet het verwonderlijk-
ste, want onze dierbare vriend is natuurlijk
volkomen vertrouwd met alle streken van
80 millioen wordt de opbrengst geraamd
van de heffing in-eens.
Dat is dus voor die drie bronnen samen
100 millioen. Blijft nog een bedrag van 50
millioen over waarvoor geleend moet wor
den.
Maar bovendien leveren de dienstjaren 14
en 15 op de norniale staatsrekening een
lekort van 50 millioen, en voor het loopende
jaar wordt dat tekort op de gewone inkom-
sten geschal op 10 millioen.
Daarom wordt nu voorgesteld een nieuwe
leening aan te gaan van 125 millioen, wat
nog altijd 15 millioen beneden het bedrag
der raming is.
Indien de toestand een zeer guns tig ver-
loop mocht hebben in dien zin, dat eener-
zijds de oorlog in of spoedig na den zonier
een eindc neemt en anderzijds de oorlogs-
winstenbelasting zeer veel meer opbrengt dan
hierboven werd aangenomen, dan zal in de
tweede helft van 1917 de schatkist door de
buitengewone belastinggelden zoozeer zijn
gebaat, dat, de Nederlandsche sciiatkist, in
plaals van bij de Nederlandsche Bank debet
te staan, een c.redietsaldo bij haar kassier
zal hebben dat geen rente afwerpt.
Dan zal echter na de thans voorgestelde
leening reeds dadelijk meer kunnen worden
afgelost dan in de aflossingstabel is bepaald.
En voorts kan na 1918 ook van de eersle
oorlogsleening aneer worden afgelost dan in
de aflossingstabel is bepaald.
Dat er bij een rente van 41/2 pCt., veel
minder stellig op een welslagen der leening
valt te rekenen dan bij een van 5 pCt.,
wordt door den Minister erkend, maar er
staat tegenover, dat hij liet ongeraden acht
thans hier te lande den rentestand op 5 pCt.
als het ware vast te leggen.
Thans zou een 5 pCt. leening de neiging
van den rentestand om met zekere aarze- j
ling van 5 op 41/2 pCt. terng te loopen, i
rechts tree ks en gevoelig tegenwerken. Vooral
om deze reden heeft de Minister gemeend
voor de thans voorgestelde leening geen
hoogere rentevergoeding le moeten aanne- 4
men dan 41/2 pCt.
Evenals bij de vorige leening zijn ook nu
bepalingen voorgesteld voor een gedwongen
leening, wanneer er niel voor een bedrag I
van minstens 100 millioen wordt ingeschre- I
ven.
Voor die gedwongen leening zou de rente j
3V2 pCt. worden.
Maar nu liet belangrijke nieuwe van deze
voorstellende heffing i n-e ens.
In de Memorie van Toelichting tot het
leeningsontwerp leest men o.a. over de a 1-
gemeene beweegredenen:
„Hoe men ook nioge denken over de wijze,
waarop ten vorigen jare liet benoodigd be
drag gevonden is, al moge men van oordeel
zijn, dat het destijds wenschelijk was om 1
het geheele bedrag door middel van eenl')
leening over 15 jaran le verdeelen en de jj
dekking van rente en aflossing dier leening
door de verschillende groepen van betas-m
tingschuldigen te doen dragen, nil wederom
een zeer belangrijk bedrag noodig is, schijnt
het evenmui oirbaar dit ook thans weder
geheel over een langer tijdvak te verdeelen
als het verdedigbaar schijnt de lasten wedier j
in dezelfde verhouding aan de verscliillen- 1
de groepen tier belastingschuldigen op te
leggen.
Wat het eerste punt betreft, ook afgezien
van de crisis, is verinecrdering van de Staats-Pj
schuld onafwendbaar, zoodal lie! geraden lsJD,
de crisisschuld niet te zeer te laten oploorlSe
pen. En wat de andere zijde der zaak be-,k
treft, schijnt het geboden om naar ge!ang|<'.
de lasten van de crisis stijgen, ze voor eenffj
grooter deel door de meervermogenden le -
doen dragen. Daarom me cut de Minister,
dat thans in hoofdzaak het voor dekking der I
de moderne schurkentactiek, waartoe ik ook
het bezil van een aantal valsche jiassen
reken. Ik verwonder er mij dan ook niet
bij zonder over, dat hij niet getracht heeft
zijn uilerlijk te veranderen. Maskers en
vermommingen zijn liij onze tegenwoordige j
inisdadigers van den eersten rang iamelijkB
uit de mode, want zij schaden meer slanB
zij baten. Mogelijk is het ook, dat de vai-B
sche passen gelieel zijn opgesteld met lictl
oog op het uiterlijk van Mr. I'aniberton,
alias Mr. Smith, alias Mr. Stokes, en dan
had het slechts verdenking kimnen wekken,
als hij zich, zooals dat in romantische roo-
vergeschiedenissen gebeurt, den baard liad
laten afscheren. een pruik liad opgezet en
zijn neus met een blauwen bril had ver-
sierd. Wat pvij in mijn loopbaan echter j
nog niet is voorgekomqn, is het volgendeiv
Mr. Dikson lieeft in geen enkel hotel over-
nacht, maar zich terstond na de gebruike-it
lijke controle van zijn pas en iiagage aanf
liooixi begeven, en
Aan boord gegaan? vroeg Hans ver
schrikt; dus is er gisteravond toch nog
een stoomboot vertrokken, ofschoon u er
zeker van nieendet te zijn, dat er geen af-|
voer?
(Wordt vervolgd.I
•HBffliPas
COURANT
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen ter kennis van belangheifbenden dat in-
jaande I Maart 1916 zitdagen voor de ontvangst van
birecte belastingen zullen worden gehouden te
Sluiskil (gemeente Ter Neuzen), in een der iokalen van
de openbare school, en wel op den 2en Zaterdag
der maanden Maart, Mei, Augustus en November
van elk jaar, van des voormiddags 11 tot des na-
middags 1 uur.
Ter Neuzen, den 21 Februari 1916.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
DOOR
(MHi'iII/I'II/Hi .lil'H' 'U' 11 "»l H Mdilb IiBiiIHIIIIHiMiMiI