No. 6258. Zaterdag 7 Augustus 1915. 55e Jaargang. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. De Oorlog TWll'SDB BL-A-ID. Aan 't f s*ont bij Ypes*en. Uit Gent wordt aan de „Tel." over den strijd bij Yperen de volgende bijzonderheden gemeld, af'komstig van een Duitscb soldaat, die van het front terug was. ,/lk heb genoeg van die vreeselijke ge- vechten, altijd maar over 't zelfde terrein' vertelde de Quitscker. Bij 't Hooge, bij Zandvoorden, bij heuvel 60, stormden we over doodenWe vielen soius op de ontbonden lijken en zakten er met de handen door. Ik ben in de loopgraven van uit- putticg in slaap of wellicht in zwijm gevallen, en dan bleek het bij't ontwaken, dat ik boven op een dooden kameraad had gerust. Ik heb in April nog dooden zien liggen van October. De mijnontploffingen brengen beenderen en half vergane lijken boven. De begravenen hebben geen rust. Nog eens, een winter aan dat front Neen Ik sta niet meer tot aan de borst in 't water. Hoeveel van ons kregen daar een kogel, of een bomscherf, sloegen omver en verdronken. Ik heb er genoeg van. Geen stormloopen meer, waarbij de mi- trailleurs ons in den rug stonden, als een bedreiging tegen elke aarzeling. Liever de vlucht hier, dan een kogel ginds uit de browning van den officier. Want ook door eigen kogels zijn veel man- nen gevallen. Maar eveneens wraakoefening jegens oversten kwam voor. 'tis een hel ginds. Wat al soldaten zijn gebleven om dat vernield kasteel van het Hooge, naast den straatweg YperenMee- nen. Ik heb een bestorming meegemaakt, toen de Engelschen in de gebouwen ver- schanst waren. Wij joegen ze er uit, maar ten koste van hoeveel offers Ik heb Yperen zien branden. Wenamen de uitwerking der granaten waar. Ze barstten boven de brandende stad. 't Was of 't vuur regende. Bij Pilkem be3tormden we de Engelsche en Franscbe loopgraven met gasbommen. Dan trokken we voort. Doodend wat nog tegenstand kon bieden. Maar de meesten, die in de loopgraven gebleven waren, lagen bewusteloos. Toen verrasten we burgers, die bun hoeve nog niet verlaten hadden. In stoet leidde men ze naar West-Roozebeke en daar werden ze op den trein gebracht en naar steden achter 't front gevoerd. En bij Pilkem en Boesinge liepen paar- den, veulens, koeien, angstig rond. In een hoeve vonden we den boer en zijn vrouw doodgeslagen aan de taf'el. In een stal lagen runderen verkoold aaD den ketting. Jk zie nog die hellingen bij Zandvoorde en Zillebeke, vlakten van den dood, vol lijken, beenderen, gebroken wapens, uiteen- gescheurde zakken, stukken van uitrusting. En de reuk soms De stank van't water der Yperlee 't Ergste is dat gekerm of gehuil van gekwetsten die ge niet bereiken kunt en ge hoort sterven. Een stem, die verzwakt en eindelijk zwijgtEn ge weet, dat ook dit lot u treffen kan Het Belgische leger. De Secolo bevat een uitvoerig verslag van een onderhoud tusschen den koning der Belgen en den Belgischen afgevaardigde Destree. De koning heeft zieh met groote voldoening uitgelaten over de verrichtingen van het Belgische leger en over de dienst- neming van voor militairen dienst geschikte Belgen, die naar Engeland, Fraukrijk en Nederland waren uitgeweken. Zelfs uit het door de Duitschers bezette gebied hebben zich, ondanks groote gevaren, tal van be- woners voor dienstneming aangemeld, zoodat na een jaar oorlog het Belgische leger sterker is dan bij den inval der Duitschers. Wat in Dnitschlandl uit de staatskas Seeft. Majoor Dillon, van het Engelsche minis- terie van oorlog, gaf de volgende schatting Onder de wapenen op beide fronten bevinden zich 4 millioen Duitschers. Onder oefening 750.000. Op de spoorwegen een half mil lioen. Bij Krupp en in andere fabrieken 750.000. In de kolenmijnen, in de kleediug- magazijnen en andere werkplaatsen twee millioen. Totaal 8 millioen. Het aantal dooden, gewonden en zieken mag men op 2 millioen schatten. Rekent men thans, dat al de vrouwen en weduwen afhankelijk zijn van de staatskas dan komt men bij geringe schatting tot de slotsom, dat in Duitschland heden op een geheele bevolking van 70 millioen er 20 millioen zijn, die uit de staatskas gevoed moeten worden. jjGet is de vraag of Duitschland dat op den duur zal kunnen volhouden", zegt de Engelsche majoor. Vredesaposteien lafger-anseld, Zes vrouwen en negen mannen reden door Leicestershire (Engeland) en preekten aan alle hoeken vrede. Met weinig succes overigens. Toen een van hen den moed had te beweren, dat zij pro-Duitsch waren, werden zij door de menigte aangevallen en moesten in een apotheek vluchten, waar de politie hen verloste. Een hunner, die niet in de apotheek de wijk had kunnen nemen, werd deerlijk toegetakeld in een steeg gevonden. Toen de menigte vernam, dat een der vredesaposteien aan een sergeant van den wervingsdienst had gezegd, dat hij zich waardiger zou toonen, indien bij zijn uniform uitttrok in plaats van nieuwe vrij- willigers aan te werven, werd men zoo razeud nijdig, dat men de auto der apostelen in brand stak. Hoe Engeland en Duitschland er geldelijk voorstaan. Sir George Paish, de beroemde Britsche staathuiskundige geeft in de World een artikel over den finarcieelen toestand van het Britsche rijk. Hij komt tot de slotsom, dat na 12 maanden oorlog de hulpbronnen van Engeland nog onverzwakt zijn, terwijl het vlottend kapitaal grooter is geworden. Groot-Brittannie bezit ongeveer 400 mil lioen minder dan het zou bezitten als het geen oorlog zou hebben, maar het is niet armer, dan het voor den oorlog was. Paish schat, dat het geheele nationale iukomen met 20 pCt. is vermeerderd sinds het uit- brekeu van den oorlog en hij verklaart, dat, indien het heele land een derde van zijn grooter inkomen zal sparen, in plaats van een zesde van het kleinere inkomen, de uitgaven voor den oorlog uit het in komen alleen zouden kunnen worden be- taald. Wat Duitschland betreft haalt hij cjjfers aan om te toonen, dat het land zijn rijkdom weinig of niet heeft vermeerderd. Hij schat dat de financieele uitputung Duitsch land vroeger of later zal treffen, zijn moei- lijkheden om geld te krijgen zullen aan- zienlijk vermeerderen bij het voortduren van den oorlog deze moeilijkheden worden verhoogd door de buitengewone lasten door Oostenrijk en Turkije op het land gelegd. I Juitschland's inkomen is verminderd met 25 pCt. sinds het begin van den oorlog. Postverzending per vliegmachine. De /Matin" deelt mede, dat de Turkschen gevangenen van de Dardanellen, die alien op een ongenoemd eiland (in de Egeische Zee) bijeen zijn gebracht, toegestaan is, aan hun familie te schvijven. Daar er echter nog geen overeenkomst aangaaude de verzending dezer brieven is gemaakt, laten de Fransche autoriteiten ze door vliegers binnen de Turksche liuies afleveren. Engelsche duikboot in actie. Het is een van de grootste en nieuwste Duitsche torpedojagers, de //G. 196", die door een Britsche duikboot in den grond is geboord. Men is daarover in Engeland zeer tevreden, want er blijkt uit, dat de Britsche duikbooten niets minder zijn dan de Duitsche. Het is een bekend feit, dat torpedojagers voor duikbooten het gevaar- lijkst zijn, door hun groote snelheid in bewegen en wendeu en hun geringen diep- gang, die maakt, dat de afgeschoten torpedo dicht aan de oppervlakte zich bewegen moet. Dat de Britsche duikbooten zoo weinig van zich laten spreken, komt oradat zij zoo hoogst zelden een doelwit krijgen, schrijft de Daily- Mail. Wanneer zij een doelwit krijgen, gaat dit gemeenlijk naar de diepte. In de Oostzee en in de Zee van Marmora hebben de Britsche onderzeeers getoond, dat zij evenveel waard zijn als de Duitsche. Toch Japanners naar Europa Aan de //National Tidende wordt uit Parijs geseind, dat de uitzending van Japansche hulptroepen, ten getale van 500.000 man, een uitgemaakte zaak is. Deze troepen zullen over Wladiwostok naar het Russische front gaan. Vrouwen aan de draaibank. In de Etith-fabrieken van de bekende Engelsche wapenfabrikanten Vickers is de eerste groep van 45 vrouwen aan het werk gegaan. Zij behooren vcor een groot deel tot de hoogste aristrocratie. Zij, die zich aanmelden, krijgen een op- leiding, die drie weken duurt. Wie den het werk te zwaar vindt, mag zich terug- trekken, maar wie na afloop van den oefeu- tijd blijft, verbindt zich om gedurende zes maanden van Zaterdagnamiddag tot Maan- dagochtend in de fabrieken te werken tegen het gewone loon, dat een werkman verdien? en onder gewoon toezicht van de meester- knechts. De verstandhouding tusschen deze arbeid sters en de gewone werklieden is uitstekenc en zij doen hun werk flink en volstrekt niet als dillettanten. Uit Husland. De correspondent van de Times te War- schau zegt in een telegram dd. 31 Juli dat het Russische leger hoe langer hoe meer de moeilijkheid beseft, om de artillerie- aanvallen van de Duitschers te keeren. Na gesprekken gevoerd te hebben met soldaten, die tegenover dergeljjke aanvallen in Galicie, Zuid-Polen en de buurt van Warschau gestaan hebben, is de correspondent tot de slotsom gekomen, dat de eenige praktische oplossing deze is, om eerst en aanhoudend met een onbeperkte hoeveelheid artillerie- munitie aan te vallen, zoodat de vijand geen kans krijgt om zijn artillerie op een plaats samen te trekken en met de verdedigings- werken de verdedigers te vernietigen, wat dan een terugtocht van de geheele linie tengevolge heeft. Een aanval tegen den vijand, die niet slaagt, is nog altijd minder kostbaar dan een ROging, om stellingen tegenover zulk gen artillerie-vuur bezet te houden. Indien de Duitschers met behulp van nieuwe troepen met deze taktiek aan houdend kunnen doorgaan, is het enkeleen kwestie van tijd voor hen om mijl voor mijl door de Russische verdedigingswerken ten Noorden van Warschau heen te breken, den spoorweg af te snijden en de Russen te dwingen om Warschau te ontruimen. De correspondent van de Times seinde Maandag uit St. Petersburg, dat men van de 8 millioen man, die in Rusland bij den tweeden ban zijn ingedeeld, er voorloopig maar 2 millioen onder de wapenen denkt te plaatsen. Het is niet langer een geheim ver- volgt de correspondent dat Rusland sedert de oorlog begon, tusschen de zes en zeven millioen soldaten in het veld heeft gebracht en dat er Dog evenveel beschikbaar zijn om geoefend te wordeD. De mobilisatie werd uitgevoerd op een wijze, die de ver- wachtingen van zijn best ingelichte bond- genooten overtrof. Zij, die getuigen zijn geweest van het vervoer van troepen uit het binnenland naar de grens, zullen het schouwspel nooit vergeten. Langs het dubbele spoor van de grens van Moskou naar Brest bewoog zich een eindelooze optocht van treinen, twee naast elkaar, die dag en nacht onafgebroken aanhield. De mobilisatie was in 16 dagen voltooid een buitengewone prsestatie in een laud met zulke groote afstanden. De productie van wapenen en munitie reeft reeds een hoog eijfer bereikt en neemt snel toe. Als de binnenlandsche fabrieken en die van de bondgenooten het leger van alles voorzien zullen hebben, wat het noodig heeft, zullen de Russen den invaller slag .everen. Edison's werklaring. De //Manchester Guardian" bespreekt het intervieuw dat de //Matin"-correspondent met Edison heeft gehad en zegt: Edison beweert, dat het nu mogelijk is, een munitie-depfit in de lucht te laten springen door uit een afstand afgezondeu electrische golven. Dit is natuurlijk zeer goed moge lijk, als in dat munitie-magazijn een speciale inrichting is gemaakt voor het op- vaugen van de golven, maar Edison bedoelt waarschijnlijk, dat het hem ook zonder dat mogelijk is. Als dit zoo is, dan is er minstens eeue regeering, aan welke hij zijne vinding liever niet het eerst moest aanbieden. Italie moet nog steeds minder aangename herinne- ingen hebben aau de eenige jaren geleden daar genomen proeven met F-stralen. De uitvinder dier stralen beweerde, dat hij daar- mede op een afstand ontploffingen kon ver- oorzaken en wist dit in zijn voorloopige proeven zoo goed te doen, dat de regeering ernstig op zijn plan inging. Maar toen de beslissende proef, n.l. het opblazen van een oorlogschip, zou genomen worden, verdween de uitvinder en nam zijn geheim mede. Als het echter toch mogelijk mocht blijken kruitmagazijnen door middel van ethergolven in de lucht te doen springen, dan lijkt het ook gemakkelijk om op dezelfde wijze men- schen direct te dooden, met het gevolg dat oorlog onmogelijk zou worden om het feit alleen, dat de vechtmiddelen te krachtig worden. Edison's verklaring, ze mogen dan juist of onjuist zijn, roept voor ons geestesoog een tijd op, dat iedere natie over zoodanige strijdmiddelen zal beschikken, dat niemand ze meer zal durveu gebruiken. "k wee personen dood- geschoten. Met meldt uit Budel aan de Meierjjsche Courant Zoo juist vernemen wjj, dat een vrouw te Coulille, die in een bootje met drieanderen bij de zoogenaamde Kettingbrug de Kern- pensche vaart wilde oversteken, door de Duitschers is doodgeschoten. Nader wordt gemeld, dat een vrouw van 23 jaar en een man van 60 jaar zijn doodge schoten. Zes anderen konden zich op Nederlandsch gebied redden. De vrouwen hadden niet minder dan 6000 brieven bij zich. De proclamatie van den Keizer. De Duitsche conservatieve pers is naar de Tel. meldt, opgetogen over de procla matie van den Duitschen Keizer, vooral over de passage omtrent de vrije zee", waarin zij een aanwijzing ziet, dat de Keizer zich voorstelt Belgie te behouden. De „Kreuz Zeitung" schrijft Onverzettelijk, vastbesloten, vol rustig vertrouwen, wijst de Keizer het Duitsche volk 'tdoel, waarom gestreden wordt. Met zijn keizer wil ook het Duitsche volk slechts dien vrede, welke Duitschland de noodige militaire, politieke en economische waar- borgen voor de toekomst biedt en het heeft in het eerste oorlogsjaar zijn blik verscherpt voor de voorwaarden tot het onbelemmerd ontplooien van zijn scheppende kracht in het land en op de vrije zee. Het heeft geleerd dat het niet op de vriendschap van tegenwoordige vijanden, doch slechts in zooverre op vrijheid voor zijn bestaau en zijn werkkracht heeft te rekenen, als het deze met nog grooter kracht dan tot dusver kan afdwingen. Het weet, dat daartoe ook grootere rijksgrenzen behooreD, die een ver- hooging en versterking van onze dijken en muren in Europa beteekenen en beschermde uitwegen naar de vrije zee openen. Het wil alles, wat hiertoe noodig en met Duitsch bloed reeds bevochten is, vasthouden, be- veiligen en versterken. Zoo vereenigt zich het besluit van het Duitsche volk met dat van zijn Keizer, om, zonder te wankelen, vol te houden en den grooten strijd voor Duitschlands macbt en vrijheid, hoe lang hij ook mag duren, in eere te voeren, Het vrij-conservatieve blad Berliner Neueste Nachrichten" schrijft Geen veroveringszucht heeft ons gedreven, toen wij de Russische uitdaging en nood- zakelijker wijs ook den strijd met Eugeland en Frankrjjk, zijn loerende medeplichtigen aanvaardden, omdat wij haar moesten aan- vaarden. Nu echter, nu men ons zoo ver heeft gebracht, nu steken wij het zwaard ook niet weder in de scheede, voordat wij een vrede verkrijgen, //die, zoo zegt de keizer woordelijk, ons de noodige militaire, poli tieke en economische waarborgen voor de toekomst biedt en de voorwaarden vervuit voor het onbelemmerd ontplooien van onze scheppende kracht in het land en op de vrije zee". Dat kaD moeilijk verkeerd uitgelegd wor den, zegt het blad. Deze uitdrukkelijke verklaring zal in alle Duitsche harten bij- zonder bezielend werken, want zij legt voor alien de onwrikbare overtuiging van den hoogsten leider van de Duitsche natie vast, dat wij die //voorwaarden" en //waarborgen", die wij voor onze nationale toekomst als conditio pacis sine quo ante, niet hadden. Wat daaruit volgt kan, als gezegd, niet verkeerd begrepen worden. Het allerminst de toespeling van den keizer op de //vrije zee" die ons, om zoo te zeggen, het eind- doel van den oorlog onthult, uit denzelfden mond, die voor zwaard en pen in gelijke mate het beslissende doel vaststelt. Uit Oostenrijk-Hongarije. Men schrijft uit Weenen aan de N. El. Crt. De verovering van Lublin is voor het Oostenrijksche leger een bijzonder heuglijke zaak. Want tegen die stad werd, nu haast een jaar geleden, de eerste aanval gericbt. De generaals Dankl en Auffenberg dreven toen de Russische legers bij Krasnik en Zamose voor zich uit en stonden weldra in het gezicht van die stad. Maar toen bereikfe hen het onheilze moesten terug, ze werden verslagen en niet lang daarna bielden de Russen hun intocht in Lemberg. Wij zijn nu een jaar verder, maar hoeveel beter is Oostenrjjk-Hongarpe er thans aan toe. Galicie heroverd, Warschau en Iwan- gorod halt ingesloten. Bij de Narew door het leger van den vijand gebroken en de linie tusschen de Wieprz en de Boeg geforceerd. Op het oogenblik zijn de centralen aan de winnende hand, en komen er geen nieuwe vijanden meer by, dan hoopt men hier op een goeden afloop. Maar dit is nu de groote quaestie. De houding van den Balkan blijtt onzeker en de vijandschap van een of meer van die landen zou voor Oosteurijk- tlongarije noodlottig kunnen worden. Een inval in Hongarije, dus in den rug van de monarcbie, zou van zeer groote gevolgen kunnen zijn. Dit weet de ententevan daar haar streven naar hulp bij den Balkan. Gelukkig voor Oostenrijk-Hongarije, dat er op den Balkan niets kan gebeuren zonder Bulgarije, en daar laat men geen man marcheeren alvorens Macedonie in de hand te hebben. Daar elk van de Balkanstaten een stuk land van zijn buurman wil hebben, is samenwerking haast onmogeljjk. Daarby komt het feit dat de Russen ge stagen zijn en alle aanvallen tegen Kon- stantinopel mislukt. Dit geeft stof tot nadenken en is een reden om niet te hard van stal te loopen. Overigens zou met uitzondering van Servie een Russisch Konstantinopel de dood zijn van de vrijheid van alle Balkanstaten. floewel dus een optreden van die landen altijd mogelijk blijft, is de kans op het oogenblik gering. Als de centralen zich van de Boeg zullen hebben meester gemaakt, dan zuilen zij zich, verwacht men, daar ingraven en hun offensief in een defensief veranderen. Wij krijgen dan aan dat front de tactiek van afknabbelen. De ofiicieren, die ik gesprokeu heb, zeggeu my alien, dat het Russische leger totaal in de war is, al vechten de soldaten ook zeer goed. Zij zeggen, dat de Russische opperbevelhebber de bevelen geeft om Polen tot een woestijn te maken, de dorpen te verbranden, de oogst te ver- nielen en de bewoners weg te voeren. De taktiek van 1812 is een bewijs, heet het, dat Rusland voor een offensief niet meer in staat is. Voor Oostenrijk-Hongarije is by den huidigen stand van zaken de oorlog misschien nog een geluk. Want op wat voor hellend vlak de monarchie stond, dat is in den oorlog opnieuw gebleken. Binnenslands wemelde het van verraders en buitenslands werd zij geringschat, goed om verdeeld te worden als Turkije. In Galicie waren het de Alpolen, de orthodoxe popen eD sommige lloetenen, die keizer en land verrieden. In Bohemen waren het de radicale Tsjechen. Weluu, al die lui zien dat zij zich vergist hebben, dat het land niet uit elkaar valt en de vijand verdreven wordt. En nu zenden Tsjechische steden, die er vroeger niet aan gedacht hadden, adressen van verknochtheid aan den keizer. En de Alpolen, die van een Poolsche autonomic drootnen, onder het gezag van den Tsaar, zijn ook niet zuinig met loyauteitsbetuigingen, nu het blaadje gekeerd is. Daarentegen, heeft prof. Masaryk, die een gematigde Tsjech is en absoluutgeen Deutschenfresser" toch in Geneve voordrachten tegen Oostenrijk gehouden, die zoo erg waren, dat hem de terugkeer op straffe van hoogverraad naar zijn vaderland onmogelijk is geworden. En vraag ik hoe dat komt, dan antwoordt men hier //omdat die menschen, toen het ons in den winter zoo slecht ging, toen Galicie haast heelemaal veroverd was en de doorbraak door de Karpathen scheen te gelukken, aan het voortbestaan der monar chie hebben gewanhoopt en als Slavisch volk bytijds bij Rusland een plasdankje hebben willen verdienen." Men is hier van meening, dat de oorlog nog tang zal duren en in Rusland een sleepend karakter zal krijgen. Niet, zooals sommigen vermoeden, is de toenemende invloed der Doema een gunstig teeken voor de vrede. Integendeel, deze vergadering is, evenals de meeste parlementen in Europa, nationalistisch en wat de Tsaar als autokraat misschien nog zou kunnen toestaan, dat kan geenszins de volksvertegenwoordiging doen, die meent in naam van het volk te spreken en daarom den smaad van een neder- laag niet kan dulden. iferzorging der uit Engeland uitgewezen Duitschers. Men schrijft aan de Tel. De uit Engeland terugkeerende uitgezette Duitschers toonen zich by hunne aankomst aan het grensstation Goch steeds uiterst verwonderd, velen zelfs tot schreiens toe bewogen, dat zij daar zoo liefdevol onthaald worden op brood met vleesch en kaas, alsmede op koffie, limonade enz. Zij heb ben in Engeland de vaste overtuiging opge- daan, dat in Duitschland vreeselijk honger wordt geleden en hun eerste indruk is dan ook, dat in hun vaderland nog groote welvaart heerscht en de Engelsche couranten- berichten schromelijk overdreven zijn. Zy wanen zich dan ook in een EI Dorado als zij de smakelijk gedekte tafels met eetwaren zien. (Eerst later komt de ontgoocheling). Degenen die familie of bekenden in hun vaderland hebben, reizen zoo spoedig moge lijk, na van de noodige pagsen te zijn voorzien, verder. Als zij geen geld hebben voor de reis, worden hun gratis plaats- kaarten verstrekt. Degenen, die geheel geen middelen van bestaan hebben en nog niet weten, waarheen zij zich begeven zullen, of die geen familiebetrekkingen hebben of niet met hunne woonplaats bekend zijn, worden opge- nomen in een even buiten de stad gelegen kamp, waar tenten zijn opgeslagen, om de lieden eenige dagen te huisvesten. Van hier uit kunnen zrj inlichtingen inwinnen naar hunne nabestaanden of trachten werk te krijgen, waartoe hun van overheidswege op de meest bereidwillige wijze hulp wordt verleend. Gelukt hen zulks niet, dan wor den zy na eenige dagen overgebracht naar de grootere vluchtelingenkampen in Dort mund en Hannover, die, voor langdurig verblijf zijn ingericht en waar zij in steenen gebouwen onder dak gebracht en verzorgd worden. Van ovefheidswege wordt voor de uitge- wekenen uitmuntend gezorgd de bevolking echter beschouwt hen over het algemeen als minder gewenschte gasten, die komen helpen den levensmiddelenvoorraad op te eten. Vooral als blijkt, dat zij zoons in de vijandelijke legers hebben, worden zy door het publiek, b.v. als zy om inlich tingen vragen of anderszins, soms zeer onheusch behandeld. Het zoete w:nstje. Een interessanten blik in de werkwijze van Duitsche handels-agenten die, door zich bij leveranties voor het leger tusschen de fabrikanten en het legerbestuur te plaatsen, euorme winsten weten op te strijken, wordt volgens de Tel. verschaft door een proces wegens beleediging, dat dezer dagen voor een gerechtshof te Berlyn behandeld is. 9

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 5