ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6262.
Dins dag 17 Augustus 1915.
55e Jaargang.
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN
Telefooti 25.
Bit BM versehijnt Maandag-, WQeosdag- en Vrpagavond, uitgezonderd op Feestdagen, btf de Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Wenzen.
Een dringend belang.
F I IT IL L E T 0 W.
BINNENLAND.
Per 3 maanden binnen de stad 1—Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.6o,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 utlC op den dag der uitgave.
Ammunitie voor het Nederlandsche
leger.
iUitvoer van varkens- en rund-
vleesch.
TER NEUZENSCHE COURANT.
De Burgemeester dei" gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat Op?nbare Ver gartering
van den Gemeenteraad zal worden gehouden op
Uundrrdne den 1» liiguslus ISIS, des
voormiddags ten 10 ure.
Ter Neuzen, den 16 Augustus 1915.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Onder dit opschrift schrijft de „Midd. Ct.''-.
,.Le mieux c'est l'ennemi du bien" Het
betere is de vijand van het goede.
Dat is heel sterk gebleken telkens wan-
neer er een plan aan de orde kwam om de
beide deelen van Zeeuwsch-Vlaanderen nu
eindelijk ook eens een weg-verbinding over
land te geven.
Toen in 1863 aan de Staten een volledig
plan werd voorgelegd met de meedeeling,
dat de Regeering zich in beginsel bereid
verklaard had ©en subsidie te geven, werd
er aan het plan geen u i t v o e r ing ge-
geven met het oog op den toen in uitzicht
zijnden aanleg van spoorwegen.
De spoorwegen kwamen er, maar niet
daar. West en Oost bleven onverbondten.
Toen in 1908 (door (die Vereeniging van Bur-
gemeesters en Secretarissen in het voorma-
lig 4e district werd aangedrongen op het
maken van deze verbinding, werd door Ged.
Staten afwijzend geadviseerd en werd door
de Prov. Staten dat advies gevolgd, o.a. op
grond van de overweging, dat zoo'n ver-
bindingsweg" weliswaar gemakkelijk en nut-
tig zou zijn, maar „geenszins onmisbaar
genoemd kon worden", wanneer er ©en
tramverbinding tot stand kwam. En er was
een subsidie voor aanleg van een tram ver-
leend. De trambaan kwam er, maar at het
andere verkeer bleef onmogelijk zonder
h inder 1 ij ke gr ens f or m alii te i ten
En toen het vorig jaar in Juni de gemeen
teraad van Ter Neuzen een nieuw adres
zond, gevolgd door een zwerm van adhae-
sie-betuigingen van andere gemeenten, toen
was het advies van Ged. Staten, dat men
goedkooper terecht zou komen als men
wachtte tot eerst de Zuidelijke Braakman in-
gepolderd zou zijn. En daar de Prov. Sta
ten zich met 18 tegen 17 stemmen met het
afwijzend advies vereenigden het is dus
op 't nippertje geweest kregen de Zeeuw-
sche Vlamingen hun weg nog niet.
Ja, het is waar, ze hebben daarna hun
tram gekregen over Philippine. Ze kunnen
over land van het eene naar het andere
deel reizen zonder over de grens te gaan,
wat nu trouwens geheel onmogelijk is door
de electrische draadversperring.
Maar wie een wagenvracht te versturen
heeft per kar, wie met een auto van het
Oosten naar het Westen wil, die kan dat
nidt doen. Is het niet dwaas, dat tusschen
twee deelen van ons land, zoo na bijeen ge-
legen, verbonden zelfs door een strook Ne-
derlandsch gebied, twee deelen waartusschen
veel betrekkingen bestaan, dat daartus-
schen geen wegverbinding bestaat?
We zijn geen strategen, maar het lijkt ons
toch een malle toestand dat een troep van,
onze soldaten niet van het eene deel van het
land naar bet naastliggend trekken kan, ten-
minste niet over een weg.
Het adres van den raad van Ter Neuzen
19)
Het drukte mij en liet mij geen rust, en
zoodoende schreef ik nog eens aan mijn
zuster; ik vertelde haar van u, Iieve Marie,
en hoe ik vurig naar vader verlangde. Bui
ten op den omslag schreef ik mijn adres
en wachtte nu als een veroordeelde, die op
begenadiging hoopt. De brief kwam terug
met het poststempel: Geweigerd.
Dal trof mij als een dolkstoot in het hart,
het scheen mij toe, alsof er iets van binnen
stuk was, en ik voelde, dat ik door heimwee
gefolterd en rusteloos voort gedreven werd.
Had ik nu zelf maar er heen kunnen gaan;
maar ik durfde bet niet, vader is zoo streng.
In dien tijd, ongeveer een jaar geleden,
toen ik ziek begon te worden, trof ik toeval-
iig een meisje op de straat aan, uit mijn
geboorleplaats. Zij dient hier, en al is zij1
ook jonger dan Ik, en al hadden wij elkaar
slechts een paar mailen gezien, zoo herken-
den wij elkaar toch dadelijk. Lina moest
mij van altes vertellen. Ik hield niet op,
haar uit te vragen.
Mijn vader leefde nog, hij moest tegen de
zeventig zijn; de goede Rika was bij hem
gebleven. Zij woonden op de kleine hofstee,
en Trina met haar gezin op onze boerderij,
die nu de Beermanshof heet. Trina's man
was echter bet vorige jaar gestorven"; zij'
werd opgestetd voor de oorlog uitbrak. En
wat daarin werd aangevoerd ten opziclite
van de moeilijkheden voor het goederenver-
voer per as, en voor het auto- en rijtuig-
verkeer tusschen het voormalige vierde en
vijfde district, was 0,. i. reeds zeer klem-
mend. Maar de door den oorlog geschapen
toestand heeft het belang van de gevraagde
verbinding nog veel helderder in t licht
gesteld, dan de adressanten hadden kunnen
hopen.
Toch is het verzoek afgewezen. Niet voor
goed, maar toch voorloopig. En omdat we
meenen, dat die afwijzing ten oprechte is
geschied, en het belang nog altijd dringt,
willen we nog eens herinneren aan de mo-
tieven, die er voor werden aangevoerd.
Nadat door Ged. Staten in hun prae-ad-
vies o.a. was opgemerkt, dat aan het ver
zoek wet op geen andere wijze zou zijn te
voldoen, dan doordat de Provincie den aan
leg van den weg ter hand neemt met een
bijdrage van het Rijk in de kosten, daar op
bijdragen van anderen niet valt te rekenen,
werd meegedeeld dat de raming der kosten
beliep 221.600 voor e'en keibestrating met
rijwielpad en f 126.600 voor een steenslag-
baan zonder rijwielpad.
En dan volgde:
„In de tegenwoordige tijdsomstandigheden
(het stuk is 30 Oct. 1914 gedateerd), waarin
zuinigheid dringend geraden is, achten wij
het niet verantwoord, een zoo aanzienlijke
som uit te geven voor een werk, dat n:iel;
bepaald noodzakelijk kan worden genoemd,
te minder waar de kosten van aanleg van
een verbindingsweg aanmerkelijk lager zul-
len zijn, indien gewacht wordt totdat een
der in het Zuidelijk deel van den Braakman
ontworpen bedijkingen uitgevoerd zal zijn,
hetgeen wetticht binnen niet te langen tijd
zal geschieden."
Er is toen bij de openbare behandeling
door den lieer Maarteveld mede namens de
andere afgevaardigden van het voormalig
vierde district, voorgesteld om het verzoek,
zooals het door den Raad van Ter Neuzen
was gedaan, voorloopig aan te houden,
maar: „Gedeputeerde Staten uit te noodigen
o p het door hen w e n s c h e 1 ij k g c-
a c h t e t ij d s t i p de Regeering te wilten
vragen onder welke voorwaarden deze be
reid is den gevraagden verbindingsweg te
helpen tot stand brengen."
Ataar ook dat vond geen genade in de
oogen der meerderheid.
Gedeputeerde Staten deelden bij mondp
van den beer Van Rompu mee dat zij
teruggeschrikt zijn van [bet hooge cijfer maar
dat het voorstel tot terugzending naar het
college totaal overbodig was, omdat „de
verzoekers toch te alien tijde bij het col
lege met een nieuwe aanvrage kunnen terug-
keeren."
De voorspelling van de heeren Maarteveld
en Neeteson, dat die bedijkingen in den
Braakman nog jarenlang op zich zouden
laten waehten, omdat de internationale com-
missie, die zich daarmee bezig houdt, niet
opscliool, werd door den heer Van Rompu
weersproken met de bewering dat een par-
tieele bedijking niets met Belgie te maken
heeft, en onder de tegenwoordige omstan-
digheden volstrekt niet uitgesloten is.
En wat het financieel bezwaar betreft,
Althans de meerderheid. De heer Van Niftrik
stemde later voor 't voorstel Maarleveld.
wist zich er flink door te slaan, daar haar
zonen goed aanpakten, deze konden reeds
in de twin tig' jaar zijn dit en nog veel
meer, dat sinds at die jaren hij ons was
voorgevallen, moest Lina mij vertellen.
Aanvankelijk scheen het, dat dit gesprek
mij goed gedaan had, als een die iang dorst
heeft geleden en eindelijk gedronken heeft;
de dorst echter kwam terug, en daar ik in
mijn opwinding vergeten had aan Lina te
vragen, bij welke famiiie zij diende, en mij
ook niet haar familienaam kon herinneren,
zoo was mijn bron uitgeput.
Door angst en onrust gedreven, heb ik
haar dikwijls gezocht; ik liep telkens heen
en weer in de straat, waar ik haar eenmaal
ontmoette, doch ik vond haar niet meer.
Ik werd zieker en zieker en kon niet uit-
gaan, en toen dacht ik: schrijf altes op
voor Marie, een brief van haar, waarin de
mijne ligt, zal vader aannemen en als zijn
verstooten kind dood is, zal hij het geen
wrok meer nadragen.
Misschien kunt gij, lieve dochter, eens
naar Haiddorf reizen, en wanneer gij daar
komt, moet gij voor uwe anne moeder bij
grootvader om vergiffenis vragen. Wanneer
liij mij dan eindelijk nog zijn zegen gee ft,
zoo geloof ik dan, dat de eeuwige rust daar-
door volkomener zal worden.
U echter, Marie, wensch ik een ongestoord
geluk, zooals het mij ten deel is gevallen.
Ik hoop, dat ik je zoo opgevoed heb, dat
je door de wereld kunt komen, en dat je
degelijkheid je voor den nood des levens
moge beschutten. Moge de volte rijke zegen,
die ik voor Gods troon voor je wit afsmee-
zei de heer Van Rompu, dat niet zoozeer
de financieele toestand van de Provincie
werd bedoeld, dan wet die van het Rijk.
Er was toen juist bestoten tot de leening
van 275 millioen. Dat beloofde zwaren be-
tastingdruk, en dien moest men niet nog
meer verhoogen.
Mel 18 tegen 17 stemmen werd het voor-
slel-Maarleveld verworpen, en z. h. s. het
voorstel van Ged. Staten aangenomen.
Dat gebeurde in de zitting van 11 De
cember j.l.
Nu zijn er echter na dien tijd dingen ge-
beurd, die de kracht van die argumenten
zeer verzwakken.
Ten eersle is er, althans in het openbaar,
nog niets van gebleken, dat de bedijking
van de Braakman nader is gekomen.
Maar ten tweede mag er wel op gewezen
worden, dat er door de Regeering een geheel
andere houding werd aangenomen, dan in
deze kwestie door Ged. Staten, die zich zoo
bezorgd toonden voor den financieelen toe
stand van het Rijk.
Met het oog op de werkeloosheid zijn er
groote sommen door de Regeering aange-
vraagd en gekregen ten behoeve van de
kraehtige ter hand neming van versehillen-
de waterslaatswerken. En een dier posten
betreft... den aanleg en de verbe-
t e r i n g van R ij k s w e g e n.
Ja, nog sterker: er werd door den Minis
ter van Waterstaat een uitvoerig en koslbaar
plan ingediend ten doe! hebbend de stelsel-
matige verbreeding van de Rijkswegen, ten
einde ze geschik't [te (maken voor gewoon ver
keer, als voor snel-verkeer met motor-rij-
tuigen.
Komt tegenover dezr voorstellen de be-
zorgdheid van Ged. Staten voor den finan
cieelen toestand van bet Rijk, naar aanlei-
ding van een voorstel tot aantegging van een
toch ook belangrijken weg, niet in een eigen-
aardig licht?
Er is in de toelicliting van dat laatst be-
doelde regeeringsvoorstel nog iets te lezen,
dat kan dienen tegen de bezwaren van hen,
die den toestand bevredigend achten nu er
een tramverbinding tusschen Oost en West
is.
Er wordt daarin namelijk uitvoerig uiteen
gezet, dat de vroeger heerschende meening,
alsof de uitbreiding van bet tramwegnet,
het gebruik van de gewone wegen zou doen
verminderen, ongegrond is gebleken, vooral
sedert de groote toeneming van bet auto-
verkeer. De beteekenis der gewone wegen
is veel grooter geworden dan men een jaar
of tien geleden dacht dat mogelijk zou zijn.
We gelooven daarom, dat wie nu bij het
Rijk aanklopt voor aanleg van een verbin
dingsweg, zoo belangrijk als die tusschen
Oost- en West-Zeeuwsch-Vlaanderen, daar
niet zal worden afgewezen met de bood-
schap, dat men om financieele redenen niet
gelegen komt.
En het is daar het goede kantoor waar
men juist voor dit werk moet aankloppen.
In het voorstel van den heer Maarleveld
c.s. zat een bedoeling, die ook daarmee re^
kening hield: te (Onderzoekje^i pf de Regeering
al dan niet bereid is deze zaak te steunen.
„Ik vestig hierbij", zoo zei hij in die zit
ting, „nog de aandacht op het feit, dat to,n-
nen gouds in de Nederlandsche schatkist
gevloeid zijn door de inpoldering in
Zeeuwsch-Vlaanderen, van welk geld nog
ken, je deel worden; moge je liefde bevrijd
zijn van al de ellende, (fie de mijne ovei-
mij gebracht heeft. Leef gelukkig, Marie,
en vergeet nooil uw moeder
DORA LIEBREICH,
geboren Ivruse."
Diep bewogen keek Marie naar de hand-
leekening. Het scheen, alsof haar in het
slille naclitelijke uur de geest van de dier-
bare overledene omzweefde. Zij herinnerde
zich, hoe dikwijls zij haar moeder schreiend
had gevonden en lioe zij zich moeite had
gegeven, om door hare kinderlijke liefkoo-
zingen het onbekende verdriet te verdrijven,
dat bet hart van haar moeder zoozeer
drukte.
Nu wist zij, wat haar moeder zoo ge-
kweld had. Het testament en de opdracht,
die zij zoo laat had gekregen, zouden haar
lieilig zijn. Mocht haar grootvader nu ook
nog maar teven, opdat zij de ziel van de
overledene Icon ontlasten zooals zij het
wenschte. Aan roerende smeekingen zou zij
het niet laten ontbreken.
Maar wat zou zij nu doen? Het liefst
zou zij nu dadelijk den brief van haar moe
der aan den grootvader hebben afgezonden-,
maar zij moest daar dan toch bijschrijven
en zij voelde, dat zij te verward van gedach-
ten was, om dat in dit uur te kunnen doen.
Daar de omslag open was, nam zij ook
den brief van haar moeder aan grootvader
gericht ter hand, en las de kinderlijke dee-
moedige smeekingen der verstootene om ver
giffenis. Zij beklaagde zich daarin, dat zij
slechts een zeer klein gedeelte door het Rijk
aan Zeeuwsch-Vlaanderen zelve is besteed
geworden, zoodat de gegronde verwachting
mag worden gekoesterd, dat het Rijk, des-
gevraagd, bereid zal worden bevonden, hier
de behulpzame hand te bieden."
Dat werd met voile recht gezegd. Er is
nog altijd een groote schuld door het Rijk
aan Zeeuwsch-Vlaanderen af te doen, niet
het minst door de inpoldering van de vroe-
gere waterverbindingen der Zeeuwsch-Vlaam-
sche sleden, waarvan de schatkist de baten
kreeg, zonder dat die steden een anderen
verkeersweg ontvingen.
Het gaat in het hier besproken geval om
een verkeersweg die in gewone tijden om
voor de hand liggeude redenen als van
groote beteekenis erkend wordt. En waar
van in den tegenwoordigen tijd het belang
nog veel grooter is gebleken.
De beslissing van het vorig jaar is blijk-
baar genomen onder den indruk van de
tijdsomstandigheden. Men wilde toen voor
alles bezuinigen. Daarna is er een andere
geest gekomen. Bezuinigen, goed, maar niet
op uitgaven, die de welvaart, de weerstands-
kracht, kunnen bevorderen, nu en in de
moeilijke jaren, die in ieder geval te waeh
ten slaan.
Er is daarom o. i. alle reden om nog eens
een poging te doen. Wellicht dat nu ook
in de Prov. Staten die geringe meerderheid
van tegenstanders blijkt te zijn veranderd
in een minderheid.
Bevordering onderofficieren en
toelagen voor officieren.
Naar de ,/Avondster" iueldt, zijn door
den heer Juten, lid dt-r Tweede Kamer voor
Bergen op Zoom de volgende schriftelijke
vragen aan Z. E. den Minister van Oorlog
gesteld
lo. Waarom worden de leden van het
vrijwillig onderofficierskader die diensten
verrichten, welke zouden moeten worden
verricht door onderofficieren van hoogeren
rang, niet tot dien rang bevoiderd? Is
dit alleen omdat het Bevorderingsvoorschrift
1913 daartoe den Minister niet de bevoegd-
heid geeft
2°. Zoo ja, acht de Minister het dan niet
wenschelijk dat de desbetreffeDde bepalingen
van het Bevorderingsvoorschrift worden her-
zien, zoodat aan deze leden van bedoeld
kader ten oiinste die hoogere rangen titulair
kunnen worden verleend, met tijdelijk de
overeenkomstige traktementsverhooging
3o. Bestaan er onoverkomelijke bezwaren
om deze leden van bedoeld kader te bevor
deren tot den rang van welken zij de werk-
zaamt.eden verrichten
4°. Welke overwegingen hebben den
Minister er toe geleid nogmaals de toelage
voor de ongehuwde officieren te verlagen,
zoodat die op dit oogenblik voor subalterne
officieren vijftig centen per dag bedraagt
5o. Acht de Minister een dergeljjke toe
lage wel overeenkomstig de waardigheid
van den officiersstand
Reuter seint uit Londen
Aan de /Morning Post" wordt uit
geen geduld en geen gehoorzaamheid had
getoond, en geloofde zeker, dat haar zware
ziekte en haar vroege dood een straf van
God was voor haar slecht gedrag als kind.
Zij eindigde met het verzoek, om als het
haar dochter eens mogelijk zou zijn, naar
Haiddorf te reizen, haar dan goed te ont-
vangen en aan het onschuldige kind niet
te wreken, wat haar moeder misdaan had.
Marie pakte alle papieren bij elkaar. Ge-
durende haar zonderlinge huwelijksreis naar
het „Keizerhof" zou zij zelcer tijd hebben,
om aan het verlangen van de dierbare over
ledene te voldoen, en den brief met eenige
begeleidende woorden aan haar grootvader
af te zenden. Met dit doel wilde zij dp pa
pieren in den handkoffer leggen.
Het was eigenlijk de wen set 1 van haar
moeder, dat zij zelf naar haar grootvader
zou reizen. Hoe gaarne zou zij dat gedaan
hebben! Zij begon te overwegen, of het
niel mogelijk was, op de een of andere ma-
nier, nam een toevallig op de schrijftafel
liggend reisboek terhand, bladerde er in
en vond spoedig de lijn Berlijn—Stendal—
Uelzen—Soltau. Wanneer zij met den na-
middagtrein afreisde, kon zij reeds tegen den
avond in Soltau zijn, en vandaar in eerj
goed uur naar Haiddorf gaan. Dat alles
hing nu echter van Goldammer af. Zij zou
later beproeven toestemming en reisgeld van
hern te lcrijgen. Dat was haar een aange-
name gedachte.
Haar arme moeder was ongelukkig gewor
den, daar zij den zegen van haar vader op
haar levensweg had moeten missen. Mis
schien verdroeg zij later haar gedwongen
Washington gemeld, dat de verschepingen
van schietvoorraad naar Nederland de aan
dacht trekken van de ambtenaren van bet
departement van Handel, en dat de ver-
schepingen er op wijzen, dat de Neder
landsche Regeering zich op alle gebeurlijk-
beden voorbereidt.
Geweldig nieuws, dit //Morning Post"-
telegram zegt de H. Crt. - De ver-
scbepingen trekken de aandacht van de
betrokken ambtenaren. Hoe zou 't haast
anders kunnen Ze krijgen er opgaven
van en zonder min of meer //aandacht"
zouden ze die vermoedelijk moeilijk kunnen
behandelen.
En wat den slotzin van bet telegram
betrefter wordt ook daarin geen letter
te veel gezegd. //De Nederlandsche RegeeriDg
bereidt zich op alle gebeurtelijkheden voor".
Dat doet ze nitteraard al van at de eerste
dagen van den oorlog Meer dan eens
zijn sindsdien munitie en geweren uit den
vreemde voor ocs aangevoerd.
Voorzorgsmaatregelen. Niets meer, en ook
niets minder. En die in de tegenwoordige
omstandigheden dan ook op niets ernstigers
duiden, dan de maatregelen, in al de voor-
afgaande maanden door de Regeering genomen.
De //N. R. Ct." vermetdt nog wat meer
uit bet //Morning Post"-telegram. Zij
schrijft
Aan de //Morning Post" wordt bet volgende
uit Washington gemeld
Amerikaanscbe verschepingen van schiet
voorraad naar Nederland bevestigen de
onlangs in omloop geweest zijnde berichten,
dat de Nederlandsche Regeering groote
besteliiDgen van kogels met stalen mantels,
granaatkartetsen en geel en rood koper
heeft gedaan bij een New-Torksche firma,
die haar capaciteit zeer heeft vergroot.
De verschepingen naar Rotterdam vangen
nu aan. De cijfers over den uitvoer in
Juni naar Nederland van artikelen van de
categorie geel koper betreffen grootendeels
geelkoperen bulzen voor granaten en platen
geel koper om granaathulzen te maken,
ten bedrage van nagenoeg 300.000,
terwijl de uitvoer van geel koper naar
Nederland over het geheele laatste finan
cieele jaar slechts op 12.480 gesehat
wordt. De cijfers van den uitvoer in Juli
zijn nog niet openbaar gemaakt.
Het Nederl. Correspondentiebureau meldt
aan de N. R. Crt
Van verschillende zijden worden in den
laatsten tijd stemmen vernomen, die aan-
dringen op het sluiten van de grenzen
voor den uitvoer van varkens- en rund-
vleescb, ten einde daardoor verlaging van
de vleescbprijzen te verkrijgen.
Dergelijke uitingen wijzen er op, dat
men nog niet algemeen bekend is met de
maatregelen, die te dier zake van regee-
ringswege genomen zijn. In verband daar-
mede schijnt het niet overbodig, even in
't kort na te gaaD, hoe het thans met
onzen vleeschuitvoer gesteld is.
huwelijk lichter, omdat zij terecht kon zeg-
gen, dat zij dit huwelijk had gesloten, ojm
den levensavond van haar vader van zorgen
vrij te maken. Die gedachte zou haar heL
pen en haar troosten over het gemis van|
eigen geluk.
Buiten was het stiller geworden, daar
hoorde zij de kleine hangklok twee uur
slaan. De wind was toegenomen en stiet
tegen de vensters. Het glazen dak op het
atelier kraakte luid. Het licht van de lamp
knetterde en walmde en dreigde uit te gaan.
Huiverig van de kou stond Marie op. Zij
nam de lamp op, die juist uitging en kwam
al tastende in de keuken; hier stak zij licht
aan en ging in haar slaapkamer.
Toen zij de voorbereidselen voor den vol-
genden dag zag, ging haar een rilling door
de leden. Op een stoet stond de nog open-
geslagen handkoffer die zij op haar vreemd-
soortige huwelijksreis zou medenemen. Deze
bevatte een weinig waschgoed en een een-
voudige japon, die zij nog uit een huisjapon
van haar moeder had weten te maken. Zij
wilde niet alles van haar verloofde aanne
men. Hij had het dikwijls met haar over
zijn vrijgevigheid en de onkosten, die zij
voor haar maakte. Zoodoende had zij ge-
tracht, zooveel mogelijk uit het nagelatene
Van de moeder en van haar eigen kleeren
iets goeds naar de laatste mode te maken.
Aan een kleerenhanger hing het reiskleed
en haar donkerblauwe zijden trouwjapon,
elegante gewaden, die Goldammer haar
onaer veel eigen lof had geschonken. Mis-
moedig wendde zij haar blik daarvan af.
(Wordt vervolgd).