ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6315.
Zaterdag 18 December 1915.
55e J aargang.
ABONNEMENT:
ADVERTENTlEN
Telefoon 25.
Bit Blafl versGhijnt Maandag^, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Nenzen.
IHIIDIEaBTIE] IBXjA.ID.
B1NNENLAND.
pwa
Per 3 maanden binnen de stad I.Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland f 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 tmr op den dag der uitgave.
Lauder in dienst houden van
ingelijfden bij de Militie.
lngediend is een wetsontwerp betreffende
het langer in dienst houden van ingelijfden
bij de militie.
Ter toelichting merken de Minister van
Oorlog en Marine o.a. op, dat de reden,
welke heeft geleid tot de wet van 29 Juli
1915 (//St. bl." no. 342) betreffende het
langer in dienst houden van ingelijfden
bij de militie, thans opnieuw verlenging
van den dienst van sommige groepen van
dienstplichtigen doet noodig achten.
De sterkte van de in werkelijken dienst
zijnde en nog in werkelijken dienst te stellen
landstorm-jaarklassen zal het mogelijk rnaken
het naar huis zenden van oudere dienst
plichtigen te doen uitstrekken tot lichtingen
die thans nog tot de militie behooren, maar
in gewone omstandigheden reeds naar de
landweer zouden zijn overgegaan.
Voordat die lichtingen met verlofkunnen
worden gezonden, zal haar orergang moeten
zijn tot stand gekomen, omdat de beweeg-
reden van de wet van 31 Juli 1915 (//St.
bl." no. 345) enkel spreekt van het
met verlof laten gaan van landweer-
m a n n e n.
Wordt het wetsontwerp tot wet verheven,
dan zal geen verdere verlenging van militie-
dienst worden gevorderd van de dienst
plichtigen der lichting 1906, die in 1914,
en van die der lichting 1907, die op 1
Augustus 1915 voor overgaDg naar de
landweer aan de beurt waren.
De thans voorgestelde verlenging zal zich
alzoo bepalen tot de ingelijfden bij de on-
bereden korpsen der lichting 1908 en tot
hen die ingevolge art. 99, tweede lid, der
Militiewet niet naar de landweer over gaan,
te weten
van de bereden korpsen, de lichtingen
1906 en 1907 van de torpedisten en de
pantserfort-artillerie, de lichtingen 1906,
1907 en 1908;
van de zeemilitie de lichtingen 1909 en
1910.
Lander in dienst houden van
dienstplichtigen bij de Landweer.
lngediend is een wetsontwerp betreffende
het langer in dienst houden van dienst
plichtigen bij de landweer.
Bij dit wetsontwerp wordt voorgesteld
om in art. 1 der wet van 31 December
1914 („Stbl." no. 650), gewijzigd bij de
wetten van 30 Jan. 1915 en 29 Juli 1915,
voor ,31 December 1915" te lezen „31
Juli 1916".
Ter toelichting merkt de Minister van
Oorlog op, dat de dienstplichtigen van de
landweerlichtingen 1907, 1908 en 1909
(militie lichtingen 1899, 1900 en 1901) bij
bet eindigen van den termijn gedurende
welken zij ingevolge de wet van 29 Juli
1915 nog tot de landweer behooren, op
31 December 1916 uit den dienst bij de
landweer zouden moeten worden ontslagen
en vervolgens tot den landstorm komen te
behooren.
Aan de dienstplichtigen der lichting 1907
en 1908 is, voor zoover zij zulks wenschten
reeds voorloopig (klein) verlof verleend en
het laat zich aanzien, dat op genoemden
datum ook de tot de lichting 1909 behoo-
rende personen, wenscben, met zoodanig
verlof vertrekken en daardoor aan den dienst
bij den troep onttrokken zullen zijn. Ecbter
is het van groot belang hen voorloopig in
het bezit te lat^n van wapenen en van
kleeding- en uitrustingstukken. Om dit te
kunnen doen, zal het noodig zijn hen nog
niet naar den landstorm te doen overgaan
doeh voorshands bij de landweer te behouden.
Aldus te bandehn, zegt de Minister, is
wenschelijk, ook om voor de voor verlof in
aanmerking komende dienstplichtigen de ge-
legenheid te behouden desgewenscht voor
loopig bij den troep aanwez'g te blijven.
Grenswacht.
Naar men mededeelt, bestaat het voor-
nemen om de grenswacht, welke tbans is
toevertrouwd aan belastingambtenaren, ma
rechausfees en beeedigde landweer en welke
groepen afzonderlijk van elkaar hun dienst
doen, in het vervolg op te dragen aan
patrouilles en wachten, die samengesteld
zijn uit belastingambtenaren en miiitairen
of marechaussees en miiitairen
Promotierccht voor tie II. B. S.ers.
Onderteekend door de bestuursieden van
de Ver. van Directeuren van H. B S,
5j.-cursus, en van de Ver. van leeraren
bij het Middelbaar onderwijs, en gesteund
door een groot aantal hoogleeraren van de
faculteiten voor wis- en natuurkunde en
geneeskunde, is een circulaire opgesteld,
gericht aan den Minister van Binnenlandsche
Zaken, en aandringend
z/op wegruiming van de beletselen, die de
bezitters van het getuigschrift van een met
gunstig gevolg afgelegd eindexamen van
de hoogere burgerscholen met vijfjarigen
cursu3 verhinderen, examens af te leggen
en te promoveeren in de faculteiten der
geneeskunde en der wis- en natuurkunde
aan de Universiteiten."
Orr/.e neutralileit.
De New-York World publiceerde heden
ochtend een telegram uit Den Haag, waarin
de volmaakte onzijdige houding onzer regee-
riDg in dezen oorlcg wordt geschetst. De
correspondent van het Amerikaansche blad
had gelegenheid zijn telegram voor de ver-
zending voor te leggen aan onzen Minister
van Buitenlandsche Zaken, die de door hem
gegeven voorsteiling als geheel juist karak-
teriseerde.
Nederland, zoo verzekert de correspondent
tegenover de beweringen van het tegendeel
in een der buitenlandsche en der Amster-
damsche pers verschenen, is geen duimbreed
afgeweken van het onzijdige standpunt,
waarop het zich in het begin van den oorlog
heeft gesteld en zal deze positie ook niet
verlaten tenzij de onzijdigheid van het land
door derden wordt geschonden. Zoo dik-
wijls door eenige daad van de oorlogvoeren-
den zijn rechten als onzijdige zijn geschon
den heeft de regeering zonder aarzeling
geprotesteerd.
De correspondent doet dan uitkomen, dat
deze volstrekt onzijdige houding het noodig
maakt leger en vloot nog immer gemobili-
seerd te houden.
De bewering, die is gedaan, dat, omdat
er goederen naar Duitschland worden ge-
smokkeld tegen uitvoer-verboden en andere
belemmeringen in, de Nederlandsche politiek
een van de oorlogvoerende partijen zou
hebben begunstigd is ten eenenmale onjuist.
Daarin ligt zoomin een aanwijzing van
de buitenlandsche politiek van Nederland
als het misdadig werk, dat in andere landen
door bepaalde elementen wordt gedaan de
buitenlandsche politiek dier landen vertegen-
woordigt.
De correspondent gewaagt dan van het
wetsontwerp, dat is ingediend om een eind
aan het smokkelen te maken en geeft van
de voornaamste bepalingen een overzicht.
Ook de gevangenneming van den heer
Schroder wordt in dit telegram vermeld,
daar men van dit feit heeft willen maken
een bewijs, dat onze regeering een politiek
zou voeren ten gunste van een der twee
partijen.
Die vervolging, zegt de correspondent,
werd ingesteld op vermoeden van schending
van de Nederlandsche wet, de betrokken
journalist had door zijn heftige artikelen
in het buitenland den indruk gemaakt, dat
onze regeering niet langer onzijdig is, //daar
die blijkbaar den clandestienen uitvoer naar
Duitschland begunstigde."
De gevangenzetting van den heer Schroder
was evenwel aldus de correspondent,
Joseph W. Grigg een daad van de rech-
terlijke macht, niet van de regeering en de
bewering in de Britsche pers gedaan, dat
deze vervolging een gevolg zou zijn van
Duitschen druk is een volstrekte onwaarbeid
(N. Ct.)
Papier.
Men meldt aan d« N. R Crt
Doordat de invoer van grondstoffen,
noodig voor de papierindustrie, vele moei-
lijkheden ondervindt, zijn Nederlandsche
papierfabrikanten er toe overgegaan, in
de gemeenten Drunen, Baardwijk, Loonop-
zand en Waatwijk uitgestrekte mastbosschen
aan te koopen.
GEMEENTEKAAD VAN TEK NEUZEN.
Vergadering van Donderdag 16 Dec. 1915,
des voormiddags 10 ure.
Voorz.itter de heer J. Huizinga, burge
meester.
Tegen woordig de leden: A. Visser, D. J.
Dees, J. J. de Jager, R. Scheele, A. C. Len-
sen, J. de Bruijne, M. Eijke, E. H. T. van
Borssum Waalkes, D. Scheele, H. B. van
Nes, R. E. G. Nolson en L. T. van Hasselt.
Afwezig de heer A. H. Donze.
De voorzilter opent de vergadering en deelI
mode, dat de heer Donze heeft bericht
wegens ongesteldheid de vergadering niet te
kunnen bijwonen.
Alsnu komt aan de orde:
1. Notulen.
De notulen der vergadering van 4 en van
19 November 1.1. worden met algemeene
stemmen onveranderd vastgesteld.
2. Ingekomen stukken.
a. Het raadsbesluit van 1 November 1915,
betreffende liel aangaan eener leening ter
voldoening van de aan het plaatselijk steun-
comite toegekende suhsidie, voorzien van
het bewijs der goedkeirring door gedepu-
teerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Een schrijven van het bestuur der
vereenlging „de Vereenigde Handwerkslie-
den", waarin dit den raad dank zegt, voor
de voor de jaren 1916 tot en met 1920 toe
gekende suhsidie ad j 200.
Aangenomen voor kennisgeving.
c. Eene missive van gedeputeerde staten
van Zeeland, dd. 19 November 1915, waarbij,
van bet bewijs hunner goedkeuring voor
zien, wordt teruggezonden het kohier van
het schooigeld voor het openbaar lager on
derwijs, over het 4e kwartaal 1915.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Een kennisgeving van D. van den
Ouden, dat hij zijne benoeming tot lid van
het burgerlijk armbestuur aAnneemt.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Een adres van E. J. Grootaert, werk-
man te Sluiskil, waarin deze te kennen geeft,
met het oog op zijn inkomen en de stijging
van de prijzen der levensmiddelen, niet in
staat te zijn de door hem verschuldigde 3
kwartalen schooigeld ad 5.20V2, benevens
2,10 onkosten wegens vervolgingskosten,
te betalen.
De voorzitter djeelt mede. dat het verschul
digde bedrag inmiddjels is betaald' en dus
niet op het adres behoeft beschikt te wor
den.
f. Het raadsbesluit. van 4 November 1915,
tot verkoop van 500 M2. bouwgrond aan
J. V. H. van Cantfort, voorzien van het be
wijs der goedkeuring door gedeputeerde
staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
Het raadsbesluit van 4 November 1915,
tot verkoop van 160 M2. bouwgrond aan
J. J. Dooranbos, voorzien van het bewijs
der goedkeuring door gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. Het raadsbesluit van 4 November 1915,
tot verkoop van 500 M2. bouwgrond aan
L. Cli. Wabeke, voorzien van het bewijs der
goedkeuring door gedeputeerde staten.
Aangenomen voor kennisgeving.
i. Eene missive van gedeputeerde staten
van Zeeland, dd. 26 November 1915, waarbij,
van het bewijs hunner goedkeuring voor
zien, wordt teruggezonden het suppletoir
kohier van de belasting op de lionden, voor
het jaar 1915.
Aangenomen voor kennisgeving.
j. Verslag der oommissie van loezicht op
het middelbaar onderwijs voor de jaren
1913 en 1914.
In dit verslag wordt alleen melding ge
maakt van de samenstelling en inrichting
der hoogere burgerschool, terwij! er geen be-
schauwingen of bijzondere mededeelingen
worden gedaan of op- of aamnerkingen ge
maakt.
Dit verslag zal worden gedeponeerd in het
archief.
k. Verslag van de plaatselijke commissie
van loezicht op het lager onderwijs in de
gemeenie Ter Neuzen over het jaar 1914.
Bijzondere mededeelingen omtrent het on
derwijs komen in dit verslag niet voor.
Melding wordt gemaakt, dat in de in het
verslag voorkomende staat, betreffende de
gaoorloofde en ongeoorloofde verzuimen van
de leerplichLLge leerlingen, het percentage
van de bijzondere scholen niet als juist mag
aangemerkt worden, daar alleen het hoofd
der R.-K. school eene opgave van het aan
tal verzuimen verstrekte. Door de hoofden
der bijzondere scholen te Driewegen en
Sluiskil werden geen opgaven ingezonden,
terwijl het hoofd der school aan de Jozina-
straat berichtte, dat geen opgave meer door
liam wordt verstrekt.
Dit verslag zal worden gedeponeerd in het
archief.
1. Een kennisgeving van Ding. Scheele,
dat hij de benoeming tot plaatsvervangend
lid der commissie voor de paarden- en vee-
markt niet aanneeint.
Overeenkomstig het voorstel van den voor
zitter, wordt besloten, de eventueele aan-
vulling der commissie uit te stellen tot het
volgend j aar.
m. Een adres van Th. van Pienbroek,
arts te Tor Neuzen, (die daarin verzoekt, hem
te benoemen tot gemeente-geneesheer, nu,
door het vertrek van den arts. D. Buyze,
deze plaats vacant is.
Overeenkomstig het voorstel van den voor
zitter, wordt besloten, dit adres in aanmer
king te nemen bij de oproeping van sollici-
tanten naar deze betrekking.
n. Een adres van de afdeeling Ter Neu
zen van Breda's Ivruisverbond, die daarin
hare ingenomenheid betuigt met de gedeel-
telijk gunsLige beSchikking op haar verzoek,
om vermindermg van het aantal vergunnin-
gen tot verkoop van sterken drank en tot
het stellen van strengere eischen voor ver-
loven, waaixlooir de raad getoond heeft, een
open oog te hebben voor de nooden en be-
hoeften van de pLaats zijner inwoning.
Zij maakt van deze gelegenheid gebruik
den wensch uit te spreken, dat in de te
maken verordening op sluitinguur en mu-
ziek, de- geest van den nieuwen tijd zich
moge weersjnegelen.
Overeenkomstig het voorstel van den voor
zitter, wordt besloten, met den inhoud van
het adres rekening te houden, bij de vast-
stelling eener desbetreffende verordening.
o. De voorzitter wenscht eene mededee-
Ling te do-en, namens burgemeester en wet-
houders, omtrent het in de vorige vergade
ring aangenomen voorstel van den heer
Van Hasselt, om burgemeester en wethou-
ders uit te noodigen tot het indienen eener
verordening, houdende bepalingen omtrent
het sluilingsuur der herbergen en beperking
der vrijheid van den burgemeester tot het
geven van verlof voor het spelen van mu-
ziekinstrumenten e.d.
Bij de bespreking van deze uitnoodiging
in bet college van burgemeester 'en wethou-
ders, is gebleken, dat omh-ent deze zaak
geen eenstemmigheid te verkrijgen was. Een
van de leden voelt er in het geheel niets
voor, om er wat aan te doen, een ander lid
was wel genegen, oan in den aangegeven
geest eenige bepalingen voor te stellen, en
het der de lid wensch te l iever die n adere hiom-
ding van den raad in dieze af te wachten.
In verband daarmede verzoekt spreker
den raad, de opdrach t aan burgemeester en
wethouders te willen terug nemen en eene
commissie uit zijn midden te benoemen, om
deze zaak ter hand te nemen.
De heer Eijke meent, dat het, zooals het
tegenwoordig gaat, good is. Er wordt niet
te veel en niet te weinig verlof voor amu-
sementen gegeven, hij zou de bevoegdheid
voor die vergunningen maar willen laten
bij den burgemeester.
De voorzitter meent, dat er toch geen be-
zwaar tegen is, dat in den door den heer
Van Hasselt aangegeven zin een voorstel
wordt gedaan; blijkt dan, dat de raad met
een ingediend concept geen genoegen neemt.
dan kan dat nog al tijd worden verworpen
en blijft de zaak zooals die is.
De heer D. Scheele ziet er geen bezwaar
in, dat burgemeester en wethouders voort-
gaan met het uilvoeren der hen gegeven op-
dracht. Laat zij een voorstel aan het oor-
dieel van den raad onderwerpen, deze kan
dat dan afstemmen, maar dan hebben bur
gemeester en wethoucLers toch de hen ge
geven opdracht vervuld, en het gaat volgens
spreker niet aan, dat zij er zich met een
Jantje van Leiden afmaken.
De voorzitter weerspreekt, dat burgemees
ter en wethouders zich er met een Jantje
van Leiden zouden willen afmaken, maar
wijst er op, dat er in het college geen meer-
derheid, noch eene minderheid was te ver
krijgen, zoodat er geen voorstel kan gedaan
worden, een drieledig voorstel te doen gaat
toch niet aan. De besle op'.dssing is daarom,
d(at de raad de taak overneemt, en, met me-
dewerking van het secretariepersoneel, eene
verordening s amens tel t
De heer Van Nes wil mededeelen, dat hij
voor de motie-Van Hasselt heeft gestemd,
omdat hij er geen bezwaar in had dat
enkele punlen, betreffende de bepalingen op
de herbergen, werden gewijzigd, maar dat
hij er overigens geen voorslander van is,
om in de bastaande gebruiken en regelingen
in te grijpen, voor wat betr-eft liet een uur
vroeger of Later openstellen der cafe's. Op
bet alcoholgebruik in het algemeen zou
eenige beperking van weinig beteekenis zijn.
Hij kan zich aansluiten bij de woorden van
den heer Eijke.
De voorzitter merkt nog op, dat er toch
eenige nadere bepalingen zouden kunnen
voorgesteld worden, niet rakende aan de
uren van openstelling. Evenwel: de raad
moet beslissen. Hij vraagt, of de heer Eijke
zijn voorstel, om het genomen besluit in
le trekken, handhaaf t.
De heer Eijke antwoordt bevestigend.
Het voorstel wordt voldoende gesteund.
De heer Lensen geeft te kennen. dat, wan-
neer hij stemt voor het voorstel van den
heer Eijke, dit is, omdat hij niet wil tornen
aan de macht, die gegeven is aan den bur
gemeester, of die hem vervangt; hij is van
meening, dal het beter blijven kan, zooals
bet nu is.
De heer De Jager wil opmerken, dat
zeker de poging van den heer Van Hasselt,
om een einde te maken aan zekere toes.tan-
de.iimoet worden gewaardeerd, dat hij
eenige beperking wensch te, valt zeker goed
te keuren, maar daar tegenover staat, dat
ook rekening moel worden gehouden met
de practijk van het leven en dat het niet
mogelijk is, den raad te laten beslissen over
aLle vcrzoeken om vergunning voor een of
ander, die nu bij den burgemeester worden
gedaan. Hij is van meening, dat de be
voegdheid, voor het geven van vergunnin
gen voor vermakelijkheden e.d., bij den bur
gemeester zal moeten blijven.
De voorzitter geeft als zijn persoonlijke
meening te kennen, dat er wel bepalingen
kunnen worden gemaakt, die op een of
ander gebied beperking tengevolge hebben,
zonder dat de raad behoeft te treden in de
bevo'egdheden, die aan den burgemeester zijn
toegekend. Het doet er ten slotte ook min
der af of toe, of thans. al of niet een spe-
ciale verordening wordt voorgesteld, daar,
als eenmaal de algeheele herziening der po-
iitieverordening aan de orde komt, ieder
lid afwijkende voorstellen, die liij noodig
achl, kan indienen.
De heer D. Scheele betuigt zijn spijt, dat
er een voorstel gedaan wordt, om het ge-
nomen besluit weer in te trekken. Men
was mi in een goed stadium om tot verbete-
ring te komen; kon het niet gevonden wor
den door verkorting van de uren der open
stelling van de herbergen, dan kon er toch
wel wat gedaan worden tegen het laten
spelen van die onmatig groote inslrumanten,
die de burgerij in beroering brengen en op-
schudding verwekken in de omgeving, die
de jongelui in verleiding brengen de gele-
genheden te bezoeken, wat van zooveel na-
dieel kan worden voor hun volgend leven.
Hij betreurt het voorstel tot intrekking van
het eenmaal genomen besluit.
De heer De Bruijne drukt ook zijn spijt
uit, dat men op het besluit wil terugkomen;
hij meent ook, dat het een goed werk zou
zijn, het spelen van die orgels wat te be-
perken, om hetgeen daarvan het gevolg is.
Hij wijst op Hulst, men heeft gezien, wat
er daar weer het gevolg van was en de bur
gemeester van Hulst heeft zelf blijk gegeven
van het zoo in te zien, door wijziging der
verordening voor te stellen.
De voorzitter wijst er op, dat in deze uit-
stel geen afstel is, zoowel de heer Van Has
selt, als de heer D. Scheele, zullen later ge
legenheid krijgen, als de politieverordening
aan de orde komt, maatregelen voor te stel
len en van hun inzicht te doen blijken. Die
herziening zou misschien al aanhangig zijn
gemaakt, ware het niet, dat de raad op het
oogenblik toch alleen maar secondair de
macht heeft tot het vaststellen van straf-
verardeningen, daar deze toch de goedkeu
ring moeten verwerven van den comman
dant der ku.stbatte.rij. Dat zou nu vermoe-
delijk wel geen bezwaar opleveren, maar
het is toch ook een der redenen, dat er
thans niet dieper op ingegaan is.
Spreker meent dit te moeten onder het
oog brengen, om aan te toonen, dat a lies
nog niet reddeloos verloren is, als het voor
stel van den heer Eijke wordI aangenomen.
Het voorstel van den heer Van Hasselt is
aangenomen, maar, nu het op de uitvoering
aankomt, bleek dit niet mogelijk, waarom
spreker aan den raad mededeeling deed van
het resullaal.
De heer Van Hasselt merkt op, dal buiten
den raad, zoowel, als. nu blijkt, ook in den.
raad, bet door hem gedane voorstel wordt
beschouwd als een ingrijpen in het open
baar verkeer en een treden in de bevoegd-
heden van den burgemeestea*. Dit lag geens-
zins in zijne bedoeling, hij wil alleen het
drankgehruik beperken. Het besluit is ge
nomen naar aanleiding van het ingekomen
adres van Breda's Kruisverbond en nu gaat
het volgens hem niet aan, om nu maar net
te doen alsof er niets gebeurd is, dan schie-
len we daarmee niets op. Dat de voorzitter
in het vooruitzicht stelt, dat er later nog
op kan worden feruggekoimen, daaraan (hecht
hij niet veel, want, als, de heeren er nu niet
aan willen, dan zal dit later ook het geval
zijn. Wil men nu op het genomen besluit
terugkomen, dan kan hij niels anders doen,
dan er de schouders voor ophalen en dat
jammer vinden, dat in deze niets kan wor
den tot stand gebracht. Hij vindt het ook
geen hoogstaande houding voor den raad,
om in eene volgende vergadering reeds terug
te komen op een besluit, dat in stemming
is gebracht, nadat daarover uilvoerig van
gedachlen is gewisseld en ieder zijne mee
ning duidelijk heeft kunnen kenbaar maken.
Het voorstel van den heer Eijke, om de
in de vorige vergadering aangenomen motie-
Van Hasselt we,der in te trekken, wordt aan
genomen met 9 tegen 3 stemmen.
Voor stemmen de heeren De Jager, R.
Scheele, Lensen, Eijke, Waalkes, Van Nes,
Nolson, VLsser en Dees; tegen stemmen de
heeren De Bruijne, D. Scheele en Van Has
selt.
3. Benoeming van eene onilerwijzerss aan
school B.
De voorzitter noodigt de leden uit, over
te gaan tot het benoemen eener onderwij-
zeres aan school B, ter voorziening in de
vacature, ontistaan door het verleend eervol
ontslag aan mej. J. van Borssum Waalkes.
Hij noodigt de heeren Waalkes en D.
Scheele uit, met hem het s,tembureau te
vormen.
TER
COURANT.