Ds bijgsMrijven. I en ik verzoek ;u, kennis te nemen dat aan dit alarmbericht elke basis ontbreekt." Het bericht van de //Epoca", dat Roe- menie te Londen een leening sloot van 500 millioen, wordt officieel tegengesproken. Het resultaat van het landbouwcongres j te Boekarest was een groote betooging tegeu de regeering, speciaai tegen den minister van Financien Costnesku, die beschuldigd wordt de belangen van vierduizend grond- bezitters en een millioen boeren geweldig te hebhen benadeeld. Een ongehoord op- koopingssvsteem was georganiseerd door de geheeie overheid, van den minister zelf beginnend tot aan den laagsten beambte. Aan de hand van dokumenten werd be- wezen, dat eefi klein clique specnlanten tegen onbehooriijke fooien alles gedaan kreeg, terwijl de werkelijke producenteu ontzettecd benadeeld werden. De koning, zoo besloot 1t Congres, moest van de intrigues van het ministerie van Financien onderricht worden. De Roe- meensche boer kreeg voor zijn graan in het gunstigste geval 400 gulden per waggon, terwijl bewezen is dat de speculanten ruim 2000 gulden maakten. De regeeringsvertegenwoordigers konden in de opgewonden vergaderiDg nauwelijks aan het woord komen. Het congres nam een resolutie aan met de volgeude eischen Het stelsel van persoonlijk favoritisme bij den export van levensmiddelen moet on- middellijk ophouden en uitvoerverboden moeten onipiddeliij k worden opgeheven. Ecs?« kunstmaiige xiaks, Een in Duitsch Bohemen met verlof zich ophoudende officier van gezondheid, die tot het garnizoen van Przemyis heeft behoord, vertelt, hoe bjj door de slimheid van zqn oppasser aan Russische gevaugenschap ont- snapte. Toen de verbonden legers reeds voor Przemysl stonden, zouden de officieren van gezondheid nog snel naar het binnen- ste van Rusland gebracht worden. De oppasser zei tot zijn heer Laat mij maar begaan, ik verzeker u, dat wij hier in Prze mysl biijven, tot onze trcepen hier binnen- getrokken zijn. De officier liet hem ook zijn gang gaan. De oppasser bespikkelde nu het lichaam van den officier met afgebrande lucifers, om de typische zwarte vlekken van den vlek- typhus na te bootsen. Vervolgens legde hij hem op een brits. Toen de Russen kwamen, om hem af te halen, vertelde de oppasser hun met ontzetting, dat zijn heer de vlektyphus gekregen had. De Russen trokken zich haastig terug eri hudden niet de minste lust meer, de beide mannen mee te nemen. Zoo kwamen ze weer in vrijheid Wai sal Holland zeggen Onder $ezen titel nevat de Beriijnsche Lokal Anzeiger een schrijven, waarin een fantastisch verhaal wordt gedaan van een bejegening^ van Engelsche zijde van het s.s. uRotterdam" der N. A. S. M. Op 21 Juni verliet het schip Rotterdam. Aan boord (aldus den schrijver) bevonden zich meest Amerikanen, die het neutraie schip als "het het veiligst gekozen hadden. Doch reeds den tweeden nacht werd het schip door Engelsche torpedobooten aau- gehouden, en, ondanks het protest van den kapitein, naar Dover gesleept, waar het 14 dagen biijven moest. In dien tijd moest de Rotterdam" meer malen des nachts met gedoefde lichten naar Calais en weer naar Dover varen. Dat het schip door de Duitsche onderzeeers als een troepentransportschip kon worden aangezien en in den grond geboord, begreep men aan boord. In Calais haalden de Engelschen drie Duitschers van boord onder wie een beer Yon Turkheim, die als spion doodgeschoten werd. Aldaar zag men aan boord her- haaldelijk Duitsche luchtschepen en vliegers, die echter, dank zij de beschildering, de //Rotterdam" steeds als Nederlandsch her- kenden. Na 14 dagen mocht het schip eindelijk met gedoofde lichten verder varen. z/Op de gemeenste wijze" fantaseert de schrijver voort hebben de Engelschen weer het leven van vele Amerikanen op het spel gezet. Had een U-boot de//Rotter dam" getorpedeerd, dan was de Nederland- sche neutraliteit geschonden en een //onvrien- delijke daad" tegen Amerika ondernomen waarvan de gevolgen niet te overzien zouden zijn geweest. Wat zal nu Holland zeggen Wat Wilson z/Spreken is ziiver, zwijgen brengt goud \Ve hebben naar dit verhaal met de insinuatie ten slotte ge'informeerd. Het ■bleek, natuurlijk, een verzinsel. De Rotterdam" is opgehouden en naar Duins gebracht, gelijk wij weten. Daar bleef zij tien dagen, waarna zij de be stemming kreeg naar een Engelsche haven om te lossen. Doch reeds voor men in die haven was, kwam het verlof tot door varen. De „Rotterdam" is toen toch naar die haven gegaan, om kolen te laden, maar zoo snel mogelijk weer vertrokkeD. De kroonprins en een Fransch soldaat. Tijdens het laatste offensief der Duitschers in de Argonne, verhaalt de „Daily Tele graph", was een Fransch korporaal, Rene Destouches, korten tijd krijgsgevangen bij de Duitschers. Destouches werd voor den kroonprins ge leid, die er vermagerd en vermoeid uitzag. Hij hield de handen in zijn zakken en stapte de tent op en neer. „Wel, Destouches", vroeg hij, „wat wilde je hier? Wat waren je plannen toen je ge- vangengenomen werd?" Hij sprak uitstekend Fransch, doch met een licht neus-accent. „Ik deed mijn pliclit", antwoordde Des touches. „Ben je zoo'n goed vaderlander, dat je altijd je plicht doet?" vroeg de kroonprins. ,.De meesten van je landgenooten, die wij gevangennamen, zijn blij, dat ze er uit zijn." „Nu u het mij vraagt, zei Destouches, „kan ik alleen zeggen, dat ik dat moeilijkj kan gelooven." „Wel, ge zult het spoedig weten, wanneer je bij hen korni. Per slot van rekening zult ge het verblijf in een Duitsch gevangenkamp nog zoo verschrikkeiijk niet vinden." Hij deed Destouches nog meer vragen, bijv. hoe lang zijn regiment in de loopgra- ven lag, enz. Destouches gaf er alleen echter vage en ontwijkende antwoorden op. De kroonprins geeuwde vermoeid, gooide zijn half opge- rookte sigaret weg en merkte glimlachend op: .Destouches, ik vrees, dat je niet tot de slimsten behoort, en dat je je oogen niet openhoudt. Wij kunnen dit alles zelf ook te weten komen." Daarna gaf hij een wenk om Destouches weg te voeren, keerde zich echter plotseling om en zeide: „Ik veron- derstel, dal je chefs je nooit vertellen, hoe slecht hun zaak er voor staat." „Neen", antwoordde Destouches, „maar zij drukken dikwijls hun danlcbaarheid tegen- over ons uit. Zij behoeven ons niet te zeg gen hoe de zaken er voor staan, want ieder van ons ziet zelf wei, dat de toestand best is." Als antwoord schuclde de kroonprins slechts zijn hoofd, met de vermoeide uit- drukking, welke den oorlog hem gaf, en verliet de tent. Minder dan tien minuten later deden die Franscljen een krachtigen tegenaanval en bij het daarbij ontstane handgemeen wist Des touches te ontsnappen. Vlaamsch faoekengeschenk Koning Albert S* Z. M. Koning Albert I heeft den Belgi- schen Gezant in Den Ilaag verzocht om in over leg met de heeren Arthur Buysse en Frans van Cauwelaert, leden van de Belgi- sche Tweede Kamer, voor 1500 gulden Ne- deriandsche leesboeken, bij voorkeur van Ylaamsche auteurs, aan te koopen voor de Belgische soldaten aan het front en in zie- kenhuizen. Wees* een De correspondent van de „Tel." te Sluis schrijft d.d. 9 Augustus: 't Was nu geen marinier, maar een infan- terist, die 't Duitsche leger ontvlucht was en in Nederland rust en veiligheid zocht. Op 4 Augustus had hij nog bij Reims ge- streden. Toen was hij naar Vlaanderen ge- sluurd en nam hij de kans waar te ont snappen. 't IJzeren Kruis, dat hij had verworven, kon hem toch niet in dienst houden. Na een avontuurlijke reis o.a. zwom hij met zijn kleederen op 't hoofd gebonden, door 't Brugsch kanaal kwam hij om 3 uur in den nacht te Sluis aan. De deserteur moest goed ingelicht zijn, want hij sloop over de grens daar, waar nog een hoekje open is. Toen hij verder Nederland in reisde en met de tram vertrok, toonde hij zijn vreugde over T einde van zijn oorlogscarriere door de nieuwsgierigen vroolijk toe te wuiven. Weer eendat mogen we ook wet zeg gen van de draadversperring. Te Axel, in Oostelijk Zeeuwsch-Ylaanderen, werd een Nederlandsch soldaat binnengebracht, die door aanraking der draadversperring ver- brand was geworden. Men lioopt hem ech ter nog te redden. HolHaresS ©p zijn smaist, Waar Holland op zijn smalst eigenlijk ligt Internationale grond. Naiveteit. Sluwheid. Een hoekje van leed. Van Vlaamsche zijde schrijft men aan de „Tel." Holland op zijn smalst" ligt in de buurt van Amsterdam; iemand, die bedoelde ge- vleugelde uitdrukking nooit gehoord heeft en nauwelijks weet, dat Amsterdam door een breed kanaal met de zee verbonden is, zei me, toen ik met hem ten Zuiden van de Braakman reed: „Hier is Holland op zijn smalst." De Braakman kennen de meesle lezers zeker nog wet van school; 't is een inham van de Honte of Westerschelde, en ze dringt zoo diep in Zeeuwsch-Vlaanderen dat op een punt tusschen haar Zuidelijken oever en de Belgische grens een mini lie van schaarsch vijfhonderd meter overblijft. Daar is Holland wet degelijk op zijn smalst. 't Is 't eenige gaatje, dat u open blijft om van Westelijk naar Oostelijk Zeeuwscn Vlaanderen te gaan. Wei is 't een schilder achlig hoekje met die kleine Bouchautsche haven, vol sloepjes, gemeerd op Hoi landsch gebied, maar welker eigenaars vijf minuten verder in Belgie wonen. En in dezen oorlogstijd is het internatio nale grond geweest, dat smal tongetje van Nederland. Hier ontmoette men Fransche en Duitsche spionnen, hier drukken ont- snapte krijgsgevangenen, Duitsche deser- teurs, Belgische vluchlelingen, vogelvrij ver klaarde muiters voor het eerst den bodeni van hun vrijland. Hier verschenen ver- kleumde, beslijkte, doornatte koeriers. Hier ademden moeders en vrouwen, uit Noord Frankrijk en Belgie geslopen, al vrijer, en hadden ze de eerste mijlpaal bereikt op den zoo langen weg naar het front, waar ze na te lange scheiding een geliefde wilden be- groelen. Hier beraamden smokkelaars hun plannen, Belgen, Franschen, Duitschers, En gelschen, ze kennen dat hoekje. Maar nu heeft bet zijn belang verloren. t Is te goed, te algemeen bekend geworden. Daar verder aan den voet van den hoogen dijk grijnzen de witte potjes der draadversperringen over den weg stappen schildwachten en dra- ven ruiters, die tot taak hebben zeerscherp te waken. Op die akkers, over de grens, zijn reeds vele jonge levens atgesneden en werden !i- chamen verminkt door kogels van Duitsche soldaten. En wie kende vroeger dit Holland op zijn smalst? Wie had ooit hooren spreken van de Bouchautsche haven, Bouchaute, Basse- velde, Ertvelde? En de bewoners van dit oord, wat wisten zij van de wereld? Ze leefden rustig op hun velden en Gent was wel't eindpunt van hun reizen. 'k Herinner me nog een voorval, dat van de naiveteit dezer bevolking getuigde. 't Was de laatste Zondag voor den oorlog, maar niemand dacht aan gevaar. De Braak man lag te schitteren in de zomerzon; hier en daar staken grijs en graauw de schorren bovenDaar bij Holland op zijn smalst strekt zich een brok prachtig, woest natuur- schoon uit. Op een dier schorren had een visscher een dooden walvisch gesleept, dien hij in zee had gevonden. En nu was het van Bou chaute, Bassevelde, Caprycke, Watervlieten veel andere dorpen een ware begankenis naar het monster. De visschers maakten goede zaken. Voor vijf cent voeren ze over de geul en brachten ze de nieuwsgierigen naar t schorre. Duizenden maakten het tochtje en in de herbergen tangs de grens was !t kermis. Hoe er zoo gauw harmoni ca's kwamen weet ik niet, maar er werd gedanst en geflikkerd op dien blijden, lich ten Zondagmiddag en dat was alles door dien walvisch, welke daar op 't schorre lag te stinken en de oevers van de Braakman verpestte. En gansch 't Meetjesland sprak 'sMaan- dags nog over den walvisch en natuurlijk ook over de „leute". Een dag daarna begon men van oorlog te praten en, toen 't weer Zondag was, heerschte leegte in die dorpen, waar de jonge mannen vertrokken waren, opgeroepen voor den strijd. De oorlog bleef nog in 't Oosten. Maar na den val van Antwerpen kreeg dit hoekje eensklaps groot belang. De naiveteit verdween Sluwheid open- baarde zich. Een strijd ving aan, list tegen militaire machtEr kwamen schildwach ten De grensbewoners leidden ze bij den neus waar ze wilden. Burgers werden naar Duitschland gevoerd. Anderen toonden zich wel voorzichtiger, maar verzonnen nieuwe listen. Er kwam een versperring. Duitsche soldaten wandeklen er langs, vol hewondering voor de uitvinding van elec- trisehe barricade... en inlusschen kropen koeriers, vluchLelingen, deserteurs, bijna on der hun voeten, door duikers en grachtjes. Ook deze werden ontdekt en afgesloien. Er bleef nog een soort van mollegat over, dat nauwelijks ruimte bood voor een man. Op zekeren nacht slopen er honderd vluchtelin- gen door. Er woonden daar ook woekeraars, kerels, die 't nu den geschikten tijd vinden, om geld te verdienen. Midden in den nacht werd er op een raampje geklopt: 't was een burger van Douai, Rijsel, Valenciennes. Men had hem naar een gids verwezen, om over de grens geleid te worden. En de gids was bereid, maar vroeg voor die enkelie schreden 50 lot 75 flancs. Soms waren er meerdere vluchtelingenen in vijf minu ten, om de vreemdelingen naar Holland op zijn smalst te voeren, verdiende de leids- man een paar blauwe briefjes. Naief?... Duizenden kwamen naar die walvisch zien. Wordt er nu in den nacht een man neergeschoten, verwart een vluch- teling in den draad en vindt hij er den dood, voert men twee, vier, tien kennissen naar een Duitsch gevangenkamp, och, men spreekt er thans over als gold het een heel gewone gebeurtenis. Wat al ellende is hier voorbijgetrokken Moeders met kleine klnderpn dompelen door slijk en water, door regen of sneeuw, trot- seeren de kogels, om dan naar den vader te zoeken, misschien in Nederland ge'inler- neerd of nog strijdend aan 't front. Ik heb er armoedige vrouwen uit Duitsch land ontmoel met kinderkens, voor den va der nog onbekend, geboren tijdens den oor log, vrouwen, op wier wezen een stempel van lijden en droefheid, zorg en angst lag Ze hadden vernomen, dat hun man hier ge- deserteerd was. Anderen kwamen hun echt- genoot bezoeken, die ergens aan de grens op dienst moest zijn. Die vrouwen gaven van Duitschland een anderen indruk dan de bombastige redevoeringen of verhalen van vlaggengewemel, klokgelui, vaderlandsche liederen en Te Deum. Moeders sprak ik er, die ginds diep in Wallonie of in 't Zuiden van Vlaanderen, daar, waar de Duitschers strijden, door een gesmokkelden brief vernomen hadden, dat hun zoon aan de User gekwetst was. En vol van onrust maakten ze een gevaarlijke en bezwaarlijke reis, om hem te bezoeken, te helpen en te verzorgen. Och, genoegik bezit een ganschen bun- del over het leed, wqarvan dil Holland op zijn smalst getuige was! Dezen winter, als de storm over de Braak man gierde en de wind door de hooge boo- men langs de dijken joeg, heb ik ginds ge- zeten in een klein huis bij de gloeiende kachel, in labakswalm en bierlucht. Vroe ger zou men u gesproken hebben van wa- tersnood en dijkbreuk, toen de vloed in Biervliets kerk tot aan 't altaar rees, toen dorpen verdwenen en de Braakman ont- stond, maar Dollaart werd genoemd, omdat ze in zoo'n „dollen" (dot) storm was onl- staan. Men zou u verteld hebben vanschip- breuk, van aangespoelde lijken, van den orkaan in 1906, toen 'Holland op zijn smalst zoo bedreigd werS£Wn°scriftr Vel-dween, toen de menschen uit 't poldertje naar Belgie kwamen gevlucht. Maar hu had men andere slotRoman- tisch, dal zou het verleden jaar geweest zijn, doch thans beleefden we werkelijkheid. Er werd geklopt. Een burger trad binnen. llij zag er ellendig uit en vroeg om hulpe. Hij sprak Duitsch en ieder begreep dadelijk, dat een arme deserteur om ontferming smeekte. •'t Medelijden kwam boven. De dompelaar kreeg 't beste plaatsje bij de kachel, de vrouw des huizes gaf hem warmen drank en spijze, en de vluchleling bekwam van honger en vermoeienis. En toen sprak hij over Ieperen, van de loop- graven, over de artilleriegevechten, de storm- aanvallen, over gekwetsten en dooden. Hij schilderde de hel van den oorlog. Datmaak- te diepen indruk En als hij een portret van zijn vrouw en vier kinderkens toonde, op een briefkaart, uit Duitschland gestuurd en door hem ont- vangen, toen hij nog van ontzetting rilde over de verschrikking van een bajonetge- vecht, en verklaarde dan het voornemen tot de vlucht opgevat te hebben ter wille van zijn gezin.o, dan veegden de meisjes in dit huizeke de tranen weg... Neen, 't was geen romantiek of geen sen- timentaliteit, als -we na zoo'n verhaal een episode uit onze dagen episode, door dezen man beleefdals we dan meenden in den stormwind, die door den schoorsteen huilde en over de woelige Braakman joeg, 't noodgeschrei der gewonden en stervenden te hooren. Dat mag zoo lijken voor hen, die ver van 't oorlogstooneel wonen en in een gezellige huiskamer rustig van den strijd lezen. Yelen van hen hebben het altijd over „een koel hoofd houden", over „zich niet laten mee- sleepen door de hartstochten". O, geloof me, ook toen ik onder de sol daten bij 't front was, ook toen ik gewon den zag wegvoeren, en in ambulancen kwam, hield ik 't hootd koel en zweepte geen, hartstocht me opMaar ge kunt dan toch niet neutraal biijvenge kiest par- tijge veroordeeiten waarlijk, er zijn oogenblikken, dat ge haat voelt. En toch, dikwijls als ik aan dien avond in dat huizeke denk en aan die ontroering, dat medelijden, vraag ik me at: „Houden onze grensbewoners thans het hoofd niet te koel?" Want nu maakt op velen een beschrijving van 't slag'veld geen indruk meerEr zijn sederl dien zooveel deserteurs gekomen. De naiveteit tegenover dien walvisch... en de onverschilligheid, waarmee men te- genwoordig over duizenden dooden spreekt, o, welk een geweldige verandering in de ka- rakters heeft dit oorlogsjaar teweeggebracht, maar meestal geen gelukkige verandering. 't Is thans stil bij Holland op zijn smalst. 't Is er doodsch. De zomer spoedt heen Reeds korten de dagen. Dra is het herfst, breken de lange nachlen aan. Wat zai de winter 't arme Belgie brengen? Zullen niet duizenden er naar snakken een land, dat als een gevangenis is, te ontvluchten? Wat moet er nog gebeuren aan deze draadversperring, waar de dood loert? Bij Holland op zijn smalst is het thans zoo schoon, zoo kalm, zoo vreedzaam. Uw blik volgt de watervlakte tot waar hij over de Schelde de boomen van Beveland ont- moet. Mosselsloepen wiegelen op de golfjes en zoeken hun weg tusschen de witte ban- ken en grauwe schorren. Achter het groen der dijken kijkt schuchter 't kerkje van Biervliel en zwieren de wieken van Bou- chaute's molen. De roode daken van Phi- lipine blekken in de zon. Welk een overweldigenden indruk moet deze stilte maken op een deserteur, die pas de strijdgruwel is onlvluchl en maanden heeft geleefd tusschen kerkhoven, lazaretten en ruinen? Of op den invalide, die ginds langs de versperring bedaard patrouilleert? Maar toch hoort ge er menigmaal 't ka- non. dat in't Zuiden uren en uren gromt. 't Is oorlogDe zomer spoedt heen. Dan zinkt weer vroeg de avond over de Braakman, dan hullen regenvlagen en sneeuwbuien hem weer in hun sluiers. Dan giert de wind en geesell hij de naakte tak- ken. En 't loover, de bladeren, die nu zoo schoon de omgeving van de Braakman tooien, vallen en wentelen en vergaan in 't slijk, als een beeld van al die kracht en1 schoonheid, welke in Vlaanderens bloederige aarde verpletterd wordt. Ja, wat zal er dan nog gebeuren daar aan die grens? Als ik hieraan denk, huiver ik soms. A. HANS. Wij ontleenen aan de ,,-N. II. Crt." de volgende telegrammen: ¥$sn hei gewechis- terrein. BERLIJN, 10 Augustus. (Wolff.) Offi- ciecie mededeeling uit het groote hoofd- kwartier Ten Oosten van Yperen geluktehetsterken Engelschen striidkrachten, zich in het bezit te stellen van het westelijk gedeelte van Hooge. Fransche mijnontploffingen in de streek van Beau Sejour hadden geen succes. Nadat het viaduct ten westen van Dam merkirch op den 30sten Mei door onze artillerie was verwoest, hebben de Fran schen een brug over de Larg gelegd ten zuiden van Mansbach. Die brug, kort ge- leden gereed gekomen, is gi3teren door eenige treffers van onze artillerie verwoest. Aan den rand van het Hessenwald, ten westen van Verdun, is een Fransche kabel ballon naar beneden geschoten. Den 9den Augnstus, des avonds om elf uur, wierp een vijandelijke vlieger op Cad- zand, in Nederland nabij de grens bommen Tusschen Billingen en Rheinweiler, ten Zuiden van Muhlheim in Baden, moest een Fransch vliegtuig in het vuur van onze antiluchtvaartkanonnen landen. Vlieger en observator zijn gevangen genomen. Bij Pfirt werd een vijandelijk vlieger door ons vuur gedwongen de wijk te nemen op Zwitsersch gebied. PARIJS, 10 Augustus. (Havas.) Offi cieel bericht van vanmiddag Gisteren artillerie-actie in Artois, tusschen Somme en Oise en in het Aisne-dal. In Artois hebben de Duitschers gister- nacht ten noorden vau het station van Souchez twee aanvallen met haudgranaten gedaan, maar zij zijn door ons vuur in hun loopgraven teruggedreven. Reims is beschoten. In Argonne hebben de Duitschers bij Fontaine aux Oharmes getracht Fransche loopgraven te nemen, doch zij zijn overal teruggeslagen. In het oostelijk deel van 't Argonnerwoud geschut- en geweergevechten zonder op treden der infanterie. Bij Vauqois ge vechten met bommen en granaten. In bet Priesterbosch hebben de Duitschers na een felle beschieting gisteravond tegen 8 uur op een Fransche loopgraaf bij Croix des Cannes een aanval gedaan, die door afsluitingsvuur is gestuit. Vannacht is de aanval, gepaard met een beschieting met verstikkende granaten, herhaald, doch weer door de Fransche artillerie gefnuikt. In Lotharingen is een vijandelijke ver- kenning in de richting van het station en de molen van Moncel met gemak afge slagen. In de Vogezen alleen kanonvunr. LONDEN, 10 Aug. (Reuter.) Maarschalk Freccli rapporteert: Ten N.W. van Hooge en in de overblijfselen van het dorp zelf lebben wij het gistereD gewonnen terrein versterkt en vanoacbt zwakke infanterie- aanvailen afgeslagec. Gistermiddag is een hevig geschutgevecht geleverd, ter.gevolge waarvan alle loopgraven op het open terrein ten zuiden van Hooge oor beide partijen onhoudbaar werden. Wij hebben onze linie ten zuiden van het dorp eenigszins teruggetrokken, waardoor echter in onze stelling geen noemenswaav- dige verandering komt. uit de l&ieibt op de Engeiscfo® kust. LONDEN, 10 Augs. (Reuter. Officieel). Een eskader vjjandeiijke viiegtuigen heeft vannacht aan de Oostkust van Engelana een bezoek gebracht. Door brandbommen werden eenige branden veroorzaakt. Een man, acht vrouwen en vier kinderen werden gedood, vier mannen, zes vrouwen en twee kinderen gewond. Eeu Zeppelin werd dflor kanonvuur ernstig beschadigd en werd, naar werd gemeld, vanochtend naar Oostende gesleept. De Zeppelin is sedert dien het voorwerp van voortdurende aanvallen uit de iucht geweest door viiegtuigen van Duinkerken uit, die een hevig vuur op haar richtten. Thans wordt zij gemeld door een ontploffing ge- heel te zijn vernietigd. n Saet UosteSsJke geuecSiifts- ST. PETERSBURG, 9 Augustus. (P. T. A.) Mededeeling van den groolen generalen staf: Tusschen de Dwina en de Njemen hebben onze troepen Zondag op den vijand een druk uitgeoefend in de richting van Frie- drichstadt (a. d. Dwina, ten Z.-O. van Riga) op den rechteroever van de Njemenek (ri- vier, die zich bij Bausk met de Muscha ver- eenigt en verder Aa heet), aan den sector bovenstrooms van Schonberg. In de streek ten Noord-Oosten van Wil- komir (ongeveer lialverwege tusschen Po- newjesj en Wilna) is de Duitsche voorhoe- de met groote verliezen uit enkele dorpen verdreven. Wij maakten tientallen van ge- vangenen. In den nacht van Zaterdag op Zondag heett de vijand zijn pogingen tot aanvallen op de versterkingen van Kowno herhaald. Onze stellingen werden in den loop van den dag hevig beschoten, ook met geschut van het grootste kaliber. De aanvallen van den vijand tegen de vooruitgeschoven stel lingen hebben een uitermate hardnekkig ka- rakter. Volgens de laatst ontvangen rap- porten is de bestorjning door de Duitschers van het Westelijke front van Kowno in den afgeloopen nacht overal met voor de Duit schers reusachlige verliezen afgeslagen. Onze artillerie beantwoordt het vijandelijke vuur op krachtige wijze. Bij Ossowiec en in de streek van Jedwab- no hevig vuur. Op den linkeroever van de Narew had den Zondag plaatselijke gevechten plaats, in het bijzonder in de richting van Lomza en sian den sector ten Noorden van den weg van Lomza naar Ostrow. In dc andere streken en op den rechter oever van den midden-Weichsel geen be- langrijkc gevechten. Op de wegen naar Wlodawa en aan de Boeg, de Zlota Lipa en den Dnjestr geen verandering. BERLIJN, 10 Augustus. (Wolff.) De troe pen van het leger van Von Scholtz hebben de vesting Lomza genomen. BERLIJN, 10 Augustus. (Wolff.) Otficieele mededeeling uit het groote hoofdkwartier Aan het Westelijke front van Kowno is onze aanval onder voortdurende gevechten nader bij de frontlinie gebracht. Hierbij zijn eenige honderden Russen gevangen ge nomen en 4 kanonnen vermeesterd. De troepen van Von Scholtz zijn gisteren- middag door de frontlinie van Lomza ge- broken. Zij bestormden fort no. 4 en namen heden bij het aanbreken van den dag de vesting. Ten Zuiden van Lomza zijn onze troepen al strijdende over den weg naar Ostrow ge komen, Ostrow wordt nog door de Russen bezet gehouden. Van Bojany ten Westen van Broc (12 K.Mi t. Z. v. Ostrow) tot de monding van de Boeg hebben onze troepen die rivier be reikt. Sedert 7 dezer zijn hier 23 officieren en 10.100 man gevangen genomen. Oostelijk van Warschau is het leger van prins Leopold van Beieren tot nabij den weg SlanislawowNowo Minsk gevorderd. Het Leger van Von Woyrsch heeft op de vervolging de streek ten Noorden en ten Oosten van Zelechow bereikt. Het heeft zich bij den van het Zuiden voortdringen- den linkervleugel van het leger van Von Mackensen aangesloten. Op het front tusschen Ostrow en de Boeg werden de vijandelijke achterhoeden op hun hoofdmacht teruggeworpen. WEENEN, 10 Augustus. (Wolff.) Officieel bericht uit het groote hoofdkwartier: De vervolging van den uit het Weichsel- gebied terugtrekkenden vijand wordt voort- gezet. De troepen van generaal Von Koe- vess hebben de streek ten Z.-O. van Zele chow (20 K.M. ten Z.-O. van Garwolin) be zet. Gedeel ten van het leger van aartshertog Jozef Ferdinand hebben zich, na de bene- den-Wieprz te zijn overgestoken, bij hen aangesloten. Ook de kniebocht van de Wieprz bij Kock (40 K.M. ten Oosten van Iwangorod) is op verscheidene plaatsen overschreden. Verder naar het Oosten op het front tot aan de Boeg hebben onze bondgenooten een reeks vijandelijke achterhoedestellingen ver meesterd. Aan de Boeg en de Zlota Lipa is de toe- stand onveranderd. Bij Czernelica (ten Noorden van Horo- denka, op den Zuidelijken oever van den Dnjestr) hebben onze troepen zich meester gemaakt van een als bruggehoofd aangelegde stelling, welke de Russen tot dusverre taai hadden verdedigd en behouden. De vijand is over de rivier gevlucht en heeft 22 offi cieren en 2800 man als gevangenen, zes machine-geweren, veel gerij en een groote hoeveelheid oorlogstuig in onze handen ge- Laten. o O 4©^^ ©521,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 2