ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De krijgs'becLrijven.
No. 6316
Dinsdag 21 December 1915.
55e Jaargang.
De Oorlog.
ABONNEMENT
A DVERTENTIEN
Telefoon 2S.
Bit Blad verschynt fflaandag^, Woensdag- en VrjjdagaYond, uitgezonderd op Feestdagen, bij de Flrma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Nenzen.
Yerkeersweg tusschen Oostelijk en
Westelyk Zeeuwsch-Vlaanderen.
BINNENLAND.
mM
Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
In de zitting der Tweede Kamer van j.l.
Woensdag werd daarom trent door den heer
Ue Murait het volgende gezegd:
Mijnheer de Voorzitter!
Verleden jaar heb ik getracht ook in
het Voorloopig Versiag is er loan iets van
gezegd den .Minis,ter te bewegen de tot-
standkoming te bevorderen van een open-
baren verliarden verbindingsweg tusschen
het voormalige vierde en vijfde district van
Staats-Vlaanderen. Het heeft mij zeer ver-
wonderd, dat de Minister het loen niet de
moeite waard lieeft geacht in de Memorie
van Antwoord met een enkel woord op de
opmerking in het Voorloopig Versiag ge
maakt, terug te komen. Ik heb daarna, op
22 December van het vorige jaar, bij de
openbare beraadslaging over hoofdstuk IX,
in een vrij uitvoerig betoog Lrachten aan te
toonen de groole urgentie voor aanleg van
dien weg. Ook op dat betoog is, de Minister
echter niet ingegaan. Hij heeft mij zelfs
met geen enkel woord bes.cheid gegeven.
In Zeeuwsch-Viaanderen heefl deze houding
van den Minister inderdaad een zeer eigen-
aardigen indruk gemaakt en ik wil den
Minister wel zeggen, dat de bewoners van
die streek, vooral de direct belanghebben-
den bij dien weg, mij meer dan eens hebben
gevraagd, wat toch de reden Icon zijn, dat
in dezen in Den Haag zoo slecht voor hun
belangen werd gezorgd. Ik heb toen aan
die menschen geantwioord, dat ik niet Icon
aannemen, dat de Minister het niet de moeite
waard had gevonden een enkel woord aan
dien weg te wijden, maar dat vermoedelijk
strategische overwegingen den Minister tot
zwijgen hadden gedwongen.
Ook in de Eerste Kamer lieeft een der af-
gevaardigden van Zeeland in het Voorloopig
Versiag gevraagd of de weg niet tot stand
kon worden gebracht. Hierop is, de Minis
ter toesehieteLijker geweesl. Op bladz. 7
van de Memorie van Antwoord, belioorende
bij hoofdstuk IX van de Staatsbegrooting,
Eerste Kamer, deelde de Minister mede het
na volgende
„Indien door meer onmiddellijk be-
langliebbenden pogingen worden in het
werk gesteld ter verkrijging van een
verliarden weg tusschen Oosl- en West-
Zeeuwsch-VLaanderen, zal ondergeteeken-
de bereid bevonden worden om die po
gingen te steunen door toekenning te be
vorderen van een subsidie, afliankelijk
van de mate waarbij het algemeen be-
lang bij het werk blijkt betrokken te
zijn."
In het Voorloopig Versiag, behoorende bij
hoofdstuk IX van de begrooting van dit
jaar, is wel is waar de weg niet genoemd,
omdat ik aanvankelijk meende, dat die aan-
gelegehheid beter kon worden behandeld
bij de groote wet van 20 millioen voor ver-
betering en den aanleg van rijkswegen. Als
ik mij echter niet bedrieg, zal die wet voor
loopig wel niet worden behandeld. Daarom
ben ik, met toes,lemming van den Minister,
er thans toe overgegaan iets over dien weg
te zeggen, al konit hij in de stukken niet
voor.
Mijnheer de Voorzitter! In de Memorie
van Antwoord in de Eerste Kamer spreekt
de Minister van „meer onmiddellijk belang-
hebbenden'', maar hoe groot de belangen
van de beide deelen van Zeemvsch-Vlaan-
dieren, bij den weg betrokken, ook zijn, alle
belanghebbenden voelen, dat het in de eer
ste plaats de plicht van den Staat der Ne-
derlanden is, daar oen weg te maken, en
ik gevoel dat met hen. Zelfs dienen die be
langhebbenden geen bijdrage in de kosten
te geven.
Voor de grensregeling met Belgie was de
toestand zoo, dat, allhans te water, Oost-
en West-Zeeuwsch-Vlaanderen geniakkelijlc
met elkaar in verbinding waren. Het niet
aanwezig zijn van een weg werd toen niet
zoo gevoeld. Na dien tijd is, de verzanding
en verslibbing van de Braakman slerk door-
gegaan. Het Rijk heeft daarvan voordeel
gehad. Tal van polders, zijn door den Slant
ingedijkt als staatsdomein. Ik noem: 1866.
de Elisabelhpolder, 1845: de Paulinapolder,
1893: de Koninginnepolder, 1847: de Angeli-
napolder, 1899: de Mossel polder, 1907: die
Van Dunnepolder, 1866: de kleine Stellepol-
der, 1899: de Kanaalpolder, 1911: de Van
Wyckhuizenpolder, 1884: de Vergaartpolder,
1887: de Van Westpoider, 1851: de Looze-
p older.
Die ingedijkte gronden hebben millioenen
an die sell alt-cist gebracht, ten eerste direct
door verkoop van de gronden, en ten twee
de indirect door groote bijdragen aan in-
kamsienbelasting, vermogensbelasling en
grand betas ting. Ik heb een staatje gemaakt
van hetgeen op die wijze in de staatskas
gekomen is,, maar zal dat, met het oog oip
den tijd, niet voorlezen, hoewel het over-
zichtje interessant is. Er is inderdaad een
nationaal belang bij deze zaak betrokken.
Intuisiscben heeft het Rijk, dat zeer groote
inkomsten uit de betrokken streek genoten
heeft, er niet aan gedacht Zeeuwsch-Vlaan-
j deren te helpen aan den zoo dringend noo-
digen weg. Velen in Zeeuwsch-Vlaanderen
hebben mij ppgemerkt, dat. indien Zeeuwsc.ii-
Vlaanderen niet tot Nederland behoorde,
maar lot het land ten Zuiden gelegen, het
vanze.lf spreekt, dat er alhuig een weg ;zau
zijn gemaakt. Het zou eenvoudig idioot zijn,
dit te Oinlkennen. Dpt z,iel iedereen, die de
kaart heschouwt en de toestanden plaatse-
lijk ken I. Maar de Zeeuwen, ook die daar
wonen, willen beslist Nederlanders blijven,
doch zij wenschen niet langer door de Be-
geering ats bewoners van een wingewest te
worden behandeld.
Ik heb verleden jaar aangetoond op welke
gronden het noodig is, daL die weg er spoe-
dig komt. De Minister heeft daai'op niet ge-
antwoord, zooals ik opmerkte, vermoede
lijk om bijzondere redenen; want ik kanniet
aannemen, dat Zijn Excellentie opzettelijk
niet geantwoord lieeft, dat zou in het Par-
lement niet gaan. Ik heb loen aangetoond
waarom die weg dringend noodig is en ter
bekorting wensch ik bescheidenlijk naar
mijn rede van Verleden jaar te verwijzen.
Ik zal dus wat ik loen zeiide niet lierhalen,
maar toch wil ik op een histotrisch feit
wijzen, dat mij toen niet bekend was, maar
waarvan ik later kennis heb gekregen. Toen
nl. bij gelegenheid van den watervloed in
1906 H. M. de Ivoningin bet vierde en vijfde
district van Staats-Vlaanderen heefl be-
zocht, wenschte H. M. ten Zuiden van den
Braakman van Oost naar West te gaan.
De burgemeester van Philippine moest ech
ter tot H. M. .zeggen, dat zij niet verder
kon, tenzij H. M. op Belgisch gebied
wenschte te komen. Er zijn toen allerlei
formaliteiten noodig geweest om de Ivonin
gin en gevolg te veroorloven over Belgie
van het eene gedeelte van haar land naar
liet andere te komen.
De ervaring, die toen de Hooge Lands-
vrouwe met tal van formaliteiten heeft ge
had, hebben de bewoners, daar dagelijks,
al zijn de douaneformaliteiten enz. van an-
deren aard. Maar de bewoners gevoeleix
die. dagelijks en hunkeren daarom ook da
gelijks naar den weg, die al de lelkens te-
rugkeerende moeilijkheden zal ondervangcn.
Mijnheer de Voorzitter! De Minister
wenscht, dat blijkt, dat de meer direct be
langhebbenden pogingen in het werk stel-
len om den weg le krijgen.
Welnu, Mijnheer de Voorzitter, herliaalde-
lijk is daar blijk van gegeven. Ik blijf er bij,
dat ook zonder dit blijken de Staat de
verbinding had moeten aanleggen, maar ik
wil er toch op wijzen, dat de belanghebben
den reeds stappcn deden.
Den 8sten Juli 1862 werd reeds in de
Staten van Zeeland met 27 van de 30 stem-
men in beginsel aangenomen een weg aan
te leggen, terwijl de Staat zich bereid had
verklaard subsidie te geven.
Als kapsLok om den weg aan op le han-
gen werd loen gebruikt het feit, dat de aan
leg van spoorwegen ter hand was genomen
in ons land.
in 1908 kwam d,e zaak weer in de Pro-
vinciale Staten en toen werd als kapstok
gebruikt de tram, die tusschen het vierde
en vijfde district van Zeeuwsch-Vlaanderen
werd gelegd.
Het vorige jaar Is de zaak weer in de
Zeeuwsehe Staten aanhanglg gemaakt, toen
werd de oorlog als middel gebruikt om de
zaak te keeren.
Het doet wel zonderling aan, dat toen de
Gedeputeerde Staten van Zeeland den weg
„niet bepaald noodzakelijk" hebben ge
noemd, maar dat was. zoo bedoeld, dat, in
verband met den oorlog het was Sep
tember 1914 andere zaken voorgingen,
al kon de minder gelukkige redactie iets
anders doen vermoeden. Een paar dagent
geleden is dan ook in de Staten van Zeelandl
aangenomen, met overgroote meerderheid,
dat aanleg van den weg urgent is, en Ge
deputeerde Staten zullen zeker met de Re-
geering overleggen om lot de wegverbinding
nu te geraken en ik verzoek dringend den
Minister om wel wil lend mede le werken.
Mijnheer de Voorzitter! In Juli van het
vorige jaar is in Zeeuwsch-Vlaanderen een
comite opgericht, gevormd uit de burget-
meesters en tal van andere autoriteiten, ter
bevordcring van de lots Land komlng van de:n
weg. Een kleiner comite is daaruit gevormd,
om nader de zaak bij de autoriteiten voor
te brengen. De Kamerleden ontvingen van
het gemeentebestuur van Ter Neuzen een
adres over den weg.
De gemeente Hoelc zond een adres aan
den Minister van Landbouw, om indijking
van een deel van den Braakman te krijgen en
daardoor ook tot een weg te komen. Na
den oorlog is dat zeker wenschelijk. 11c
zal lcrachtig dit streven steunen.
Maar, Mijnheer de Voorzitter, wanneer die
indijking plaats vindt, zal er nog best een
weg bij kunnen worden gemaakt. Deze zeer
urgente indijking mag weer niet als kapstok
worden gebruikt om een eveneens zeer ur
gent en weg ten Zuiden van den Braakman
te verkrijgen. Wij hebben al kapslokken ge-
noeg gehad.
Het comite zond ten einde raad een adres
aan H. M. de Koningin.
Mijnheer de Voorzitter, Zeeuwsch-Vlaan
deren trekt in de dagen waarin wij leven
meer dan anders de aandacht. De bewoners
stellen dit op prijs, maar de Zeeuwen geven
meer om daadwerkelijke belangslelling dan
om platonische liefde.
In de vergadering van de Provinciale Sta
ten van Zeeland lieeft de heer Mr. Dieleman
een uitnemend betoog gehouden, tot verde-
diging van de groote urgentie van aanleg
van den weg. Mij wordt hier in deze ver
gadering zeer begrijpelijk niet de ge
legenheid gegeven, zoo diep op de zaak in
te gaan, zoodat ik den Minister gaarne haar
de rede van den heer Dieleman verwijs. In
de „Middelburgsche Courant" van 8 Decem
ber 1915 komen artikelen voor van den heer
Hamacher en een artikel onderteekend „een
inwoner van Zeeuwsch-Vlaandereii", waarin
de behoefle aan den weg wordt uiteengezet.
Wie wil weten of de bewoners van Zeeuwsch-
Vlaanderen recht hebben op een betere be-
liandeling van de zijde der Regeering in
dezen, ik zeg in dezen, want veeial voor
andere zaken is, goed gezorgd, vooral door
dezen Minister leze de uiLnemende ver-
handeling gelileld Zeeuwsch-Vlaanderen, de
Wesler-Schelde en Nederland'' van de hand
van den hoofdredacteur van ide ,,Middlelburg-
sc.he Ciourant", den heer J. H. Deibel, voor-
komende in „De Gids", no. 8, 1915.
De heer L e 1 y, Minister van Waterstaat:
Mijnheer de Voorzitter! Laat ik beginnen
met den heer De Muralt mijn verontschul-
diging aan te bieden dat ik het vorige jaar
onwillekcurig verzuimdheb hem te beant-
woorden. De richting, die ik aan mijn ant
woord zou hebben gegeven, was, meen ik,
wel eenigszins af te leiden uit de Memorie
van Antwoord.
Ik ben in het algemeen voorslander van
kraclitige bevordering van locale wcgen en
zeer zeker zal ik dal zijn waar het geldt
de verbinding tusschen twee gedeellen van
Zeeuwsch-Vlaanderen, die aan de grens van
ons gebied zijn gelegen en daar een ge'iso-
leerde posilie hebben. Ik verheug mij er
dan over, dat kort geleden een adres aan
de Regeering is gericht met het verzoek om
deze zaak tot een goed einde te brengen.
Naar aanleiding daarvan wordt een onder-
zoelc ingesteld en ik hoop, dat dit er toe zal
mogen leiden, te voldoen aan hetgeen de ge-
achte afgevaardigde op zoo welsprekend.o
wijze heeft bepleit.
De heer D e Muralt verkrijgt voor de
tweede maal het woord en zegt: Mijnheer
de voorzitter! Ik wensch in de eerste plaats
den Minister dank te zeggen voor de medc-
deeling. dat het het vorige jaar aan een.toe-
vat te wijten is geweest, dat ik geen ant
woord van hem heb gekregen. Verder
wensch ik den Minister hartelijk dank te
zeggen voor zijn toezegging van kraclitige
medewerking voor het tot stand brengen
van den door mij besproken weg in
Zeeuwsch-Vlaanderen. Ik weet zeker, dat
de Zeeuwen daar die toezegging van den
Minister met groote vreugde zullen begroe-
ten.
's Lands Middelen hebben over Nov.
opgebracht ruim 17 millioen gulden of
ruim 6 ton minder dan Nov. 1914.
Oproeping landslorniplichtigen
1912 en 1916.
In de Zaterdagavond verschenen Memorie
van Antwoord over de Oorlogsbegrooting
deelt minister Bosboom mede. dat het eerste
gedeelte van de landstormlichting 1912
(dat zijn dus de vrijgestelden en vrijgeloten
van de militielichting 1912 zal worden op-
geroepen tegen begin Februari en het tweede
gedeelte vermoedelijk tegen einde Maart van
het volgende jaar. De landstormlichting
1916 zal eerst in den volgenden zomer onder
de wapenen worden geroepen. Ook deelt
de minister mede, dat het onmogelijk is,
de oudste lichting van de bereden korpsen
naar huis te zenden.
DE DEUTSCHE KRCHSER BREMEN EN
EEN TORPEDOBOOT IN DEN GROND
GEBOORD.
De chef van den Duitschen marinestaf
deelt officieel mede
Zaterdagmiddag is de kleine kruiser
Bremen en een der torpedobooten, die hem
begeleidden, in het oostelijk deel van de
Oostzee door een duikboot in den grond
neboord. Een aanzienlijk deel der beman-
ning is gered.
(De Bremen, in 1903 van stapel geloopen,
mat 3250 ton. was bewapend met 10 ka-
noDnen van 10,5 c.M. en 2 torpedo-lanceer-
buizen, had een maximumsnelheid van 23 2
knoopen en een bemanning van 303 koppen.)
DUITSCH WATERVLIEGTUIG DOOR EEN
TORPEDOBOOT BUIT GEMAAKT.
De Fransche marinestaf meldt officieel
Een torpedoboot heeft twee watervlieg-
tuigen, die bij den Out Ratelbank (ten westen
van Oostende) op bet water lagen, vervolgd.
Een is oritsnapt, het aDdere getroffen en
omgeslagen. De twee marine-officieren die
er in zaten zijn gevangen genomen en het
vliegtuig buit gemaakt.
VON DER GOLTZ PASJA TE ALEPPO.
De Berlijnsche bladen drukken een rede
af, door maarscbalk von der Goltz pasja
op 24 November te Aleppo gehouden op
een te zijner eere gegeven feestmaaltijd.
Hij zeide o.m.Ik ben aan het hoofd van
een leger geplaatst, dat bestemd is om met
bulp van Arabische stammen dit land binnen
te dringen en den vijand te verjagen. Het
was voor mij een buitengewone eer, dat
mij als 72-jarigen man, zulk een grootsche
taak is toevertrouwd. Ik hoop dat mij,
naast Godes wil, de genegenheid van het
Osmaansche rijk en de vriendschap van heel
het volk zullen helpen er in te slagen den
vijand van Osmaanschen bodem te verdrjjven.
MISLUKTE LUCHTAANVAL OP PARIJS.
Naar de Westm. Gazette uit Parijs ver-
neemt, slaagde Maandagavond een Duitsch
luchtschip erin, over de Fransche linies
heen in de richting Parijs te gaan. De
tpding werd onmiddellijk telefonisch over-
gebracht aan den militairen gouvernenr van
Parijs, die dadelijk zijn bevelen aan de ver-
schillende vliegparken overbracht.
Binnen vijf minuten steeg een zwerm
Fransche vliegmachimes op en de Dtiitsche
bevelvoerder van het luchtschip, dat zich
reeds in de bundels der zoeklicbten bevond,
vond bet raadzaam, om onmiddellijk om te
keeren. Het luchtschip had toen 16 mijlen
in de richting Parijs afgelegd.
Wij ontleenen aan de „N. R. Crt." de vol
gende tesLegrammen
HET GEVECHTSTERREIN OP DEN
BALKAN.
BERLIJN, 19 December. (Wolff.) Officieele
mededeeling van het gi-oote hoofdkwartier,
dd. heden:
Bij Mojkovats, en Bjelopolje zijn opnieuw
ongeveer 750 Serviers en Montenegrijnen ge
vangen genomen.
WEENEN, 19 December. (AVolff.) Offi
cieele mededeeling:
De vervolgirLgsgevecliLen in Montenegro ne-
men een gunstigen loop. Wij hebben gis-
teren ongeveer 800 Montenegrijnsche en Ser-
visclie gevangenen 'binnengebracht.
Bij de gevechten met de Monlenegrijnen is
het voorgekomen, dal de vijand, voorwen-
dende zich te onderwerpen, ons, met opge-
heven armen en wuivende doeken tegemoet-
Liep, waardoor hij ons, tijdelijk bewoog het
vuur te staken. Dan beg,on bij echter plot-
seting onze linies van vlak bij met handi-
granaLen le bestoken. Het spreekt vanzelf,
dat zulke smadelijke krijgslisten beliooriijk
en streng gewroken zijn en bij her haling op
nieuw gestraft zullen worden.
WESTELIJK GEVECHTSTERREIN.
PARIJS, 18 December. (Reuter.) Avond-
communiqueDe Duitsche loopgraven
tusschen Somme en Oise en bij Soissons
en Reims zijn hevig door onze artillerie
beschoten. De vjjandelijke batterijen in de
streek van Reims tot zwijgen gebracht.
LONDEN, 18 December. (Reuter.) Het
Engelsche hoofdkwartier in Frankrijk meldt:
De dag was over 't algemeen mistig en
bet weder was niet geschikt voor artillerie-
gevechten daardoor was bet rustiger dan
anders. Niettemin heeft ons geschut het
Fransche doeltreffend gesteund en vijande-
lijke kanonnen ten Noorden van Yperen
tot zwijgen gebracht.
PARIJS, 19 December. (Havas.) Officieele
mededeeling van hedenmiddag
In den loop van den nacht is de bedrij-
vigheid van de artillerie aan weerszijden
zwak geweest.
In d,e streek van Vauquois duren de mijn-
gevecbten met voordeel voor be Fransche
troepen voort.
De vernieling van de werken en kantonne-
menten van den vijand in den sector van
Arremont, ten Z.-O. van St. MihieJ, is gis-
terenavond met uitstekenden uitslag voort-
gezet.
In den nacht van 17 op 18 dezer heefl
ieen eskader van vie.r vliegtuigen ,een nieuwen
aanvai uitgevoerd op het station te Metz.
Veertig hommen zijn op de gehouwen en
bijgebouwen van het station geworpen.
BERLIJN, 19 December. (Wolff.) Officieele
mededeeling van het groote hoofdkwartier,
dd. heden:
Van het Weslelijke oorlogsterrein zijn geen
gebeurlcnissen van belang gemeld.
Melz is in den loop van den nacht op
nieuw door vijandelijke vlieger; aangeval-
len.
Er is enkel materieelc schade aangericht.
OOSTELIJK GEVECHTSTERREIN.
BERLIJN, 19 December. (Wolff.,, Officieele
mededeeling van het groote hoofdkwartier,
dd. heden:
Kleine Russische afdeelingen, die op ver-
scheiden plaatsen aan het front verkemiin-
gen Uiitvoerden, werden teruggedreven.
WEENEN, 19 December. (Wolff.) Offi
cieele mededeeling
PI a a tse 1 ij ke ar till er iege vec h ten
ZUIDELIJK GEVECHTSTERREIN.
ROME, 19 December. (Reuter.) Officieele
mededeeling:
De Italian en hebben een Norre-piek aan
de samenvloeiing van de Torte en Aslico
vermeesterd, die den bovenloop van de
Astico beheerschl.
Langs het geheele front het gewone artil
lerie-vuur.
Pogingen van de Oostenrijkers om Oslavia
ten N.-W. van Gorizia (Gorz) aan te vallen,
zijn afgeslagen.
WEENEN, 19 December. (Wolff.) Offi
cieele mededeeling:
De toestand is onveranderd.
Aan de Noordelijke helling van den Monte
San Michele zijn in de avonduren twee op
zichzelf staande aanvallen van de Italiaan-
sche infanterie afgeslagen.
TER NEUZEN, 20 Dec. 1915.
Het weerbericbt van het meteorolo-
gisch instituut te De Bildt van heden luidt
als volgt
Hoogste barometerstand 769.0 Vlissingen.
Laagste barometerstand 759.2 Wisby.
Verwachting tot den avond van 21 Dee.
matige tot krachtige aanvankeljjk westelijke
tot Doordelijke wind, betrokken tot zwaar
bewolkt, sneeuw- of regenbuien vooral in
bet oosten eenige daling van temperatuur.
Professor Hugo van Dalen beeft bij
eene vroegere gelegenheid getoond een
hoogst verdienstelijk kunstenaar te zijn.
De muziekliefhebbers zullen dan ook wel
blij wezen te vernemen, det de heer Van
Dalen, op verzoek van velen, zich heeft laten
vinden nog eenmaal in Ter Neuzen op te
treden, voor hij onze omgeving verlaat.
Zijn programma is geheel andeis dan het
vorige, zoodat zij, die hem toen genoten
hebben, niet bang behoeven te zijn nog
eens hetzelfde te zullen booren. De toe-
gaegsprijs is wel niet gering, maar toch
uiterst matig in vergelijking met hetgeen
men te genieten krijgt.
Ditmaal wordt een klavier bespeeld van
de firms A. S. J. Dekker, vertegenwoordiger
de heer Feij alhier.
Verboogde subsidie voor de H. B. S. te
Ter Neuzen.
De heer De Muralt, lid der Tweede Kamer
voor het district Oostburg, schrijft ons
dd. 17 dezer, dat hij om bjjzondere reden
niets kon mededeelen over de subsidie voor
de Hoogere Burgerschool te Ter Neuzen,
omdat de zaak er goed voor stond en het
niet verstandig was daarop ontijdig de aan
dacht te vestigen. Reeds voor het adres
van het gemeentebestuur besprak hij de zaak
waar het behoort. In verband met genoemd
adres is de zaak in de afdeelingen der
Tweede Kamer door Z.Ed, ter sprake ge
bracht, en hetgeen het voorloopig versiag
daarvan te lezen gaf (onlangs door ons ver-
meld) was daarvan het gevolg. Zooals men
zich herinnert, werd herstelling verzocht
van den op de voorloopige begrooting voor
1915 tot f 12.000 verhoogden maar later
tot 10.000 gebrachten post.
De Regeering heeft hierop in de memorie
van antwoord een bevredigend antwoord
gegeven. Dit luidt als volgt
c/Na kennisneming van het adres van
Burgemeester en Wethouders van Neuzen
van Augustus 1915, waarvan etn afschrift
aan de leden der Kamer werd gezonden.is
ondergeteekende van oordeel, dat verhooging
van het Rijkssubsidie ten behoeve van de
hoogere burgerschool aldaar tot 12.000
niet mag worden uitgesteld. Inderdaad is
het deze gemeente, nu de uitgaven voor
die school de oorspronkelijke raming aan-
merkelijk hebben overschreden, terwijl de
inkomsten beneden de verwachting zijnge-
bleven, niet mogelijk bet ontbrekend bedrag
bij te passen, zonder haar budget te ont-
wrichten. Wat betreft het getal leerlingen,
hetwelk deze inriehting telt, zij er aan
herinnerd, dat de eiijenlijke hoogere burger
school hare leerlingen voornamelijk moet
betrekken van de school voor meer uitge-
t
TER
NSCHE COURANT