Landbouwberichten.
PKKDIKBEUETKN.
GEMEMGDE BERICHTEN.
Een fosr>ief van een, die
sterven gaat*
De zandzakken.
Het door de Dultschei*s bezette
gebied.
Een Belgisch grijsboek.
Zondag S Augustus 1915.
Stichting cooperatieve saper-
phosphaatfabriek.
Gebruik van chilisalpeter aan
de grens.
Verkoop van landbouwproducten.
Van werkman tot lord.
Tusschen twee kooplieden, die vroeger bp
de uitvoering van legerbestellingen broe-
derlijk samen hadden gewerkt, was twist
ontstaan doordat de een zich door den ander
benadeeld achtte. Hij gevoelde zich daarom
verplicht zijn ex-corapagnon per brief allerlei
liefelijkheden toe te voegen, als//oplichter",
z/afzetter". enz. De ander liet zich niet
onbetuigd, zoodat zij ten slotte beiden tegen
elkaar een aanklacht wegens beleediging
indienden.
Bij het proces kwatnen allerlei bijzonder-
heden aan het licht over de manier waarop
deze ageoten zich voor hun diensten lieten
betalen. Een tusschenpersoon, die niets
anders had behoeven te doen dan een tele-
fonisch gesprek te voeren, bracht daarvoor
4000 Mark in rekening voor ranseis, die
den eenen klager door een anderen agent
voor 39 Mark waren geleverd, vroeg hij
aan het legerbestuur 48 Mark, zoodat hij
zonder zelf een cent te riskeeren, op een
bestelling van 10.000 stuks, op een dag
90.000 Mark had verdiend. De eigenlijke
fabrikant, die zelf van den agent 20 Mark
per stuk had ontvangen, had met het ge-
heele proces niets uitstaande. Het gerecht
veroordeelde den eenen klager tot 300 Mark
boete, den anderen tot 150 Mark.
Na de jongste gevechten bij Metzeral
is de daarbij gesneuvelde reserveluitenant
Malavienlle, een jong onderwijzer, in een
dagorder eervol vermeld.
Tegelijk met het doodsbericht kregen de
ouders, volgens het Alg. Hbl., den laatsten
brief van hun kind.
Hij schreef daarin o. a.
Morgen zal het gebeuren mijn com-
pagnie is aangewezen voor een aanval en
daar men nooit weet wat geschieden kan,
heb ik van alien afscheid willen nemen,
voor het onbekende te gemoet te gaan. Ik
ben heel bedaard, zelf vol vertrouwen. Ik
heb u reeds drie of vier zulke brieven ge-
schreven als deze, maar geen enkele behoefde
verzonden te worden. Maar je kunt
nooit weten niet waar
Vanmorgen kwam de brigadegeneraal.
heeft den troep toegesproken. En in
strijd met alle discipline hebben de soldaten
hem toegejuicht en geroepen //Bravo,
generaal, wij zullen overwinnen, u kunt op
ons rekenen." De oude verwijderde zich
met tranen in de oogen en riep ons toe
„Au revoir mes enfants et merci
Ook ik had de tranen in mijn oogen
Oh het was een grootsch oogenblik. En
de ouwe zal over ons tevreden zijn, dac
verzeker ik u. Wij hebben volkomen ver
trouwen in hem. Trouwens, de voorbereiding
is goed geweest en het oogenblik is ge-
schikt voor den aanval niettegenstaande
de kerels veertig dagen in touw zijn ge
weest, is hun moreel prachtig. Wij zullen
met een sproug er op zitten en den vijand
klein krijgen.
Ik ben zeer kalm. Ik zal als steeds mijn
plicht doen. Sneuvel ik, dan kunt u gerust
zijnik zal vallen als een goed soldaat
u zult aan mij kunnen denken met rust in
de ziel. Indien ik val, dan zal ik vallen
met het gelaat naar den vijand gekeerd,
zonder klacht, in bet voile bewustzgn van
mijn kracht, en met mijn wil. De oorlog,
dien wij voeren, is wel waard, dat men op
die wijze sterft. Ik reken erop, dat mijn
broers Robert en Henri mij zullen wreken.
Een Duitsch officier vertelt in het //Ber
liner Tageblatt" van het buitengewoon
veelzijdige gebruik, dat de soldaten van
de zandzakken maken. Het is het ideale
hulpmiddel, dat onder alle omstandigheden
van dienst kan zijn.
De kleigrond van het hoi is vochtig, het
stroo doornat. Snel spreidt men een aantal
zandzakken uit, de zindelijkste worden als
hoofdkussen met stroo gevuld. Een vorste-
Ijjk leger is gereed. Vier gevulde en op
elkaar gelegde zandzakken vormen een
solieden stoel, eenige daarbij nosr de tafel.
Menschen, die erg verwend zijn, maken
uit planken en met houtwol gevulde zand
zakken een fauteuil. 's Avonds hangt men
voor het raam een zandzak. De ondichte
plekken in de zoldering worden gestopt
met den zandzak. Het ergste vuil wordt
van het geweer afgeveegd met den zandzak.
Hoe kon men het brood de post, de worst-
en kaas-porties door de eindeloos lange
en smalle loopgraven brengen zonder de
kostbare 'zandzakken
De oppasser van den officier, die voor
zijn inkoopen voor de kantine geen mand
vindt, neemt trotsch den zandzak over den
schouder. De ondergoed-fabricatie en het
maken van heerenkleeding leeft op den
zandzak. Zachte zakken leveren zakdoeken.
Heel zachte worden als voetlappen gebruikt.
De grijze, in reepen geknipt en weer aan
een genaaid, vormen nieuwmodische been-
windsels.
Uit grauwgroene zakken maakt de kleer-
maker een lichte jas voor warme dagen.
De schoenmaker maakt er sloffen van. Om
het felle rood van het hoofddeksel te be-
dekken dient een strook van den zandzak.
Hij komt ook op voor de verloren hoes
van de helm.
Van onder open getornd, is het een
prachtige bovenbroek, om de goede uni-
formbroek bij het werken in de loopgraven
tegen de modder te beschutten. Men be-
hoeft, zich hierbij niet aan bepaalde kleuren
te houden en het ziet er zelfs zeer schil-
derachtig uit, als het rechterbeen in een
lichtblauwen zandzak steekt, terwijl het
linkerbeea met een rood en wit geruiten
zak omhuld is.
Ook voor het spel dient de veelzjjdige.
Met strepen teekent men er een dambord
op, en kleine stukjes korst van Edammer-
kaas leveren de steenen. Voor den eenen
speler zijn ze rood en de andere gebruikt
ze omgekeerd.
De //Korrespondenz Heer und Politik"
berekent het gebied, dat de Duitschers
thans gedurende den oorlog hebben bezet.
Slechts in het westen staan de Franschen
in een stukje Duitsch gebied en in het
oosten zijn de Russen nog meester in een
klein gedeelte van Galicie, dat ten oosten
van den Boeg en ten noorden van den Dnjestr
ligt. De winst in het westen is niet zoo
groot als in het oosten. Ofschoon deze ook
daar zeer aanzienlijk is. Het bezette ge
bied in het westen bedraagt 53.000 vier-
kante kilometer. Van de 29.000 vierkante
kilometer, die Belgie groot is, zijn 28.300
in handen van de Duitschers en bovendien
nog geheel of gedeeltelijk tien depaitemen-
ten van Frankrijk. Namelijk het departe-
ment du Nord, pas de Calais, Oise, Somme,
Aisne, Ardennen, Marne, Meurthe, Moselle
en de Vogezen. Dit veroverde gebied in
Frankrijk heeft een oppervlakte van 25.000
vierkante kilometer.
Door den opmarsch tegen Koerland en
in de richting WarschauIwangorod is het
Duitsche gebied in het oosten in de laat-
ste weken aanzienlijk aangegroeid. Koer
land alleen is 27.000 vierkante meter groot.
Voor de groote doorbraak en het offensief
tegen Koerland bedroeg het bezette gebied
in het oosten 53.000 vierkante kilometer,
dus evenveel als in het westen. Thans heb
ben de Duitschers van de westelijke gou-
vernementen en landstreken in handen
Koerland, Kowno, Soewalki, Lomza, Plodsk,
Kalisch, een groot gedeelte van het gou-
vernement Warschau, Petrikau, Radom,
Keilce en een groot gedeelte van het gouver-
nement Warschau, Petrikau, Radom, Keilce
en een groot gedeelte van het gouver-
nement Lublin. De gezamenlijke winst
bedraagt daar meer dan 90.000 vierkante
kilometer en neemt nog dagelijks toe.
Men kan dus zeggen, dat Duitschland
na het eerste jaar van den oorlog ongeveer
150.000 vierkante kilometer bezet houdt.
Duitschland zelf is 550.000 vierkante kilo
meter groot. Het veroverde gebied is onge-
veer twee maal zoo groot als het koninkrijk
Beieren.
Aan het Belgisch Informatiebureau in Den
Haag wordt, volgens de „N. R. Crt.", uit
Havre gemeld:
In het nieuwe Belgische grijsboek, dat bin-
nen enkele dagen zal verschijnen, is als
tweede document de volgende brief opge-
nomen, door baron Beyens, Belgisch gezant
te Berlijn, op 2 April 1914 aan den Minister
van Buitenlandsche Zaken Davignon ver
zonden
„De gezant des Konings te Berlijn, aan
den heer Davignon, Minister van Buitenland
sche Zaken.
Berlijn, 2 April 1914.
„Heer Minister,
„De gezant van Frankrijk heeft mij heden-
ochtend confidentieel een onderhoud mede-
gedeeld, dat hij onlangs gehad heeft met
den heer Von Jagow, na een intiem diner
waarop hij bij deze laatste was gevraagd.
„Gedurende een afwezigheid van den heer
Cambon, korten tijd geleden, had de staats-
secretaris van kolonien aan den zaakgelas-
ligde van Frankrijk, die hij op een avond-
partij aantrof, en eenige dagen daarna aan
den attache Naval, gezegd, dat Duitschland
en Frankrijk zich moesten verstaan voor
het aanleggen en verbinden van de spoor-
weglijnen, welke zij van plan waren in
Afrika te bouwen, om te voorkomen dat
deze lijnen elkander zouden concurrentie
aandoen.
„De heer Cambon vroeg wat deze „ouver-
tures" beteekenden. Minister Von Jagow ant
woordde, dat het vraagstuk nog ter>studie
was, maar dat hij van meening was, even-
als M. Solf, dat een overeenstemming tus-
schen de twee landen, en ook met Enge-
land, zeer nutlig zou zijn.
„In dat geval, hernam de gezant, zou men
Belgie moeten uitnoodigen met ons te con-
fereeren, want het bouwt nieuwe spoorwe-
gen in den Congo, en, volgens mijn opvat-
iing, zou het beter zijn, dat de confereniie te
Brussel gehouden werd.
„0, neen, antwoordde de staalssecretaris,
want het is ten koste van Belgie (auxdepens
de la Belgique) dat onze overeenkomst zal
moeten gesloten worden." „Hoedat?"
„Vindt u niet dat Koning Leopold een te
zwaren last op de schouders van Belgie
heeft geladen? Belgie is niet rijk genoeg
om dat uitgeslrekt domein in waarde te stel-
len. Dat is een onderneming die boven zijne
linancieele iniddelen en expansiekracht gaat.
Het zal verplicht worden er van af te zien."
„De gezant vond die beoordeeling heel en
al overdreven.
„M. Von Jagow gaf zich niet gewonnen.
Hij verdedigde de meening, dat alleen d,a
groote mogendheden in staat zijn om te
koloniseeren. Hij ontsluierde zelfs het we-
zenlijke van zijn gedachten door vol te hou
den dat de kleine staten, door de verandte-
ring die in Europa plaats greep ten voor-
deele van de krachtigste nationaliteiten ten
gevolge van de econoinische ontwikkeling
en van de verkeersmiddelen, niet meer hun
onafhankelijk bestaan zouden kunnen
behouden, waarvan zij tot op heden had
den genoten. Zij waren bestemd om te ver-
dwijnen of om de baan te volgen van de
groote mogendheden.
„De gezant antwoordde, dat deze ziens-
wijze hoegenaamd niet die van Frankrijk
was en evenmin, voor zoover hij kon weten,
van Engeland; dat hij nog steeds dacht dat
sommige overeenkomsten noodig waren voor
het in waarde stellen van Afrika, maar dat
bij de conditien, voorgesteld door M. Von
Jagow elke overeenstemming onmogelijk
was.
„Op dit antwoord haastte M. Von Jagow
zich te zeggen, dat hij slechts persoonlijke
gedachten had geuit, en dat hij slechts als
prive persoon en niet als staatssecretaris
had gesproken, zich richtend tot den Fran
schen gezant.
„M. Cambon hecht echter een zeer groote
beteekenis aan de zienswijze welke M. Von
Jagow niet vreesde te ontsluieren gedurende
dit onderhoud. Hij heeft gedacht, dat ons
belang meebracht op de hoogte te zijn van
de gezindheid welke de officieele leider van
de Duitsche poliliek bezielt ten opzichle van
de kleine staten en liunne kolonien.
„Ilc heb den gezant voor zijne streng con-
fidenlieele mededeeling bedankt. U zult er
zeker al het ernstige van waardeeren.
(get.) Baron BEYENS.
Hervormde Kerk.
Ter Neuzen. 9 u., Ds. G A. van der Hooft en
2 n., Ds. A. Timmei'man.
Woensdag 11 Aug. voorm. 11 u., Huwelijksin-
zegening.
Sluiskil. 9 u. en 2 u., dhr. L. Dek.
Hoek. 9 n. en 2 u., Ds. E. Raams.
Axel. 9 u. en 2 u., Ds. J. B. T. Hugenholtz.,
Zaanaslag. 9 u. en 2 u., Ds. B. ft. Knottnerus
van Zuidwolde.
Sas van Gent. 9.f u., Ds. Akerslool van Houten Roos.
Hulst. 10 u., Ds. De Boer.
Hontenisse. 9.f u., Ds. W, J, van Lindonk.
Oereformeerde Kerken.
Ter Neuzen. 9 u. en 2 u., Ds. J. P. Taze-
laar van Weesp.
Hoek. 9 u, en 2 u.
Axel) Kerkdreef. 9 u., leesdienst en 2 u., Ds. J. H.
Beurnee van Stedum.
Axel, Slationstraat. 9 u Ds. J. H. Beurnee van
Stedum en 2 u., leesdienst.
Chr. Gereformeerde Kerk.
Zaamslag. 9 u. en 2 u., leesdienst.
Gereformeerde Gemeente (Vlooswfjkstraat).
Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 5£ u., leeskerk.
Oud-Gereformeerde Gemeente
(Vlooswijkstraat.)
Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 5§ u., leeskerk.
Lokaal Bethel" (Kandeelstraat).
Ter Neuzen. 9 u., 2 u., en 5J u., leeskerk.
Lokaal „~Eben-Haezer" (Kerkhoflaan.)
Ter Neuzen. 54 u., Evangelisatie.
It. K. Kerkdiensten te Ter Neuzen.
Zondag zijn de H. If. Diensten om 7,84 en 10 uur.
'sNamiddags om half drie Lof.
Naar wij vernemen zal er gewacht worden
tot na de drukte van den oogst om de
zaak van de te sticbten cooperatieve super-
phosphaatfabriek opnieuw flink aan te pakken.
Er zullen dan nogmaals desbetreffende
circulaires worden verspreid, er zullen in
verschillende plaatsen der proviucie sprekers
optreden, om het nut der stichting te
bepleiten.
Er worden ernstige pogingen aangewend,
om voor de Zeeuwsche grens-gemeenten
opheffiug te bekomen van het verbod om
aldaar chilisalpeter te leveren.
O.a. zal het hoof'dbestuur van den R. K.
Boerenbond Z. VI. O. D. te dier zake een
request richten aan den Minister.
Er bestaan ernstige plannen, onder hoogere
goedkeuring, om voor Oostelijk Zeeuwsch
Vlaanderen of een grooter deel van Zeeland
eene landbouwers-handelsvereeniging te
00
sticbten, werkende gedurende den oorlogs-
toestand, en ten doel hebbende groote hoe-
veelheden landbouwproducten zooals aard-
appelen, boonen enz. in eens te verkoopen
en te leveren onder een consent.
lien geverfd pa\ard.
In den laatsten tijd is het herhaaldelijk
voorgekomen, dat smokkelaars met paard
en wageri de grens overgingen, zonder dat
het gelukte ze te snappen.
Dinsdagnamiddag werd door de rijksveld-
wachters Telman te Enschede, en Wieringa
te Lonneker in het Aamsveen wederom een
paard met wagen waargenomen, die in de
richting der grens gingen.
Toen de voerman de politie zag zette
hij het paard aan en in galop ging het
naar de grens. Voor die echter bereikt
was, werd hij ingehaald en bleek het te
zijn een landbouwer, wonende te Glane,
gemeente Losser. De man was in het be-
zit van een bewijs, afgegeven door den
grenswacht-commandant, dat hij vergunning
had met paard en wagen te mogen rijden.
Het signalement van bet paard, waarmede
mocht worden gereden, kwam oppervlakkig
beschouwd met dat van het dier dat zich
voor den wagen beyond overeen. Bij aan-
dachtige beschouwing bleek echter, dat enkele
der gesignaleerde kenteekenen kunstmatig
waren aangebracht, o.a. was het dier een
kol voor den kop geverfd. Als verdacht
van poging tot uitvoer werd de iandbouwer
geverbaliseerd en zijn gerij in beslag ge-
nomen. (Hbl.)
Smokkelen.
Men schrijft uit Groesbeek aan de //Geld"
Door een sergeant werd aangehouden een
voerman met paard en kar, welke laatste
schijnbaar beladen was met tuiten, gevuld
met melk. Bij onderzoek bleken deze tuiten
gevuld te zijn met olie. Onder een laagje
melk n.l. bevond zich een bodem, waaronder
de olie aanwezig was.
Een en ander werd in beslag genomen
en de voerman in arrest gesteld.
De glazen boilen.
Een medewerker (chemicus) schriifl aan
de „Tel."
Ook ik ben zoo gelukkig geweest aan het
strand een glazen bol te vinden. De inhoud
kon alleen uit „gas" of „luchtledig" bestaan.
Bij verbrijzeling was echter met 'n zeer ge-
leerden neus niets waar te nemen. Na-
tuurlijk volgde er ook... geen knal. De
bollen zijn uit ordinair flessclienglas gebla-
zen.
Belialve als drijfkogel voor vischnetten,
kunnen ze als signaalkogels van duikbooten
in het genre van snippen bij vossen-i
jacht gebezigd zijn?'? Maar nog meer
voor de hand ligt de volgende hypothese:
Een schuit is vergaan met een vrachtje van
deze glasbollen aan boord. Het zijn dan
negerfetischen voor export naar Afrika
of het is kermisklungelboel voor een huis-
houden-van-Jan-Steententje geweest.
Stikbommen zijn het echter niet; zoo-
min als knalbommen.
Het zocie winslje ontgaan!
Een daglooner te Gennep had de heele
week kleine hoeveelheden meel opgekocht
en bijeengegaard om dit, als het tot een
voldoende kwautum was aangegroeid, de
grens over te brengen en zoo een zoet
winstje te behalen.
Toen hij eindelijk Zaterdagavond, na zich
met valsche bakkebaardjes en een sik ver-
tnomd te hebben, met een zak met 75
kilogram op weg toog, werd hij in de
Heide door de douane en politie verrast en
ingerekend. Het meel werd inbeslagge-
nomen. (Tel.)
Padvindersleider gearresl'eertl.
Men meldt uit Furmere,nd dat de kom-
mandant van de Padvindersorganisatie te
Purmerend, Th. B. uit Purmerend, gevanke-
iijk naar Haarlem is overgebraeht wegens
het plegen van oneerbare handelingen.
Een schoil' hagel in '1 hooi'd.
Zondagmorgen hadden zich, naar de Tel.
meldt, eenige hengelaars op particulicren
grond onder de gemeeuten Berkel en Roden-
rijs nabij Rotterdam begeven, toen zij door
den eigenaar gesommeerd werden dit te
verlaten. Even later viel een schot en kreeg
een der hengelaars, de lGjarige varensgezel
F. S., wonende Tuinderstraat no. 114,
eenige hagelkorrels in het hoofd. Doorzijn
vrienden werd hij naar Rotterdam gebracht,
waar men in het ziekenhuis zijn toestand
van dien aard achtte, dat zijn opname nood-
zakelijk bleek.
IJinuider visschers in angsl1.
De IJmuider stoomtreiler #Swift" rap-
porteerde bij binnenkomst aldaar, op de
hoogte van Terschelling een groot Duitsch
iuchtsehip, gemerkt L. 19 ontmoet te
hebben.
Dit reusachtige iuchtsehip naderde met
groote snelheid en met veel lawaai den
stoomtreiler en onderzocht, steeds om het
vaartuig vliegende, van welke nationaliteit
dit was.
Intusschen kwamen met razende snel
heid een 4-tal Duitsche torpedojagers van
groot model aanstoomen op den stoomtrei
ler, doch na eenige malen er omheen ge-
stoomd te hebben, verdwenen het Iucht
sehip en de vier torpedojagers weer, nadat
het onderzoek schijnbaar naar hun zin was
afgeloopen.
Vliegcn zijn geen Irekvogels.
Wat het vliegengevaar in verband met de
slagvelden aangaat, dr. Ringeling, directeur
van den Gemeentelijken Gezondlieidsdienst
te Amsterdam, heeft als zijn meening aan
het „Hbl." te kennen gegeven, dat de kans
van overbrenging van ziektekiemen naar hier
geheel uitgesloten Is. Vliegen zijn geen trek-
vogels.
De Engelsche geleerde Nutall heeft door
onderzoekingen gevonden, dat de vliegen zich
niet verder verplaatsen dan' 1 kilometer (een
afstand dus van 12 minuten).
Door den wind (men zou dit kunnen mee-
nen) worden de vliegen niet voortgedreven.
Bij stormweer schuilen zij in huizen, onder
daken, in booinen. Aan de hand van deze
feiten is het dus niet wel aan te nemen,
dat naar ons land de vliegen van de Belgi
sche en Fransche slagvelden ziektekiemen
overbrengen.
Voorzichtigheid blijft echter steeds gebo-
den, want mestvaalten zijn maar al te ge-
willige ontstaansoorlen voor millioenen en
millioenen vliegen.
Want indien ge naar getallen vraagt:
een vlieg legt per keer 120 tot 110 eieren
en ze doet dit per seizoeni 5 a 6 keer. En
als men nu weet, dat het nageslacht van
een vlieg na drie weken weer eieren legt
en men rekent den vliegentijd aan te van-
gen 15 Juni en te eindigen 15 September,
dan houden wij ons gaarne aanbevolen bij
den weetgierigen en rekenkundig bekwamcn
lezer om ons mede te deelen op hoeveel
nakomelingen een enkele vliegenmoeder in
een enkel seizoen kan roemen.
Dr. Ringeling deelde voorts het volgend
eenvoudig middel mee om de vliegenplaag
tegen te gaan.
In een diep bord, gevuld met water, doet
men ongeveer twee theelepels formaline,
pi. m. 35 pCt. Op den rand strooit men wat
suikerkorrels. De vliegen, gelokt door de
suiker, komen snoepen en drinken. Even
later worden ze ziek; men ziet de beesten
even ophippen; korten tijd later zijn ze
dood.
Men kan, vervolgde dr. Ringeling, indien
de vliegenplaag erg is, eenige borden neer-
zetten. Zij mogen echter niet in de zon
worden geplaatst.
Bedekt ook de melk; ieder oogenblik valt
^r een vlieg in, en ge weet immers dat ze
overal in zitten; dat ze van alles eten; ze
snoepen op de mesthoop en even later
brengen ze een bezoek aan de kaas, wippen
dan uit den suikerpot, smullen van de jam.
Ziet maar eens hoe bedrijvig de vliegen
voortdurend bezig zijn, met haar harige
pooten haar lichaam te poetsen. En dat is
niet overbodig, want zij zoeken bij voor-
keur stoffige plekken op; en bovendien heb
ben zij veel last van kleine, uitwendige pa-
rasieten.
Zoo kan de vlieg dus de overbrengster
zijn van zeer gevaarlijke ziektekiemen en
smetstoffen. Het verspreiden van cholera,
typhus, darmkatarrh, miltvuur, kan op haar
rekening worden geschoven.
SVrijd tegen de vliegen.
Men weet, dat in Eugeland in dezen
oorlogstijd ook een verwoede veldtocht tegen
de vliegen gevoerd wordt. Prof. B. Max-
well-Lefioy verklaart nu, volgens de N. R.
Crt., dat hij een vliegenmagneet heeft ge
vonden, d. w. z. een lokaas om in vliegen-
glazea te leggen, waaraan geen huisvlieg
weerstand kan bieden. Het lokaas bestaat
uit gclijke deelen caseine, bruine suiker en
water. Nadat dit mengse! vier-en-twintig
uur gestaan heeft, gaat het zijn werking
doen. De Zoological Society zal het lokaas
voor een stuiver de doos verkrijgbaar stellen,
tegelijk met een biochuurtje over de uit-
komsten van verschillende proeven en met
raadgevingen aan het publiek.
Wedstlrijd in liet vliegenvamgen.
In verband met het* ,/vliegengevaar",
waartegen algemeen gewaarschuwd wordt,
heeft een burgemeester uit een der gemeenten
in het land van Altena, een nieuwe wijze
van verdeiging uitgedacht. Hij liet onder
de leeriingen van twee scholen een wedstrijd
houden, wie van de kinderen in een week
tijds de meeste vliegen kon vangen. Het
resultaat was, dat in een school een jongen
2374 en een andere 2350 vliegen gevangen
had. In een andere school werden ze gewogen
en was het resultaat 8 gram, dat ook een
bednidend aantal is.
Zoo'n verdeiging op groote schaal heeft
ziehtbaar geholpeu.
Een slrijd op leven en dood.
Uit Clieribon .schrijft men aan de Jav. B..-
Heden, Dinsdagmiddag, deed het bericht
de ronde, dat er een Inlandscli knaapje van
de kainpong Tjang kol in de kalie Krian,
acliter de Kraten-Kasepoelian, door een kaai-
man was aangev alien.
Om de ware toedraclit van de zaak te
weten te komen, zocht ik de woning van
de ouders van het jongentje op. Spoedig
zag ik verscheidene Inlanders voor een wo
ning staan.
Van een der familieleden kreeg ik het vol
gende, haast ongelooflijk verhaal, te hooren:
Noerahman, een veertienjarige jongen, wil-
de op dien bewusten middag in die kali
Krian een bad nemen. Nauwelijks was hij
in het nat of een kaaiman hapte in een der
dijen van den jongen.
Een worsteling volgde. Het knaapje rukte
zich los, doch het dier sloeg hem met een
der voorpooten in het water. Weer kwam
de jongen boven water, weer viel de kaai-
man Rahman aan. Wat nu gebeurde was
het behoud van Rahman. In de worsteling
moet Rahman zijn vingers in de beide oogen
van den kaaiman gestoken hebben en toen
gaf het beest den strijd op en verdween.
Rahman strompelde, badende in zijn bloed,
naar den oever.
Een voorbijganger bracht den ongelukkige
naar diens huis.
Op tachtigjarigeri" leeftijd is te Swansea
overleden lord Clantawe die op 15jarigen
leeftijd zijn loopbaan als jongen in een blik-
fabriek begonnen was. Des avonds nam hij
les in boekhouden en door zelfstudie en
vakkennis bracht bij het tot directeur der
fabriek. Hij kwam in den gemeenteraad van
Swansea, werd burgemeester dier stad en
ten slotte in 1880 door koningin Victoria
bij de opening van de havenwerken van
Swansea tot //sir" verheven. Hij heette
dus niet eenvoudig John Jenkins meer,
maar //Sir John Jenkins". In 1882 werd
hij naar het Lagerhuis afgevaardigd, in
1906 kwam hij als lord Clantawe in het
Hoogerhuis.
Humor in den oorlogstoesland.
Als in de provincie Oberhessen een over-
winningsbericht aankomt, wordt het't eerst
bekend gemaakt inschool, waarnade kinderen
vacantie krijgen en onder luid hoera-geroep
het aan de bewoners gaan mededeelen.
Dezer dagen snelden de kinderen weer de
straat op en riepen uit alle macht//hoera
De menschen liepen uit en bestormden de
kinderen met de vraag, hoeveel Russen er
weer gevangen genomen waren. ,/Geen
enkele", was het antwoord, ,/maar onze
onderwijzer moet naar het front. Hoera
Hoera I"
Tocpassing der Engelsche wel'ten.
Hoe streng in Engeland de nieuwe w«t
ter verdediging van het rijk wordt toege-
past, blrjkt, zoo schrijft de N. R. Crt.
uit het geval van William Ester, sedert
twee jaar soldaat van het staande leger en
bij de genie ingedeeld. Tien maanden heeft
hij nu tegen de Duitschers gevochten.
Niettemin heeft het magistraatshof te
Aldershot hem voorwaardelijk veroordeeld
hij moet 20 borgtocht storten voor
goed gedrag gedurende twee jaar omdat
hij verzuimd had zich als vijandeiijke vreem-
deling te iaten inschrijven. Ester is nl. in
Duitschland geboren, maar als klein kind
in Engeland gokomeu. Zijn vader is gena-
turaliseerd. Hij haat de Duitschers, zei hij,
en hij heeft Engeland lief. Als soldaat van
het Engelsche leger meeude hij vry te zijn
van insehrijving. Maar het 'hof besliste
anders, hoewel de voorzitter het met die
beslissing niet eens was.
Een geval van een anderen aard dat de
Labour Leader meedeelt is treuriger. Jessie
Kiose is de echtgenoote van een Duitscher.
Zij zelf is Engelsch. Ze is nooit in
Duitschland geweest. Zij spreekt geen
Duitsch. Zij heeft haar man in geen tien
jaar gezien noch van hem gehoord. Zij
verdier.de haar brood als naaister. Nu moest
zij zich laten inschrijven als vijandeiijke
vreemdelirige, en met die smet op haar ver-
loor zij al haar werk. Ten einde raad sloeg
ze aan een politiebureau te Londen een ruit
in om de aandacht op haar lot te vestigen.
Het politiehof veroordeelde haar tot 21
dagen gevangenisstraf met bevel, dat zij
daarna het land zou worden uitgezet. Op
haar pleiten, dat ze geen Duitsche was en
niet naar Duitschland wou, liet de rechter
de verbanning vallen. Maar de gevangenis
ging zij in.