hem niet onbillijk voor, dat zulks alhier ook het geval is. Met algemeene stemmen wordt dit voor- stel aangenoinen. De heer Oggel vraagt, of de aanschaffing van een politiehond, waartoe indertijd is besloten, nog geschieden moet. De Voorzitter acht dit, onder de tegen- woordige omstandigheden, niet noodig. Bij den post „aanschaffing en onderhoud van brandbluschmiddelen" wordt door den heer Oggel gevraagd, hoe het staat met de motorbrandspuit. De Voorzitter antwoordt, dat het rijwerk klaar staat, maar dait het zeer goed moge- lijk is, dat, zoolang de oorlog duurt, die motor niet te krijgen is. De heer Oggel merkt bij den post „jaar- wedden der beambten van de straatverlich- ting" op, dat in de toelichting salarissen genoemd worden voor het bedienen van de verlichting van een groot aantal buurten. Het Fort komt daarop ecliter niet voor, terwiji daar toeh ook een Lantaarn dringend noodig zoude zijn. Zouden er nog geen oude lantaarns over zijn, om er daar ook een paar te plaatsen? De heer F. Dekker istemt hiermede in, het is daar een van de gevaarlijkste punten. De heer Oggel merkt op, dat er al meer- malen rijtuigen aldaar in de sloot hebben gezeten. Hij meent, dat er meermalen over gesproken is. De heer F. Dekker meent, dat de lantaarn zoude moeten geplaatst worden aan C. Rie- mens, juist aan den draai. Met algemeene stemmen wordt goedge- vonden daar een lantaarn te plaatsen en in verband daarmede wordt de post wegens jaarwedden van de lantaarnsopstekers met 20 verhoogd. De heer Oggel vraagt bij den post Jaar wedde van den klokkenist" of, nu wegens het aansehaffen van een nieuw torenuur- werk de werkzaamheden van den klokkenist zijn verminderd, dat salaris van 85 ook niet verminderd kan worden. De Voorzitter stemt toe, dat het werk is verminderd; het opwinden moot nu maar eens in de 8 dagen geschieden, terwiji het vroeger tweemalen per dag noodig was. De heer Oggel herinnert, dat het salaris in de laatste jaren juist wegens de vele werkzaamheden verhoogd was, en dat het dan nu wel zou verlaagd behooren te wor den. De heer Kruijsse meent, dat het toeh niet aangaat, in deze aan eenmaal verkregen rechten te tornen. De Voorzitter geeft te kennen, dat er bij de aanstelling van een nieuwen klokkenist zeker rekening mede zal worden gehouden; dan is 15 of f 20 genoeg. De heer Oggel had gedaeht, dat nu 50 genoeg zou zijn. De Voorzitter zou het iets anders vinden, als den klokkenist nog iets anders kon wor den opgedragen, waardoor hij geacht kon worden zijn salaris ten voile te verdienen, maar het verminderen gaat toch niet; dat zou ook nadeelig zijn voor het pensioen van dien ambtenaar. De heer De Feijter zou het maar laten zooals het is. Aldus wordt met algemeene stemmen be sloten. De heer F. Dekker maakt bij den post „onderhoud van openbare gebouwen enz." bezwaar tegen een bedrag, van 265, blij- kens de toelichting bestemd voor schilder- werk aan het raadhuis. De Voorzitter deelt mede, dat het raad huis met toren voor en achter moet ge- schilderd worden en ook de kadasterkamer. Daarvoor wordt geraamd 165. Omtrent het ho-ogere bedrag kan hij thans, wegens het niet bij de hand zijn der gegevens van den gemeente-opzichter, geen toelichting geven, doch zal dit na informatie doen. De heer Van Driel verlaat de vergadering. De heer F. Dekker maakt ook bezwaar tegen een post van 10 voor schilderen van de muziektent. Moet die nu weer al ge- schilderd worden? De Voorzitter merkt op, dat er voor die 10 niet veel schilderwerk aan kan ge daan worden, daar kan men de tent nog niet van teeren, maar geregeld onderhoud is toeh het beste. De heer Kruijsse meent, dat er 10 ge raamd is voor het verven van het te ver- nieuwen timmerwerk. De post wordt goedgekeurd. De Voorzitter vestigt thans de aandacht der leden op den post „onderhoud van stra- ten, pleinen, markten enz.", uitgetrokken op het aanzienlijk bedrag van f 970. Daarvoor zullen worden aangeschaft 6000 stuks nieuwe keien, terwiji ook gerekend is op aanschaf fing van zand en arbeidsloon voor het ver- leggen der nieuwe keien en het aankoopen van macadam voor de zijkanten der stra- ten. De heer Oggel vraagt, welke stralen nu voor verbetering in aanmerking komen. De heer Lamaitre deelt mede, dat een en ander wordt aangeschaft, om te verwerken daar. waar het noodig zal blijken. De heer Oggel wijst op het Spuipadje. Hij acht het dringend noodig, dat dit eens goed werd opgeknapt. Hij meent, dat het aanbeveling zou verdienen, dat iemand, in die buurt wonende, er mede belast werd. Als iemand het doet die daar woont en er ook gebruik van moet maken, zal het, naar hij meent, beter dan nu onderhouden wor den. De heer F. Dekker meent, dat het goed zou blijven, als het eens geteerd werd. De heer Kruijsse merkt op, dat dit den Voorzitter vermoedelijk is ontgaan, maar dat de heer A. de Koeijer eens een mooi aanbod gedaan heeft, om nl., als de vruch- ten van het land waren, gratis sintels daar- heen te vervoeren. Als men dat had kun- nen gedaan krijgen, was het pas goed te krijgen geweest, maar wegens den ingetre- den oorlogstoestand waren den afgeloopen winter te Sluiskil geen sintels van de spoor- wegmaatschappij te krijgen. De heer F. Dekker wijst nog op verschil lende geteerde wegen in Zuid-Beveland, die houden zich zeer goed. Goedgevonden wordt, dat Burgemeester en Wethouders aan het Spuipadje hunne aandacht zullen wijden. De Voorzitter brengt thans ter sprake rio- leering van de Kerkdreef, ingevolge een vroeger ingekomen adres van bewoners dier straat. Eerst waren Burgemeester en Wet houders voornemens dit werk niet in de be grooting op te nemen, doch bij nader in- zien achten zij het beter, dat het nu maar besproken wordt. De gemeente-opzichter raamt de uitvoering van dat werk op f1073. De heer Smies verklaart, dat het aanbren gen eener rioleering aldaar wel noodig is, de goot ligt er geheele dagen nat en srnerig, gewenscht is het, dat zulks verbetert. De Voorzitter zegt, dat ook Burgemeester en Wethouders overtuigd zijn, dat het niet langer zoo blijven kan. De heer De Feijter zou dan nu ook maar ineens witlen besluiten tot het aanbrengen eener goede rioleering aan het Paarden kerkhof. De raadsleden hebben zooeven bij hun bezoek ter plaatse kminen nagaan, dat dit noodig is, want de afwatering is nu zeer slecht. De Voorzitter acht dat daar niets tegen is, als de Waterstaat maar toestemming wil geven voor uitwatering van het riool in de leiding. De heer De Feijter meent, dat het buiten twijfel is, of men krijgt die vergunning. Er kan geen bezwaar tegen zijn. De nu be- staande greppel kan niet opengehouden wor den, daar de koeien van Mussche daar ge regeld door moeten. De Voorzitter merkt op, dat het water bij hoogen waterstand toch wegloopt. De heer De Feijter stemt dit toe, tfan loopt het er over heen, maar dat is toch niet zooals het behoort. Er moeten ook buisjes liggen. Hij heeft er nog naar ge- zocht, maar er geen kunnen vinden. De Voorzitter vraagt, of het ook met het peil wel in orde is. Zal rioleering lielpen als het water in de leiding zeer hoog staat. Hij vreest, dat het dan van het terrein niet weg zal loopen en dan schiet men er niet mede op. De heer De Feijter stemt toe, dat, als het water in de leiding zeer hoog staat, het dan niet uit de rioleering van het Paardenkerk- liof zal wegloopen, dat doet het dan ner- gens, maar dat is toch maar op een be- paalden tijd van liet jaar en als het water dan gaat zakken, is men het, bij het bezit eener goede rioleering, toeh des te eerder kwijt. De heer F. Dekker acht die rioleering ook beslist noodig. Op eene desbetreffende vraag van den Voorzitter, schat de heer De Feijter, in ver band met de kosten der gresbuizen, opge noemd voor rioleering der Kerkdreef, op een 150. In verband hiermede wordt met algemeene stemmen besloten hoofdstuk V, afdeeling 2, artikel 4, te verhoogen miet 150, voor verbetering van de waterioozing aan het kanaal. De heer Smies vestigt de aandacht op de blijkens de toelichting op dat artikel voor genomen plaatsing eener pomp in de Sta- tionsstraat. Hij acht daar in het geheel geen pomp noodig. De Voorzitter en ook de heer Kruijsse meenen, dat de plaats voor de pomp in de toelichting abusief is genoemd. Er zal on- derzocht worden en later mededeeling aan den Raad worden gedaan. Voorloopig wordt de post onveranderd behouden. De heer Oggel dringt er op aan, dat de ontvangput bij Herrebout in de Oosterstraat en Slijkstraat nu toch eens in orde zal wor den gemaakt; dat is reeds lang in het voor- uitzicht gesteld, maar niet gedaan, en de daar wonenden hebben er bij nat weer veel hinder van. De Voorzitter zegt toe, dat daarop zal wor den gelet. Bij artikel 5 dezer afdeeling, „onderhoud van fonteinen, wandelplaatsen, beplantingen enz." vraagt de heer Oggel inlichtingen om trent een post van 65 voor het aansehaf fen van heesters. De heer Kruijsse deelt mede, dat het voor- nemen bestaat rond de tribune in plaats van de bloemen, die er nu staan en steeds verwisseld moeten worden, heesters en vaste planten te laten zetten. De heeren Oggel en De Feijter meenen, dat men daarvoor zoo geen bedrag zal noodig hebben. De Voorzitter wijst er op, dat, als men b.v rozenboompjes neemt, deze nogal wat kos ten. De heer F. Dekker raadt aan, altijd groen- blijvende heesters te planten, daar heeft men zoowel in den zomer als in den winter wat aan. De post wordt zonder verdere discussie goedgekeurd. Onder hoofdstuk VII, afd. 3, art. 1, Jaar wedden enz. der onderwijzers" komt voor een post van 200 als jaarwedde der onder- wijzeres in de nuttige handwerken. Deze kan, wegens het aan mej. Van Vessem met ingang van, 1 Januari a.s. verleend ontslag, ver vail en. Aldus wordt besloten. De Voorzitter deelt mede, dat de post on der hoofdstuk VIII, afd. 2, art. 2, „verple- ging, overbrenging en geleide van krankzin- nigen enz." met 200 moet worden ver hoogd, daar er weer een nieuwe patient voor de gemeente moet verpleegd worden. De Voorzitter stelt alsnu namens Burge meester en Wethouders voor, onder hoofd stuk V, afd. 3, „aanleg of vernieuwing" een post op te nemen van f 1100, voor riolee ring der Kerkdreef. Dit kan zonder verdere verhooging der be- lastingen geschieden, door te beschikken over een deel van het batig saldo van 1914. Dit voorstel wordt met algemeene stem- men aangenomen. Alsnu wordt overgegaan tot de behande- ling van de INKOMSTEN. Onder hoofdstuk' I wordt nog als artikel 2 opgenomen „gedeelte van het vermoedelijk goed slot der rekening over het dienstjaar 1914" 1500. De verschillende andere posten der ge- raamde inkomsten worden zonder bespre- king met algemeene stemmen goedgekeurd. IReronder is begrepen de opbrengst van den hoofdelijken omsl-ag, die is uitgetrok ken op 24.000, of 1000 hooger dan het loopende jaar. De heer De Feijter vraagt, hoe het nu staat met het verhuren van het Paardenkerkhof aan De Blaaij. De Voorzitter meent, dat was. besloten dit weder voor een jaar te verhuren. De heer Smies noemt dat onjuist, er is besloten het te verhuren tot 31 December a.s. en dan vender te zien. De Voorzitter zegt toe, dat daarmede reke ning zal worden gehouden. De begrooting wordt alsnu met algemeene stemmen vastgesteld op een eindcijfer van 58.561,98 met een post van onvoorziene uitgaven ad 1203,35i/2. De heer Oggel geeft bij het beeindigen van dezen arbeid te kennen, dat men bij het nagaan der begrooting toch eigenlijk niet bespeuren kan, waardoor het eindcijfer zoo is gestegen en waardoor die verhooging van den hoofdelijken omslag met 4000 is nood- zakelijk geworden. De Voorzitter wil daaromtrent nog wel eenige toelichting geven. Er zijn de laatste jaren verschillende uiitgaven verhoogd. De jaarwedden van den burgemeester en den secretaris zijn elk met 200 verhoogd, er is nu een nieuwe ambtenaar voor de secre- tarie toegestaan van 750, de jaarwedde van den bode-ooncierge is met j 250 ver hoogd, aan den gemeente-veldw,achter is voor gem is van vrije woning 125 toegekend, de jaarwedden van de beambten bij de straat- verlichting zijn vermeerderd met 372, de kosten der straatvertichting met 1460, de reinigingsdienst met 563, de jaarwedde van den opzichter met 250, van den vas- ten arbeider met 551, van den klokkenist met 25, dan heeft men toegestaan toelage aan de bewaarschooil 100, aan de avond- vakteekenschool 125, de jaarwedde van de vroedvrouw is verhoogd met 50, er is 700 geraamd voor subsidie aan de tram, aan den gewezen gemeente-bode wordt eene toelage gegeven van 115, terwiji de bijdra- gen van pensioen, ingevolge de pensioenwet en de weduwenwet. voor gemeente-ambte- naren 1913 nu ook 1997,97i/2 vordert. Dit alios bijeen maakt oen [bedrag van /7833,97y2, waarmede de begrooting in de laatste jaren is bezwaard. De heer Oggel acht die verlioogingen zoo- zeer geen bezwaar, als de draagkracht der bevolking ook verhoogd is. De Voorzitter verklaart daarop nogal ge- rust te zijn. Wat het later worden kan weet hij natuurlijk niet, maar voor het tegen- woordige is hij daarvan wel verzekerd. 10. Wijziging verordening hel'fing hoof delijken omslag. De Voorzitter wijst er op, dat het maxi mum, dat als hoofdelijken omslag mag geheven worden, volgens de verordening f 20.000 bedraagt. Burgemeester en Wet houders stellen voor, aan de Kroon mach- tiging te vragen dat maximum te verhoogen tot 25.000. Dat bedrag wordt wel niet ge heven, in de begrooting is thans 21.000 uitgetrokken, doch het is beter dat men wat hooger gaan mag, omdat, als later nog eenige verhooging noodig mocht blijken, men dan niet terstond weer machtiging voor ver hooging behoeft aan te vragen. Dit voorstel wordt met algemeene stem- men aangenomen. 11. Vastslelliiig suppletoir kohier hoofde lijken omslag. Het suppletoir kohier van den hoofdelij ken omslag voor het jaar 1915 wordt met algemeene stemmen vastgesteld, zooals het in de vergadering met gesloten deuren is be sproken, op een bedrag van f 278,881/2. 12. Omvraag. De lieer Oggel vraagt, of het verbeteren van de ontvangput in de Slijkstraat bij Her rebout nog niet in dit jaar zou kunnen uit- gevoerd worden, anders zitten de menschen dezen winter ook nog met den overlast dien ze er van hebben. GEMEENTERAAD VAN ZAAMSLAG. Vergadering van Donderdagi 7 October 1915. Voorzitter de heer Johs,. de Feijter, bur- gemees ter-raadslid. Aanwezig de heeren De Mul, De Jonge, De Putter, Scheele, De Klerk, A. de Feijter, en Wisse. Afwezig de heeren Faas. en Dieleman. Een vacature. De Voorzitter opent de vergadering en stelt voor het lezen van de notulen der1 voorgaande aan te houden, daar die nog niet zijn ingeschreven. Aldus wordt besloten. Vervolgens komt aan de orde: 1. Ingekomen stukken. a. De Voorzitter deelt mede den uitslag der besteding van het maken der vuilnis- bakken op het Veer. Het werk is gegund aan de minste inschrijvers, zijnde A. van de Velde voor het metselwerk ad 129 en J. C. Kaijser voor het timmerwerk ad 121. b. De Voorzitter deelt mede, dat de lee- ning van 1000 tegen eene rente van 5 0/0 is toegewezen aan den koers van 111 pno- oent. De gemeente kon het kapitaal ook krijgen a pari voor 4i/2 procent, maar Bur gemeester en Wethouders hebben er de voorkeur aan gegeven de leening tegen 5 procent toe te wijzen. c. Een schrijven van Gedep. Staten, waar- in deze te kennen geven niet genegen te zijn verhooging van hej: salaris van den secre taris te bevorderen, indien ook niet tevens de jaarwedde van den burgemeester wordt verhoogd, daar zij wenschen vast te hou den aan het beginsel, vastgelegd in hun be- sluit van 10 Januari 1908, Prov. blad no. 9, dat de jaarwedden dier titularissen gelijk moeten zijn. In verband miet dit schrijven wordt met algemeene stemmen besloten Gedep. Staten te verzoeken, ook de jaarwedde van den burgemeester met f 150 te willen verhoogen en deze dus, evenals die van den secretaris,- te bepalen op 1200. d. Van verschillende gemeente-ambtena- ren zijn dankbetuigingen ingekoimen voor de lien in de vo-rige zitting bij de vaststelling der begrooting nuet ingajng van 1 Januari a.s. toegekende salarisverhooging. Zoodanig schrijven is ook ingekomen van mej. G. Knijff-Alberts, die wel dank be- tuigt voor de haar toegekende verhooging, d-och verklaart er niet over voldaan te zijn. Ze hoopt, dat de Raad het bij deze kleine verhooging niet zal laten, en haar spoedig door andere zal doen volgen. Zij werd bij het lezen van het verslag diep gegriefd. Het is jammer, dat de Raad niet beter met het werk en de persoon van de vroedvrouw op de hoogte is, anders zo-u hij zich niet zoo beleedigend tegenover haar hebben uitge- drukt. Vooral de heer Faas, die haar voor- stelde als een misdadigster, die men ont- vlucht. Beleefd verzoekt zij genoemden heer zijne beleedigende woorden terug te nemen. De Voorzitter merkt op, dat de juffrouw in deze natuurlijk abuis lieeft, want de leden van den Raad hebben het recht zich uit te spreken, zooals zij dat bij de behandeling eener zaak noodig a-chlen. e. Een schrijven van Gedep. Staten, waar- bij zij de goedkeuring berichten van het raadsbesluit tot het aangaan eener leening van 1000. f. De Voorzitter deelt mede, dat ook een schrijven is ingekomen van Gedep. Staten, waarin verschillende bemerkingen worden gemaakt op de wijziging der verordening op de begrafenLsrechten, waardoor -het doel, dat de Raad met die wijziging beoogde, afkoop voor het voortdurend onderhoud der graven, niet zou kunnen worden bereikt. Het is noodig in verband hiermede nog een en ander te onderzoeken, waarom hij voorslelt in een volgende vergadering hierop terug te komen. Aldus wordt besloten. g. Een adres van de afdeeling Ter Neu- zen van den Bond van Nederlandsche On derwijzers, waarin wordt verzocht het sa laris der onderwijzeressen, dat nog steeds op het minimum staat, evenals dat der hoofden van scholen, te verhoogen, wordt voor kennisgeving aangenomen. h. Adressen zijn ingekomen van M. R. Bourdrez en M. M. Risseeuw en C. A. Th. Knijff, onderwijzeressen aan de openbare lagere scholen in deze gemeente, die te kennen geven teleurgesleld te zijn, dat zij, bij de verhooging van het salaris van bijna alile gemeenle-ambtenai'en zijn overgeslagen. Waar zij op de scholen de helft van het werk doen (zij hebben, evenals het hoofd, drie klassen voor humie rekening) meenen zij, waar het salaris der hoofden met 100 boven het maximum is, verhoogd, evenzeer aanspraak te mogen maken op verhooging. De heer Scheele geeft in overweging om, nu de begrooting is vastgesteld, het thans zoo te laten en er het volgend jaar eens op terug te komen. De Voorzitter vindt dat nog al erg. Hij stemt toe, werkelijk niet aan de onderwijze ressen te hebben gedaeht, anders zou voor hen ook wel verhooging zijn voorgesteld. Hij zou hen 25 verhooging willen geven, dat vordert dan een meerdere uitgaaf van 75, wat nog wel uit de onvoorziene uit gaven te vinden is, en er is een goed batig saldo van de reken i ng van 1914. De heer Wisse merkt op, dat dit batig saldo niet den doorslag moet geven, wel de vraag of verhooging noodig en billijk is.| Aan den heer Scheele, die vraagt hoe de schoolcommissie er over denkt, antwoordt hij, dat het niet de taak der schoolcommis sie is, zich daarover uit te spreken, die be- oordeelt alleen het gegeven onderwijs. Besloten wordt liet minimum-safaris der onderwijzers met 25 te verhoogen. i. Uit eene mededeeling van den heer Scheele blijkt nu, dat er nog een gemeente- ainbtenaar is, die bij de verhooging ver- geten is, dat is de havenmeester, de heer Wisse. Deze is niet voornemens verhooging te vragen, maar fzoiu |dat Loch in de toakomst, als het niet uit eigen beweging komt, vra- gen. Uit inlichtingen, door den Voorzitter ver- strekt, blijkt, dat deze een salaris geniet als havenmeester van f 100 en voorts procen- ten van de ontvangen rechten. Daarvan ont- ving hij in 1914 246,42. Hij kreeg dus totaal 346,42. De Voorzitter acht verhooging ook wel billijk, maar merkt op, dat de havenmees ter nu onder abnormale omstandigheden werkt. Ingevolge de oorlog is, omdat vele producten niet naar Belgie kunnen, de aan- voer op de haven grooter. Dit zal, als. de oorlog voorbij is, weer anders worden. Dan zal ook door de tram het aanvoeren op de haven verminderen, zo-odat het naar het hem voorkomt beter is eens af te wachten, hoe het werk en de inkomsten van den ha venmeester later zullen zijn. Mocht het bil lijk vOorkomen, dan kan eventueel over 1916 nog eene gralificatie worden toegekend. Met deze meening vereenigt de Raad zich. j. Van Gedep. Staten is een schrijven in gekomen, waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de vastgestelde wijziging der veror dening regelende de salarieering der hoofden van scholen. Aan den heer Luweina, hoofd der school te Othene, was toch toegekend eene verhooging van 100 boven het mini mum, in de verordening genoemd, waarin begrepen was, eene verhooging van f 50 na 25 jaren di-enst. Bij de -laatste wijziging der verordening, waarbij de jaarwedden van alio schoolhoofden op 100 boven het mi nimum werden gesteld, ward echter die laat ste verhooging, na 25 jaren dienst, ingC- trokken. De heer Luwema, die een maxi mum van 1250 kon bereiken, wordt daar- door in zijne verkregen rechten verkort. Wil men de andere hoofden van scholen niet in dit recht doen deelen, dan zal toch zeker ten opzichte van den heer Luwema bij over- gangsbepalingen dat recht moeten worden toegekend. De heer Scheele herinnert, dat hij bij de behandeling van het voorstel nog gewaar- schuwd heeft, tegen intrekking der verhoo ging 11a 25jarigen dienst. Het komt nu uit, zooals hij heeft verwacht. Na korte bespreking wordt besloten in de verordening sub f., waarbij wordt bepaald, dat de schoolhoofden na 25 jaren dienst nog 50 verhooging van jaarwedde krijgen, daarin weder op te nemen. k. De Voorzitter deelt mede, dat geble- ken is, dat de gemeente aan de haven aan den Margarethapolder nog grond bezit, wat niet bekend was. Nu is officieus te kennen gegeven, dat de dijkraad van de calamiteuse polders Margaretha c. a. daarvan 100 M2. zouden wenschen te koopen, tot het ver- bouwen van het directiegebouw. De dijkraad heeft gevraagd, te willen informeeren of de Raad genegen is dien grond te verkoopen en aan welke voorwaarden. Later zal dan de definitieve vraag volgen. Burgemeester en Wethouders zouden die 100 M2. willen verkoopen, maar tevens, dat het polderbestuur o-ok de overige, misschien nog een 100 M2. kocht, omdat de gemeente er geen belang bij heeft, dat kleine slukje te behouden. Zij stellen daarom voor te berichten, dat de Raad de 100 M2. wil verkoopen tegen 50 cent per M2., dus voor 50, terwiji zij, als het geheele terrein genomen wordt, dit zouden willen verkoopen voor f 60, dus tegen 30 cent per M2. Deze zaak geeft tot breedvoerige bespre king aanleiding. De heer Wisse acht liet verschil nogal groot. Als de eerste honderd meters voor J 50 worden gepresenteerd, zou hij voor de 200 M2. toeh zeker 80 widen vragen. f 60 acht hij wat te weinig. De heer De Mul en de Voorzitter betoo- gen, dat die andere grond voor de gemeente weinig waarde heeft. De heer Wisse betoogt, dat die grond veel waarde heeft voor het waterschap, omdat ze voor het dijkshuis gelegen is. De heer Scheele, die lid van den dijkraad van den polder is, zou 80 cent per meter voor de eerste honderd niet te veel vindjen. De heer De Klerk, ook lid van den dijk raad, acht 1 per M2. ook niet te veel. De Voorzitter noemt het voor de gemeen! een buitenkansje, dat gebleken is, dat z daar nog grond bezit en meent, dat men j dien grond niet te hoog in prijs, mag schat- ten. De heer Wisse, die 40 cent per M2. gp noemd heeft, meent, dat dit toch zeker geei.- te hooge schatting is. j 1 en slotte wordt met algemeene stemmen besloten te kennen te geven, dat de Raad genegen is, de eerste 100 M2. voor 80 cent per M2. te verkoopen. Over het te koop aanbieden van de overige oppervlakte gemeentegrond bestaat verschil van meening over den te vragen prijs. Ten slotte zijn 4 Jeden er voor 40 cent te vragen, terwiji de vier anderen 30 cent per M2. voldoende vinden, zoodat de stemmen hierover staken. 2. Onderzoek geloofsbrieven gekozen lid van den Raad. Ingekomen zijn de geloofsbrieven van het nieuw gekozen lid van den Raad, den heer J. L. van de Ree. Deze worden gesteld in handen eener commissie bestaande uit de heeren A. de Feijter en Wis.se, om te onder zoeken. Na onderzoek adviseert de commissie, bij monde van den heer Wisse, dat de stukken in orde zijn bevonden en zij tot toelating concludeeren. Met algemeene stemmen wordt diensover- eenkomstig besloten. 3. Renoemeii lid der plaatselljke school commissie. De Voorzitter deelt mede, dat door Bur gemeester en Wethouders ter benoeming als lid der plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs, ter vervanging van den ontslag aangevraagd hebbenden heer Stolk, worden aanbevolen de heeren J. P. Geelhoedt en Jan Wisse. Hij stelt voor den heer Stolk eervol ontslag te verleenen, onder dankbetuiging voor d-e in zijne fimctie als lid en secretaris van de ischoolcommissie aan de gemeente bewezen diensten. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. Bij de nu gehouden stemming worden 4 stemmen uitgebracht op elk der heeren Geel hoedt en Wisse. Bij tweede vrije stemming wordt de heer Geelhoedt gekozen mfejt 5 stemmen; op den heer is.se zijnj 3 stemmen uitgebracht. 4. Wijziging gemeentebegrooting voor 1915. Door Burgemeester en Wethouders wor den verschillende wijzigingen in de begroo ting voor 1915 voorgesteld, waardoor zoo wel de ontvangsten als de idtgaven verhoo gen met 26.582,49, Hierin is begrepen f 25.000, die ter zake van de militie enz. voor het rijk worden voorgeschoten en weder terugontvangen. Dit voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. 5. Omvraag. a. De heer Scheele vraagt, of de asch- bakken op het Veer nog voor den winter zullen gemaakt worden. De Voorzitter antwoordt, dat volgens de besteksbepalingen de aannemers terstond met het werk moesten beginnen en dat dit voor of op[ 1 November a.s. moet voltooid zijn. b. De heer De Klerk meent, dat er dit jaar wel niet veel meer zal komen van het planten van boomen op het dorpsplcin. De Voorzitter acht dit ook niet raadzaam, zoolang de trambaan nog in aanleg is. c. De heer Scheele vraagt, hoe lang de grond nog wel langs de baan zal blijven liggen. De Voorzitter antwoordt, dat reeds her- haaldelijk aangedrongen is, op wegvoering van den grond. Hij is overtuigd, dat men thans geen enkel geldend motief zal kunnen aanvoeren om die te laten liggen, maar het helpt niet, men zou bij den aannemer of bij de directie wel steeds met prooes-verbaal moeten dwingen. De heer Scheele acht liet dringend noodig, dat de grond wordt opgeruimd, andiers zal het daar in de Veerstraat bij het vervoer der suikerbieten en bij begrafenissen veel last en moeilijklieden veroorzaken. De Voorzitter zegt toe, er nogmaals bij de directie met.klem op te zullen aandringen. De heer Scheele vraagt, hoe het staat met het verleggen -der lijn, die te dicht bij het gemeenlehuis is gelegd. De Voorzitter deelt mede, dat van ver- leggen wel niet veel meer komen zal. Op een andere teekening was de lijn dichterbij geteekend. De kromming kan beslist niet sterker gemaakt worden en om te voldoen aan ons verzoek, de rij lindeboomen te be houden, is de lijn wat naar dezen kant moe ten gelegd worden. Blijkens de verklaring van den architect zal het voor het gemeen lehuis geen bezwaar opleveren, daar de fun- deering stevig genoeg is. Op de vraag van den heer A. de Feijter, wanneer nu de slraatweg ter vervanging van den opgebroken macadamweg zal worden gelegd. Het is zeer gewenscht dat dit spoe dig geschiedt. De Voorzitter antwoordt, dat nu juist de goedkeuring van dat raadsbesluit van Ge- deputeerde Staten is ontvangen. Er zal dus aan den aannemer te kennen worden gege ven, dat hij met de uitvoering van dat werk kan beginnen. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 6