ALGEMEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
BEKENDMAKING.
No. 6302.
Donderdag 18 November 1915
55e jaargang.
ABONNEMENT:
ADVERTENTlfiN
INRICHTINGEN
F E IF I L LI T 0 I.
Telefoon 25.
Dit BM verschijnt Maandag'Woensdag- en Yrjjdagavond, nitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE SANDE te Tar Nenzen.
BIHNENLAND.
Per 3 maanden binnen de stad 1—Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland /2.
Men abonneert zich bij de Uitgeef§ter, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Orootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 Wtir op den dag der uitgave.
welke OEVA 4It, SCHADE of HINDER
kunnen veroorzaken.
SS2S3SE?iS«fiERaSE3SBI
In overleg met, den Inspecteur der Yolks-
gezondheid noodigt de Commandant der
Kustbatterij te NEUZEN, de ingezetenen
dringend ait bij alle gevallen van ziekte
waarbij het vermoeden van roodvonk bestaat
een geneesheer te raadplegen of terstond
kennis te geven aan het gemeentebestuur
om te voorkomen dat eventueel NEUZEN,
HOEK en ZAAMSL AG verboden worden voor
met verlof gaande militairen en om te
voorkomen dat het garnizoen niet met ver
lof mag gaan of zelfs het vrije verkeer van
militairen in de gemeente wordt verboden.
De burgerij wordt dringend uitgenoodigd
aanraking te vermijden tusschen leden van
besmette en niet besmette gezinnen.
Verzuim van aangifte van roodvonk is
strafnaar volgens de wet.
Neuzen, 15 November 1915.
De Kapitein
Commandant der Kustbatterij,
A. D. PUTMAN CRAMER.
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER
NEUZEN, brengen ter openbare kennis, dat ter Ge-
meente-secretarie ter inzage ligt een verzoek met
bijlagen van R. G. E. NOLSON, expediteur, wonende
te Ter Neuzen, om EHltG TJNN1 NG tot het
oprichten van eene werkplaats voor het ontharen van
hazen- en konijnenvellen benevens eene tijdelijke
bewaarplaats voor genoemde vellen, in een gedeelie
van het perceel plaatselijk gemerkt 44 en gelegen
aan den nieuwen stationsweg, kadastraal bekend
in sectie M. No 282.
Op Maandag, den 29 November 1915, des namid-
dags te 3 uren, zal ten Gemeentehuize gelegenheid
bestaan om bezwaren tegen dit verzoek in te
brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te
lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben,
kunnen gedurende drie dagen, voor het boven-
gemelde tijdstip, op de Secretarie der Gemeente
kennis netnen van de ter zake ingekomen
schrifturen.
Ter Neuzen, den 15 November 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. IIUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
De aandacht van belanghebbenden wordt er op
gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie
niet tot beroep gerechtigd zijn zij. die niet over-
eenkomstig art. 7 der Hinderwet op den boven-
bepaalden dag voor het g emeentebestuur zijn ver-
schenenteneinde hunne bezwaren mondeling
toe te lichten.
TWEEDE KAMER.
Zitting van 16 November, te 11,15 u.
Voorzitter de heer Goernan Borgesius.
Indisch-e begrooting.
Aan de orde zijn de Algemeene Resellou-
wingen over de Indisehe begrooting voor
1916, te beginnen met: de uitgaven in Indie.
De heer Bogaardt zegt, volgens, het ver-
slag der „H. Crt.", dat hij zich beperken
zal tot het koloniaal staatsbeleid. Met vol-
doening heeft spreker ontwaard, dat hulde
niet is onthouden aan het bestuur van den
Gouveroeur-Generaai Idenburg, die weldra
zal aftreden. Steeds, werd een Gouvemeur-
Ganeraal bij zijn aftreden met smaad be-
jegend; de heer Idenburg vormt hierop een
uitzondering. Hij zal worden vervangen door
een diplomaat van beroep. De Kamer heeft
de vbordracht, aan de Kroon gedaan, niet
te beo-ordeelen. Maar zeker was, daaraan
niet vreemd de internationale positie, door
onze koionien in de gegeven omstandigheden
ingenomen. De nieuwe Landv-oogd moet zoo
spoedig mogelijk beschikken over een sterke
vloot en brachtig leger.
Met ingenomenheid heeft spreker van de
plannen der Regeering kennis genomen. Van
den heer Van Lknburg SLirum is veel goeds
vernomen. Te betreuren is 't, dat hij Indie
niet door langdurige aanschouwing kent. De
continuiteit van bestuur mioet in het oog
worden gehouden. Spreker beveelt nogmaals
aan de benoeming van een luitenant-gouver-
neur-generaal. Over de z,g. ethische poli
tick wil spreker maar zeer weinig zeggen.
Hij beschouwt haar als een soort van
lukraak-politiek. Men mag niet uit het oog
verliezen, dat Indie is een complex van
land-en en niet een land met een bepaald
ras. Spreker voor zich geeft de voorkeur
aan een evolutionaire politiek, eene, die
langs lijnen van geleidelijkheid gaat. Een
grief van spreker is, dat men in Indie in
hoofdzaak rekening houdt met de wenschen
van aldaar tijdelijk vertoevende Europeanen.
Door de boolmen ziet men het boseh niet.
Voorts wijst spreker er op, dat de Ge-
westelijhe Raden enz., weldra, volgens de
tegenwoordige groepeering, bijna geheel door
inlanders zullen worden ingenomen. In
Indie zal de antithese door rasverschil, niet
door tegenstelling van kapitaal en arbeid,
worden gevormd.
Voorts bespreebt spreker de decentralisa-
tie-wetgeviug. Na twaalf jaren bestaan is
deze vrijwel een mislukking gebleken. Het
mede-zeggenschap moet allereerst worden
toegekend aan de inheemsche bevo,Iking,
niet aan allerlei vreem.de elementen. In hel
algemeen is de decentralisatie, wat de Ge-
meenteraden in de buiten-bezittingen be-
treft, niets anders dan schijnvertoon geweest.
Men mo,est zich beperken tot gemeenten,
waar hel instituut werkelijk reden van be
staan heeft. Ernsliger is, dat dei-gelijke kri-
tiek ook moet worden loegepast op de Ge-
westeLijke Raden. Aan de go,ode voorlich-
ting en de toewijding, van ambtelijke zijde
betoond, is 't te danken, dat er van de
decen tralisatie nog iets terecht is gekomen
Belangrijke inkrimping van het aantal ge-
westen is een allereerste eisch.
De heer Van Bylandt zegt, dat hij reac-
tionnair zou zijn, als hij er niet voor was,
dat de bevolking van Indie vooruilgaat en
ontwikkeld wordt, maar er zij een geleide-
lijke en zich aan de omstandigheden aan
passende ontwikkeling. Vooral oj) de zen-
ding als een der middelen tot ontwikkeling
zij de aandacht gevestigd. Spreker doet
wijders uitkomen, dat wij alien, de rijke
zoowel als de artme, belang hebben bij Indie
en bij de eenheid van Indie en moederland.
De heer De Muralt vindt het een raadsel,
hoe de Minister er toe is gekomen, te be
zuinigen op de irrigaties en afwalerings-
werken. Door deze werken jnist worden
schrale dessa's tot bloei en welvaart ge-
bracht. Bezuinigd ban wel worden op an
dere wijze. De Minister zorge er b.v. voor,
dat in de magazijnen van Soerabaja geen
goederen 20 jaar lang opgestapeld blijven
liggen, zonder te worden gebruikt, en dat
er geen cement meer wordt gebocht, waar
bij precies 100.000 gulden meer word I be-
taald dan in normale omstandigheden noo-
4:3 j 41 i'JAHMM.
Grootvader wees er met zijn zweep ru^ir
en zeide tot Peter: „Kijk eens,, we krijgen
wat!"
„Ja, mijnheer, maar het zal wel avond
zijn, als we die bait brijgen."
„Dat ban best, maar misschien weleerder."
De gasten werden met groote vriendelijk-
heid in de pastorie verwelbomd. De domi-
nee ontving hen nu, Fedor hield zich afge-
zonderd.
De kerk werd vol, het gezang van de ge
meente ruischte door het landelijke gods-
huis. Alle geanoederen waren bewogen door
de gedachte, dat Fedor, dien zij onder hen
liadden zien opgroeien, nu zoover was,, dat
hij hen Gods woord kon verkondigen. In
blijde verwachling keken alien naar den
kansel. De jonge hulpprediker liep in zijn
plechtgewaad in de sacristie heen en weer.
Zijn ziel verkeerde in een heerlijke verhe-
ven stemming. Hij had al meer gepredikt,
De oude domi.nee, dien hij terzijde stond,
liet het preeken gaarne aan hem over, en
varrichtte alleen de ambtshandelingen. Den
heimelijken wensch, eenmaal in zijn geboor-
teplaats te kunnen prediken, en den kansel
dig zou zijn. Zulke dingen zouden niet
voorkomen, als men beschikle over lecii-
nische bureaux voior Binnenlandscli Bestuur.
De oprichting dezer bureaux zij den Mi
nister in overweging gegeven en hij sture
er vo-or de technische leiders aan zijn de-
parlement naar Indie.
Spreker huldigt de rnannen en vrouwen,
die liun brachten wijden aan de pestbestrij-
ding, waarvoor hij goede quarantaine-sta-
tions wenscht.
Er wordt gepauzeerd.
Regeling van werkzaamheden.
De Voorzitter brengt in herinnering, dat
hij den beer Sannes, als zijn meening lieeft
doen bemien, dat diens interpellates over
de prijz,en der levensmiddelen allicht eenige
dagen zou vorderen, terwijl liet bovendien
in de stukken is behandeld. De heer Sannes
verklaarde zich toen bei-eid, de inLerpellatie
le beperken tot de rnelk. Spreker erkent de
ur,gen tie daarvan en stelt voor, deze inter
pellate a.s. Maandag aan de orde te stel-
len.
De heer Koolen heeft een bezwaar om nu
reeds op Maandag te vergaderen. Tal van
leden zijn daarop niet voorbereid.
De Voorzitter zegt, dat Minister Poslliuma
mom en tee 1 zijn stemoirgaan nog niet tot zijn
bescliikking heeft. Spreker handhaaft zijn
voorstel. De Kamer is bovendien overladen
met werk.
De heer Koolen slelt voor, de interpella-
tie-Sannes op a,s. Dinsdag te stellen.
De VotM'zitter consLateert, dat er niet ge-
noeg leden in de zaal aanwezig zijn om tot
stemming over te gaan. De stemming wordt
dusi aangehouden.
De algemeene beschouwingen over de In
disehe begrooting worden voortgezet.
De heer Knobel wijst o-p het verblijdend
verschijnsel, dat zich meer dan vroeger la-
lenlvolle, hoogstaande mannen voor Indie
interesseeren. Er is mag erkend ver-
betering, vooruitgang te bespeuren!
Moge de verliouding tusschen moederland
en inlander zoo worden, dat de inlander
in ons steeds een ouderen broeder blijft
zien.
Van den nieuwen iGou verne ur-Gencra a 1 ver-
wacht spreker de instelling van een bureau
voor buitenlandsche aangelegenlieden, waar-
aan zulke kraehten verbonden zullen zijn,
dat Nederland, als de nieuwe Gouverneur-
Generaal aftreedt, een diplomaat als opper-
sten ambtenaar der Koningin kan ontberen.
Op het punt van den handel worde steeds
de politiek van de open deur gevolgd.
In dit verband pleit spreker voor wijziging
der Mijnwet en voorts voor maatregelen om
de telegrafische verbinding, ook door draad-
looze telegrafie, te verzekeren. Spreker pleit
ten siotie voor verbetering der statistiek,
waarvoor hij een centraal bureau wenscht.
Thans gaat de Kamer over tot stemming
over bet voorstel van den Voorzitter, om
Maandag de interpellatie des heeren San
nes le doen liouden. Er werden 30 stem
men voor en 19 tegen het voorstel uitge-
bracht, waaruit blijikt, dat het vereischte
aantal leden niet aanwezig is, zoodat de
Voorzitter, krachtens art. 69 van hel regie
merit, de vergadering moet verdagen tot een
nader te bepalen tijdstip.
Dit tijdstip stelt de Voorzitter vast op
3 uur.
Na heropening der vergadering wordt op
nieuw gestemd. Voor het voorstel worden
34, tegen 16 stemmen uilgebracht. Het ver
eischte aantal leden is dus weer niet aan
wezig en de vergadering wordt thans ver-
daagd lot moirgen-ochtend 11 uur.
van zijn vader te Imogen bestijgen, had liij
nooit durveh uitspreken, want papa was
nog flinb genoeg -en vervulde nog steeds met
een blij gemoed zijn ambt. Nu had zijn
vader echter zijn wensch voorkomen en
daardoor het hart van zijn zoon met een
gevoel van geluk en dankbaarheid vervuid
Van dit gevoel uitgaande, wilde hij nu
een preek houden.over de verliouding van
de ouders tot hun kinderen en die van de
kinderen tot hun ouders.
Nadat de aandachtig luisterende gemeente
liet evangelic van den Zondag was, voorge-
lezen, en hij na een gezang den kansel had
bestegen, koos hij tot tekst de vermaning
van den apostel Paulus aan de Ephezers
Kinderen, weest gehoorzaam aan uw ouders
in den Heer, want (jat is recht. Eert uw
vader en uwe mioeder, dit is het eerste ge
bod, met een belofte: opdat hel u welga,
en gij lang leeft op aarde. En gij, vaders
verwekt uw kinderen niet tot loorn; voed
hen op in de tucht en de vermaning des
Heeren."
Hoeveel kon er over deze gulden woor
den gezegd worden, om de gemeente op te
wekken en te stichten! Met ware geestdrift
behandelde de jonge geestelijke dan ook zijn
onderwerp.
Bij zijn woord en vielen flikkerende von-
ken in twee zielen, kwamen gebeurtenissen
in hun gedachten op, die aan hun geweten
knaagden -en hen aanspoorden tot een naar-
stig onderzoek Van zichzelven.
Het waren de zielen van den rechtschapen
Dietrich Kruse en zijn kleindochter Marie.
Beiden gevoelden zich bij deze aangehaalde
woorden niet zond-er schuld.
De oude man, die levenslang getracht had
recht en plicht tot richlsnoer te netnen,
had na den brief van zijn overleden kind
de won-de in zijn gemoed smartelijk voelen
branden, die Dora's vlucht hem had toege-
bracht. De zachtere gevoelens, die hij e'erst
had onderdrukt, kwamen in de uren van
kalmer nadenken dikwijls weer bij hem op
maar nog nooit was- zijn geweten zoo wak-
ker geschud als nu bij de woorden: „Gij
vaders, verwekt uw kinderen niet lot toorn"
en nu begon zelfs het berouw in hem te
knagen.
Ja, hij was hardvochtig geweest, hij had
Dora's lot naar zijn zin willen schikken
Maar zij zocht haar geluk op anderewegen
zij had het in de arm-en van dien vreem
deling gevonden. Het leven dat voor haar
lag, moiest zij alleen in lief en leed dragen
Zou zij dan niet van God het recht gekre-
gen hebben om haar eigen weg te volgen
al wilde haar vader een anderen weg kie
zen
Hij dacht nu, dat hij alles weer goed
kon maken, aan haar- kind, en dat troostte
liem.
Hij keek naar het meisje. Zij zat daar
met vochlige oogen en droogde s-til haar
tranen af. Zij trok zich dus ook de ver
maning van den Bijbel aan! Zij was niet
Djambi-eoncessien.
Motie-Staatsexploitatie
aangenomen.
De Tweede Kamer heeft Maandag de
motie-Albarda (Staatsexploitatie van Djani-
bi) met 37 tegen 34 stemmen aangenomen
en daarna het wetsontwerp tot uitgifte van
Djambi aan de Ivoninklijke Petroleum-maat-
schappij met 48 teg-en 21 stemmen verwor-
pen.
De Landweerliehting van 1908 met klein
n verlof.
Door de Regeering is bepaald, dat de
manschappen van de Landweerliehting 1908,
die zulks wenschen, op 25 November aan-
staande met voorloopig (klein) verlof zullen
worden gezonden.
Gedeellelijke deraohilisalie?
Blijkens de Memorie van An Lwoord op de
algemeene beschouwingen bij het afdeelmgs-
onderzoek der Staatsbegrooling, meent de
Regeering, dat de econonxische en financieele
bezwaren aan de indiens thou ding van het
geheele leger verbonden, en waarop thans
opnieuw en uitvo-erig de aandacht is geves
tigd, zoo voor de hand liggen, dat men wet
zal willen aannemen, dat zij de aandacht
der Regeering niet zijn ontsnapt. Hel zeer
groote gewicht dier bezwaren is door haar
geen oogenblik onderscliat en zij beseft ten
voile, dat dat gewicht toeneemt, naarmate
de oorlogstoestand langer duurt.
De moeilijkheid, die is, op te lossen, wordt
gedeeltelijk beheerscht door de vraag op
welke wijze en binnen hoeveel tijd, indien
een gedeelte der weermacht naar lxuis wordt
gezonden, weder over het geheel dier macht
zou kunnen worden beschikt. Die vraag
van zuiver technischen aard is niet alleen
overwogen, maar de noodige maatregelen
zijn tot in kleine details voor verschillende
eventualiteiten uitgewerkt.
Veel ernstiger is de vraag of de Regeering
met het oog op den strategischen toes Land
van ons leger en de verplichtingen, die de
handhaving omzer neutraliteit ons oplegt,
de verantwoondelijkheid voor een min of
meer aanzienlijike vermindering der dade-
lijk beschikbare weenmacht zou mogen aan-
vaarden. Een vergelijking met andere lan
den kan ons daarbij weinig dienslig zijn,
orndal de geograflsche en mihtaire toestan-
den geheel andei-s zijn en omdat de inter
nationale politieke verhoudingen dier vol-
keren grootendeels aan onze beoordeeling
ontsnappen.
Dat het, ook bij gunstige internationale
verhoudingen, risioo medebrengt, indien het
leger niet ieder oogenblik ten voile paraat
is, is wel niet twijfelachtig. Tot dusver
heeft de Regeering gemeend niet meer- risi-
co te mogen aanvaarden dan ook reeds thans
aan de gegeven verloven, waarvoor het aan
tal, naar verhouding tot de legersterkte, ge-
leidelijk is opgevoerd, verbonden is.
Erkennend, dat de bezwaren voor de nalie
steeds toenemen, overweegt zij opnieuw, of
en in hoeverre het mogelijk is nog meer
verlichting van den bestaanden druk aan te
brengen.
Openlijke besprekingen van de motieven,
die de Regeering tot haar besluit hebben
geleid of in de naaste toekomst zullen lei
den, acht zij met 'stands belang niet over
een te brengen. Het ware trouwens te duch-
ten, dat deze bespreking ons van het be
oogde doel zoude verwijderen. Ook in co-
m i te-generaal zou de Regeering niet onbe-
langrijke ter ugh muling moeten in acht ne-
men. Het nut van zoodanige bespreking
ziet de Regeering niet in. Mocht echter
gehoorzaam geweest, toen zij haar vader
heimelijk had verlaten. Zoo leed zij, even-
als hij, hij gevoelde zich dubbel zoo na aan
haar verwant, en een teederheid kwam in
zijn hart, zooals hij nauwelijks ooit voor
een van zijn kinderen had gekoesterd.
Het laats-te gezang was ten einde en daar
nxee ook de dienst afgeloopen.
Doniinee Kruse ging naar zijn zoon in de
sacristie. Hier omhelsde hij Fedor bewo
gen en sprak: „Ik dank den Heer, dat Hij
mij zulk een zooin gegeven heeft. Blijf op
dezen go-eden weg,dezegen van uw ouders
begeleide u tot in lengte van dagen."
Bij den terugkeer naar de pastorie liep
tante Rika gearxnd met Marie. „Ach, wat
heeft Fedor mooi gepreekl! Hij heeft jouw
hart ook weten te treffen! Ja, ja, op zulk
een man nxag zijn vrouw wel trolsch zijn!"
De kleine Anna, het dochtertje van den
dominee, was thuis gebleven om het ge-
braad te begieten en voor de gasten alles
klaar te maken, want dat kon men niet
aan de meid alleen overlaten.
Spoedig gingen de bloedverwanten in een
kring om de tafel zitten en lieten zich het
eten goed smaken.
Grootvader klonk met Fedor en meende,
dat het iemand, die vader en rnoeder zoo
trouw eerde, wel moest gaan op aarde, naar
de woorden van de Heilige Schrift.
Toen het middagmaal geeindigd was
zochten alien de schaduwrijke plaatsjes in
den tuin op, want de warmte was drukkend.
de Kamer tot conxite-generaal besluiten, dan
houdt de Regeering onder gemeld voorbe-
houd zich te barer beschikking.
De belasting op de voornamen.
Wat wel het meest van al de belasting-
voorstellen de nieuwsgierigheid wekte, n.l.
de aangekondigde belasting op voornamen,
schrijft de „M. Crt." is nu ook als
volledig wetsontwerp ingediend, zoodat men
nu kan nagaan hoe Mr. Treub zich die
.-oorstelt, en wat hem tot het voorstel be-
woog.
In het kort komt het voorstel betreffende
de voornamen hierop neer:
bij aangifte van de geboorte van een kind,
dat meer dan een voornaam krijgt, wordt
door de ouders een belasting betaald;
deze bedraagt voor iederen meerderen voor
naam: voor ouders beneden duizend gulden
inkomen f 2,50; boven duizend en beneden
twee duizend gulden inkomen 5,— tot
3000,— 7,50; tot 4000,— 10,—, enz.
enz., regelmatig o-pklimmend, zij 't ook met
steeds grootere sprongen; zoodat iemand met
64.000,inkomen en meer 400,— per
naam betaalt;
voegt men later nog een voornaam toe of
verandert men die, dan bedraagt de belas
ting nooit minder dan 100,
Een tweede deel van het wetsontwerp
betreft de verandering van den geslachts-
naam, of toevoeging daaraan van nog een
of meer nam en.
Dat zal kosten 250,— voor de aangesla-
genen van J 6000,inkomen of minder.
En 25,meer voor iedere duizend gulden
aanslag boven die som. Maar in geen ge-
val meer dan 1000,—.
De Minister noemt het in zijn Memorie
van Toelichting een opvallend feit, dat het
geven van meer voornamen het meest voor-
komt in de groote steden en wel in de meer
gegoede kringen. In den laatsten tijd is ook
ten plattelande, blijkbaar in verband met
de toenemende welvaart, een neiging waar
te nemen, meer voornamen te geven. Wordt
nu wegens de toekenning van meer dan een
voornaam belasting geheven, dan zal die
toekenning zeker als uiting van welvaart
zijn aan te merken.
Ov-ervloed van voornamen bezorgt aan rijk
en gom-eenten geen geringen administratie-
ven last.
Behoudens door haar karakter als belas
ting eener welvaai-ts-ui Ling, word t ze dus,
zoo betoogt de Minister, hierdoor gereclit-
vaardigd, dat zij een vergoeding eischt van
d-egenen, die ter wille van particuliere voor-
liefde en traditie den staatso-rganen meer
m-oeite veroorzaken dan noodig is-. Zij is
echter in de eerste plaats belasting en klimt
dus liooger naarmate het inkomen grooter
wordt. De beLasling is vo-or de kleine inko-
mens matig gehouden. Zij zal niemand scha-
den, daar ieder het in zijn hand heeft er
van versehoond te blijven. Onderscheid is
gemaakt tusschen toekenning bij de geboor
te en latere bijvoeging of verandering van
voornamen. Omdat de laatste een geheel
ander karakter dragen is een minimum-be-
lasting voor haar bepaald van 100. Aan
on verm o genden kan echter vrijslelling wor
den verleend.
Voor v-erand-ering van geslachtsnaain of
bijvoeging van een of meer namen aan den
geslachtsnaain is een afzonderlijk tarief op-
genomen. Het verlangen naar geslaclxts-
naamisverandering zal bij minder vermogen-
den ni-et licht opkomen. Ze is bij uitstek
een weelde-artikel. Een minimmn-belasting
van 250 acht de Minister geenszins le
hoog.
Fedor en Liesbet ontmoetten elkaar bij
een afgelegen prieeltje.
„Hier is liet koel", zeide liij verheugdi,
„kom hier, Li-eze, hier kunnen wij wat pra-
ten."
Zij ging naast hem op een bank zitten
en keek hem schuchter aan. „0, Fedor,
hoe h-eb je mijn hart getroffen met alles,
-wat je liebt gezegd!"
„Maar je bent toch een goed 'kind?"
„Nu, dat is slechts half waar. Ik doe
dikwijls met tagenzin, wat ik doen moet."
„Je doet toch wel je best om gehoorzaam
te zijn?"
„Van nu af wil ik nog meer mijn best
doen. Ik dacht vroeger dikwijls,, wat ver-
beeldl Fedor zich wel, maar nuikweei, dat
je een goed dominee en zoo vroom bent,
wil ik je goede raadgevingen wel volgen."
„Dat is een goed voornemen, blijf daar
bij, Liesbet!" Hij reikte haar hartelijk de
hand.
„Dikwijls kan ik ook uit eigen beweging
verstanclig doen," zeide zij, terwijl zij sterk
kleurde. Zij haalde den brief van Arthur
Ohlke voor den dag en gaf hem aan haar
neef in handen.
Fedor las het briefje vluchtig over, een
wolk van hevigen toorn verduisterde daar
bij zijn goedig gezicht. „Wat een onbeschof-
te meisje.sjager! Met de zweep moet men
hem bedienen. Je bent er toch niet ge
weest?"
(Wordt vervolgd).