ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6262. Dins dag 17 Augustus 1915. 55e Jaargang. ABONNEMENT: ADVERTENTIEN Telefooti 25. Bit BM versehijnt Maandag-, WQeosdag- en Vrpagavond, uitgezonderd op Feestdagen, btf de Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Wenzen. Een dringend belang. F I IT IL L E T 0 W. BINNENLAND. Per 3 maanden binnen de stad 1—Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.6o, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 utlC op den dag der uitgave. Ammunitie voor het Nederlandsche leger. iUitvoer van varkens- en rund- vleesch. TER NEUZENSCHE COURANT. De Burgemeester dei" gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat Op?nbare Ver gartering van den Gemeenteraad zal worden gehouden op Uundrrdne den 1» liiguslus ISIS, des voormiddags ten 10 ure. Ter Neuzen, den 16 Augustus 1915. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Onder dit opschrift schrijft de „Midd. Ct.''-. ,.Le mieux c'est l'ennemi du bien" Het betere is de vijand van het goede. Dat is heel sterk gebleken telkens wan- neer er een plan aan de orde kwam om de beide deelen van Zeeuwsch-Vlaanderen nu eindelijk ook eens een weg-verbinding over land te geven. Toen in 1863 aan de Staten een volledig plan werd voorgelegd met de meedeeling, dat de Regeering zich in beginsel bereid verklaard had ©en subsidie te geven, werd er aan het plan geen u i t v o e r ing ge- geven met het oog op den toen in uitzicht zijnden aanleg van spoorwegen. De spoorwegen kwamen er, maar niet daar. West en Oost bleven onverbondten. Toen in 1908 (door (die Vereeniging van Bur- gemeesters en Secretarissen in het voorma- lig 4e district werd aangedrongen op het maken van deze verbinding, werd door Ged. Staten afwijzend geadviseerd en werd door de Prov. Staten dat advies gevolgd, o.a. op grond van de overweging, dat zoo'n ver- bindingsweg" weliswaar gemakkelijk en nut- tig zou zijn, maar „geenszins onmisbaar genoemd kon worden", wanneer er ©en tramverbinding tot stand kwam. En er was een subsidie voor aanleg van een tram ver- leend. De trambaan kwam er, maar at het andere verkeer bleef onmogelijk zonder h inder 1 ij ke gr ens f or m alii te i ten En toen het vorig jaar in Juni de gemeen teraad van Ter Neuzen een nieuw adres zond, gevolgd door een zwerm van adhae- sie-betuigingen van andere gemeenten, toen was het advies van Ged. Staten, dat men goedkooper terecht zou komen als men wachtte tot eerst de Zuidelijke Braakman in- gepolderd zou zijn. En daar de Prov. Sta ten zich met 18 tegen 17 stemmen met het afwijzend advies vereenigden het is dus op 't nippertje geweest kregen de Zeeuw- sche Vlamingen hun weg nog niet. Ja, het is waar, ze hebben daarna hun tram gekregen over Philippine. Ze kunnen over land van het eene naar het andere deel reizen zonder over de grens te gaan, wat nu trouwens geheel onmogelijk is door de electrische draadversperring. Maar wie een wagenvracht te versturen heeft per kar, wie met een auto van het Oosten naar het Westen wil, die kan dat nidt doen. Is het niet dwaas, dat tusschen twee deelen van ons land, zoo na bijeen ge- legen, verbonden zelfs door een strook Ne- derlandsch gebied, twee deelen waartusschen veel betrekkingen bestaan, dat daartus- schen geen wegverbinding bestaat? We zijn geen strategen, maar het lijkt ons toch een malle toestand dat een troep van, onze soldaten niet van het eene deel van het land naar bet naastliggend trekken kan, ten- minste niet over een weg. Het adres van den raad van Ter Neuzen 19) Het drukte mij en liet mij geen rust, en zoodoende schreef ik nog eens aan mijn zuster; ik vertelde haar van u, Iieve Marie, en hoe ik vurig naar vader verlangde. Bui ten op den omslag schreef ik mijn adres en wachtte nu als een veroordeelde, die op begenadiging hoopt. De brief kwam terug met het poststempel: Geweigerd. Dal trof mij als een dolkstoot in het hart, het scheen mij toe, alsof er iets van binnen stuk was, en ik voelde, dat ik door heimwee gefolterd en rusteloos voort gedreven werd. Had ik nu zelf maar er heen kunnen gaan; maar ik durfde bet niet, vader is zoo streng. In dien tijd, ongeveer een jaar geleden, toen ik ziek begon te worden, trof ik toeval- iig een meisje op de straat aan, uit mijn geboorleplaats. Zij dient hier, en al is zij1 ook jonger dan Ik, en al hadden wij elkaar slechts een paar mailen gezien, zoo herken- den wij elkaar toch dadelijk. Lina moest mij van altes vertellen. Ik hield niet op, haar uit te vragen. Mijn vader leefde nog, hij moest tegen de zeventig zijn; de goede Rika was bij hem gebleven. Zij woonden op de kleine hofstee, en Trina met haar gezin op onze boerderij, die nu de Beermanshof heet. Trina's man was echter bet vorige jaar gestorven"; zij' werd opgestetd voor de oorlog uitbrak. En wat daarin werd aangevoerd ten opziclite van de moeilijkheden voor het goederenver- voer per as, en voor het auto- en rijtuig- verkeer tusschen het voormalige vierde en vijfde district, was 0,. i. reeds zeer klem- mend. Maar de door den oorlog geschapen toestand heeft het belang van de gevraagde verbinding nog veel helderder in t licht gesteld, dan de adressanten hadden kunnen hopen. Toch is het verzoek afgewezen. Niet voor goed, maar toch voorloopig. En omdat we meenen, dat die afwijzing ten oprechte is geschied, en het belang nog altijd dringt, willen we nog eens herinneren aan de mo- tieven, die er voor werden aangevoerd. Nadat door Ged. Staten in hun prae-ad- vies o.a. was opgemerkt, dat aan het ver zoek wet op geen andere wijze zou zijn te voldoen, dan doordat de Provincie den aan leg van den weg ter hand neemt met een bijdrage van het Rijk in de kosten, daar op bijdragen van anderen niet valt te rekenen, werd meegedeeld dat de raming der kosten beliep 221.600 voor e'en keibestrating met rijwielpad en f 126.600 voor een steenslag- baan zonder rijwielpad. En dan volgde: „In de tegenwoordige tijdsomstandigheden (het stuk is 30 Oct. 1914 gedateerd), waarin zuinigheid dringend geraden is, achten wij het niet verantwoord, een zoo aanzienlijke som uit te geven voor een werk, dat n:iel; bepaald noodzakelijk kan worden genoemd, te minder waar de kosten van aanleg van een verbindingsweg aanmerkelijk lager zul- len zijn, indien gewacht wordt totdat een der in het Zuidelijk deel van den Braakman ontworpen bedijkingen uitgevoerd zal zijn, hetgeen wetticht binnen niet te langen tijd zal geschieden." Er is toen bij de openbare behandeling door den lieer Maarteveld mede namens de andere afgevaardigden van het voormalig vierde district, voorgesteld om het verzoek, zooals het door den Raad van Ter Neuzen was gedaan, voorloopig aan te houden, maar: „Gedeputeerde Staten uit te noodigen o p het door hen w e n s c h e 1 ij k g c- a c h t e t ij d s t i p de Regeering te wilten vragen onder welke voorwaarden deze be reid is den gevraagden verbindingsweg te helpen tot stand brengen." Ataar ook dat vond geen genade in de oogen der meerderheid. Gedeputeerde Staten deelden bij mondp van den beer Van Rompu mee dat zij teruggeschrikt zijn van [bet hooge cijfer maar dat het voorstel tot terugzending naar het college totaal overbodig was, omdat „de verzoekers toch te alien tijde bij het col lege met een nieuwe aanvrage kunnen terug- keeren." De voorspelling van de heeren Maarteveld en Neeteson, dat die bedijkingen in den Braakman nog jarenlang op zich zouden laten waehten, omdat de internationale com- missie, die zich daarmee bezig houdt, niet opscliool, werd door den heer Van Rompu weersproken met de bewering dat een par- tieele bedijking niets met Belgie te maken heeft, en onder de tegenwoordige omstan- digheden volstrekt niet uitgesloten is. En wat het financieel bezwaar betreft, Althans de meerderheid. De heer Van Niftrik stemde later voor 't voorstel Maarleveld. wist zich er flink door te slaan, daar haar zonen goed aanpakten, deze konden reeds in de twin tig' jaar zijn dit en nog veel meer, dat sinds at die jaren hij ons was voorgevallen, moest Lina mij vertellen. Aanvankelijk scheen het, dat dit gesprek mij goed gedaan had, als een die iang dorst heeft geleden en eindelijk gedronken heeft; de dorst echter kwam terug, en daar ik in mijn opwinding vergeten had aan Lina te vragen, bij welke famiiie zij diende, en mij ook niet haar familienaam kon herinneren, zoo was mijn bron uitgeput. Door angst en onrust gedreven, heb ik haar dikwijls gezocht; ik liep telkens heen en weer in de straat, waar ik haar eenmaal ontmoette, doch ik vond haar niet meer. Ik werd zieker en zieker en kon niet uit- gaan, en toen dacht ik: schrijf altes op voor Marie, een brief van haar, waarin de mijne ligt, zal vader aannemen en als zijn verstooten kind dood is, zal hij het geen wrok meer nadragen. Misschien kunt gij, lieve dochter, eens naar Haiddorf reizen, en wanneer gij daar komt, moet gij voor uwe anne moeder bij grootvader om vergiffenis vragen. Wanneer liij mij dan eindelijk nog zijn zegen gee ft, zoo geloof ik dan, dat de eeuwige rust daar- door volkomener zal worden. U echter, Marie, wensch ik een ongestoord geluk, zooals het mij ten deel is gevallen. Ik hoop, dat ik je zoo opgevoed heb, dat je door de wereld kunt komen, en dat je degelijkheid je voor den nood des levens moge beschutten. Moge de volte rijke zegen, die ik voor Gods troon voor je wit afsmee- zei de heer Van Rompu, dat niet zoozeer de financieele toestand van de Provincie werd bedoeld, dan wet die van het Rijk. Er was toen juist bestoten tot de leening van 275 millioen. Dat beloofde zwaren be- tastingdruk, en dien moest men niet nog meer verhoogen. Mel 18 tegen 17 stemmen werd het voor- slel-Maarleveld verworpen, en z. h. s. het voorstel van Ged. Staten aangenomen. Dat gebeurde in de zitting van 11 De cember j.l. Nu zijn er echter na dien tijd dingen ge- beurd, die de kracht van die argumenten zeer verzwakken. Ten eersle is er, althans in het openbaar, nog niets van gebleken, dat de bedijking van de Braakman nader is gekomen. Maar ten tweede mag er wel op gewezen worden, dat er door de Regeering een geheel andere houding werd aangenomen, dan in deze kwestie door Ged. Staten, die zich zoo bezorgd toonden voor den financieelen toe stand van het Rijk. Met het oog op de werkeloosheid zijn er groote sommen door de Regeering aange- vraagd en gekregen ten behoeve van de kraehtige ter hand neming van versehillen- de waterslaatswerken. En een dier posten betreft... den aanleg en de verbe- t e r i n g van R ij k s w e g e n. Ja, nog sterker: er werd door den Minis ter van Waterstaat een uitvoerig en koslbaar plan ingediend ten doe! hebbend de stelsel- matige verbreeding van de Rijkswegen, ten einde ze geschik't [te (maken voor gewoon ver keer, als voor snel-verkeer met motor-rij- tuigen. Komt tegenover dezr voorstellen de be- zorgdheid van Ged. Staten voor den finan cieelen toestand van bet Rijk, naar aanlei- ding van een voorstel tot aantegging van een toch ook belangrijken weg, niet in een eigen- aardig licht? Er is in de toelicliting van dat laatst be- doelde regeeringsvoorstel nog iets te lezen, dat kan dienen tegen de bezwaren van hen, die den toestand bevredigend achten nu er een tramverbinding tusschen Oost en West is. Er wordt daarin namelijk uitvoerig uiteen gezet, dat de vroeger heerschende meening, alsof de uitbreiding van bet tramwegnet, het gebruik van de gewone wegen zou doen verminderen, ongegrond is gebleken, vooral sedert de groote toeneming van bet auto- verkeer. De beteekenis der gewone wegen is veel grooter geworden dan men een jaar of tien geleden dacht dat mogelijk zou zijn. We gelooven daarom, dat wie nu bij het Rijk aanklopt voor aanleg van een verbin dingsweg, zoo belangrijk als die tusschen Oost- en West-Zeeuwsch-Vlaanderen, daar niet zal worden afgewezen met de bood- schap, dat men om financieele redenen niet gelegen komt. En het is daar het goede kantoor waar men juist voor dit werk moet aankloppen. In het voorstel van den heer Maarleveld c.s. zat een bedoeling, die ook daarmee re^ kening hield: te (Onderzoekje^i pf de Regeering al dan niet bereid is deze zaak te steunen. „Ik vestig hierbij", zoo zei hij in die zit ting, „nog de aandacht op het feit, dat to,n- nen gouds in de Nederlandsche schatkist gevloeid zijn door de inpoldering in Zeeuwsch-Vlaanderen, van welk geld nog ken, je deel worden; moge je liefde bevrijd zijn van al de ellende, (fie de mijne ovei- mij gebracht heeft. Leef gelukkig, Marie, en vergeet nooil uw moeder DORA LIEBREICH, geboren Ivruse." Diep bewogen keek Marie naar de hand- leekening. Het scheen, alsof haar in het slille naclitelijke uur de geest van de dier- bare overledene omzweefde. Zij herinnerde zich, hoe dikwijls zij haar moeder schreiend had gevonden en lioe zij zich moeite had gegeven, om door hare kinderlijke liefkoo- zingen het onbekende verdriet te verdrijven, dat bet hart van haar moeder zoozeer drukte. Nu wist zij, wat haar moeder zoo ge- kweld had. Het testament en de opdracht, die zij zoo laat had gekregen, zouden haar lieilig zijn. Mocht haar grootvader nu ook nog maar teven, opdat zij de ziel van de overledene Icon ontlasten zooals zij het wenschte. Aan roerende smeekingen zou zij het niet laten ontbreken. Maar wat zou zij nu doen? Het liefst zou zij nu dadelijk den brief van haar moe der aan den grootvader hebben afgezonden-, maar zij moest daar dan toch bijschrijven en zij voelde, dat zij te verward van gedach- ten was, om dat in dit uur te kunnen doen. Daar de omslag open was, nam zij ook den brief van haar moeder aan grootvader gericht ter hand, en las de kinderlijke dee- moedige smeekingen der verstootene om ver giffenis. Zij beklaagde zich daarin, dat zij slechts een zeer klein gedeelte door het Rijk aan Zeeuwsch-Vlaanderen zelve is besteed geworden, zoodat de gegronde verwachting mag worden gekoesterd, dat het Rijk, des- gevraagd, bereid zal worden bevonden, hier de behulpzame hand te bieden." Dat werd met voile recht gezegd. Er is nog altijd een groote schuld door het Rijk aan Zeeuwsch-Vlaanderen af te doen, niet het minst door de inpoldering van de vroe- gere waterverbindingen der Zeeuwsch-Vlaam- sche sleden, waarvan de schatkist de baten kreeg, zonder dat die steden een anderen verkeersweg ontvingen. Het gaat in het hier besproken geval om een verkeersweg die in gewone tijden om voor de hand liggeude redenen als van groote beteekenis erkend wordt. En waar van in den tegenwoordigen tijd het belang nog veel grooter is gebleken. De beslissing van het vorig jaar is blijk- baar genomen onder den indruk van de tijdsomstandigheden. Men wilde toen voor alles bezuinigen. Daarna is er een andere geest gekomen. Bezuinigen, goed, maar niet op uitgaven, die de welvaart, de weerstands- kracht, kunnen bevorderen, nu en in de moeilijke jaren, die in ieder geval te waeh ten slaan. Er is daarom o. i. alle reden om nog eens een poging te doen. Wellicht dat nu ook in de Prov. Staten die geringe meerderheid van tegenstanders blijkt te zijn veranderd in een minderheid. Bevordering onderofficieren en toelagen voor officieren. Naar de ,/Avondster" iueldt, zijn door den heer Juten, lid dt-r Tweede Kamer voor Bergen op Zoom de volgende schriftelijke vragen aan Z. E. den Minister van Oorlog gesteld lo. Waarom worden de leden van het vrijwillig onderofficierskader die diensten verrichten, welke zouden moeten worden verricht door onderofficieren van hoogeren rang, niet tot dien rang bevoiderd? Is dit alleen omdat het Bevorderingsvoorschrift 1913 daartoe den Minister niet de bevoegd- heid geeft 2°. Zoo ja, acht de Minister het dan niet wenschelijk dat de desbetreffeDde bepalingen van het Bevorderingsvoorschrift worden her- zien, zoodat aan deze leden van bedoeld kader ten oiinste die hoogere rangen titulair kunnen worden verleend, met tijdelijk de overeenkomstige traktementsverhooging 3o. Bestaan er onoverkomelijke bezwaren om deze leden van bedoeld kader te bevor deren tot den rang van welken zij de werk- zaamt.eden verrichten 4°. Welke overwegingen hebben den Minister er toe geleid nogmaals de toelage voor de ongehuwde officieren te verlagen, zoodat die op dit oogenblik voor subalterne officieren vijftig centen per dag bedraagt 5o. Acht de Minister een dergeljjke toe lage wel overeenkomstig de waardigheid van den officiersstand Reuter seint uit Londen Aan de /Morning Post" wordt uit geen geduld en geen gehoorzaamheid had getoond, en geloofde zeker, dat haar zware ziekte en haar vroege dood een straf van God was voor haar slecht gedrag als kind. Zij eindigde met het verzoek, om als het haar dochter eens mogelijk zou zijn, naar Haiddorf te reizen, haar dan goed te ont- vangen en aan het onschuldige kind niet te wreken, wat haar moeder misdaan had. Marie pakte alle papieren bij elkaar. Ge- durende haar zonderlinge huwelijksreis naar het „Keizerhof" zou zij zelcer tijd hebben, om aan het verlangen van de dierbare over ledene te voldoen, en den brief met eenige begeleidende woorden aan haar grootvader af te zenden. Met dit doel wilde zij dp pa pieren in den handkoffer leggen. Het was eigenlijk de wen set 1 van haar moeder, dat zij zelf naar haar grootvader zou reizen. Hoe gaarne zou zij dat gedaan hebben! Zij begon te overwegen, of het niel mogelijk was, op de een of andere ma- nier, nam een toevallig op de schrijftafel liggend reisboek terhand, bladerde er in en vond spoedig de lijn Berlijn—Stendal— Uelzen—Soltau. Wanneer zij met den na- middagtrein afreisde, kon zij reeds tegen den avond in Soltau zijn, en vandaar in eerj goed uur naar Haiddorf gaan. Dat alles hing nu echter van Goldammer af. Zij zou later beproeven toestemming en reisgeld van hern te lcrijgen. Dat was haar een aange- name gedachte. Haar arme moeder was ongelukkig gewor den, daar zij den zegen van haar vader op haar levensweg had moeten missen. Mis schien verdroeg zij later haar gedwongen Washington gemeld, dat de verschepingen van schietvoorraad naar Nederland de aan dacht trekken van de ambtenaren van bet departement van Handel, en dat de ver- schepingen er op wijzen, dat de Neder landsche Regeering zich op alle gebeurlijk- beden voorbereidt. Geweldig nieuws, dit //Morning Post"- telegram zegt de H. Crt. - De ver- scbepingen trekken de aandacht van de betrokken ambtenaren. Hoe zou 't haast anders kunnen Ze krijgen er opgaven van en zonder min of meer //aandacht" zouden ze die vermoedelijk moeilijk kunnen behandelen. En wat den slotzin van bet telegram betrefter wordt ook daarin geen letter te veel gezegd. //De Nederlandsche RegeeriDg bereidt zich op alle gebeurtelijkheden voor". Dat doet ze nitteraard al van at de eerste dagen van den oorlog Meer dan eens zijn sindsdien munitie en geweren uit den vreemde voor ocs aangevoerd. Voorzorgsmaatregelen. Niets meer, en ook niets minder. En die in de tegenwoordige omstandigheden dan ook op niets ernstigers duiden, dan de maatregelen, in al de voor- afgaande maanden door de Regeering genomen. De //N. R. Ct." vermetdt nog wat meer uit bet //Morning Post"-telegram. Zij schrijft Aan de //Morning Post" wordt bet volgende uit Washington gemeld Amerikaanscbe verschepingen van schiet voorraad naar Nederland bevestigen de onlangs in omloop geweest zijnde berichten, dat de Nederlandsche Regeering groote besteliiDgen van kogels met stalen mantels, granaatkartetsen en geel en rood koper heeft gedaan bij een New-Torksche firma, die haar capaciteit zeer heeft vergroot. De verschepingen naar Rotterdam vangen nu aan. De cijfers over den uitvoer in Juni naar Nederland van artikelen van de categorie geel koper betreffen grootendeels geelkoperen bulzen voor granaten en platen geel koper om granaathulzen te maken, ten bedrage van nagenoeg 300.000, terwijl de uitvoer van geel koper naar Nederland over het geheele laatste finan cieele jaar slechts op 12.480 gesehat wordt. De cijfers van den uitvoer in Juli zijn nog niet openbaar gemaakt. Het Nederl. Correspondentiebureau meldt aan de N. R. Crt Van verschillende zijden worden in den laatsten tijd stemmen vernomen, die aan- dringen op het sluiten van de grenzen voor den uitvoer van varkens- en rund- vleescb, ten einde daardoor verlaging van de vleescbprijzen te verkrijgen. Dergelijke uitingen wijzen er op, dat men nog niet algemeen bekend is met de maatregelen, die te dier zake van regee- ringswege genomen zijn. In verband daar- mede schijnt het niet overbodig, even in 't kort na te gaaD, hoe het thans met onzen vleeschuitvoer gesteld is. huwelijk lichter, omdat zij terecht kon zeg- gen, dat zij dit huwelijk had gesloten, ojm den levensavond van haar vader van zorgen vrij te maken. Die gedachte zou haar heL pen en haar troosten over het gemis van| eigen geluk. Buiten was het stiller geworden, daar hoorde zij de kleine hangklok twee uur slaan. De wind was toegenomen en stiet tegen de vensters. Het glazen dak op het atelier kraakte luid. Het licht van de lamp knetterde en walmde en dreigde uit te gaan. Huiverig van de kou stond Marie op. Zij nam de lamp op, die juist uitging en kwam al tastende in de keuken; hier stak zij licht aan en ging in haar slaapkamer. Toen zij de voorbereidselen voor den vol- genden dag zag, ging haar een rilling door de leden. Op een stoet stond de nog open- geslagen handkoffer die zij op haar vreemd- soortige huwelijksreis zou medenemen. Deze bevatte een weinig waschgoed en een een- voudige japon, die zij nog uit een huisjapon van haar moeder had weten te maken. Zij wilde niet alles van haar verloofde aanne men. Hij had het dikwijls met haar over zijn vrijgevigheid en de onkosten, die zij voor haar maakte. Zoodoende had zij ge- tracht, zooveel mogelijk uit het nagelatene Van de moeder en van haar eigen kleeren iets goeds naar de laatste mode te maken. Aan een kleerenhanger hing het reiskleed en haar donkerblauwe zijden trouwjapon, elegante gewaden, die Goldammer haar onaer veel eigen lof had geschonken. Mis- moedig wendde zij haar blik daarvan af. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1