Algemeen Nieuws- en Advertentiebad voor Zeeuwsch-Vlaander en No. 6306. Zaterdag 27 November 1915. 55e Jaar gang. De Oorlog. De krijgstedrijven. T"W":gl BUD"B2 3XjAJP- BINNENtAND FEiriLLETON. a. een<s party VIeescto, b. eene partij VarkensvSeesch, 46) SEl/iESSt'HE COHRAST, De Burgemeester van TELA NELJZEN, zal by inschrijving onderhands bij yedeelten, of in masau Terkoopeu d> contnnt afkomsiig van 6* Koeien, 7 Twee- jarige Hand even, 7 Pin ken en I Half. afkomstig van 1 vet Varlien en I hoopers en e. de huidsn wan bowengemeid Rundvee. lnscbrijvingsbiljetten voor elke parti) af- londerlijk en per K.G. in te ieveren ter secretaire uiterlyk Maandag den 29 Novem ber 1915, voor dea natuiddags 1 ure. De inschrij vingssommen worden verhoogd met de aceijnskosten -f- 3 °/0 voor onkosten. Het vleesch is te bezichtigen op Maandag 29 November 1915, dea voormiddags van 10 tot 111/, ure op de boeve van M. dk Regt in den Vogelschorpolder te Ter Neuzen, op vertoon van eene schriftelijke vergunning van den Burgemeester. Ter Neuzen, 26 November 1915. De Burgemeester voornoemd, J. HDIZINGA. N.B. Het vleescb moet voor 4 ure n.m. van den 29 November van de hoeve zijn weggebaald. Eerste Kamer-verkiezing. De Proviueiule Staten van Noord-Brabant bebben tot lid van de Eerste Kamer, in de vacature Regout, gekozen den heer R J. A. Diepen, lid van de Provinciate Staten te Tilburg, met 44 van de 52 uitgebracbte stemmen. De heer Diepen hedt de be- noeming aangenomen. TWEEDE KAMER. De Tweede Kamer is aanstaande Maan dag 29 November byeengeroepen, 'a middags te half twee, ter bebandeling der Indische begrooting. Het correapondentiebureau verneemt, dat alsdan in de plaats van den Min.ster van Kolonien, die op medisch advies eenigen tyd rust moet houden, de Minister van Marine de verdediging der Indische be grooting op zicb zal nemen. DE ALGEMEENE TOESTAND. Wat nu in Servie gebeurt, roept de herin- nering op aan Lang vervlogeai tijden, schrijft het „Alg. Hbl.", toen eveneens orn het be- staan van Servie werd geslreden. De strijd woedt thans op bet Amselveld, Kossowo Poije, liet gebied waarin de rivie- ren de Drin, de Wardar en de Morawa ont- spcingen, een uitgestrekte, vruchtbare maar weinig bebouwde vlakte, door ontoeganke- lijke bergen, den Sar Planina, den Cicavica Planina, de ALbandSiCbe Alpen en in het Noord-Oosten den Kopaonik Planina om- geven. Als belangrijkste toegang tot deze vlakte geldt de Ivatsjanik-pas, die in han- den dei- Bulgarai is, en de rivierdalen van de Lab en de Sitnica, die door de Duitsche en Oostenrijksdie legers zijn bezet. Van de groote plaatsen, die in deze vlakte gelegen zijn, liggen Djakova en Ipek in Montenegro, is Prislina door de Duitsche troepen bezet en is slechts Prizren nog in Servische handen. De toegangen uit het Zuiden, bij Tetovo en Katsjanik, zijn door de Bulgaren afgesloten, die naar het Oosten en Noorden door de (Duit&chers en Oostenrij- kers, zondat nog slechts de wegen lot Mon tenegro, over Djakova en die naar Albanie over Prizren open s.taan voor de Servische legers, weike reeds over de Sitnica werden teruggeslagen. Op de hoogvlakte van Kossowo werd twee- miaal een groote slag geleverd door de Ser- viers. De eerste bad plaats op 15 Juni 1839, tusschen de Serviers onder bun Keizer Lazar, legen de Turken onder Moerad 1. Hevig was. deze slag en met heklemnoed streden de Serviers tegen hunne vijanden. De beide vorsten, die persoonlijk bunue legers aun- voerdcn, Moerad I cn Lazar, vielen in den strijd. En deze slag bcsliste toen over het lot van Servie; bet werd een 1 urksch win- gewest; met de vrij.heid van het eemnaal groote keizerrijk was. bet toen gedaan. I)c tweede slag op bet Amselveld had plaats in October 1148. Toen streden Tur ken en Serviers tezamen tegen de Hongaar- setie legers, die den voortrukkenden Turk- schen stroom poogden tegen te houden. Maar de Hongaarsche vorst, Janos Hunya- di, de voogd Gubemator; van den minder- jarigen en na den dood van zijn vader, Al- brecht van Oostenrijk, geboren lvoning La- dislaus V Poslhumus, verloor den slag op het Amselveld tegen den Tilrkschen Sultan Moerad II en werd door den Servisehen vorst Georgios Brankowitsj gevangen geno men. Janos Hunyadi nam later een scbitteren- de wraak toen bij, in 1456, aan hel hoofd van een kruistocht tegen de Turken met Kapistran, Belgrade, dal door de. 1 urken belegerd was, ontzette en den Turken ge- voelige verliezen toebracbt. Deze histcxrische plaats, waar reeds meer- malen over bet lot van land en volk \an Servie werd bestist, is nu weder het tooneet van den strijd. Van een zeer ongelijken strijd, nu het heldhaftige Servische leger, dat reeds zooveel te verduren had, wordt aangevallen door een Duitseh-Oostenrijksch- Bulgaarsche overmacht, zonder dat voldoen- de en tijdige. hulp werd verleend. Reeds is de Servische regeering, volgens het Iaatste bericht uit Louden, naar Skoe- tari, in Albanie, gegaan. Heel wat plaatsen werden in de Iaatste dagen genoemd, waar- been de Servische regeering zon zijn ge- vlucht. Waarschijnlijikheid bestaat er zeker meer voor de Londenscbe mededeeling, wijl de weg naar Montenegro nog voor de Ser viers open stoat, terwijl het liiet waarschijn- lijk is, dat uit Prizren Monastir, in het Zui den van Macedonia kau worden bereikt, wijl de toegangen tot het Zuiden zijn alge- sloten door de bezetting van dc begaanbare wegen over Tetovo, Katsjanik. I eskjueb en de Baboena-passen. Daardoor is ook voor bet Servische leger de gelegenheid oan naar het Zuiden uit te wij'ken, gering, en de kans, dal bet van daar hulp ontvangl van Fransclie oi' Engclsche troepen, niet groot. Het Servische legertje, dat niet sterk meer kan zijn, al kan niemand zeggen lioeveel man liet nog tell en al zijn de opgaven daarover van vijandelijke z.ijde weinig ver- trouwbaar, is zeker niet in staat zicb in de vlakte van Kossovo langen tijd te verzetten tegen de van alle zijden aanrnkkende vij anden. „Dat geloof ik ook. Loite dacht, dat jij er wel nijdig om zou wezen. Maar dat is niet waar, je gunt liem mij wel?"' „0 zeker, lieve, kteine Lieze." Tante Rika voelde z.icli teleurgesteld, zij wenschte Lieze zeker alle goeds, maar zij vond toch, dat Fedor beter bij Marie had gepast en nu bemerkte zij ook, dat Dora's kind haar lieveling was. Toen' zij haar gedachteu aan haar vader openbaande, viel haar op, hoe blij hij er uit zag, terwijl hij zeide: „Laat Fedor nu met rust, Liesbet is heel moot, zij is een goede vrouw voor een dominee." Grootvader gevoelde zich door de verlo- ving in de faimilie zeer verlicht, nu kon tenminste toch nog alles afloopen, zooals liij wenschte, want tengevolge van de preek over de plichten van de ouders had hij ernstig nagedacht. Dora had slechts een kleine afkooptsoni gekregen. Als bij haar dochter de kleinere hofstede liet erven Rika zou wel tevreden zijn, als zij bij haar lieve dochter koin blijven en Marie huw- Op de overige fronten is weinig veratide- ring in den toestand. De berichten van de generate staven zijn een torn ig en onveran- derlijk. De kleine gevechten, die hier en daar worden geleverd, konden geen wijzi- ging brengen in de poslties, die de legers tegenover elkander innemen. Klaarblijkelijk bepaJen de Duatschers zich in Rusland, zoo als zij het in Frankrijk doen, tot de verde diging van de ingenomen stellingen, 0111 al hun kracht te kunnen wijden aan den strijd in den Balkan. DE GESTOLEN ONDERZEEER. De „Daily Mail" geeft het volgende ty- pisch Engelsch verhaal omtrent de teleur- stellingen van een Engelsch marineofficier. „Hij kwam tegelijk met een windruk naar binnen. De regen stroomde van zijn waLer- proof-jas af. Zijn uniform bewees, dal hij tui ten ant ter zee was. Hij Hep naar het buffet, maakle zich daar nieesler van en begon met groote bekwaam- heid eein ingewikkelde „cocktail' te men- gen. Na zorgvuklig mengem goot hij den drank uit den mixer en nadat hij nog een schijfje citroen efrin had uitgepers.1, wat de laatsle plechlige behandeling bij het liereiden van een cocktail is, dronk hij namij eersi bij wijze van toast „Cheers and strafe a!i Germans'" had toegeroepen. Toen zuchtte de met Iiendrik, dan kwam al zijn goed in het bezit van oen jonge familie en hij zou dan hen vereenigd zien, die hem in de familie hel liefst waren. Dora's dochter zou niet met leege handen trouwen. Zij moest met Hendrik gelukkig worden. Of wilde hij weer een vronw leeren, door zijn oogen te zien te gevoelen zooals hij? Ach, kom, Hendrik was een mooie jonge man, wat zou zij tegen hem hebben kun nen? En de jongen had iiaar iief, dat kon men wel zien. Waarom greejj Hendrik nu niet toe? Hij moest er toch maar eens over beginnen. Hendrik deed zijn plicht, maar sprak bijna niet. Hij was niet knorrig en aanma- tigend zooals te voren na dien marktdag, neen liij was eerder verstrooid en onver- schillig. Er knaagde iets aan hem en woel- de in zijn ztel, iets dat hij niet kon begrij- pen. Zij zou getrouwd zijn zij, dat was toch onde.nkba.ar! Hij keek haar met heel andere, ijverzuchtig onderzoekende oogen aan. Maar zij had het hem zelf gezegd en bekrachtigd, dus moest hij liet wet geloo- ven en haar laten gaan. hoe zwaar het hem ook viel. Alle dagen peinsde hij daarover, hij streed tegen zijn moodlot, hij overwoog alle mo- gelijkheden, en daardoor werd zijn denken aan den arbeid verhinderd. Als hij nu nog eens met grootvader kon overleggen, maar hij en deed hij zijn regenjas uit en nadat hij zijn natten hoed had opgehangen, zag ik, dat bet luitenant Hardtack was. ja strafe all Germans", zet luitemmt Hardtack kwaadaardig. „Die liggen d-.iar fijntjes aan wal, drinken op „der Tag' en intusschen kau ik van iedere vler nachteu twee op de Noordzee op dc loer liggen. Het is beroerd „Wat scheell er dan aan?" vroeg ik, ter wijl liij zijn cocktail leeghaalde. „Dat zou je best begrijpen als je net als ik twee dagen en twee nachten bij dit weer uit spelevaren was geweest in een oude tobbe, die nog naar v-isc-h stinkt. Gisternacht heb ik bijna voortdurend tot aan ;niijn knieen in het water gestaan in een hok, dat deschip- per vroeger waarscbijn.ijk zijn liut heefl ge noemd. 't Is al lam genoeg om in een lion- denhok te leven, maar als dat nog vol water staat, is bet toch wel een beetje te erg! En die oude kist beeft geen ballast genoeg en gaat smerig te keer als ze begint te rollen. Vanmorgen, toen we de. haven ingiugen, dacht ik, dat ze ondersteboven zou gaan. ...\u, je bent toch niet de eenigc, die op bet oogenblik "n blikken schuit bestuurt merkte ik vriendelijk op. „Nee, dat zeker niet", zei hij. „maar ik moet 't ook doen, en dat vind ik lam ge noeg wat?" „Maar je hebt dan toch den troost, dat je jou deel doet", merkte ik op. „Dal is 't juisl, min deel, mijn kleine beetje!" riep iiij heflig uit. „Ze hebben me at tijd geleerd op dezen oorlog te wachten, iscdert ik in dienst giijg -en wat staat me nu nog te wachten? .la, weet je, ik ben te leurgesteld. Zoo stel ik me geen oorlog voor! ,.Hoe dan wel?" vroeg ik. „Een kruiser, die een goed eindje vlugger loopl dan zijn gereglstreerde snelheid, jon gen. en dan een t'linke. taaie kloppartij, die erm'ee afloopt, dat er iets zinkt. En kijk mm eens geen Duitscher op den Oceiian. „Maar er zijn toeli wel vcrschillende zee- gevecliten geweest?" merkte ik op. „Ja", snauwde hij, maar niel genoeg 0111. mee rond ite komeji. Drurr slentci ilv nou al in mijn ouwe yacht rond van het begin van den oorlog pf. Ik heb van het eene eind van bet Kanaal naar het andere beenge- scbarreld. Ik heb een aanvaring gehad. Ik ben op een haven pier getoopen. En wat heb ik mee naar huis gebracht? Een dozijntje rnijnen, anders niets." ..Mijnen opruimen is toch 11 erg nut tig werk." „Ja", bromde Hardtack. „Maar als je een half dozijntje hebt opgevischt, is t nleuwtje er af en wordt t een eentonig werkje. Zelfs een torpedo zou nog 11 afwis- seling geven. Daar is nou die ouwe marine eindelijk in oorlog met Duitschland en je krijgt niets anders te doen dan wat smerig patrouilleerings.wcrk. Ik zou net zoo graag [>oliticagent zijn in een onbewoond doa-p. Dat duurt nu al meer dan twaalf maanden en de eenige Duitscher dien ik te zien heb gekregen, heb ik van een Hollandseh sellip gehaald en dat was nog maar zoo'n kereltje." Hardtack dronk zijn cocktail uit en maakte ei- nog een, met 'n gezicht als een schei kundige, die een onbekende slof ontleedt. „Er zijn toch nog een paar onderzeeers over", pi-otesteerde ik. Gisteren werd er nog een ontdekt bij de haven van Belvoir en am dat bij zicb niet won overgeven, hebben ze hem in den grond geboord. I-.r zal voor jou ook nog wel eentje over zijn.'' .Dat is juist 't lamste", antwoordde Hardtack op bitteren toon. „Dien onder- zeeer van gisteren beeft Scrapper opgeknapt. Dat is niet fair." „Wat is niet fair?" vroeg ik nieuwsgierig. I)al Scrapper dien onderzeeer beeft ge- tik't", zei hij somber; „hij lieeft me de beste kans die ik van '1 begin van den oor log af heb gehad, afgenomen. Scrapper komt uit hetzelfde district als ik. Dp school kon ik 'm met een handje aan. Hij is op de Gunard-line gaan varen en veermau gewor- den op den Atlantisclien Oceaan en als dat lam me hotelletje le veel zwaaide, dan hielp hij de mooiste meisjes aan boord, als ze op het promenadedek wo-uen wandelen. Verle- den week hebben ze dien Gunard-baas naar mijn station ges.tuurd en daar bebben ze hem 'n ouwe tobbe gegeven, nog erger dan die van mij. Hij had nog den mocd me te vragen wat ik uitgevoerd had, toen hij bij 011s in (liet (hotel (kwam1 en toen ik't 'hem ver- teide, nam hij een loopje met me, omdat ik zoo weinig bad gedaan." Ik glimlachte, terwijl Hardtack met een melancholiek gezicht zijn cocktail leeg haalde. „Ik kan best 'n spotternijije van iemand velen, maar niet van een jongen dien ik op school al afgetuigd heb en dan nog wel van een Cunard-veerman. Ik zei hem dan ook, dat hij van geluk rnocht spreken als hij zijn schuit boven ;water ;kio,n Jiouden, 0111 nog niet eens te gaan sprefoen van (iets vangen. Ik ken 011s depot nu ruim twaalf maanden en wed- de om een sovereign met hem, dat liij lioog- stens nu en dan een mijn zou vinden en nog een sovereign, dat hij geen onderzeeer te zien zou krijgen. Dat 11am liij aan en toen wedde ik tien sovereigns tegen een met liem, dat hij er geen zou kunnen in den grond boren, al kreeg ihij ook een periscoop te zien. Als het depot zou verplaatst worden, zou de wed dense) lap niet doorgaan. Ik voelde me nog al zeker, want ik wist wet zoo ongeveer wat er in die buurt ge- bcuren kon, na er een jaar rondgezworven te hebben, zoodat ik iederen meter kende." „En heb je je geld verloren?" Hij zuchtte en trommetde met zijn ge- bruinde vingers op den rand van het buffet. .la, en nog wel aan een veerman", zei hij nijdig. En t ergste is, dat Scrapper hem al zijn eerste reis pakte. Ik was in een beetje Noordelijker richting gevaren dan hij en we wisten allemaal, dal er een onderzeeer in de buurl was. Je begrijpt, dat we onze oogen openhielden. En "t was dien nacht beestachtig weer! Ik dacht, dat het heele uurwerk uit die ouwe mnziekdoos van mij zou gerammeld worden. Toen t bijna dag was, hoorde ik tweemaal zijn kanon afgaan. „DruktemakerijdacliL ik en bleef unaar roiiddobberen, lot ik met 'tge- tij de haven kon inloopen. Ik was t verst weg geweest en kwam dus 't Iaatste bin nen en toen Hij zweeg eii werd langzaam purperkleurig van kwaadheid. „En toen" begon ik. „Verschrikkelijk", bromde hij. „Daar liep die kleine Sci'apper op de kade me op te wachten. Hij zag er zoo opgewekt uit als bet maar kail en had de brutaliteil me te zeg gen. dat hij twaalf pond van me kreeg. En, op mijn woord, 't was waar! Hij bad een !>etere vangsl gehad dan 'n mijn. Hij had een onderzeeer gezien en in den grond ge- IkjoixI en dat was m ij n onderzeeer. Dat is niel fair!" „Maar het was loch zijn plicht hem hi den grond te boren, niet? vroeg ik. „Natuurlijk", zei luitenant Hardtack, „maar ik was ei' toch ook. Ik was daar al twaalf maanden geweest. En als hij hem niet had geraakt, had ik de schuit toch gesnapU" „Maar hij beeft '111 wel geraakt", zei ik. „Natuurlijk", dat weet ik wel, zei Hard tack woedend en bromde een minuut tang met volte kracht. „Natuurlijk beeft die kleine zakkenroller '111 geraakt. Hij heeft geen eergevoei die gem eene dief. Hij heeft liem geraakt, dat is t juist! Hij heeft mijn onderzeeer gestolen een van dc paar die er nog over zijn." „Die Scrapper is blijkbaar geen gentle man", zei ik beleefd. Hardtack glimlachte niel eens. Hij was le ernstig gestemd. „Dat is hij zeker niet", antwoordde hij. „Maar als je hem nou hoort. dan zop je denken, dat Nelson, bij hem vergeleken, een kind was. Ik ben zat van de zee. Waarom kunnen we niel '11 fatsoenlijken oorlog heb ben? Steward, hoe staat 't met mijn bad? „Klaar, meneer", ktonk zalvcnd de stem van den steward. dat was hem verboden. Nu begon de oude man zelf over iiaar te spreken en zeide, wat hij haar wilde geven. Hendrik voelde hoe gaarne grootvader hun huwetijk wenschte, en liij moest zich dom en trolsch houden en onwilLig de wel- meenende woorden van den ouden man at- wijzen. Neen, hij kon het zoo niet verdragen, hij moest nog een verklaring van Marie hebben, hij moest heJderheid hebben in deze dwaze geschiedenis. Zoo loerde hij dus op een gelegenheid, om haar alleen te spreken; dan moest zij hem alles vertellen en bekennen, of zij hem lief had of niet. Hield zij van hem. dan was alles goed, dan kon het gedwongen huwetijk, dat haar nu nog bond, zeker wel op de een of andere wijze verbroken wor den. Eindelijk gelukte het Hendrik zijn bemin- de alleen in groetvaders, tuin aan te treffeu. Zij kwam achtea- uit den boomgaard en droeg een mand vol peren. Hij liep vastberaden op haar toe. Toen zij hem zag, verbleekte zij, en zette haar zware mand neer. Zij gevoelde zich plotseling gelieel kraclileloos en haar knieen beefden. Met scliuwen blik keek zij om zich been. Kon zij hem inlet ioqlkomen? Hij wilde haar zeker weer over zijn liefde spreken, en dat mocht zij toch niet aanhooren. Hoe DUITSCHE HUMOR. De Daily Express" vertelde oniangs in vollen ernst, dat de Duitschgezinde politiek van den Griekschen Koning een gevolg is van hypnose. De Duitsche doktoren, die door Keizer Wilhelm naar Athene gezonden zpn toen de Koning het vorig jaar ernstig ziek was, hebben dat op hun geweten. Het Engelsche blad, zegt de »Koln. Ztg. is achter een diep geheini gekoinen, maar nu het zooveel blijkt te weten, willen wy het de gansche waarheid onthullen. Ook de Engelsche. Fransche en Russische staats- lieden zijn reeds in vredesiijd door Duit sche gtleerden stiekum grhypuotiaeetd, op- dat zy al die fouten en domheden begaan zouden, die thans Engeland en zyn bond- genooten zoo duur te staan komen. EEN AVONTUURLIJKE TOCIIT. Er is een belangwekkend verhaal ver- schenen omtrent een krjjgsgevangen Duitsch officier, die naar Duitschland trachtte terug te keeren en daarvoor byna de heele wereld onueisde tot hij op de Noordzee, toen by zyn vadeiland zoo goed als in bet zicht had, werd gevangen genomen. Zyn naam is Eug-n Wahlec. Hy was officier in het 152e Pruisische regiment (infanterie en werd door de Russen by Tannenberg ge vangen genomen. Tot tweemaal toe trachtte hy, telkei s uit een ander kamp, te ont- 8nappen. Tweemaal viel hy weer in handen der Russen. De derde maal wist hij te ontkomen, hij kocht van een Jood, dien hy ontmoette, een spoorkaartje door Siberie naar Moekden en bereikte van daar Peking waar hij verscHeidene maanden bleef, tot by eindeljjk verder reisde naar A okobama, San Francisco en New York. Daar werd hij door eenige Duitsch-Ameri- kanen als zeeman uitgeruet en scheepte hij zich als lid der bemannirg in op een Noorsch zeilschip, dat naar Europa vertrok. Toen het schip in de Noordzee kwam, werd het aangehouden door een Engelsch oorlogs- schip. Wahlen werd ontdekt en het schip naar eeri Engelsche haven opgebracht. Wahlen is een vermogend man van aristocratische gebooite. Wij ontlecnen aan de „N. R. Grt." de vol gende tetegrammen: WESTELIJK GEVECHTSTERREIN. PARIJS, 25 November. (Havas.) Offieieel tiericht van hedenmiddag; I11 Artois en Lotharingen gevechten met handgranaten. In den loop van den nacht heeft onze arliberie met goed gevolg ide maehinegeweer- stellingen in de streek van Frise (Somme- vallei) en de stations Beuvraignes en Lau- court (in den omtrek van Roye) bescholen. Aan het overig front de gewone kanon- nade. OOSTELIJK GEVECHTSTERREIN. WEENEN, 25 November. (Wolff.) Offi eieel bericht uit het groote hoofdkwartier Geen gebeurtenissen van belang. ZUIDELIJK GEVECHTSTERREIN. WEENEN, 25 November. (Wolff.) Offi eieel bericht uit het groote hoofdkwartier: I11 den sector tusschen de uitmonding van de Wippach (linkerzijriviertje van de tsonzo, dal er ten Noorden van San Martino in valt) en San Martino is gisteren den geheelen dag e.11 vannacht verwoed gevoehten. Ten Noor den van den Monte San Michele (die weer ten Noorden van San Martino ligt) heeft de vijand met sterke strijdkrachten tal van aan- vallen gedaan, waarbij het hem lierhaalde- lijk is gelukt pnzc Hoopgraven binnen te drin- gen. Hij is er ecliter telkens, de Iaatste maal in een naehtelijk gevec.ht, dat ver- scheidene uren heeft geduurd, door de dap- pere Alpenlandsctie regimenten infanterie 7 en 27 weer uit verdreven. Eeh vijandelijke aanval op den Monte San Michele is, even- als alle voorgaande, mislukt. Oak bij San Martino is, den geheelen dag met wisselende kansen gevoehten, toldat het gisteravond laat oiizen beproefden honved- troepen gelukte ook hier onze s,telling ge lieel te heroveren en te behouden. Het bruggehoo'fd van Gorz, het Zuidelijk deel der stad Gorz en de dorpen Savogna en Butibia (beide ten Zuiden van Gorz) hebben onder hevig geschutvuur gestaan. Verscheidene vijandelijke bataljons heb ben bij Oslavia (ten Noorden van Gorz) zij toch tegenover zijn harls- zwak was tochtt „Ik zie het wel aan je, Marie", zeide hij voor haar staand, op scherperen toon, dan liij hedoelde, „je liebt tegenover mij geen goed geweten. Je weet, dat je me kwelt, je moest inziien, dat ik mij zoo niet kan laten tevreden sJellen." ,,Je hebt geen recht om stameide zij. ..Dat heb ik wel; ik heb je boven alles lief en wit nu eindelijk weten. of je van me houdt of niet." ..Zwijg toch, Hendrik, ik ben volgens de wet getrouwd en mag niel naar dc licfdes- betuigingen van een anderen man luiste- ren." „Met wien ben je dan getrouwd?" ,,Ach, Hendrik, wees goed, laal mij gaan!' Zij hief de handen soieekend op. Het was haar smartelijk 0111 uit te spre ken, wat als een misdaad in het diepsi van haar ziel lag en- wat zij het tiefsle had he- graven. vergeten of voor zich zeti verloo- chend. „Ik kan je niet verschoonen, Marie, iiet geldt mijn levensgeluk. Sclienk mij je ver- trouwen, ik smeek het je. Met wien ben je getrouwd?" „Met oinzen huisheer te Berlijn. een ouden weduwnaar. Nu weet je genoeg. Wees stil er is niets aan te veranderen. Het huwetijk is volgens de wet gesloten Grootvader zou mij nooil opgenomen heb ben, als liij het geweten had. Hij is veel te rechtschapen. En ik scliaam mij alle dagen, dat ik het durfde wagen, om niel dat ver- schrikkeiijke gclieim onder u alien te leven Zij wilde heengaan, maar hij hield tiaar vast. .,Zeg mij nu nog iets. Als nu die man er niet was als je plichtsgevoel hel je niet verbood, zou je me dan lief hebben?" Met ingehouden adenn keek hij haar aan, al zijn geluk op deze wereld scheen van haar antwoord af te hangen. „Spreek mij nooit van liefde!" riep zij met bevende stem. „Ja of neen!" „Ik wit niet, ga weg!" riep zij. „Je zult me niet lot zonde verleiden. Laat mij gaan, Henidrik laat mij gaan!" Zij wilde zich loswringen. „Je komt zoo niet weg. Ik moet meer weten, ik ga anders te gronde aan dezen twijfel. Yooruit er mee: kun je me lief- hebben of niet? Slechts een woord. Zeg ja ja!" Zij verzamelde al haar zelfbeheersching en schreeuwde hem toe: Neen neen neen (AVordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 5