No. 6258.
Zaterdag 7 Augustus 1915.
55e Jaargang.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
De Oorlog
TWll'SDB BL-A-ID.
Aan 't f s*ont bij Ypes*en.
Uit Gent wordt aan de „Tel." over den
strijd bij Yperen de volgende bijzonderheden
gemeld, af'komstig van een Duitscb soldaat,
die van het front terug was.
,/lk heb genoeg van die vreeselijke ge-
vechten, altijd maar over 't zelfde terrein'
vertelde de Quitscker. Bij 't Hooge, bij
Zandvoorden, bij heuvel 60, stormden we
over doodenWe vielen soius op de
ontbonden lijken en zakten er met de handen
door. Ik ben in de loopgraven van uit-
putticg in slaap of wellicht in zwijm
gevallen, en dan bleek het bij't ontwaken,
dat ik boven op een dooden kameraad had
gerust.
Ik heb in April nog dooden zien liggen
van October. De mijnontploffingen brengen
beenderen en half vergane lijken boven.
De begravenen hebben geen rust.
Nog eens, een winter aan dat front
Neen Ik sta niet meer tot aan de borst
in 't water. Hoeveel van ons kregen daar
een kogel, of een bomscherf, sloegen omver
en verdronken.
Ik heb er genoeg van.
Geen stormloopen meer, waarbij de mi-
trailleurs ons in den rug stonden, als een
bedreiging tegen elke aarzeling.
Liever de vlucht hier, dan een kogel
ginds uit de browning van den officier.
Want ook door eigen kogels zijn veel man-
nen gevallen.
Maar eveneens wraakoefening jegens
oversten kwam voor.
'tis een hel ginds. Wat al soldaten zijn
gebleven om dat vernield kasteel van het
Hooge, naast den straatweg YperenMee-
nen. Ik heb een bestorming meegemaakt,
toen de Engelschen in de gebouwen ver-
schanst waren. Wij joegen ze er uit, maar
ten koste van hoeveel offers
Ik heb Yperen zien branden. Wenamen
de uitwerking der granaten waar. Ze
barstten boven de brandende stad. 't Was
of 't vuur regende.
Bij Pilkem be3tormden we de Engelsche
en Franscbe loopgraven met gasbommen.
Dan trokken we voort. Doodend wat nog
tegenstand kon bieden. Maar de meesten,
die in de loopgraven gebleven waren, lagen
bewusteloos. Toen verrasten we burgers,
die bun hoeve nog niet verlaten hadden.
In stoet leidde men ze naar West-Roozebeke
en daar werden ze op den trein gebracht
en naar steden achter 't front gevoerd.
En bij Pilkem en Boesinge liepen paar-
den, veulens, koeien, angstig rond. In een
hoeve vonden we den boer en zijn vrouw
doodgeslagen aan de taf'el. In een stal
lagen runderen verkoold aaD den ketting.
Jk zie nog die hellingen bij Zandvoorde
en Zillebeke, vlakten van den dood, vol
lijken, beenderen, gebroken wapens, uiteen-
gescheurde zakken, stukken van uitrusting.
En de reuk soms De stank van't water
der Yperlee
't Ergste is dat gekerm of gehuil van
gekwetsten die ge niet bereiken kunt en
ge hoort sterven. Een stem, die verzwakt
en eindelijk zwijgtEn ge weet, dat ook
dit lot u treffen kan
Het Belgische leger.
De Secolo bevat een uitvoerig verslag van
een onderhoud tusschen den koning der
Belgen en den Belgischen afgevaardigde
Destree. De koning heeft zieh met groote
voldoening uitgelaten over de verrichtingen
van het Belgische leger en over de dienst-
neming van voor militairen dienst geschikte
Belgen, die naar Engeland, Fraukrijk en
Nederland waren uitgeweken. Zelfs uit
het door de Duitschers bezette gebied hebben
zich, ondanks groote gevaren, tal van be-
woners voor dienstneming aangemeld, zoodat
na een jaar oorlog het Belgische leger
sterker is dan bij den inval der Duitschers.
Wat in Dnitschlandl uit de
staatskas Seeft.
Majoor Dillon, van het Engelsche minis-
terie van oorlog, gaf de volgende schatting
Onder de wapenen op beide fronten bevinden
zich 4 millioen Duitschers. Onder oefening
750.000. Op de spoorwegen een half mil
lioen. Bij Krupp en in andere fabrieken
750.000. In de kolenmijnen, in de kleediug-
magazijnen en andere werkplaatsen twee
millioen. Totaal 8 millioen. Het aantal
dooden, gewonden en zieken mag men op
2 millioen schatten. Rekent men thans,
dat al de vrouwen en weduwen afhankelijk
zijn van de staatskas dan komt men bij
geringe schatting tot de slotsom, dat in
Duitschland heden op een geheele bevolking
van 70 millioen er 20 millioen zijn, die uit
de staatskas gevoed moeten worden. jjGet
is de vraag of Duitschland dat op den duur
zal kunnen volhouden", zegt de Engelsche
majoor.
Vredesaposteien lafger-anseld,
Zes vrouwen en negen mannen reden
door Leicestershire (Engeland) en preekten
aan alle hoeken vrede. Met weinig succes
overigens. Toen een van hen den moed
had te beweren, dat zij pro-Duitsch waren,
werden zij door de menigte aangevallen en
moesten in een apotheek vluchten, waar
de politie hen verloste. Een hunner, die
niet in de apotheek de wijk had kunnen
nemen, werd deerlijk toegetakeld in een
steeg gevonden. Toen de menigte vernam,
dat een der vredesaposteien aan een sergeant
van den wervingsdienst had gezegd, dat hij
zich waardiger zou toonen, indien bij zijn
uniform uitttrok in plaats van nieuwe vrij-
willigers aan te werven, werd men zoo
razeud nijdig, dat men de auto der apostelen
in brand stak.
Hoe Engeland en Duitschland
er geldelijk voorstaan.
Sir George Paish, de beroemde Britsche
staathuiskundige geeft in de World een
artikel over den finarcieelen toestand van
het Britsche rijk. Hij komt tot de slotsom,
dat na 12 maanden oorlog de hulpbronnen
van Engeland nog onverzwakt zijn, terwijl
het vlottend kapitaal grooter is geworden.
Groot-Brittannie bezit ongeveer 400 mil
lioen minder dan het zou bezitten als het
geen oorlog zou hebben, maar het is niet
armer, dan het voor den oorlog was. Paish
schat, dat het geheele nationale iukomen
met 20 pCt. is vermeerderd sinds het uit-
brekeu van den oorlog en hij verklaart,
dat, indien het heele land een derde van
zijn grooter inkomen zal sparen, in plaats
van een zesde van het kleinere inkomen,
de uitgaven voor den oorlog uit het in
komen alleen zouden kunnen worden be-
taald. Wat Duitschland betreft haalt hij
cjjfers aan om te toonen, dat het land zijn
rijkdom weinig of niet heeft vermeerderd. Hij
schat dat de financieele uitputung Duitsch
land vroeger of later zal treffen, zijn moei-
lijkheden om geld te krijgen zullen aan-
zienlijk vermeerderen bij het voortduren
van den oorlog deze moeilijkheden worden
verhoogd door de buitengewone lasten door
Oostenrijk en Turkije op het land gelegd.
I Juitschland's inkomen is verminderd met
25 pCt. sinds het begin van den oorlog.
Postverzending per
vliegmachine.
De /Matin" deelt mede, dat de Turkschen
gevangenen van de Dardanellen, die alien op
een ongenoemd eiland (in de Egeische Zee)
bijeen zijn gebracht, toegestaan is, aan hun
familie te schvijven. Daar er echter nog
geen overeenkomst aangaaude de verzending
dezer brieven is gemaakt, laten de Fransche
autoriteiten ze door vliegers binnen de
Turksche liuies afleveren.
Engelsche duikboot in actie.
Het is een van de grootste en nieuwste
Duitsche torpedojagers, de //G. 196", die
door een Britsche duikboot in den grond
is geboord. Men is daarover in Engeland
zeer tevreden, want er blijkt uit, dat de
Britsche duikbooten niets minder zijn dan
de Duitsche. Het is een bekend feit, dat
torpedojagers voor duikbooten het gevaar-
lijkst zijn, door hun groote snelheid in
bewegen en wendeu en hun geringen diep-
gang, die maakt, dat de afgeschoten torpedo
dicht aan de oppervlakte zich bewegen moet.
Dat de Britsche duikbooten zoo weinig
van zich laten spreken, komt oradat zij zoo
hoogst zelden een doelwit krijgen, schrijft
de Daily- Mail. Wanneer zij een doelwit
krijgen, gaat dit gemeenlijk naar de diepte.
In de Oostzee en in de Zee van Marmora
hebben de Britsche onderzeeers getoond, dat
zij evenveel waard zijn als de Duitsche.
Toch Japanners naar
Europa
Aan de //National Tidende wordt uit Parijs
geseind, dat de uitzending van Japansche
hulptroepen, ten getale van 500.000 man,
een uitgemaakte zaak is. Deze troepen
zullen over Wladiwostok naar het Russische
front gaan.
Vrouwen aan de draaibank.
In de Etith-fabrieken van de bekende
Engelsche wapenfabrikanten Vickers is de
eerste groep van 45 vrouwen aan het werk
gegaan. Zij behooren vcor een groot deel
tot de hoogste aristrocratie.
Zij, die zich aanmelden, krijgen een op-
leiding, die drie weken duurt. Wie den
het werk te zwaar vindt, mag zich terug-
trekken, maar wie na afloop van den oefeu-
tijd blijft, verbindt zich om gedurende zes
maanden van Zaterdagnamiddag tot Maan-
dagochtend in de fabrieken te werken tegen
het gewone loon, dat een werkman verdien?
en onder gewoon toezicht van de meester-
knechts.
De verstandhouding tusschen deze arbeid
sters en de gewone werklieden is uitstekenc
en zij doen hun werk flink en volstrekt
niet als dillettanten.
Uit Husland.
De correspondent van de Times te War-
schau zegt in een telegram dd. 31 Juli
dat het Russische leger hoe langer hoe
meer de moeilijkheid beseft, om de artillerie-
aanvallen van de Duitschers te keeren. Na
gesprekken gevoerd te hebben met soldaten,
die tegenover dergeljjke aanvallen in Galicie,
Zuid-Polen en de buurt van Warschau
gestaan hebben, is de correspondent tot de
slotsom gekomen, dat de eenige praktische
oplossing deze is, om eerst en aanhoudend
met een onbeperkte hoeveelheid artillerie-
munitie aan te vallen, zoodat de vijand geen
kans krijgt om zijn artillerie op een plaats
samen te trekken en met de verdedigings-
werken de verdedigers te vernietigen, wat
dan een terugtocht van de geheele linie
tengevolge heeft. Een aanval tegen den
vijand, die niet slaagt, is nog altijd minder
kostbaar dan een ROging, om stellingen
tegenover zulk gen artillerie-vuur bezet te
houden. Indien de Duitschers met behulp
van nieuwe troepen met deze taktiek aan
houdend kunnen doorgaan, is het enkeleen
kwestie van tijd voor hen om mijl voor mijl
door de Russische verdedigingswerken ten
Noorden van Warschau heen te breken, den
spoorweg af te snijden en de Russen te
dwingen om Warschau te ontruimen.
De correspondent van de Times seinde
Maandag uit St. Petersburg, dat men van
de 8 millioen man, die in Rusland bij den
tweeden ban zijn ingedeeld, er voorloopig
maar 2 millioen onder de wapenen denkt
te plaatsen.
Het is niet langer een geheim ver-
volgt de correspondent dat Rusland
sedert de oorlog begon, tusschen de zes en
zeven millioen soldaten in het veld heeft
gebracht en dat er Dog evenveel beschikbaar
zijn om geoefend te wordeD. De mobilisatie
werd uitgevoerd op een wijze, die de ver-
wachtingen van zijn best ingelichte bond-
genooten overtrof. Zij, die getuigen zijn
geweest van het vervoer van troepen uit
het binnenland naar de grens, zullen het
schouwspel nooit vergeten. Langs het
dubbele spoor van de grens van Moskou
naar Brest bewoog zich een eindelooze
optocht van treinen, twee naast elkaar, die
dag en nacht onafgebroken aanhield. De
mobilisatie was in 16 dagen voltooid
een buitengewone prsestatie in een laud met
zulke groote afstanden.
De productie van wapenen en munitie
reeft reeds een hoog eijfer bereikt en neemt
snel toe. Als de binnenlandsche fabrieken
en die van de bondgenooten het leger van
alles voorzien zullen hebben, wat het noodig
heeft, zullen de Russen den invaller slag
.everen.
Edison's werklaring.
De //Manchester Guardian" bespreekt het
intervieuw dat de //Matin"-correspondent
met Edison heeft gehad en zegt:
Edison beweert, dat het nu mogelijk is, een
munitie-depfit in de lucht te laten springen
door uit een afstand afgezondeu electrische
golven. Dit is natuurlijk zeer goed moge
lijk, als in dat munitie-magazijn een
speciale inrichting is gemaakt voor het op-
vaugen van de golven, maar Edison bedoelt
waarschijnlijk, dat het hem ook zonder dat
mogelijk is. Als dit zoo is, dan is er minstens
eeue regeering, aan welke hij zijne vinding
liever niet het eerst moest aanbieden. Italie
moet nog steeds minder aangename herinne-
ingen hebben aau de eenige jaren geleden
daar genomen proeven met F-stralen. De
uitvinder dier stralen beweerde, dat hij daar-
mede op een afstand ontploffingen kon ver-
oorzaken en wist dit in zijn voorloopige
proeven zoo goed te doen, dat de regeering
ernstig op zijn plan inging. Maar toen de
beslissende proef, n.l. het opblazen van een
oorlogschip, zou genomen worden, verdween
de uitvinder en nam zijn geheim mede.
Als het echter toch mogelijk mocht blijken
kruitmagazijnen door middel van ethergolven
in de lucht te doen springen, dan lijkt het
ook gemakkelijk om op dezelfde wijze men-
schen direct te dooden, met het gevolg dat
oorlog onmogelijk zou worden om het feit
alleen, dat de vechtmiddelen te krachtig
worden.
Edison's verklaring, ze mogen dan juist
of onjuist zijn, roept voor ons geestesoog
een tijd op, dat iedere natie over zoodanige
strijdmiddelen zal beschikken, dat niemand
ze meer zal durveu gebruiken.
"k wee personen dood-
geschoten.
Met meldt uit Budel aan de Meierjjsche
Courant
Zoo juist vernemen wjj, dat een vrouw
te Coulille, die in een bootje met drieanderen
bij de zoogenaamde Kettingbrug de Kern-
pensche vaart wilde oversteken, door de
Duitschers is doodgeschoten.
Nader wordt gemeld, dat een vrouw van
23 jaar en een man van 60 jaar zijn doodge
schoten. Zes anderen konden zich op
Nederlandsch gebied redden. De vrouwen
hadden niet minder dan 6000 brieven bij zich.
De proclamatie van den
Keizer.
De Duitsche conservatieve pers is naar
de Tel. meldt, opgetogen over de procla
matie van den Duitschen Keizer, vooral
over de passage omtrent de vrije zee",
waarin zij een aanwijzing ziet, dat de Keizer
zich voorstelt Belgie te behouden.
De „Kreuz Zeitung" schrijft
Onverzettelijk, vastbesloten, vol rustig
vertrouwen, wijst de Keizer het Duitsche
volk 'tdoel, waarom gestreden wordt. Met
zijn keizer wil ook het Duitsche volk slechts
dien vrede, welke Duitschland de noodige
militaire, politieke en economische waar-
borgen voor de toekomst biedt en het heeft
in het eerste oorlogsjaar zijn blik verscherpt
voor de voorwaarden tot het onbelemmerd
ontplooien van zijn scheppende kracht in
het land en op de vrije zee. Het heeft
geleerd dat het niet op de vriendschap van
tegenwoordige vijanden, doch slechts in
zooverre op vrijheid voor zijn bestaau en
zijn werkkracht heeft te rekenen, als het
deze met nog grooter kracht dan tot dusver
kan afdwingen. Het weet, dat daartoe ook
grootere rijksgrenzen behooreD, die een ver-
hooging en versterking van onze dijken en
muren in Europa beteekenen en beschermde
uitwegen naar de vrije zee openen. Het
wil alles, wat hiertoe noodig en met Duitsch
bloed reeds bevochten is, vasthouden, be-
veiligen en versterken. Zoo vereenigt zich
het besluit van het Duitsche volk met dat
van zijn Keizer, om, zonder te wankelen,
vol te houden en den grooten strijd voor
Duitschlands macbt en vrijheid, hoe lang
hij ook mag duren, in eere te voeren,
Het vrij-conservatieve blad Berliner
Neueste Nachrichten" schrijft
Geen veroveringszucht heeft ons gedreven,
toen wij de Russische uitdaging en nood-
zakelijker wijs ook den strijd met Eugeland
en Frankrjjk, zijn loerende medeplichtigen
aanvaardden, omdat wij haar moesten aan-
vaarden. Nu echter, nu men ons zoo ver
heeft gebracht, nu steken wij het zwaard
ook niet weder in de scheede, voordat wij
een vrede verkrijgen, //die, zoo zegt de keizer
woordelijk, ons de noodige militaire, poli
tieke en economische waarborgen voor de
toekomst biedt en de voorwaarden vervuit
voor het onbelemmerd ontplooien van onze
scheppende kracht in het land en op de
vrije zee".
Dat kaD moeilijk verkeerd uitgelegd wor
den, zegt het blad. Deze uitdrukkelijke
verklaring zal in alle Duitsche harten bij-
zonder bezielend werken, want zij legt voor
alien de onwrikbare overtuiging van den
hoogsten leider van de Duitsche natie vast,
dat wij die //voorwaarden" en //waarborgen",
die wij voor onze nationale toekomst als
conditio pacis sine quo ante, niet hadden.
Wat daaruit volgt kan, als gezegd, niet
verkeerd begrepen worden. Het allerminst
de toespeling van den keizer op de //vrije
zee" die ons, om zoo te zeggen, het eind-
doel van den oorlog onthult, uit denzelfden
mond, die voor zwaard en pen in gelijke
mate het beslissende doel vaststelt.
Uit Oostenrijk-Hongarije.
Men schrijft uit Weenen aan de N. El. Crt.
De verovering van Lublin is voor het
Oostenrijksche leger een bijzonder heuglijke
zaak. Want tegen die stad werd, nu haast
een jaar geleden, de eerste aanval gericbt.
De generaals Dankl en Auffenberg dreven
toen de Russische legers bij Krasnik en
Zamose voor zich uit en stonden weldra
in het gezicht van die stad. Maar toen
bereikfe hen het onheilze moesten terug,
ze werden verslagen en niet lang daarna
bielden de Russen hun intocht in Lemberg.
Wij zijn nu een jaar verder, maar hoeveel
beter is Oostenrjjk-Hongarpe er thans aan
toe. Galicie heroverd, Warschau en Iwan-
gorod halt ingesloten. Bij de Narew door
het leger van den vijand gebroken en de
linie tusschen de Wieprz en de Boeg
geforceerd.
Op het oogenblik zijn de centralen aan
de winnende hand, en komen er geen nieuwe
vijanden meer by, dan hoopt men hier op
een goeden afloop. Maar dit is nu de
groote quaestie. De houding van den Balkan
blijtt onzeker en de vijandschap van een
of meer van die landen zou voor Oosteurijk-
tlongarije noodlottig kunnen worden. Een
inval in Hongarije, dus in den rug van de
monarcbie, zou van zeer groote gevolgen
kunnen zijn. Dit weet de ententevan
daar haar streven naar hulp bij den Balkan.
Gelukkig voor Oostenrijk-Hongarije, dat er
op den Balkan niets kan gebeuren zonder
Bulgarije, en daar laat men geen man
marcheeren alvorens Macedonie in de hand
te hebben. Daar elk van de Balkanstaten
een stuk land van zijn buurman wil hebben,
is samenwerking haast onmogeljjk.
Daarby komt het feit dat de Russen ge
stagen zijn en alle aanvallen tegen Kon-
stantinopel mislukt. Dit geeft stof tot
nadenken en is een reden om niet te hard
van stal te loopen. Overigens zou met
uitzondering van Servie een Russisch
Konstantinopel de dood zijn van de vrijheid
van alle Balkanstaten. floewel dus een
optreden van die landen altijd mogelijk
blijft, is de kans op het oogenblik gering.
Als de centralen zich van de Boeg zullen
hebben meester gemaakt, dan zuilen zij
zich, verwacht men, daar ingraven en hun
offensief in een defensief veranderen. Wij
krijgen dan aan dat front de tactiek van
afknabbelen. De ofiicieren, die ik gesprokeu
heb, zeggeu my alien, dat het Russische
leger totaal in de war is, al vechten de
soldaten ook zeer goed. Zij zeggen, dat
de Russische opperbevelhebber de bevelen
geeft om Polen tot een woestijn te maken,
de dorpen te verbranden, de oogst te ver-
nielen en de bewoners weg te voeren. De
taktiek van 1812 is een bewijs, heet het,
dat Rusland voor een offensief niet meer
in staat is.
Voor Oostenrijk-Hongarije is by den
huidigen stand van zaken de oorlog misschien
nog een geluk. Want op wat voor hellend
vlak de monarchie stond, dat is in den
oorlog opnieuw gebleken. Binnenslands
wemelde het van verraders en buitenslands
werd zij geringschat, goed om verdeeld te
worden als Turkije. In Galicie waren het
de Alpolen, de orthodoxe popen eD sommige
lloetenen, die keizer en land verrieden.
In Bohemen waren het de radicale Tsjechen.
Weluu, al die lui zien dat zij zich vergist
hebben, dat het land niet uit elkaar valt
en de vijand verdreven wordt.
En nu zenden Tsjechische steden, die er
vroeger niet aan gedacht hadden, adressen
van verknochtheid aan den keizer. En de
Alpolen, die van een Poolsche autonomic
drootnen, onder het gezag van den Tsaar,
zijn ook niet zuinig met loyauteitsbetuigingen,
nu het blaadje gekeerd is. Daarentegen,
heeft prof. Masaryk, die een gematigde
Tsjech is en absoluutgeen Deutschenfresser"
toch in Geneve voordrachten tegen Oostenrijk
gehouden, die zoo erg waren, dat hem de
terugkeer op straffe van hoogverraad naar
zijn vaderland onmogelijk is geworden.
En vraag ik hoe dat komt, dan antwoordt
men hier //omdat die menschen, toen het
ons in den winter zoo slecht ging, toen
Galicie haast heelemaal veroverd was en
de doorbraak door de Karpathen scheen te
gelukken, aan het voortbestaan der monar
chie hebben gewanhoopt en als Slavisch
volk bytijds bij Rusland een plasdankje
hebben willen verdienen."
Men is hier van meening, dat de oorlog
nog tang zal duren en in Rusland een
sleepend karakter zal krijgen. Niet, zooals
sommigen vermoeden, is de toenemende
invloed der Doema een gunstig teeken voor
de vrede. Integendeel, deze vergadering is,
evenals de meeste parlementen in Europa,
nationalistisch en wat de Tsaar als autokraat
misschien nog zou kunnen toestaan, dat
kan geenszins de volksvertegenwoordiging
doen, die meent in naam van het volk te
spreken en daarom den smaad van een neder-
laag niet kan dulden.
iferzorging der uit Engeland
uitgewezen Duitschers.
Men schrijft aan de Tel.
De uit Engeland terugkeerende uitgezette
Duitschers toonen zich by hunne aankomst
aan het grensstation Goch steeds uiterst
verwonderd, velen zelfs tot schreiens toe
bewogen, dat zij daar zoo liefdevol onthaald
worden op brood met vleesch en kaas,
alsmede op koffie, limonade enz. Zij heb
ben in Engeland de vaste overtuiging opge-
daan, dat in Duitschland vreeselijk honger
wordt geleden en hun eerste indruk is dan
ook, dat in hun vaderland nog groote
welvaart heerscht en de Engelsche couranten-
berichten schromelijk overdreven zijn. Zy
wanen zich dan ook in een EI Dorado als
zij de smakelijk gedekte tafels met eetwaren
zien. (Eerst later komt de ontgoocheling).
Degenen die familie of bekenden in hun
vaderland hebben, reizen zoo spoedig moge
lijk, na van de noodige pagsen te zijn
voorzien, verder. Als zij geen geld hebben
voor de reis, worden hun gratis plaats-
kaarten verstrekt. Degenen, die geheel geen
middelen van bestaan hebben en nog niet weten,
waarheen zij zich begeven zullen, of die geen
familiebetrekkingen hebben of niet met
hunne woonplaats bekend zijn, worden opge-
nomen in een even buiten de stad gelegen
kamp, waar tenten zijn opgeslagen, om de
lieden eenige dagen te huisvesten. Van
hier uit kunnen zrj inlichtingen inwinnen
naar hunne nabestaanden of trachten werk
te krijgen, waartoe hun van overheidswege
op de meest bereidwillige wijze hulp wordt
verleend. Gelukt hen zulks niet, dan wor
den zy na eenige dagen overgebracht naar
de grootere vluchtelingenkampen in Dort
mund en Hannover, die, voor langdurig
verblijf zijn ingericht en waar zij in steenen
gebouwen onder dak gebracht en verzorgd
worden.
Van ovefheidswege wordt voor de uitge-
wekenen uitmuntend gezorgd de bevolking
echter beschouwt hen over het algemeen
als minder gewenschte gasten, die komen
helpen den levensmiddelenvoorraad op te
eten. Vooral als blijkt, dat zij zoons in
de vijandelijke legers hebben, worden zy
door het publiek, b.v. als zy om inlich
tingen vragen of anderszins, soms zeer
onheusch behandeld.
Het zoete w:nstje.
Een interessanten blik in de werkwijze
van Duitsche handels-agenten die, door zich
bij leveranties voor het leger tusschen de
fabrikanten en het legerbestuur te plaatsen,
euorme winsten weten op te strijken, wordt
volgens de Tel. verschaft door een proces
wegens beleediging, dat dezer dagen voor
een gerechtshof te Berlyn behandeld is.
9