Landbouwberichten. PKKDIKBEUETKN. GEMEMGDE BERICHTEN. Een fosr>ief van een, die sterven gaat* De zandzakken. Het door de Dultschei*s bezette gebied. Een Belgisch grijsboek. Zondag S Augustus 1915. Stichting cooperatieve saper- phosphaatfabriek. Gebruik van chilisalpeter aan de grens. Verkoop van landbouwproducten. Van werkman tot lord. Tusschen twee kooplieden, die vroeger bp de uitvoering van legerbestellingen broe- derlijk samen hadden gewerkt, was twist ontstaan doordat de een zich door den ander benadeeld achtte. Hij gevoelde zich daarom verplicht zijn ex-corapagnon per brief allerlei liefelijkheden toe te voegen, als//oplichter", z/afzetter". enz. De ander liet zich niet onbetuigd, zoodat zij ten slotte beiden tegen elkaar een aanklacht wegens beleediging indienden. Bij het proces kwatnen allerlei bijzonder- heden aan het licht over de manier waarop deze ageoten zich voor hun diensten lieten betalen. Een tusschenpersoon, die niets anders had behoeven te doen dan een tele- fonisch gesprek te voeren, bracht daarvoor 4000 Mark in rekening voor ranseis, die den eenen klager door een anderen agent voor 39 Mark waren geleverd, vroeg hij aan het legerbestuur 48 Mark, zoodat hij zonder zelf een cent te riskeeren, op een bestelling van 10.000 stuks, op een dag 90.000 Mark had verdiend. De eigenlijke fabrikant, die zelf van den agent 20 Mark per stuk had ontvangen, had met het ge- heele proces niets uitstaande. Het gerecht veroordeelde den eenen klager tot 300 Mark boete, den anderen tot 150 Mark. Na de jongste gevechten bij Metzeral is de daarbij gesneuvelde reserveluitenant Malavienlle, een jong onderwijzer, in een dagorder eervol vermeld. Tegelijk met het doodsbericht kregen de ouders, volgens het Alg. Hbl., den laatsten brief van hun kind. Hij schreef daarin o. a. Morgen zal het gebeuren mijn com- pagnie is aangewezen voor een aanval en daar men nooit weet wat geschieden kan, heb ik van alien afscheid willen nemen, voor het onbekende te gemoet te gaan. Ik ben heel bedaard, zelf vol vertrouwen. Ik heb u reeds drie of vier zulke brieven ge- schreven als deze, maar geen enkele behoefde verzonden te worden. Maar je kunt nooit weten niet waar Vanmorgen kwam de brigadegeneraal. heeft den troep toegesproken. En in strijd met alle discipline hebben de soldaten hem toegejuicht en geroepen //Bravo, generaal, wij zullen overwinnen, u kunt op ons rekenen." De oude verwijderde zich met tranen in de oogen en riep ons toe „Au revoir mes enfants et merci Ook ik had de tranen in mijn oogen Oh het was een grootsch oogenblik. En de ouwe zal over ons tevreden zijn, dac verzeker ik u. Wij hebben volkomen ver trouwen in hem. Trouwens, de voorbereiding is goed geweest en het oogenblik is ge- schikt voor den aanval niettegenstaande de kerels veertig dagen in touw zijn ge weest, is hun moreel prachtig. Wij zullen met een sproug er op zitten en den vijand klein krijgen. Ik ben zeer kalm. Ik zal als steeds mijn plicht doen. Sneuvel ik, dan kunt u gerust zijnik zal vallen als een goed soldaat u zult aan mij kunnen denken met rust in de ziel. Indien ik val, dan zal ik vallen met het gelaat naar den vijand gekeerd, zonder klacht, in bet voile bewustzgn van mijn kracht, en met mijn wil. De oorlog, dien wij voeren, is wel waard, dat men op die wijze sterft. Ik reken erop, dat mijn broers Robert en Henri mij zullen wreken. Een Duitsch officier vertelt in het //Ber liner Tageblatt" van het buitengewoon veelzijdige gebruik, dat de soldaten van de zandzakken maken. Het is het ideale hulpmiddel, dat onder alle omstandigheden van dienst kan zijn. De kleigrond van het hoi is vochtig, het stroo doornat. Snel spreidt men een aantal zandzakken uit, de zindelijkste worden als hoofdkussen met stroo gevuld. Een vorste- Ijjk leger is gereed. Vier gevulde en op elkaar gelegde zandzakken vormen een solieden stoel, eenige daarbij nosr de tafel. Menschen, die erg verwend zijn, maken uit planken en met houtwol gevulde zand zakken een fauteuil. 's Avonds hangt men voor het raam een zandzak. De ondichte plekken in de zoldering worden gestopt met den zandzak. Het ergste vuil wordt van het geweer afgeveegd met den zandzak. Hoe kon men het brood de post, de worst- en kaas-porties door de eindeloos lange en smalle loopgraven brengen zonder de kostbare 'zandzakken De oppasser van den officier, die voor zijn inkoopen voor de kantine geen mand vindt, neemt trotsch den zandzak over den schouder. De ondergoed-fabricatie en het maken van heerenkleeding leeft op den zandzak. Zachte zakken leveren zakdoeken. Heel zachte worden als voetlappen gebruikt. De grijze, in reepen geknipt en weer aan een genaaid, vormen nieuwmodische been- windsels. Uit grauwgroene zakken maakt de kleer- maker een lichte jas voor warme dagen. De schoenmaker maakt er sloffen van. Om het felle rood van het hoofddeksel te be- dekken dient een strook van den zandzak. Hij komt ook op voor de verloren hoes van de helm. Van onder open getornd, is het een prachtige bovenbroek, om de goede uni- formbroek bij het werken in de loopgraven tegen de modder te beschutten. Men be- hoeft, zich hierbij niet aan bepaalde kleuren te houden en het ziet er zelfs zeer schil- derachtig uit, als het rechterbeen in een lichtblauwen zandzak steekt, terwijl het linkerbeea met een rood en wit geruiten zak omhuld is. Ook voor het spel dient de veelzjjdige. Met strepen teekent men er een dambord op, en kleine stukjes korst van Edammer- kaas leveren de steenen. Voor den eenen speler zijn ze rood en de andere gebruikt ze omgekeerd. De //Korrespondenz Heer und Politik" berekent het gebied, dat de Duitschers thans gedurende den oorlog hebben bezet. Slechts in het westen staan de Franschen in een stukje Duitsch gebied en in het oosten zijn de Russen nog meester in een klein gedeelte van Galicie, dat ten oosten van den Boeg en ten noorden van den Dnjestr ligt. De winst in het westen is niet zoo groot als in het oosten. Ofschoon deze ook daar zeer aanzienlijk is. Het bezette ge bied in het westen bedraagt 53.000 vier- kante kilometer. Van de 29.000 vierkante kilometer, die Belgie groot is, zijn 28.300 in handen van de Duitschers en bovendien nog geheel of gedeeltelijk tien depaitemen- ten van Frankrijk. Namelijk het departe- ment du Nord, pas de Calais, Oise, Somme, Aisne, Ardennen, Marne, Meurthe, Moselle en de Vogezen. Dit veroverde gebied in Frankrijk heeft een oppervlakte van 25.000 vierkante kilometer. Door den opmarsch tegen Koerland en in de richting WarschauIwangorod is het Duitsche gebied in het oosten in de laat- ste weken aanzienlijk aangegroeid. Koer land alleen is 27.000 vierkante meter groot. Voor de groote doorbraak en het offensief tegen Koerland bedroeg het bezette gebied in het oosten 53.000 vierkante kilometer, dus evenveel als in het westen. Thans heb ben de Duitschers van de westelijke gou- vernementen en landstreken in handen Koerland, Kowno, Soewalki, Lomza, Plodsk, Kalisch, een groot gedeelte van het gou- vernement Warschau, Petrikau, Radom, Keilce en een groot gedeelte van het gouver- nement Warschau, Petrikau, Radom, Keilce en een groot gedeelte van het gouver- nement Lublin. De gezamenlijke winst bedraagt daar meer dan 90.000 vierkante kilometer en neemt nog dagelijks toe. Men kan dus zeggen, dat Duitschland na het eerste jaar van den oorlog ongeveer 150.000 vierkante kilometer bezet houdt. Duitschland zelf is 550.000 vierkante kilo meter groot. Het veroverde gebied is onge- veer twee maal zoo groot als het koninkrijk Beieren. Aan het Belgisch Informatiebureau in Den Haag wordt, volgens de „N. R. Crt.", uit Havre gemeld: In het nieuwe Belgische grijsboek, dat bin- nen enkele dagen zal verschijnen, is als tweede document de volgende brief opge- nomen, door baron Beyens, Belgisch gezant te Berlijn, op 2 April 1914 aan den Minister van Buitenlandsche Zaken Davignon ver zonden „De gezant des Konings te Berlijn, aan den heer Davignon, Minister van Buitenland sche Zaken. Berlijn, 2 April 1914. „Heer Minister, „De gezant van Frankrijk heeft mij heden- ochtend confidentieel een onderhoud mede- gedeeld, dat hij onlangs gehad heeft met den heer Von Jagow, na een intiem diner waarop hij bij deze laatste was gevraagd. „Gedurende een afwezigheid van den heer Cambon, korten tijd geleden, had de staats- secretaris van kolonien aan den zaakgelas- ligde van Frankrijk, die hij op een avond- partij aantrof, en eenige dagen daarna aan den attache Naval, gezegd, dat Duitschland en Frankrijk zich moesten verstaan voor het aanleggen en verbinden van de spoor- weglijnen, welke zij van plan waren in Afrika te bouwen, om te voorkomen dat deze lijnen elkander zouden concurrentie aandoen. „De heer Cambon vroeg wat deze „ouver- tures" beteekenden. Minister Von Jagow ant woordde, dat het vraagstuk nog ter>studie was, maar dat hij van meening was, even- als M. Solf, dat een overeenstemming tus- schen de twee landen, en ook met Enge- land, zeer nutlig zou zijn. „In dat geval, hernam de gezant, zou men Belgie moeten uitnoodigen met ons te con- fereeren, want het bouwt nieuwe spoorwe- gen in den Congo, en, volgens mijn opvat- iing, zou het beter zijn, dat de confereniie te Brussel gehouden werd. „0, neen, antwoordde de staalssecretaris, want het is ten koste van Belgie (auxdepens de la Belgique) dat onze overeenkomst zal moeten gesloten worden." „Hoedat?" „Vindt u niet dat Koning Leopold een te zwaren last op de schouders van Belgie heeft geladen? Belgie is niet rijk genoeg om dat uitgeslrekt domein in waarde te stel- len. Dat is een onderneming die boven zijne linancieele iniddelen en expansiekracht gaat. Het zal verplicht worden er van af te zien." „De gezant vond die beoordeeling heel en al overdreven. „M. Von Jagow gaf zich niet gewonnen. Hij verdedigde de meening, dat alleen d,a groote mogendheden in staat zijn om te koloniseeren. Hij ontsluierde zelfs het we- zenlijke van zijn gedachten door vol te hou den dat de kleine staten, door de verandte- ring die in Europa plaats greep ten voor- deele van de krachtigste nationaliteiten ten gevolge van de econoinische ontwikkeling en van de verkeersmiddelen, niet meer hun onafhankelijk bestaan zouden kunnen behouden, waarvan zij tot op heden had den genoten. Zij waren bestemd om te ver- dwijnen of om de baan te volgen van de groote mogendheden. „De gezant antwoordde, dat deze ziens- wijze hoegenaamd niet die van Frankrijk was en evenmin, voor zoover hij kon weten, van Engeland; dat hij nog steeds dacht dat sommige overeenkomsten noodig waren voor het in waarde stellen van Afrika, maar dat bij de conditien, voorgesteld door M. Von Jagow elke overeenstemming onmogelijk was. „Op dit antwoord haastte M. Von Jagow zich te zeggen, dat hij slechts persoonlijke gedachten had geuit, en dat hij slechts als prive persoon en niet als staatssecretaris had gesproken, zich richtend tot den Fran schen gezant. „M. Cambon hecht echter een zeer groote beteekenis aan de zienswijze welke M. Von Jagow niet vreesde te ontsluieren gedurende dit onderhoud. Hij heeft gedacht, dat ons belang meebracht op de hoogte te zijn van de gezindheid welke de officieele leider van de Duitsche poliliek bezielt ten opzichle van de kleine staten en liunne kolonien. „Ilc heb den gezant voor zijne streng con- fidenlieele mededeeling bedankt. U zult er zeker al het ernstige van waardeeren. (get.) Baron BEYENS. Hervormde Kerk. Ter Neuzen. 9 u., Ds. G A. van der Hooft en 2 n., Ds. A. Timmei'man. Woensdag 11 Aug. voorm. 11 u., Huwelijksin- zegening. Sluiskil. 9 u. en 2 u., dhr. L. Dek. Hoek. 9 n. en 2 u., Ds. E. Raams. Axel. 9 u. en 2 u., Ds. J. B. T. Hugenholtz., Zaanaslag. 9 u. en 2 u., Ds. B. ft. Knottnerus van Zuidwolde. Sas van Gent. 9.f u., Ds. Akerslool van Houten Roos. Hulst. 10 u., Ds. De Boer. Hontenisse. 9.f u., Ds. W, J, van Lindonk. Oereformeerde Kerken. Ter Neuzen. 9 u. en 2 u., Ds. J. P. Taze- laar van Weesp. Hoek. 9 u, en 2 u. Axel) Kerkdreef. 9 u., leesdienst en 2 u., Ds. J. H. Beurnee van Stedum. Axel, Slationstraat. 9 u Ds. J. H. Beurnee van Stedum en 2 u., leesdienst. Chr. Gereformeerde Kerk. Zaamslag. 9 u. en 2 u., leesdienst. Gereformeerde Gemeente (Vlooswfjkstraat). Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 5£ u., leeskerk. Oud-Gereformeerde Gemeente (Vlooswijkstraat.) Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 5§ u., leeskerk. Lokaal Bethel" (Kandeelstraat). Ter Neuzen. 9 u., 2 u., en 5J u., leeskerk. Lokaal „~Eben-Haezer" (Kerkhoflaan.) Ter Neuzen. 54 u., Evangelisatie. It. K. Kerkdiensten te Ter Neuzen. Zondag zijn de H. If. Diensten om 7,84 en 10 uur. 'sNamiddags om half drie Lof. Naar wij vernemen zal er gewacht worden tot na de drukte van den oogst om de zaak van de te sticbten cooperatieve super- phosphaatfabriek opnieuw flink aan te pakken. Er zullen dan nogmaals desbetreffende circulaires worden verspreid, er zullen in verschillende plaatsen der proviucie sprekers optreden, om het nut der stichting te bepleiten. Er worden ernstige pogingen aangewend, om voor de Zeeuwsche grens-gemeenten opheffiug te bekomen van het verbod om aldaar chilisalpeter te leveren. O.a. zal het hoof'dbestuur van den R. K. Boerenbond Z. VI. O. D. te dier zake een request richten aan den Minister. Er bestaan ernstige plannen, onder hoogere goedkeuring, om voor Oostelijk Zeeuwsch Vlaanderen of een grooter deel van Zeeland eene landbouwers-handelsvereeniging te 00 sticbten, werkende gedurende den oorlogs- toestand, en ten doel hebbende groote hoe- veelheden landbouwproducten zooals aard- appelen, boonen enz. in eens te verkoopen en te leveren onder een consent. lien geverfd pa\ard. In den laatsten tijd is het herhaaldelijk voorgekomen, dat smokkelaars met paard en wageri de grens overgingen, zonder dat het gelukte ze te snappen. Dinsdagnamiddag werd door de rijksveld- wachters Telman te Enschede, en Wieringa te Lonneker in het Aamsveen wederom een paard met wagen waargenomen, die in de richting der grens gingen. Toen de voerman de politie zag zette hij het paard aan en in galop ging het naar de grens. Voor die echter bereikt was, werd hij ingehaald en bleek het te zijn een landbouwer, wonende te Glane, gemeente Losser. De man was in het be- zit van een bewijs, afgegeven door den grenswacht-commandant, dat hij vergunning had met paard en wagen te mogen rijden. Het signalement van bet paard, waarmede mocht worden gereden, kwam oppervlakkig beschouwd met dat van het dier dat zich voor den wagen beyond overeen. Bij aan- dachtige beschouwing bleek echter, dat enkele der gesignaleerde kenteekenen kunstmatig waren aangebracht, o.a. was het dier een kol voor den kop geverfd. Als verdacht van poging tot uitvoer werd de iandbouwer geverbaliseerd en zijn gerij in beslag ge- nomen. (Hbl.) Smokkelen. Men schrijft uit Groesbeek aan de //Geld" Door een sergeant werd aangehouden een voerman met paard en kar, welke laatste schijnbaar beladen was met tuiten, gevuld met melk. Bij onderzoek bleken deze tuiten gevuld te zijn met olie. Onder een laagje melk n.l. bevond zich een bodem, waaronder de olie aanwezig was. Een en ander werd in beslag genomen en de voerman in arrest gesteld. De glazen boilen. Een medewerker (chemicus) schriifl aan de „Tel." Ook ik ben zoo gelukkig geweest aan het strand een glazen bol te vinden. De inhoud kon alleen uit „gas" of „luchtledig" bestaan. Bij verbrijzeling was echter met 'n zeer ge- leerden neus niets waar te nemen. Na- tuurlijk volgde er ook... geen knal. De bollen zijn uit ordinair flessclienglas gebla- zen. Belialve als drijfkogel voor vischnetten, kunnen ze als signaalkogels van duikbooten in het genre van snippen bij vossen-i jacht gebezigd zijn?'? Maar nog meer voor de hand ligt de volgende hypothese: Een schuit is vergaan met een vrachtje van deze glasbollen aan boord. Het zijn dan negerfetischen voor export naar Afrika of het is kermisklungelboel voor een huis- houden-van-Jan-Steententje geweest. Stikbommen zijn het echter niet; zoo- min als knalbommen. Het zocie winslje ontgaan! Een daglooner te Gennep had de heele week kleine hoeveelheden meel opgekocht en bijeengegaard om dit, als het tot een voldoende kwautum was aangegroeid, de grens over te brengen en zoo een zoet winstje te behalen. Toen hij eindelijk Zaterdagavond, na zich met valsche bakkebaardjes en een sik ver- tnomd te hebben, met een zak met 75 kilogram op weg toog, werd hij in de Heide door de douane en politie verrast en ingerekend. Het meel werd inbeslagge- nomen. (Tel.) Padvindersleider gearresl'eertl. Men meldt uit Furmere,nd dat de kom- mandant van de Padvindersorganisatie te Purmerend, Th. B. uit Purmerend, gevanke- iijk naar Haarlem is overgebraeht wegens het plegen van oneerbare handelingen. Een schoil' hagel in '1 hooi'd. Zondagmorgen hadden zich, naar de Tel. meldt, eenige hengelaars op particulicren grond onder de gemeeuten Berkel en Roden- rijs nabij Rotterdam begeven, toen zij door den eigenaar gesommeerd werden dit te verlaten. Even later viel een schot en kreeg een der hengelaars, de lGjarige varensgezel F. S., wonende Tuinderstraat no. 114, eenige hagelkorrels in het hoofd. Doorzijn vrienden werd hij naar Rotterdam gebracht, waar men in het ziekenhuis zijn toestand van dien aard achtte, dat zijn opname nood- zakelijk bleek. IJinuider visschers in angsl1. De IJmuider stoomtreiler #Swift" rap- porteerde bij binnenkomst aldaar, op de hoogte van Terschelling een groot Duitsch iuchtsehip, gemerkt L. 19 ontmoet te hebben. Dit reusachtige iuchtsehip naderde met groote snelheid en met veel lawaai den stoomtreiler en onderzocht, steeds om het vaartuig vliegende, van welke nationaliteit dit was. Intusschen kwamen met razende snel heid een 4-tal Duitsche torpedojagers van groot model aanstoomen op den stoomtrei ler, doch na eenige malen er omheen ge- stoomd te hebben, verdwenen het Iucht sehip en de vier torpedojagers weer, nadat het onderzoek schijnbaar naar hun zin was afgeloopen. Vliegcn zijn geen Irekvogels. Wat het vliegengevaar in verband met de slagvelden aangaat, dr. Ringeling, directeur van den Gemeentelijken Gezondlieidsdienst te Amsterdam, heeft als zijn meening aan het „Hbl." te kennen gegeven, dat de kans van overbrenging van ziektekiemen naar hier geheel uitgesloten Is. Vliegen zijn geen trek- vogels. De Engelsche geleerde Nutall heeft door onderzoekingen gevonden, dat de vliegen zich niet verder verplaatsen dan' 1 kilometer (een afstand dus van 12 minuten). Door den wind (men zou dit kunnen mee- nen) worden de vliegen niet voortgedreven. Bij stormweer schuilen zij in huizen, onder daken, in booinen. Aan de hand van deze feiten is het dus niet wel aan te nemen, dat naar ons land de vliegen van de Belgi sche en Fransche slagvelden ziektekiemen overbrengen. Voorzichtigheid blijft echter steeds gebo- den, want mestvaalten zijn maar al te ge- willige ontstaansoorlen voor millioenen en millioenen vliegen. Want indien ge naar getallen vraagt: een vlieg legt per keer 120 tot 110 eieren en ze doet dit per seizoeni 5 a 6 keer. En als men nu weet, dat het nageslacht van een vlieg na drie weken weer eieren legt en men rekent den vliegentijd aan te van- gen 15 Juni en te eindigen 15 September, dan houden wij ons gaarne aanbevolen bij den weetgierigen en rekenkundig bekwamcn lezer om ons mede te deelen op hoeveel nakomelingen een enkele vliegenmoeder in een enkel seizoen kan roemen. Dr. Ringeling deelde voorts het volgend eenvoudig middel mee om de vliegenplaag tegen te gaan. In een diep bord, gevuld met water, doet men ongeveer twee theelepels formaline, pi. m. 35 pCt. Op den rand strooit men wat suikerkorrels. De vliegen, gelokt door de suiker, komen snoepen en drinken. Even later worden ze ziek; men ziet de beesten even ophippen; korten tijd later zijn ze dood. Men kan, vervolgde dr. Ringeling, indien de vliegenplaag erg is, eenige borden neer- zetten. Zij mogen echter niet in de zon worden geplaatst. Bedekt ook de melk; ieder oogenblik valt ^r een vlieg in, en ge weet immers dat ze overal in zitten; dat ze van alles eten; ze snoepen op de mesthoop en even later brengen ze een bezoek aan de kaas, wippen dan uit den suikerpot, smullen van de jam. Ziet maar eens hoe bedrijvig de vliegen voortdurend bezig zijn, met haar harige pooten haar lichaam te poetsen. En dat is niet overbodig, want zij zoeken bij voor- keur stoffige plekken op; en bovendien heb ben zij veel last van kleine, uitwendige pa- rasieten. Zoo kan de vlieg dus de overbrengster zijn van zeer gevaarlijke ziektekiemen en smetstoffen. Het verspreiden van cholera, typhus, darmkatarrh, miltvuur, kan op haar rekening worden geschoven. SVrijd tegen de vliegen. Men weet, dat in Eugeland in dezen oorlogstijd ook een verwoede veldtocht tegen de vliegen gevoerd wordt. Prof. B. Max- well-Lefioy verklaart nu, volgens de N. R. Crt., dat hij een vliegenmagneet heeft ge vonden, d. w. z. een lokaas om in vliegen- glazea te leggen, waaraan geen huisvlieg weerstand kan bieden. Het lokaas bestaat uit gclijke deelen caseine, bruine suiker en water. Nadat dit mengse! vier-en-twintig uur gestaan heeft, gaat het zijn werking doen. De Zoological Society zal het lokaas voor een stuiver de doos verkrijgbaar stellen, tegelijk met een biochuurtje over de uit- komsten van verschillende proeven en met raadgevingen aan het publiek. Wedstlrijd in liet vliegenvamgen. In verband met het* ,/vliegengevaar", waartegen algemeen gewaarschuwd wordt, heeft een burgemeester uit een der gemeenten in het land van Altena, een nieuwe wijze van verdeiging uitgedacht. Hij liet onder de leeriingen van twee scholen een wedstrijd houden, wie van de kinderen in een week tijds de meeste vliegen kon vangen. Het resultaat was, dat in een school een jongen 2374 en een andere 2350 vliegen gevangen had. In een andere school werden ze gewogen en was het resultaat 8 gram, dat ook een bednidend aantal is. Zoo'n verdeiging op groote schaal heeft ziehtbaar geholpeu. Een slrijd op leven en dood. Uit Clieribon .schrijft men aan de Jav. B..- Heden, Dinsdagmiddag, deed het bericht de ronde, dat er een Inlandscli knaapje van de kainpong Tjang kol in de kalie Krian, acliter de Kraten-Kasepoelian, door een kaai- man was aangev alien. Om de ware toedraclit van de zaak te weten te komen, zocht ik de woning van de ouders van het jongentje op. Spoedig zag ik verscheidene Inlanders voor een wo ning staan. Van een der familieleden kreeg ik het vol gende, haast ongelooflijk verhaal, te hooren: Noerahman, een veertienjarige jongen, wil- de op dien bewusten middag in die kali Krian een bad nemen. Nauwelijks was hij in het nat of een kaaiman hapte in een der dijen van den jongen. Een worsteling volgde. Het knaapje rukte zich los, doch het dier sloeg hem met een der voorpooten in het water. Weer kwam de jongen boven water, weer viel de kaai- man Rahman aan. Wat nu gebeurde was het behoud van Rahman. In de worsteling moet Rahman zijn vingers in de beide oogen van den kaaiman gestoken hebben en toen gaf het beest den strijd op en verdween. Rahman strompelde, badende in zijn bloed, naar den oever. Een voorbijganger bracht den ongelukkige naar diens huis. Op tachtigjarigeri" leeftijd is te Swansea overleden lord Clantawe die op 15jarigen leeftijd zijn loopbaan als jongen in een blik- fabriek begonnen was. Des avonds nam hij les in boekhouden en door zelfstudie en vakkennis bracht bij het tot directeur der fabriek. Hij kwam in den gemeenteraad van Swansea, werd burgemeester dier stad en ten slotte in 1880 door koningin Victoria bij de opening van de havenwerken van Swansea tot //sir" verheven. Hij heette dus niet eenvoudig John Jenkins meer, maar //Sir John Jenkins". In 1882 werd hij naar het Lagerhuis afgevaardigd, in 1906 kwam hij als lord Clantawe in het Hoogerhuis. Humor in den oorlogstoesland. Als in de provincie Oberhessen een over- winningsbericht aankomt, wordt het't eerst bekend gemaakt inschool, waarnade kinderen vacantie krijgen en onder luid hoera-geroep het aan de bewoners gaan mededeelen. Dezer dagen snelden de kinderen weer de straat op en riepen uit alle macht//hoera De menschen liepen uit en bestormden de kinderen met de vraag, hoeveel Russen er weer gevangen genomen waren. ,/Geen enkele", was het antwoord, ,/maar onze onderwijzer moet naar het front. Hoera Hoera I" Tocpassing der Engelsche wel'ten. Hoe streng in Engeland de nieuwe w«t ter verdediging van het rijk wordt toege- past, blrjkt, zoo schrijft de N. R. Crt. uit het geval van William Ester, sedert twee jaar soldaat van het staande leger en bij de genie ingedeeld. Tien maanden heeft hij nu tegen de Duitschers gevochten. Niettemin heeft het magistraatshof te Aldershot hem voorwaardelijk veroordeeld hij moet 20 borgtocht storten voor goed gedrag gedurende twee jaar omdat hij verzuimd had zich als vijandeiijke vreem- deling te iaten inschrijven. Ester is nl. in Duitschland geboren, maar als klein kind in Engeland gokomeu. Zijn vader is gena- turaliseerd. Hij haat de Duitschers, zei hij, en hij heeft Engeland lief. Als soldaat van het Engelsche leger meeude hij vry te zijn van insehrijving. Maar het 'hof besliste anders, hoewel de voorzitter het met die beslissing niet eens was. Een geval van een anderen aard dat de Labour Leader meedeelt is treuriger. Jessie Kiose is de echtgenoote van een Duitscher. Zij zelf is Engelsch. Ze is nooit in Duitschland geweest. Zij spreekt geen Duitsch. Zij heeft haar man in geen tien jaar gezien noch van hem gehoord. Zij verdier.de haar brood als naaister. Nu moest zij zich laten inschrijven als vijandeiijke vreemdelirige, en met die smet op haar ver- loor zij al haar werk. Ten einde raad sloeg ze aan een politiebureau te Londen een ruit in om de aandacht op haar lot te vestigen. Het politiehof veroordeelde haar tot 21 dagen gevangenisstraf met bevel, dat zij daarna het land zou worden uitgezet. Op haar pleiten, dat ze geen Duitsche was en niet naar Duitschland wou, liet de rechter de verbanning vallen. Maar de gevangenis ging zij in.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 6