i.
GEMEN6DE BEHICHTEN.
mmm
Duitsche hulde asm Pegoud.
Oost> zijn ©itjeo bommen
gedood.
Groote Duitsche vliegtuigen
in Gent.
De aanvoer van visch was voor Maandag
te IJmuiden niet groot; 12 trawlers waren aan
de markt. Door dezeu geringen aanvoer
waren de besommingen zeer hoog. Booten
met een reis van 5 a 6 dagen besomden
tot f 6000. Terwpl 2 sehepen van een
maatschappij te zameu voor f 17000 visch
aanbrackten.
in de Dpitsche linies doorgedronden, elders
waren de Russen ook de stad binnenge-
drongen, waar eeo verbitterd bajonetgevecbt
in de straten ontstond, dat verscheidfene
uren dnurde en waarbij de Rus3en 150 ge-
vangenen maakten en 8 mackinegeweren
vermeesterden.
Maandagavond heeft een Duitsch vliegtuig
dat op groote boogte boven Chavange sur
1'Etang, een Elzassische gemeente aan de
vroegere grens, vloog, een krans naar be-
neden gewprpen met het opschrifc ffAan
Pegoud. als held gesneuveld. Zijn tegen-
stander."
Bp tentinger (Elzas) is een Fransch mi-
litair vlieger bp een ianding in een draad-
versperring geraakt en met zpn vliegtuig
omgeslagen. Daarbij zijn de bommen, die
de vlieger bp zich had, ontploft, hpzelf met
zpn waarnemer opjslag gedood en 'tvliegtuig
vernield.
Engelsche bladeri vernemen uit Kopenha-
gen, dat de Duitschers bezig zpn met den aan-
maak van een nieuwe groote soort van
vliegtuigen, naar bet model van de Russisehe,
die een bemanning van 8 koppen voeren
en in vpf uur heen en weer naar Londen
kunnen vliegen. Zh hebben 3 motoren,
elk van 100 P. K., en 3 schroeven. Zij
kunnen genoeg benzine voor een tocbt van
8 uur meenemen, zijn voorzien van een
draadlooze installatie en zoeklichten, gewa-
pend met 5 machine-geweren en kunnen
120 bommen van 22 pond bergen.
De twee eerste vliegtuigen van die soort
moeten al klaar zpn.
De (Duitsche) gouverneur-generaal van
Belgie baron von Bissing, heeft aan den
heer Braun, burgemeester van Gent, een
audientie verleend. De laatste ging hem
spreken over de vele opeischingen, in Gent
door bemiddeling van het gemeentebestuur
gedaan na 15 Januari 1915 en waarvan
nog niets betaald is. De gouv.-gen. beloofde
de klacht in te zenden bp de regeering te
Berlpn en om voorschotten te zulleu vragen.
D.e requisites beloopen 2,500.000 frank.
Waar werd oprechter trouw
Bp een twist tusschen man en vrouw
Zondagnamiddag te Schiedam, sloeg de
vrouw den man met een ketel kokend wa
ter op het hoofd, waardoor hp bloedenc
werd verwond, en aan den hals een brand
woud bekwam 1
Door den commissionnair D. Leenknecht
te Stoppeldpk werden deze week in eens
12 paarben, meest veulens, verzonden naar
Ter Neuzen, ter verdere doorzending naar
de Duitsche grenzen tegen dat die grenzen
open gaan, waarvoor hij zelf ruim 8000
had betaald. Er was een ISmaander bp,
die hp had gekocht voor 725.
Deze hooge prpzeu in aanmerking nemende
moet men er zich niet. over verwondereD,
dat men sinds geruimen tpd niet meer het
op den gewonen tpd van aaukweek, maar
zoo spoedig mogelpk verkoopbare veulens
tracht te hebben.
Te Lamswaarde is Dinsdag jl. door
den heer P. Lindenbergh van Wemeldinge,
onder-voorzitter van de commissie tot stick-
ting eener cooperatieve kunstmestfabriek
voor Zeeland, eene voordracht gehouden
over deze stichting, waarbij talrpke land-
bouwers tegenwoordig waren.
Op overtuigende wpze werd door spreker
het groote voordeel aangetoond, dat voor
de landbouwers in deze cooperate is ge-
legen, terwijl grondig werd weerlegd, het-
geen door tegenstanders is aangevoerd tegen
de stichting dezer fabriek.
Het is zeker, dat-in Lamswaarde te zijner
tpd vele aandeelen zullen worden genomen
POLIT1 JK.
Aan het bureau van politie alhier is als
gevonden gedeponeerdeen sigarenpijp.
Rechthebbende vervoege zich aldaar.
Landweermannen in de val!
De jaehtopziener Groenewoud vond Zater-
dag in een van drie groote wildstrikken,
die door stroopers gezet waren in de bos-
schen van Valkeveen, een ree van ongeveer
30 pond zwaarte. Gedurende den gaheelen
nacht en ook Zondag bleef hp verdekt op
gesteld bp het inmiddels gestorven dier
toezien. Maandagmorgen 8 uur kwamen
twee landweermannen, die later bekerden
de strikken geplaatst te hebben, hun buit
ophalen, doch iiepen in de val.
(Hbh)
De man, die in den nacht van Zater-
dag op Zondag op de Zaandamsche kermis
in een twist door een Belg gestoken werd,
is aan de gevoigen overleden.
(Hbld.;
Gouden lijd!
Voor het visscherpbedrpf is het tegen
woordig een ichittereude tpd. (Tpd.)
i
Het „kunst"gezicht.
In het Rothschildhospitaal te Parijs werd
•onlangs een soldaat binnengebracht, wiens
gezicht totaal verminkt was. Een fotografie,
na aanbomst genomen, toonde een ver-
splinterde kin, weggeschoten neus en lippen,
een kaakbeen, waaraan de onderste helft
ontbrak. Na eenigen tpd was, behoudens
eenige litteekens, van a! die vevwondingen
niets meer te bespeuren. Met beenstukken
en stukken van het ve\ werd het kaakbeen
weer in orde gemaakt, voor lippen en
huid van den patient gebruikte men een
stuk van de huid, dat uit den buik was
weggesneden. Het gezicht kreeg daarna
weer den gewonen vorm, dien het vroeger
had.
De vlekziekte.
Men schrijft van Schouwen en Duiveland
aan „Het Volk":
Men praat niet meer over den oorlog op
ons eilandje. Er is narigheid dichtbij en
wel heel erge. De vlekziekte heerscht ern-
stig op ons eiland en met bedrukte gezich-
ten vraagt men: „Hoe is het met 't varken
van Joos?" „Dood, en dat van W. ook al,
en van S., en er zijn al weer 7 zieken bij",
is het antwoord.
Er kunnen geen twee menschen bij een
komen, of dat is het onderwerp van het
gesprek. Het is ook wat. Het varken dood,
dat beteekent: weg 't kleine stukje spek en
vleesch, dat het een geheel jaar moestschaf-
fen.
Alles hebben zij gedaan om 't gevaar af
te wenden. Al vroeg in 't voorjaar was het
dier "mgaspoten met serum tegen de ge-
vreesde ziekte, en toen 't maar even ziek
was werd het nog eens gedaan, maar niets
hielp.
\oor eqn prikje koopt een stager soms
het beest' nog, ook al is het bijna dood.
Nu zegt men wet: ,,'t Is een goud jaar
voor de boeren." Dat is juist. Maar niet
voor de arbeiders.
Ilet loppunt.
Bij een b"woaer van de buurtschap
Zwanenburg in de Haarlemmermeer, is de
waakhond. gesfcolen. (H. D.)
GEMEENTERAAD VAN ZAAMSLAG.
Vergadering van Dinsdag 7 September 1915.
Voorzitter de heer Joh. de Feijter, burge-
meester-raadslid.
Aanwezig de heeren De Mul, De Jonge,
De Putter, Scheele, De Klerk, A. de Feijter,
Faas, Wisse en Dieleman, benevens de se-
cretaris.
(Vervolg).
8. Aangaan geldleening.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester
en Wethouders voor, ter dekking van de
koslen van het maken van voornoemden
weg eene geldleening aan te gaan tot een
maximum van 1000, tegen eene renLe van
ten hoogste 5 procent.
De heer Wisse vraagt, of de ruimte tus
schen de rails in de kom van het dorp ook
niet moet worden aangevuld.
Het is eigenlijk een verzuim, dat dit door
den Raad vroeger niet als voorwaarde is
gesteld.
De Voorzitter deelt mede, dat de Inge-
nieur der tramwegmaatschappij hun heeft
gezegd, dat later de ruimte tusschen de
rails, als de weg eenmaal goed ligt, netjes
met sintels enz. zal worden aangevuld. Bo-
vendien staat dat niet in verband met de
aan de orde zijnde zaak.
De heer Wisse wil er zich nu wel bij
neerleggen, maar meent. dat het een moei-
lijkheid zal blijven, als de weg tusschen de
rails niet met den weg wordt gelijk ge
maakt. GeschiedL zulks niet, dan kan men
er met wagens niet over uitwijken.
Na nog enkele opmerkingen wordt het
sluiten der leening goedgekeurd. De aflos-
sing zal geschieden in 10 jar en, of zooveel
vroeger als den Raad gewenscht zal voor-
komen, te beginnen in 1917.
9. Wijziging heffing hoofdelijken omslag.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester
en Wethouders voor, ter voorkoming van
latere moeilijkheden, als men een hooger
bedrag moet heffen, machtiging te vragen
het maximum te verhoogen van 11.000
tot 12.000.
Dit wordt go edge von den.
Verder slellen Burgemeester en Wethou
ders voor, uit de verordening de bepalingen
te sclirappen betreffende het uitgeven van
biljetten voor eigen aangifte. Daarvan wordt
weinig of geen gebruik gemaakt, men kan
bovendien over het algemeen op die eigen
aangiften niet aan en het veroorzaakt veel
werk op de secretarie. Er is. daar zooveel
werk, dat men, als er wat kan verminderd
worden, dat ook wel eens mag doen.
De heer Scheele pleit voor het behoud
der eigen aangifte; men heeft er toch ook
wel eenig voordeel van. Dit bleek nog dit
jaar, toen iemand, in wie men geen erg
had gehad, zich 8 klassen hooger opgaf.
De heer A. de Feijter zou het ook jammer
vinden, als de eigen aangifte verviel.
De Voorzitter betoogt, dat er te minder
reden is, om daaraan vast te houden, nu in
het vervolg gebruik kan worden gemaakt
van de gegevens der inkomstenbelasting.
Met 7 tegen 2 stem men (die der heeren
A. de Feijter en Scheele) wordt besloten de
eigen aangifte te laten vervallen. (De lieer
De Jonge is bij de behandeling van dit punt
afwezig).
Thans verzoekt de Voorzitter den heer
Scheele zijn voorstel betreffende eene an-
dere regeling der aanslagen te willen toe-
Iichten.
De heer Scheele merkt op, dat hij eene
heffing wenscht, die voor de hoogste inko-
mens wat hooger gaat. Hij vond een mede-
stander in den sedert overleden welhouder
De Ruijter, met wie hij samen de regeling
heeft ontworpen, die nu ter tafel ligt.
De bedoeling is, alle aanslagen iets te ver
hoogen, met dien verstande, dat de heffing
van andex-lialf maal het bedrag dat als
levensonderhoud mag worden afgehokken
verhoogd van 2 tot 21,4 en het percentage
voor de hoogste inkomens klimt tot fi/2
in plaats van tot 4 <y0, welk percentage dan
bereikt wordt bij inkomens van 2050 tot
2200. Voor de laagste klasse zal de ver-
hooging dan zijn 11 cent, terwijl die voor
een inkomen van 300 8,56 bedraagt.
Voor elke 200 meer wordt dan 9 meer
betaald, in plaats van f 8 zooals nu. Spre
ker meent, dat die regeling niet bezwarend
kan genoemd worden.
Het voorstel wordt aangenomen met alge-
meene slemmen.
10. Wijzlging verordening heffing begra-
fenisrechten.
De Voorzitter deelt mede, dat het aan
Burgemeester en Wethouders gewenscht
voorkomt, eene regeling te treffen. waarbij
aan de gemeente kan worden opgedragen
zorg te dragen voor het onderhouden van
de graven en monumenten of grafsteenen
op het kerkhof. Zoolang de tegenwoordige
beambten der begraafplaats in dienst zijn,
zou men hen willen laten behouden wat
zij daarvoor van particulieren genieten,
maar in de toekoinsl zouden Burgemeester
en Wethouders die zorg geheel aan de ge
meente willen houden en dan daarmede in
verband het salaris regelen. Door deze wij-
ziging verkrijgt men. dat er dan voortdu-
rend zorg voor de graven gedragen wordt,
terwijl dit nu door overlijden van familie-
leden of anderszins kan ophouden en te
wenschen overlaat.
Er wordt voorgesteld daarvoor een recht
ineens te betalen, als volgt:
In de eerste klasse voor het schoonliouden
van graven en onderhouden van bloemen
en beplantingen mrnimum J 10, maximum
25.
In de tweede klasse minimum 5, maxi
mum 15.
Voor het onderhouden van monumenten
en grafsteenen in beide klassen minimum
25 en maximum f 150.
In verband met hetgeen zal moeten wor
den onderhouden, worden door Burgemees
ter en Wethouders de te betalen bedragen
binnen bovenstaand minimum en maximum
geschat.
Het voorstel geeft tot verschillende opmer
kingen aanleiding, terwijl enkele inlichtin-
gen worden gevraagd.
De heer Wisse meent, dat in den regel de
renlen van de aangegeven bedragen wel niet
voldoende zullen zijn voor het bekostigen
van het onderhoud.
De Voorzitter voerl hierlegen aan, dat,
als de gemeente voor het onderhoud zorgt,
dit liaar zooveel niet zal kosten. Boven
dien is de gemeente toch verplicht, om, in-
dien de belanghebbenden er zelf niet voor
laten zorgen, zelf eenigermate voor het on
derhoud der graven zorg te dragen, in ver
band met het aanzien van het kerkhof, men
kan dat toch geen wildernis laten worden.
Naar aanleiding eener opmerking van den
heer Wisse, dat f 25 voor het onderhoud
van een eenvoudig slaand steentje of fun
dament wel wat te vefel is, wordt het mini
mum voor grafzerken enz. teruggebracht tot
15, daar Burgemeester en Wethouders het
werk toch nader schatten.
De heeren Scheele en De Klerk vinden
5, genoemd als minimum voor onderhoud
van graven in de tweede klasse wel wat
weinig, wat aanleiding geeft het minimum
te bepalen op 8, het maximum op 20.
Aldus gewijzigd, wordt liet voorstel met
algemeenc stemmen aangenomen.
11. Vasl'steiling gemeentebegrooting lit HI.
De Voorzitter stelt aan de orde de be
handeling der gemeentebegrooting voor het
jaar 1916. Begonnen wordt met de ontvang-
sten. Deze geven tot geen op- of aanmer-
kingen aanleiding en worden vastgesteld op
31.917,24. De hoofdelijke omslag, die voor
het loopende jaar 10.000 bedraagt, woi-dt
uitgelrokken op 11.000.
Bij de behandeling der uitgaven bepleit
de Voorzitter in de eerste plaats eene ver-
liooging der jaarwedde van den secretaris
van f 10.50 tot 1200. Met het oog op het
vele werk is deze verhooging billijk, ook in
aanmerking genomen b.v. de bezoldiging van
de hoofden der scholen, wier werkkring toch
zeker niet omvangrijker is. Nog stelt spre
ker in liet licht, dat Gedeputeeruc Staten
eene lierziening der jaarwedden hadden aan-
hangig gemaakt, doch dat daarmede, wegens
de het vorig jaar ingetreden tijdsomslandig-
heden niet is voortgegaan. Daar deze ge
meente niet onder de tijdsomslandigheden
heeft geleden, is er geen reden hier de ver
hooging niet toe te kennen en te meer noo-
dig, nu verschillende levensbehoeften zoo
in prijs zijn gestegen.
Spreker voegt hieraan toe, dat hij aan
Gedeputeerde Staten eene verklaring zal in-
zeniden, dat liij voor zich geene verhooging
van jaarwedde wenscht, daar hij het ambt
van burgemeester als een eere-baantje waar-
neemt. Hij hoopt, dat Gedeputeerde Staten
in dit geval zullen willen afwijken van den
regel, dat het traclemen t van den burgemees
ter en secretaris gelijk moet zijn.
Wil genoemd college dat ten slotte niet,
dan kan hij het niet helpen. In elk geval
acht hij de verhooging voor den secretaris
noodig en billijk.
De commissie voor het onderzoek der be-
grooting, de heeren De Jonge, De Klerk
en Dieleman, adviseeren de verhooging toe
te staan.
De heer Dieleman merkt op, dat de com
missie ook wel eenigermate zag op de moei-
lijkheid, dat de burgemeester ook met een
gelijk bedrag zou verhoogen, daar het dan
ineens 300 zou zijn voor de gemeente.
De Voorzitter verwijst naar zijne zooeven
gegeven verklaring. Hij beschouwt het ambt
van burgemeester als een eerepost en merkt
op, dat er ook op andere wijze nog wel
eens wat gedaan wordt. De rekeningen van
den b'loemenkweeker voor levering van bloe
men op den gedempten brandput heeft liij
ook maar voor eigen rekening gehouden. Flij
hoopt, dat Gedeputeerde Staten zullen goed-
vinden dat het gaat als in Noord-Brabant
en dat ze elk geval op zichzelf zullen wil
len beoordeelen. Als een burgemeester.ge-
fortuneerd is, heeft hij het salaris niet noo
dig. In gemeenten waar dit niet het geval
is, wordt dat wat anders.
De heer Wisse is tegen de voorgestalde
verhooging. De secretaris is hier gekomen
op 950, 2 jaar later is zijn salaris ver
hoogd tot 1050, hij vindt eene verhooging
tot 1200 op dit tijdstip nogal kras en
meent, dat er nu nog wel gewacht kan
worden. Hij wil toegeven dat er wel veel
werk is, op de secretarie, maar zoo buiten-
gewoon zal dat toch niet zijn. En wat de
tijdsomstandiglieden betreft, de duurledrukl
thans ieder.
De heer F aas steunt het betoog van den
heer Wisse. Waar moet het met al die
traclementsverhoogingen heen. De secreta
ris zal toch door al die werkzaamheden
ook nog wel eens een buitenkansje hebben.
De Secretaris merkt op, dat niets wat ter
secretarie gebeurt extra-inkomsten opievert.
De heer Faas acht, dat door deze ver
hooging de verhouding met de ambtenaren
zoo onredelijk groot wordt. Die menschen
lijden toch ook onder den druk der tijden
en er wordt nu voor den een zooveel meer
verhooging voorgesteld dan voor den ander.
De Voorzitter bepleit nader de voorge-
stelde verhooging voor dezen verantwoor-
delijken eersten ambtenaar der gemeente.
Het is voldoende bekend, dat hij niet tot de
politieke partij van den secretaris behoort,
anders zou men kunnen beweren, dat dit
er eene rol in speelde, maar juist daarom
durft hij met des te meer vrijmoedigheid
het voorstel verdedigen.
De heer Faas merkt op, dat partij hier
heelemaal niet in aanmerking mag komen,
dat zou vreeselijk zijn!
Hij zou liever, in verband met de tijds-
omstandigheden, eene gratificatie geven.
Met eene verhooging blijft de gemeente be-
last en men weet niet wat het wordt in de
toekomst.
De Voorzitter betoogt, dat de gemeente-
financien er goed voorstaan, men is van
zware aflossingen af, er was op de reke
ning een grooter goed slot dan ooit, de hoof
delijke omslag is nu wel met 1000 ver
hoogd, maar nog op geen stukken na aange-
zet, de belaslingplichtigen behoeven hier
volstrekt niet te klagen, maar als ze naar
andere plaatsen kijken, kunnen ze integen-
deel dankbaar zijn.
De heer Scheele brengt hulde aan de ver-
aediging van den Voorzitter in deze. Hij
acht eene bezoldiging van 1200 volstrekt
niet te hoog, voor een deskundig ambtenaar
dei' gemeente, die zooveel werkzaamheden
te doen heeft. Ziet eens naar den boekhou-
der onzer fabriek zegt spreker die
heeft niets anders te doen dan de boekhou-
ding daarvan en krijgt f 2000.
Nadat de Voorzitter heeft opgemerkt, dat
de bezoldiging in evenredigheid met omlig-
gende gemeenten zeker niet He hoog is,
wordt het voorstel aangenomen met 8 tegen
2 stemmen; tegen stemmen de heeren Wisse
en Faas.
De Secretaris dankt den Raad voor deze
beslissing.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de jaarwedde van den gemeenle-ontvanger
te verhoogen met J 25.
De heer De Putter acht dat wel wat
weinig.
De Voorzitter merkt op, dat de ontvanger
jmaar 2 dagen per week zitting lioeft te hou
den. Dat hij meer komt, is wel te prijzen,
maar hij kan toch met minder volstaan.
Zijn werk is niet zoo omvangrijk.
Het voorstel wordt aangenomen met alge-
m eene s te m men
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de jaarwedde van den ambtenaar ter se
cretarie te verhoogen met f 25 en alzoo te
brengen op 525.
De heer Faas verklaart, dat dit naar zijn
gevoelen te weinig is; die moet toch ook
heele dagen op de secretarie zijn.
De Voorzitter merkt op, dat deze geen
verantwoordelijkheid heeftals de uren
van de secretajrie verstreken zijn, gaat hij
liuiswaarts en heeft geen verdere verant-
woording als de secretaris, die dan meer-
malen nog werk mee moet nemen naar huis.
De heer Faas blijft het te weinig vinden
in verhouding van de verhooging van den
secretaris, maar zal geen voorstel doen.
Het voorstel wordt aangenomen met al-
gemeene stemmen.
De Voorzitter deelt mede, dat de geineen-
lebode wegens meerdere werkzaamheden in
1915 eene gratificatie vraagt van 50, er
op wijzende dat hij 15 reparatiekosten aan
zijn fiets heeft gehad, wat hij nogal bezwa
rend acht, terwijl hij voorts verhooging van
salaris verzoekt met 100.
Burgemeester en Wethouders slellen voor
hem 25 salarisverhooging te geven, wat
zij voldoende achten, in verband met de
door hem verricht wordende werkzaamhe
den.
De heer Scheele merkt op, dat de com
missie, blijkens haar rapport, de verhooging
voor den bode te gering acht. Hij is het
daarmede eens.
Toen de betrekkingen van veldwachter en
bode werden gescheiden, heeft men gezegd
het voorloopig op 100 te zullen bepalen,
om dan eens te zien, hoe het met de werk
zaamheden stond. In verband met die
werkzaamheden acht hij eene verhooging
van 25 te weinig.
De Voorzitter wijst er op, dat de bode
door het verstrekken van regeeringsbrood,
voor het uitoefenen van controle ook 2
's weeks krijgt en dat werk doet hij in zijn
gewonen lijd als bode. Het is een uitzon-
dering als de bode des namiddags nog dien-
sten voor de gemeente moet doen.
De heer Scheele voert hier tegen aan,
dat die verstrekking van regeeringsbrood
ophoudt, als de oorlog klaar is. Hoe eerder
het klaar is met het regeeringsbrood, hoe
liever ieder dat zal zien. Dan houdt dus
voor den bode die vergoeding ook op. Hij
stelt voor eene verhooging van J 50 te
geven.
Nadat de Voorzitter nog heeft opgemerkt,
dat de bode ook nog gelegenheid heeft om
nog andere werkzaamheden, dan die voor
de gemeente te verrichten, door in tuinen
te werken, en de heer Scheele naar aan
leiding hiervan er op heeft gewezen dat
het ook noodig is, dat de bode andere in-
komsten geniet, wordt het voorstel van den
heer Scheele met algemeene stemmen aan
genomen.
Burgemeester en Wethouders slellen voor,
de jaarwedde van den gemeente-veldwach-
ter te verhoogen met J 100 en dus te stel
len op f 700. De Voorzitter herinnert, dat
de heer Wisse reeds voor de benoeming
van den veldwachter voorstelde, bij deschei-
ding der belrekking met die van bode, /700
uit te loven en dat ook de Commissaris der
Koningin in dien geest sprak, doch dat be
sloten is voorloopig f 600 te geven, opdat
men kon uitzien wat de te benoemen veld
wachter zou presteeren. Nadat men nu ge
ruimen lijd heeft kunnen waarnemen op
welke wijze de gemeente-veldwachter zijn
dienst opvat, durft hij met vrijmoedigheid
de verhooging van f 100 voorstellen.
Met algemeene stemmen wordt dit voor
stel aangenomen.
De Voorzitter deelt mede, dat de veld
wachter ook gewezen heeft op de groote
onderhoudskosten voor zijn rijwiel, dat hij
in dienst der gemeente gebruikt. Is de Raad
welliclU genegen het onderhoud van dat
rijwiel voor rekening der gemeente te nemen?
De heer Scheele meent, dat, na de loege-
kende verhooging, voorloopig daarop niet
behoefl te worden ingegaan.
De Raad blijkt het met den heer Scheele
eens te zijn.
De Voorzitter stelt voor, den gemeente-
werkman, belast met het ophalen der vuil-
nis, wegens toeneming zijner werkzaamhe
den 25 verhooging te geven, waardoor
zijne jaarwedde tot j 100 zal klimmen.
Dit wordt met algemeene stemmen goed
gekeurd.
Vervolgens stellen Burgemeester en Wet
houders voor de jaarwedde van den ge-
meente-architect met 100 te verhoogen en
aid us te brengen op 200. Zij doen dit
voorstel, omdat de werkzaamheden nogal
veel tijd vereisclien. De architect besteedt
veel zorg aan het werk der gemeente en,
daar in de laatste jaren geen werken boven
de 500 werden uitgevoerd, heeft hij ook
geen bijverdienslen wegens procenten van
zulke werken.
De heer Wisse acht 100 te veel en
meent, dat met f 50 verhooging zou kun
nen worden volstaan, hij krijgt nu toch ook
weer wat van den te maken keiweg.
De heer Scheele acht de voorgestelde ver
hooging billijk.
Den heer Faas komt het ook nogal erg
hoog voor. Er zijn wel gemeenten die meer
geven, maar dat zijn groote gemeenten als
Ter Neuzen en Axel; er zullen er ook wel
zijn die minder geven.
De voorgestelde verhooging wordt aange
nomen met 7 tegen, 3 stemmen; tegen stem-
men de heeren Wisse, Faas en De Putter.
Thans komt aan de orde eene wijziging
van de regeling der jaarwedden der hoof
den van scholen. Burgemeester en Wethou
ders stellen voor alle bedragen te stellen
°P 10Q boven liet minimum, doch de
laatste verhooging, na 20 jaren dienst, die
destijds ten behoeve van den heer De Kok
is ingelaschl, te laten vervallen. Zooals be
kend, geniet het hoofd der school te Othene
reeds het salaris dat nu zal worden uitge-
loofd. De heer De Moor zal dan nog 50
vooruitgaan, de heer Jansen komt, in ver
band met zijne dienstjaren, daarvoor voor-
eerst nog niet voor het voile salaris in aan
merking.
De heer Scheele had liever de laatste ver
hooging ook nog behouden; nu doet men
den lieer De Moor eigenlijk eene verhooging
van f 50 ontgaan; had hij een groot gezin,
dan zou men daaraan niet denken, nu doet
men liet wel.
De Voorzitter herinnert aan de geschie-
denis dezer zaak. Ten behoeve van den
heer Kok, oud-hoofd der school te Othene,
is nog eene laatste verhooging ingevoerd.
Verder wilde de Raad niet gaan. Later is
men echter verder moeten gaan, om den
heer Luwema, die elders benoemd was, te
Othene te houden. Men begreep toen, dat
die regeling algemeen zou moeten worden
gemaakt. Men is noodgedrongen daartoe ge
komen, en daarom meent spreker, dat men
nu ver genoeg gegaan is, met die regeling
algemeen voor te stellen.
Ten slotte wordt de voorgestelde regeling
met algemeene stemmen goedgekeurd.
Overeenkomslig het ingekomen nader ver-
zoek wordt aan de vereeniging „De Ver-
eenigde Handwerkslieden" te Ter Neuzen
voor hare avondvakschool eene subsidie van
25 'sjaars verleend voor de jaren 1916—
1920.
Alsnu brengt de Voorzitter in bespreking
de jaarwedde der verloskundige, mej. Rnijff-
Alberts, die in een breed gemotiveerd adres
verhooging van jaarwedde heeft gevraagd,
wegens langdurigen diensttijd en verminde-
l'ing van inkomsten, wegens de concurrentie
der geneesheeren.
De Voorzitter acht dit een moeilijk geval.
Aan andereh wordt verhooging gegeven we
gens toeneming van werkzaamheden, maar
deze adressante zou men moeten verhoogen
nieltegenstaande hare werkzaamheden afne-
men. Zij wordt eigenlijk gesalarieerd voor
de menschen die niet bij machte zijn te
betalen, maar spreker gelooft, dat bij de
toegenomen verbetering van den welstand
der arbeiders, het maar zeldzaam zal voor-
komen, dat er menschen zijn, die niets kun
nen betalen.
De heer Scheele meent, dat het hier de
vraag is, of men zonder verloskundige mag
zijn en of men, als zij eens vertrok, voor
het thans betaalde salaris eene andere juf-
frouw zou kunnen krijgen.
De Voorzitter meent, dat de gemeente niet
gedwongen is een verloskundige te onder
houden, temeer, waar er een geneesheer is
gevestigd.
De lieer Wisse betoogt, dat op de gemeen
te toch de zedelijke plicht rust, zoo eene
juffrouw te hebben. Alle tractementen zijn
in den loop van jaren verhoogd; vandaag
reeds vele, hij meent, dat ook voor juffrouw
Ivnijff eene verhooging billijk is. 100, zoo
als zij vraagt, komt hem nogal hoog voor,
maar liij stelt voor 25 te geven.
De Voorzitter verklaart, dat Burgemees
ter en Wethouders geen verhooging hebben
voorgesteld, omdat er geen grond voor aan
wezig is.
De heer Wisse acht het motief: dat zij
minder verlossingen te behandelen krijgt en
zoo iemand in de gemeente niet gemist kan
worden.
De heer Scheele is het daarmede eens;
men kan ook wel de hulp van een dokter
inroepen, en die is dan opk wel verplicht
te helpen, maar het is een groot verschil,
of die bij een grooten boer, of een arbei-
der wordt geroepen.
De heer Faas acht het een moeilijke zaak,
daar het persoonlijk wordt, maar de toe-
stand is zoo, dat elk die kan, de juffrouw
ontvlucht en de hulp van den dokter in-
roept. Alleen zij, die niet anders kunnen,
komen bij haar. Het is nu eenmaal niet
anders, dal leeft in de gemeente. Als de
dokter niet wil, moeten ze naar haar toe,
en dat de toestand zoo is, dat is het jam-
mere van de zaak.
Het voorstel van den heer Wisse, om de
jaarwedde van de verloskundige met 25
te verhoogen, wordt aangenomen met 9
tegen 1 stem; tegen de heer Faas.
Aan de orde komt de begrooting van het
Burgerlijk Armbestuur, op een eindcijfer
I