Ds bijgsMrijven.
I
en ik verzoek ;u, kennis te nemen dat aan
dit alarmbericht elke basis ontbreekt."
Het bericht van de //Epoca", dat Roe-
menie te Londen een leening sloot van 500
millioen, wordt officieel tegengesproken.
Het resultaat van het landbouwcongres j
te Boekarest was een groote betooging tegeu
de regeering, speciaai tegen den minister
van Financien Costnesku, die beschuldigd
wordt de belangen van vierduizend grond-
bezitters en een millioen boeren geweldig
te hebhen benadeeld. Een ongehoord op-
koopingssvsteem was georganiseerd door
de geheeie overheid, van den minister zelf
beginnend tot aan den laagsten beambte.
Aan de hand van dokumenten werd be-
wezen, dat eefi klein clique specnlanten
tegen onbehooriijke fooien alles gedaan
kreeg, terwijl de werkelijke producenteu
ontzettecd benadeeld werden.
De koning, zoo besloot 1t Congres, moest
van de intrigues van het ministerie van
Financien onderricht worden. De Roe-
meensche boer kreeg voor zijn graan in
het gunstigste geval 400 gulden per waggon,
terwijl bewezen is dat de speculanten ruim
2000 gulden maakten.
De regeeringsvertegenwoordigers konden
in de opgewonden vergaderiDg nauwelijks
aan het woord komen. Het congres nam
een resolutie aan met de volgeude eischen
Het stelsel van persoonlijk favoritisme
bij den export van levensmiddelen moet on-
middellijk ophouden en uitvoerverboden
moeten onipiddeliij k worden opgeheven.
Ecs?« kunstmaiige xiaks,
Een in Duitsch Bohemen met verlof zich
ophoudende officier van gezondheid, die tot
het garnizoen van Przemyis heeft behoord,
vertelt, hoe bjj door de slimheid van zqn
oppasser aan Russische gevaugenschap ont-
snapte. Toen de verbonden legers reeds
voor Przemysl stonden, zouden de officieren
van gezondheid nog snel naar het binnen-
ste van Rusland gebracht worden. De
oppasser zei tot zijn heer Laat mij maar
begaan, ik verzeker u, dat wij hier in Prze
mysl biijven, tot onze trcepen hier binnen-
getrokken zijn.
De officier liet hem ook zijn gang gaan.
De oppasser bespikkelde nu het lichaam
van den officier met afgebrande lucifers, om
de typische zwarte vlekken van den vlek-
typhus na te bootsen. Vervolgens legde
hij hem op een brits. Toen de Russen
kwamen, om hem af te halen, vertelde de
oppasser hun met ontzetting, dat zijn heer
de vlektyphus gekregen had. De Russen
trokken zich haastig terug eri hudden niet
de minste lust meer, de beide mannen mee
te nemen. Zoo kwamen ze weer in vrijheid
Wai sal Holland zeggen
Onder $ezen titel nevat de Beriijnsche
Lokal Anzeiger een schrijven, waarin een
fantastisch verhaal wordt gedaan van een
bejegening^ van Engelsche zijde van het
s.s. uRotterdam" der N. A. S. M.
Op 21 Juni verliet het schip Rotterdam.
Aan boord (aldus den schrijver) bevonden
zich meest Amerikanen, die het neutraie
schip als "het het veiligst gekozen hadden.
Doch reeds den tweeden nacht werd het
schip door Engelsche torpedobooten aau-
gehouden, en, ondanks het protest van den
kapitein, naar Dover gesleept, waar het
14 dagen biijven moest.
In dien tijd moest de Rotterdam" meer
malen des nachts met gedoefde lichten naar
Calais en weer naar Dover varen. Dat het
schip door de Duitsche onderzeeers als een
troepentransportschip kon worden aangezien
en in den grond geboord, begreep men aan
boord.
In Calais haalden de Engelschen drie
Duitschers van boord onder wie een beer
Yon Turkheim, die als spion doodgeschoten
werd. Aldaar zag men aan boord her-
haaldelijk Duitsche luchtschepen en vliegers,
die echter, dank zij de beschildering, de
//Rotterdam" steeds als Nederlandsch her-
kenden.
Na 14 dagen mocht het schip eindelijk
met gedoofde lichten verder varen.
z/Op de gemeenste wijze" fantaseert
de schrijver voort hebben de Engelschen
weer het leven van vele Amerikanen op
het spel gezet. Had een U-boot de//Rotter
dam" getorpedeerd, dan was de Nederland-
sche neutraliteit geschonden en een //onvrien-
delijke daad" tegen Amerika ondernomen
waarvan de gevolgen niet te overzien zouden
zijn geweest.
Wat zal nu Holland zeggen Wat
Wilson
z/Spreken is ziiver, zwijgen brengt goud
\Ve hebben naar dit verhaal met de
insinuatie ten slotte ge'informeerd. Het
■bleek, natuurlijk, een verzinsel.
De Rotterdam" is opgehouden en naar
Duins gebracht, gelijk wij weten. Daar
bleef zij tien dagen, waarna zij de be
stemming kreeg naar een Engelsche haven
om te lossen. Doch reeds voor men in
die haven was, kwam het verlof tot door
varen. De „Rotterdam" is toen toch naar
die haven gegaan, om kolen te laden,
maar zoo snel mogelijk weer vertrokkeD.
De kroonprins en een
Fransch soldaat.
Tijdens het laatste offensief der Duitschers
in de Argonne, verhaalt de „Daily Tele
graph", was een Fransch korporaal, Rene
Destouches, korten tijd krijgsgevangen bij
de Duitschers.
Destouches werd voor den kroonprins ge
leid, die er vermagerd en vermoeid uitzag.
Hij hield de handen in zijn zakken en stapte
de tent op en neer.
„Wel, Destouches", vroeg hij, „wat wilde
je hier? Wat waren je plannen toen je ge-
vangengenomen werd?"
Hij sprak uitstekend Fransch, doch met
een licht neus-accent.
„Ik deed mijn pliclit", antwoordde Des
touches.
„Ben je zoo'n goed vaderlander, dat je
altijd je plicht doet?" vroeg de kroonprins.
,.De meesten van je landgenooten, die wij
gevangennamen, zijn blij, dat ze er uit zijn."
„Nu u het mij vraagt, zei Destouches,
„kan ik alleen zeggen, dat ik dat moeilijkj
kan gelooven."
„Wel, ge zult het spoedig weten, wanneer
je bij hen korni. Per slot van rekening zult
ge het verblijf in een Duitsch gevangenkamp
nog zoo verschrikkeiijk niet vinden."
Hij deed Destouches nog meer vragen,
bijv. hoe lang zijn regiment in de loopgra-
ven lag, enz.
Destouches gaf er alleen echter vage en
ontwijkende antwoorden op. De kroonprins
geeuwde vermoeid, gooide zijn half opge-
rookte sigaret weg en merkte glimlachend
op:
.Destouches, ik vrees, dat je niet tot de
slimsten behoort, en dat je je oogen niet
openhoudt. Wij kunnen dit alles zelf ook
te weten komen." Daarna gaf hij een wenk
om Destouches weg te voeren, keerde zich
echter plotseling om en zeide: „Ik veron-
derstel, dal je chefs je nooit vertellen,
hoe slecht hun zaak er voor staat."
„Neen", antwoordde Destouches, „maar zij
drukken dikwijls hun danlcbaarheid tegen-
over ons uit. Zij behoeven ons niet te zeg
gen hoe de zaken er voor staan, want ieder
van ons ziet zelf wei, dat de toestand best
is."
Als antwoord schuclde de kroonprins
slechts zijn hoofd, met de vermoeide uit-
drukking, welke den oorlog hem gaf, en
verliet de tent.
Minder dan tien minuten later deden die
Franscljen een krachtigen tegenaanval en bij
het daarbij ontstane handgemeen wist Des
touches te ontsnappen.
Vlaamsch faoekengeschenk
Koning Albert S*
Z. M. Koning Albert I heeft den Belgi-
schen Gezant in Den Ilaag verzocht om in
over leg met de heeren Arthur Buysse en
Frans van Cauwelaert, leden van de Belgi-
sche Tweede Kamer, voor 1500 gulden Ne-
deriandsche leesboeken, bij voorkeur van
Ylaamsche auteurs, aan te koopen voor de
Belgische soldaten aan het front en in zie-
kenhuizen.
Wees* een
De correspondent van de „Tel." te Sluis
schrijft d.d. 9 Augustus:
't Was nu geen marinier, maar een infan-
terist, die 't Duitsche leger ontvlucht was
en in Nederland rust en veiligheid zocht.
Op 4 Augustus had hij nog bij Reims ge-
streden. Toen was hij naar Vlaanderen ge-
sluurd en nam hij de kans waar te ont
snappen.
't IJzeren Kruis, dat hij had verworven,
kon hem toch niet in dienst houden. Na
een avontuurlijke reis o.a. zwom hij
met zijn kleederen op 't hoofd gebonden,
door 't Brugsch kanaal kwam hij om 3
uur in den nacht te Sluis aan. De deserteur
moest goed ingelicht zijn, want hij sloop
over de grens daar, waar nog een hoekje
open is.
Toen hij verder Nederland in reisde en
met de tram vertrok, toonde hij zijn vreugde
over T einde van zijn oorlogscarriere door
de nieuwsgierigen vroolijk toe te wuiven.
Weer eendat mogen we ook wet zeg
gen van de draadversperring. Te Axel, in
Oostelijk Zeeuwsch-Ylaanderen, werd een
Nederlandsch soldaat binnengebracht, die
door aanraking der draadversperring ver-
brand was geworden. Men lioopt hem ech
ter nog te redden.
HolHaresS ©p zijn smaist,
Waar Holland op zijn smalst eigenlijk ligt
Internationale grond. Naiveteit.
Sluwheid. Een hoekje van leed.
Van Vlaamsche zijde schrijft men aan de
„Tel."
Holland op zijn smalst" ligt in de buurt
van Amsterdam; iemand, die bedoelde ge-
vleugelde uitdrukking nooit gehoord heeft
en nauwelijks weet, dat Amsterdam door
een breed kanaal met de zee verbonden is,
zei me, toen ik met hem ten Zuiden van
de Braakman reed: „Hier is Holland op
zijn smalst."
De Braakman kennen de meesle lezers
zeker nog wet van school; 't is een inham
van de Honte of Westerschelde, en ze
dringt zoo diep in Zeeuwsch-Vlaanderen
dat op een punt tusschen haar Zuidelijken
oever en de Belgische grens een mini lie
van schaarsch vijfhonderd meter overblijft.
Daar is Holland wet degelijk op zijn smalst.
't Is 't eenige gaatje, dat u open blijft om
van Westelijk naar Oostelijk Zeeuwscn
Vlaanderen te gaan. Wei is 't een schilder
achlig hoekje met die kleine Bouchautsche
haven, vol sloepjes, gemeerd op Hoi
landsch gebied, maar welker eigenaars
vijf minuten verder in Belgie wonen.
En in dezen oorlogstijd is het internatio
nale grond geweest, dat smal tongetje van
Nederland. Hier ontmoette men Fransche
en Duitsche spionnen, hier drukken ont-
snapte krijgsgevangenen, Duitsche deser-
teurs, Belgische vluchlelingen, vogelvrij ver
klaarde muiters voor het eerst den bodeni
van hun vrijland. Hier verschenen ver-
kleumde, beslijkte, doornatte koeriers. Hier
ademden moeders en vrouwen, uit Noord
Frankrijk en Belgie geslopen, al vrijer, en
hadden ze de eerste mijlpaal bereikt op den
zoo langen weg naar het front, waar ze na
te lange scheiding een geliefde wilden be-
groelen. Hier beraamden smokkelaars hun
plannen, Belgen, Franschen, Duitschers, En
gelschen, ze kennen dat hoekje. Maar nu
heeft bet zijn belang verloren. t Is te goed,
te algemeen bekend geworden. Daar verder
aan den voet van den hoogen dijk grijnzen
de witte potjes der draadversperringen
over den weg stappen schildwachten en dra-
ven ruiters, die tot taak hebben zeerscherp
te waken.
Op die akkers, over de grens, zijn reeds
vele jonge levens atgesneden en werden !i-
chamen verminkt door kogels van Duitsche
soldaten.
En wie kende vroeger dit Holland op zijn
smalst? Wie had ooit hooren spreken van
de Bouchautsche haven, Bouchaute, Basse-
velde, Ertvelde?
En de bewoners van dit oord, wat wisten
zij van de wereld? Ze leefden rustig op hun
velden en Gent was wel't eindpunt van hun
reizen.
'k Herinner me nog een voorval, dat van
de naiveteit dezer bevolking getuigde.
't Was de laatste Zondag voor den oorlog,
maar niemand dacht aan gevaar. De Braak
man lag te schitteren in de zomerzon; hier
en daar staken grijs en graauw de schorren
bovenDaar bij Holland op zijn smalst
strekt zich een brok prachtig, woest natuur-
schoon uit.
Op een dier schorren had een visscher
een dooden walvisch gesleept, dien hij in
zee had gevonden. En nu was het van Bou
chaute, Bassevelde, Caprycke, Watervlieten
veel andere dorpen een ware begankenis
naar het monster. De visschers maakten
goede zaken. Voor vijf cent voeren ze over
de geul en brachten ze de nieuwsgierigen
naar t schorre. Duizenden maakten het
tochtje en in de herbergen tangs de grens
was !t kermis. Hoe er zoo gauw harmoni
ca's kwamen weet ik niet, maar er werd
gedanst en geflikkerd op dien blijden, lich
ten Zondagmiddag en dat was alles door
dien walvisch, welke daar op 't schorre lag
te stinken en de oevers van de Braakman
verpestte.
En gansch 't Meetjesland sprak 'sMaan-
dags nog over den walvisch en natuurlijk
ook over de „leute". Een dag daarna begon
men van oorlog te praten en, toen 't weer
Zondag was, heerschte leegte in die dorpen,
waar de jonge mannen vertrokken waren,
opgeroepen voor den strijd.
De oorlog bleef nog in 't Oosten. Maar
na den val van Antwerpen kreeg dit hoekje
eensklaps groot belang.
De naiveteit verdween Sluwheid open-
baarde zich. Een strijd ving aan, list tegen
militaire machtEr kwamen schildwach
ten De grensbewoners leidden ze bij
den neus waar ze wilden. Burgers werden
naar Duitschland gevoerd. Anderen toonden
zich wel voorzichtiger, maar verzonnen
nieuwe listen. Er kwam een versperring.
Duitsche soldaten wandeklen er langs, vol
hewondering voor de uitvinding van elec-
trisehe barricade... en inlusschen kropen
koeriers, vluchLelingen, deserteurs, bijna on
der hun voeten, door duikers en grachtjes.
Ook deze werden ontdekt en afgesloien. Er
bleef nog een soort van mollegat over, dat
nauwelijks ruimte bood voor een man. Op
zekeren nacht slopen er honderd vluchtelin-
gen door.
Er woonden daar ook woekeraars, kerels,
die 't nu den geschikten tijd vinden, om
geld te verdienen. Midden in den nacht
werd er op een raampje geklopt: 't was
een burger van Douai, Rijsel, Valenciennes.
Men had hem naar een gids verwezen, om
over de grens geleid te worden. En de gids
was bereid, maar vroeg voor die enkelie
schreden 50 lot 75 flancs. Soms waren er
meerdere vluchtelingenen in vijf minu
ten, om de vreemdelingen naar Holland op
zijn smalst te voeren, verdiende de leids-
man een paar blauwe briefjes.
Naief?... Duizenden kwamen naar die
walvisch zien. Wordt er nu in den nacht
een man neergeschoten, verwart een vluch-
teling in den draad en vindt hij er den
dood, voert men twee, vier, tien kennissen
naar een Duitsch gevangenkamp, och, men
spreekt er thans over als gold het een heel
gewone gebeurtenis.
Wat al ellende is hier voorbijgetrokken
Moeders met kleine klnderpn dompelen door
slijk en water, door regen of sneeuw, trot-
seeren de kogels, om dan naar den vader
te zoeken, misschien in Nederland ge'inler-
neerd of nog strijdend aan 't front.
Ik heb er armoedige vrouwen uit Duitsch
land ontmoel met kinderkens, voor den va
der nog onbekend, geboren tijdens den oor
log, vrouwen, op wier wezen een stempel
van lijden en droefheid, zorg en angst lag
Ze hadden vernomen, dat hun man hier ge-
deserteerd was. Anderen kwamen hun echt-
genoot bezoeken, die ergens aan de grens
op dienst moest zijn. Die vrouwen gaven
van Duitschland een anderen indruk dan de
bombastige redevoeringen of verhalen van
vlaggengewemel, klokgelui, vaderlandsche
liederen en Te Deum.
Moeders sprak ik er, die ginds diep in
Wallonie of in 't Zuiden van Vlaanderen,
daar, waar de Duitschers strijden, door een
gesmokkelden brief vernomen hadden, dat
hun zoon aan de User gekwetst was. En
vol van onrust maakten ze een gevaarlijke
en bezwaarlijke reis, om hem te bezoeken,
te helpen en te verzorgen.
Och, genoegik bezit een ganschen bun-
del over het leed, wqarvan dil Holland op
zijn smalst getuige was!
Dezen winter, als de storm over de Braak
man gierde en de wind door de hooge boo-
men langs de dijken joeg, heb ik ginds ge-
zeten in een klein huis bij de gloeiende
kachel, in labakswalm en bierlucht. Vroe
ger zou men u gesproken hebben van wa-
tersnood en dijkbreuk, toen de vloed in
Biervliets kerk tot aan 't altaar rees, toen
dorpen verdwenen en de Braakman ont-
stond, maar Dollaart werd genoemd, omdat
ze in zoo'n „dollen" (dot) storm was onl-
staan. Men zou u verteld hebben vanschip-
breuk, van aangespoelde lijken, van den
orkaan in 1906, toen 'Holland op zijn smalst
zoo bedreigd werS£Wn°scriftr Vel-dween, toen
de menschen uit 't poldertje naar Belgie
kwamen gevlucht.
Maar hu had men andere slotRoman-
tisch, dal zou het verleden jaar geweest zijn,
doch thans beleefden we werkelijkheid. Er
werd geklopt. Een burger trad binnen. llij
zag er ellendig uit en vroeg om hulpe. Hij
sprak Duitsch en ieder begreep dadelijk, dat
een arme deserteur om ontferming smeekte.
•'t Medelijden kwam boven. De dompelaar
kreeg 't beste plaatsje bij de kachel, de
vrouw des huizes gaf hem warmen drank
en spijze, en de vluchleling bekwam van
honger en vermoeienis.
En toen sprak hij over Ieperen, van de loop-
graven, over de artilleriegevechten, de storm-
aanvallen, over gekwetsten en dooden. Hij
schilderde de hel van den oorlog. Datmaak-
te diepen indruk
En als hij een portret van zijn vrouw en
vier kinderkens toonde, op een briefkaart,
uit Duitschland gestuurd en door hem ont-
vangen, toen hij nog van ontzetting rilde
over de verschrikking van een bajonetge-
vecht, en verklaarde dan het voornemen tot
de vlucht opgevat te hebben ter wille van
zijn gezin.o, dan veegden de meisjes in
dit huizeke de tranen weg...
Neen, 't was geen romantiek of geen sen-
timentaliteit, als -we na zoo'n verhaal
een episode uit onze dagen episode, door
dezen man beleefdals we dan meenden
in den stormwind, die door den schoorsteen
huilde en over de woelige Braakman joeg,
't noodgeschrei der gewonden en stervenden
te hooren.
Dat mag zoo lijken voor hen, die ver van
't oorlogstooneel wonen en in een gezellige
huiskamer rustig van den strijd lezen. Yelen
van hen hebben het altijd over „een koel
hoofd houden", over „zich niet laten mee-
sleepen door de hartstochten".
O, geloof me, ook toen ik onder de sol
daten bij 't front was, ook toen ik gewon
den zag wegvoeren, en in ambulancen kwam,
hield ik 't hootd koel en zweepte geen,
hartstocht me opMaar ge kunt dan
toch niet neutraal biijvenge kiest par-
tijge veroordeeiten waarlijk, er zijn
oogenblikken, dat ge haat voelt.
En toch, dikwijls als ik aan dien avond in
dat huizeke denk en aan die ontroering,
dat medelijden, vraag ik me at: „Houden
onze grensbewoners thans het hoofd niet te
koel?"
Want nu maakt op velen een beschrijving
van 't slag'veld geen indruk meerEr
zijn sederl dien zooveel deserteurs gekomen.
De naiveteit tegenover dien walvisch...
en de onverschilligheid, waarmee men te-
genwoordig over duizenden dooden spreekt,
o, welk een geweldige verandering in de ka-
rakters heeft dit oorlogsjaar teweeggebracht,
maar meestal geen gelukkige verandering.
't Is thans stil bij Holland op zijn smalst.
't Is er doodsch. De zomer spoedt heen
Reeds korten de dagen. Dra is het herfst,
breken de lange nachlen aan. Wat zai de
winter 't arme Belgie brengen? Zullen niet
duizenden er naar snakken een land, dat als
een gevangenis is, te ontvluchten?
Wat moet er nog gebeuren aan deze
draadversperring, waar de dood loert?
Bij Holland op zijn smalst is het thans
zoo schoon, zoo kalm, zoo vreedzaam. Uw
blik volgt de watervlakte tot waar hij over
de Schelde de boomen van Beveland ont-
moet. Mosselsloepen wiegelen op de golfjes
en zoeken hun weg tusschen de witte ban-
ken en grauwe schorren. Achter het groen
der dijken kijkt schuchter 't kerkje van
Biervliel en zwieren de wieken van Bou-
chaute's molen. De roode daken van Phi-
lipine blekken in de zon.
Welk een overweldigenden indruk moet
deze stilte maken op een deserteur, die pas
de strijdgruwel is onlvluchl en maanden
heeft geleefd tusschen kerkhoven, lazaretten
en ruinen? Of op den invalide, die ginds
langs de versperring bedaard patrouilleert?
Maar toch hoort ge er menigmaal 't ka-
non. dat in't Zuiden uren en uren gromt.
't Is oorlogDe zomer spoedt heen.
Dan zinkt weer vroeg de avond over de
Braakman, dan hullen regenvlagen en
sneeuwbuien hem weer in hun sluiers. Dan
giert de wind en geesell hij de naakte tak-
ken. En 't loover, de bladeren, die nu zoo
schoon de omgeving van de Braakman
tooien, vallen en wentelen en vergaan in
't slijk, als een beeld van al die kracht en1
schoonheid, welke in Vlaanderens bloederige
aarde verpletterd wordt.
Ja, wat zal er dan nog gebeuren daar aan
die grens? Als ik hieraan denk, huiver ik
soms. A. HANS.
Wij ontleenen aan de ,,-N. II. Crt." de
volgende telegrammen:
¥$sn hei gewechis-
terrein.
BERLIJN, 10 Augustus. (Wolff.) Offi-
ciecie mededeeling uit het groote hoofd-
kwartier
Ten Oosten van Yperen geluktehetsterken
Engelschen striidkrachten, zich in het bezit
te stellen van het westelijk gedeelte van
Hooge.
Fransche mijnontploffingen in de streek
van Beau Sejour hadden geen succes.
Nadat het viaduct ten westen van Dam
merkirch op den 30sten Mei door onze
artillerie was verwoest, hebben de Fran
schen een brug over de Larg gelegd ten
zuiden van Mansbach. Die brug, kort ge-
leden gereed gekomen, is gi3teren door
eenige treffers van onze artillerie verwoest.
Aan den rand van het Hessenwald, ten
westen van Verdun, is een Fransche kabel
ballon naar beneden geschoten.
Den 9den Augnstus, des avonds om elf
uur, wierp een vijandelijke vlieger op Cad-
zand, in Nederland nabij de grens bommen
Tusschen Billingen en Rheinweiler, ten
Zuiden van Muhlheim in Baden, moest een
Fransch vliegtuig in het vuur van onze
antiluchtvaartkanonnen landen. Vlieger en
observator zijn gevangen genomen.
Bij Pfirt werd een vijandelijk vlieger
door ons vuur gedwongen de wijk te nemen
op Zwitsersch gebied.
PARIJS, 10 Augustus. (Havas.) Offi
cieel bericht van vanmiddag
Gisteren artillerie-actie in Artois, tusschen
Somme en Oise en in het Aisne-dal.
In Artois hebben de Duitschers gister-
nacht ten noorden vau het station van
Souchez twee aanvallen met haudgranaten
gedaan, maar zij zijn door ons vuur in hun
loopgraven teruggedreven.
Reims is beschoten.
In Argonne hebben de Duitschers bij
Fontaine aux Oharmes getracht Fransche
loopgraven te nemen, doch zij zijn overal
teruggeslagen.
In het oostelijk deel van 't Argonnerwoud
geschut- en geweergevechten zonder op
treden der infanterie. Bij Vauqois ge
vechten met bommen en granaten.
In bet Priesterbosch hebben de Duitschers
na een felle beschieting gisteravond tegen
8 uur op een Fransche loopgraaf bij Croix
des Cannes een aanval gedaan, die door
afsluitingsvuur is gestuit. Vannacht is de
aanval, gepaard met een beschieting met
verstikkende granaten, herhaald, doch weer
door de Fransche artillerie gefnuikt.
In Lotharingen is een vijandelijke ver-
kenning in de richting van het station en
de molen van Moncel met gemak afge
slagen.
In de Vogezen alleen kanonvunr.
LONDEN, 10 Aug. (Reuter.) Maarschalk
Freccli rapporteert: Ten N.W. van Hooge
en in de overblijfselen van het dorp zelf
lebben wij het gistereD gewonnen terrein
versterkt en vanoacbt zwakke infanterie-
aanvailen afgeslagec.
Gistermiddag is een hevig geschutgevecht
geleverd, ter.gevolge waarvan alle loopgraven
op het open terrein ten zuiden van Hooge
oor beide partijen onhoudbaar werden.
Wij hebben onze linie ten zuiden van het
dorp eenigszins teruggetrokken, waardoor
echter in onze stelling geen noemenswaav-
dige verandering komt.
uit de l&ieibt op de
Engeiscfo® kust.
LONDEN, 10 Augs. (Reuter. Officieel).
Een eskader vjjandeiijke viiegtuigen heeft
vannacht aan de Oostkust van Engelana een
bezoek gebracht. Door brandbommen werden
eenige branden veroorzaakt. Een man, acht
vrouwen en vier kinderen werden gedood,
vier mannen, zes vrouwen en twee kinderen
gewond.
Eeu Zeppelin werd dflor kanonvuur ernstig
beschadigd en werd, naar werd gemeld,
vanochtend naar Oostende gesleept. De
Zeppelin is sedert dien het voorwerp van
voortdurende aanvallen uit de iucht geweest
door viiegtuigen van Duinkerken uit, die
een hevig vuur op haar richtten. Thans
wordt zij gemeld door een ontploffing ge-
heel te zijn vernietigd.
n Saet UosteSsJke geuecSiifts-
ST. PETERSBURG, 9 Augustus. (P. T. A.)
Mededeeling van den groolen generalen staf:
Tusschen de Dwina en de Njemen hebben
onze troepen Zondag op den vijand een
druk uitgeoefend in de richting van Frie-
drichstadt (a. d. Dwina, ten Z.-O. van Riga)
op den rechteroever van de Njemenek (ri-
vier, die zich bij Bausk met de Muscha ver-
eenigt en verder Aa heet), aan den sector
bovenstrooms van Schonberg.
In de streek ten Noord-Oosten van Wil-
komir (ongeveer lialverwege tusschen Po-
newjesj en Wilna) is de Duitsche voorhoe-
de met groote verliezen uit enkele dorpen
verdreven. Wij maakten tientallen van ge-
vangenen.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
heett de vijand zijn pogingen tot aanvallen
op de versterkingen van Kowno herhaald.
Onze stellingen werden in den loop van
den dag hevig beschoten, ook met geschut
van het grootste kaliber. De aanvallen van
den vijand tegen de vooruitgeschoven stel
lingen hebben een uitermate hardnekkig ka-
rakter. Volgens de laatst ontvangen rap-
porten is de bestorjning door de Duitschers
van het Westelijke front van Kowno in den
afgeloopen nacht overal met voor de Duit
schers reusachlige verliezen afgeslagen.
Onze artillerie beantwoordt het vijandelijke
vuur op krachtige wijze.
Bij Ossowiec en in de streek van Jedwab-
no hevig vuur.
Op den linkeroever van de Narew had
den Zondag plaatselijke gevechten plaats,
in het bijzonder in de richting van Lomza
en sian den sector ten Noorden van den
weg van Lomza naar Ostrow.
In dc andere streken en op den rechter
oever van den midden-Weichsel geen be-
langrijkc gevechten.
Op de wegen naar Wlodawa en aan de
Boeg, de Zlota Lipa en den Dnjestr geen
verandering.
BERLIJN, 10 Augustus. (Wolff.) De troe
pen van het leger van Von Scholtz hebben
de vesting Lomza genomen.
BERLIJN, 10 Augustus. (Wolff.) Otficieele
mededeeling uit het groote hoofdkwartier
Aan het Westelijke front van Kowno is
onze aanval onder voortdurende gevechten
nader bij de frontlinie gebracht. Hierbij
zijn eenige honderden Russen gevangen ge
nomen en 4 kanonnen vermeesterd.
De troepen van Von Scholtz zijn gisteren-
middag door de frontlinie van Lomza ge-
broken. Zij bestormden fort no. 4 en namen
heden bij het aanbreken van den dag de
vesting.
Ten Zuiden van Lomza zijn onze troepen
al strijdende over den weg naar Ostrow ge
komen, Ostrow wordt nog door de Russen
bezet gehouden.
Van Bojany ten Westen van Broc (12
K.Mi t. Z. v. Ostrow) tot de monding van de
Boeg hebben onze troepen die rivier be
reikt. Sedert 7 dezer zijn hier 23 officieren
en 10.100 man gevangen genomen.
Oostelijk van Warschau is het leger van
prins Leopold van Beieren tot nabij den
weg SlanislawowNowo Minsk gevorderd.
Het Leger van Von Woyrsch heeft op de
vervolging de streek ten Noorden en ten
Oosten van Zelechow bereikt. Het heeft
zich bij den van het Zuiden voortdringen-
den linkervleugel van het leger van Von
Mackensen aangesloten.
Op het front tusschen Ostrow en de Boeg
werden de vijandelijke achterhoeden op hun
hoofdmacht teruggeworpen.
WEENEN, 10 Augustus. (Wolff.) Officieel
bericht uit het groote hoofdkwartier:
De vervolging van den uit het Weichsel-
gebied terugtrekkenden vijand wordt voort-
gezet. De troepen van generaal Von Koe-
vess hebben de streek ten Z.-O. van Zele
chow (20 K.M. ten Z.-O. van Garwolin) be
zet. Gedeel ten van het leger van aartshertog
Jozef Ferdinand hebben zich, na de bene-
den-Wieprz te zijn overgestoken, bij hen
aangesloten.
Ook de kniebocht van de Wieprz bij Kock
(40 K.M. ten Oosten van Iwangorod) is op
verscheidene plaatsen overschreden.
Verder naar het Oosten op het front tot
aan de Boeg hebben onze bondgenooten een
reeks vijandelijke achterhoedestellingen ver
meesterd.
Aan de Boeg en de Zlota Lipa is de toe-
stand onveranderd.
Bij Czernelica (ten Noorden van Horo-
denka, op den Zuidelijken oever van den
Dnjestr) hebben onze troepen zich meester
gemaakt van een als bruggehoofd aangelegde
stelling, welke de Russen tot dusverre taai
hadden verdedigd en behouden. De vijand
is over de rivier gevlucht en heeft 22 offi
cieren en 2800 man als gevangenen, zes
machine-geweren, veel gerij en een groote
hoeveelheid oorlogstuig in onze handen ge-
Laten.
o O
4©^^ ©521,