f la Mi
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR
ZEEUWSCK-VLAANDEREN.
No. 6278.
Donderdag 23 September 1915.
55e Jaargang.
De Oorlog.
m mm mm m
ABONNEMENT:
ADVERTENTIfiN
B1NNENLAND.
-STATEN-GENEBAAL.
Telefoon 25.
Dit Blad yersehunt Maandag^, Woensdag- en Vrjjdagavond, uitgezonderd op Feestdagen, btj de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Neuzen.
FETTILLETON.
h,
j Bn
Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10. -
Bij vooruitbetalingvoor Belgie 1.40, voor Ned.-Indie en Amerika jT 1.65,
overig Buitenland 2.
f <Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 UUI* op den dag der uitgave.
VEREKNIGDE VERGADERING
29)
pri iMiniiiniimihii'HH iwi "'ii'iniMiniMi'iMiiiiiiiiiiii iiiiii ri' rriir'"n unmrt
op
ma'
geti:
dez*
At-
aaof
po,;
brs
BSSffltSlss
mn
COURANT
-*?»•
van de
BEIGE KHMERS
op Dinsdag 21 September 1915,
tot opening van de gewone zit-
ting der Staten-Generaal.
De heer J. J. G. baron van Voorst tot
Voorst, die den voorzittersstoel bekleedt,
opent, nadat de leden der beide Kamers
zich naar de Ridderzaal op het Binnenhof
hebben begeven, des middags te 12 uur, de
vergadering, en laat door den grittier van
de Eerste Kamer voorlezen een besluit van 6
September 1915 no. 22, houdende zijn be-
noeming tot voorzitter van de Eerste Kamer
gedurende de zitting, die heden zal aanvan-
gen.
De Voorzitter benoemt een commissie, die
Hare Majesteit de Koningin in het gebouw
zal ontvangen en uitleiden.
In deze commissie krijgen zitting de hee-
ren: Kraus, Cremer, De Gyselaar, De Vos
van Steenwijk en Van Swaaij, leden der Eer-
sle Kamer, en Smeenge, Van Vlijmen, Fock,
ilajtssen (Maastricht), Van Foreest, Van
Dcorn, Limburg, Van der Voort van Zijp,
i AhSerman en Van Vollenhoven, leden der
TWeede Kamer.
De Ministers, hoofden van ministerieele
departementen, en de leden van den Raad
van State vereenigen zich, te een uur des
namiddags, mede in de vergaderzaal.
Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van
Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der
Nederlanden, kort daarna in de vergaderzaal
binnengeleid, neemt plaats op den troon en
spreekt, terwijl de Prins naast haar gezeten
i _de
T roonrede,
uit, als volgt:
Mijne Heeren!
Nu ik weder in Uw midden ben is het
Mij eene behoefte allereerst openlijk uit te
spreken hoezeer Ik vervuld ben van dank-
baarheid, dat onS vaderland vrij is gebleven
van de verschrikkingen van den oorlog, die
nog steeds geen einde neemt.
De vaste wil van Regeering en voiksver-
tegenwoordiging om onze zelfstandigheid te
nvaren en de plichten der neutraliteit stipt
te komen vindt alom waardeering.
Onze betrekkingen met alle buitenlandsche
mogendheden Eleven van vriendschappelij-
ken aard.
Zee- en iandmacht blijven gereed ter be-
scherming onzer nationale belangen. De
dienst bier te lande en in de kolonien ver-
eischte onafgebroken inspanning. De her-
innering aan hen, die daarbij het Ieven lie-
ten, vervult Mij met weemoed. Met bijzon-
dere waardeering gedenk Ik de vele man-
nen, che, door de vervulling van hun plicht,
nu reeds zoo geruimen lijd verstoken zijn
van de uitoefening van hun beroep, de be-
hartiging hunner zaken en de samenleving
met hunne gezinnen.
Ofschoon jook thans bet leoonomische Ieven
nog sterk gedrukt wordt door den toestand
waarin Europa verkeert, kan er toch met
voldoening op worden gewezen, dat de land-
en tuinbouw over bet algemeen in gunstigen
toestand verkeeren. Door samenwerking van
de Regeering met de georganiseerde belang-
hebbenden in verschillende takken van be-
a——II
.iv
Zij veegde juist de kamer, toen Hendrik
in het venster kwam leunen. Hij sloeg haar
gade. Zij zag er nu frisscher uit dan gis-
teren, en hoe vlug ging haar het werk van
de hand.
„Hoe gaat bet er mee", vroeg hij, zijn zij
goed voor je?"
„0, heel goed!"
„Kom eens hier, en vertel eens wat."
Marie kwam bij hem staan en zij babbet-
den gezellig.
„Maak nu maar, dat je wegkomt", riep
zij na eenigen tijd gepraat te hebben. „Men
moet zijn tijd niet verpraten."
Hij ging heen en zocht tante Rika op,
vroeg haar over het meisje, over haar komen
en hierblijven. Hij meende, dat zij slechts
hier was, om den brief van haar overleden
moodier te brengen. En nu wilde zij steeds
hier blijven en haar vader in den sleek
laten? Waarom dat? Hij begreep niet, hoe
dat in orde kon zijn, hoe tevredsn hij er
ook mee was.
„Tante, die gescbiedenis is ergens niet in
orde. Waarom wil zij niet naar Rerlijn
teruggaan
..Wees, stil", zei Rika, en keek schuw naar
de meid, die varkensvoeder stampte. „Daar
drijf konden voor Handel en jifijverheid de
nndeeli-ge gesV'olgen der verschillende moei-
lijkheden worden beperkt en de zaken zoo-
veel mogelijk in gang worden gehouden.
De Nederlandsche reederij leverde, voor
zoover de groote vaart betreft, gunstige uit-
komsten op. De toestand der kleine vaart
is daarenlegen zeer ongunstig.
Ondanks de daarbij ondervonden moeilijk-
heden en gevaren, zijn de uitkomsten van de
zeevisscherij bevredigend. Die van de andere
takken van visscherij zijn zeer uiteenloo-
pend.
De Regeering ziet zich nog genoodzaakt
in vele opzichten hare tusschenkomst in
buitengewone mate te verleenen voor het
aanvoeren van levensmiddelen, voor het
tegengaan van prijsopdrijving en om te voor-
komen, dat levensmiddelen en grondstoffen,
die hier niet gemist kunnen \vorden, het land
verlaten.
De beperkte aanvoer van grond- en hulp-
stoffen brengt het geregeld voortwerken van
menige fabriek niet zelden in gevaar. De Re
geering Iracht den aanvoer zooveel mogelijk
te bevorderen.
Hoewel het havenbedrijf, het bouwbedrijf
en de diamantnijverheid kwjjnen, is de om-
vang der werkloosheid over het algemeen tot
nog toe niet zorgwekkend.
Dankbaar erken Ik den moeitevollen ar-
beid die door zoo velen, hetzij in commis-
sies, hetzij persoonlijk, in het algemeen be-
lang wordt verricht.
Hoewel de druk der tijden zich uitter-
aard ook in Nederlandsch-Indie doet gevoe-
len, geeft de algemeene economische toe
stand ook daar te lande geen reden tot be-
zorgdheid.
Met voldoening mag vastgesteld worden,
dat de berichten omtrent het verloop der
pestziekte reeds geruimen tijd veel gunstiger
zijn dan in het vorig jaar.
De toestand in Curasao is na het invallen
van den regen in de eerste helft van het
loopende jaar en ten gevolge van eenige
toeneming van het handels- en scheepvaart-
verkeer, verbeterd.
De aanvoer van levensmiddelen voor Su-
riname kon blijven voortgaan.
Zoolang de buitengewone omstandigheden
zich niet ten onzen nadeele wijzigen, kan
de gewone wetgevende arbeid weder worden
ter hand genomen.
De vroeger aangekondigde voorstellen tot
Grondwetsherziening zullen weldra worden
ingediend.
In verband met het aanzienlijk Lekort, dat
ook het dienstjaar 1916 opleveren zal, als-
mede ter beslrijding van nieuwe Staatsuit-
gaven, welke in de naaste toekomsl noodig
zullen zijn, zullen U binnenkort wetsvoor-
stellen worden aangeboden tot herziening
van bestaande en tot invoering van nieuwe
belastingen. De hoofdlijnen van die voor-
stellen zullen worden samengevat in een
ontwerp van wet lioudende de grondslagen
van het stelsel van 's Rijks belastingen.
In aansluiting aan de wetsontwerpen be-
treffende de Rijksbelastingen zal U een voor-
stel worden voorgelegd tot herziening van de
financieeie verhouding tusschen het Rijk en
de gemeenten en zullen de aanhangige voor
stellen tot wijziging der Gemeentewet ten
aanzien van de plaatselijke belastingen en
tot heffing van opcenten ten behoeve der ge
meenten op de belasting der naamlooze ven-
nootschappen worden gewijzigd.
Tenzij de loop der gebeurtenissen het on-
verwijid nemen van maatregelen op finan-
cieel gebied mocht noodzakelijk maken, zul-
ginds is iemand, dien zij niet mag lijden,
maar dien zij moet nemen."
„Heeft zij dan een anderen vrijer?" stootte
Hendrik met gefronst voorhoofd uit.
„Dat geloof ik niet, jongen. Dan liet zij
de ooren liangen en was niet zoo blij, dat
zij liier mag blijven."
Hendrik vond het pleizierig, dat groot-
vader haar toch had opgenomen. Voor een
vermogend boer, die rijkelijk er van kan
ieven, kon het niet anders, of hij moest de
zijnen bijsiaan, wanneer zij in verlegenheid
kwamen.
,.En zij kan werken en wil het ook gaar-
ne. En, zie eens, Hendi-ik, ik word nu zoo
langzamerhand een beetje zwak, en daar-
voor is het goed, dat een jonge, sterke
hand in huis komt, die kan aanpakken."
„Ja, tante, die hulp is u gegund. Kom
nu maar eens spoedig met haar bij ons
over; u kan wet begrijpen, dat moederhaar
gaarne wil zien."
„Natuurlijk, jongen, zoo spoedig bet werk
gedaan is en wij weg kunnen. Vandaag
scliijnen alien wel in een feestelijke stem
ming."
De komst van het vreemde stadsnichtje
bij grootvader had niet alleen bij Trine op
den Beermanshof een groote ontroering te
weeg gebracht. In het landeiijke eentonige
Ieven, dat de dorpsbewoners leidden, wekte
zulk een bijzondere gebenrtenis verbazend
veel opzien. A1 waren zij van nature geen
drukke menschen, zoo bezaten zij toch veel
gevoel voor de saamhoorigheid voor bloed-
verwanten. Zij wisten zeker weinig van de
len voorstellen tot regeling van de vlottende
scliuld, hoewel deze yoortdurend belangrijk
stijgt, tot het komende voorjaar worden uit-
gesteld.
Wegens het naderen van den dag waarop
de Invaliditeitswet uiterlijk zou moeten in
werking treden, zullen de vroeger aange
kondigde en met die wet verband houdende
wetsontwerpen tot herziening der sociale
verzekeringswetten U eerlang worden aan
geboden.
Het ligt in het voornemen om, in afwach-
ting van de Lndiening eener Vlootwet, voort
te gaan met de geleidelijke vervanging van
bet materieei, dat aan den dienst komt te
ont.vallen en daarbij in de eerste plaats re-
kening te houden met de verdediging van
Nederlandsch-Indie.
Vertrouwende op de geestkracht van Mijn
volk om de zware lasten, die het onvermij-
delijke gevolg zijn van den noodtoestand,
waarin wij verkeeren, manmoedig te dragen,
ga Ik lioopvol de toekomst te gemoet.
Wordt Nederland tot het einde toe ge-
spaard, dan zal het, Ik ben er zeker van,
opnieuw een eervolle plaats innemen in den
vreedzamen wedstrijd der volken. Daartoe
reeds thans alle krachten in te spannen,
schijnt Mij onafwijsbare plicht.
Met de bede dat God ons rnoge sterken,
verklaar Ik de gewone zitting der Staten-
Generaal geopend.
Na het uitspreken dezer rede, verlaat
H. M. de Koningin, vergezeld van Z. K. H.
den Prins en voorafgegaan door de com
missie uit de beide Kamers, de vergader
zaal.
Nadat de commissie in de zaal is terug-
gekeerd, si uit de Voorzitter de vereenigde
vergadering.
De algemeene ioesiand.
Over de beteekenis van de inneming van
Wilna, die in het Russische legerbericht
in deze woorden woi-dt medegedeeld: „In de
streek van Wilna zijn onze troepeneen
weinig teruggetrokken naar het Oosten,
schrijft kapitein "Bertkau in de „Voss. Ztg.":
Terwijl de legers van Von Scholz en Von
Gallwitz de Russen tusschen Wilna en Wol-
kowysk aanvielen, :en prins Leopold van Bei-
eren langs den spoorweg naar Minsk uit het
Zuiden omvattend oprukte, ging het leger
van generaai Von Eichhorn uit het Noorden
tot den aanval over. In het Oostep sloot dit
ieger aan bij dat van Von Below, die tegen
de linie Riga-Dunaburg oprukte, en met de
uiterste vleugelgroepen ging het tot aan het
spoorwegstation Molodestjno, aan de lijn
WilnaMinsk, ongeveer 125 K.M. van Wilna.
Hierdoor werd het Russische Wilnafront in-
gesloten in de lijn Wornjany— Smorgon—Mo-
lodetsjnd, en werd de terugtochtsweg der
Russen naar het Oosten afgesneden. Door de
bezetting van de lijn Mjedniki—Lid aSol-
jane werd het knooppunt van den spoorweg
WilnaMinsk bereikt, en de verbinding over
Lida afgesneden. En naar het Noorden is
door de bezetting van Swenzjany en van
den spoorweg, die Oostelijk van die plaats
loopt, eveneens de terugtochtsweg afgesne
den.
De „Rjetsj" kon dan ook, in een bespre-
king van den militairen toestand, de opmer-
king niet weerhouden, dat door den op-
marsch der Duitsche legers de troepen aan
geslorven tante Dora, doch zij werd nu
gewichtig voor hen; door haar dochter.
Liesbet verheugde zich bet meest over de
nieuwe vriendin. Een meisje, dat uit Ber-
lijn kwam, moest zeker wel mooi zijn, geen
grot werk doen, fraaie kleeren dragen en
van de mode verstand hebben.
Eindelijk kwam tante Rika met haarnicht
in liet huis van haar zuster. Het heele
liuisgezin snelde toe, alien reikten de vreem
de bloedverwante zonder veel woorden de
hand, en toen gingen zij in de kamer.
Alleen Hendrik was spraakzaam. A1 de
anderen waren stijf en spraken weinig. Hij
echter wilde de nieuwe nicht laten voelen,
dat zij welkom was.
Liesbet zat naast haar en bekeek Marie
van top tot teen. Steedsch gekleed was
zijmaar niet mooi.
„Wiil je ook graag op het land zijn?"
„0, gaarne 1"
„Nu, pas maar op, als de arbeid op de
akkers begint."
„Ik kan alles toch leeren."
Hendrik was niet gewoon oomplimentjes
te maken en zijn teergevoeligheid verhin-
derde hem, om over Berlijn te beginnen.
Immers, dat kon onaangenaam zijn voor het
meisje. Zoo sprak men over het weer, van
de aanstaande markt te Soltau en dat de
varkensprijzen stegen.
Des namiddags, toen het werk gedaan
was, stond Marie in de kamer bij de tafel
en knipte uit een stuk blauw iinnen, dat
tante Rika uit de linnenkast had genomen,
keukeftschorten voor haar; de schorten die
de Duna en in Wilna van de Russische
hoofdmacht waren afgesneden.
Von Hindenburg heeft met den directen
aanval op Wilna getalmd, schrijft het
„Alg. Hbl." totdat de legers de verschil
lende punten, waarlangs de Russen zouden
kunnen terugtrekken, hadden bereikt. Eerst
daarna ging hij tot den aanval op de stad
over. Het Russische leger, dat in Oostelijke
richting terugtrok, trachtte bij Smorgon de
lijn naar Minsk te bereiken, doch stiet daar
op de Duitsche legers, die de Russen terug-
dreven. Hveneens werd de poging om aan
de Wilija bij Michaliski door te breken en
de aansluiting tusschen het Wilna-leger en
het Duna-leger te herstellen, afgeslagen. Dit-
maal schijnt Hindenburg bet omtrekkings-
plan met zooveel zorg en geduld te hebben
uitgevoerd, dat de mogelijkheid bestaat een
deel van het Russische leger te beletten zich
bij de op Moskou terugtrekkende hoofd
macht aan te sluiten, of naar het Noorden,
naar Walk of Polozk uit te wijken en zich
bij het leger te voegen, dat den toegang tot
Petersburg verdedigen moet.
Bij Dunaburg wordt door Von Below's
leger de aanval krachtig voortgezet. De Rus
sen, die in Novo-Alexandrowsk ten Z.-W.
van Dunaburg een stelling bezet hadden,
werden genoodzaakt zich hier uit lerug te
trekken en op Dunaburg terug te gaan. Wel
wordt in het gebied ten Zuiden van Duna
burg hardnekkig gevoehten. Het dorp Widsy
(Widzia) ten Oosten van den spoorweg
Swenzjany—Dunaburg, dat verleden week,
na een hevig gevecht, man tegen man, in de
straten en in de huizen door de Duitschers
genomen werd, is. volgens het Russische le
gerbericht door de Russen hernomen. Een
„Times."-bericht zegt, dat de aanvallen op de
stelling van Dunaburg onafgebroken worden
voortgezet. Als de aanval op de eene plaats
wordt gestaakt, begint onmiddellijk ergens
anders een nieuwe. Op sommige plaatsen
ligt het front nog slechts twaalf mijlen van
de stad, in welker verlaten straten het ge-
donder van bet zware geschut weerklinkt.
Dat de stad het houden zal, verwacht zelfs
de „Times" niet. Het bericht, door een
nieuwsagentschap van de Duitsche grens
verzonden, dat Dunaburg door de Duitschers
bezet is, werd officieel nog niet bevestigd.
Toch is de val van Dunaburg, nu Wilna ge
nomen is, slechts een quaestie van tijd.
Nieuw cffensief legen Servie.
Ongeveer veertien maanden na het uitbre-
ken van den oorlog tusschen Oostenrijk en
Servie, vernemen wij weder eens wat van
oorlogvoeren in dat gebied. Geruimen tijd
stond de strijd daar stil. Na den ongelukki-
gen terugtocht van de Oostenrijksche troe
pen uit Servie scheen op dat gebied de oor
log voering gestaakt te zijn.
Thans meldt het Duitsche legerbericht, dat
Duitsche en Oostenrijksche artillerie de
Servische stellingen bescholen heeft aan den
zuidelijken Donau-oever, dat de vesting Bel-
grado beschoten is, en dat aan de Drina
vooruitgeschoven Servische posten werden
aangevallen en vernietigd.
Deze hernieuwing van den strijd aan het
Servische front wordt in verband gebracht
met een poging, om den spoorweg door Ser
vie, naar de Bulgaarsche grens bij Carlbrod
te vermeesteren. Het doel daar van zou kun
nen wezen, om van Oostenrijk een spoorweg-
verbinding met Bulgarije te verkrijgen en
daarlangs de ammunitie en andere legerbe-
hoeften voor Turkije te vervoeren, die het
Turksche leger noodig heeft, en die tenge-
volge van het sluiten van het transport door
zij in de stad droeg, waren hier toch niet
goed.
Grootvader was met Hendrik het veld in-
gegaan om te zien of men kon ploegen.
Rika zat, bij den haard, juist koffie te
malen, toen haar beveling Fedor Kruse in
huis kwam.
„Ik moet toch eens zien, hoe het hier af-
geloopen is,tante!"
„Ga daar maar zitten, jongen", zeide zij,
hem vriendelijk toeknikkend. „En dan zal
ik je wat vertellen. Vader is. zeer goed met
haar, en zij blijft hier voor altijd."
„Zij, voor altijd?" Zijn gezicht straalde.
„Maar hoe komt dat zoo?"
„Ei, wou je dat weten? Thuis is men
zeer boos op haar, daar een oude kerel haar
wilde trouwen, dien zij niet mag lijden.
Haar vader moet een sluw man zijn, anders
had hij onze Dora ook niet weggesleept."
De kandidaat schudde nadenkend het
hoofd.
„Ga maar in de kamer, ik zal je een
kommetje koffie brengen."
Het volgende oogenblik stond hij bij Marie.
„Ik hoor daar, dat je bij grootvader blijft,
dat doet mij plezier", zei hij hartelijk, ter
wijl hij haar de hand schudde.
Deze vriendelijke woorden deden haar
goed. Hij had toch reeds iets over zich,
dat haar vertrouwen inboezemde. „Ga bij
mij zitten, Fedor", zeide zij, „ik heb je er
heelemaal nog niet voor bedankt, dat je mij
gisteren zoo zorgzaam gesteund en geleid
hebt, maar
„Ach ja, je waart een beetje ontsteld.
Roemenie niel uit Duitschland en Oostenrijk
kunnen worden aangevoerd. De meening
van het „Berliner Tageblatt", dat de eerste
schoten van de Duitsche artillerie aan de
Servische grens vooral in Turkije met vreug-
de zullen worden opgemerkt", geeft aan
deze veronderstelling eenige kracht. Waar-
schijnlijk zal Bulgarije, door den afstand
van grondgebied aan de Maritza met Turkije
verzoend, geen bezwaar maken tegen het
transport van legervoorraden naar Turkije,
zooals Roemenie gedaan heeft. Dat wordt
ten minste in Duitscland en Oostenrijk ver
wacht. De bepalingen der overeenkomst tus
schen Turkije en Bulgarije zijn niet bekend
geworden. Maar wel is bekend, dat de Bul
gaarsche minister-president aan de partij-
leiders mededeeling heeft gedaan, dat op 3
September de overeenkomst met Turkije is
onderteekend, waarbij is bepaald, dat voor-
taan de rivier de Toendsja tot aan Kara-
gatsj, de voiorstad van Adrianopel, de Zuid-
Oostelijke grens en dan de Maritza totEnos
de Zuidelijke grens van Bulgarije vormen
zal. Het door Turkije aan Bulgarije afge-
stane gebied is 2300 vierkante K.M. groot.
Over de verpliclitingen, die Bulgarije tegen-
over dezen afstand van grondgebied op zich
nam, is echter nog niets officieel bekend ge
worden.
Ondertusscben bracht de telegraaf ons
hedenmorgen uit Berlijn het bericht, dat
Bulgarije eene algeheele mcbilisalie
heeft afgekoadigd.
Een feit is het ook, dat de houding van
Bulgarije met den dag oorlogzuchtiger wordt.
De feesten, die plaats hadden ter herinnering
van de 30jarige vereeniging van Oost-Roe-
menie en Bulgarije, droegen vaak het ka-
rakter van betoogingen tegen Servie. Hieruit
werd daarom ook eene aanwijziging gevon-
den, dat Bulgarije te eeniger tijd zijne onzij-
digheid zou prijs geven en den strijd tegen
Servie aanbinden.
Intusschen heeft de Bulgaarsche regee
ring aan Griekeniand laten weten, dat zij
niet van zins is om het Helleensche rijk aan
le vallen. Het staat aan Griekeniand, om
thans de uitlegging aan het verdrag met Ser
vie te geven, die liet beste schikt. In ver
band met deze verklaring wordt herinnerd
aan de uitlating van Radoslawow, dat Bul
garije slechts op een front moet vechten.
Men verwacht algemeen, dat Griekeniand
onder deze omstandigheden Servie niet zal
helpen en dus. onzijdig zal trachten te blij
ven.
Gelijke houding zal ook Roemenie vermoe-
delijk aannemen. Aan den Oostenrijkschen
gezant te Boekarest deed Britianu geruststel-
lende verklaringen over de militaire maatre
gelen, terwijl de gezant van zijn kant gelijk-
luidende verklaringen aflegde. Bij die gele-
genheid, meldt de correspondent van de
„Voss. Ztg.", moet de gezant zekere aanhie-
dingen hebben hernieuwd, waarover se'dert
lang niet was gesproken.
Een Roemeensch blad bespreekt de moge
lijkheid van een kabinelswisseling en wijst
op de mogelijkheid van een kabinet Mar-
ghiloman.
Rusland heeft onmiddellijk gevolg gegeven
aan het protest der Roemeensehe regeering,
naar aanieiding van de aanwezigheid van
Russische torpedobooten in de territoriale
wateren en de wederrechtelijke opbrenging
van het Roemeensehe s.s. „Kralova". De
torpedobooten zijn teruggeroepen en er 'is
last gegeven geen Roemeensehe schepen meer
op te brengen.
Maar dat maakt niets uit. Wij hadden bei-
den oprecht medelijden met je. Nu zie
je er veel beter uit."
Zij liet zich niet in haar werk storen,
maar intusschen babbelden zij als oude
vrienden.
Hij vertelde haar, dat hij de groeten van
zijn ouders en zijn zuster bracht, die reeds
naar haar verlangden en zij moest in ieder
geval Zondag naar de kerk komen.
Grootvader en Hendrik kwamen binnen.
„Ben je at lang hier?" vroeg Hendrik aan
Fedor.
„Neen, slechts een paar minuten."
Rika kwam met de koffie, en zij zetten
zich alien aan de tafel, waar Marie haar
linnengoed afhaalde, en dronken koffie ter
wijl zij over huiselijke aangelegenheden spra
ken.
Toen grootvader vermaande, weer aan het
werk te gaan, was Hendrik niet vlug om
heen te gaan.
Fedor sloot zich bij hem aan. Buiten
zeide hij„Heeft Liesbet zich getroost, is
zij vergenoegd en vlijtig?"
„Dat gaat wel, maar zonderling is en blijft
zij."
„Nu, dan zal ik haar toch eens ernstig
vermanen."
„Als een roepende in de woestijn!"
„Dat is mijn beroep."
Zoo pratende gingen zij samen naar den
Beermanshof.
(Wordt vervolgd.)