De krijgstedrijven.
neeml, is pn,t£genzeggelijk verraad aan zijn
bondgenoot en toont zijn verachting voor
de grondwet van (het land. Ondier voorwend-
sel, dat hij aan de zijde staat van talrijke
b.ataljons, is hij beneid alle verplichtingen,
zoowel tegenover het buitenland, als Legen-
over zijn ondendanen op zij te sichuiven.
Het eenige, dat indruk op liean kan inaken,
is dat de gealbeerdan too.nen, dat zij met an
dere dingen gewapend zijn dan met wel-
willendlieid alieen en dat zij in staat en be-
reid zijn degenen, die hen om den tain lei
den, te straffen.
De Westminster Gazette'' schrijft er geen
berouw over te hebben, dat de geallieerden
krachlig optreden am een zuiverder toe-
stand te scheppen. De Grieken kunnan er
n/iet aan twijfelen, welke weg de juis.te voor
hen is. Van de twee gevaren, die Grieken-
land bedreigen, is. het gevaar, dat een breuk
met de mogendheden, die de Middellandsche
Zee beheetrschen, met zich zal brengen, zeker
niet het geringste.
MISLEIDfiND KLOKGELUI TE BERLIJN
De Berlijners zijn er thans reeds voor
de hveede maal op 11 November wat
men noemt „in geloopen", tengevolge van
het luiden der kerkklokken. De eorrespon-
deni van het „Hbl." beschrijft dit volgen
derwijze:
„Dezer dagen ging het gerucht in Berlijn,
dat bet Servische leger zicli overgegeven
had. Hoe zoo'n praatje in de wereld komt,
kan een roensdh zich wel voorstellen. Meer
dan een week kon men in de Duitsclie bla-
den lezen, dat het Servische leger vjuchLend
zich lerugtroik, kanonnen, machine-geweren,
ammunilie, levensmiddelen acliterlatende,
vOfor de krachtig oprukkende Duitsehers,
Oostem-ijk-Hongaren en Boelgaren, die den
vijand joegen in een steeds nauweren kring,
waarnit ontkoanen zoo goed als onmogelijk
meer zou zijn.
„Zoo brak de Donderdag aan, de lie
November, de lie van de lie maand. Op
zichzelf al een gakke datum. Maar dit jaar
niet alieen gek, doch ook angstig mystiek.
Want er was uitgerekend, maanden gele-
den, door goochelaars met getallen en be-
vestigd door voorspellers, koffiedik-filoso
len en kaartlegsters, dat dan de vrede zou
komen. En men redeneerde, de men, die,
omdat hij niets positief weet en dus alles
zegt met de grootste beslistheid: capituieert
Sexvie, dan geeft de Entente het op en dan
is het uit.
..Kan het verbazing wekken, dat in den
vroegen morgen van den lln der lie maand
men te Berlijn op straat overal hoorde:
Serbian macht Schluss?" En het stond
tegen 11 uur 'smorgens van den lln der lie
maand vast, zoo vast als een panl boven
water gestaan heeft, dat de „Serben alle
waren.
..En werkelijk, tegen 12 uur beierden
plotseling de klokken van de Domkerk zwaar
en diep bun klanken over de stad. Andere
kerken slemden mee in het geluid. Het
werd een algemeen koor uit bronzen mond.
„De Servians liebben gecapituleerd! De
kerkklokken brommen het rond. Hit de ra-
men, van <le balkons. kwamen de vlaggen
Duitsche, Ooslenrijksche, Hongaarsche. Boel-
gaarsche en Turksche.
„Een enkple heel voiorzichtige vroeg tele-
fouisch bijzonderheden bij de krant. ,,Hier
nichls, bekanni:'"
„N.a so was!" Het stadhuis vlagt. En de
krant weet er nog niets van. Naluurlijk
wilden de kerels niets zeggen!
„De ..Berliner Zeitung am Mittag" kwam
om een uiir. Stond geen woord in over de
capitulatie. De mens-clien scheurden dekran-
ten uit deMianden van de verkoopers, Om
half twee was geen exemplaar meer te krij-
gen. „Er komt een tweede editie met het
bericht! zei de venter, die groole pakken
van de eerste en eenige editie haalde uit een
filiaal in de buurl, dat om aanvulling van
de zending getelefoneerd had.. De pers draait
geduldig en de auto rijdt s.nel
„De vlaggen bleven wapperen. Niet al
ieen haddon de Serviers gecapituleerd, maar
intttssclien was ook Dunaburg gevallen. En
\erdun werd ook ai beschoten.
„Het officieele legerberielit van 4 uur wist
niets van dit alles.
,,Toen kwam de twijfel.
..Waarorn had den dan toch de klokken
geluid
„In do krant stond 's avonds de oplos-
s-ing van het raadsel. Men moest het toe-
vallig viuden, omdat lie I met kleine letters
gedrukt stond ergens tussclien stadsnieuws
of gemengde berichten. De generale synode
had een ..oorlogszitting" gehouden te Ber
lijn. Voor de lieeren met de hooge geeste-
lijke waardigliead de hoofdstad verlieten,
vereenigden zij zicli ter plechtige gods-
diensloefening in de Domkerk, die dezen
dienst als elken anderen inluidde met klok-
gebeier. De andere kerken volgden liet voor-
beeld krachtens voorschrift of omdat er
aan een ovei"winn:ing geloofd werd, weet ik
niet. En zoo kwam het, dat dien morgen
van den lln der lie maand Berlijn alge
meen vlagde. zelfs de school en he! stad
huis. om de capilulatie der Senders!..."
HET EINDE
VAN EEN SAMENZWEERDER.
Een der hoofdaanstichters tot den moord
op den Ooslenrijksehen Iroonopvolger, dc
Servisclve kommandant kolonel Prebitsje-
witsj, een der heftigste haters van Oosten-
rijk en stokers tegen de monarchie, is, naar
de „H. Crl," meldt. door het noodlo-t ach-
terhaald. Hij bereidde den moord op den
troonopvolger sedert jaren voor, door zijn
openlijke en geheime agitatie in de groep
van samenzweerders, die zich in het be-
ruclite genootscliap Maradna Oclirana had
gevormd. Ook had hij aangenomen, de wa-
pens aan Princiep de andere moordenaar
van den aartshertog en zijn gemalin, te
leveren. Tijdens het hoogverraadproces te
gen zijn niedepiichtigen werd herliaaldelijk
zijn naani genoemd, maar hij had zorg ge-
dragen, door liet vernietigen der sporen
paar vroegere leden van de Maradna Ocli
rana behoorden, door de Boelgaren, die het
dagen Lang achtervolgden, in het nauw ge-
dreven. Reeds tang broeide er een groote
vijandschap tegen den kolonel, die op vree-
selijke wijze zijn nxannen tyranniseerde en
onidanks bun honger en boven-menschelijke
vermoeienissenhet nilerste van hen verg-
de. Een soldaat, die in Prokupje een vronw
en acht kindereu had achtergelaten in de
grootste ellende, had hem in een twist over
de uitvoering van een dienstorder, liet on
geluk verweten, waarin hij door den moord
aanslag op den aartshertog het Servische
volk had gestort. Sedert de kolonel dezen
shiutinoedige toen met een hondenzweep
had afgeranseld, bleef de wrok smeulen, tot
jl. Zondag het regiment aan het muiten
sloeg. Tevergeefs traclitte de kolonel door
een nieuwe afstraffing zijn mansdiappen tot
discipline te brengen. Met de kolven hunner
geweren sloegen zij hem de hersenpan in en
wierpen het lijk, dat zij sehonden, in een
rotskloof.
ENGELAND'S FINANCIEN.
Minister Bonar Law heeft Donderdag in
het Engelsche Lagerhuis den financieelen
toestand van Engeland buitengewoon ernstig
genoemd. Wel is bet krediet van het land
goed en zal het derhalve wel kunnen krij-
gen wat het noodig heeft, maar dat is de
hoofdzaak niet. Zoo lang Engeland kan
leenen zooveel het wil zal er een denk-
beeldige voorspoed in het land heerschen,
die het volk den indruk geeft, dat het beter
af is dan iD gewone trjden, en zich niets
behoeft te ontzeggen. Spreker had dezer
dagen een koopman uit Glasgow gesproken,
die hem vertelde dat er nog nooit zoo'n
voorspoed in den stad was geweest als nu.
Dat is echter slechts schjjn, want als de
tijd komt, dat Engeland geen onbeperkte
leeningen meer kan sluiten en die tijd
zal zeker komen als de oorlog lang duurt
dan zal die schjjnbare voorspoed voor-
goed voorbij zijn en zal men moeten om-
zien naar andere middelen om den oorlog
voort te zetten, indien hij znoet worden
voortgezet.
Wij ontleenen aan de „N. R. Crt." de vol-
gende telegrarnmen
SERVISCH GEVECHTSTERREIN.
WEENEN, 23 November. (Wolff.) Offi-
cieel bericht uit het groote hoofdkwartier:
De aan de boven-Drina strijdende O.-H.
troepen vallen de stellingen der Montene-
grijnen op den Kotsara-zadel en ten N.-O.
daarvan aan.
Een O.-H. kolonne is, Prijepolje binnen-
«erukl.
De gevechten op het Merelveld nemen een
gunstigen loop.
Onze in het dal van de Ibar voorlriikkcn-
de Iroepen staan zes K.M. ten Noorden van
Mitrowitza. t
Duilsche Iroepen zijn op een halven dag-
marsch ten Noorden van Prisjtina in ge
vecht.
De Bulgtu-cn rukken over de Tsegowa
Planina.
SOFIA, 23 November. (Wolff.) Officieel
Bulgaarsch bericht van den 21sten:
De gevechten om Prisjtina duren voort.
In de streek van Giljani (Gilan, ten Z.Z.O.
van Prisjtina) liebben wij tol dusver 7000
man gevangen genomen, 2 machine-geweren
en 4 kanonnen buit gemaakt.
Op de overige gedeelten van ons front
geen verandering.
GR1EKENLAND en de ENTENTE.
LONDEN, 23 November. (Reuter.) Het mi-
nislerie van buitenlandsche zaken deelt
mode, dal geen Grieksche schepen in En
gelsche havens zijn aangehouden of worden
opgehouden en dat geen blokkade van Griek
sche havens ingesteld of van kracht is.
WESTELIJK GEVECHTSTERREIN.
PARIJS, 23 November. (Havas.) Officieel
bericht van vanmiddag:
Gisteren liebben Fransche vliegtuigen op
versehillende punten van het front gevech
ten geleverd, die in bun voordeel zijn ge-
eindigd. In Belgie zijn twee Duitsche vlie-
gers door bun legensLanders gedwongen te
land en. In de streek van Reims zijn twee
vijandelijke vliegtuigen. die vervolgd werden,
gebuiteld.
In Champagne en aan den zoom der Ar-
gonnen zijn vijf luchtgevechten geleverd, ten
gevolge waarvan drie Duitsche vliegtuigen
overturns! achter de Duitsche linies moesten
landen. Een toestel is ontredderd neerge-
lcOmen; het laatste is brandende op den
grand gevallen.
OOSTELIJK GEVECHTSTERREIN.
WEENEN, 23 November. (Wolff.) Offi
cieel bericht uit het groote hoofdkwartier:
Geen geiieurlenissen van belang.
VREDESGERUCHTEN.
NEW-YORK, 23 Noveinber. (Paid.) De bla-
den bevatten opnieuw berichten over vre-
desonderhandelingen. Zij beweren, dat de'
Duitsche kard.-aartsbisschop Von. Hartmann
(die naar Rome is vertrokken ter bijwoning
van het consistorie) de drager is van vre
desvoorstellen aan het Vatikaan.
Zjjn pas is ran 17 Nov. tot 2 Dec. ver
lengd en zoodoende kan hij in deze week
in onze provincie zijn en Vrijdagavond te
Zaamslag."
St. Nlcolaas.
Gedachtig aan bet succes dat zij daarmede
een vorig jaar behaalden, zijn de onder-
officieren van het garnizoen alhier voor-
nemens, bt. Nicolaas uit te noodigen ook
dit jaar weder een bezoek te brengen aan
onze stad. Zjj hebben nu de voorbereidingen
wat vroeger getrofien, daar dit, naar hun
van versehillende zijden werd te kennen
gegeven, zou bijdragen tot het verkrijgen
van een nog grooter succes.
Zooals uit de advertentie in dit nummer
blflkt, doen zij een beroep op aller mede-
werking, voor het ontvangen van bijdragen,
hetzij van voorwerpen of goederen die als
geschenk kunnen dienen, als van geld, waar-
voor die zaken kunnen worden aangekocht.
Op Dinsdag aanstaande zal St. Nicolaas
reeds door de straten rijden, om de giften
in ontvangst te nemen. Benevens de gelde-
lijke bijdragen zullen nieuwe of gebruikte
kleederen, speelgoederen, prentenboekeD,
eetwaren, enz. door Sint gaarne worden
aanvaard.
Indien de oijeengebrachte collectie de
moeite loont, zullen de gescbenken in eene
zaal worden tentoongesteld. Men meent,
dat dit voor winkeliers een goede gelegen-
heid kan zjjn tot het maken van reclame.
Door St. Nicolaas zullen op 6 Dec. be-
dacht worden de gezinnen der behoeftige
gemobiliseerde soldaten, behoeftige burger-
gezinnen, zieken, schoolkinderen enz.
Er kunnen ook geschenken met een
bjjzondere bestemming worden gezohden.
ZAAMSLAG.
De molenaar Meyer, die zich dezer dagen
des nachts door omstandigheden buitenshuis
begaf, bemerkte tot zijne verwondering,
dat in zijn molen een deur openstond en
dat toebereidselen waren gemaakt om den
molen in working te brengen. Zich er heen
begevende, trof hij een hem onbekend per-
soon aan, die op zijn vragen te kennen
gaf, daar te doen wat hij doen moest. De
molenaar bemerkte spoedig met een abnor-
maal mensch te doen te hebben. Door zijne
zoons, die hij inmiddeis had gewekt, werd
de nachtelijke bezoeker herkend. als de zoon
van een landbouwer uit een naburige ge-
meente. Hij is aan de politie overgegeven,
die hem daarop huiswaarts bracbt.
TER NEUZEN, 24 Nov. 1915.
Het weerbericht van het meteorolo-
gisch instituut te De Bildt van heden luidt
als volgt
Hoogste barometerstand 770.0 Vlissingen.
Laagste barometerstand 741.2 Wisbey.
Verwachting tot den avond van 25 Nov.
Meest matige Noordelijke tot Noordweste-
van zijn samenzwering, buiten schot te blij- I lijke wind, zwaar bewolkt met tijdelyke
ven. En zoo kon er van geen persoonlijke opklaringen, weinig of geen neerslag, des
uitlevering sprake zijn ten aanzien van dezen
oorspronkelijk Oostenrijkschen, later Servi-
schen officier.
Thans is zijn aandeel in den vorslen-
moord gcwoken in een der gruwelijkste
episoden van dezen oorlog, een episode, die
de stof voor een drama zou kunnen leveren.
In de buurt van de Servische stad Gre-
jeze was het landweer-regiment, dal door
kolonel Prebitsjewitsj sedert eenigen tijd
werd gekommandeerd en waartoe ook een
nachts iets kouder.
„Naar wij uit Zaamslag vernemen,
hoopt aldaar Vrijdagavond ten zes ure in
de Herv. Kerk te spreken en tevens het
Biduur te leiden, de bekende Ds. J. Chris-
peels van Brussel, vroeger predikant te
Maria-Horebeke. Hij is iemand, die, helaas
goed weet, wat Oorlog is, maar hij is geen
reclame-man.
KANTONGERECHT te TER NEUZEN.
Jl. Vrijdag kwamen in de openbare zilling
opnieuw in bchandeling de zaken tegen
H. A. v. D., notai'is te Hu 1st, wegens over-
ti'eding van het polderregleinent.
Alvorens met de getuigenverhooren aan te
vangen, zette de kantonrechter uiteen, daLhet
ging om de vraag, of de aan held, in eigen-
dom behoorende en drw ►ggelegde' kreek ecu
polder water is, \'ast slant, dat de Groote
Huissenspolder een waterieiding heeft, loo-
pende van af de Kwalil'el tot aan de weide
van den beer De Gheliinck, en dat het
weiland van den beer De Ghellinck grenst
aan de kreek van held. Ook dal het boezem
water van de kreek wordl opgenomen door
de waterieiding van den Groote Huissens-
polder. Uitgemaakt dien! nu te worden, of
de leiding van af de Kvvakkal LoL de weide
van den lieer De Ghellinck, door de weide
van den heer De Ghellinck in verbinding
stond met de kreek, waardoor deze dus ge-
heel als polderwaterleiding vail te beschou-
wen.
Bekl. erkent. een op zijn eigendom vroe
ger door hem gegraven sloot te hehl)en doen
afdanmien en een nieuwe leiding te heb
ben doen graven' voor den afvoer van wat
hij noemt burenwater, dat liij, als laagsl lig-
gende, volgens de wet moet ontvangen.
Alsnu werd als getuige gehoord ide 75jarige
gep. werkm,an J. de Putter, die verklaarde
van af zijne geboorte in de omgeving le heb
ben gewoond, en zoo lang het hem heugt
le weten, dat een slootje bet water uit de
leiding van de Kwiakkel door de weide van
den heer De Ghellinck afvoerde naar de
kreek. De vlonder (plank) voor het kerk-
pad door die weide, lien ft hij daar steeds
weten liggen.
De kantonrechter wijst er bekl. op, dal uit
het daar liggen van die vlonder blijkt, dat
er van overoude lijden ook een slootje moel
gelegen hebben, aangezien ei* anders geen
plank noodig was om ,er over le gaan.
In gel ijken geest verklaarden de 68jarige
arbeider Corn. Hamelink en de 71jarige Jan
Yerlinde, alien in die omgeving wonende.
Ook de rustend landbouwer E. Dekker,
oud 71 jaar, wiens oud-avergrootvader reeds
de hofstede bewoonde, grenzende aan de
weide van den heer De Ghellinck, verklaar
de, dat de leiding van.iH-e Kwakkel steeds
had geloosd in dc kreek, die vroeger groo
ter was, maar door aanslibbing is verkleind.
De kantonrechter had eene kaart ter zit-
ting van het jaar 1692 (men zat terechl in
de oudheden) die de sporen van djen
hoogen ouderdom vertoonde, en behoorde
bij de eigendonnnen der hofstede van de fa-
milie van den getuige Dekker. Daar gaf ge-
luige versehillende aanwijzingen op en er
bleek, dat ook de vlonder over de sloot
naar de kreek daarop reeds was aangegeven.
Ook de ambtenaar van het O. M. had du-
plicaat van eene kaart van het jaar 1694,
opgediept in het rijksarchief, waarop de toe-
stand aldus is aangegevhn.
Bekl. verklaarde met den toestand van
voor 300 jaar niets te maken te hebben,
maar, dat men zich tot het heden bepalen
moet.
De kantonrechter voerde hier tegen aan,
dat men wel degelijk met die vroegere toe-
standen rekening moet houden, daar hier-
uit juist valt af te leiden, dat de kreek
diende voor afvoer van het water uit de
waterieiding van de Kwakkel.
De nu volgende getuige L. Bolleman, ver-
klaart op het eigendom van bekl. de vroe
ger voor dezen gegraven sloot te hebben
afgedamt en de waterieiding door dat ter-
rein te hebben omgelegd. Hij heeft ook
altijd de plank zien liggen in liet pad door
de weide over iets wat hij beschouwde als
een kuil.
De get. J. Klaassen, dijkwerker, verklaar
de, dat er door de leiding van de Kwakkel,
bij de haag, een aantal palen staan.
Ook hij heeft den vlonder in de weide
weten Liggen zoolang het hem heugt.
De nu volgende get., de 61jarige A. van
braaijenhove, geeft omtrent de vraag naar
zijn beroep een zoo uitvoerige lijsl op, dat
men wel zou zeggen, dat liij van alle mark-
ten thuis is. Ook hij verklaart, dat er in de
leiding van de Kwakkel 12 palen zijn gezet,
waardoor de waterloozing als het ware
wordt afgesneden. Die is daaixioor paf afge-
zet, geen kraai kan er door, op zijn best
water.
De kantonrechter merkt op, uit eigen aan-
schouwing te weten, dat het niet zoo is.
el zou get. er niet door kunnen kruipen,
maar water kan er nog genoeg door stroo-
men.
Wat dal plankje over dat slootje door de
weide betreft, dat bewijst volgens hem niets,
daar er zoo wel 24 plankjes liggen. Boven-
dien, de polder heeft daarmede niets te ma
ken, de gemeente onderhoudt die.
De ambtenaar van liet openbaar ministe-
rie, alsnu het woord verkrijgende, meent,
dat uit de getnigen-verklaringen voldoende
vast staat, dat de kreek dieude voor afvoer
van liet polderwater. Hij heeft zich met
den kantonrechter daarvan plaatselijk even-
eens overtuigd. De geul van de leiding van
de Kwakkel naar de kreek, lag daar al van
voor overoude tijden. Op de door hem ge-
raadpleegde oude officieele kaart, staat de
kreek zelfs aangegeven onder den naani
..Groole kreek of waterganck". Dat de kreek
niet voorkomt op den staat van de door
den polder onderliouden walerleidingen, doet
er niets toe, een waterieiding blijft een wa
terieiding. ook al rust de onderhoudsplicht
op een ander. Volgens art. 25 van het Ge-
meentereglement op de polders, of waler-
scliappen, dien I een waterieiding voor den
afvoer van polderwater. Voldoende is aan-
getoond, dat de kreek daarvoor dient.
Waar de bij dagvaarding ten lasle gelegde
feiten zoowel door de getuigen-verklaringen
als door de bekenlenis van den bekl. zijn
bewezen, en spreker voldoende meent te
liebben aangetoond, dat de kreek diende
voor liet op vangen en verder in de leiding
van den Groote H uissens polder afvoeren
van liet polderwater, eischt hij, voor de
twee ten laste gelegde feiten veroordeeling
van bekl. tot 10 hoete subs. 5 dagen hecli-
lenis, voor elk feit.
Vervolgens stond bekl. terechl wegens een-
zelfde feil, door liet zonder vergunning van
het poldei'bestuur leggen van 2 bruggetjes
over de door hem in zijn terrain aangelegde
waterieiding. Volgens het proces-verbaai
was dit geschied in 1915, doch bekl. gaf
te kennen, dat dit reeds was gebeurd in
1913, dal liet slechts noodbruggen waren en
dat hij die het volgend jaar zou laten ver-
vangen door steenen bruggen.
Hij nam, desgevraagd, genoegen met eene
wijziging in de akte van dagvaarding, opdal
de behandeling dezer zaak ook thans zou
kunnen doorgaan, daar zij toch ook dezelf-
de formeele kwestie betreft, nl. de vraag,
of de door hem op eigen lerrein aangelegde
leiding een polderwatergang is.
hare leiding, hij het eind aan de haag, een
groot aantal palen is geplaatst, iets wat
door hem is gezien en ook door den kan
tonrechter en den ambtenaar van het open
baar mniisterie, bij een plaatselijk bezoek
op 29 Oct. 11. Als er van belemmering
sprake is, zou dus de dijkgraaf hier als
beklaagde moeten staan en niet als getuige
Door het op zijn last uitgevoerde werk,
betoogt bekl. niet alieen den geregelden af
voer niet te liebben belemmerd, maar deze
zoodanig te hebben bevorderd, dat de aan-
grenzende weiden van zijn buren, in piaats
van moerassen, schoone weiden zijn ge-
woixien.
Hij tracht aan te tooaien, dat de Kwakkel-
leiding niet loopt tot de kreek en in geen
gevai over de kreek. Dat blijkt duidelijk
uit den toestand ter plaatse en uit de offi
cieele stukken, nl. de staat van polderwater-
leidingen met liuime werken, opgemaakt in-
gevolge art. 23 van het alg. polderreglement
van Zealand, en den ligger van de wegen
en voetpaden in de gemeente Zaamslag, vast-
gesteld op 2 October 1914.
De geul door de weide, die van de Kwak-
kelleiding voierl naar de kreek, komt in die
stukken niet voor, en de plank, door de
getuigen heden besproken, die over die geul
ligt, Ligt niet over een waterieiding, maar,
evenals zoovele andere planken in die ge
meente, over laagten en killen in weiden
waardoor een pad loopt.
Het betrokken pad wordt met de kokers
onderliouden door de gebruikers van den
grand en tie plank door de gemeente Zaam
slag. De polder lieeft dus met deze geheele
zaak niets te maken, en het feit, dat er
een bruggelje of plank ligt bij het einde
van de Kwakkel leiding, bewijst niets voor
de stelling, alsof die leiding loopt over de
weide, maar bewijst juist tegen deze stel
ling.
Bekl. weenspreekt ook het tweede feit,
dat liij eene omkading zou hebben gemaakt,
om het water der kreek over te brengen
in de aangrenzende polderwaterleiding. Het
water word I door de omkading niet over-
gebracht naar de aangrenzende polderwa
terleiding, maar naar eene door hem op
zijn eigen terrain gegraven sloot, waarvan
de kantonrechter en de ambtenaar zich per-
soonlijk hebben kunnen overtuigen.
Waar de feiten dus onwaar zijn, kan van
eene veroordeeling nooit sprake zijn. Dit
kan ieder zien. De oorzaak van de vervol-
ging ligt dan ook niet in de feiten, nxaai"
in de valsc.he meening, dal polderwater niet
is liel water dat is in een polderwaterleiding,
inaaii' dat het polderwater is het hemel-
water, dat in een polder vail op landen en
luiizen en leidingen.
Die ineening is valsch en dom, omdat
toch iedar weet, dat de boer, die grippen
en greppels maakt en delft in zijn land, de
bewoner, die het bemelwaler door eengoot-
leiding opvangt in den regenhak, er nooit
aan denken, dat zij daardoor leiding geven
aan polderwater.
Het hemelwater behoort tot de zaken, die
vocm- de in bezitneming aan niemand toebc-
hooren an is dus niet van den polder, om-
l it de getuigen-verklaringen bleek, dat van dat de landen en daken der huizen in den
dit feit, op verzoek van den dijkgraaf van polder liggen.
den Groote Huissenspolder, den heer J. Ook de meening, dal de kreek een polder-
de Ivraker, proces.-verha.al is lopgemaakl door waterieiding is, is valsch, omdat die kreek
de wachLmeesters der marechaussee A. van
der Plas en Cam. Raes, die van limine be-
vinding geluigenis kwamen af leggen. Voo.rls
werden, om de formeele kwestie vast te
s tell en. versehillende getuigen uit Me voor-
gaande zaken gehoord, die weer verklaar
den als in die zaken.
In deze zaak deed de kantonrechter be-
vestigend beantwoorden de vraag, of, als
bekl. de door hem gemaakte leiding door
zijn kreek afdamde, de achterliggende lan
den, die er nu op uitloosden, last zouden
krijgen van het water. Het zou dan geen
uitweg hebben. Hieruit putte de kanton
rechter weder het bewijs, dat de kreek dient
voor afvoer van polderwater.
De get. A. van Fraaijenhove gaf te kennen,
dat door bekl. echler niets werd afgedamd.
Hij kreeg een repremande van den "kanton
rechter voor zijn wel wat Le vrijpostig op
treden en deze decide hem mede speciaal
order le hebben gegeven op hem te letten,
dat hij niet meer. zooals. tot nu loe, den
dijkgraaf van den Groole Huissenspolder
en anderen, die daar kwamen in de uitoefe-
ning van hun ambt, zou brulaLis.eeren.
Bekl. merkt in deze zaak op, daL de dijk
graaf van den Groote Huissenspolder last
heeft gegeven tol vervolging, in strijd met
den wensch van de gezworenen, die de door
hem uitgevoerde werken -zeer waardeeren.
De dijkgraaf, .als getuige gehoord, verklaart
met de gezworenen te hebben geconstateerd,
dal de bruggetjes er lagen, zonder dal daar
voor aan het polderbesluur vergunning ge-
vraagd was en dat toen gczegd was, dat
een vervolging moest worden ingesteld. Hij
voegl hier nog aan toe, dat hij op 4 No
vember 11. geconstateerd heeft, dal de door
bekl. gemaakte Waterieiding over een ge-
dcelte was ingeziakt. Later heeft hij gehoord,
dal dit gedeelle gemaakt was, maar dat het
nu weer op een andere plaals is ingezakt.
De gezworene van den polder Groote
Huissens, A. Dieleman, verklaart ook de
bruggetjes le hebben gezien. Hij lieeft ook
dat ingezakte deel der door bekl. gemaakte
waterieiding gezien, vreest wel, dat deze het
niet houden zal, maaij kon toch niet ver-
klaren, dat deze in zoodanigen staal ver-
keerde, dat er geen water door kon vloeien.
Ook in deze zaak eischte het O. M. ver
oordeeling van bekl. tot f 10 boete subs.
5 dagen liecht.
Alsnu werd het woord gegeven aan bekl.
Deze wijst er op, dat, volgens art. 143
van liet Wetboek van Strafvordering de dag
vaarding moel bevatten, het feit, dat wordl
ten laste gelegd, en dil op straffe van nie-
tiglieid
Men lieeft hier dus uilsluitend te maken
met de feiten der 3 dagvaardingen, en deze
zijnto. dat hij heeft afgedamd de water
ieiding loopende van de Ivwakkel-Zaamslag
en hierdoor heeft belemmerd den geregel
den afvoer van het water dier leiding. Dat
feit is niet waar. Hij heeft de leiding niet
afgedamd, en het werk waarop de dagvaar
ding doelt is een werk op de Kreek, de
daardoor loopende waterieiding is door hem
gelegd tol afvoer van burenwater, en niet
door den polder gemaakt.
En wat de belemmering van den geregel
den afloop betreft, de dijkgraaf zelf heeft
of gedaan of straffeloos toegelaten, dat in
niet staat op dien staat van polderwaterlei-
dingen, het eigendom is van bekl. en door
koop en door bez,it cn niet van den polder
of van wie ook buiten hem.
Die valsche meening is gegrond op het
feil, dal de ambachtsheeren van Zaamslag
in 1865 verkochten het vischrecht in die
kreek, maar volgens art. 641 B.W. kan nie
mand hebben het vischrecht, als hij niet
tevens is de eigenaar van den gi-ond waar-
over liet vischwater loopt.
Het Burgerl. Well), kent in art. 625 be-
.perking van het eigendomsracht, maar die
beperking geldt alieen, als ze is geregeld
bij wetten of .openbare verordeningen. En
tol op heden bphoort nog niet tot een wet
of tot eene openbare verordening wat de
een of ander in nuchteren of niet nuchte-
ren toestand zich verbeeldt, of in zijn slaap
heeft gedroomd, of het zoo wil hebben.
omdat liet in zijn kraam le pas. komt.
De kantonrechter maakt bezwaar, dat
bekl. aldus voortgaat, hij kan niet beoordee-
len wat hij met zijn uitdrukking nuchteren
of niet nuchteren Loestand bedoelt, op wie
dat slaat
Bekl. verklaart, dal dit op niemand slaat.
Dc kantonrechter verklaart, hem toch niet
le kunnen toelaten aldus. te spreken, hij zal
hem dan het woord moeten ontnemen.
Bekl. vervolgt dan, dat bij alles nog komt,
dat de vervolging is ingesteld door den dijk
graaf en niet door het polderbestuur, dat
de gezworenen, die met den dijkgraaf het
polderbesluur uihnaken, met de vervolging
niet zijn ingenomen, deze zelfs afkeuren.
terwijl art. 14 der wet van 20 Juli 1895.
Stbl. 139, uitdruikkelijk zegt: „Het reglement
wijst „het bestnur" aan, met de zorg voor
de uitvoering der keiiren of politie verorde
ningen belast", zoodat niet alieen de feiten
der 3 dagvaardingen onwaar zijn, niet al
ieen de meeningen, die de oorza.ken zijn der
vervolgingen, valsch zijn, maar ook de ver
volging zelfs is ingesteld door een onbe-
voegde,
Een verdere roden van niet ontvankelijk-
verkLaring wenscht bekl. voor zich te hou
den, omdat, z. i., het aangevoerde reeds, vol
doende is.
De ambt. van het O. M. uit zijne onte-
vredenlieid over de uildrukkingen die bekl.
in zijne verdediging bezigt, hij wijst ervoorts
op, dat de prooessen-verbaal zijn opgemaakt,
door volkomen bevoegden, de wachtineesters
der marechaussee, die door den dijkgraaf
kennis hadden gekregen van de feiten', en de
vervolging is op volkomen regelmatige, wet-
tige wijze ingesteld. Bekl. heeft gehandeld
in strijd met het polderregelement, dat een
openbare verordening is, die eene beperking
van het eigendomsrecht inhoudt. Hij meent
uit dal reglement voldoende te hebben aan
getoond, dat de kreek wel degelijk behoort
tot de polderwaterleidingen. Omtrent den
aard der uitgevoerde werken wil "hij niets
ze©?cn) maar in elk gevai zijn die uitge-
voerd zonder vergunning van de bevoegde
autorite.it. Bekl. had voor het maken dier
werken vergunning moeten vragen, die zou
hij dan wel van het polderbestuur hebben
gekregen. Hij handhaaft zijne vordering tot
veroordeeling van bekl.
De uitspraak werd bepaald op 3 Dec. a.s.