hem niet onbillijk voor, dat zulks alhier
ook het geval is.
Met algemeene stemmen wordt dit voor-
stel aangenoinen.
De heer Oggel vraagt, of de aanschaffing
van een politiehond, waartoe indertijd is
besloten, nog geschieden moet.
De Voorzitter acht dit, onder de tegen-
woordige omstandigheden, niet noodig.
Bij den post „aanschaffing en onderhoud
van brandbluschmiddelen" wordt door den
heer Oggel gevraagd, hoe het staat met de
motorbrandspuit.
De Voorzitter antwoordt, dat het rijwerk
klaar staat, maar dait het zeer goed moge-
lijk is, dat, zoolang de oorlog duurt, die
motor niet te krijgen is.
De heer Oggel merkt bij den post „jaar-
wedden der beambten van de straatverlich-
ting" op, dat in de toelichting salarissen
genoemd worden voor het bedienen van de
verlichting van een groot aantal buurten.
Het Fort komt daarop ecliter niet voor,
terwiji daar toeh ook een Lantaarn dringend
noodig zoude zijn. Zouden er nog geen
oude lantaarns over zijn, om er daar ook
een paar te plaatsen?
De heer F. Dekker istemt hiermede in,
het is daar een van de gevaarlijkste punten.
De heer Oggel merkt op, dat er al meer-
malen rijtuigen aldaar in de sloot hebben
gezeten. Hij meent, dat er meermalen over
gesproken is.
De heer F. Dekker meent, dat de lantaarn
zoude moeten geplaatst worden aan C. Rie-
mens, juist aan den draai.
Met algemeene stemmen wordt goedge-
vonden daar een lantaarn te plaatsen en in
verband daarmede wordt de post wegens
jaarwedden van de lantaarnsopstekers met
20 verhoogd.
De heer Oggel vraagt bij den post Jaar
wedde van den klokkenist" of, nu wegens
het aansehaffen van een nieuw torenuur-
werk de werkzaamheden van den klokkenist
zijn verminderd, dat salaris van 85 ook
niet verminderd kan worden.
De Voorzitter stemt toe, dat het werk is
verminderd; het opwinden moot nu maar
eens in de 8 dagen geschieden, terwiji het
vroeger tweemalen per dag noodig was.
De heer Oggel herinnert, dat het salaris
in de laatste jaren juist wegens de vele
werkzaamheden verhoogd was, en dat het
dan nu wel zou verlaagd behooren te wor
den.
De heer Kruijsse meent, dat het toeh niet
aangaat, in deze aan eenmaal verkregen
rechten te tornen.
De Voorzitter geeft te kennen, dat er bij
de aanstelling van een nieuwen klokkenist
zeker rekening mede zal worden gehouden;
dan is 15 of f 20 genoeg.
De heer Oggel had gedaeht, dat nu 50
genoeg zou zijn.
De Voorzitter zou het iets anders vinden,
als den klokkenist nog iets anders kon wor
den opgedragen, waardoor hij geacht kon
worden zijn salaris ten voile te verdienen,
maar het verminderen gaat toch niet; dat
zou ook nadeelig zijn voor het pensioen
van dien ambtenaar.
De heer De Feijter zou het maar laten
zooals het is.
Aldus wordt met algemeene stemmen be
sloten.
De heer F. Dekker maakt bij den post
„onderhoud van openbare gebouwen enz."
bezwaar tegen een bedrag, van 265, blij-
kens de toelichting bestemd voor schilder-
werk aan het raadhuis.
De Voorzitter deelt mede, dat het raad
huis met toren voor en achter moet ge-
schilderd worden en ook de kadasterkamer.
Daarvoor wordt geraamd 165. Omtrent
het ho-ogere bedrag kan hij thans, wegens
het niet bij de hand zijn der gegevens van
den gemeente-opzichter, geen toelichting
geven, doch zal dit na informatie doen.
De heer Van Driel verlaat de vergadering.
De heer F. Dekker maakt ook bezwaar
tegen een post van 10 voor schilderen
van de muziektent. Moet die nu weer al ge-
schilderd worden?
De Voorzitter merkt op, dat er voor die
10 niet veel schilderwerk aan kan ge
daan worden, daar kan men de tent nog
niet van teeren, maar geregeld onderhoud
is toeh het beste.
De heer Kruijsse meent, dat er 10 ge
raamd is voor het verven van het te ver-
nieuwen timmerwerk.
De post wordt goedgekeurd.
De Voorzitter vestigt thans de aandacht
der leden op den post „onderhoud van stra-
ten, pleinen, markten enz.", uitgetrokken op
het aanzienlijk bedrag van f 970. Daarvoor
zullen worden aangeschaft 6000 stuks nieuwe
keien, terwiji ook gerekend is op aanschaf
fing van zand en arbeidsloon voor het ver-
leggen der nieuwe keien en het aankoopen
van macadam voor de zijkanten der stra-
ten.
De heer Oggel vraagt, welke stralen nu
voor verbetering in aanmerking komen.
De heer Lamaitre deelt mede, dat een en
ander wordt aangeschaft, om te verwerken
daar. waar het noodig zal blijken.
De heer Oggel wijst op het Spuipadje.
Hij acht het dringend noodig, dat dit eens
goed werd opgeknapt. Hij meent, dat het
aanbeveling zou verdienen, dat iemand, in
die buurt wonende, er mede belast werd.
Als iemand het doet die daar woont en er
ook gebruik van moet maken, zal het, naar
hij meent, beter dan nu onderhouden wor
den.
De heer F. Dekker meent, dat het goed
zou blijven, als het eens geteerd werd.
De heer Kruijsse merkt op, dat dit den
Voorzitter vermoedelijk is ontgaan, maar
dat de heer A. de Koeijer eens een mooi
aanbod gedaan heeft, om nl., als de vruch-
ten van het land waren, gratis sintels daar-
heen te vervoeren. Als men dat had kun-
nen gedaan krijgen, was het pas goed te
krijgen geweest, maar wegens den ingetre-
den oorlogstoestand waren den afgeloopen
winter te Sluiskil geen sintels van de spoor-
wegmaatschappij te krijgen.
De heer F. Dekker wijst nog op verschil
lende geteerde wegen in Zuid-Beveland, die
houden zich zeer goed.
Goedgevonden wordt, dat Burgemeester
en Wethouders aan het Spuipadje hunne
aandacht zullen wijden.
De Voorzitter brengt thans ter sprake rio-
leering van de Kerkdreef, ingevolge een
vroeger ingekomen adres van bewoners dier
straat. Eerst waren Burgemeester en Wet
houders voornemens dit werk niet in de be
grooting op te nemen, doch bij nader in-
zien achten zij het beter, dat het nu maar
besproken wordt. De gemeente-opzichter
raamt de uitvoering van dat werk op f1073.
De heer Smies verklaart, dat het aanbren
gen eener rioleering aldaar wel noodig is,
de goot ligt er geheele dagen nat en srnerig,
gewenscht is het, dat zulks verbetert.
De Voorzitter zegt, dat ook Burgemeester
en Wethouders overtuigd zijn, dat het niet
langer zoo blijven kan.
De heer De Feijter zou dan nu ook maar
ineens witlen besluiten tot het aanbrengen
eener goede rioleering aan het Paarden
kerkhof. De raadsleden hebben zooeven bij
hun bezoek ter plaatse kminen nagaan, dat
dit noodig is, want de afwatering is nu zeer
slecht.
De Voorzitter acht dat daar niets tegen is,
als de Waterstaat maar toestemming wil
geven voor uitwatering van het riool in de
leiding.
De heer De Feijter meent, dat het buiten
twijfel is, of men krijgt die vergunning. Er
kan geen bezwaar tegen zijn. De nu be-
staande greppel kan niet opengehouden wor
den, daar de koeien van Mussche daar ge
regeld door moeten.
De Voorzitter merkt op, dat het water bij
hoogen waterstand toch wegloopt.
De heer De Feijter stemt dit toe, tfan
loopt het er over heen, maar dat is toch
niet zooals het behoort. Er moeten ook
buisjes liggen. Hij heeft er nog naar ge-
zocht, maar er geen kunnen vinden.
De Voorzitter vraagt, of het ook met het
peil wel in orde is. Zal rioleering lielpen
als het water in de leiding zeer hoog staat.
Hij vreest, dat het dan van het terrein niet
weg zal loopen en dan schiet men er niet
mede op.
De heer De Feijter stemt toe, dat, als het
water in de leiding zeer hoog staat, het dan
niet uit de rioleering van het Paardenkerk-
liof zal wegloopen, dat doet het dan ner-
gens, maar dat is toch maar op een be-
paalden tijd van liet jaar en als het water
dan gaat zakken, is men het, bij het bezit
eener goede rioleering, toeh des te eerder
kwijt.
De heer F. Dekker acht die rioleering
ook beslist noodig.
Op eene desbetreffende vraag van den
Voorzitter, schat de heer De Feijter, in ver
band met de kosten der gresbuizen, opge
noemd voor rioleering der Kerkdreef, op
een 150.
In verband hiermede wordt met algemeene
stemmen besloten hoofdstuk V, afdeeling
2, artikel 4, te verhoogen miet 150, voor
verbetering van de waterioozing aan het
kanaal.
De heer Smies vestigt de aandacht op de
blijkens de toelichting op dat artikel voor
genomen plaatsing eener pomp in de Sta-
tionsstraat. Hij acht daar in het geheel
geen pomp noodig.
De Voorzitter en ook de heer Kruijsse
meenen, dat de plaats voor de pomp in de
toelichting abusief is genoemd. Er zal on-
derzocht worden en later mededeeling aan
den Raad worden gedaan. Voorloopig wordt
de post onveranderd behouden.
De heer Oggel dringt er op aan, dat de
ontvangput bij Herrebout in de Oosterstraat
en Slijkstraat nu toch eens in orde zal wor
den gemaakt; dat is reeds lang in het voor-
uitzicht gesteld, maar niet gedaan, en de
daar wonenden hebben er bij nat weer
veel hinder van.
De Voorzitter zegt toe, dat daarop zal wor
den gelet.
Bij artikel 5 dezer afdeeling, „onderhoud
van fonteinen, wandelplaatsen, beplantingen
enz." vraagt de heer Oggel inlichtingen om
trent een post van 65 voor het aansehaf
fen van heesters.
De heer Kruijsse deelt mede, dat het voor-
nemen bestaat rond de tribune in plaats
van de bloemen, die er nu staan en steeds
verwisseld moeten worden, heesters en vaste
planten te laten zetten.
De heeren Oggel en De Feijter meenen, dat
men daarvoor zoo geen bedrag zal noodig
hebben.
De Voorzitter wijst er op, dat, als men b.v
rozenboompjes neemt, deze nogal wat kos
ten.
De heer F. Dekker raadt aan, altijd groen-
blijvende heesters te planten, daar heeft men
zoowel in den zomer als in den winter wat
aan.
De post wordt zonder verdere discussie
goedgekeurd.
Onder hoofdstuk VII, afd. 3, art. 1, Jaar
wedden enz. der onderwijzers" komt voor
een post van 200 als jaarwedde der onder-
wijzeres in de nuttige handwerken. Deze
kan, wegens het aan mej. Van Vessem met
ingang van, 1 Januari a.s. verleend ontslag,
ver vail en.
Aldus wordt besloten.
De Voorzitter deelt mede, dat de post on
der hoofdstuk VIII, afd. 2, art. 2, „verple-
ging, overbrenging en geleide van krankzin-
nigen enz." met 200 moet worden ver
hoogd, daar er weer een nieuwe patient
voor de gemeente moet verpleegd worden.
De Voorzitter stelt alsnu namens Burge
meester en Wethouders voor, onder hoofd
stuk V, afd. 3, „aanleg of vernieuwing" een
post op te nemen van f 1100, voor riolee
ring der Kerkdreef.
Dit kan zonder verdere verhooging der be-
lastingen geschieden, door te beschikken
over een deel van het batig saldo van 1914.
Dit voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
Alsnu wordt overgegaan tot de behande-
ling van de
INKOMSTEN.
Onder hoofdstuk' I wordt nog als artikel
2 opgenomen „gedeelte van het vermoedelijk
goed slot der rekening over het dienstjaar
1914" 1500.
De verschillende andere posten der ge-
raamde inkomsten worden zonder bespre-
king met algemeene stemmen goedgekeurd.
IReronder is begrepen de opbrengst van
den hoofdelijken omsl-ag, die is uitgetrok
ken op 24.000, of 1000 hooger dan het
loopende jaar.
De heer De Feijter vraagt, hoe het nu staat
met het verhuren van het Paardenkerkhof
aan De Blaaij.
De Voorzitter meent, dat was. besloten
dit weder voor een jaar te verhuren.
De heer Smies noemt dat onjuist, er is
besloten het te verhuren tot 31 December
a.s. en dan vender te zien.
De Voorzitter zegt toe, dat daarmede reke
ning zal worden gehouden.
De begrooting wordt alsnu met algemeene
stemmen vastgesteld op een eindcijfer van
58.561,98 met een post van onvoorziene
uitgaven ad 1203,35i/2.
De heer Oggel geeft bij het beeindigen van
dezen arbeid te kennen, dat men bij het
nagaan der begrooting toch eigenlijk niet
bespeuren kan, waardoor het eindcijfer zoo
is gestegen en waardoor die verhooging van
den hoofdelijken omslag met 4000 is nood-
zakelijk geworden.
De Voorzitter wil daaromtrent nog wel
eenige toelichting geven. Er zijn de laatste
jaren verschillende uiitgaven verhoogd. De
jaarwedden van den burgemeester en den
secretaris zijn elk met 200 verhoogd, er
is nu een nieuwe ambtenaar voor de secre-
tarie toegestaan van 750, de jaarwedde
van den bode-ooncierge is met j 250 ver
hoogd, aan den gemeente-veldw,achter is voor
gem is van vrije woning 125 toegekend, de
jaarwedden van de beambten bij de straat-
verlichting zijn vermeerderd met 372, de
kosten der straatvertichting met 1460, de
reinigingsdienst met 563, de jaarwedde
van den opzichter met 250, van den vas-
ten arbeider met 551, van den klokkenist
met 25, dan heeft men toegestaan toelage
aan de bewaarschooil 100, aan de avond-
vakteekenschool 125, de jaarwedde van
de vroedvrouw is verhoogd met 50, er is
700 geraamd voor subsidie aan de tram,
aan den gewezen gemeente-bode wordt eene
toelage gegeven van 115, terwiji de bijdra-
gen van pensioen, ingevolge de pensioenwet
en de weduwenwet. voor gemeente-ambte-
naren 1913 nu ook 1997,97i/2 vordert. Dit
alios bijeen maakt oen [bedrag van /7833,97y2,
waarmede de begrooting in de laatste jaren
is bezwaard.
De heer Oggel acht die verlioogingen zoo-
zeer geen bezwaar, als de draagkracht der
bevolking ook verhoogd is.
De Voorzitter verklaart daarop nogal ge-
rust te zijn. Wat het later worden kan
weet hij natuurlijk niet, maar voor het tegen-
woordige is hij daarvan wel verzekerd.
10. Wijziging verordening hel'fing hoof
delijken omslag.
De Voorzitter wijst er op, dat het maxi
mum, dat als hoofdelijken omslag mag
geheven worden, volgens de verordening
f 20.000 bedraagt. Burgemeester en Wet
houders stellen voor, aan de Kroon mach-
tiging te vragen dat maximum te verhoogen
tot 25.000. Dat bedrag wordt wel niet ge
heven, in de begrooting is thans 21.000
uitgetrokken, doch het is beter dat men
wat hooger gaan mag, omdat, als later nog
eenige verhooging noodig mocht blijken, men
dan niet terstond weer machtiging voor ver
hooging behoeft aan te vragen.
Dit voorstel wordt met algemeene stem-
men aangenomen.
11. Vastslelliiig suppletoir kohier hoofde
lijken omslag.
Het suppletoir kohier van den hoofdelij
ken omslag voor het jaar 1915 wordt met
algemeene stemmen vastgesteld, zooals het
in de vergadering met gesloten deuren is be
sproken, op een bedrag van f 278,881/2.
12. Omvraag.
De lieer Oggel vraagt, of het verbeteren
van de ontvangput in de Slijkstraat bij Her
rebout nog niet in dit jaar zou kunnen uit-
gevoerd worden, anders zitten de menschen
dezen winter ook nog met den overlast dien
ze er van hebben.
GEMEENTERAAD VAN ZAAMSLAG.
Vergadering van Donderdagi 7 October 1915.
Voorzitter de heer Johs,. de Feijter, bur-
gemees ter-raadslid.
Aanwezig de heeren De Mul, De Jonge,
De Putter, Scheele, De Klerk, A. de Feijter,
en Wisse.
Afwezig de heeren Faas. en Dieleman.
Een vacature.
De Voorzitter opent de vergadering en
stelt voor het lezen van de notulen der1
voorgaande aan te houden, daar die nog
niet zijn ingeschreven.
Aldus wordt besloten.
Vervolgens komt aan de orde:
1. Ingekomen stukken.
a. De Voorzitter deelt mede den uitslag
der besteding van het maken der vuilnis-
bakken op het Veer. Het werk is gegund
aan de minste inschrijvers, zijnde A. van
de Velde voor het metselwerk ad 129 en
J. C. Kaijser voor het timmerwerk ad 121.
b. De Voorzitter deelt mede, dat de lee-
ning van 1000 tegen eene rente van 5 0/0
is toegewezen aan den koers van 111 pno-
oent. De gemeente kon het kapitaal ook
krijgen a pari voor 4i/2 procent, maar Bur
gemeester en Wethouders hebben er de
voorkeur aan gegeven de leening tegen 5
procent toe te wijzen.
c. Een schrijven van Gedep. Staten, waar-
in deze te kennen geven niet genegen te zijn
verhooging van hej: salaris van den secre
taris te bevorderen, indien ook niet tevens
de jaarwedde van den burgemeester wordt
verhoogd, daar zij wenschen vast te hou
den aan het beginsel, vastgelegd in hun be-
sluit van 10 Januari 1908, Prov. blad no. 9,
dat de jaarwedden dier titularissen gelijk
moeten zijn.
In verband miet dit schrijven wordt met
algemeene stemmen besloten Gedep. Staten
te verzoeken, ook de jaarwedde van den
burgemeester met f 150 te willen verhoogen
en deze dus, evenals die van den secretaris,-
te bepalen op 1200.
d. Van verschillende gemeente-ambtena-
ren zijn dankbetuigingen ingekoimen voor de
lien in de vo-rige zitting bij de vaststelling
der begrooting nuet ingajng van 1 Januari a.s.
toegekende salarisverhooging.
Zoodanig schrijven is ook ingekomen van
mej. G. Knijff-Alberts, die wel dank be-
tuigt voor de haar toegekende verhooging,
d-och verklaart er niet over voldaan te zijn.
Ze hoopt, dat de Raad het bij deze kleine
verhooging niet zal laten, en haar spoedig
door andere zal doen volgen. Zij werd bij
het lezen van het verslag diep gegriefd. Het
is jammer, dat de Raad niet beter met het
werk en de persoon van de vroedvrouw op
de hoogte is, anders zo-u hij zich niet zoo
beleedigend tegenover haar hebben uitge-
drukt. Vooral de heer Faas, die haar voor-
stelde als een misdadigster, die men ont-
vlucht. Beleefd verzoekt zij genoemden heer
zijne beleedigende woorden terug te nemen.
De Voorzitter merkt op, dat de juffrouw
in deze natuurlijk abuis lieeft, want de leden
van den Raad hebben het recht zich uit te
spreken, zooals zij dat bij de behandeling
eener zaak noodig a-chlen.
e. Een schrijven van Gedep. Staten, waar-
bij zij de goedkeuring berichten van het
raadsbesluit tot het aangaan eener leening
van 1000.
f. De Voorzitter deelt mede, dat ook een
schrijven is ingekomen van Gedep. Staten,
waarin verschillende bemerkingen worden
gemaakt op de wijziging der verordening op
de begrafenLsrechten, waardoor -het doel, dat
de Raad met die wijziging beoogde, afkoop
voor het voortdurend onderhoud der graven,
niet zou kunnen worden bereikt. Het is
noodig in verband hiermede nog een en
ander te onderzoeken, waarom hij voorslelt
in een volgende vergadering hierop terug te
komen.
Aldus wordt besloten.
g. Een adres van de afdeeling Ter Neu-
zen van den Bond van Nederlandsche On
derwijzers, waarin wordt verzocht het sa
laris der onderwijzeressen, dat nog steeds
op het minimum staat, evenals dat der
hoofden van scholen, te verhoogen, wordt
voor kennisgeving aangenomen.
h. Adressen zijn ingekomen van M. R.
Bourdrez en M. M. Risseeuw en C. A. Th.
Knijff, onderwijzeressen aan de openbare
lagere scholen in deze gemeente, die te
kennen geven teleurgesleld te zijn, dat zij,
bij de verhooging van het salaris van bijna
alile gemeenle-ambtenai'en zijn overgeslagen.
Waar zij op de scholen de helft van het
werk doen (zij hebben, evenals het hoofd,
drie klassen voor humie rekening) meenen
zij, waar het salaris der hoofden met 100
boven het maximum is, verhoogd, evenzeer
aanspraak te mogen maken op verhooging.
De heer Scheele geeft in overweging om,
nu de begrooting is vastgesteld, het thans
zoo te laten en er het volgend jaar eens op
terug te komen.
De Voorzitter vindt dat nog al erg. Hij
stemt toe, werkelijk niet aan de onderwijze
ressen te hebben gedaeht, anders zou voor
hen ook wel verhooging zijn voorgesteld.
Hij zou hen 25 verhooging willen geven,
dat vordert dan een meerdere uitgaaf van
75, wat nog wel uit de onvoorziene uit
gaven te vinden is, en er is een goed batig
saldo van de reken i ng van 1914.
De heer Wisse merkt op, dat dit batig
saldo niet den doorslag moet geven, wel de
vraag of verhooging noodig en billijk is.|
Aan den heer Scheele, die vraagt hoe de
schoolcommissie er over denkt, antwoordt
hij, dat het niet de taak der schoolcommis
sie is, zich daarover uit te spreken, die be-
oordeelt alleen het gegeven onderwijs.
Besloten wordt liet minimum-safaris der
onderwijzers met 25 te verhoogen.
i. Uit eene mededeeling van den heer
Scheele blijkt nu, dat er nog een gemeente-
ainbtenaar is, die bij de verhooging ver-
geten is, dat is de havenmeester, de heer
Wisse. Deze is niet voornemens verhooging
te vragen, maar fzoiu |dat Loch in de toakomst,
als het niet uit eigen beweging komt, vra-
gen.
Uit inlichtingen, door den Voorzitter ver-
strekt, blijkt, dat deze een salaris geniet als
havenmeester van f 100 en voorts procen-
ten van de ontvangen rechten. Daarvan ont-
ving hij in 1914 246,42. Hij kreeg dus
totaal 346,42.
De Voorzitter acht verhooging ook wel
billijk, maar merkt op, dat de havenmees
ter nu onder abnormale omstandigheden
werkt. Ingevolge de oorlog is, omdat vele
producten niet naar Belgie kunnen, de aan-
voer op de haven grooter. Dit zal, als. de
oorlog voorbij is, weer anders worden. Dan
zal ook door de tram het aanvoeren op de
haven verminderen, zo-odat het naar het
hem voorkomt beter is eens af te wachten,
hoe het werk en de inkomsten van den ha
venmeester later zullen zijn. Mocht het bil
lijk vOorkomen, dan kan eventueel over 1916
nog eene gralificatie worden toegekend.
Met deze meening vereenigt de Raad zich.
j. Van Gedep. Staten is een schrijven in
gekomen, waarin bezwaar wordt gemaakt
tegen de vastgestelde wijziging der veror
dening regelende de salarieering der hoofden
van scholen. Aan den heer Luweina, hoofd
der school te Othene, was toch toegekend
eene verhooging van 100 boven het mini
mum, in de verordening genoemd, waarin
begrepen was, eene verhooging van f 50
na 25 jaren di-enst. Bij de -laatste wijziging
der verordening, waarbij de jaarwedden van
alio schoolhoofden op 100 boven het mi
nimum werden gesteld, ward echter die laat
ste verhooging, na 25 jaren dienst, ingC-
trokken. De heer Luwema, die een maxi
mum van 1250 kon bereiken, wordt daar-
door in zijne verkregen rechten verkort. Wil
men de andere hoofden van scholen niet in
dit recht doen deelen, dan zal toch zeker
ten opzichte van den heer Luwema bij over-
gangsbepalingen dat recht moeten worden
toegekend.
De heer Scheele herinnert, dat hij bij de
behandeling van het voorstel nog gewaar-
schuwd heeft, tegen intrekking der verhoo
ging 11a 25jarigen dienst. Het komt nu uit,
zooals hij heeft verwacht.
Na korte bespreking wordt besloten in de
verordening sub f., waarbij wordt bepaald,
dat de schoolhoofden na 25 jaren dienst
nog 50 verhooging van jaarwedde krijgen,
daarin weder op te nemen.
k. De Voorzitter deelt mede, dat geble-
ken is, dat de gemeente aan de haven aan
den Margarethapolder nog grond bezit, wat
niet bekend was. Nu is officieus te kennen
gegeven, dat de dijkraad van de calamiteuse
polders Margaretha c. a. daarvan 100 M2.
zouden wenschen te koopen, tot het ver-
bouwen van het directiegebouw. De dijkraad
heeft gevraagd, te willen informeeren of de
Raad genegen is dien grond te verkoopen en
aan welke voorwaarden. Later zal dan de
definitieve vraag volgen.
Burgemeester en Wethouders zouden die
100 M2. willen verkoopen, maar tevens, dat
het polderbestuur o-ok de overige, misschien
nog een 100 M2. kocht, omdat de gemeente
er geen belang bij heeft, dat kleine slukje
te behouden.
Zij stellen daarom voor te berichten, dat
de Raad de 100 M2. wil verkoopen tegen
50 cent per M2., dus voor 50, terwiji zij,
als het geheele terrein genomen wordt, dit
zouden willen verkoopen voor f 60, dus
tegen 30 cent per M2.
Deze zaak geeft tot breedvoerige bespre
king aanleiding.
De heer Wisse acht liet verschil nogal
groot. Als de eerste honderd meters voor
J 50 worden gepresenteerd, zou hij voor
de 200 M2. toeh zeker 80 widen vragen.
f 60 acht hij wat te weinig.
De heer De Mul en de Voorzitter betoo-
gen, dat die andere grond voor de gemeente
weinig waarde heeft.
De heer Wisse betoogt, dat die grond veel
waarde heeft voor het waterschap, omdat ze
voor het dijkshuis gelegen is.
De heer Scheele, die lid van den dijkraad
van den polder is, zou 80 cent per meter
voor de eerste honderd niet te veel vindjen.
De heer De Klerk, ook lid van den dijk
raad, acht 1 per M2. ook niet te veel.
De Voorzitter noemt het voor de gemeen!
een buitenkansje, dat gebleken is, dat z
daar nog grond bezit en meent, dat men j
dien grond niet te hoog in prijs, mag schat-
ten.
De heer Wisse, die 40 cent per M2. gp
noemd heeft, meent, dat dit toch zeker geei.-
te hooge schatting is. j
1 en slotte wordt met algemeene stemmen
besloten te kennen te geven, dat de Raad
genegen is, de eerste 100 M2. voor 80 cent
per M2. te verkoopen.
Over het te koop aanbieden van de
overige oppervlakte gemeentegrond bestaat
verschil van meening over den te vragen
prijs. Ten slotte zijn 4 Jeden er voor 40
cent te vragen, terwiji de vier anderen 30
cent per M2. voldoende vinden, zoodat de
stemmen hierover staken.
2. Onderzoek geloofsbrieven gekozen lid
van den Raad.
Ingekomen zijn de geloofsbrieven van het
nieuw gekozen lid van den Raad, den heer
J. L. van de Ree. Deze worden gesteld in
handen eener commissie bestaande uit de
heeren A. de Feijter en Wis.se, om te onder
zoeken.
Na onderzoek adviseert de commissie, bij
monde van den heer Wisse, dat de stukken
in orde zijn bevonden en zij tot toelating
concludeeren.
Met algemeene stemmen wordt diensover-
eenkomstig besloten.
3. Renoemeii lid der plaatselljke school
commissie.
De Voorzitter deelt mede, dat door Bur
gemeester en Wethouders ter benoeming als
lid der plaatselijke commissie van toezicht
op het lager onderwijs, ter vervanging van
den ontslag aangevraagd hebbenden heer
Stolk, worden aanbevolen de heeren J. P.
Geelhoedt en Jan Wisse. Hij stelt voor den
heer Stolk eervol ontslag te verleenen, onder
dankbetuiging voor d-e in zijne fimctie als
lid en secretaris van de ischoolcommissie aan
de gemeente bewezen diensten.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
Bij de nu gehouden stemming worden 4
stemmen uitgebracht op elk der heeren Geel
hoedt en Wisse.
Bij tweede vrije stemming wordt de heer
Geelhoedt gekozen mfejt 5 stemmen; op den
heer is.se zijnj 3 stemmen uitgebracht.
4. Wijziging gemeentebegrooting voor
1915.
Door Burgemeester en Wethouders wor
den verschillende wijzigingen in de begroo
ting voor 1915 voorgesteld, waardoor zoo
wel de ontvangsten als de idtgaven verhoo
gen met 26.582,49, Hierin is begrepen
f 25.000, die ter zake van de militie enz.
voor het rijk worden voorgeschoten en
weder terugontvangen.
Dit voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
5. Omvraag.
a. De heer Scheele vraagt, of de asch-
bakken op het Veer nog voor den winter
zullen gemaakt worden.
De Voorzitter antwoordt, dat volgens de
besteksbepalingen de aannemers terstond
met het werk moesten beginnen en dat dit
voor of op[ 1 November a.s. moet voltooid
zijn.
b. De heer De Klerk meent, dat er dit
jaar wel niet veel meer zal komen van het
planten van boomen op het dorpsplcin.
De Voorzitter acht dit ook niet raadzaam,
zoolang de trambaan nog in aanleg is.
c. De heer Scheele vraagt, hoe lang de
grond nog wel langs de baan zal blijven
liggen.
De Voorzitter antwoordt, dat reeds her-
haaldelijk aangedrongen is, op wegvoering
van den grond. Hij is overtuigd, dat men
thans geen enkel geldend motief zal kunnen
aanvoeren om die te laten liggen, maar het
helpt niet, men zou bij den aannemer of bij
de directie wel steeds met prooes-verbaal
moeten dwingen.
De heer Scheele acht liet dringend noodig,
dat de grond wordt opgeruimd, andiers zal
het daar in de Veerstraat bij het vervoer
der suikerbieten en bij begrafenissen veel
last en moeilijklieden veroorzaken.
De Voorzitter zegt toe, er nogmaals bij de
directie met.klem op te zullen aandringen.
De heer Scheele vraagt, hoe het staat met
het verleggen -der lijn, die te dicht bij het
gemeenlehuis is gelegd.
De Voorzitter deelt mede, dat van ver-
leggen wel niet veel meer komen zal. Op
een andere teekening was de lijn dichterbij
geteekend. De kromming kan beslist niet
sterker gemaakt worden en om te voldoen
aan ons verzoek, de rij lindeboomen te be
houden, is de lijn wat naar dezen kant moe
ten gelegd worden. Blijkens de verklaring
van den architect zal het voor het gemeen
lehuis geen bezwaar opleveren, daar de fun-
deering stevig genoeg is.
Op de vraag van den heer A. de Feijter,
wanneer nu de slraatweg ter vervanging van
den opgebroken macadamweg zal worden
gelegd. Het is zeer gewenscht dat dit spoe
dig geschiedt.
De Voorzitter antwoordt, dat nu juist de
goedkeuring van dat raadsbesluit van Ge-
deputeerde Staten is ontvangen. Er zal dus
aan den aannemer te kennen worden gege
ven, dat hij met de uitvoering van dat werk
kan beginnen.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.