ill i I" De krygsbedrijven. 11 j ,1 II ill in ic GtMENGOE BERICHTEN. i»".i de helft van de rechterhand ah Hardy, die links wi®, ging rustig door met zijn bommen te werpen en wensch le geen ge- volg te gevep aan liet bevel van den of- ficier om achter het front te gaan. „Ik hoor aan het,front, verklaarde hij. Even later werd hij door het hoofd gesclioten. Esara B8?oep op Mmeriks. De Bond van Duitsehe Joden verspreidt thans, volgens de „Tel.", in neutrale landen een „oproep aan Amerika", opgesteld door den vekl-rabbijn dr. Levi, die een beroep op de Yereenigde Staten doet, om geen mu- nitie meer naar Rusland te zenden. In den „oproep" wordt herinnerd aan de vele Joden uit Polen, die thans in Amerika hun brood .yerdienen en daar in vrede leven, die alles en alles aan Amerika te danken hebben en wier, in Polen achtergebleven, betrekkingen er naar snakken, om ook de heerlijldreden te genieten, waarvan zij in brieven lezen. Maar datzelfde Amerika levert thans, vol gens dr. Levi, aan Rusland de granaten, waarmede de stadjes in Polen verwoest zijn, en dat doet hen de volgende klacht slaken: Amerika! Amerika! Ongeiukkigste der lan den! Gij hebt den vrede, vecht niet voor uw leven en nu zendt gij niet den dollar, niet den brief naar al de schoone oorden van uw kindsheid, van Libau tot Lemberg, ijzeren granaten zendt ge door het tsaren- rijk. De oogen, die dankbaar tojt u opblikten, staren thans met waanzinnigen angst, w'an- meer uw verderf-verspreidende groet don- dert. De sabbathlichten zijn gedoofd. Vuur en dood hebben de hutten in stof en asch veranderd. De harten, die naar u uitgingen, breken, de handen, die zich voor u vouw- den, hangen slap neer, het moederlijf dat u heeft gedragen, is verscheurd, de lippen, die voor u gebeden hebben, zijn stom ge- worden: ijzer gaaft gij voor goud, dood voor leven. Kinderen dooden hun ouders! Amerika! Amerika! Ik doe een beroep op u. Eesi ftrsgisch foewai. Een rilmeester vertelt in de frankfurter Zeitung" het volgende eigenaardige geval: Het had gedurende de nacht flink geon- weerd en daar ik vrij van dienst was, maak- te ik een kleine wandeling, waarbij ik voorbij een soldatenkerkhof kwam, dat ongeveer 300 pas van mijn kwartier ligt. Onze brave dorpsgeestelijke zag ik naast een baar staan waarop eexi zeer jonge huzaar lag. Daamaast slonden vier oude mannen van den landstorm, die ijverig een graf groeven, wat in den natten grond geen ge- makkelijk work was. Een kort gebed en de kluiten vielen neer op het lijk. Reeds wilden de mannen. van den landstorm weggaan, toen de geestelijke hun verzdcht, nog een graf te graven, daar hij niet altijd mannen daarvoor had. Al- leen een van de vier bleef en ging aan het werk. Ik sprak nog even met hem en hoor- de, dat hij uit Baden kwam en een kleine boer was met een groote familie. De oudste jongen moest nu ook opkomen. Tenslotte was hij klaar en vol trots zag hij op zijn werk, waarvoor de geestelijke hem hartelijk dankte. Wie weet, zei hij bij het weggaan, voor welk vroolijk jongmensch, ik oude kerel dit graf gegraven lieb. Tegen den middag kwam ik weer aan het kerkhof voorbij, toen ,ik zou gaan eten. Weer stonden daar eenige mannen van den land storm met den geestelijke stil te bidden. Toen ik dichterbij kwam, zag ik op de baar mijn landstormman. Op den terugweg was hij door een granaatsplinter getroffen. Hij had voor zichzelf het graf gegraven. Oe eetpsfe Belg die tegen de Duitschers gestr>eden Eieeft. Uit het hospitaal te Maastricht is naar Ivatwijk aan Zee vertrokken de Belgisehe gendarme J. Peiffer, die daar sedert begin Augustus van het vorige jaar werd var- pleegd. Peiffer is een der eerste Belgen geweest, die contact heeft gehad met de Duitsehe armee. Toen een afdeeling Duitsehe soldaten in Gemmenich aankwam, werd dezen door de gendarmes van Gemmenich, onder wie zich ook P. bevond, beleefdelijk gezegd, dat ze zich cp -Belgischen bodem bevonden en dus spoedig moesten zorgen Belgie te ver- laten, wilden ze niet geinterneerd worden. De Gemmenichsche gendarmerie wist niets van de schending der Belgisehe neutraliteit door Duitschland. De Duitsehe patrouille was spoedig in een gevecht gewikkeld met de Gemmenich sche gendarmes, van wie ook eenigen sneu- velden. P. werd in het been getroffen en vond spoedig een uitstekende verpleging in het burger-ziekenhuis. Hij is echter, tot zijn groote spijt, niet meer in staat om zijn vaderland als soldaat te dienen en zal als non-coinliattant het einde van den oorlog in een verblijf voor afgekeurden in Nederland moelen afwachten. - Het giazen bootje. Het Zoologische station te Rovigno aan de Adria biedt schrijft het „Hbl." gele- genheid, die, zooals men weet, elders ook reeus op andere manier bestaat, om de zee te nekijken. En dit geschiedt hier van uit een ooot met een giazen bodem. Het is een vlakke en breede boot, 7 meter lang en 21/4 M. Imped, waarvan uit den bodem een oppervlak van 2 vierk. meter is uitgesneden en vervangen door een giazen ruit. Deze ruit is gesloten in een stevig raam, dat waterdicht in den bodem van het schip past. De boot wordt door riemen voortbe- wogen of met behulp van een aanhang- motor. Om het spiegelen van het glas te vermij- den, wordfde geheele boot met zwarte stof overspannen. De giazen ruiten kunnen op verschillende wijzen worden gebruikt. Door de eene ri^lt kan men waarnemen, door de andere kan men het waargenomene photo- grafeeren of het licht van een schijnwer- per in de zee werpen. Hoe merkwaardig moet het zijn op die wijze de zee van binnen te bekijken. Hejt duikerspak behoeft men daarbij niet te dra- gen. Op z'n gemak kan men lang uit in de boot liggen en lekker lui door het raam naarbinnen kijken. Men ziet hoe de dieren zich gedragen overdag en hoe 'snachts; men ziet hoe de bodemgesteldheid is, ziet planten groeien, die nooit het daglicht aanschouwen, ziet visschen en dieren op den bodem, ontdekt visehnesten, zwermen en schelpdieren. Van een groote wisselende schoonheid is de zee ook van binnen, een schoonheid alleen aan duikers bekend en ook aan hen veel te weinig, omdat door het enge duikerspak de drang naar schoonheid te veel in de knel komt. Te Bovigno ziet men van uit de boot 15 a 20 Meter diep; verderop zelfs 30 Meter en meer. Wie verschaft ons zoo'n glasboot? Zee en animo genoeg. Oe oarEag cadet* den grond. Bernhard Kellermann, de oorlogscorres- pondent van het „Berliner Tageblatt" aan het Westelijk front, vertelt van oorlog onder den grond: In de aarde zijn de loopgraven ingewoeld, diepe, kromme voren. Zij loopen dwars door velden en bossclien, dorpen en kerkhoven, niets ontziende. Voor de loopgraven zijn de draadversperringen, lage struikgewassen met ijzeren doornen. Deze doornstruiken zijn een schepping van den mensch. Zij dra- gen geen vruchten en de mensch sterft er in als een vlieg, die het slachtoffer is van een vleesch-etende plant. Tusschen de draad versperringen door vliegen de geweerkogels. Uit den loop van het maehine-geweer stort zich de sissende lood-regen. De gra- naat komt van grooter afstand aangesneld en zoekt naar alles wat leeft. Meer, nog meer. De zware werpmijnen storten zich uit de loopgraven op de loopgraven van den vijand. De brandgranaten vliegen. En dat is nog lang niet alles! Wij, die in de lucht, in het water, onder het water, op de sneeuw- velden en in woestijnen strijden, wij strij- den heden ook onder de aarde. Waar de loopgraven elkander naderen, komt bij den loopgraven-oorlog nog de mijn-oorlog. Het is de oorlog der pioniers! Eerst waren zij achter bezig met het bou- wen van vonders en bruggen, toen kwamen zij naar voren om loopgraven en draad versperringen aan te leggen en nu zijn zij begonnen met hun eigen oorlog, op hun eigen wijs. Thans zijn zij vooraan bij de voorsten en waar de man valt, valt de pionier met hem. Het zijn duivelsche kerels. Zonder hen gaat het niet meer. Zij zijn onmisbaar, wor den bemind en bewonderd. Daar komen zij, officieren en manscliap- pen, en overleggen. Zij aarzelen niet lang, dat ligt niet in hun aard. Zij beginnen. De grond in,! Het is een gat, een put, een schacht. Touwladders voeren naar de diep- te. Dan gaat het voorwaarts, onder de loop- graven en prikkeldraadversperringen door. Van daaruit gaat het naar rechts en links. Een aantai schachten worden in den grond gedreven. Galerijen en corridors vorrnen de verbindingen. Daar beneden in het duister zijn nieuwe loopgraven ontstaan. „Wij hebben daar en daar een mijn laten springen." Wie maakt zich daarbij een voor- stelling, van hetgeen gebeurd is? Niemand. Wie kent den verschrikkelijken arbeid? Zij zoelcen hier onder de aarde niet naar metalen. Zij zoeken naar de menschen, zij willen hun van onderen aanpakken, daar het van boven niet meer gaat. Zwaar en moeilijk is de arbeid van den pionier. Acht uur lang sleept hij onafgebro- ken aarde en steenen door de donkere gan- gen. Boven in het licht der zon stort hij de aarde uit en wanneer de vijand ziet, dat er nieuwe aarden wallen ontstaan, dan bom- bardeert hij deze onmiddellijk met zijn gra naten. Maar de pionier? De pionier doet zijn plicht. Met kompas en maatstok wordt hier be neden gewerkt. Het komt op de kleinste kromming, daling of stijging aan. Treinen, met hout beladen, komen aanrollen, de pio niers sleepen dag en nacht hout en balken door de mijngangen, om deze te verster- ken, opdat ze niet noven hun hoofd instor- ten. Dat zou een vroolijke geschiedenis zijn! Kilometer lang zijn dikwijls deze gangen en galerijen onder den grond. Maar nie mand ziet ze. Niemand kent den arbeid der pioniers. Het is een werk van weken en maanden, een werk van zweet, overleg en moed. Hoe staat het? Bouwt hij ook? De pio nier luistert in den donkeren nacht. Natuurlijk bouwt hij ook, de Franschman. Hij is er mede begonnen en een meester in die dingen. Met list en groote voorzichtigheid wordt deze oorlog onder den grond, in de duister- nis gevoerd, vele meters diep onder de opper vlak te der aarde. Op zekeren dag, in een nachtelijk uur, terwijl buiten de geweerko gels fluiten en de lichkogels alles in fel licht zetten, in een gelukkige minuut, hoort men hem schaven en schuren, hem, die van de overzijde gekomen is, in de weken, in de maanden, en die evenals wij, be- proeft van onderen aan te pakken, omdat het van boven niet meer gaat. De pionier weet, wat hem te doen staat. Hij luistert om uit te vinden, waar de vijand zit. Ha, hij weet 't. Het is v'ier, zes meter boven hem. Dan komt het er op aan, om te lian- delen. Voorzichtig, dat hij daarboven niets bemerkt. Misschien heeft hij al iets ge- lioord. Het groote oogenblik is gekomen. Elke minuut is van belang. De springla- ding wordt gehaald. Zandzakken, bergen van zandzakken worden naar de galerijen gedragen. Als ratten krioelen de pioniers in het duister, maar de mannen vooraan werken verder. Voorzichtig, dat de vijand niets bemerkt, dat hij niet hoort, wat er gaande is en in zijn baard lacht: „Zij zijn daar flink aan den gang, maar onze mijn springt vijf minuten oerder." Pijnlijk nauwkeurig worden de kisten met springstoffen opgestapeld en intusschen wordt zonder oponthoud het woelen en gra ven voortgezet en hij, die de zaak leidt, moet een kunstenaar zijn, wil het werk ge- lukken. Snel! Snel! De pioniers werken als razenden. De zand- zakken gaan in koortsachtige haast van den eenen arm naar den anderen. De springla- ding moet in-gebouwd en een hooge wal moet er voor opgetrokken worden, anders gaat de lading niet hoog genoeg. Sneller en sneller gaat het, en in stroomen stort het zweet van de gezichten der pioniers, maar van rusten, van even uitblazen is geen sprake. Eindelijk is het klaar. Haastig Snellen de pioniers terug, binnen drie minuten springt de lading. De grond beeft. De mijn springt hoog. De aarde splijt en honderden meters hoog vliegen aarde en steenen. Het gelijkt een vulkaan. Verstikkende rookwolken dwarre- len hoog op en daar tusschen door ziet men mensehenlichamen vliegen En in de bladen leest men: Daar en daar hebben wij een mijn laten springen. Wij ontleenen aan de „N. R. Crt." de volgende telegrammen: Van het Wesiciijke gewechts- terrein. PARIJS, 12 Augustus. (Havas.) Officieele mededeeling van liedenmiddag: In Artois kanonvuur en gevechlen met handgranaten bij Souchez. In Argonne is het bombardement gedu rende den llden in hevigheid verdubbeld. Daarnij werd ruim gebruik van granaten met stikgassen gemaakt. Tegen den dage- raad volgde een zeer heftige aanval der Duitschers met ten minste 3 regimenten tegen de Fransche positie aan den weg van Binarville naar Vienne le Chateau en het ravijn van Houyette. In het centrum van dezen sector zijn de Duitschers er in geslaagd de Fransche stellingen Dinnen te dringen. Zij zijn er uit gejaagd door tegen- aanvallen in den loop van den dag. Zij ne- hielden sleehls een stuk Fransche Ioopgraaf van de eerste linie. De Fransclien maakten gevangenen van het Wurtemnergsche corps. In den nacht van 11 op 12 hebben de Duit schers tweemaal de Fransche loopgraven aangevallen in de streek van Marie Therese en Fontaine aux Charmes. Zij zijn geheel teruggeslagen. In het Priesterbosch levendige worsteling van Ioopgraaf tot Ioopgraaf met handgra naten en groote bommen. In de Vogezen bij den Lingekopf hebben de Duitschers gepoogd aan te vallen; die poging is na een gevecht met handgranaten afgeslagen. BERLIJX, 12 Augustus. (Wolff.) Officieel bericht uit het groote hoofdkwartier In Argonne hebben wij ten Noorden van Viemie le Chateau de groep Fransche ver- sterkingen, bekend als het Martin-veldwerk, vermeesterd. Wij maakten 71 ongedeerde gevangenen, waaronder 2 officieren, en ver- overden 2 machine-geweren en 7 mijnwer- pers. De vijand leed bloedige verliezen. Bij de vermeestering van een vijandelijke loopgi-aaf ten N.-O. van La Harazee zijn eenige gevangenen in, onze handen gevallen. De rest van de bezetting vluclitte met ach- terlating van 10 dooden. Van hef Oosteiijke gevechts teppein. ST. PETERSBURG, 11 Augustus. (P. T. A.) Officieele mededeeling van den generalen staf Op de wegen van Riga hebben onze troe- pen in den avond van den 9den met succes aan vallen van den vijand van over de rivier de Eckau met succes afgeslagen. In de streek van Jacobstadt hebben wij de Duitschers uit de buurt van Schoenberg verdreven. Tusschen Dwinsk en Poniewic gaan wij voort druk uit te oefenen op den vijand, die terugtrekt. Op enkele punten moeten wij vijandelijke afdeelingen, die ihardnekkig weer- stand bieden, met de bajonet verjagen. Tegen de Westelijke werken van Ivowno herhaalde de vijand zijn vruchtelooze aan- vallen. Door tegenaanvallen van het garni- zoen werden drie Duitsehe bataljons bijna volslagen vernietigd, Wij maakten tegen de honderd gevangenen, en veroverden machine- geweren. In de streken van Ostrolenka, Rozan en Pultusk duurt het hardnekkige offensief der Duitschers voort. Onze troepen, nlettegen- staande hunne verliezen in de onoplioude- lijke gevechten tegen den vijand, die ver- sterkingen krijgt, biyden hem langs de heele Boeg een hardnekkigen tegenstand. Bij No wo Georgiewsk is een aanval van de Duitschers tegen de Zuidelijke vesting- werken, die door cen artilleriebeschieting kraclitig was voorbereid, door het vum- van die versterkingen tegengehouden. Op de wegen in -het gebied van den Mid den-Weichsel patrouillegevechten. Op de wegen van de Wieprz naar Lukow en Wlodawa hebben onze troepen den IO11 Augustus aanv.allen van den tegenstander af geslagen. De Duitschex*s, die uit de richting van Cholm oprukten, zijn in de richting van de Ucherka teruggeslagen. (De Ucherka stroomt bezuiden Uchrusk in de Boeg. Red.t. In de streek van \Vladimir Wolinski pefen- de onze cavalerie een druk op den vijand uit. Aan den Dnjestr duurde het gevecht, dat den 8sten in de streek van de Strvpa be gonnen is, den heelen volgenden dag voort. De Oostenrijkers zijn weer begonnen ont- plofbare kogels te ggbruiken. Tegen den avond werden de aanvallen des vijands tot staan gebrach^ m j5s;.,.; BERLIJN, 12 Augustus. (Wolff.) Officieel bericht uit het grbhte hoofdkwartier: Van de legergroep van Hindenburg wordt gemeld, dat in Koerland en Samogitie de loestand onveranderd is. Ten Z. van de Njemen hebben troepen van het leger onder generaal Von Eichhorn een aanval in den Dwina-sector, die met aanzienlijke strijdkrachten werd onderno- men, afgeslagen. De vijand liet 700 gevan genen in onze handen. Het leger van generaal Von Scholz heeft het bruggehoofd van Wizna genomen en ten Zuiden van de Narew den vijand over de Gac-rivier geworpen. Sedert 8 Augustus heeft dit leger 4950 krijgsgevangenen ge maakt, waaronder 11 officieren, en 12 ma chine-geweren veroverd. Het leger van generaal Gallwitz heeft Zam- browo bestormd en is, al vechtende, over Andrzejow verder in Oosteiijke lichting op- gerukt. Voor Nowo Geoi'giewsk niets nieuws. Een onzer luchtschepen heeft het station van Bialistok gebombardeerd. Hevige ont- ploffingen zijn waargenomen. Van de legergroep van prins Leopold van Beieren wordt gemeld, dat de vervolging on der veelvuldige gevechten met vijandelijke achterhoeden wordt voortgezet en dat de Muchawka-sector is overschreden. Lukow is bezet. Nadat de troepen der bondgenooten onder Mackensen op vei-scheidene punten taai ver- Moifetta tot Seuo San Gorgio dedigde stellingen zijn biimengedrongen, zijn de Russen sedert hedennacht over het ge heele front tusschen Boeg en Parczew in af- tocht. WEENEN, 12 Augustus. (Wolff.) Officieel bericht uit het groote hoofdkwartier: De Oostenrijksch-Hongaarsche strijdkrach ten, die ten Noorden van de beneden-Wieprz den vijand vervolgen, hebben heden Lukow genomen en zijn de Bystryca ten Westen van Iladzyn overgestoken. Tusschen Tysmienica en Boeg hebben de Duitschers gisteren den vijand op verschei- dene punten teruggeworpen. De vijand lieeft hedenochtend het veld geruimd en trekt terug. Overigens is de toestand onverandei'd. ifian Siet Zuidelijke gevechts* ier*8»eiw., ROME, 12 Augustus. (Reuter.) Officieele mededeeling Uit Carnia worden langs het geheele front hevige gevechten gemeld en korte vorderin- gen van de infanterie. Op het Karst-plateau zijn onze troepen, na in den nacht van 10 dezer een aanval in het gebied van de Sei Busi afgeslagen te hebben, tegen den morgen tot een tegen- offensief ovei-gegaan. Op sommige punten van het front hebben zij aanmerkelijke voor- deelen behaald. I jj jW WEENEN, 12 Augustus. (Wolff.) Officieel bericht uit liet gi-oote hoofdkwartier: Op het front in de kuststreek zijn van- nacht een hevige aanval tegen het naar 't Westen vooruitspringende deel der hoog- vlakte van Doberdo en twee aanvallen bij Zagora, die gisteren overdag door een felle beschieting waren voorbereid, afgeslagen on der groote verliezen voor den vijand. Voor het bruggehoofd van Goi-z is het l-ustig. Op de overige gedeelten van het front ge- schutgevechten en schennutselingen. Beschieting wan de (tali- aansche fcust. WEENEN, 12 Augustus. (Wolff.) De marinestaf xueldt Gisteroehtend hebben onze oorlogc hepen het traject van den Italiaanschen kust spoor- weg van beschoten. In Molfetta zijn vier f'abrieken en twee tramviaducten zwaar beschadigd, een viaduct is ingestort, een fabriek is in brand geraakt. In San Spirito zijn het station en ver- scheidene loodsen tot den grond afgebrand. In Bari zijn de Semaphoor, de spoorweg en vyf fabrieken beschoten, waarvan een in vlammen is opgegaan. Geheel Bari was in stof en rookwolken ge'nuldonder de bevolking heerschte een paniek. Italiaansche batterijen van gemiddeld kaliber hebben onze torpedojagers tevergeefs beschuten. Ook een aanval van een vijande lijke duikboot is mislukt. Het spoorwegviaduct boven Seno San Giorgio is door ons geschutvuur sterk be schadigd. Onze schepen zijn alle ongedeerd terug- gekomen. Vijandelijke oorlogsscbepen zijn op de gemelde duikboot voor Bari na, niet gezien. Hel drama te Leiden. Omtrent een tragisch voorval te Leiden, raeldt het Leidsch Dagbl. de volgende bij- zonderheden Dinsdagavond halfelf vonden wandelaars aan Riju- en Schiekade eenige manskleeding en een vrouwenschort aan den waterkant. Zy brachten deze aan het politieposthuis aan het Noordeindsplein en waarschuwden de agenten, die daar aanwezig waren. Een der agenten begon ter plaatse te dreggen en na eenigen tijd werd het lijk opgehaald van een jongeman. Geneeskundige hulp werd onmiddellijk ingeroepen en getracht de levensgeesten op te wekken, doch zonder gevolgde jonge man was overleden. Intusschen werd met dreggen voortgegaan en dicht bij de plek, waar men het manne- lijk lijk had gevonden, werd ook het lijk van een meisje opgehaald. Ook bij haar waren de levensgeesten reeds geweken. Een prentkaart werd op het lijk gevonden blijkbaar door den jongeman aan haar ge- zonden. Er stond met inktpotlood in vrij groote letters met bevende hand op geschreven „Ik sterf onschuldig, groete aan moeder." Het onderzoek werd nu voortgezet met het resultaat, dat weldra bleek, dat de jongeman een Leidenaar was, v. G. genaamd, 17 jaar oud, wiens ouders ook in Leiden wonen. Het meisje, mej. V., eveneens 17 jaar, was uit Den Haag afkomstig, woonde thans ook te Leiden en diende bij een familie. Ondanks haar jeugdigen leeftijd had het meisje reeds een veelbewogen leven achter zich en dit leven is wellicht in den diepsten grond oorzaak van dit treurig drama. De vader van het meisje, aan den drank verslaafd, de moeder lichtzinnig, hebben zich haar lot weinig aangetrokken en zoo geraakte het kind op haar 12e jaar reeds aan het zwerven en viel daarbij nu en dan in slechte handen. Hier en daar, o.a. in Den Haag en Rotterdam, diende zij voor korten tijd, doch uit den dienst ont- slagen, moest zij elders weer troost zoeken. Zoo werd zij gedurende anderhalf jaar in een inrichting van het Leger des Heils in den Haag opgenomen. Van G. schijnt toen met haar in kennis te zijn gekomen. De ouders van den jongeman waren er sterk tegen, dat die kennismaking van blijvenden aard werd, doch konden de ver- houding moeilijk keeren. Daarom wendden zij op loffelijke wijze pogingen aan, het meisje op den goeden weg te brengen en te houden door voor haar te Leiden een dienst te zoeken, wat hun gelukte. Haar mevrouw nam op gezag van vrouwVanG. het meisje, dat knap van uiierlijk en vrien- delijk was en beschaafde manieren had, in haar dienst. Ook deze wilde gaarne mede- werken om het meisje, dat, naar zij meende ouderloos was, voort te helpen. De pogingen, daartoe aangewend, afcowel van de zij de van de ouders van den jonge man als van haar mevrouw leden echter schipbreuk op de verdorvenheid van het meisje, slachtofLr van verwaarloosde op- voeding. Ondanks alles weigerde echter Van G. afstand van haar te doen, al kadden er af en toe scenes plaats, die niet nalieten op het zenuwgestel der beide jonge menschen en voornamelijk op dat van v. G. haar nadeeligen invloed te doen gelden. Zij leef- den vermoedelyk beideu in gespannen toe- stand, doordat mevrouw, ten einde raad, haar dreigde met ontslag. Dinsdagavond had er weer een scene plaats gehad. De twee jonge menschen hingen sameu wandelen en hebben toen vermoedelijk het noodlottig plan beraamd en helaas, onmiddellijk ten uitvoer gebracht. Het drama wekt begrijpelijkerwijze ont- roering in breede kringen en het mede- lijden sti'ekt zich vooral uit over de ouders van den jongeman, oppassende menschen, die alles hebben gedaan, om, toen zij een- maal machteloos bleken de betrekking tus schen de twee ougedaan te maken, het meisje op den goeden weg terug te brengen waartoe ook haar mevrouw haar best heeft gedaan. Doch ook het meisje wekt onze deernis. Opgevoed in een slekhte omgeving, op jeugdigen leeftijd aan zichzelf overgelaten, aau allerlei verleiding blootgesteld, werd het ook haar moeielijk op het goede pad te blijven. Zoo venlienf ook zij onze deernis en ook teu opzichte van haar geldt en ook Jezus, woord: //Wie van u zonder is, werpe den eersten steen op haar Mislukte desertie. Nabij de Belgisehe grenzan, in de buurt van Weerf, werdt door de Duitsehe soldaten ten Rus gearresteerd. Hij had na een zwerftocht door heel Belgie, reeds Holland weten te bereiken, doch, blijkbaar den weg niet wetende, keerde hy onbewust terug op Belgischen bodem. De Rus liep bloots- voets en zag er zeer gehavend uit. Een onilerwijzers-soHieilaUe. Iernand brengt de „Zwolsche Courant" een copie van een schoolmeesters-sollicita- tiebrief uil den jare 1794, die zeker, vooral door de onderwijzers, met belangstelling zal worden gelezen. Het document luidt: WelEdele Egtbheeren van de Begeering van Zalt-Bommel. Sonder roem na waarheid dient deze tot informatie dat onze familie bestaat, uit man, vrouw, en zoon, wij zijn ruim 40 jaar en, de soon de fleur onzer yonkheid, de kraclit onzer Lendene, de stul onzer bejaarde dagen, 20 jaaren oud een mr. glasemaker; een verwer, den meeslen tijd ondermeester, een jongeling onzes gelukx, fris en wel gefor- meert en reght van Leeden. Zoo UE. agil>.- een wel gedresseert sclioolmeesler en vooi-- ganger van nooden of van doen liebben God geeven UE. agtb: wijsheid en voorzichlig- heid in de elextie van soodanig een pei-soon of wat het ook zij; verzoeken UE. agtb: aangaande mijne kunsten en wetenschappen eens aan te merken de selve bestaan uit de navolgende dingen of wetenschappen, na- mentlijk Italiaans of scheepsboekhouden en wijnroejerskonst de Stuurmans en Land- meetkonst zonder Roem dog het is Gods gaven. Extra ordinair puik overheerlijk schoon singen, als t God belieft; soo UE. agtb: begeerig bent aan te hooren tot verwonde- ring, verbaasdheid, en wat lets meer is, dat so een teder Ligliaam in Leezen en sin gen soo een geluid kan geven, ik ben dp de vierde verandering van domicilium; alle figuuren op 't konstige door ovaal ronds wijze met de passer te liaalen alle de som- me te formeeren Italiaansche Romynsche Letters, ja tot 50 diverse handen te schrij- ven capitaal Linkx en Regs door te haalen, met de penseel te schrij veil en te vergulden, en diergelijke wetenschappen en capaciteiten meer, mede de veerdigheid der pen, inde- welke ik voor niemand behoef te wijken de Roem buitengesloten, ik verzeeker, dat UE. agtb: nog beeter sulle ondervinden, wan neer ik het durf met de pen exprimeeren wanneer UE. agtb: gelieve te hooren of te sien, hebben maar tot UE. agtb: te recom- mandeeren, of door iemand te laate af- haale, de distantie tussebeyde is 9 of X uuren; mijn vrouw is de allerneste in haar huishouden, in 't adsisteeren van mijn school, anfin van de hooftscheedel af tot de voetsolen toe Den ik Een Schoolmeester. N. B. wijn of sterkendrank word I van mijn nimmer gedronken, ziet ook voor 't lest, ja voor't laalst zegge ik, en hoort UE. agtn: sal nog beeter ondervinden aangaande mijne comporlement. P.S. per naaste occasie ant- woord verwagtende van te komen of niet, soo UE. agtb: op sodanige condition niet ge- lieven te hooren of te sien, gelieft dan maar de goedheid te hebbe van mijn papier met den eerste terug te zenden, dan lioope ik, dat UE. agtb: den heemel wil geeven Een- dragtigheid en Liefden, ja selvs concox-dan- lie tot in de Electie van een goed, braaf, Eerlijk en bejaart en deugdzaam man, de heere seegexie UE. aglb: en de waarde Broe- ders der gemeente in T Electriseeren van een ander persoon van 't vaceerende anxpt uwer schoolmeester en voorgangersampt, Dlijve van hertelijke salutatie en presentatie van mijn onderdanige dienstpresentatie aan UE. agtnBroederen der gemeente. UE. agtb: onderdanigste Dienaar, SIMON JANSE VERWEY, 17-5/1-94. Schoolhouder te Ouwater. Ook al oorlog. Men schrijft aan „Het Vad.": Het geval, dat ik beleefd heb, is te typisch, om het in dezen oorlogstijd niet voor bree- den kring te vertellen: Een eigenaardig tooneeltje in de dieren- wereld speelde zich voor mij af. Den land- weg langs wandelend in de schaduw der hooge boomkruinen, die donker silhouet- leerden tegen den Dlauwen hemel, terwijl geen windje de nladeren bewoog, werd plot- seling mijn aandaclit getrokken door een

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 2