H«1 H algemeen nieuws- en advertentieblad VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6311. Donderdag 9 December 1915. 55e Jaargang. De Oorlog. SIT OFFB.li, ABONNEMENT ADVERT ENTlEN Telefoon 25. Bit BlaS verschljnt MaanHag-, Woensiag- en VrHSagaTond, uitgpzondard op FeestSagen, mi Se Firma P. J. TAN DE SAHDE te Ter Kenzen. Regeeriags braineboonen en erwten. BINNENLAND. F ILLETOH. Per 3 maanden binnen destad/1.—Franco per post voor Nederland 1.10. Sij vooruitbetaling: voor Belgie 1.40, voor Ned.-lndie en Amenka 1.65, overig Buitenland 2.—. u Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij al e Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij dil*ecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 liur op den dag der uitgave. VREDESVOORWAARDEN DOOR EEN AMERIKAAN VOORGESTELD. OORDEEL OVER HET ROODE KRUIS, 49) COURANT. Winkeliers en grossiers, welke in aanmerking wenschen te komen voor het verkoopen van bruine- boonen en groene erwten, worden uitgenoodigd tot eene vergadering op Donderdag^ 9 December 191 5, 'savonds 7 uur, ten gemeentehuize. I De Burgemeester van TER NEUZEN, J. HUIZINGA. Koinmanidant van het veldleger. Bij kou. besluit is met 8 Dec. ooder toe- kenning van het recht op pensioen, aan den luit. gen. G. A. Bublman, comman dant van het veldleger op zpn aanvrage, ter zake van langdurigen dienst, eervol ontslag verleend uit den militairen dienst en hem Harer Majesteits bijzonderen dank betuigd voor de uitnemende diensten door hem gedurende zijnen langdurigen diensttijd in verschiilende gewichtige betrekkingen aan den lande bewezen en is benoemd, mede met 8 Dec., tot luit.-gen., comman dant van het veldleger, de gen.-majwor W. H. van Terwisga, commandant van de 3e divisie. Vrouwencomite Kersfgave. Het Vrouwencomite voor een Kerstgave aan onze militaire grens- en kustwacht, deelt ons mede, dat het, na de groote uit- deeling van Kerstmis 1914, de nog beschik- baar gebleven gelden gedeeltelijk verdeeld heeft onder de bewakingstroepen der inter- neeringsdepots, onder detachementen in forten, in samenwerking met de Vereeniging Onze Vloot vele posten van spellen enz. enz. heeft belpen voorzien en nu de overige gelden, voor zoover zij reiken, besteden zal om, zij het op zeer bescheiden schaal nog- maals onze grens- en kustwacht te bereiken met een gift, teneinde in de Kerstdagen een kleine extra versnapering te kunnen doen uitreiken. DE ALGEMEENE TOESTAND. De „Times" bespreekt titans de Engel sche en Turksche berichten over den strijd in Irak combineerend het resultaat van de daar geleverde geveehten, die eindigdjen met den terugtocht van de Engelsche strijd- macht tot Kut-el-Amara, 170 K.M. afstands van Bagdad en 128 K.M. van de plaats waar het gevecht geleverd werd, bij de mines van Ctesiphon, waarin generaal Townshend een schitlerende overwinning zou hebben behaald. "Waarsehijnlijk, zegt de „Times", heeft het geval zich aldus toegedragen: Op 22 November viel generaal Townshend den vijand aan bij Ctesiphon. Na den ge- heelen dag hevig te hebben gevochten, nam hij de vijandelijke stelling en maakte 800 gevangenen. Zijn eigen verliezen waren 2000 dooden en gewdhden. Hij bivakkeerde ech- ter op het slag veld, sloeg een tegenaanval af, doch Irok terng op den Tigris, omdat de troepen gehrek aan water hadden. Dit scheen een overwinning doch een, die veel had gekost. Op 25 November waren de troepen van Townshend opnieuw in bezit van het slag- veld en waren de Turken teruggetrokken tot 1(5 K.M. van Bagdad, achter de rivier de Diala. De Turken verloren 1300 gevangenen, de Engelschen 2500 gewonden. Het aantal dooden was niet opgegeven. De verliezen waren toegenomen, niaar na drie dagen wa ren de Engelschen nog op hel slagveld. Op 29 Novembel" was generaal Towns hend, na de gewonden en gevangenen te hebben weggevoerd, teruggetrokken op een posilie, meer henedenslrooms aan de rivier. En thans komt het bericht, dat bet leger van Townshend in vollen terugtocht is, na- bij de verslerkte stellingen bij Kut-el-Amara, met de Turken in krachtige achtervolging aanrukkend, dus 128 K.M. van de plaats, waar de overwinning werd bevochten. De Turksche berichten geven de verkla- ring voor dezen tegenslag voor de Engel schen. Zij erkennnen, dat de Engelschen in hunne posities waren doorgedrongen, doch zeggen dan, dat zij op 25 November him tegen- standers door krachtige tegenaanvallen daar uit verdreven, en Loi den terugtocht dwon- gen. Generaal Townshend, die groote verliezen had geleden, was niet in staat de aanvallen van de versterkte Turksche macht te weer- staan. Hij moest daarom terugtrekken, ach- tervolgd door de Turken. In een achter- hoedegevecht, in den nacht van 30 Novem ber, leden de Engelschen nog verLiezen. Twee hunner rivierschepen de„Kemed" en de „Firikloss" werden door de Tur ken genomen..- De toestand is nu, dat de Engelsche macht, die reeds zoo dicht bij Bagdad was, terug moest trekken lot 170 K.M. van die plaats. De omstandigheden, waaronder die terug tocht plaats had, en de reden, waarom deze zoo ver moest worden voortgezet, zijn, zoo schrijft het Hbl., nog steeds niet opgehel- derd, ook niet door de uitleggingen van de .Times". Het blad verwacht opheldering op verschiilende punten van de regeering. Waarom werd een marsfch ondernomen, om een stad te gaan innemen, 600 mijlen van de operatiebasis, met een enkele divisie'? Waar om werd de sterke stelling bij Kut-el-Amara, die op 29 September zoo glansrijk was ver- meesterd, verlaten, om een volkrijke stad te gaan aanvallen, die klaarblijkelijk vol T urk- sche troepen was? Die opmarsch kon niet worden verklaard met de meening, dat het noodzakelijk was den weg naar Perzie af te sluiten, want <lat zou het bezetten van Samara, nog 60 mijlen Noordelijker van Bagdad noodig malien; en dan nog zou de weg naar Perzie niet afgesloten zijn. Daar- voor zou een Engelsche troepemnacht rnoe- ten doorrukken naar het meer Wan. Door de afsluiting van de N.oordelijke toe- gangen tot de Perzische golf, zegt de Times", was het doel der expeditie naar Mesopotamie volkomen bereikt. Nu is het resuliaat van een belangwekkenden. en toe- gejuichten veldtocht ems,tig bedreigd. De Servische legers zijn op Albaneesch en Montenegrijnsch gebied overgegaan, en de troepen der Centraal-Europeesche mogend- heden zijn thans ook over de Servische grens gedrongen. In de geheele streek tus- schen den Donau en den Tsjerna is het Ser vische gebied thans door de bondgenooten bezet. Ten Z.-W. van Novi Bazar, aan den weg van Mitrowitza naar Ipek drongen de Oostenrijksche legers op Montenegrijnsch gebied door en sloegen de Montenegrijnen terug tot achter himne lioofdstelLingen. En de Bulgaarsche legers zijn de Allianee- sche grens overgegaan en vervolgen de Ser vische legers in de bergen van Albanie; zij gingen Ooslelijk van Dibra over de grens, in de streek tusschen Dibra en Ochrida ge- legen. Het resultaat van die vervolging is nog niet bekend. De ITansch-Eugelsche troepen, die aan de Yardar en achter de Tsjerna staan, moesten hunne stellingen, tengevolge van den val van Monastic eenigszins wijzigen, zooals de .Temps"-eo.rrespQnd,ent te Saloniki mede- deelt. Maar welke wijzigingen daarin wer den aangebraclit, d.w.z. lot hoe ver de geal- lieerden in do rich ting van de Grieksche grens moesten tcruggaan, wordt niet gemekl. Aan hel Fransche front is niets voorgeval- len, aan hel Bussisehe wordt melding ge- inaakt van ee.nige Oostenrijksche aanvallen aan de Styr en de Strvpa, waarsehijnlijk in verband met de con centre tie van Bussisehe troepen aan de Roemeensche grens. Het bericht in -de .Times" uit Saloniki, dat volgens aanhoudende geruchlen de Bus- sen reeds in Bulgarije zouden zijn gevallen, en daar door de bevolking, die van den oor- Log al genoeg heeft, met instemming zouden zijn ontvangen, is op geen enkele wijze be- vesligd. Trouwens, om Bulgarije te kunnen binnenrukken zouden de Russen, die bij Reni en Ismaila staan, door de Dobroedsja rooeten gaan, wat Roemenie niet voome- mens schijnt toe te staan, terwijl bij Roest- sjoek een Oostenrijksch-Duitsch-Bulgaarsch leger word! gconcentrcerd, om zoo noodig. tegen deze Russisciie troepenmacht te kun nen oplreden. In het Amerikaansche Congres zal de so cialist Meyer London bij motie voorstellen. dat de president een bemiddelingscongres van onzijdige landen bijeen zal roepen, dat net zoo lang zitting zal houden tot de vrede is, gesloten. Voor een duurzamen vrede acht hij noodig: Qntruiming van bezet gebied; verlossing van onderdrukte volkeren; een volkstemming van de bevolkingen van Elzas- Lolharingen, Finland en Polen, tjetreffen- de hun onafhankelijkheid; wegneming van de u i tzonderi ngs wet ten voor de Joden; de vrijheid der zeeen; geleidelijke algemeene ontwapening; instelling van een internatio- naal hof van arbitrage, dat een handelsboy- cot bij wijze van slraf zal kunnen opleggen. DU1TSCII ESKADER IN DE SKANDINAVISCHE WATEREN. Volgens een bericht uit Kopenhagen, vail er een groote activileil van Duilsche oor- logssc.hepen in de Skandinavische interna- t ion ale wateren waai- te nemen. Eergister- nacht werden in de Kleine Belt vier Duit- sche kruisea-s met ged.oofde lichten, die in de rich ling van het eiland Alsen voeren, gezien. Voorts inspecleerdie een Duitsche torpedoboot verschiilende schepen in de buurt van Grenaa, in het Kattegat. DUITSCH OFFENSIEF OP IIET WESTELIJK FRONT VERWACHT De SinterkTaasdagen zijn aan het Weste- lijk front kalm voorbijgegaandoch alles wijst er op, dat er groote dingen aanslaan- de zijn. Voor '1 oogenblik wordt siechLs gewag gemaakt in de Fransche commimique s van artilleriegevechten bij Grenay en Sapigncul, van mijngevechten in Argonne en patrouille- onhnoetingen in Artois. Doch er wordt bij gezegd. dat de hevige regens, de werkzaam- heid der h'oepen, vooral der artilLerie, be- moeilijkten. Reuter seint nog een zeer uit- gebreid relaas over geveehten in de lucht. Bij een aanval van een eskader van 19 En gelsche vliegtuigen op Don, werden een aan tal bommen op de plaats, geworpen, waar- van er een waarsehijnlijk een munitiedepot trof, terwijl mede de spoorlijn beschadigd werd. De 19 Engelsche vliegtuigen kwamen behouden terng. Ten alien leant is men er evenwel van overtuigd, dat de Duiitschers toebereidselen maken tot een nieuw gro-ot offensief. Het troepenvervoer schijnt opgehouden te zijn. Aan de Zeeuwsch-Ylaamsche grens dreu- nen iederen dag de zware kanonschoten,, wat men aan elk offensief van beteekenis vooraf ziet gaan. Dat een groot offensief niet onwaarschijn- lijk Ls, doch zelfs voor Duitsdiland van zeer veel waarde zou zijn, merkt bet Engelsche blad de „New Statesman" op. Verlies van tijcl, zegt de „New Statesman",, verzwakt Duitschland. In den sector van Soissong. zou een ter- reinwinst van enkele mijlen, indien dat door een hevig offensief bereikl kon worden, een groote politieke uitwerking kunnen heb ben. En bet Engelsche blad is ook de mee ning toegedaan, dat er aa-nwijzingen genoeg zijn voor een Duitsche actie in die richting, Duitschland zou, ging het niet lot een offensief over, Roemenie en Griekenland moeten winnen, of een krachtige poging tot den vrede moeten doen, wilde het zijn po si tie handhaven, zegt de „New Statesman verder. Roemenie's en Griekenland's liulp zou echter Oostenrijksch grondgebied kosten en voor den vrede is de tijd nog niet ge- komen. De „Matin" weet zelfs te melden. dat drie Bulgaarsche divisies Hongarije door getrokken zijn en of voor het Italiaansche of voor het Westelijk front zouden besteind zijn. De „British Weekly" van 11 November deelt rnee, dat Andrew Carnegie geweigerd, heeft een bijdrage te storten voor het Roode Kruis, en deze weigering aldus moliveerde: „Ik geloof niet dat de .arbeid der Roodte Kruis-vereenigingen bevorderhjk is aan den vrede. Wanneer de soldaten elkaar half- dood geslagen hebben, moest men hen aan hun lot overlaten. Uw Roode Kruis tracht hen echter weer op de been te lielpen, dat "zij opnieuw hun wapenen ter hand kunnen nemen en hun vernietingswerk voortzetten. Gelijktijdig las ik in „Nieuwe Banen", Sept. '15, het artikel over Tolstoi, waaruit ik aanhaal: „In een zijner hoofdwerken;, „Oorlog en Vrede", vaart de oorlog als een zware wagen over de mensc.hheid heneu hij kneust en vei-morzelt het leven. De groote" naar der menschen maat heerscht bier met zijn schepter. En ook, zeer zeker leeren wij opoffering en liefde kennen. Het Roode Kruis is er, de zuster, de broeden, die uitgaat om de gewonden te verbinden, de stervenden te laven, zij zijn er. Maar, zoo meenl Tolstoi, grooter slechts wordt daardoor de waanzin. limners, de gruwelen worden hadekt met den sehijn, zooals een verminkt lichaam door de witte wade, zoo als verterend gebeenle door een gcpleisterd graf. Ruk weg den sluier der menschlie- 'vendheid, opdal de doodskop grijnze! Laat de moord fel woeden als een gifLig dier, opdal ieder wete, welk een afgrondsgeboorte bier de tanden slaat in het vleesch der menschheid! De oorlog brenge dood aan den oorlog, de gruwel verslinde den grU- wel!" (N. Ned. Iverkbode.) HET SLAGVELD AAN DE ISONZO. Volgens een telegram aan het „Barl. Ta- geblatt" heeft aartshertog Joseph aan een oorlogseorrespondent in hel Oostenrijksche oorlogspersbureau het volgende geschreven: De nog niet geeindigde strijd om het brugge- hoofd van Gorz is de zwaarste, verbitterdste en bloedigste van den geheelen Ilaliaanschen. veldtocht' Om de beide draaipunten van de dubbele poor! naar Gorz om den Monte San Michele als Zuiidlelijkj ien om de 'Podgora- hoogte als Noordelijk draaipunt, wordt on- afgebroken geworsteld met een ontzaglijke opoffering van ammunitie en menschen. De vijand houdt beide bergtoppen met groote overmacht van uit het Zuiden, Westen en Noorden omvat en tegelijkerlijd trommelt zijn zwaar geschut op de Oostenrijksch- Hongaarsche stelling op de kam. Onder be- scherming van dezen moordenden vuurwand hebben de Italiaansche stormcolonnes het ondernomen de Noordelijke helling van de Podgora-sleiling bij het dorpje Oslaviadoor te breken en daardoor boven de stad Gorz den Isonzo 'te bereiken. Onder t vernleti- gend vuur van de Oostenrijksch-Hongaar- sche artillerie zijn deze aanvallen meestal reeds, in het voorlerrein mislukt. Eenige stormcolonnes kwamen tot aan de Oosten- rij ksch- H ongaars ch e loopgraven door de vernielde hindernisisen heen. Hier werden zij echter in handgemeen met bajonet en handgranaat overwonnen. Meer dan dui- zend doode Italianen liggen voor Oslavia. De O os tenr ij ksch-H ongaars ch e artillerie nam nu ook een voorstelling onder vuur, die de Italianen reeds vroeger genomen hadden en die zij buitengewoon sterk lhadden aangelegd. De uitwerking van dit bomhardement schok- te de vijandelijke voorstelling zoodanig. dat een compagnie vaji een regiment uit Laihach liaai- kon nemen. Anders deelen van de stel ling werden weer door andere troepen be- stormd. Den volgenden morgen om half drie probeerden de Italianen de v66i"stel- lingen weer terug te nemen, maar zij kwa men niet door den vuurgordel heen. In den derden en vierden slag aan den Isonzo spelen de vliegers een groote rol. Met de ervaringen van de Franschen ver- rijkt, hebben de Italianen aan dit wapenj kort voor hel uitbreken van den oorlog bijzondere aandaeht gewijd. Als nieuw type hebben zij hun groote gevechtsvliegtuigen. Aan het Isonzofront en in het Wippachdal kan men, zoodra bet weer opklaart, hun geweldige derLig meter lange vliegtuigen zien. Zij zijn gepanlserd en met drie motoren en twee of drie machinegeweren voorzien. Het Italiaansche legerbestuur heeft zich daar- mede gedurende den derden slag aan den Isonzo nog niet eens tevreden gesteld. maar voor de voornaamste gevech tsdagen ook nog Fransche vliegers te hulp geroepen. Een van deze Fransche vliegtuigen is naar be- neden geschoten. Thans echter ziet men En nu reisde zij, dezeifde persoon en tocli weer een andere. vreezend en ook weer hopend, naar het groote drukke Berlijn. Oom Hans ontving haar aan het station met open armen. Zij wierp zich snikkend aan zijn borst en stamelde: „Hoe gaat het met mijn armen vader?" ,,Wij zullen het beste hopen, kind", zeide de kleine man vriendelijk, toen hielp hij haai- in een rijtuig en reed met haar naar de Leipzigerslraat. Met angstig kloppend hart ging Marie het huis binnen. O, als zij maar niemand ont- moette, als zij den gevreesden man maar niet weer zag! Schuw snelde zij door de gang de trappen op. Het was haar gelukt boven te komen zonder een bekend gezicht te zien; zij loosde een zucht van verlich- ting, en nu waren al haar gedachten bij den zieke. Zij liep snel door het kamertje van Assel naar de ruime slaapkamer van haar ouders waar haar vader te bed lag. Zij schrok er van, zoo was hij veranderd. Zijn hondje kwarn blaffend van onder het bed, toen herkende hij haar en lekte'haar de handen. „Stil, mijn beestje", fluisterde de zieke met zwakke stem, zij is het, mijn Dora! Ben je daar eindelijk om mij te roepen!" Met een gelukkige uitdrukking op het ge- laat strekte hij zijn armen naar haar uit. Zij omvatte hem en kusle hem. „Ik ben het, uw kind Marie". Zij ging op den rand van het bed zitten en steunde zijn kussen, zoodal de zieke recht op kon blijven. „Kijk eens, papa, hier ben ik; ik kom om u te verplegen." „Verplegen waarom?" „Niet noodig", zeide hij het hoofd schud- dend. „Waar ben je toeh zoo langgeweest?" Zij verlelde hem van Haiddorf, van groot- vader, die met meer boos was en haar arrne moedei' vergeven had. Hij knikte bevredigd en verzonk in ge- peins. Nu eens geloofde hij zijn Dora met haar spinnewiel over het erf te zien gaan, dan leidde zij hem door het ruime oude boerenhuis, dat Marie nu zoo goed lcende. Dan weer stond hij met zijn beminde in den manesehijn achter het tuinhek, en vroeg of zij niet de raderen van den molen hoor- de ruischen, en meende den bond, dien zij bij haar had, te streelen. De voorstellin- gen en phantasieen, waarin hij leefde, wa ren van aangenamen pard, en s.teeds weer hield hij zijn kind voor Dora, zijn geliefde vrouw, die gekomen was, om zich einde- lijik weer met hem te vereenigen. Zoo verliepen verscheidene uren van den nacht. Eerst laat viel de zieke in een on- rustige sluimering, terwijl Marie voor zijn bed zat en zijn onregelmatige ademhaling gadesloeg. Den volgenden morgen begon Marie haar vroegere bezigheden te hervalten. Zij kookte soep voor haar vader, noodigde hem met vriendelijken aandrang uit om er gebruik van te maken, en ging toen heen am in den verwaarloosden salon den boel wat op te ruimen. Toen zij druk bezig was, slak plotseling Jeanne Duvernier haar hoofd door een kier en riep met een schelmsch lachje: „Geef acht! Hier komt hoog bezoek." Marie deinsde terug, toen zij Anatole Goldammers wclvareiule gestalte met rood, strak gelaat op den drempel zag verschij- nen. Hel meisje moest zich vasthouden en steunen op het schrijftafeltje van haar moe- der. Met beide handen achter zich tastend, hield zij zich aan den rand van het lafeltje vast en keek hevig ontsteld naar den ver- afschuwden man. Wat had zij in a.1 haar gedachten en droomen dit oogenblik ge- vreesd! „Daar is dus mijn wegloopster", zeide de kapper. wreef zich de dikke handen en trad op het bevende meisje toe. Zij wilde hem smeeken, haar te sparen, miaar zij kon slechts haar lippen bewegen, geen geluid bracht zij voort, zij week zoo ver zij kon achteruit. „Zij is nog altijd even slecht gefrizeerd", Anatole", zeide de Francaise. „Ik zou je door de politie kunnen laten terug brengen. Dan zou het slecht met je gaan, jou booswicht." Jeanne riep: „Maar in het hart van dezen man woont edelmoedigheid Spreek dan toch, Anatole." „Ik wil all een zeggen, dat ik blij ben, je eindelijk eens te kunnen zien!" „En met welk doel zeg dat haar dan!" ,,Mijn vrouw is werkelijk nog veel mooier geworden, Jeamie," „Nou, nou, ik verzoek je „Nou, stil anaar, liefste, denk je dat ik mij heelemaal ongestraft laat mishandelen? Neen, zelfs niet door jou." Marie wist niet, wat zij van dit alles inoest denken, maar zij voelde toch, dat het haar plieht was, hem vriendelijk toe te spreken, hem vergiffenis en vooral haar vrijheid te vragen. „Mijnheer Goldiammer", begon zij be- deesd, „beste mijnlieer Goldammer, ach, ik weet wel, dat gij bet good met mij hebt ge- meend, en ik voelde ook wel, dat ik u krenkte, dat ik u onrecht aandeed. Gij hadt mijn woord het huwelijk verbond ons, maar maar ik geloofde, ik vreesde, dat wij toch niet bij elkaar hoorden. Nu onderstel ik, dat die goede Jeanne uw hart tot verzoening gestemd heeft." „Jeanne Jeanne!" riep hij wrevelig, „zij is een egolste, een verhefde kat. Het was mijn eigen edelmoedigheid. Doch, ver- tel gij het verdere, Jeanne Duvernier! ik ga weg! Ik onttrek mij aan de verzoeking om te nemen, wat mij toebehoort, opdat het berouw mij niet overmeestert!" Hij keerde zich oan en verliet in deftige houdiing de kamer. Marie ademde vrijer. Maar wat heeft dit alles te beduiden? Jeanne wierp zich aan haar borst, om vatte en kuste haar. „Hij heeft je al lang Opgegeven", juichte zij. ,,Nadat je gevlucht was, heeft hij een klacht ingediend om te geraken tot herstel van de huwelijksgemeen- schap. Ik wist vooraf wel, dat je aan geen van de drie oproepingen gehoor gaf en niet terugkeerde. En toen heeft hij echt- scheiding aangevraagd wegens kwaadwillig verlaten. De echtscheiding is uitgesproken en ieder oogenblik kan het rechterlijk von- nis hier Ihuis gebracht worden." Marie sprong met een luiden kreel op. „Is liet mogelijk? O Jeanne o Jeamie! Gij lieve, goede Jeanne, gij hebt mij gehol- pen. En zoo ben ik dus. werkelijk wij' Zij lag aan de borst van haar vriendin, om- helsde en kuste haar. Zoodra Jeanne zich uit haar omhelzing bevrijd had, zeide zij verder: „Nu de schei- diing is uitgesproken, zal Anatole dadelijk onze onderlrouw in orde brengen. Zie. lieve Marie, je hebt mij een veel grooteren dienst bewezen, dan ik jou bewees. Hij, hij was hnmers altijd het doel van mijn wenschen, en nadat gij gelukkig weg waart, kon ik hem voor mij zien te winnen." ,,Duizendmaal geluk gewenscht. lieve Jeanne!" „Ja, ja, hij bemint mij, maar het zou toch beter zijn, als je hem zoo min mogelijk onder de oogen komt." „Juist mijn wensch, ik zal hem zooveel ontwijken, als ik kan." „Ach, een mannenhart is zoo wankel, en ik kan zonder mijn Anatole niet leven." Zij wierp Marie nog een kushand toe en trip pel de vlug de deur uit. Marie gevoelde zich, alsof zij van haar ketens bevrijd was. Zij hief de handen om- hoog naar het zonnige stukje lentehemel, dat hier tusschen de hooge gevels en daken, op haar neetrzag, als een Godsoog en fluis terde: „0, wat ben ik blij en gelukkig! Nu kan alles nog goed terecht komen!" (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1