ALGEMEEN N1EUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN,
No. 6309.
Zaterdag 4 December 1915
55e Jaargang.
D© Oorlog.
ABONNEMENT:
ADVERTENT!EN:
Teleloon 33.
Bit Blad verschijnt Maandag-, Woensdag- en VrUdagayond, nitgezom^rfl op Feestdagen, hij de Firma P. J. YAM DE 8ANDE te TerSenzen.
DEO IE IR £TI 5 BLAD.
BINNENLAND.
Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij cSirect© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 Ulir op den dag der uitgave.
TER NEUZEN, 3 Dec. 1915.
Zielcmis voor wipen gezanl Regout.
Een telegram uit Rome, dd. Zaterdag,
meldt .aan de „Maasl>odc"
Hedenmorgen liad in de kerk van San
Gioacchino een plechtige zielemis plaats, die
de Neder 1 anidsche kolonie te Rome Liet op-
dragen voor den overleden Nederlandseheii
gezant bij den H. Stoel, Mr. Regout, bij
gelegenlieid van den dertigsten dag van zijn
ai'ster ven
Bij de plechtigheid waren o. m. tegen-
woordig kardi naal Van Rossum, mgr. Ra
mi zxi, major glomus van den Pans; mgr.
Maggetti, de Nederlandsehe gezant bij bet
Quirinaal, de Belgisehe gezant bij den H.
Stoel, en de Nederlandsehe zaakgelastigde
bij het Vatikaan, mgr. Waes,
Het zangkoor voerde onder leiding van
maestro Molinari, een mis van Perosi uit.
Ook vele N eder landers waren bij de plech
tigheid legenwoordig.
KLOOSTERZANDE.
In de bestuursvergadering der Harmonic
St. Cecilia te Hontenis.se, werd benoemd
tot kapelmeester, de heer P. C. van Delft,
muziekonderwijzer te Hulst.
KOEWACHT.
Dinsdag werd liier eene openbare verga-
dering van den gemeenleraad gehouden,
waarop alle leden tegenwoordig waren. Op
verzoek van den voorzitter gaf do secretaris
lezing van de volgende ingekomen stukken:
1. Brief van den Comissaris der Konin-
gin, met verzoek eene nieuwe voordracht op
te maken ter benoeming van een zetter bij
'sRijks belastingen, wegens over lijden van
den heer G. Poppe.
Deze voordracht wordt opgemaakt.
2. Adres van E. de Ceulenaere e.a. te
Philippine aan de Provinciale Stalen van
Zeeland, tot verkrijging van een betere ver-
binding tusschen Ooslelijik en Westelijk
Zeouwsch-Vlaanderen, met verzoek daaraan
adhaesde te verleenein.
Besloten wordt de gevraagde adhaesie te
verleenen.
3. Adres van den gemeen te-veldwach ter,
om verhooging van zijne jaarwedde.
4. Adres van den telefoonhouder en den
telegrambesleller, om verhooging humier
jaarwedde, wegens steeds toenemende werk-
zaamheden.
Beidie adressen worden aangehouden tot
de volgende vergadering.
Door Burg, en YVeth. wordt aan den Raad
overgelegd de door den gemeente-ontvanger
opgemaakte rekening over 1914, met de noo-
dige bescheiden.
Besloten wordt deze rekening te stellen in
handen eener oommissie tot nader onder-
zoek.
Als leden dezer oommissie worden be
noemd de heeren E. de Vleeschouwer en
Aug. de Blieck.
Door Burg, en Weillwordt aangeboden
de begrooting van inkomsten en uitgaven
over het dienstjaar 1916. Deze begrooling
zal in de eerst volgende vergadering behan-
dekl worden.
De voorzitter deelt mede, dat de tegen-
woordige Iantaamopsteker, Th. Versijpt, we
gens ongestelidheid, met Langer die functie
wenscht waar te nemen.
Besloten wordt, hem eervol ontslag te
verleenen en over te gaan tot het benoemen
van een nieuwen Iantaamopsteker. Voor-
Qedragen wordt P. Kant alhier, die reeds
eenigen tijd de werkzaamheden verricht. Met
algemeene stemmen wordt genoemde Kant
als zoodanig benoemd.
De heer C. van Doosselaer vraagt, wat
met de otnbeining van het schoolpledn aan
den Ouden Molen zal gebeuren.
Na eenige bespreking wordt besloten eene
commissde te benoemen, die zal onderzoeken
op welke wijze daarin afdoende verbetering
is aan te brengen. Als leden dezer com-
missie worden benoemd de heeren E. L.
Plasschaert, Th. Persijn en C. van Doos
selaer.
De voorzitter geeft de wenschelijkheid te
kennen, om een gedeelte van den weg naar
Zuiddorpe, de zoogenaamde Noordelijke
benm, te verliarden, daar het vaak onmoge-
lijik is te voet of per rijwiel over dien weg
te komen.
Wordt aangehouden tot de volgende ver
gadering.
Wijl mem and der leden nog iets voor te
stellen heeft, wordt de vergadering door den
voorzitter gesloten.
IJZENDIJKE.
Nader verneemt de „M. Crt." uit zeer ver
tro.uwbare bron, dat bet bericht, dat Dr. Van
Delden zich met 1 Januari as. in Den Haag
zou vestigen, geheel uil de lucht gegrepen
is. Genoemde geneesheer zal te IJzendijke
gevestigd blijven.
OP DEN LTTK14K.
Men schrijtt van Vlaamsche zijde ami de
Tel.":
't Sneeuwt... Maar Noord-Vlaanderen
krijgt geen blanken mantelNauwelijks
raken de witte wolkjes den grond of ze
schijnen verdwenen, zijn opgelost in '1 zwarte
slijk.
't Wintert, roept me een vrouw van den
overkant der draadversperring toe. En liet
wintert vroeg, te vroegDat we 't sto-
velje konden s,token, gelijk andere jaren,
den pot rood 'L zou mogen winteren zoo-
vele 't wiltMaar bij elke brokke kolen
peinzen we aan 't spaarpotje, dat ijdel (leeg)
wordt en vragen we: „Hoe lange nog?"
Angstig kijkt ze rond Ze mag niet pra-
ten met menschen „van over den draad".
Voor dat mdsdrijf werden reeds velen zwaar
beboet... Op andere tijden laten de grens-
wachters 't wel toeGe weet nooit hoe
ver ge met die Duitschers staat.
't Sneeuwt meer en meer.
Een lielder kinders.temmetje weerklinkt:
„Jesuke slaat zijn beddeke uit.
En laat de pluimkens vliegen".
Een meisje huppell vroolijk in de sneeuw-
vlokken rond.
„De kinderen zijn 1 gelukkigs.1, herneeml
de vrouw Haar, men meiske is blijde,
omdat 't sneeuwt". En gisteren vroegen de
jongens, of 't waar is, dat ze rap gaan mogen
schaverdijnen (schaatsenrijden). Ze zoun '1
willenEn och ja, wat weten ze van
den harden tijd? Een inoeder spaart voor
hen T brood uit den imond en 's avonds dekt
ze ze met lieur rokken en met alles wat ze
maar vindt, opdat ze warrne zoun liggen.
De vrouw verwijdert zich. Ginds nadert
een pati-ouiUeerende schildwacht. Deze is
in een dikken mantel gelmld. De kraag
slaat recht op. De handen zijn in de diepe
zakken weggedoken. Tusschen de lippen
hangt een lange Duitsche pijp.
„Frisch!" roept hij mij toe. 'L Woord
schijnt hem te zwak. „Haltl", laat hij cr
op volgen.
Even kijkt hij wanlrouwend naar de wo-
ning, waarbiimen de vrouw verdwenen is,
en vervolgt dan zijn weg.
Hij waaktDe Belgen moeten gedwee
de verorden ingen gelioorzamen. Ze zijn als
iknderen, die van de gelegenlieid gebruik
maken om iets ongeoorloofds le doen.
'k Denk aan die geliefkoosde uitdrukking
van Von Bissing.
En geloof het vrij, de Duitschers behande-
len de Belgen menigmaal als kinderen. Dal
blijkt om. uit hun straffen. Een voorbeeld:
Te Ronsse, een stadje ten Zuiden van
Oudenaarde,. wilden de arbeitlcrs geen zakjes
maken, de bekende zakjes voor de loopgra-
ven. En nu moest Ronsse gestraft worden
En alleen een Duitscher kan zoo'u straf be-
denken, als. Bonsse kreeg. De bakkers mocli-
ten hun karren voor "t broodvervoer niet
gebruiken, maar moeslen de manden zelf
sleuren. Brouwers, die bier wegbrachten,
waren verplieht de tionnen te rollen. De boe-
ren mochten alleen met 't eenvoudigst voer-
luig, den kruiwagen, hun waren verplaalsen.
Zoo wilde men de bevolking 't leven lasLig
maken. Ronsse bood natuurlijk een cigen-
aardig schouwspel, maar de burgers namen
alles van den vroolijken kant op en liadden
in al dat kluehtig sjouwen en sleuren, dragen
en torsen, rollen en steepen, stooten en d.u
wen 't miees.te pleizier. De echte guile
Vlaamsche lach weerklonk. En ge kunt er
van o-v-ertuigd zijin, dat later al die gebeur-
tenissen vereeuwigd worden in blijspel cn
spotlied, in vroolijke hislorie en „spotter-
nije", len koste der Duitschers, die oimio-
gelijk begrijpen kunnen, dat de Belgen zich
niet gewillig onder hun juk kroanmen.
,,'t Is toch zoo- goed onder Duitsch be-
stuur, onder Duitsche organisatie", zei een
h-oog off icier, die tot een Belg zijn verba-
zing over dien tegenzin en positieven tegen-
stand uitdrukte.
Weer een bewijs, dat de Duitschers vader-
landsliefde als een speciaal eigen deugd be
schouwen, die een ander votk niet bez.it of
niet bezitten mag.
Kinderen 't Volgende gebeurde, ook te
Ronsse, dat op de taalgrens ligt, zoodat er
Vlamingen en Walen wonen. Maar de Duit
schers liebben de stad tot Vlaamsch gebied
verkla.ard. en dus moeten bij de „controle"
de weer bare mannen jop't appel „tegenwoor
dig" en niet „present" roepen. Dit beviel
een Waal niet en hij sprak het „tegenwoor-
dig" bijna onhoorbaar uit. Dat zouwen de
Duitschers hem eens anders leeren. De on-
willige moest op twintig passen afstand der
gelederen gaan staan en het „tegenwioordig"
eenige malen uitbulderen. Zoo handelt een
pedanle schoolmeester ook.
Als ik zulke staaltjes verneem, roep ik te
Under: „Duitschers, handen van onze taal
beweging, onze taalgeschillen at." Van u,
die in Belgie bloedbaden aangericht en ste
den en dorpen verwoest hebt, die rouw
bracht in dnizenden gezinnen en nog altijd
Belgie uitzuigt, van u, den overheerschcr,
willen we geen enlcel taalvoordeel. En zijn
er Vlamingen en Walen, die daartoe wel uw
liulp inroepen, welnu, de natie zal hen ver-
oordeelen en verloochenen. Wij blijven onze
regeering getrouw. Ja, de regeering, die ons,
Vlamingen, dikwijls stiefmoederlijk behan-
delde. En zijn er in Frankrijk Belgen, die
tegen onze beweging stoken, en belaclielijke
personnages, welke meenen een toekomst te
kunnen voorbereiden zonder rekening te
houden met dnizenden en iduizenden bewuste
Vlaamsche soldaten, die van Yser en Ieperlee
lerugkeeren naar een door lijden gelouterd,
en tievreesd geworden Vlaamsch volk, ook
die zullen door de natie veroordeeld en ver-
loochend worden.
\'an waar ook krakeelende stemmen klin-
ken, wij blijven getrouw aan den godsvrede
en aan de regeering.
GRAAF DE UEMPTINNE.
Graaf Jozef de Hemptinne, te Genl, die,
zooals men weet, ter dood veroordeeld was,
is, volgens de „N. R. Crt.", thans op vrije
voeten gesield, nadat zijn familieleden een
waarborgsom van niet minder dan een mil-
lioen francs bijeengehracht hadden.
IS VAN RUSLAND
HELP TE YERWACHTEN?
De „Kreuzzlg." behandelt de builengewone
strategische mooilijkhedien, die een offen-
sief van de Russen tegen Bulgarije mee-
brengt. De Russische Iroepemnacht, die in
Bessarabie is gcconccntreerd, moel volgens
dit blad, op zijn hoogst op 100.000 man wor
den geschat. Er siaan drie wegen voor Rus-
land open. Ten eerste over den benedeii-
Donau. Ilier is de aanval het gemakkelijkst,
daar de hoofdmachl der Russen in de on-
niideUijike nabijheid gecoucentreerd is. na-
melijk te Beni en te Ismail. Deze troepen
moeten in dat geval op transportschepen,
ondei- bescherming van oorlogsschepen, naar
Roestsjoek worden gebracht. Doch dit is
in strijd met de Donauconventie, die op
dil gedeelte van de rivier slechts het varen
van koopvaardijschepen toestaat. Een twee-
de mogelijikheid zou voor de Russen he-
staan om dwars door Roemenie te marchee-
ren, maar dit zou natuurlijk een grove
schending van de neutraliteit van dit land
zijn. Van anderen aard zijn de moeilijkhe-
den, die zich bij de derde mogelijkheidj
voordoen, namelijk om in Boergas en Warn a
de Buligaarsche kuststrook te forceeren.
De Russische vloot, zegt de „Kreuzztg.",
is daartoe niet sterk genoeg, want zij be-
scliikt slechts over dertig torpedojagers.
maar niet over groole, snAUere eenheden
in de Zwarte Zee, en een ander beletsel
zijn de zware stormen, die in dezen tijd van
het jaar in dit gedeelte van den Ponlus
Luxinus woeden. Met duikbooten kan bo-
vendien de geheele expeditie betrekkelijk
gemakkelijk vernietdgd worden. Er bestaat
natuurlijk mogelijklieid van een gelijktijdi-
gen aanval, zoowel op Roestsjoek als op
de Bulgaarsche kust, daar ook in Odessa
belangrijke troepenmassa's zijn geconcen-
treerd. Van Bnlgaarsch-Turksche zijde is
men echter op alles voorbereid.
GENERA AL WINTER".
De correspondent van de „Daily Chroni
cle" bij het Engelsche hoofdkwarlier zegt,
dat een nieuwe vijand, „generaal Winter",
weer aan den strijd is gaan deelnemen. Het
eenige goede aan dien vijand is, dat hij bei-
de partijen even hevig aanvalt.
Op sommige deelen van liet front is liet
ergei- dan op andere, maar er zijn plaatsen
waar het terrein door de sneeuw en regens
in een moeras is verauderd en de loopgi-a-
ven zoo vol ijskoud water zijn, dat de man
nen er tot aan de knieen in staan. Tegen
het aanbreken van den dag bevriest liet
soms om de beenen van de soldaten been.
„Hoe diep is het bij jullie?" vroeg on-
lapgs een Duitsch soldaat van achler een
troep zandzakken, die de Engelsche stelling
van de Duitsche sdieddden.
„Tot aan de knieen", zed een Engelsch
korporaal, die zijn hommen prolieerde droog
Le houden in een st.uk zeildoek.
„Zoo", was het antwoord, „dan ben jul
lie geluk,svogelswij staan er tot het mid.
del toe in."
Op enkele plaatsen is het zoo erg, dat de
borstweringen gedurende de laatste stor
men ingest,ort en in de loopgraven terecht
gelconien zijn, waar zich een onbeschrijflijke
chaos van modider en klei vormde. De aardr
werken, die door den regen en de vorst
hunne vastheid hadden verloren, waren nl.
door het gewicht der zandzakken ingestort
H.ier en daar vragen de Duitschers om een
lijdelijken wapenstilstand. Het is zelfs voor-
gekomen, dat enkele Duitsche soldaten uit
hunne loopgraven klommen en op de borst
weringen gin gen zitten, 0111 liunne voeten te
drogen, ter wijl zij aldoor riepen: ,,Nietschie-
ten, niet schieten!"
Een groot aantal soldaten zijn van water-
laarzen, die tot de knieen reiken, voor-
zien, maar dat is niet voldoende, omdat
het water er over den bovenwand heen nog
in loopt. Er komen dan ook, evenals ver-
leden jaar, weer vele gevalien van bevroren
voeten, zgn. loopgraafvoeten, voor. Als de j
mannen dan tijdig naar het hospitaal kun
nen gaan, genezen zij gemakkelijk, maai-
blijven zij te lang in de loopgraven, dan is
het veel moeilijker, de voeten weer te doen
lierieven. In het begin veroorzaken bevro
ren voeten bij het genezen een gevoel, alsof
zij met gloeiende poken bewerkt worden.
Maar ondanks ailes blijven de soldaten
vol moed.
Onlangs, werd sen man, die in het water
stolid, door een projectiel in de heup ge-
wond. De geneesheer, die gewaarschuwd
was, kwam, tot aan den hals door de mo ri
der wadend, zijn instrumenten boven zijn
hoofd houdend, in de loopgraaf om de eer
ste hulp te verleenen. D e opera lie, die noo-
dig bleek, werd in het water uitgevoerd,
waarna de lijder naar het veldhospitaal
werd gevoerd. Dienzelfden avond nog maak-
te hij grapjes met een geestelijke, die hem
kwam opzoeken en schreef hij een opge-
wekten brief aan zijn vrouw, waarin hij
haar nuededeelde, dat hij lieel wel was,
maar een klein ongelukje had gehad. Zelfs
in het hospitaal, waar dagelijks zooveel
heldenmoed betoond wordt, stonden de om-
standers verbaasd.
„Door dezen geest van dapperheid wordt
de strategic van „generaal Winter" krach-
teloos gemaakt, ofschoon het waarachtig
geen pretje is om zulke dagen en nachten
in de loopgraven of zelfs in de kwartieren
achler het front, waar de regen doordever-
nielde daken binneustno,om|t pn jde wind dJoor
de schoorsteenen of kogelgaten heen giert,
door te brengen.
„De koude van deze Vlaamsche nachten
zou ieinand kunnen doen huilen van pijn,
als hij niet door het inwendige vuur van
trots verwarnul twend. De wind hoiidl er een
snijdenden humor op na en dringt even ge
makkelijk door het wollen vest, dat tante
Marie heeft gebreid, en de twee vesten, die
je nog uit je burgeruitrusting hebt meege-
nomen, en het khaki-hemd zonder knoopen
en een imiformjas,, en een winterjas en een
waterproofjas, en ..de muffler", die zusje
Susie heeft gebreid" heen als een bajonet
door het lichaam van den armen stakker,
die ermee in aanraking komt.
Gelukkig zijn de „stinkjassen" aange-
komen, die harige oude vrienden, die na
een natten niacht in de loopgraven een
luc.htje verspreiden, dat door een gashou-
der heen zou dringen. Langs de wegen zien
onze soldaten in hunne jassen uit schapen-
vachten uit als vroolijke herders, die hun
kudde zijn kwijt geraakt en een geweer in
plaats van een staf hebben."
DUITSCHE VERLIEZEN.
Frederic William Wile, de vroegere cor
respondent van de „Daily Mail" te Berlijn,
schrijtt in zijn blad over de Duitsche ver-
liezen in dezen oorlog. Hij zegt, dat hij voor
zich heeft liggen de 10.300ste pagina van
de Duitsche verlieslijsten. Elke bladzijde
zegL hij, bevat 360 namen, zoodat het totaal
aan dooden, vermisten, gewonden en ge-
vangenen dus minstens 3.700.000 man moet
bedragen.
De lijslen nummer 763 tot 800 loopen over
de 22 eerste dagen van November; 195.480
namen staan er op, dat wordt 8885 per
dag.
De Duitschers geven geen namen van offi-
cieren op hun lijst en zijn uit den aard der
zaak, volgens Wile, natuurlijk onvolledug.
Hij vindt dus, dat hij gerust het verliezen-
aantal per dag op 10.000 mag stellen.
Als hij alle nummers op zijn lessenaar
had lalen liggen, had hij verscheidene sta-
pels geki-egen tot aan den zolder toe; drie
fijn bedrukte kolommen staan op elke blad
zijde, die zoo groot is als een blad van een
krant. Nooit kan er zoo'n doodenrol zijn
voorgefcomen.
Deze getallen moeten schrik en angst ver
spreiden in Duitsehland, z'n leger elken
dag aan te vullen om het op sterkte te
houden met 10.000 man is een krachtproef,
die zelfs aan landen met verscheidene malen
de 70miUioen inwonersi van Duitsehland te
zwaar zou warden.
Er blijkt uit, dat generaal Joffre goed
voorspelde, toen hij zeide, dat hij het Duit
sche leger zou afknagen. Weliswaar zal hel
onmogelijk zijn den Duilschcr vooreerst uit
de door hem bezette gebieden te werpen,
doch dat gestadig aan zijn kracht om zich
daarin staande te houden of vooruit te
dringen, vennindert, is vanzelf sprekend.
Niettegenstaande de schijn zoo is, zegt
Wile verder, moet men zich niet verbeel-
den, dat de Duitschers nu volledig zijn in-
gelicht over de „koisten" van het groote
avontuur. De kranten mogen de lijsten niet
publiceeren, haar wordt slechts toegestaan,
wat namen te noemen van hen, die afkom-
stig zijn uit de plaats, waar die bladen ver
schijnen, terwijl ze geen enkele toespeling
mogen maken op het totaal der verliezen.
De verspreiding der lijsten wordt boven
dien nog belemmerd door het feit, dat ze
15 pfennig kosten, driemaal zooveel als de
Duitscher voor zijn lijfblad uitgeeft. Ook
maken ze niet meer de plaatsen bekend,
waar de verliezen plaats hadejen. Men is
dus niet zeker, of een beminde zoon of echt-
genoot of vader in Belgie's grond ligl, aan
de barre Russische grens aan den schoot
der aarde werd toevertrouwd of op den
Balkan een laatste rustplaats vond.
Heele compagnieen, zegt Wile, figureeren
in de sombere lijsten. De Pruisen leden
de zwaarste verliezen, en geen lijst is er,
of soldaten van de garde komen er op voor.
In 't oog vail end is ook't groote aantal ge-
doode en gewonde onderofficieren, door mi-
litaire sclirijvers de ruggegraat van het
Duitsche leger genoemd.
Al wat wij hebben te doen, eindigl het
artikel in de „D,aily Mail", is zorgen voor
mannen, muni Lie en money. Met deze drie
m's zal bet gelukken de 10 tot 20 en 30
duizend projectielen per dag te maken en
de neerlaag der Duitschers te bespoedigen,
die vast en zeker eenmaal komen moet.
SERVISCHE VLUCHTELINGEN.
Een telegram uit New-York meldt, dat
de „United. Press" nadere bijzonderheden
publiceert, gezonden door den correspondent
Shepherd en gedagteekend uit Saloniki 27
November. De heer Shepherd beschrijft het
lijden der Serviers op hun vlucht door Al-
banie voor de oprukkende indringers,
De geheele wereld zal sidderen, zegt hij,
als aan het licht komt, wat daar thans aan
de grenzen van Alhanie plaats heeft. De
gruwelen van de vlucht van het ongeluk-
kige Servische volk nemen toe met elke
nieuwe groep, die uit de verwoeste Land-
streken aankomt. Men vertelt, dat langs
den heelen weg van Prizrend naar M on astir
de lijken liggen van menschen en de cada
vers van paarden en muilezels, omgekomen
van gebrek, terwijl duizenden grijsaards,
vrouwen en k.i nderen uitgeput neerliggen,
zonder voedsel, in afwachting van heteinde.
De troepen Serviers en Albaniers en de
Oostenrijksche gevangenen, van wie ei" een
50.000 zijn, en die door dit troostelooza
land trokken, hiebben op enkele plaatsen
het vleesch der doode dieren weggesneden
om hun honger te stillen. Des nachts kam-
peeren de slechtgekleede vrouwen en kin
deren ter zijde van den weg, neergehurkt
bij de magere vuurtjes van de bergstruiken
gestookt, in diepe ellende wachtend tot den
morgen om den droeven tocht te vervolgen
naar de plaats waar ze redding meenen te
vinden naar IVtonasMr. Maar misschien
is Monastir, als dit telegram wordt gedrukt,
ook al in handen van den vijand. Dan zul
len ze zijn overgeleverd aan de genade van
de onherbergzame bergen, waar in de laat
ste dagen een vreeselijke sneeuwstorm woedt
of van die der Bulgaren.
De correspondent maakt melding van een
tocht van eenige Engelsehen, dokter Findlay
met zijn vrouw, in gezelschap van acht
andere Engelsche doktoren en 16 verpleeg-
sters, die lhans veiLig te Saloniki zijn aan-
gekomen. Zeven dagen lang Irokken zij te
voet door de Albaneesche bergen langs
paden bedekt met sneeuw en slik. Het ge
zelschap had reeds gebrek aan levensmidde-
len toen het op pad ging en moest van een
weinig brood leven. Vijflien van de 20 pak-
ezels stierven onderweg van honger.
De Britten en Griekenland doen hun
uiterste best om de vluchtelingen te helpen
en twintig auto's met meel beladen trach-
ten thans door den sneeuwstorm heen Dibra
te bereiken. Van daar uit zullen, indien
men de dieren althahs kan krijgen, de voor-
raden met muilezels verder worden ge
bracht. De verspreide overblijfselen van het
Servische leger, zegt de correspondent ver
der, trachten thans op Elbasan terug te
trekken. Omtrent de gezinnen van de Brit-
sche, Russische en Fransche gezanten in
Servie is niets met zekerheid bekend. Men
vermoedt, dat ze zich onder den stroom van
vluchtelingen bevinden, die naar Monastir
trekken.
HOE HET ER IN GORZ UITZIET.
Een oorlogscorrespondent van de Ratio
nal Zeitung" heeft Gorz bezochl. Het pu-
bliek, zoo vertelt hij, is er volkomen onver-
scliillig voor de beschieting. De straten we-
melen van mannen, vrouwen en kinderen,
en ieder gaal gelaten zijns weegs, of slaat
op straat aLsof niet de loopgraven een kilo
meter verder lagen en alsof er geen grana-
ten en verdwaalde kogels bestonden. Tocli
gaat hier geen dag voorbij, dat er geen doo
den vallen. Geen wagen rijdt echter sneller,
geen menscb versnelt den pas. Aan den in-
gang van Gorz ligt onder hooge cypressen
een berkhof, dat, zooals alle kerkhoven in
de buurt, vol ligt (met graven van soldaten.
Niemand heeft haast. De lieden nemen
niet eens den kortsLen weg. Ze slenteren op
hun gewone manier rond, blijven staan kij-
ken of praten. De groote spiegelruit van liet
koffiehuis, waarin die kellners in rok heen
en weer trippelen, heeft reeds drie ronde
pleisters van me taal. Hier is kort geleden
een bezoeker doodgeschoten. Nu zit er aan
hetzelfde venster en aan dezelfde tafel een
andere bezoeker en leest rustig zijn krant.
Met verbazing gaat men door de witte
stad met haar stijgende straten en haar
witte pleinen, waarop waterputten en zui-