is 81 1-3 H ALBEMEEN NIEUWS- EH ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6258. Zaterdag 7 Augustus 1915. 55e Jaargang. Schoolgeld. ABONNEMENT: ADVERTENTlfiN Telefoon 23. Dit Blafl verschijnt Maandag+ Woensdag- en Yrijdagavond, nitgezondferd op Feestdagen, hU de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Nenzen. blad. Verstrekken Regeeringsbrood. B1NNENLAND. FSUILLETON. Per 3 maanden binnen de stad 1—Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /l.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. De lands I'orm. Van den lands form, jaarklasse 1915, zullen landstormplichtigen worden ingedeeld alleen bij de infanterie en de genie. Van de infanterie zullen na opkomst bij de depots ook manschappen worden bestemd voor administratietroepen, geneeskundig per- soneel, etappe, autodienst en wielrijders. Voor dsn etappe-autodienst worden zoo- veel mogelijk bestemd chauffeurs en andere deskundigen in bet aulomobielvak. (Hbl.) Maximumprijzen. De Stct. (no. 179) bevat de volgende lijst van eenige der meest voorkomende artikelen met daarvoor aangenomen maximumprijzen. (Deze prijzen hebben uitsluitend be trekking op de gewone qualiteiten. De luxe-sorteerin- gen, waarvoor in gewone tijden reeds veel hoogere prijzen worden betaald, blijven bui ten aanmerking. Groothandelprijzen. Regeeringstar- wemeel (bij verkoop op meelkaart) per 100 K.G. 13,50, tarwebloem (gebuild inlandsdi) per 100 K.G. 20,75; tarwemeel (ongebuild) per 100 K.G. 17,50; bo ter (bij verpakking in wit fust van 50 K.G.) f 1,40; bo ter (bij verpakking in wit fust van 25 K.G.) /1,41; boter (bij verpakking in Delftsch of Leidsch fust van 20 K.G.) 1,45; boter (bij verpak king in Delftsch of Leidsch fust van 10 K.G.) 1,46, alles per K.G.volvette jonge Goudsche en Edammerkaas met rijksmerk (1) f 42,00; volvette jonge Goudsche kaas (1) 40,00; jonge Edammerkaas (40 -j-) (1) f 39,00; jonge Goudsche kaas (40 -)-) (1) f 38,00; kaas in Edammer- en Goudsch mo del (30 (1) 33,00; kaas in Edammer- en Goudsch model (20 (1) 28,00; ma- gere Edammer- en Goudsche kaas 18,00; Friesche nagelkaas (1) f 21,00, alles per 50 K.G.suiker (witte geraffineerde) per 100 K.G. f 48,50; zeep (zachte, groene of gele) per 120 K.w. 30,25. j K lei nh andejprij zen. Regeerings- brood (bij verkoop op meelkaart) 0,12; tarwewaterlwood (gebuild) 0,24; tarwewa- tej-brood (gebuild) (gebakken onder rabbi- naal toezicht) 0,25; tarwebrood (onge build: bruinbrood) 0,201/2; roggebrood (zie noot 2); regeeringstarwemeel (bij verkoop op meelkaart) 0,16; tarwebloem (gebuild in- landsch 0,26; tarwemeel (ongebuild) f 0,22; boter 1,60, alles per K.G.; volvette jonge Goudsche en Edammerkaas met rijks merk (1) 0,571/2; volvette jonge Goudsche kaas (1) 0,55; jonge Edammerkaas (40+) (1) f 0,55; jonge Goudsche kaas (40 -j-) (1) 0,50; kaas in Edammer- en Goudsch mo del (30 (1) 0,421/2; kaas in Edammer- en Goudsch model (20 (1) f 0,371/2; nia- gere Edammer- en Goudsche kaas 0,271/2; Friesche nagelkaas (1) 0,30, alles per 1/2 K.G.; koffie (Santos) per K.G. f 1,16; ci- chorei (in pakjes) per 0,1 K.G. 0,06; sui ker (witte geraffineerde) f 0,55; zout /0,09; zeep (zachte, witte of gele) f 0,32; soda 0,07, alles per K.G.; petroleum per L. 0,11. Omtrent rijst, havermout, Bo omen, erwten, aardappelen, uien, kool, verschillende inge- maakte groenten, margarine en raapolie is een prijsregeling nog in overweging en zal nader worden kenbaar gemaakt. De hierboven vermelde prijzen gelden voor de maand Augustus, behoudens vroe- gere vervanging. Klachten over niet-inachtneming van bo- venvermelde maxima, alsmede wenschen om voor bepaalde op de lijst niet vermelde arti kelen maxima vast te stellen, of wel om met het oog op plaatselijke omstandigheden voor een bepaalde gemeente wijziging in de maxima te brengen, behooren gericht te wor den tot den burgemeester. ZEVENDE HOOFDSTUK. Denzelfden avond, den laatsten dag voor het huwelijk van zijn docliter, herinnerde Liebreich zich, dat in het schrijftafellje van zijn vrouw nog haar kleine sieraden moes- ten liggen; het waren wel onheduidende en eenvoudige ding en, maar hij wilde ze het meisje toch meegeven, voor zij van hem wegging. Hij had in zijn droefheid en in de lafhar- tige vrees voor iedere smartelijke herinne- ring de schuiflade van het eenvoudige meu- bel, waarin zijn Dora kleine gedachtenissen of snuisterijen bewaarde, na haar dood niet geoper.o. \ield was er niet in, dat wist hij wel, en hij vermeed het terugzien van de bekende kleinigheden, die zij bezeten had, omdat zij treurige herinneringen zouden op- wekken. Marie kon er nu van medenemen, wat zij wilde. Om op geenerlei wijze lastig gevallen te wor den, overhandigde hij Marie den sleutel eerst, toen hij tegen tien uur op het punt stond den salon te verlaten. „Hier, kind", sprak hij leeder. ,,Kijkmaar eens, wat uw goede moeder zooal heeft be- waard. Veel zal het niet zijn, maar ik heb zel'f gezien, dat zij haar sieraden er in legde." Hij kuste haar op het voorhoofd. „Vader, dit is de laatste avond dat ik bijl u ben!" Zij klernde zich aan hem vast. ,,Laat, laat maar!" Hij schoof haar van zich af en ging vlug, vergezeld van zijn Een fraaie uil'noodiging! In de „Fortnightly Review" van Augustus noodigt de schrijver, die onder den naam En Vedette schuil gaat, Nederland nogmaals uit, aan den oorlog mee te doen. Het is nu „Hollands kans". Wordt Belgie of blijft Belgie Duitsch, dan is het met Nederland gedaan. Dat ziet men hier te lande zoo de schrijver meer en meer in. Belgie vertrouwde op zijn „vod papier" in plaats van een millioen soldaten op de been te brengen. Het lijdt nu door de fou- ten van zijn politici, die meenden dat Bel- hondje, den salon uit. Marie zonk op een stoel neer en verborg haar gelaat in dc handen. O, welke moei- lijke uren! Maar wat hielp het? Haar moe- deloosheid affschuddend, sprong zij op. De kleine schrijftafel stond, met eenige waardelooze beeldjes en vaasjes, in een bpek ongebruikt, bijna geheel vergeten. Het meisje herinnerde zich, dat haar ge- liefde moeder dikwijls daarin bezig was ge- weest. Zij had er ook reeds over gedaclit de lade te gebruiken, maar haar vader had! het niet gewild. En in zoo'n langen tijd^ twee voile jaren, had hij de schuiflade in het geheel niet geopend. Zij haalde de lamp van de t af el, stak den sleutel in het slot en trok de lade open. Daar lag dadelijk bovenaan een dikke brief, die aan haar geadresseerd was. „Aan mijn goede dochter Marie Liebreich van haar moeder." Met bevende handen greep zij er naar. Er hadden twee jaren moeten verloopen, voor zij dezen schat, dezen laatsten groet van de dierbare ontslapene, in handen kreeg! Het kwam haar voor, als was haar een groot onreeht aangedaan, door dit testament zoo lang voor haar weg te houden. Nu her innerde zij zich de toespelingen van haar vader, op iets ernstigs in het verleden van haar ouders. Zou zij misschien nu naar den wensch van haar moeder en door haar eigen hand te weten komen, wat er voor haar verborgen was gebleven? Hoe angstig klopte haar hart in gespannen verwachting, terwijl zij den omslag van den brief met vrees opende! Deze bevatte een paar dicht beschreven vellen papier en een tweede bridf in open omslag. Deze droeg het opschrift: „Aan mijn lieven vader, den landgoedbezitter Dielrich Kruse te Haiddorf bij Soltau". gie te goed door anderen beschermd was om het noodig te maken zich zelf te be- schermen. Laat Nederland die les ter harte nemen. Het weet, dat als de bondgenooten er niet in slageh, de Duitschers uit Belgie le gooien en uitgeput zich aan den strijd onttrekken, het zelf dat op eigen hand niet zal vermogen, en dan zal het later berouw hebben, dat he! ni«t door op het rechte oogenblik in te grijpen de schaal heeft doen doorslaan en daarrnede zijn buur en zich- zelf niet de vrijheid verzekerd heeft. O, mocht er voor Hollands eigen belang, zoo- wel als voor de belangen van de mensch- heid in het algemeen, een Willem de Zwij- ger of een Willem de Derde opstaan! En Nederland is niet machteloos, pleit de schrijver verder. Zijn strategische positie de waterlinie, ongelijk sterker dan de Maaslinie van Belgie maakt het onge- woon sterk. Met zijn linkervleugel op de waterlinie rustende, zou het Nederlandsche leger zijn aandaeht kunnen samentrekken en de overgangen niet alleen van de Maas, maar van „de belangrijke kanalen die er evenwijdig aan loopen" De erkenning, dat ten Westen van de Nederlandsche Maas de opmarsch langzaam zou zijn, was waar- schijnlijk de reden waarom de Duitschers in Augustus niet het Nederlandsche grondge- bied hebben geschondcn. toen de meeste militaire autoriteiten verwachtten, dat zij hel zouden doen*' Hij becijfert vervolgens, dat ons leger nu bestaat uit 260.000 man. Met die 260.000, het dubbele van wat Belgie in Augustus klaar had, behoeft ons land niet te vreezen, gelijk Belgie, onder den voet te worden ge- loopen. Om de Duitschers neer te werpen, heb ben Engeland en Frankrijk alle mogelijke hulp noodig, geen hulp, van welken kant komende, mag onvoorziehtiglijk verworpen worden. En hoe kan Nederland er buiten willen blijven, vraagt de schrijver, nu het evengoed als hij weet, dat de bondgenooten den strijd van zijn onafhankelijkheid strij- den? Nederland wordt net zoo goed met onderwerping onder 't Duitsche juk be- dreigd als Engeland en Frankrijk. Zijn be lang is dus duidelijk: op het juiste oogen blik toe te slaan, n.l. wanneer zijn meedoen den toestand een beslissenden keer kan be- zorgen. Zelfs als alles prachtig gaat, zullen de Hollanders er bij willen zijn, maar te meer, wanneer het niet zoo goed gaat. Alle onzij- dige staten zullen inzien, dat Duitschland (en Oostenrijk) verpletterd moeten worden. Er zijn in Europa nog negen landen onzij- dig. Met uilzondering misschien van Spanje zal hun heden en toekomst er onder lijden indien zij niet aan den oorlog deelnemen. Neem Zwitserland! Wint Duitschland het, dan zal het alleen bestaan bij de genade van den Berlijnschen meester. Maar Ne derland heeft het meest van een Duitschen overwinnaar te vreezen. Slechts door met- terdaad in te grijpen zal Nederland voorko- men, dat bij een overwinning van Duitsch land het lot van Belgie het treft, of dat het aan waardigheid en achting in de wereld verliest. Onzijdigheid is een achtenswaar- dige houding, zoolang er wordt gevochten om krijgsroem of uit ouden volkshaat, maar Marie legde den brief op tafel, trok den stoel dicht bij de lamp en begon de aan haar gerichte woorden van liaar overleden moeder onder diepe ontroering te lezen. Het schrijven luidde als volgt: „Lieve Marie!is Nu ik weet, dat ik niet lang meer zal leven, wil ik iets, dat ik verzuimd heb, her- stellen. U van mijn jeugd vertellen en meteen belasten, dezen inliggenden brief, dien gij lezen moogt, aan zijn adres te be- zorgen. Het valt een moeder niet licht, haar jong kind te moeten bekennen, dat zij geen goede dochter is geweest, en dat zij van haar bra- ven vader zonder zijn zegen is gescheiden, en nu onverzoend met de bloedverwanten, uit het leven wordt weggehaald; wanneer gij echter met den inliggenden brief bij mijn vader komt en voor mij vergiffenis smeekt, zal hij de doode, diep berouwhebbendie, to eh nog vergeven, dat zal mij aan gene zijde des grafs bij mijn genadigen God vrede schenken. Ik heb er vreeselijk berouw over, dat ik geen geduld had, om te wachten en steeds weer opnieuw te verzoeken, misschien dan was mijn vader zachter gestemd geworden en van gedachten veranderd; maar ik heb er nu en nooit berouw over gehad, dat ik mijn Emil gevolgd ben, want wij hebben el- kander onwankelbaar lief gehad. En daar ik geloof, dat zulke liefde recht geeft, haar trouw te zijn, zoo geloof ik ook. vergiffenis te verdienen en te krijgen. Deze troost zal mij in mijn laatste uur verblijven en mij den donkeren weg verlichten. Nu zult gij echter, lieve Marie, de gesehie- denis van uw ouders naar waarheid en zon der bemanteling vernemen. het is lafhartige verloochening van plichten der gemeenschap, als men toelaat, dat een groote misdaad in eenige maanden de be- schaving van eeuwen vernietigt. Ten slotte stelt de schrijver ons gerust. We hoeven niet bang te zijn. De Duitschers zijn zoo sterk niet meer als toen zij Belgie overstrooinden. Nu is het juiste oogenblik om aan een Duitschen inval het hoofd te bieden. Bovendien zullen wij bondgenooten hebben, die, onverschillig of Nederland er al dan niet bij komt, 111 oeben aangroeien „totdat het zoo goed als eenzaam en alleen staat te midden van epn verontwaardigde en afkeurende wereld." Nu is er voor Neder land, dat zooveel voor de vrijheid heeft ge daan, nog een plaats in de voorhoede. Er is nog een reden, waarom het er op aankomt, dat Nederland meevecht. Zijn stra tegische positie is de gewichtigste in West- Europa, en het moet meedoen, wil er een dramatische keer komen in den langduri- gen loopgraaf-oorlog van Nieuwpoort tot de Vogezen. De Duitschers hebben van Belgie een vesting gemaakt. Alleen Nederland kan die geweldige stelling omlrekken en de deur openen voor een nieuw oorlogstooneel, waar- door de vesting Belgie haar waarde zou verliezen. Daarom zou de medewerking van Nederland zoo welkom zijn en zoo hoog worden gewaardeerd. „Wil Nederland de kans waarnemen om zijn eigen belang te verzekeren en de bondgenooten den groot- sten dienst te bewijzen waaraan zij behoefte hebben?" Het zal dan ook Belgie een nieuw martelaarschap besparen en een rol spelen, zijn geschiedenis waardig. Het „Centrum" zegt in een beschouwing over dit artikel, dat het niet te verwachten is, dat der gelijk geschrijf veel uitwerking zal hebben op de stemming in ons land. Geen vreemdeling, noeh ten Westen, noch ten Oosten, of waar ook, behoeft ons voor te schrijven, welke onze taak is en wat ons belang vordert. Wij kunnen dat zelven het best beoordee- len en de leiding onzer zaken berust bij de Regeering in Den Haag. Nederland wil den vrede en niet den oorlog. Het heeft van meet af aan een onzijdig heid betracht, waaraan nog kort geleden zoowel van Engelsche als van Duitsche -zijde recht is wedervaren. Wij willen die onzijdigheid handhaven naar alle kanten en ons door geen der strij- dende partijen als troefkaart laten uitspelen, of als stormram gebruiken. Wij verkeeren niet in de positie van de Balkan-Staten en gaan niet uit op verove- ring van grondgebied. Wij hebben trouwens te veel van den oor- logsgruwel moeten aanschouwen, om daar- aan nog grootere uitbreiding te willen geven. Wie de rust en de vrije ontwikkeling der volken wenscht, en het behoud van een be- lioorlijk evenwicht in Europa, verlangt ook geen verplettering van de eene of andere mogendheid, maar hoopt vurig, dat de stem, die op den verjaardag van den oorlog uit het Vatikaan over de wereld ging, spoedig weerklank moge vinden bij de Europeesche Kabinetten. Mijn vader is een welgesteld landgoedbe zitter op de Luneburger heide. De men- schen noemen hem heereboer, Iandbouw- kundige, maar hij zegt: „Ik ben en blijf een boer". De boer heeft ook zijn trots, kind, en zelfs de verstandigsten en besten willen niets van de stadslui weten. Mijn vader was niet de oudsle zoon en dus niet de erfgenaam van de boerderij ge: weest, maar zijn oudere broer, een beetje zwak van gestel, maar een goed hoofd voor leeren, had zich met een flinke som geld laten afkoopen. Hij is reeds lang geleden naar de kweekschool voor onderwijzers te Bederseka gegaan en heeft daar gestudeerd. Hij werkte flink en is hoofd van een school geworden; hij heeft een zoon nagelalen, die het reeds tot dominee heeft gebracht. In dien tijd waarvan ik u vertellen wil, was dominee Friedrich KTuse tot onze gemeente gekomen en had met vrouw en kind in de pastorie zijn intrek genomen. Den neef als geestelijk raadsman in zijn nabijheid te heb ben, was mijn vader zeer aangenaam. Bij ons zijn slechts drie dochters geweest, maar geen zoon, om de boerderij eenmaal over te nemen, wat mijn vader dikwijls ver- drietig vond. Hij had natuurlijk gewenscht, dat zijn dochters flinke boerenzonen uit den goeden stand huwen zouden. Met onze oud- ste zuster, die eenmaal Krusenhof zou erven, is het weldra naar den wil van mijn vader gelukt. In het naburige dorp op een groote bezitting was een tweede zoon, die zich er over verbeugde, door een huwelijk lid van onze familie te worden. Daar vader nog krachtig was, kocht hij voor Trina en Hendrik Beerman in onze nabijheid een kleine boerenhofstee en zeide, wanneer hij niet meer goed kon, zou hij daar zelf gaan wonen. Zij zouden dan rui- len en Beerman zou zich op Krusenhof ves- De oneetrlijke mededinging. „Staatsblad" n° 365 bevat de wet van 2 Augustus 1915, tot aanvulling van het Wetboek van Strafrecht met een nieuw artikel ter bestriding van de oneerlgke mededinging. De duurte. Door het Hoofdbestuur van den Christ. Nationalen Werkmansbond en het Nederl. Luthersch Werkliedenverbond, te zamen ongeveer 15.000 werklieden vertegenwoor- digende, is aan de Regeering een adres verzonden, met dringend verzoek stappen te willen doen om zoo mogelijk de meest voorkomende levensmiddelen goedkooper beschikbaar te stellen. Dit adres, hetwelk verzonden werd voor dat nog het uitvoer- verbod van aardappelen genomen was, legt met name den nadruk op de hooge prijzen van dit meest voorkomend voedingsmiddel van den werkman, alsook op enkele groente- soorten, spek' en vet. Tevens wordt de aandaeht gevestigd op den hoogen prijs der brandstoffen en dien van het brood van gebuild tarwemeel. Met dankbare erkenning voor het vele goede door de Regeering reeds gedaan, wordt met vrij- moedigheid de wensch kenbaar gemaakt, dat ook ten opzichte van genoemde punten zal worden getracht, de arbeiderskringen tegemoet te komen, en deze in bun zwaren strijd om het bestaan te helpen, meldt de tfNed." jEen Schippersbond. In eene Dinsdag te Amsterdam onder leiding van den heer Vlieger, secretaris van bet hoofdbestuur der vereeniging //Schutte- vaer", gehouden vergadering is naar de H. Crt. verneemt besloteu tot de oprichting van een schippersbond. Reeds een honderdtal schippers zijn tot den bond toegetreden. In verschillende plaatsen van ons land zullen vergaderingen worden be- legd om toetreding der schippers te bevor- deren. De bond stelt zich ten doel ver- betering voor de schippers in het algemeen te verkrijgen. Men zal zoo spoedig mogelijk overgaan tot het vaststellen van een minimum- vrachttarief voor bet geheele land. Het JBritsche steenkolenuitvoer- verbod. In verband met het Britscbe steenkolen- uitvoerverbod vernam de Q. Crt. van zeer bevoegde zijde, dat omtrent een verbod van uitvoer van 9teenkolen naar neutrale landen officieel nog niets bekend is. Gewezen werd er op dat, wat de levering van steenkolen aan ons land betreft, Enge land hieraan van 20 tot 30 pCt. deelneemt, terwijl van Duitsche steenkool ongeveer 70 pCt. naar ons land wordt ingevoerd. Ongerustheid behoeft dus een eventueel verbod van Engelsche zijde vooralsnog niet te wekken, aangezien de levering van Duitsche zjjde zal blijven gesehieden, voor tigen. Zij zijn gehuwd en op de kleinere plaats begonnen. Toen ik uit Haiddorf weg ging, had Trina reeds drie jongens en een meisje; zij leefden op goeden voet met el- kaar en kwamen goed vooruit. Vader deed echter voor die jongelui, wat hij kon. Mijn tweede zuster Rika was zwak van ge stel. Ik geloof, dat zij onzen neef Friedrich Kruse, den dominee, gaarne had willen heb ben en dat zij het slecht kon verdragen, dat hij een ander nam. Nu ging zij vriendschap- pelijk met hem om, ging iederen Zondag ter kerke, was ook dikwijls bij zijn vrouw, die zij hielp, zooveel zij kon. Wanneer men over huwen sprak, zeide zij, dat zij dat nooit zou doen; zij was niet gezond genoeg en wilde ook haar vader niet verlaten. Toen hij zag, dat zij het werkelijk meende, praatte hij er in 't geheel niet meer over. Ik ben vijf jaar .jonger dan Rika, en daar mijn moeder vroeg gestorven is, zoo kan ik haar mij niet meer herinneren. Rika heeft mij groot gebracht, en wij hielden veel van el- kaar. Zij had altijd iets verstandigers over zich dan men van haar zou verwachten, en ik was een vlug vroolijk meisje, dat haar zuster dikwijls moeite bezorgde. Men zeide ook, dat vader het meest van mij hield, en mij meer mijn gang Liet gaan dan de anderen; dat kwam daardoor, dat ik het meest op mijn overleden moeder geleek. Toen ik ouder werd en hoorde, dat Rika niet wilde huwen, geloofde ik, dat ik het ook niet zou doen en zeide dikwijls: „Rika, wij blijven bij elkaar." Dan lachte zij ien zeide: „Pas maar op, wanneer de rechte man komt, dan hap je toe en je gaat toch weg." (Wordt vervolgd). 1 CO U RANT. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ter kermis dat het kohier van het school- geld voor het openbaar lager onderwijs in deze gemeer.te, over hel 3e kwartaal 1915, in afschrift, gedurende vijf maanden op de secretarie der ge- meente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Ter Neuzen, den 2 Augustus 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend dat wegens handhaving door de regeering van den vorigen meelprijs voor deze gemeente met ingang van 10 Augustus aanstaande de prijs van het Regee- ringsbrood wordt bepaald op 12 cent per K.G. Ter Neuzen, -den 6 Augustus 1915. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. (4) Deze prijzen zijn niet van toepassing op oude kaassoorten, room- en lunchkaas, Leidsche- en Delft- sche komijnekaas en kaas bereid onder Rabbinaal toezicht. Onder kaas gemerkt 40 30 of 50 -P wordt kaas verstaan, welke respectievelijk 40 pCt. of meer, 30 pCt. of meer, of 20 pCt. of meer vet in de droge stof bevat. Bij verkoop van kaas aan detailhandelaren kan f 2,boven den maximumprijs voor verkoop in het groot in rekening worden gebracht, indien de hoe- veelheden ten hoogste 50 K.G. per zending en per week aan denzelfden afnemer bedragen. Opgemerkt wordt nog, dat de vorenbedoelde prijzen slechts betrekking hebben op boter en kaas, bestemd voor gebruik in Nederland. (2) Een uniforme prijs voor roggebrood, geldend voor het geheele land, kan in verband met de zoo uiteenloopende bereidingswijze in de verschillende provincies niet worden vastgesteld. Daarom zal zulk voor elke provincie afzonderlijk gesehieden, in over- leg met de provinciate rog^e-commissies.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1