ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6314
Donderdag 16 December 1915.
85e Taarerane.
De Burgemeester der gemeente Zaamslag
De Oorlog. 1
ABONNEMENT
ADVERTENTIEN
Telefoon 23.
Dit Blad verschijnt Maandag^, Woensdag* en Vrijdagavond, nitgezonflerfl op Feestdagen, bij de Firma
BINNENLAND.~
PKItlLLKTOH.
Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10.
81] vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 UUr op den dag der uitgave.
1)
COURANT
n
brengt, ter kennis van houders van TREK-
HONDEN, dat op grond van art. 32 der
Inkwartieringswet eene vordering van
TREKHONDEN van het MANNELIJK
geslacht en met een schofthoogte van
minstens 65 c.M. ten behoeve van het
LEGER zal plaats hebben
dat daartoe eene KEURING zal worden
gehouden op Vrijdag den 17 Decem
ber a sdes voovmiddags ten Slj2 ure,
op het erf van Mej. Wed. A. DE MUL,
Polderstraat, alhier
beveelt, met verwijzing naar de straf-
bepalingen, gesteld op de uiet-nakoming van
deze bekendmaking, houders met hunne
Honden op bovengemelde plaats en tijdstip
tegenwoordig te zijn.
Zaamslag, den 9<len Deeember 1915.
De Burgemeester voornoemd,
JOB® DE FEIJTER Pz.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van 14 December.
Voorzitter: Mr. H. Goeman Borgesius.
Na opening der vergadering blijkl vol-
gens het verslag der „H. Crt. het ver-
eisclile aantal leden niet aanwezig, zoodat
de vergadening tot half 12 wordt verdaagd.
S Laa Isbegroo t Ing.
De heer Marehant spreekt in naam van
den heer Bos, die ongesteld is. Spreker
meent, dat het waarsehijnlijk is, dat de Re-
geering mvLoed heeft geoefend op de justi-
tieele actie tegen den hoofdredacteur van
de „Telegraaf", waardoor in het buitenland
een verkeerde ien ongewen&chle drndruk wordt
gewekt. Er blijft nu niets over als zic.li toe
te verlrouwen aan de onpartijdigheid der
rechters. InderdaaKl is zoo juist de lijding
gekomen, dat de heer Schroder is vrijgc-
sprokeu nopens de zaak, waarin 6 maan
den tegen hem was geeiseht. Hieruit volgt,
dat er tegen (een |sitraf van iden heer Schroder
toch ook nit juriidisch pqgpunl bezwaren zijn
aan te voeren.
Den Minister van Rinnenlandsche Zaken
voegt den heer Marehant toe, dat hij in-
canstiLulioneel handclt door zich over dc
Stalen-Generaal heen te wenden tot het volk.
Als de Regeering meent, dat de Kamer niet
meer weerspiegelt, wat er in het volk om-
gaat, kan zij slechts een middel gebruiken:
de Kamer ontbinden.
De heer Heeres verklaart zich tegen een
duurtetoeslag en voor loonsverhooging en
zal daaroan tegen de motie-Ivetelaar en voor
de niotie-Helsdingen steinmen. Hij bepleit
voorts verhooging der uitkeering aan de ge
zinnen der gemobiliseerden, omdat men deze
tijdelijke landsdienaren niet bij de vaste
mag ten achter stellen.
De tijdelijke voorzitter van den Minister-
raad, de bear Gort van der "Linden, ver
klaart zich nog eens tegen een loonsver
hooging, maar wil de mogelijkheid van een
duurtetoeslag onderzoeken, waardoor stem-
miing over de motie-Ketelaar overbodig is,
De Minister van Landbouw, de heer Post-
huma, betuigl zijn leedwezen er over, dat
de heer Richon de zaak van den verkoop
van grond der maatschappij „Koningskadc
in de Kamer ter sprake heeft gebracht. Hij
had beter gedaaii de nu tot niets terugge- j
brachte beschuldliging tegen den heer Yer-
steeg, secretaris-generaal van den landbouw,
buiten de Kamer le houden.
De heer Kelelaar trekt zijn duurtetoeslag-
motie in.
Het eerste deel der motie-Helsdingen, in
zake loonsverhooging, wordt verworpen met
42 tegen 15 steinmen, waardoor het tweede
deel vervalt.
ilooidstuk I der Staaisbegrooling woidt
aangenonten.
Aan de orde is de beschikbaarsteliing van
leveiLsiniddelen en vcevowler en koslen van
tijdelijke Itijksbure,aux en in verband daar-
inede verhooging der Landbouw-begrooting.
De heer Drion bckritiseert de maatrege-
Len en verzoekt den Minister in overweging
te nemen of verandering van politick niet
mogelijk is.
De heer Van Vuuren meent, dat er onvol-
doende gegevens verschafl zijn in zakc het
at of niet voordcelige der graanvoorzienings-
politiek. Spreker wijst er op, dat er in
Engeland minder voor liet graan wordt be-
taald dan bier, ofschoon de prijs ginds hoo-
ger inoet zijn, omdat de assurantieprcmies
voor EngeLand hooger zijn. De vestiging van
een monopotie voor den aankoop zal on-
mogelijk op den duur voor het laaghouden
der prijzen bevorderlijk zijn.
De heer De Jong verdedigt de graanpo-
litiek der Regeering, die liij een gezonde
politick lioemt, waarmede is verkregen een
zeer aannemelijke wiittebrood- en een zeci
billijke bruinbroodprijs, terwijl de Regeering
heeft voorkomen, dat millioenen en milli
oenen bij de graanvoorziening zijn verloren.
Wei vraagt spreker den Minister, of deze
een afschaffmg van het monopotie niet mo
gelijk acht, doch, als de Minister er ont-
kennend op antwowdt, zal hij er zich bij
neerleggen.
De Minister van Landbouw, de heer Posh
huma, deell mede, dat er slechts enkele
iinporteurs-commissionnairs zijn, die in ge-
wone o,mstandighoden het land van graan
lielpen voorzien. Voor spreker staal vast,
dat de Regeering, hoe er ook over moge
worden gepraat, niet goedkooper had kun-
nen koopen, hetgeen de Minister met cijfers
nader aantoont. Spreker is, voordat hij Mi
nister word, steeds geweest tegen hetgeen hij
als bewindsman genoodzaakt was te doen.
Hij heeft 20 jaren tang in het vereenigings-
leven de stelling t>etoogd, dat wat men zell
kan doen, men niet aan het Hijk moest
vragen, omdat daardoor banden met de Re
geering onlstaan, die men als vrij burger
beter doe I met niet te wen sell cn. Hieruit
blijkl, dat de Minister, zoodra het weer mo
gelijk is, het monopotie zal afsehaffen. Als
men onder deze omstandlgheden den import
vrij laat, krijgt men een onregelmatige voor-
ziening, doordat de aanv.oer zal worden ge-
staakt, wannoer dc ]>rijzen in Amerika zoo
zijn, dat men daarvoor niet kan koopen
en doen vervoeren. Doch op dit oogenblik
lean, de Minister minder dan oioit tot een
verandering zijner politick overgaan.
Het wetson twerp wordt goedgekcurd;
evenats hoofdstuk II der Staalsbegrooting;
intrekking der wet van 15 April 1881 tot
regeling van het pensioen der militaire Leden
van het Hoog Militair Gea*echtshofwijziging
van art. 50 dier Pensioenwet voor de gemeen-
te-ambtenaren 1913; regeling der ontvang-
sten en uitgaven van liet pensioenfonds voor
de gemeente-ambtenaren voor 1910 en van
het weduwen- en weezenfonds voor burger-
lijke ambtenaren; vaststelling der begroo'ting
van het leeningsfonds 1911 voor 1916. 1
Aan de orde is het wetsontwerp betreffen-
de een overeenkomst met de Kon. Paketvaart
Maatschappij noipens het onderhouden van
stoamvaartvea'bindiingen in Nederland sch-
Indie gedurende de jaren 1916 tot en met
1925.
De heer Hughenholtz bepleit de instelling
van een 3e klasse voor Europeesche reizi-
gers en dringt er op aan, dat de Minister
deze bepaling in het contract met de maat
schappij zal doen opnemen.
De heer Pock protestccrl er legen, dat
men steeds met centraeten op het laalste
oogenblik bij de Kamer kornt.
Minister Rarnbonnet, zijn ambtgenoot, den
heer Pleyle vervangende, belooft beterschap
en merkt op, dat een imperatief voorsehrij-
ven der wenschen van den heer Hugenholtz
op moeilijkheden stuit, daar het dikwijls
kleine tijntjes zijn, waarop weinig Europee
sche passagiers worden vervoerd, die voor
zulk een 3e klasse in de termen vallen.
In verband met een amendement der com-
missie van rapporteurs, wordt de discussie
over dit onderwerp tot morgenochtend ver
daagd.
Aan de orde is de. behandeling van een
overeenkomst met de Nederlandsche Han-
del-Maatschappij voor den verkoop in Ne
derland van de voor landsrekening in Ned.-
Indie gewonnen voorthrengselen van land-
en tuinbouw.
De heer Van Ttaalte verdedigt een molie,
waarin de Kamer als liaar oordeel uit-
spreekt. dat liet wensehelijk is, dat over-
eenkomsten als de onderhavige voortaan
worden gesloten onder voorbehoud van be-
krachliging t>ij de wet.
De motie wordt op een nader le bepa-
len dag beliandeld.
Goedgekeurd worden verschillende wels-
ontwerpen, o.a. een renteloos voorschot aan
de Eerste Gisal Cultuur-Maatschappij in
Curacao.
Goedgekeurd wordt de voorgestelde her-
ziening der wettelijke bepalingen ointrent
de betaling van den accijns op het gediis-
tilleerd.
Bij het voorstel tot bijdragen aan het Kon.
Nat. Sleun-comite geeft de heer Spiekman
den Minister in overweging aan de Kamer
mee te deelen, hoe het eomite eigenLijk
werkt, protesteert hij er tegen, dat in een
stad als Arnhem, het Steun-comite is opge-
heven, waardoor de ondersteunden bij het
armbestuur terechtkomen en dat de controle
der werkloosheidskassen door de armbestu-
ren geschiedt.
Spreker bepleit meer lie trek king der vak-
organisatie's in de steun-comite s en komt
op tegen de tiuitengewoon ki-enterige wijze,
waarop liet Steun-coanite zich het lot aan-
trekt der gezinnen van de landweerplichti-
gen der lichting 1908.
De Minister van Landbouw, de heer Posl-
liuma, zegt, geen kans le zien, een locaal
comite te doen voortbestaan, als het eomite
zelf zich wil opheffen. Als de gezinnen der
landweerplichtigen—1908 evenwel uitkeering
kregen tijdens het klein veadof, zou liet ge-
volg ervan zijn, dat zij cenige maanden
thuis hi even en dan weer in dienst terug-
keerden.
De kieine neringdoenden kunnen daaren
boven op andere wijze geholpen worden
De heer Van Doorn wijst op het demo-
raliseerende van voortdurende nilkeering.
Het wetsontwerp wordt zonder hoofde-
lijke stemming aangenomen.
DE ALGE1V1EENE TOESTAND.
Het Duitsche groote hoofdkwartier con-
stateerde gisteren, dat geen Fransche of
Engelsche soldaat meer op Servischen bodem
stond, een feit, wat van de andere zpde
niet wordt betwist.
De voorloopige afloop van de Fransch-
Engelsche expeditie tot bulpverle ning aan
Servie schrijft de N. R. C't. is dus,
dat er niet alleen van hulpverleening aan
de Serviers niets gekomen is, maar dat ook
de bondgenooten uit Servie naar Grieksch
gebied teruggedreven zijn. Een onaange-
i ame omstandigheid uit het oogpunt van
piestige voor Engeland en Frankrijk is,
dat dit nu juist door de Bulgaren, een
Balkanvolk, is geschied.
Hun prestige in bet Oosten, dat is juist
wat voor Engeland en Frankrijk op
het spel staat; niet de beslissing van den
oorlog. Als die ooit valt, zal het waar-
schijnlijk niet in het Oosten zgn. Maar
al gaat het niet om de beslissing van den
oorlog, dat prestige is toch veel waard en
hangt natuurlijk ook wel met die beslissing
samen, en dat prestige van de entente is in
denlaatsten tjjdin niet geringe mate gesehokt.
De mislukking van de expeditie aan de
Dardanelien, de vergeefsche pogingen om
Bulgarije aan haar zjjde te krijgen, de
tegenslag in Mesopotamia, en het uitblijven
eerst en de mislukking darna van de hulp
verleening aan Servie en in verband daarmee
het neutraal blijven van Griekenland, en
daarbij de wel wat meer dan gewone afstand
tnsschen woorden en daden, dat is alles
niet geschikt om het gezag van de mogend-
heden der Entente in het Naburige Oosten
te doen toenemen, met welk gezag ook weer
dat van den Europeaan in het algemeen
wordt gezegd samen te hangen.
Het officieele bericht der Franschen
meldde Maandagavond, dat z^ Zondag zich
op de linie GewgeliKilindir hadden terug-
getrokken, dat is geheel op Grieksch gebied.
Kilindir ligt ruim 6 K.M. achter de grens
in Grieksch-Maeedonie, ten zniden van
Doirau.
Uit een nagekomen bericht van den
Bulgaar9chen staf wordt de uitdrukking
van het Engelsche ministerie van oorlog
onze troepen zijn er met behulp van ver-
sterkingen in geslaagd terug te trekken",
duidelijk. Blijkbaar was dat nog moeilijk
te bereiken, aangezieD op den terugtocht
Franschen en Engelschen, althans een tijd-
lang, door de Bulgaren van elkaar «waren
gescheiden.
Volgens een Reuter-bericht uit Saloniki
laten de Grieken nu een strook vrij voor
de operatie der verbonden landingstroepen,
en waarschijnlijk volgt daaruit, dat zij zich
er ook niet tegen zullen verzetten, zoo de
centralen hen uit die strook mochten willen
gaan verdrijven. Wij zeiden zooeven, dat
de beslissing in den oorlog. zoo zij ooit
valt, waarschijnlijk niet op den Balkan,
noch in Rusland, maar in het Westen za
vallen.
DOOR
H. BERT RAND.
De inbraak.
Het was 's avotnids elf uur. De sneltrein
van Keulen was juist aangekomen.
In de vestibule van het hotel Conlinen-
taal stond de portier en wachtlc nog op
logcergasteneonige kellners en de huis-
knecht leunden slaperig tegen den muur.
Daar hield een vigilante voor het hotel
stil, de portier snelde toe. Een magere,
lange man staple uit het rijtuig. Hij had;
een lichte stofjas aan en een grijsgeruite
pantalon en droeg in zijn hand een geel
koffertje. Naar zijn uilerlijk te oordeelen,
zou men hem voor een Engelschman hou
den, en ook de uitspraak bewees, dat men.
met een Brit te doen had.
Kan ik hebben een kamer op de
eerste verdieping? vroeg hij, de woorden
letterlijk in zijn mond kauwend.
De portier hoog en an twoordde.
Zeker, mijnheer!
Hij wilde meteen het handkoffertje van
den vreemdeling aannemen, maar deze
maakte een afwerende beweging. Met de
zekerheid van iem,and, die veel gereisd heeft,
hij regelrecht op de trap af.
Een zeer rustige kamer, portier, zei
hij nog. Ik hen zeer vermoeid. En ik reis
morgen af met den eerslen trein en wil
vroegtijdig gewekt worden.
Ober! K.arner no. 3! riep de portier
den kellner toe, die reeds bij de trap stond
om den logcergast naar boven te geleiden.
En zachtjes: Kamer no. 3. Ge weet wel,
ober, kainer no. 4 blijft gereserveerd voor
den heer, die telegrafiseh op den naam
Smith kamer no. 3 of 4 bestelde.
In zijn kamer gekomen, beval de vreem
deling den kellner hem tersilond frisch wa
ter te bezorgen.
Ik wensch niet te worden gestoord.
Ik ben zeer, zeer moede.
De ober hoog zoo diep, als kellners
enkel voor reizende Engelschen doen en
wilde reeds dienstvaardig heensnellen, toen
de vreemdeling hem nog eens terugriep:.
Ik wil reeds hedenavond de rekening
betalen, omdat ik morgen zeer vroeg ver-
trek.
Intusschen hield er weer een vigilante
voor het hotel stil. Ook nu snelde de por
tier naar de deur en weer staple er een
lange, magere man uit het rijtuig. Hij was
even als de eerste, gekleed in een lich te
stofjas en droeg eveneens een gee! koffer
tje in de hand. Buitendien had hij nog
een parapluie bij zich. Die twee heeren
geleken op elkaar als twee druppels water,
maar de portier merkte dit niet eens op,
in de eerste plaats, omdat het hem niet
aanging, maar ook omdat alle reizende En
gelschen op elkaar gelijken.
Ik heb een kamer besteld op den naam
Smith, zei de Brit, terwijl ook hij zich ter-
stond naar de trap begaf. Ook hij verkoois
zijn koffertje zelf le dragen.
Zeer goed, Mr. Smith. Jan!
De ober geleidde ook den tweeden logeer-
gast zelf naar boven.
Ik wil morgen vroeg gewekt worden.
Ik moel heel vroeg met den eersten trein
mede, zei de vreemdeling, terwijl hij de
trap Langzaam opliep.
Het koffertje scheen zwaar te zijn; het
koistte hem moeite het te dragen.
Zeer goed, Mr. Smith. Hebt u nog iels
landers le bevelen?
Alleen een kop thee! En dan wil ik
slapen. Ik ben zeer moe, want ik heb den
geheelen dag gereisd. Maar ik moel nu
nog de rekening hebben, omdat de trein
al zoo vroeg vertrekt.
Zeer goed, Mr. Smith.
Jan, de kellner, bracht den eenen heer
waschwater en den anderen een kop thee,
vervolgens aan beiden de rekening. Hij ver-
liet de kamers zeer tevreden. De reizigers
hadden zich gedragen als Engelsche lords
wat de fooiien betreft, ten minste.
De nachlportier deed nu de ronde door
de gangen en draaide de overbodige gas-
vlammen uit. In het geheele hotel heerseh-
te diepe rust. De beide Engelschen konden
naar hartelust slapen.
De vreemdeling op no. 3 was ook ter-
stond, nadat hij zich had opgefrischt, naar
bed gegaan.
Dat was niet het geval met den vreem
deling, die op den naam Smith kamer no. 3
De post uit de RLjnst.reek en Zuid"
Duitschland komt nog steeds niet aan, een
omstandigheid, waaraan we gewoon zijn
geworden, de veronderstelling van troepen-
)ewegingen ter voorbereiding van operaties
op het Westelijk oorlogsterrein te verbinden.
Wij kunnen niet anders zeggen dan dat
let ditmaal bijzonder lang duurt.
DE RECRUTEERING.
De recrutecringsl)ureelen in Engeland wor
den zoo mieldt de „Tel.". bestormd.
Dit blijkt uit de verslagen van allerlei dis-
tricten.
Te Birmingham werd bevolen de kantoren
zoo noodig den ganschen nacht open te
laten. 't Geneeskundig onderzoek werd uit-
jesleld. Tweehonderd politieagenten meld-
den zich voor dienshieming aan.
Te Bristol was men met werk overstelpt,
ondanks de hulp van 300 vrijwillige kler-
ken. Ook te Cardiff moesten in de laatste
dagen de bureaux nacht en dag open blij
ven.
Te Derby opende men een hulpkantoor.
Te Glasgow moest de politic de orde hand-
haven; aan de onderwijzers zal men een
lialven dag verlof geven om bij de inschrij-
vingen te helpen. Ook hier werden bij-
lokalen geopend. Te Leeds vreest men Za-
terdagavond nog niet gereed tc zijn. le
Liverpool stonden Zaterdag lange rijenman-
nen geduldig te wachten tot het hun beurt
was om het recruteerings-bureau binnen te
gaan. Te Manchester was de vroegere rc-
cruteering gering bij de beweging, welke
er nu heerscht.
En dergelijke berichten komen ook uit
Hull, Neweastle-on-Tyne, Portsmouth en
Sheffield.
Te Louden zag men, volgens de „Times'",
eigenaardige tooneelen. Duizenden mamien
boden zich voor dienstneming aan en de
regen, die bijna den ganschen dag neer-
viel, kon de mas&a recruten niet verdrijven.
In sommige bureaux der voorsteden was
't personeel niet talrijk genoeg. Te Eastliain
kwam men op 'n ge-1 ukkige gedachte. Om
de verveling der wachtenden te verdrijven,
werden dezen op een militair concert in
de groote zaal van 't stadhuis vergast. On-
dertusschen nam men de namen en adressen
der recruten op.
Te Harslesden echter bcle.gden de onge-
duldigen een meeting om te protesteeren
tegen de onvoldoende maatregelen. In een
motie eisehte men meer eerbied voor de re
cruten, waarvan er velen vijf uren in denj
regen hadden gestaan. Dadelijk verscheen de
polibie om naar de oorzaak van de ontevre-
denheid te informeeren en, toen de agenten
de grieven der recruten vernamen, boden
ze dezen een schuilplaats aan in een der
zalen van hun bureau. Men telefoneerde
oimiiddellijk om dokters, officieren en kler-
ken, en toen deze ter plaatse kwamen, kon
men in dit spoedig ingericht kantoor ter-
stond de werkzaamheden aanvangen.
Zondag zal men overal den kaliki-arm-
liand zien. Lord Derby's rapport zal Zon
dag in 't bezit van den premier zijn.
TROEPEN VERPL A ATSING.
Een der correspondenten in Belgie van
„De Tijd" bericht:
Reeds drie weken geleden zijn er door
Luxemburg en over Luik, vooral bij naclit,
onlzaglijke Duitsche troepenbewegingen van
bet Oosten naar het Westen begonnen. Nog
grooter massa's schijnen van Melz uit in
of 4 besteld, en n(\ 4 gekregen had.
Nauwelijks had hij zijn kop tiiee leegge-
dronken en zijn rekening betaald, of hij be
gon aan een bijzonder eigenaardig karwei.
Hij opende allereerst het gele koffertje en
haalde er een paar dikke, wollen sokken
uit, die hij in plaats van zijn laarzen aan-
irok. Toen stoop hij naar de deur van de
kamer daarnaast en luisterde. Zijn buurman
snorkle reeds.
Yervolgens opende Mr. Smith wij wil
len hem voorloopig in het bezit laten van
dien naam een oogenblik de deur, die
naar de gang leidde. Alles was rustig; de
logeergasten van het hotel Gontinentaal slie-
pen; ook bet dienstpersoneel scheen zich
ter ruste te hebben begeven.
Mr. Smith glimlachte tevreden, hij deed
de deur weer dicht en draaide den sleu-
lel om. Het was vijf minuten voor twaal-
ven.
Nu begon hij zijn koffer uit le pakken.
Hij legde den edgenaardigen inhoiud niet op
tafel en stoelen, zooals reizigers gewoonlijk
doen, maar hij sloeg het dikke Smyrnasche
tapijt, dat den vloer bedekte, op en legde
daar ieder stuk, dat hij uit het koffertje
nam, op neer.
Allereerst kwam er uit te voorschijn een
opgerold touw, niet zeer dik, maar stevig.
Yervolgenis een bijzondere, dubbel gebogen
metal en slang, aan bet eene eind afgevijld,
oogenschijnlijk van gehard staal. die, als
ze tot haar voile lengte gebracht werd,
zeer lang was. Een gutta-percha slang werd
daama door den wonderlijken logeergast uit
het koffertje genomen. Ook nog eenige ge-
reedschappen, zooals beitels en vijlen, een
boor en een aantal sleulels. Eindelijk nog
twee kleine cylinders, die er ongeveer uit-
zagen als gi'imalen. Nu was Mr. Smith ge
reed.
Als laatsLe stuk nam hij er nog een die-
venlantaarn uit, schoof de gordijnen voor
de vensters dicht en blies de beide kaar-
sen uit, die de kellner op de tafel in het
midden van de learner had gezet. In plaats
daarvan stak hij de lantaarn aan en plaat-
ste deze op den vloer; hij hurkle neer en
begon nauwkeurig den parketvloer te onder
zoeken, ieder vakje afzonderlijk.
Eindelijk richlte Mr. Smith zich op. Hij
nam de hovengenoemde stalen slang ter
hand en begon de s pit ten van den parket
vloer, ongeveer in het midden van de ka
mer, las te werken. Het duurde niet lang,
of hij kon er een van de vakjes en daar-
na nog een tweede uilnemen. Tien minu
ten later had hij in den vloer, die de eerste
verdieping van de benedenverdieping sclieid-
de, een gat- gemaakt. Duidelijk hoorde hij
hoe op den vloer van het benedenvertrek
een stukje kalk in gruis viel.
Eenige oogenblikken staakte hij zijn ge-
hehnzinnigen arbeid. Hij luisterde; hij sloop
nog eens naar de deuren van de aangren-
zende kamer en van de gang.
Alles bleef rustig en stil.
Mr. Smith begaf zich opnieuw aan zijn
werk.
(Wordt vervolgd).