ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOF. ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6304.
Dinsdag 23 November 1915.
55e Jaargang.
ABONNEMENT:
ADVERTENTlfiN
De Commissaris der KoniDgin in Zeeland
I
De Oorlog.
Ds krijgsDe&rijven.
Telefoon 25.
Bit Blad verschijnt Maandag-, Woensdag- en VrpagavoM, uitgezonderd op Feestdagen, hij de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Kenzen.
BINNENLAND.
Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij aile
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10.
Bij ctirecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 liur op den dag der uitgave.
maakt bekend, dat de rolbrug over het
binnenhoofd van de Middenscbutsluis te
NEUZEN, weder voor het verkeer is open-
gesteld.
Middelburg, .18 November 1915.
De Commissaris der Koningin
voornoemd,
D1JCKMEESTER.
UitLating Staatsleening 1914.
Op de wijze zooals reeds werd aange-
kondigd, werd in een der Iokalen van het
Min. van Financien in het openbaar de
eerste uitloting gehouden van Schuldbe-
kentenissen in de Staatsleening 1914 groot
275.000.000.
De uitloting geschiedde door den the-
saurier-generaal den heer Van Gijn, ten
overstaan van de leden der Rekenkamer,
de heeren Jhr. Van Reenen en baron Van
Asbeck.
De heer Van Gijn trok de 50 kaartjes
welke 13650 nummers van duizendtallen
aanwijzen uit de bus (een kleine ronde
trommelbus welke herhaaldelijk werd om-
gedraaid voor het dooreenmengen van de
nummer-kaartjes), las nummer voor nummer
voor, terwijl een der genoemde leden van
de Rekenkamer daarvan aanteekening hield
en het andere lid van dat college op de
lijsten, welke, zooals gemeld, zjjn gereed
gemaakt voor de nummers der verschillende
eoapures (van f 1000, f 500, f 200 en
100) vergeleek of de uitgelote nummers
of vertegenwoordigende nummers daarop
voorkwamen.
Voor het uitzoeken van die lijsten uit de
verschillende portefeuilles fungeerden twee
ambtenaren van het Dep. van Financien,
bjjgestaan door een bode.
De 50 uitgelote nummers zijn de volgende:
069, 077, 092, 113, 137, 176, 191, 204,
295, 306, 373, 415, 416, 424,
455, 461, 468, 474, 493, 513,
552, 561, 562, 590, 593, 652,
816, 818, 823, 830, 833, 847,
879, 880, 893, 900, 910, 927,
uitvoer
moeten
van 500
worden
234,
448,
520,
759,
857,
959,
292,
452,
548,
798,
877,
988.
Zooals reeds werd gemeld, geven deze
uitgelote nummers de drie (eind)-cjjfers aan
van alle nummers, die met deze cijfers
eindigen, zoodat wat de aandeelen van
1000 betreft, een ieder <Ji0 aandeelen
heeft, nu direct kan nagaan of zijn nummer
of nummers al of niet uitgeloot is (of zijn).
Wat de overige, kleinere aandeelen aan-
gaat, waarvan slechts vertegenwoordigende
nummers zijn aangeduid, hiervan zal zoo
spoedig mogelijk de volledige uitslag in
de „Staatseourant" worden bekend gemaakt,
terwijl lijsten er van zullen verkrijgbaar
worden gesteld.
Uitvoer van peulvruchten.
De Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel heeft het volgende bepaald
1°. onder de bepalingen vervat in de be-
schikking van 6 dezer, zal vergunning
worden gegeven voor den uitvoer van de
hieronder vermelde soorten peulvruchten,
met inachtneming van de mede hieronder
vastgestelde nadere voorwaarden
2°. de uitvoer van groene erwten, kroon-
en sehokkererwten, bruine boonen en witte
boonen en capueijuers van den oogst 1914,
voor zoover zij niet behooren tot de peul
vruchten welke in het voorjaar onder ver
band werden gelegd in de Stelling van
Amsterdam, wordt toegestaan tot uiterlijk
5 December a. s., onder voorwaarde, dat
tegenover 200 K.G. van de uit te voeren
peulvruchten van bovengenoemde soorten
moeten worden gedeponeerd voor binnen
landsch gebruik 100 K.G. bruine boonen en
100 K.G. kleine groene erwten
3°. de uitvoer van paardenboonen van den
oogst 1914 wordt toegestaan tot uiterlijx
5 December 1915, onder voorwaarde, dat
voor 400 K.G. uit te voeren paarden
boonen moeten worden gedeponeerd voor
binnenlandsch gebruik per 100 K G. bruine
boonen en 100 K.G. kleine.groene erwten
4°. van af heden tot een nader te be-
palen datum wordt toegestaan de uitvoer
van afval van alle soorten erwten, eveneens
onder voorwaarde, dat voor 200 K G. uit
te voeren afval moet worden gedeponeerd
voor binnenlandsch verbruik 100 K G. bruine
boonen en 100 K G. kleine groene erwten
5o. de uitvoer van wier-, paarden-,
schapen- en Waalsche (tuin-j boonen wordt
toegestaan, onder voorwaarde, dat voor
K.G. dezer boonen zullen
bescbikbaar gesteld voor
binnenlandsch verbruik, 150 K.G. bruine
boonen en 150 K.G. kleine groene erwten.
Aan hen dietot bedoelde beschikbaarstelling
overgaan vo6r 15 December 1915, zal wor
den vergund te volBtaan met 90 pCt. van
de hierboven genoemde beschikbaar te stellen
hoeveelheden
6°. alle voor binnenlandsch verbruik
beschikbaar te stellen bruine boonen en
kleine groene erwten moeten zijn van den
oogst 1915, van goed machinaal geschoonde
qualiteit en puik kokend, een en ander ter
beoordeeling van de verplegingscommissie
de Stelling van Amsterdam, bureau
Burgerweeshuis, St. Luciensteeg, aldaar.
(St.ct.)
Het Kamerlid De Jong Ireedt niet af.
In verband met een in de pers loopend ge-
rucht, datde afgevaardigde terTweede Kamer
voor het district Hoorn, de heer De Jong,
voor het Kamerlidmaatschap zou bedanken,
vernemen wij uit goede bron, dat de heer
De Jong er niet aan denkt, heen te gaan.
(H. Crt.)
Tegen den smokkelhandel.
De Regeering heeft het noodzakelijk ge-
acht, teneinde, in verband met de tegen-
woordige tijdsomstandigheden, beter te zijn
gewapend tegen smokkelarij met ten uit
voer verboden goederen en den geregelden
aanvoer van goederen voor de Nederland-
sche behoefte te verzekeren, bijzondere be
palingen vast te stellen betreffende het
vervoer en de nederlagen van goederen in
de nabijheid der grenzen, waardoor kan
worden voorkomen, dat goederen anders
dan op regelmatige wijze worden uitge-
voerd. De bestaande wettelijke bepalingen
dienaangaande zjjn daartoe niet voldoende.
Een wetsvoorstel is daarom ingediend,
dat de strekking heeft hierin te voorzien.
De bepalingen van het wetsontwerp slui-
ten zooveel mogelijk aan bij die van de
Algemeene Wet van 1822 en zullen tevens
strekken ter vervanging van gelijksoortige
bepalingen, die thans in vele der in staat
van beleg verklaarde gemeenten krachtens
de wet van 23 Mei 1899 door het militair
gezag zijn uitgevaardigd.
De Wester-Schelde wordt in art. 1, af-
zonderiijk vermeld, omdac zij grootendeels
niet tot het zooeven bedoelde grondgebied
behoort.
In artikel 2 wordt, daar een opsomming
van de goederen waarop het verscherpte
toezicht noodig is, niet mogelijk is, voor
alle goederen dekking van het vervoer
voorgeschreven en wordt het aan den
Minister van Financien overgelaten uitzon-
deringen toe te laten,
zullen kunnen betreffen bepaalde soorten
goederen of bepaalde hoeveelheden
van
van goederen, zooals kleine hoeveelheden
voor huiselijk gebruik of voor de dagelijk-
sche behoeften van de grensbewoners.
Voorts geeft het artikel gelegenheid om
aan neringdoenden voor het vervoer van
goederen naar hun afnemers faciliteiten
toe te staan. Zoo zal b.v. aan molenaars
onder bepaalde voorwaarden ter voorko-
ming van misbruik, kunnen worden ver
gund om graan en meel zonder binnen-
landsehe paspoorten te vervoeren of te
doen vervoeren. De bepalingen omtrent de
binnenlandsche paspoorten komen in hoofd-
zaak overeen met hetgeen dienaangaande
in de Algemeene Wet is voorgeschreven
ten aanzien van goederen, waarvan de uit
voer verboden is, met dien verstande, dat
die wet bij den eisch van zekerheidstelling
(art. 157) kortweg van ,/waarde" spreekt,
waarmede slechts de waarde der goederen
hier te lande kan zijn bedoeld. De voor
waarde dat voor de door den Minister aan
te wijzen goederen geen paspoorten worden
gegeven dan tegen intrekking van een ver
gunning tot inslag is nieuw.
Ook is er een bepaling in het ontwerp
opgenomen, ten doel hebbende groote op-
eenhoopingen van goederen dicht bij de grens
te voorkomen.
Ter toelichting van het artikel dat d*
bepalingen betreffende de opsporing van
overtredingen omvat, merkt de Regeering
op dat voor het opsporen van overtredin
gen de bevoegdheid tot het doen van visi
tation in de panden en op de erven van
hen, die van fraude worden verdacht, on-
misbaar is. Voor het betreden der wonin-
gen ligt in de bijzondere lastgeving van den
kantonrechter of burgemeester een waarborg
dat niet meer dan noodig is tot de visilatie
aldaar zal worden overgegaan.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
De //Daily Telegraph" meent dat het
mysterie omtrent lora Kitchener's plotse-
linge uitzending is opgelost lord Kitche
ner is naar het Oosten vertrokken om na te
gaan of het waarlijk noodig is de Darda
nelles expeditie op te geven. En het ern-
stige bericht, dat, gelijk de heer Asquith in
het Lagerhuis zeide, de regeering bereikte
en tot het plotselinge besluit leidde om den
minister van oorlog op reis te zenden, zou
dan geweest zijn een rapport van sir Char
les Monro, den Britschen bevelhebber aan
de Dardanelles die eenigen tijd geleden het
commando van sir Ian Hamilton overnam.
In dat rapport zou sir Charles Monro, naar
lord Ribblesdale in het Hoogerhuis op-
merkte, //gelijk algemeen bekend is" den
raad hebben gegeven de expeditie tegen de
Dardanellen op te geven.
Lord Lansdowne die namens de regeering
op de uiteenzettingen van lord Ribblesdale
antwoordde, gaf nu weliswaar niet onom-
wonden dit #algemeen gekende" feit toe,
integendeel hij weigerde zich er over uit
te laten, maar de vorm van zijn antwoord
geeft toch recht tot de veronderstelling— die
voor het genoemde Engelsche blad in het
geheel geen veronderstelling meer is dat
hij de mededeeling van lord Ribblesdale
bevestigde.
Lord Lansdowne immers merkte op, dat
lord Ribblesdale blijkbaar een klokje had
hooren luiden, „iets wist" van het rapport
van sir Charles Monro, en verder dat het
rapport en de aangevoerde argumenten der
regeering niet voldoende waren voorge-
komen om een besluit te nemen over de
groote politieke quaestien die bij zulk een
beslissing waren betrokken en dat ze daarom
lord Kitchener had verzocht zich naar het
Nabije Oosten te begeven. Lord Kitchener
zou nu met eigen oogen den toestand nagaan
en de regeering omtrent zijn bevindingen
rapporteeren. Hiervan zal het dus afhangen
of nu verder zal worden afgezien van een
actie tegen de Dardanellen en of de troepen,
die zich op enkele plaatsen aan de kust
van Gallipoli nog weten te handhaven en
die ondanks alles, gelijk uit een dezer dagen
ontvangen telegram bleek, van hun offen-
sieve kracht nog niets hebben verloren,
volledig zullen worden teruggetrokken.
Voorloopig ziet het er weer naar uit
en blijkbaar is dat ook de opvatting van
sir Charles Monro dat de actie op
Gallipoli slechts een nuttelooze verspilling
van krachten is, dat de hier betoonde
heldhaftigheid die zelfs nu en dan in staat
stelt weer enkele meters loopgraaf aan
den vijand te ontrukken (hetgeen echter
in de algemeene positie geen wijziging
brengt) geen rpsultaten kan brengen in
eenige verhouding tot de bloedige kosten
die er voor moeten worden gebracht.
Maar de beslissing om zich geheel en al
van de Dardanellen terug te trekken heeft
naast den militairen toch ook een politieken
kant. Men vreest blijkbaar den ongunstigen
indruk, dien zulk een terugtrekken in het
Oosten moet maken, de reactie die deze
erkenning van de onmogelijkheid om hier
den Turkschen vijand ten onder te brengen,
op de volken van het Oosten en in het
bijzonder in de Moslemscbe wereld moet
hebben.
En ook daarom is ongetwijfeld lord Kit
chener uitgezonden, die immers, gelijk lord
Lansdowne opmerkte, een groote ervaring
heeft omtrent het Oosten, Egypte en Indie.
Lord Kitchener, aldus is blijkbaar de te-
doeling, zal naast de militaire ook de poli
tieke overwegingen in rekening kunnen
brengen. Maar lord Kitchener zal zich
natuurlijk niet uitsluitend totde Dardanellen-
quaestie bepalen, maar nu ongetwjjfeld ook
zijn collega's inlichten omtrent den mili
tairen en politieken toestand in het Nabije
Oosten, die niet het minst door de houding
van Griekenland thans zoo uiterst ingewik-
keld is en elken dag weer nieuwe quaestien
naar voren brengt.
Het groote nadeel bi] de behandeling dier
quaestien door de Entente was tot dusver,
dat de geallieerde mogendheden te veel op
eigen hand ageerden, dat de zoo noodzake-
lijke nauwe samenwerking een samen
werking, zoo voortreffelijk geregeld aan de
andere zijde, waar de verschillende bond-
genooten zich blijkbaar volkomen aan de
leiding van den Duitschen staf onderwerpen
tusschen de vier groote verbonden.
Gelukkig voor de geallieerden schijnt
hierin nu verbetering te komen en in dit
verband is zeker van het hoogste belang j
het bezoek dat de Britsche ministers aan
Parijs hebben gebracht. Minister Asquith,
vergezeld van de ministers van buitenland-
sche zaken, marine en munitie, heeft te
Parjjs met de Fransche regeering en den
Franschen opperbevelhebber geconfereerd,
en blijkens een officieuse mededeeling van
Havas, zijn in deze samenkomst alle militaire
en politieke quaesties, die met den oorlog
verband houden, besproken. Officieel zijn
geen mededeelingen gedaan omtrent de be-
sluiten, die hierbij genomen zijn, maar
volgens de Fransche bladen zou het nu vast
staan, dat een gemeenschappelijke oorlogs-
raad zou worden ingesteld, die de algemeene
leiding van den oorlog op zich zou nemen.
Voorloopig is de volkomen overeenstem-
ming nog slechts bereikt tusschen Engeland
en Frankrijk, maar het schijnt al zeker
te zijn, dat ook weldra de Russische en
Italiaansche kabinetten aan een nader ge-
meenschappelijk overleg zullen deelnemen,
zoodat dan een algemeene internationale
leiding van den oorlog verzekerd zou zijn.
Dat zal er dan toe bijdragen, dat er meer
verband zal worden gebracht tusschen de
actien op de verschillende oorlogstooneelen.
Het ontbreken van een voldoend verband
in dit opzicht immers heeft tot dusver
tot groote krachtsverspilling geleid.
In hoeverre dit nauwere overleg tusschen
de oorlogsleiders der verschillende Entente-
landen van invloed zal zijn op den gang
der gebeurtenissen op den Balkan, zal
moeten worden afgewacht schrijft het
Alg. Hbl. De meeningen omtrent de be-
teekenis der actie daar zijn nog verdeeld
althans onder de deskundigen, die zich
in de pers uiten. Wat de regeeringen zelf
denken is onbekend. Maar onder de mili
taire deskundigen zijn er nog velen, die
van oordeel blijven, dat de eigenlijke be
slissing in dezen oorlog op het westelijk
front zal moeten vallen. Hier hebben de
Duitschers hun hoofdmacht samengetrokken
en slechts door een nederlaag van deze
macht zou, meenen zij, de oorlog kunnen
worden gewonnen.
De actie op de andere oorlogstooneelen
is tegenover die op het westslijk front van
ondergeschikte beteekenis. Zelfs een zege-
praal der geallieerde wapenen op den Balkan
zou voor Duitschland niet van zoo over-
wegenden invloed zijn, dat het daardoor ge-
dwongen zou worden de wapens te strekken.
Ongetwijfeld is dat juist, maar bij deze be
oordeeling van de belangrijkheid van het
oorlogstooneel in het Nabije Oosten vergeet
men dan wellicht toch, dat al moge een
nederlaag van Duitschland en zijn bondge-
nooten hier voor een beslissing niet vol
doende zijn, daarentegen een overwinning
van Duitschland in den Balkan voor de
geallieerden en in het bijzonder voor Enge
land, ver strekkende gevolgen moet hebben,
die er toe kunnen leiden, dat hun kracht
ook op het westelijk front wordt gebroken.
En het is dus te begrijpen, dat voorbe-
reidingen worden getroffen tot een krachtiger
actie op den Baikaq, waaromtvent echter
nog geen nadere gegevens zijn verkregen.
Intusschen, welke de toekomstige operation
ook zullen zijn, men is te laat gekomen om
het ongelukkige Servie nog te helpen.
Uit de verschillende berichten blijkt, dat
ondank3 den buitengewoon schitterenden
moed der Serviers, die met wanhopige dap-
perheid zich tot het uiterste blijven verzet-
ten tegen de overmachtige vijandeljjke
legers, die van alle zijden voortdringen. Servie
verloren is. Het grootste deel van het land
is reeds door de Oostenrijksch-Duitsche en
Bulgaarsche legers bezet. Nog slechts een
smalle strook langs de grenzen van Monte
negro en Alhanie is in Servische handen.
en in het zuiden naar Griekenland toe be-
gint zich de ijzeren greep van den vijand
ook meer en meer te sluiten.
Reeds wordt Prizrend bedreigd, meer en
meer naderen de Bulgaren ook Monastir
en dreigen ze of de Serviers terug te dringen
in het Albaneesche bergland of naar de
Grieksch-Macedoniscbe grens en hen af te
snijden van de verbinding met de Fransch-
Britscbe hulptroepen, die tusschen Cerna
en Wardar trachten op te dringen, maar
naar Bulgaarsche berichten zeggen, al reeds
uit de meest vooruitgeschoven stellingen
zijn verjaagd en nu naar de Grieksche grens
in de richting van Gevgheli worden terug-
gedrongen.
Op de Serviers zal de Entente waarschijn-
lijk wel niet meer mogen rekenen De
vraag is dus nu of men er tijdig in zal
slagen voldoende troepen te Saloniki te
landen om de Bulgaren, die weldra nu
de spoorwegverbinding met Centraal-Europa
in handen van den tegenstander is zullen
kunnen rekenen op ondersteuning van
Duitsch-Oostenrijkers en desnoods van de
Turken, niet alleen in toom te houden,
maar te verdrijven.
Wellicht zal ook hieromtrent lord Kit
chener rapport uitbrengen en zal het van
zijn bevindingen afhangen of men zal voort-
gaan troepen te concentreeren in dat gebied
of het besluit zal nemen alle nevenoverwe-
gingen op zjj te zetten en zich uitsluitend
te wijden aan de grootsche maar zware taak
om den Duitscher uit het in West-Europa
bezette gebied terug te dringen en te pogen
hem een doodelijken steek in het hart toe
te brengen.
UIT BELGIE.
Aan de Tijd wordt uit Belgie bericht
Sedert eenigen tjjd hebben kardinaal
Mercier, aartsbisschop van Mechelen, en
Msg. Heylen, bisschop van Namen, een
protest gereed gemaakt tegen bet Duitsche
witboek, waarin de bekende beschuldiging
tegen het z.g. Belgische franctireurswezen
en de deelneming daaraan door priesters
wordt uitgesproken. Ook andere overheden
hebben aan het protest, dat in krachtige
bewoordingen is vervat, medegedaan. Baron
von Bissing, gouverneur-generaal in Belgie,
heeft totdusver in verband met dit protest
geen enkelen maatregel genomen tegen de
kerkvoogden.
EEN VERSPIEDSTER.
De 23-jarige Anna Bacchle, geboren te
Straatsburg, de dochter van een Duitsch en
de vrouw van een Fransch militair is door
den Parijscben krijgsraad tot 6 maanden
gevangenisstraf veroordeeld wegens ver-
spieding. Zij was beschuldigd dat zij zich
in de munitiefabriek, waar zij werkzaam
was, meermalen in prijzenden zin over de
Duitschers had uitgelaten en dat zij aan-
teekeningen over het maken van granaten
had weggenomen. Zjj verklaarde voor den
krijgsraad, dat de aanteekeningen volstrekt
geen geheimen bevatten. Zij had een
exemplaar aan haar man aan het front ge-
stuurd om hem te laten zien wat zij voor
werk deed, tn een ander aan een ingenieur,
een vriend van haar, die werkzaam was in
een munitiefabriek.
OVER DEN VREDE.
De Hamburger Volkszeitung schrijft:
,/Het is zeker, dat alle volken den vrede
wenschen, met inbegrip van het Duitsche
volk.
Als Duitschland alleen met Frankrijk en
Engeland een schikking had te treffen, zou
het niet onmogelijk zijn door middel van
ruiliugen en vergoedingen, vrede te sluiten,
zonder dat toekomstige verwikkelingen te
vreezen warenmaar ook Rusland is er,
dat, ondanks de groote verliezen die het
geleden heeft, zich met een verbazing-
wekkende snelheid herstelt.
Duitschland moet partij trekken van zijn
gunstigen toestand, om vredesonderhande-
lingen aan te knoopen. Als het dit oogen-
blik voorbij laat gaan, zal het te laat zijn".
Opmerkelijk is, dat de Duitsche censuur
deze beschouwing heeft laten verschijnen.
Wij ontleenen aan de „N. R. Crt." de vol
gende telegram men:
GRIEKENLAND en de ENTENTE.
LONDEN, 20 Nov. (Reuter). Naar de
bladen uit Athene vernemen, melden de
Grieksche kranten dat de Engelsche bgatie
heeft meegedeeld, dat de eutente-mogend-
heden de economische en handelsblokkade
over Griekenland hebben afgekondigd.
ATHENE, 20 Nov. (Reuter). Kitchener
is hier aartgekomen en heeft in gezelschap
van den Engelschen gezant, den koning
zijn opwachting gemaakt. De audientie
heeft ruitn een uur geduurd.
Yervolgens heeft hij een bezoek gebracht
aan Skoeloedis.
Kitchener vertrekt vanavond weer uit
Athene.
SERVISCH GEVECHTSTERREIN.
WEENEN, 21 Nov. (Wolff) De Oos
tenrijksch-Hongaarsche legeigroep haande
zich tegenover de ten noorden van Cajnije
genestelde Montenegrijnen een overgang
over de Boven-Drina.
Nowi-Bazar is door de Duitsche troepen
bezet. Ten Oosten daarvan dreef in het
BBS
NEUZENSCHE COURANT.