ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6318.
Zaterdag 25 December 1915.
55e Jaargang.
AANGIFTE
De Oorlog.
ABONNEMENT
ADVERTENTlEN
a 40 cent.
I
Telefoon 33.
Dit BM verschljnt Maandag^, Woensdag- en Yrijflagavond, nitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Neuzen.
T-0 BLAD
NieuwjaarS'advertentien
Inschrijving voor de militie.
BINNEN LAND.
n
Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10.
i8i| vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij dipecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
voor het Nieuwjaarsnummer
dat Zaterdagmorgen, in plaats van
Vrijdagavond, zal verschijnen en in
de kom dezer gemeente hllis aan
huis wordt bezorgd, worden weder
geplaatst
Voor Nieuwjaarswenschen grooter
dan 20 regels, zal 40 cent meer
worden gerekend voor elke 20 regels
of gedeelten daarvan.
De inzendingen kunnen geschieden
tot uiterlijk Vrijdag 31 dezer, des
namiddags 2 ure.
Ter Neuzen, 24 Dec. 1915.
Firma P. J. VAN DE SAN DE.
TER
De foijzomlere aandaclit wordt er op
gevestigd, dat bij de in art. 15 ver-
melde aangifte ter inschrijving gelegen-
heid bestaat om op te geven de reden
van vrijsteiling die de in te schrijven
persoon vermoedelijk zal kunnen doen
gelden.
Door of voor hen, die elders geboren
zijn, behoort bij bet doen van de aan
gifte ter inschrijving te worden over-
gelegd een uittreksel uit het geboorte-
reglster, welk uittreksel op aanvrage
kosteloos wordt verstrekt.
Men wordt dringend verzoclit, zich zoo
mogelijk op eeii der aangegeven uren
voor het doen der aangifte ter Gemeente-
secretarie te vervoegen.
Hel fort bij Vlissingen.
In een nota naar aanleiding van hel ver
sing over het wetsontwerp tot vaststelling
van de begrooting van inkomsten en uit-
gaven van het F-oncLs ter verbelering van
de kustverdediging dienst 1916, zfgt de Mi
nister van Oorlog, dat de redenen, die g-e-
leid hebben tot het besluit, een fort bij
Vlissingen te bouwen, nog onverzwakt be-
vStaan.
Waar op de desbetreffende begrooting een
vierde termijn o.a. voor den onderwerpe-
lijken bo-uw wordt aangevraagd, kan niet
worden toegegeven, dat ten opzichte van
dit fort een definitieve beslissing nog zou
moeten worden genomen.
Met den bo-uw van het fori wordt voort-
gegaan.
Uit den aard der zaak wordt bierbij re-
kening gehouden met helgeen omtrent de
in den buidigen oorlog verkregen ervaring
bekend is geworden.
liegeeriixgscommissie in zake het
middens tanidscrediet.
Men schrijft aim de „H.
In de middenstandspers
si en tijd hier en daar in
ingezonden stukken enz..
voorgekomen omtrent de
Crt.":
zijn in den laat-
den vorm van
mededeelingen
hulp, die door
bemiddeling van de Regeeringsoomm hssie
in zake bet middenstandscrediet verleend
wordt. De klaeht werd geuit, dat de voor-
gespiegelde hulp inderdaad achterwege bleef
en op verzoeken om S la a ts gar an tie op hel
verlangde voorschot afwijzend werd be-
schikl.
Het zoo uit ter aard als overbodig kun
nen besobouwd worden aan deze klachten
vender aandacht te wijden, ware het niet,
dat bet gevaar znu ontstaan dat kleine
middenstanders, die wel voor de bemidde-
Ling der Regeerings-cpmmi§sie in aanmerking
komen en daardoc! Ndaande gehouden, op
een dwaalspoor v
onrecihle vreezende
Zull-en worden,
tot hun eigen s>
la ten. Het is daarc
bracht, en ten
eholpen te
v pin daartoe,
tlLchtcrwege
vermelden,
dat door bemiddeling der Regeerings.com-
mi&sie reeds tal van voorschotten, in alle
deeien des lands -en In allerlei Tniddenstanidjs-
kringen zijn verleend, waaruit blijkt, dat
die middenstanders, wier moeilijkheden in
derdaad voortvlo-eien uit de tegenwoordige
oorlogscri-sis, en waarvan met redelijkheid
lean vcrwaclil worden, dat zij door dezen
steun voldoende gebaat zijn om zicli, in af-
wacliling van betere tijden, staande te hoiu-
den, inderdaad ook geholpen worden.
Uitteraard heeft de commissie zich bij
de beoordeeling van de aanvragen te hou-
den aan de bepalingen, die daartoe zijn
gemaakt, en zal zij zich moeten onthouden
van steun aan ben, die reeds voor den
oorlog in moeilijkheden verkeerden, of wier
zaak geen levensvatbaarheid blijkt te be-
zitten.
Voor der gelijke doeleinden toch is, de
commissie niet in het leven geroepen.
DE INVAL IN GRIEKENLAND
AAN STAANDE.
Een Rulgaarsch-Amerikaanseh incident.
De „Heslia" verneemt naar aan de
„Tel." geseind wordt uit Saloniki, dat
men daar in Ententekringen verwacht, dat
de gevec.hten op Grieksch grondgebied bin
nen enkele dagen een aanvang zullen ne-
men. De slilstand wordt toegeschreven aan
den wensch van de Bulgaren, die meer dan
200.000 man hebben verloren, om hun leger
opnieuw te versterken. Men achat, dat er
een nieuw Bulgaarseh leger van een kwart
millioen is gevormd.
Men acht het onwaarschijnlijk te Athene,
dat DuitschLand zal loelaten, dat de Bulga
ren Grieksch grondgebied betredeu.
Volgens de „Times"-oorrespondent te Sa
loniki bezetten alieen Bulgaarsche troepen
op bet oogenblik Manas,tir. Aan het hoofdi
van deze troepen, waarbij zich veel cava-
lerie bevindl, staan Duitsche officieren. De
Bulgaren handelen in den geest van het
Pruisische militarisme, waarvan Dr. Forbes
en mevr. FarneLi, belden deel uitmakend van
het Amerikaansche Roode Kruis te Monas-
tir, ondervinding hebben opgedaan. Het Aine-
rikaansehe c.onsulaat te Saloniki heeft van
den leider van de Amerika che sanitaire
commissie, die kort geledf R Servie was,
de volgende feiten vernon.cn:
Den 9en December requireerden de Bul
gaarsche militaire autoriteiten te Monastir
24 wagonladingen meet, dat door liet Ame-
rikaansclie Roode Kruis dagelijks onder de
behoeftige inwoners werd verdeeld. De Bul
garen baden een hoogen prijs,; loen de
Amerikanen weigerden, dreigden zij bun
voorraad met geweld in beslag te nemen.
Dr. Forbes heesch daarop de Amerikaansche
vlag boven den ingang van bet hospitaal.
Den voilgenden dag verschenen er eenige
sioldaten onder bevel van een officier, die
Forbes gelaslle den soldaten loegang te ver-
leenen. Forbes weigerde andermaal, waar
op de officier, die vloeiend Engelsch sprak,
daar hij vroeger in Kansas verblijf had ge
houden, de Amerikaansche vlag een vod
noemde, alleen goed om Mexican-en bang te
maken.
De officier beval den soldaten de vlag
neer te halen en het huis binnen te drin
gen, h-etgeen gedaan werd. De soldaten gre
pen Forbes beet, die weer-stand trachtte te
bieden, waarna de officier hem met de platte
kant van zijn s-abel slo-eg. Mevr. FarneM
sto.nd kalm toe te zien en b-ego-n van bet
geval miomentopn-amen te maken. De solda
ten sloegen ecliter haar camera stuk. Toen
deze fonneele tegenstand overwonnen was,
verzegelden de soldaten de bergplaats van
m-eel. De officier verklaarde, dat het uit
mioest zijn met de ronddeelingen en plant-
ste schildwachten bij den ingang van het
hospitaal. Dr. Forbes en mevr. Farneli vroe-
g-en verlof naar Griekenland te mogen gaan,
hetgeen geweigerd werd. De Amerikaansche
regeering heeft om inlichttngen in zake deze
gebeurtenissen verzoclit en de Bulgaren ver-
o-ntscbuldiigden het gedrag van de soldaten
door te zeggen, dat zij, bij hun aankomsf
te Monastir, dringend brood no-odig liaddlen.
DE TOESTAND IN DUITSCIILAND.
Dezer dagen spraken wij vers-chillende
personen, die uit Duitschland terugkeerden,
welke er maanden liadden vertoefd.
Uit hunne gesprekken viel maar al te goed
af te leiden de groote behoeften, welke men
daar aan alles begint te krijgen. Wel heeft
de regeering de laatste weken maximum-
prijzen vastgesteld, do-cb -dit heeft zij niet
gedaan, om paal en perk aan de stijging der
prijzen te stellen, neen, in hoofdzaak, omdal
de bevolking oproerig begint te worden.
Geen der Duitsche bladen heeft gewag m-ogen
miaken van bet vreeselijke oproer, dat, zoo-
wel te Berlijn als te Leipzig, heeft plaats
gevonden.
Wanneer men een kijkje neemt in de
mijnen en de constructie-werkplaatsen, dan
eerst ziet men, hoever het gekomen is niet
de Duitsche bevolking. Aan het hoofd der
bedrijven staat een DuiLscher, ook de bazen
zijn nog Duitschers, doch al de overige
werklieden zijn krijgsgevangpnen, die onder
bewaking arbeiden. Hoogstens vijf Duit
schers houden toeziclit op eenige duizenden
werklieden, die naast de krijgsgevangenen,
meerendeels bestaan uit Nederlanders en
Polen, -doch naast deze arbeidens zou men
als leek zeggen: „wie zijn dan die honder-
den, die daar arbeid verrichten?" Het zijn
de Duitsche vro-uwen, die zich in pantaions
hebben gesloken en de plaatsen harer man-
nen inn-em-en. Nooit is d.e vronwenarbeid
zoo algemeen geworden in deze takken van
nijverheid als nu, zelfs zijn er reeds zeer
velen, die in de groeven afdalen.
Groote ontstemming heerscht er ook ten
opzichte van het vers-trekken van verloven.
Er zijn gezinnen, wier hoofd n-og nooit,
zoolang de oorlog duurt, ofwel slechts een-
maal verlof heeft kunnen krijgen, terwijl
anderen schier om -de drie maanden hunne
geliefden kunnen weerzien.
De loonen zijn momenteel M. 5,50 daags,
doch het kostgel-d bedra-agt M. 20 per week,
zoodal ea- van -dat weekgeld te weinig wordt
ovrergehouden om hier te lande limine ge
zinnen nog een bedrag voor eigen levens-
onderhoud over te zenden.
Te Dortmund is men druk aan bruggen-
bouw b-ezig, steeds worden nog verster-
kingen aangeleg-d, de munitiefabrieken wer-
ken dag en nacht. Zij, die daarin werk-
zaam zijn, kunnen moeilijk verlof beko-
men om huiswaarts te keeren, daar men.
bang is, -dat de teruggekeerden iets zullen
loslaten over de werkzaamheden, die er
verricht worden.
Het is ti'eurig de vele gebrekkige jo-nge
mannen te zien, die de s-traten vullen en
nog voortdurend wordt hun aantal «roo-
ter. In de hospitalen bevinden zich llians
de soldaten, die een jaar geleden de stra-
ten vul-d-en en met geesldrift ten sh-ijde
trokken. Men is er trotsch op, dat de lich-
ting 1917, die wel aanzegging gekregen heeft,
zich gereed te houden, nog niet opgeroe-
pen is. Men schijnt echter niet te weten,
dat in werkelijkheid de meesten, ook die
van de lieliting 1918, reeds, al-s vrijwilliger
in de gelederen staan,, zoodat, wanneer straks
de recruten van 1917 w-orden opgeroepen,
hun aantal nauwelijks de helft van de wer-
celijke st-erkte d-er lichting zal bedragen.
,IIET ZIET ER VOOR HET DUITSCHE
VOLK SOMRER UIT".
Aan de Morning Post wordt uit Was
hington gerneidIn een bespreking van
Helfferich's toespeling op den ondergang
van het Britsche Rpk zegt de New-York
Times, dat de Entente-mogendheden, die
veel rgker zijn dan Duitschland, de twee
derden van den geldelpken last van den
oorlog, welke voor haar rekening komt,
veel gemakkelgker kunnen dragen dan
Duitschland zijn een derde deel. Het blad
voegt er bij, dat de financieele kwestie niet
de hoofdzaak is. De wapenfei'en van Duitsch
land zullen het toch niet in staat stellen.
de vrijheid op zee te herkiggen. Indien
Duitschland wenscht, dat het op nieuw de
zee kan bevaren, moet het de toeslemming
van Engeiand in de vredesvoorwaarden
koopen, hetzij door schadevergoedingen,
hetzjj door coneessies.
Indien het Duitsche volk zich voor oogen
stelt, wat dit beteekent, zal zijn verlangen
om te weten, waar Duitschland voor strijdt,
sterker worden. Het ziet er voor het Duit
sche volk somber uit.
DE ONLUSTEN.
In verband met de ong^rfgeldheden te
Berlijn, is het garnizofn met 2000 man
infanterie versterkt, wordt uit Kopenhagen
gemeld.
Ed de //Daily Express" corr. te Amster
dam meldt. Een Zwitseisch burger juist
uit Duitschland gekomen, deelde mede dat
hij te Keulen getuige was geweest van door
vrouwen veroorzaakte o; g reg/ldheden op
de oehtendmarfct.
Toen de vrouwen op de markt kwamen en
bevonden dat de prijven van eieren, boter
en vet opnieuw verboogd waren, besloten
zij zich zelf te helpen een hevig gevecht
ontstond tusschen de vrouweu en de ver-
koopers.
De politie kwam tusschen beiden en de
verschijning van een beree'en macht ver-
meerderde slpchts de woede d-r vrouwen
die schreeuwden
.Wij moeten eten hebben. Ooze man
nen vechten voor het land en wij ver-
hongeren."
De politie chargeerde met de sabel en
vele vrouwen werden ernstig gewond.
Zeven zijn naar het hospitaal gebracht,
en vijf stierven.
TER
COURANT
De Burgemeester der Gemeente TER NEUZEN
brengt ter kennis van wie het aangaat. inzonderheid
van de in het jaar 1897 geboren mannelijke per-
sonen, of van hun vader, moeder, voogd, of curator,
dat bij de Militiewet Staatsblad 1012, No. 21) het
volgende is bepaald
Artikel 12.
1. Behoudens het bepaalde in art. 13 wordt voor
de militie ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
op 1 Januari van het jaar volgende op dat, waarin
hij het 18de levensjaur heeft volbracht, binnen het
Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie
woonplaats heeft, of wiens vader, moeder of voogd
op genoemd tijdstip in een dier Rijken woonplaats
heeft
2o. icder meerderjarig mannelijk Nederlander,
die op genoemd tijdstip in een der genoemde Rijken
woonplaats heeft
3o. ieder mannelijk niet-Nederlarider, die op ge
noemd tijdstip ingezetene van het Rijk is.
2. Voor ingezetene in den zin dezer wet wordt
gehouden
A. de minderjarige niet-Nederlander, die binnen
het Rijk woonplaats heeft;
lo. indien zijn vader, moeder of voogd binnen
het Rijk woonplaats heeft en gedurende de vooraf-
gaande achttien maanden in het Rijk of in de kolonien
of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen
woonplaats gehad heeft
2o. indien hij zelf gedurende de voorafgaande
achttien maanden in het Rijk of in de kolonien of
bezittingen des Rijks in andere werelddeelen woon
plaats gehad heeft, tenzij hij in den zin dezer wet
een vader of moeder heeft en deze elders dan binnen
het Rijk woonplaats heeft;
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen
het Rijk woonplaats heeft en gedurende de vooraf
gaande achttien maanden in het Rijk of in de
kolonien of bezittingen des Rijks in andere wereld
deelen woonplaats gehad heeft.
3. Voor de toepassing van het bepaalde in het
vorig lid wordt gehouden
voor minderjarig hij, die minderjarig is in den
zin der Nederlandsche wet
voor meerderjarig hij, die meerderjarig is in den
zin der Nederlandsche wet.
Artikel 13.
Voor de militie wordt met ingeschreven
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die blijkt te
behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet
aan een verplichten krijgsdienst zijn onderworpen
of waar ten aanzien van den dienstplicht het beginsel
van wederkeerigheid is aangenomen.
2o. hij, die blijkt in de kolonien of bezittingen des
Rijks in andere werelddeelen woonplaats te hebben,
mits dit niet zij ter zake van krijgsdienst.
Artikel 14.
1. De inschrijving geschiedt:
lo. van hem, bedoeld in art. 12 eerste lid, onder
lo.
a. zoo zijn vader, moeder of voogd binnen het
Rijk woonplaats heeft, in de gemeente der woonplaats
van vader, moeder of voogd
b. zoo hij binnen het Rijk woonplaats heeft, in
de gemeente zijner woonplaats, tenzij hij in den zin
dezer wet een vader, moeder of voogd heeft en deze
in eene andere gemeente binnen het Rijk woon
plaats heeft
c. zoo zijn vader, moeder of voogd in het Duitsche
Rijk en hij niet binnen het Rijk woonplaats heeft,
in de gemeente Amsterdam
d. zoo zijn vader, moeder of voogd in het Koninkiijk
Belgie en hij niet binnen het Rijk woonplaats heeft,
in de gemeente Rotterdam
e. zoo hij in het Duitsche Rijk en zijn vader,
moeder of voogd met binnen het Rijk ,of in het
Koninkrijk Belgie woonplaats heeft, in de gemeente
Amsterdam
f. zoo hij in het Koninkrijk Belgie en zijn vader,
moeder of voogd niet binnen het Rijk of in het
Duitsche Rijk woonplaats heeft, in de gemeente
Rotterdam
2o. van hem bedoeld in art. 12, eerste lid onder 2o.
a- zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de
gemeente zijner woonplaats
b. zoo hij woonplaats heeft in het Duttsche Rijk,
in de gemeente Amsterdam
c. zoo hij woonplaats heeft in het Koninkrijk
Belgie, in de gemeente Rotterdam
3o. A. van hem, bedoeld in art. 12, eerste lid
onder 3o., indien hij minderjarig is
a. zoo zijn vader, moeder of voogd binnen het
Rijk --woonplaats heeft, in de gemeente der woonplaats
van vader, moeder of voogd
b. zoo hij in den zin dezer wet geen vader, moeder
of voogd heeft of zoo zijn voogd niet binnen het Rijk
woonplaats heeft, in de gemeente waar hij zelf
woonplaats heeft
H, van hem bedoeld in art. 12, eerste lid, onder
3o., indien hij meerderjarig is
in de gemeente, waar hij woonplaats heeft.
2. De in het vorig zid als plaats van inschrijving
aangewezen gemeente is die, waar de woonplaats
gevestigd is of was op 1 Januari van het jaar, vol
gende op dat, waarin de in te schrijven persoon het
I8e levensjaar volbracht. Ten aanzien van hem, wiens
inschrijving te Amsterdam of te Rotterdam moet ge
schieden wegens woonplaats onderscheidenlijk in het
Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie, wordt de
gemeente, waar de inschrijving moet plaats hebben,
bepaald naar het Rijk, waar de woonplaats gevestigd
is of was op 1 Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin de in te schrijven persoon het 18e levens
jaar volbracht.
Artikel 15.
I. Hij, die volgens art. 12 moet worden inge
schreven, is verplicht zich daartoe aan te geven bij
den burgemeester der gemeente, waar de inschrijving
moet geschieden.
2. Indien hij ongesteld of afwezig is, rust de
verplichting tot het doen van de aangifte:
a. indien het een minderjarige betreft, op zijn
vader, moeder of voogd, mits de vader, moeder of
voogd binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of
jn het Koninkrijk Belgie woonplaats heeft, of
indien de voogdij is opgedragen aan een reehtsper-
soonlijkheid bezittende vereeniging, aan eene stichting
of aan eene instelling van weldadigheid op de
bestuurders
b. indien het een meerderjarige betreft, die onder
curateele staat, op zijn curator.
3. De minderjarige, die in den zin dezer wet geen
vader, moeder of voogd heeft, of wiens vader, moeder
of voogd niet hinnen hel Rijk, in het Duitsche Kijk
of in het Koninkrijk Belgie woonplaats heeft, is,
behoudens het bepaalde in het volgend lid. steeds
zelf tot het doen van de aangifte verplicht.
4. Hij, die is opgenomen in een der art. 16 ver-
melde gestichten en inriohtingen of behoort, tot de
in het tweede lid van genoemd artikel bedoelde per-
sonen dan wel in dienst is bij de zeemacht, bij het
leger hier te lande of bij de koloniale troepen, be-
hoeft niet ter inschrijving te worden aangegeven.
5. De aangifte geschiedt in de maand Januari
van het jaar, volgende op dat. waarin de in te schrijven
persoon het 18e levensjaar volbracht.
6. Voor hem of haar, die tot het doen van de
aangifte verplicht is, kan de aangifte geschieden
door een ander, daartoe schriftelijk gemachtigd.
Artikel 16.
1. De bestuurder van krankzinnigen-, idioten-,
doofstommen- en blindengestichten, vangevangenissen
van rijkswerkinrichtingen, van rijksopvoedings-ge-
stichten en van tuchtscholen zenden jaarlijks voor 10
Januari eene opgave, ingericht in den door Ons te
bepalen vorm, van de daarin opgenomen mannelijke
personen, die alsdan voor de militie moeten worden
ingeschreven, aan Onzen commissaris in de provincie,
binnen welke de inschrijving moet plaats hebben.
2. Ten aanzien van de mannelijke personen. die
ingevolge art. 39 van het Wetboek van Strafreeht ter
beschikking van de Regeering zijn gesteld en niet
in een Rijksopvoedingsgesticht zijn opgenomen, ge
schiedt gelijke opgave vanwege Onzen Minister van
Justitie.
3. De inschrijving van de in het eerste en het
tweede lid bedoelde personen, zoomede van die, welke
in dienst zijn bij de zeemacht, bij het leger hier te
lande of bij de koloniale troepen, geschiedt overeen-
komstig door Ons te geven voorschriften.
Artikel 17.
1. Voor de militie wordt ook ingeschreven of
wordt opnieuw ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
na 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin
hij het 18de levensjaar volbracht, en voor het intreden
van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het
Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk Belgie
gevestigd heeft en wiens vader, moeder of voogd niet
reeds in een dier Rijken woonplaats had
2o. Ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die
niet in een der genoemde Rijken woonplaats heeft,
doch wiens vader, moeder of voogd na 1 Januari van
het jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige
het 18de levensjaar volbracht, en voor het intreden
diens 21ste levensjaar zijne of hare woonplaats binnen
een dier Rijken gevestigd heeft
3o. ieder mannelijk ninderjarige, die na 1 Januari
van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de
levensjaar volbracht en voor het intreden van het
21ste levensjaar Nederlander of opnieuw Nederlander
is geworden, zoo hij of zijn vader, moeder of voogd
binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het
Koninkrijk Belgie woonplaats heeft;
4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die
na 1 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin
hij het 18de levensjaar volbracht, en voor het intreden
van het 21ste levensjaar zijn woonplaats binnen het
Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koninkrijk
Belgie gevestigd heeft
5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na 1 Januari
van het jaar, volgende op dat waarin hij het 18de
levensjaar volbracht, en voor het intreden van het
21ste levensjaar Nederlander of opnieuw Nederlander
is geworden, zoo ijij binnen het Rijk, in het Duitsche
Rijk of in het Koninkrijk Belgie woonplaats heeft;
6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na 1
Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het
18de levensjaar volbracht, en voor het intreden van
het 21ste levensjaar iugezetene of opnieuw ingezetene
is geworden in den zin van art. 12, tweede lid
7o. hij, die voor het intreden van het 21ste levens
jaar ophoudt te verkeeren in een der gevallen, be
doeld in art. 13, indien hij overigens, hetzij volgens
art. 12, hetzij volgens het hiervoren onder lo.6o.
bepaalde ingeschreven zou moeten worden.
2. Met betrekking tot het bepaalde onder lo.6o.
gelden art. 12, laatste lid, en art. 13.
3. Ten aanzien van de gemeente, waar de in
schrijving of de inschrijving opnieuw moet geschieden,
geldt art. 14, eerste lid, met dien verstande, dat de
maimziroxtfffiisiszsr
plaats van inschrijving wordt bepaald naar de ge
meente of het Rijk, wif„r de woonplaats gevestigd is
of was op den dag, wad.ro p de in te schrijven persoon
of zijn vader, moeder <T voogd is geraakt in een der
het eerste lid van dit artikel omschreven gevallen.
4. Ten aanzien van de aangifte of opgave ter in
schrijving of ter inschrijving opnieuw gelden de artt.
15 en 16, met dien verstande, dat de aangifte ge
schiedt binnen dertig en de opgave binnen tien dagen
na den dag. waarop de in te schrijven persoon of
zijn vader, moeder of !voogd is geraakt in een der
in het eerste lid van dit artikel emschreven gevallen.
Artikel 102.
1. Met hechtenis van ten hoogste veertien dagen
of geldboete van ten hoogste honderd vijftig gulden
wordt gestraft de in art. '15, eerste of tweede lid,
bedoelde persoon of diegene der in laatstgenoemd
lid bedoelde bestuurders, die niet voldoet aan eene
hem bij dat artikel of bij art. 17, vierde lid, opge-
legde verplichting.
2. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee
maanden of geldboete van ten hoogste honderd
gulden wordt gestraft hij, die opzettelijk een der in
het eerste lid bedoelde feiten pleegt.
Waar in het bovenslaande sprake is van
vadermoeder of voogd, heeft zulks betrekking
op miriderjarigen en strekt de uitdrukking ,.-vader
voor het geval dat de vader de ouderlijkemaclit of
de voogdij uitoefendde uitdrukking moeder"
voor het geval dat de moeder de ouderlijke macht
of de voogdij uitoefenten de uitdrukking „voogd"
voor het gevcft, dat over den minderjarige voogdij
wordt uitgeoefend door een ander dan den vader
of de moeder. De uitdrukking „curator" heeft
betrekking op meerderjarig en en strekt voor het
geval, dat dezen onder curateele staan.
Waar in het bovenstaande sprake is vanwoonplaats
wordt, ten aanzien van hen. die geen vrijwillige
woonplaats hebben dat zijn o. a. de minder -
jot-rig en daaronder s,rstaan de plaats, waar zij
werkelijk wonen, en, zoo deze ontbreektde plaats
van verblijf.
Voor het doen van de aangifte ter inschrijving, die
moet plaats hebben tusschen 1 en 31 Januari a s., zal
gelegenheid worden gegeven ter Gemeente-secretarie
op alle werkdagen,'des voormiddags van 9 tot 4 uur.
Des Zaterdags slechts tot 2 uur.
Ter Neuzen, 22 December 1915.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
F A. 1 K rvrv
T-. 4