ill i
I"
De krygsbedrijven.
11 j ,1
II ill
in ic
GtMENGOE BERICHTEN.
i»".i
de helft van de rechterhand ah Hardy,
die links wi®, ging rustig door met zijn
bommen te werpen en wensch le geen ge-
volg te gevep aan liet bevel van den of-
ficier om achter het front te gaan. „Ik
hoor aan het,front, verklaarde hij. Even
later werd hij door het hoofd gesclioten.
Esara B8?oep op Mmeriks.
De Bond van Duitsehe Joden verspreidt
thans, volgens de „Tel.", in neutrale landen
een „oproep aan Amerika", opgesteld door
den vekl-rabbijn dr. Levi, die een beroep
op de Yereenigde Staten doet, om geen mu-
nitie meer naar Rusland te zenden.
In den „oproep" wordt herinnerd aan de
vele Joden uit Polen, die thans in Amerika
hun brood .yerdienen en daar in vrede leven,
die alles en alles aan Amerika te danken
hebben en wier, in Polen achtergebleven,
betrekkingen er naar snakken, om ook de
heerlijldreden te genieten, waarvan zij in
brieven lezen.
Maar datzelfde Amerika levert thans, vol
gens dr. Levi, aan Rusland de granaten,
waarmede de stadjes in Polen verwoest zijn,
en dat doet hen de volgende klacht slaken:
Amerika! Amerika! Ongeiukkigste der lan
den! Gij hebt den vrede, vecht niet voor
uw leven en nu zendt gij niet den dollar,
niet den brief naar al de schoone oorden
van uw kindsheid, van Libau tot Lemberg,
ijzeren granaten zendt ge door het tsaren-
rijk. De oogen, die dankbaar tojt u opblikten,
staren thans met waanzinnigen angst, w'an-
meer uw verderf-verspreidende groet don-
dert. De sabbathlichten zijn gedoofd. Vuur
en dood hebben de hutten in stof en asch
veranderd. De harten, die naar u uitgingen,
breken, de handen, die zich voor u vouw-
den, hangen slap neer, het moederlijf dat u
heeft gedragen, is verscheurd, de lippen,
die voor u gebeden hebben, zijn stom ge-
worden: ijzer gaaft gij voor goud, dood voor
leven. Kinderen dooden hun ouders!
Amerika! Amerika! Ik doe een beroep
op u.
Eesi ftrsgisch foewai.
Een rilmeester vertelt in de frankfurter
Zeitung" het volgende eigenaardige geval:
Het had gedurende de nacht flink geon-
weerd en daar ik vrij van dienst was, maak-
te ik een kleine wandeling, waarbij ik
voorbij een soldatenkerkhof kwam, dat
ongeveer 300 pas van mijn kwartier ligt.
Onze brave dorpsgeestelijke zag ik naast een
baar staan waarop eexi zeer jonge huzaar
lag. Daamaast slonden vier oude mannen
van den landstorm, die ijverig een graf
groeven, wat in den natten grond geen ge-
makkelijk work was.
Een kort gebed en de kluiten vielen neer
op het lijk. Reeds wilden de mannen. van
den landstorm weggaan, toen de geestelijke
hun verzdcht, nog een graf te graven, daar
hij niet altijd mannen daarvoor had. Al-
leen een van de vier bleef en ging aan het
werk. Ik sprak nog even met hem en hoor-
de, dat hij uit Baden kwam en een kleine
boer was met een groote familie. De oudste
jongen moest nu ook opkomen.
Tenslotte was hij klaar en vol trots zag
hij op zijn werk, waarvoor de geestelijke
hem hartelijk dankte. Wie weet, zei hij bij
het weggaan, voor welk vroolijk jongmensch,
ik oude kerel dit graf gegraven lieb.
Tegen den middag kwam ik weer aan het
kerkhof voorbij, toen ,ik zou gaan eten. Weer
stonden daar eenige mannen van den land
storm met den geestelijke stil te bidden.
Toen ik dichterbij kwam, zag ik op de baar
mijn landstormman. Op den terugweg was
hij door een granaatsplinter getroffen. Hij
had voor zichzelf het graf gegraven.
Oe eetpsfe Belg die tegen de
Duitschers gestr>eden Eieeft.
Uit het hospitaal te Maastricht is naar
Ivatwijk aan Zee vertrokken de Belgisehe
gendarme J. Peiffer, die daar sedert begin
Augustus van het vorige jaar werd var-
pleegd.
Peiffer is een der eerste Belgen geweest,
die contact heeft gehad met de Duitsehe
armee.
Toen een afdeeling Duitsehe soldaten in
Gemmenich aankwam, werd dezen door de
gendarmes van Gemmenich, onder wie
zich ook P. bevond, beleefdelijk gezegd, dat
ze zich cp -Belgischen bodem bevonden en
dus spoedig moesten zorgen Belgie te ver-
laten, wilden ze niet geinterneerd worden.
De Gemmenichsche gendarmerie wist niets
van de schending der Belgisehe neutraliteit
door Duitschland.
De Duitsehe patrouille was spoedig in
een gevecht gewikkeld met de Gemmenich
sche gendarmes, van wie ook eenigen sneu-
velden. P. werd in het been getroffen en
vond spoedig een uitstekende verpleging in
het burger-ziekenhuis. Hij is echter, tot
zijn groote spijt, niet meer in staat om zijn
vaderland als soldaat te dienen en zal als
non-coinliattant het einde van den oorlog in
een verblijf voor afgekeurden in Nederland
moelen afwachten. -
Het giazen bootje.
Het Zoologische station te Rovigno aan
de Adria biedt schrijft het „Hbl." gele-
genheid, die, zooals men weet, elders ook
reeus op andere manier bestaat, om de zee
te nekijken. En dit geschiedt hier van uit
een ooot met een giazen bodem. Het is een
vlakke en breede boot, 7 meter lang en
21/4 M. Imped, waarvan uit den bodem een
oppervlak van 2 vierk. meter is uitgesneden
en vervangen door een giazen ruit.
Deze ruit is gesloten in een stevig raam,
dat waterdicht in den bodem van het schip
past. De boot wordt door riemen voortbe-
wogen of met behulp van een aanhang-
motor.
Om het spiegelen van het glas te vermij-
den, wordfde geheele boot met zwarte stof
overspannen. De giazen ruiten kunnen op
verschillende wijzen worden gebruikt. Door
de eene ri^lt kan men waarnemen, door de
andere kan men het waargenomene photo-
grafeeren of het licht van een schijnwer-
per in de zee werpen.
Hoe merkwaardig moet het zijn op die
wijze de zee van binnen te bekijken. Hejt
duikerspak behoeft men daarbij niet te dra-
gen. Op z'n gemak kan men lang uit in
de boot liggen en lekker lui door het raam
naarbinnen kijken.
Men ziet hoe de dieren zich gedragen
overdag en hoe 'snachts; men ziet hoe de
bodemgesteldheid is, ziet planten groeien,
die nooit het daglicht aanschouwen, ziet
visschen en dieren op den bodem, ontdekt
visehnesten, zwermen en schelpdieren. Van
een groote wisselende schoonheid is de zee
ook van binnen, een schoonheid alleen aan
duikers bekend en ook aan hen veel te
weinig, omdat door het enge duikerspak de
drang naar schoonheid te veel in de knel
komt.
Te Bovigno ziet men van uit de boot 15 a
20 Meter diep; verderop zelfs 30 Meter en
meer.
Wie verschaft ons zoo'n glasboot? Zee en
animo genoeg.
Oe oarEag cadet* den grond.
Bernhard Kellermann, de oorlogscorres-
pondent van het „Berliner Tageblatt" aan
het Westelijk front, vertelt van oorlog onder
den grond:
In de aarde zijn de loopgraven ingewoeld,
diepe, kromme voren. Zij loopen dwars door
velden en bossclien, dorpen en kerkhoven,
niets ontziende. Voor de loopgraven zijn de
draadversperringen, lage struikgewassen met
ijzeren doornen. Deze doornstruiken zijn
een schepping van den mensch. Zij dra-
gen geen vruchten en de mensch sterft er
in als een vlieg, die het slachtoffer is van
een vleesch-etende plant. Tusschen de draad
versperringen door vliegen de geweerkogels.
Uit den loop van het maehine-geweer
stort zich de sissende lood-regen. De gra-
naat komt van grooter afstand aangesneld
en zoekt naar alles wat leeft. Meer, nog
meer. De zware werpmijnen storten zich
uit de loopgraven op de loopgraven van den
vijand. De brandgranaten vliegen. En dat
is nog lang niet alles! Wij, die in de lucht,
in het water, onder het water, op de sneeuw-
velden en in woestijnen strijden, wij strij-
den heden ook onder de aarde. Waar de
loopgraven elkander naderen, komt bij den
loopgraven-oorlog nog de mijn-oorlog.
Het is de oorlog der pioniers!
Eerst waren zij achter bezig met het bou-
wen van vonders en bruggen, toen kwamen
zij naar voren om loopgraven en draad
versperringen aan te leggen en nu zijn zij
begonnen met hun eigen oorlog, op hun
eigen wijs. Thans zijn zij vooraan bij de
voorsten en waar de man valt, valt de
pionier met hem.
Het zijn duivelsche kerels. Zonder hen
gaat het niet meer. Zij zijn onmisbaar, wor
den bemind en bewonderd.
Daar komen zij, officieren en manscliap-
pen, en overleggen. Zij aarzelen niet lang,
dat ligt niet in hun aard. Zij beginnen. De
grond in,! Het is een gat, een put, een
schacht. Touwladders voeren naar de diep-
te. Dan gaat het voorwaarts, onder de loop-
graven en prikkeldraadversperringen door.
Van daaruit gaat het naar rechts en links.
Een aantai schachten worden in den grond
gedreven. Galerijen en corridors vorrnen de
verbindingen. Daar beneden in het duister
zijn nieuwe loopgraven ontstaan.
„Wij hebben daar en daar een mijn laten
springen." Wie maakt zich daarbij een voor-
stelling, van hetgeen gebeurd is? Niemand.
Wie kent den verschrikkelijken arbeid?
Zij zoelcen hier onder de aarde niet naar
metalen. Zij zoeken naar de menschen, zij
willen hun van onderen aanpakken, daar
het van boven niet meer gaat.
Zwaar en moeilijk is de arbeid van den
pionier. Acht uur lang sleept hij onafgebro-
ken aarde en steenen door de donkere gan-
gen. Boven in het licht der zon stort hij de
aarde uit en wanneer de vijand ziet, dat
er nieuwe aarden wallen ontstaan, dan bom-
bardeert hij deze onmiddellijk met zijn gra
naten. Maar de pionier? De pionier doet
zijn plicht.
Met kompas en maatstok wordt hier be
neden gewerkt. Het komt op de kleinste
kromming, daling of stijging aan. Treinen,
met hout beladen, komen aanrollen, de pio
niers sleepen dag en nacht hout en balken
door de mijngangen, om deze te verster-
ken, opdat ze niet noven hun hoofd instor-
ten. Dat zou een vroolijke geschiedenis zijn!
Kilometer lang zijn dikwijls deze gangen
en galerijen onder den grond. Maar nie
mand ziet ze. Niemand kent den arbeid der
pioniers.
Het is een werk van weken en maanden,
een werk van zweet, overleg en moed.
Hoe staat het? Bouwt hij ook? De pio
nier luistert in den donkeren nacht.
Natuurlijk bouwt hij ook, de Franschman.
Hij is er mede begonnen en een meester in
die dingen.
Met list en groote voorzichtigheid wordt
deze oorlog onder den grond, in de duister-
nis gevoerd, vele meters diep onder de opper
vlak te der aarde. Op zekeren dag, in een
nachtelijk uur, terwijl buiten de geweerko
gels fluiten en de lichkogels alles in fel
licht zetten, in een gelukkige minuut, hoort
men hem schaven en schuren, hem, die
van de overzijde gekomen is, in de weken,
in de maanden, en die evenals wij, be-
proeft van onderen aan te pakken, omdat
het van boven niet meer gaat. De pionier
weet, wat hem te doen staat. Hij luistert
om uit te vinden, waar de vijand zit. Ha,
hij weet 't. Het is v'ier, zes meter boven
hem. Dan komt het er op aan, om te lian-
delen. Voorzichtig, dat hij daarboven niets
bemerkt. Misschien heeft hij al iets ge-
lioord. Het groote oogenblik is gekomen.
Elke minuut is van belang. De springla-
ding wordt gehaald. Zandzakken, bergen
van zandzakken worden naar de galerijen
gedragen. Als ratten krioelen de pioniers
in het duister, maar de mannen vooraan
werken verder. Voorzichtig, dat de vijand
niets bemerkt, dat hij niet hoort, wat er
gaande is en in zijn baard lacht: „Zij zijn
daar flink aan den gang, maar onze mijn
springt vijf minuten oerder."
Pijnlijk nauwkeurig worden de kisten met
springstoffen opgestapeld en intusschen
wordt zonder oponthoud het woelen en gra
ven voortgezet en hij, die de zaak leidt,
moet een kunstenaar zijn, wil het werk ge-
lukken. Snel! Snel!
De pioniers werken als razenden. De zand-
zakken gaan in koortsachtige haast van den
eenen arm naar den anderen. De springla-
ding moet in-gebouwd en een hooge wal
moet er voor opgetrokken worden, anders
gaat de lading niet hoog genoeg. Sneller en
sneller gaat het, en in stroomen stort het
zweet van de gezichten der pioniers, maar
van rusten, van even uitblazen is geen
sprake.
Eindelijk is het klaar.
Haastig Snellen de pioniers terug, binnen
drie minuten springt de lading.
De grond beeft. De mijn springt hoog.
De aarde splijt en honderden meters hoog
vliegen aarde en steenen. Het gelijkt een
vulkaan. Verstikkende rookwolken dwarre-
len hoog op en daar tusschen door ziet
men mensehenlichamen vliegen
En in de bladen leest men: Daar en daar
hebben wij een mijn laten springen.
Wij ontleenen aan de „N. R. Crt." de
volgende telegrammen:
Van het Wesiciijke gewechts-
terrein.
PARIJS, 12 Augustus. (Havas.) Officieele
mededeeling van liedenmiddag:
In Artois kanonvuur en gevechlen met
handgranaten bij Souchez.
In Argonne is het bombardement gedu
rende den llden in hevigheid verdubbeld.
Daarnij werd ruim gebruik van granaten
met stikgassen gemaakt. Tegen den dage-
raad volgde een zeer heftige aanval der
Duitschers met ten minste 3 regimenten
tegen de Fransche positie aan den weg
van Binarville naar Vienne le Chateau en
het ravijn van Houyette. In het centrum
van dezen sector zijn de Duitschers er in
geslaagd de Fransche stellingen Dinnen te
dringen. Zij zijn er uit gejaagd door tegen-
aanvallen in den loop van den dag. Zij ne-
hielden sleehls een stuk Fransche Ioopgraaf
van de eerste linie. De Fransclien maakten
gevangenen van het Wurtemnergsche corps.
In den nacht van 11 op 12 hebben de Duit
schers tweemaal de Fransche loopgraven
aangevallen in de streek van Marie Therese
en Fontaine aux Charmes. Zij zijn geheel
teruggeslagen.
In het Priesterbosch levendige worsteling
van Ioopgraaf tot Ioopgraaf met handgra
naten en groote bommen.
In de Vogezen bij den Lingekopf hebben
de Duitschers gepoogd aan te vallen; die
poging is na een gevecht met handgranaten
afgeslagen.
BERLIJX, 12 Augustus. (Wolff.) Officieel
bericht uit het groote hoofdkwartier
In Argonne hebben wij ten Noorden van
Viemie le Chateau de groep Fransche ver-
sterkingen, bekend als het Martin-veldwerk,
vermeesterd. Wij maakten 71 ongedeerde
gevangenen, waaronder 2 officieren, en ver-
overden 2 machine-geweren en 7 mijnwer-
pers. De vijand leed bloedige verliezen.
Bij de vermeestering van een vijandelijke
loopgi-aaf ten N.-O. van La Harazee zijn
eenige gevangenen in, onze handen gevallen.
De rest van de bezetting vluclitte met ach-
terlating van 10 dooden.
Van hef Oosteiijke gevechts
teppein.
ST. PETERSBURG, 11 Augustus. (P. T. A.)
Officieele mededeeling van den generalen
staf
Op de wegen van Riga hebben onze troe-
pen in den avond van den 9den met succes
aan vallen van den vijand van over de rivier
de Eckau met succes afgeslagen.
In de streek van Jacobstadt hebben wij
de Duitschers uit de buurt van Schoenberg
verdreven.
Tusschen Dwinsk en Poniewic gaan wij
voort druk uit te oefenen op den vijand,
die terugtrekt. Op enkele punten moeten wij
vijandelijke afdeelingen, die ihardnekkig weer-
stand bieden, met de bajonet verjagen.
Tegen de Westelijke werken van Ivowno
herhaalde de vijand zijn vruchtelooze aan-
vallen. Door tegenaanvallen van het garni-
zoen werden drie Duitsehe bataljons bijna
volslagen vernietigd, Wij maakten tegen de
honderd gevangenen, en veroverden machine-
geweren.
In de streken van Ostrolenka, Rozan en
Pultusk duurt het hardnekkige offensief der
Duitschers voort. Onze troepen, nlettegen-
staande hunne verliezen in de onoplioude-
lijke gevechten tegen den vijand, die ver-
sterkingen krijgt, biyden hem langs de heele
Boeg een hardnekkigen tegenstand.
Bij No wo Georgiewsk is een aanval van
de Duitschers tegen de Zuidelijke vesting-
werken, die door cen artilleriebeschieting
kraclitig was voorbereid, door het vum- van
die versterkingen tegengehouden.
Op de wegen in -het gebied van den Mid
den-Weichsel patrouillegevechten.
Op de wegen van de Wieprz naar Lukow
en Wlodawa hebben onze troepen den IO11
Augustus aanv.allen van den tegenstander af
geslagen. De Duitschex*s, die uit de richting
van Cholm oprukten, zijn in de richting van
de Ucherka teruggeslagen. (De Ucherka
stroomt bezuiden Uchrusk in de Boeg.
Red.t.
In de streek van \Vladimir Wolinski pefen-
de onze cavalerie een druk op den vijand
uit.
Aan den Dnjestr duurde het gevecht, dat
den 8sten in de streek van de Strvpa be
gonnen is, den heelen volgenden dag voort.
De Oostenrijkers zijn weer begonnen ont-
plofbare kogels te ggbruiken. Tegen den
avond werden de aanvallen des vijands tot
staan gebrach^ m j5s;.,.;
BERLIJN, 12 Augustus. (Wolff.) Officieel
bericht uit het grbhte hoofdkwartier:
Van de legergroep van Hindenburg wordt
gemeld, dat in Koerland en Samogitie de
loestand onveranderd is.
Ten Z. van de Njemen hebben troepen
van het leger onder generaal Von Eichhorn
een aanval in den Dwina-sector, die met
aanzienlijke strijdkrachten werd onderno-
men, afgeslagen. De vijand liet 700 gevan
genen in onze handen.
Het leger van generaal Von Scholz heeft
het bruggehoofd van Wizna genomen en ten
Zuiden van de Narew den vijand over de
Gac-rivier geworpen. Sedert 8 Augustus
heeft dit leger 4950 krijgsgevangenen ge
maakt, waaronder 11 officieren, en 12 ma
chine-geweren veroverd.
Het leger van generaal Gallwitz heeft Zam-
browo bestormd en is, al vechtende, over
Andrzejow verder in Oosteiijke lichting op-
gerukt.
Voor Nowo Geoi'giewsk niets nieuws.
Een onzer luchtschepen heeft het station
van Bialistok gebombardeerd. Hevige ont-
ploffingen zijn waargenomen.
Van de legergroep van prins Leopold van
Beieren wordt gemeld, dat de vervolging on
der veelvuldige gevechten met vijandelijke
achterhoeden wordt voortgezet en dat de
Muchawka-sector is overschreden.
Lukow is bezet.
Nadat de troepen der bondgenooten onder
Mackensen op vei-scheidene punten taai ver-
Moifetta tot Seuo San Gorgio
dedigde stellingen zijn biimengedrongen, zijn
de Russen sedert hedennacht over het ge
heele front tusschen Boeg en Parczew in af-
tocht.
WEENEN, 12 Augustus. (Wolff.) Officieel
bericht uit het groote hoofdkwartier:
De Oostenrijksch-Hongaarsche strijdkrach
ten, die ten Noorden van de beneden-Wieprz
den vijand vervolgen, hebben heden Lukow
genomen en zijn de Bystryca ten Westen
van Iladzyn overgestoken.
Tusschen Tysmienica en Boeg hebben de
Duitschers gisteren den vijand op verschei-
dene punten teruggeworpen. De vijand lieeft
hedenochtend het veld geruimd en trekt
terug.
Overigens is de toestand onverandei'd.
ifian Siet Zuidelijke gevechts*
ier*8»eiw.,
ROME, 12 Augustus. (Reuter.) Officieele
mededeeling
Uit Carnia worden langs het geheele front
hevige gevechten gemeld en korte vorderin-
gen van de infanterie.
Op het Karst-plateau zijn onze troepen,
na in den nacht van 10 dezer een aanval
in het gebied van de Sei Busi afgeslagen te
hebben, tegen den morgen tot een tegen-
offensief ovei-gegaan. Op sommige punten
van het front hebben zij aanmerkelijke voor-
deelen behaald. I jj jW
WEENEN, 12 Augustus. (Wolff.) Officieel
bericht uit liet gi-oote hoofdkwartier:
Op het front in de kuststreek zijn van-
nacht een hevige aanval tegen het naar
't Westen vooruitspringende deel der hoog-
vlakte van Doberdo en twee aanvallen bij
Zagora, die gisteren overdag door een felle
beschieting waren voorbereid, afgeslagen on
der groote verliezen voor den vijand.
Voor het bruggehoofd van Goi-z is het
l-ustig.
Op de overige gedeelten van het front ge-
schutgevechten en schennutselingen.
Beschieting wan de (tali-
aansche fcust.
WEENEN, 12 Augustus. (Wolff.) De
marinestaf xueldt
Gisteroehtend hebben onze oorlogc hepen
het traject van den Italiaanschen kust spoor-
weg van
beschoten.
In Molfetta zijn vier f'abrieken en twee
tramviaducten zwaar beschadigd, een viaduct
is ingestort, een fabriek is in brand geraakt.
In San Spirito zijn het station en ver-
scheidene loodsen tot den grond afgebrand.
In Bari zijn de Semaphoor, de spoorweg
en vyf fabrieken beschoten, waarvan een
in vlammen is opgegaan. Geheel Bari was
in stof en rookwolken ge'nuldonder de
bevolking heerschte een paniek.
Italiaansche batterijen van gemiddeld
kaliber hebben onze torpedojagers tevergeefs
beschuten. Ook een aanval van een vijande
lijke duikboot is mislukt.
Het spoorwegviaduct boven Seno San
Giorgio is door ons geschutvuur sterk be
schadigd.
Onze schepen zijn alle ongedeerd terug-
gekomen. Vijandelijke oorlogsscbepen zijn
op de gemelde duikboot voor Bari na, niet
gezien.
Hel drama te Leiden.
Omtrent een tragisch voorval te Leiden,
raeldt het Leidsch Dagbl. de volgende bij-
zonderheden
Dinsdagavond halfelf vonden wandelaars
aan Riju- en Schiekade eenige manskleeding
en een vrouwenschort aan den waterkant.
Zy brachten deze aan het politieposthuis
aan het Noordeindsplein en waarschuwden
de agenten, die daar aanwezig waren.
Een der agenten begon ter plaatse te
dreggen en na eenigen tijd werd het lijk
opgehaald van een jongeman.
Geneeskundige hulp werd onmiddellijk
ingeroepen en getracht de levensgeesten op
te wekken, doch zonder gevolgde jonge
man was overleden.
Intusschen werd met dreggen voortgegaan
en dicht bij de plek, waar men het manne-
lijk lijk had gevonden, werd ook het lijk
van een meisje opgehaald. Ook bij haar
waren de levensgeesten reeds geweken.
Een prentkaart werd op het lijk gevonden
blijkbaar door den jongeman aan haar ge-
zonden. Er stond met inktpotlood in vrij groote
letters met bevende hand op geschreven
„Ik sterf onschuldig, groete aan moeder."
Het onderzoek werd nu voortgezet met
het resultaat, dat weldra bleek, dat de
jongeman een Leidenaar was, v. G. genaamd,
17 jaar oud, wiens ouders ook in Leiden
wonen. Het meisje, mej. V., eveneens 17
jaar, was uit Den Haag afkomstig, woonde
thans ook te Leiden en diende bij een familie.
Ondanks haar jeugdigen leeftijd had
het meisje reeds een veelbewogen leven
achter zich en dit leven is wellicht in den
diepsten grond oorzaak van dit treurig
drama.
De vader van het meisje, aan den drank
verslaafd, de moeder lichtzinnig, hebben
zich haar lot weinig aangetrokken en zoo
geraakte het kind op haar 12e jaar reeds
aan het zwerven en viel daarbij nu en
dan in slechte handen. Hier en daar, o.a.
in Den Haag en Rotterdam, diende zij
voor korten tijd, doch uit den dienst ont-
slagen, moest zij elders weer troost zoeken.
Zoo werd zij gedurende anderhalf jaar in
een inrichting van het Leger des Heils in
den Haag opgenomen. Van G. schijnt toen
met haar in kennis te zijn gekomen.
De ouders van den jongeman waren er
sterk tegen, dat die kennismaking van
blijvenden aard werd, doch konden de ver-
houding moeilijk keeren. Daarom wendden
zij op loffelijke wijze pogingen aan, het
meisje op den goeden weg te brengen en
te houden door voor haar te Leiden een
dienst te zoeken, wat hun gelukte. Haar
mevrouw nam op gezag van vrouwVanG.
het meisje, dat knap van uiierlijk en vrien-
delijk was en beschaafde manieren had, in
haar dienst. Ook deze wilde gaarne mede-
werken om het meisje, dat, naar zij meende
ouderloos was, voort te helpen.
De pogingen, daartoe aangewend, afcowel
van de zij de van de ouders van den jonge
man als van haar mevrouw leden echter
schipbreuk op de verdorvenheid van het
meisje, slachtofLr van verwaarloosde op-
voeding.
Ondanks alles weigerde echter Van G.
afstand van haar te doen, al kadden er af
en toe scenes plaats, die niet nalieten op
het zenuwgestel der beide jonge menschen
en voornamelijk op dat van v. G. haar
nadeeligen invloed te doen gelden. Zij leef-
den vermoedelyk beideu in gespannen toe-
stand, doordat mevrouw, ten einde raad,
haar dreigde met ontslag.
Dinsdagavond had er weer een scene
plaats gehad. De twee jonge menschen
hingen sameu wandelen en hebben toen
vermoedelijk het noodlottig plan beraamd
en helaas, onmiddellijk ten uitvoer gebracht.
Het drama wekt begrijpelijkerwijze ont-
roering in breede kringen en het mede-
lijden sti'ekt zich vooral uit over de ouders
van den jongeman, oppassende menschen,
die alles hebben gedaan, om, toen zij een-
maal machteloos bleken de betrekking tus
schen de twee ougedaan te maken, het
meisje op den goeden weg terug te brengen
waartoe ook haar mevrouw haar best heeft
gedaan.
Doch ook het meisje wekt onze deernis.
Opgevoed in een slekhte omgeving, op
jeugdigen leeftijd aan zichzelf overgelaten,
aau allerlei verleiding blootgesteld, werd
het ook haar moeielijk op het goede pad
te blijven. Zoo venlienf ook zij onze deernis
en ook teu opzichte van haar geldt en ook
Jezus, woord: //Wie van u zonder is, werpe
den eersten steen op haar
Mislukte desertie.
Nabij de Belgisehe grenzan, in de buurt
van Weerf, werdt door de Duitsehe soldaten
ten Rus gearresteerd. Hij had na een
zwerftocht door heel Belgie, reeds Holland
weten te bereiken, doch, blijkbaar den weg
niet wetende, keerde hy onbewust terug op
Belgischen bodem. De Rus liep bloots-
voets en zag er zeer gehavend uit.
Een onilerwijzers-soHieilaUe.
Iernand brengt de „Zwolsche Courant"
een copie van een schoolmeesters-sollicita-
tiebrief uil den jare 1794, die zeker, vooral
door de onderwijzers, met belangstelling zal
worden gelezen. Het document luidt:
WelEdele Egtbheeren
van de Begeering van Zalt-Bommel.
Sonder roem na waarheid dient deze tot
informatie dat onze familie bestaat, uit man,
vrouw, en zoon, wij zijn ruim 40 jaar en,
de soon de fleur onzer yonkheid, de kraclit
onzer Lendene, de stul onzer bejaarde dagen,
20 jaaren oud een mr. glasemaker; een
verwer, den meeslen tijd ondermeester, een
jongeling onzes gelukx, fris en wel gefor-
meert en reght van Leeden. Zoo UE. agil>.-
een wel gedresseert sclioolmeesler en vooi--
ganger van nooden of van doen liebben God
geeven UE. agtb: wijsheid en voorzichlig-
heid in de elextie van soodanig een pei-soon
of wat het ook zij; verzoeken UE. agtb:
aangaande mijne kunsten en wetenschappen
eens aan te merken de selve bestaan uit de
navolgende dingen of wetenschappen, na-
mentlijk Italiaans of scheepsboekhouden en
wijnroejerskonst de Stuurmans en Land-
meetkonst zonder Roem dog het is Gods
gaven.
Extra ordinair puik overheerlijk schoon
singen, als t God belieft; soo UE. agtb:
begeerig bent aan te hooren tot verwonde-
ring, verbaasdheid, en wat lets meer is,
dat so een teder Ligliaam in Leezen en sin
gen soo een geluid kan geven, ik ben dp
de vierde verandering van domicilium; alle
figuuren op 't konstige door ovaal ronds
wijze met de passer te liaalen alle de som-
me te formeeren Italiaansche Romynsche
Letters, ja tot 50 diverse handen te schrij-
ven capitaal Linkx en Regs door te haalen,
met de penseel te schrij veil en te vergulden,
en diergelijke wetenschappen en capaciteiten
meer, mede de veerdigheid der pen, inde-
welke ik voor niemand behoef te wijken de
Roem buitengesloten, ik verzeeker, dat UE.
agtb: nog beeter sulle ondervinden, wan
neer ik het durf met de pen exprimeeren
wanneer UE. agtb: gelieve te hooren of te
sien, hebben maar tot UE. agtb: te recom-
mandeeren, of door iemand te laate af-
haale, de distantie tussebeyde is 9 of X
uuren; mijn vrouw is de allerneste in haar
huishouden, in 't adsisteeren van mijn
school, anfin van de hooftscheedel af tot
de voetsolen toe Den ik Een Schoolmeester.
N. B. wijn of sterkendrank word I van mijn
nimmer gedronken, ziet ook voor 't lest,
ja voor't laalst zegge ik, en hoort UE. agtn:
sal nog beeter ondervinden aangaande mijne
comporlement. P.S. per naaste occasie ant-
woord verwagtende van te komen of niet,
soo UE. agtb: op sodanige condition niet ge-
lieven te hooren of te sien, gelieft dan maar
de goedheid te hebbe van mijn papier met
den eerste terug te zenden, dan lioope ik,
dat UE. agtb: den heemel wil geeven Een-
dragtigheid en Liefden, ja selvs concox-dan-
lie tot in de Electie van een goed, braaf,
Eerlijk en bejaart en deugdzaam man, de
heere seegexie UE. aglb: en de waarde Broe-
ders der gemeente in T Electriseeren van
een ander persoon van 't vaceerende anxpt
uwer schoolmeester en voorgangersampt,
Dlijve van hertelijke salutatie en presentatie
van mijn onderdanige dienstpresentatie aan
UE. agtnBroederen der gemeente.
UE. agtb: onderdanigste Dienaar,
SIMON JANSE VERWEY,
17-5/1-94. Schoolhouder te Ouwater.
Ook al oorlog.
Men schrijft aan „Het Vad.":
Het geval, dat ik beleefd heb, is te typisch,
om het in dezen oorlogstijd niet voor bree-
den kring te vertellen:
Een eigenaardig tooneeltje in de dieren-
wereld speelde zich voor mij af. Den land-
weg langs wandelend in de schaduw der
hooge boomkruinen, die donker silhouet-
leerden tegen den Dlauwen hemel, terwijl
geen windje de nladeren bewoog, werd plot-
seling mijn aandaclit getrokken door een