I 11 I II If De krijgsbe&rijven. I I r f if I 1 1 De politie stond onder militair opperbevel, alle passen werden door de militaire over- heid uitgereikt. Dagelijks vertrokken 14 treinen in de richting van Petrograd. De omgeving der stad was in brand gestoken en de boeren, die gedwongen werden met have en vee hun hoeven te verlaten, reden met duizenden karren dagelgks door de straten. Niemand mocht op de daken klimmen, wie dicht bij de bruggen woonde had bevel ontvangen zijn woning te ver laten. De meeste bladen hadden hun druk- kerijen naar het binnenland verplaatst. De berichten kwamen schaars in, terwijl van verre het geschut reeds dreunde. De zuidelijke spooilijn was bij Lublin door den vijand bereikt en niet meer te gebruiken, de noordelijke werd op ver- scheidene punten reeds bedreigd en de middelste, die over BrestLitowsk voert, werd steeds door de Duitsche luchtvloot bestookt. De burgerij had een militie gevormd om de orde en rust te handhaven en deze oefende in de voorsteden haar toezicht uit. De Revue Polonia geeft een ander beeld uit de laatste dagen van Warschau 200.000 personen hebben grootendeels er toe ge- noodzaakt het //kleine Parijs" reeds verlaten maar desniettegenstaande gaat het gewone leven zijn gang. De stad schittert nog overal van licht, de cafe's zijn stampvol en iedereen praat over den oorlog, zonder zich in het minst ongerust te maken over de bommen, die de vliegers bij tijd en wijle op de stad laten vallen. De schouwburgen spelen met de mooiste programma's. Het einde moet mooi en onverschillig zijn. Het is maar een vloed van ongeluk, waarop wel weer de eb volgen zai, zoo denken de meesten en trekken er zich niets van aan, dat in de voorsteden de grond reeds dreunt onder bet gebulder der kanonnen. De ontruiming van Polen. Ook met de ontruiming van de vesting Kowno is thans een begin gemaakt. De gouverneur heeft op hooger bevel zijn zetel verlegd naar Nowo Alexandrowsk en al de regeeringsarchieven zijn eveneens daarheen verplaatst. De agentschappen der staats- banken werden naar Wilna overgebracht, terwijl men ijverig doende is om de ge- wonden en het grootste gedeelte der burgerij de stad te doen verlaten. Er worden dan ook geen nieuwe levensmiddelen meer naar Kowno gebracht. Een brief van een soldaat uit een der groote vestingen aan de Weichsel werpt een eigenaardig licht op dit terugtrekken der Russen, die pogen om achter zich een woestenij te laten. Dit gelukt slechts ten deele, ten eerste daar de Russische soldaten die dorpen, stallen en velden moeten ver- woesten, zich gemakkelijk door de belang- hebbenden laten overhalen om het goed te sparenten tweede, daar de Russen bij het terugtrekken veel te veel haast hebben om het verwoestingswerk naar behooren te ver- richten ten derde daar het in de laatste dagen hevig regende en de boel eenvoudig niet branden wilde. Toch nog is menig dorp geheel in de asch gelegd. Vooral hebben de Russen het voorzien op landbouw-machines, die zij zooveel mogelijk vernielen. Velen der ver- dreven bevolking wisten in de verwarring te ontsnappen en keerden naar hofeul.aard terug, anderen verstopten zich in de bosschen en in de groote graanvelden. Met onver- holen pret kwamen ze dan later uit hun schuilplaatsen te voorschijn. De provincie is buitengewoon rijk en zoover het oog reikt, staat het graan prachtig op de akkers. Men heefc getracht dit ook in brand te steken, maar het was vochtig en wilde niet branden. Echter zal het wel voor het grootste gedeelte verloren gaan, daar de arbeidskrachten en het materiaal ontbreken om den oogst binnen te halen. Een boodschap van president Poincare. Ter gelegenheid van den jaardag der oorlogsverklaring heeft president Poincare een boodschap aan het Fransche parlement gezonden, die door minister-president Vi viani in de Kamer en door Briand in den Senaat werd voorgelezen. De president verklaart, het zich tot eer te rekenen, dat hij met de regeering en de Earners aan het volk en het leger zijn hulde, bewondering en dankbaarheid mag betuigen. Hij voegt hieraan toe//Ik betwijfelde, toen ik twaalf maanden geleden het land den Godsvrede, die de voorwaarde voor de overwinning was en is, aanbeval, geenszins dat mijn woord gehoor zou vinden. AUeen de vijanden, die altijd Frankrijk miskend hebben, konden gelooven, dat hunne brutale aanvallen steun zouden vin den in onze oneenigheden. Op hetzelfde oogenblik, waarop zij mededeelden dat Parijs ten prooi was aan een opstand, nam de hoofdstad een ernstig en plechtig uiter- lijk aan, waaruit het kalme besluit der meesten sprak. Van de grootste steden tot de kleinste dorpen ging een machtige stroom uit van nationale broederschap, die zoowel bij het volk als in het parlement tot zelfs de herinnering aan onderlingen twisten wegvaagde. Werklieden, patroons, boeren en burgers* kortom, het geheele volk stond pal tegem over den vijand. Die wil tot eensgezindheid heeft zich niet gelogenstraft en niets zal dien verzwakken. Als Duitschland erop rekent, dat de tgd onze eendracht zal verbreken, dan zal het zich even ernstig vergissen, als het vroeger reeds deed. Doordien het vereenigd is, is Frankrijk groot en sterk, en omdat het vereenigd is, is het vol vertrouwen en rustig". Poincare rekent op de spontane medewer king van alien, om den geregelden gang van het gewone leven te bevorderen, hiertoe aangemoedigd door het parlement, dat zelf een voorbeeld geeft van de voile harmonie tusschen de politieke machten, waaronder allerlei soorten geschillen te vreezen zouden zijn. De schoonheid van het volk weerspiegelt zich lichtend in het leger, dat de natie uit haar eigen wezen vormde en dat onmiddellijk begreep, hoe zwaar de strijd is, dien het voor het heil van het Frausche volk, zijne overleveringen en zijne vrijheden uitvecht. ,/Het leger weet, dat de toekomst onzer beschaving en van het lot der menschheid afhangt van de overwinning van Frankrijk en zijne bondgenooten. Van de officieren en de manschappen gaan voortdurend stralen uit van vertrouwen en hoop. Gisteren nog die met verlof naar hunne kwamen haardsteden waren geweest, waar zij het hun goed humeur en hun gewettigden trots, gerustheid hadden doen wederkeeren, met nog grooteren strijdlust en vastberadenneid naar het front terug. Verblind door trots, had Duitschland zich Frankrijk voorgesteld als licht-ontvlambaar, bewegelijk, maar niet in staat te blijven volharden bij zijne voornemens en tot taai- heid bij zijne inspanning. Het leger en het volk logenstraft dit lasterlijk oordeel, door hunne rustige kracht, die noch door nieuwe leugens noch door luide beweringen van vredelievendheid in de vijandelijke manifesten, noch door de zoete of perfi.de woorden, die verdachte agenten in de ooren der neutralen fluisteren, zal worden geschokt. De eeDige vrede, dien de Republiek kan aannemen, is een zoodanige, die Europa de zekerheid zal waarborgen, dat het in vrede zal kunnen leven en werken, die het ge- schonden vaderland zal herstellen, die de ruines zal herbouwen en die het op doel- treffende wijze zal beveiligen tegen een terugkeer van de gevolgen van de Duitsche eerzucht. Het thans levend geslacht van Frankrjjk is het nageslacht verplicht, dat hij het pand, dat onze voorouders aan zijn tgde- igke hoede hebben toevertrouwd, niet zullen laten schenden of verkleinen. Frankrijk wil overivinnen en zal over- winnen. In een ballon captiff. In het Berliner Tageblatt" beschrijft Kel- Lermann, hoe hij met een ballon captif om- hoog gestegen is. De ballon langzaam omhoog laten! schreeuwt de kapitein. Met een sprong is de luclitvisch van den grond. Hij boort den kop in den wind, rukt aan het touw en spartelt vergenoegd, zoodat het schuitje slingert. Dan echter glijdt hij rustig de hoogte in, hij is in zijh element. Snel gaan we omhoog. Merkwaardig deze ballon. Niemand heeft er zich veel van voorgesteld voor den oor log. In de manoeuvres diende hij om het signaal „Alles halt!" te geven. Dat was vrij- wel zijn hoofdrol. Hij was slechts figurant. De vliegers moesten het werk doen. Het ras een verouderd ding, dat men slechts mee in het veld sleepte, omdat men het nu eenmaal had. Deze oorlog echter, in dezen stellingsoorlog, is hij tot onverwacht aan- zien gekomen. Overal langs he! geheele front ziet men hem aan de lucht staan,. Met dapperheid en verstand gebruikt, is hij een gelvreesd wapen. Men stijgt met heele kanonnen van foto- grafie-toestellen omhoog en fotografeert de kleinste rimpel in het gezicht van den vij and. De vlieger gaat met een snelheid van hon- derd kilometer en meer, en heeft niet zoo veel tijd, als de man in de ballon. De ballon staat stil. Uren lang, dagen lang staat liij daar. En al wordt de bestuurder „lucht- ziek", hij blijft boven. De ballon is het oog der artillerie. Hij neemt colonnes waar, be wegingen van den vijand, het bliksemen van vijandelijke kanonnen en hij bestuurt het vuur van het eigen geschut. Omdat hij zoo gevaarlijk is, heeft hij zijn vijanden. Shrapnells en granaten grijpen naar hem, treffen hem gelukkig echter zel den. De ballon daalt of stijgt of gaat er zelfs met zes paarden vandoor. Een kri- tiek oogenblik is de landing. Zijn verbit- terdste vijanden echter, zijn de vliegers, de concurrenten. Zij komen in heele zwermen aan. Mijn begeleider, de Untenant, is on- langs door drie vliegtuigen tegelijk aange- vallen. De kapitein kreeg onlangs betoek van een eskader, dat 54 bommen naar hem wierp. Wij stijgen en stijgen- en de wind fluit hierboven, dat mijn oogen tranen. Het land- schap groeit, de wereld is plotseling veel grooter geworden. Het heele landschap daar beneden van Noord-West tot Zuid-Oost is een enkel reus achtig slagveld. De lucht is koud, als in September. Grijze wolken jagen voorbij. Vermoeide zonne- schijn wisselt af met donkere schaduwen van wolken. Bij strooken ziet het land schap er uit als door een geelachtig glas bekeken. Oud geworden, murw en gerim peld. Moe van het eindeloos bonken van de kanonnen en het ontploffen der granaten. Als het gezicht van een slapelooze. Bij stroo ken echter ook weer vreedzaam en onbe- kommerd. In de verte rooken schoorstee nen. Mijnen, die de Franschman nog in handen heeft. Vreedzame vlekken en dor pen, door de zwakke zon verlicht. Plotse ling echter danst een grijze wolk boven de daken. Nog een daar en nog een; dorpen worden beschoten. In het midden ligt breed de Lorette-hoog- te, de vervloekte. Het Bois de Bovigny staat er op, als de kam van een haan. Hetbosch is donker. De hoogte zelf licht geelgroen, als heide of onbewerkt veld. Van het hoog- ste punt van het bosch, gaat dwars over de hoogte een breede, leemkleurige, kronke- lende streep, tot in het dal. Een open won- de in den heuvel. Het zijn onze loopgra ven, die de Franschen in Mei stukgeschoten hebben. Meer naar beneden, het dal vol gend, gaat een smallere, nieuwe kronkeling. Dit zijn de tegenwoordige stellingen. Men herkent ze onmiddellijk, want grauwe en roestende granaatwolken staan er op en rollen in den wind. (Duitsche pers-correspondentie.) Bedopven levensmiddelen, De Vorwarts bevat een benefit over massa's bedorven levensmiddelen in Keulen, waar eenige dagen geleden 400.000 pond bedorven rundvleesch per advertentie werd aangeboden voor techniscfie of voedings- doeleinden. De enorme fioeveelfieid doet vermoeden, dat het een aanbod door de autoriteiten betreft. Reeds eenigen tgd geleden fieeft men te Keulen groote massa's bedorven vleesefi in den Rijn laten zinken. Bovendien zijn een groot aantal wagons met bedorven Hollandscfie kaas binnen- gekomen. Het is gebleken, dat vele duizenden Hollandscfie kazen bedorven en vol wormen waren, wat een gevolg was van onoordeelkundige verpakking. De vgf wagonladingen werden verkocht als varkens- en fioendervoeding gedeeltelijk voor l1/? pfennig per pond. De waren uit andere wagons bracfiten 10, 15 en 30 pf. per pond op. Medegedeeld wordt, dat de schade minstens 40.000 mark bedraagt, De overtocht overde Windau. Een oorlogscorrespondent van de Vossi- sche Zeitung" verteltDe overtocht over de Windau had bij het aanbreken van den morgen op verscfieidene plaatsen zoo snel plaats gevonden, dat de vijandelijke linie fiier en daar overrompeld werd en terug moest. Ongeveer twee kilometer achter de rivier hadden de pontonniers in de dagen te voren zoogenaamde snelbruggen ge- bouwd, lichte vlotten, die in den nacht stil naar de oevers werden gedragen. Bij de eerste morgenschemering werden zij te water gelaten, de een de ander achterna geschoven, zoodat in minder dan een minuut de brug klaar was en de overtocht beginnen kon. Op verschillende plekken ging het zoo naar gelijkgezette horloges, terwgl nog op drie andere punten van den oever op dezelfde minuut pontons te water gelaten en door zwemmers aan touwen naar den overkant getrokken werden, om niet door riemslagen de aandacht te trekken van de Russen, die aan de overzgde in hun loop- graven lagen. Een sectie infanterie ging het intusschen niet snel genoeg. De mannen wilden het eerst bij den vijand zijn en sprongen in voile wapenrusting te water om naar den overkant te zwemmen of te waden. Daarbij gesc'niedde het ongeluk dat ongeveer 20 van deze dapperen met een officier den dood in den verraderlijken stroom vonden. Het is niet uitgemaakt of de zware wapenrusting ze naar beneden getrokken heeft of dat zij in slingerplanten geraakt zijn, of in verhitten toestand een beroerte hebben gekregen. Er liep ook een gerucht, dat de Russen strikken op den bodem hadden gelegd, maar wie had tijd, zich daarom te bekommeren. Die de over- zijde bereikten, vielen onmiddellijk aan en namen twee loopgraven achter elkaar in storm. Een compagnie komt een kerkhof voor bij in het bosch en krijgt plotseling van uit den rug een moordend vuur, waarbij de aanvoerder valt. Toen de compagnie de richting van het vuur had ondekt, be- stormde zij de loopgraven en het kerkhof, doodde in het handgemeen 30 Russen en nam er ongeveer 50 gevangen. De linie, die twee maanden lang het tooneel van onbesliste gevechten was ge weest, was gebroken. Een document uit het Belgische Gvijsboek. Terzake van de mededeelingen van het Belgische Grijsboek betreffende een zooge naamd plan van staatssecretaris Von Jagow om Belgisch-Oongo tusschen Engeland, Frankrijk en Duitschland en zonder Beigie te verdeelen, schrijft de //Nordd. Allgem. Zeit."//Toen in het voorjaar van 1914 onderhandelingen tusschen Duitschland en Engeland over een koloniaal verdrag werden gevoerd, informeerde de Fransche ambas- sadeur Cambon bij Yon Jagow of daardoor ook de Fransche rechten geschonden zouden worden. Jagow had toen geantwoord, dat Duitschland de toestemming van Frankrijk zou vragen, wanneer rechten van Frankrijk op het spel mochten staan. Naar aanleiding van herhaalde voorstellen van Cambon tot het sluiten van een speciaal Fransch-Duitsch verdrag ter verbetering van de algemeene betrekkingen wees Von Jagow er toen op, dat Afrika en in het bijzonder de Congo een geschikt onderwerp voor dergelijke overeenkomsten zou zijn en hij gewaagde daarbij speciaal van de Congo-spoor wegen. Daar een groot opgezet Engelsch-Fransch koloniaal verdrag zeer zeker nuttig zou zijn voor de algemeene betrekkingen, wees hij ook op de toenmalige meening van een Belgisch publicist, dat het beheer van zulk een groote kolonie als de Congo de finan cieele kracht van Beigie te boven ging van een plan om rechten van Beigie te schenden, werd echter niet gesproken. De staatssecretaris had alleen op het oog wijzigingen in den territorialen status quo van het Congo-bekken, zooals die in art. 16 van het Marokko-verdrag van 1911 was vastgesteld. Dit artikel had zijn ontstaan te danken aan het feit, dat Frankrjjk zijn verkoops- recht op Belgisch-Congo aan Duitschland had aangeboden, hetgeen aan de Belgische regeering bekend was. De //Nordd. Allgem. Zeit." haalt dan den tekst van het gezantschapsrapport uit Brussel van 29 Maart 1912 over de daarover ge voerde besprekingen van den politieken directeur Van der Elst met den gezant aan, volgens welke eerstgenoemde ontsteld scheen over Frankrijks houding ten opzichte van Beigie. Cambon schijnt het bovenbedoelde ver- trouwelijke gesprek onmiddellijk in tenden cieusen vorm aan den Belgischen gezant te hebben overgebriefd. Dat de uitlatingen van Yon Jagow met uitzondering van de in het begin afgelegde verklaring omtrent handhaving der rechten van Frankrijk niet officieel waren, maar alleen zijn persoon- lijke denkbeelden weergaven, schijnt ook in de rapporten van den gezant medegedeeld te zijn. De publicatie in het Grijsboek moet met zekere ingenomenheid worden begroet, daar het feit van de tusschen Duitschland en Engeland gevoerde onderhandelingen over de kolonien en het voorstel van Duitsch land om te komen tot een betere onder- linge verstandhouding tusschen Duitschland, Engeland en Frankrijk, een tegenbewijs is voor de bewering Van Cambon in het Fransche Geelbosk, dat Duitschland reeds in het voorjaar van 1914 voorbereidingen had getroffen vo' r een overval op zijn nabuur." Wij ontleenen aan de „N. R. Crt." de volgende telegrammen: Van het Westelijke gevechts- terrein. PARIJS, 8 Augustus. (Havas.) Officieel bericht van vanmiddag Gisteren is eenig geschutvuur gewisseld rond Sochex, bij Roclincourt en tusschen Oise en Aisne op het plateau van Mouvron. Om Sochez zijn bovendien de gewone ge vechten met handgranaten geleverd. In Argonne hebben de Duitschers gis teren bij hoogte 213 opnieuw twee aan vallen gedaan, die zijn afgeslagen. Door de outploffing van twee mijnen hadden zij voet gekregen in een Fransche loopgraaf, waaruit zij door een tegenaanval dadeiijk weer zijn verjaagd. Tegen het vallen van den avond slaagden de Duitschers er gisteren in een vooruit- springend Fransch verdedigingswerk in het oostelijk deel van het bosch ten noorden van Fontaine Hoyette binnen te dringen. Zij zijn ook daar door een tegenaanval verdreven en hebben zich slechts kunnen handhaven in een luisterpost voor de voorste Fransche linie. Yannacht hebben de Duitschers de Fran sche stellingen in den sector van de hoogte La Ville Morte aangevallen. Zij kregen daar voet in een loopgraaf, doch zijn er dadeiijk weer uit verdreven; een klein stuk van 30 M. breed houden zij alleen nog bezet. In de Vogezen hebben de Duitschers gisteren herhaaldelijk de Fransche stellingen op den -Lingekopf en den Schratzmannele beschoten. Tegen 2 uur's middags hebben zg daarop bij den Schratzmannele een aanval gedaan op den weg naar Honnach, die door ons afsluitingsvuur is gestuit. Tegen het vallen van den avond is een tweede aanval der Duitschers met de bajonet en met hand granaten afgeslagen. Deze buitengewoon hevige aanval was gericht tegen de stellingen der Franschen op den Lingekopf, den Schratzmannele en den pas die beide hoogten scheidt. De aanvallers hebben zware verliezen geleden. Voor het front van een onzer compagnieen zijn meer dan 100 lijken van Duitschers indeprikkeldraad- versperringen blijven liggen. PARIJS, 8 Augustus. (Reuter). Avond- communique: In Woevre artilleriegevechten. Soissons is gebombardeerd. In Argonne alleen gevechten met hand granaten. In de Vogezen is een nieuwe aanval der Duitschers op den Lingekopf afgeslagen. BERLIJN, 8 Augustus. (Wolff.) Officieel bericht uit bet groote hoofdkwartier Vijandelijke aanvallen met handgranaten bij Souchez en tegenaanvallen op de eer- gisteren den vijand oatnomen loopgraaf in het westen van Argonne hebben wij afge slagen. De gevechten in de Vogezen,ten noorden van Miinster, leven weer op. Intusschen is gisteren de namiddag en de nacht daar rustig voorbijgegaan. Van het Oostelijke gevechts- terrein. BERLIJN, 8 Augustus. (Wolff.) Offi cieel bericht uit het groote boofdkwartier De Duitsche troepen op het Narew-front naderen den weg Lomza Ostrow Wysz- kow. Op enkele plaatsen bieden de Russen hardnekkigen tegenstand. Ten zuiden van Wyszkow hebben onze troepen de Boeg bereikt. Voorts hebben wij Sierock, aan de uitmonding van de Boeg, bezet. Van Nowo Georgieuwsk hebben onze insluitingstroepen de versterkingen van Zegrze genomen. Bij Warschau hebben wg den oostelijken oever van den Weichsel bezet. Op het Z.O. gevechtsterrein trekken de Russen onder den druk, door de troepen van generaal Von Woyrsch op hen uitge- oefend naar het oosten terug. Tusschen Weichsel en Boeg heeft de linkervleugel van het leger van maarschalk von Mackensen den vijand in noordelijke richting tegen de Wieprz teruggeworpen. Op den rechtervleugel zgn de gevechten nog gaande. WEENEN, 8 Augustus. (Wolff.) Officieel bericht uit het groote hoofdkwartier Het leger van aartshertog Jozef Ferdi nand heeft gisteren tusschen Weichsel en Wieprz het offensief voortgezet. De vlak ten westen van de Wieprz opereerende groep heeft den vijand uit verscheideDe linies verdreven, 's namiddags Lubartow genomen en is naar het noorden tot de Wieprz door- gedrongen. De teruggeslagen tegenstanaer is in wanorde over de rivier gevlucht. Ook ten zuiden en Z. W. van Michow (halverwege tusschen Iwangorod en Lubar tow) hebben onze troepen een groot succes behaald. De vijand ging daar, om onzen aanval te pareeren, tot een tegenaanval over, die tot een handgemeen leidde, maar hij werd, in het front en uit de flank aan- gegrepen, over de Wieprz teruggedreven. Het aantal bij Lubartow en Michow inge- leverde gevangenen bedroeg tot gisteravond 23 officieren en 6000 man, de buit bestaat uit 2 kanonnen, 11 machinegeweren en 2 munitiewagens. Bedreigd door onze van uit het zuiden tegen de benedeu-Wieprz oprukkende troe pen, zgn daarop ook de nog in het Weichsel- gebied ten N.W. van Iwangorod stand houdende Russische corpsen vanochtend vroeg den terugtocht naar het noordoosten begonnen. De O.-H. en Duitsche troepen vervolgen hen. Tusschen Wieprz en Boeg wordt de strijd voortgezet. In Oost-Galicie is de toestand onverauderd. ST. PETERSBURG, 7 Augustus. (P. T. A.) Officieel bericht uit het groote hoofd kwartier Tusschen Dwina en Njemen zgn den 6den dezer de gevechten voortgezet, zonder noemenswaardige wgziging in het front te brengen. Bjj Kowno valt de vijand de stellingen van de eerste linie der vesting op den linkeroever van den Njemen aan. Onze zware battergen beschieten hem fel. Bij Ossowiec heeft de vijand eergisteren bij 't aanbreken van den dag een hevig vuur geopend en is daarna onder dekking van groote wolken verstikkende gassen met de bestorming van de stellingen der vesting begonnen. Hg slaagde er in de versterkingen bij Sosna te nemen, doch is er later door ons vuur en door tegenaanvallen weer uit verdreven. Aan het Narew-front zgn verbitterde gevechten geleverd. Op de wegen naar Ostrow is de vijand er eergisteren na tal van bioedige botsingen in geslaagd een weinig op te schieten en het door hem bezette terrein eenigszins uit te breiden. Verbitterde aanvallen, den vorigen avond door den vijand in de streek van Sierock oadernomen, hebben wij met succes afge slagen. Aan den Weichsel artilleriegevecht. Ons zwaar geschut heeft eergisterennacht met succes pontonnierswerken op den Weichsel beschoten. Tusschen Weichsel en Boeg zijn buiten gewoon hardnekkige gevechten geleverd in de richting van Koerow naar Kotsk en op den rechteroever van de Wieprz ten noorden van Lenczna. ST. PETERSBURG. 8 Augustus. (P.T.A) Officieel bericht uit het groote hoofd kwartier In de richting van Riga hebben wij den vijand uit de streek tusschen de Dwina en den benedenloop van de Eckau (een rechter- zg rivier van de Aa) verdreven. Op de wegen ten oosten van Peniewiecz duren de gevechten voort, zonder noemens waardige wgziging in de wederzijdsche posities te brengen.j Nadat de aanvallen van den vijand tegen Kowno en Ossowiec eergisten waren afge slagen, zijn ze gisteren niet her vat. Op de Narew-linie blijft de vijand krach- tige aanvallen op het geheele front onder- nemen en werpt vooral op den sector Lomza - Ostrow groote strijdkrachten in het vuur. Op den rechteroever van den midden- Weichsel is de dag van gisteren zonder belaugrijke gevechten verloopen. Op den linkeroever van de Wieprz zgn hardnekkige achterhoede-gevechten gaande. Bij tegenaanvallen hebben wij eenige hon- derden gevangenen gemaakt. Tusschen Wieprz en Boeg is de toestand niet noemenswaard veranderd. Op den rechteroever van de Boeg hebben wij tus schen de rivieren Turija (zijrivier van de Pripet) en Luga (zijrivier van de Boeg) met goed gevolg druk uitgeoefend op de voorhoede van den vgand. Aan de boven-Boeg, de Zlota Lipa en den Dnjestr hier en daar met tusschen- poozen artiilerievuur. PARIJS, 8 Augustus. (Part.) De St. Petersburgsche correspondent van de Temps verwacht een ontwikkeling der krijgsverrich- tingen van den linkervleugel der Duitschers langs de lgn RigaPoniewiecz in de flank der Russen. De Liberte noemt de ernstigste bedreiging die van Kowno, doch acht het nietnoodig, dat de Duitschers Wilna nemen, voor de terugtocht der Russen is voltooid. De Intransigeant zegtDe terugtocht der Russen is moeilijk, maar wij vertrou wen dat hij zal slagen. De Echo de Paris acht de bedreiging van den terugtocht door het leger van Von Below het grootst. Van het Zuidelijke gevechts- terrein. ROME, 7 Augustus. (Reuter.) Het officieele bericht van den generalen staf meldt Twee aanvallen van de Oostenrijkers op onze troepen, die de veroverde stellingen in den sector van Plava versterkten, zgn afgeslagen. Een hardnekkig gevecht, dat Vrijdag den heelen dag op de hoogvlakte van Karst duurde, is's avonds geeindigd met de ver- overing onzerzijds van den rand van de helling, die naar Doberdo daalt. Wij maak- ten daarbij 140 gevangenen. De vijand heeft brandgranaten op de werf te Monfalcone afgeschoten. Er ont- stond een groote brand door. In weerwil van het schrootscherm van den vijand, hadden onze afdeelingen, uitgezonden om de vlammen te blusschen, het vuur spoedig I zij,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 2