ALOEIEE^ NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR 2EEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6254. Donderdag 29 Juli 1915. 55e Jaargang. De Oorlog. ABONNEMENT: ADVERTENTlEN m ii H fa Bit Blad yerscliljnt Saandag^, Ytasdag- en Yrijdagayond, uifgszoMerd op Feestdagen, iiij d3 Firma P. J. VAN BE SANDE te Ter Nenzen. 8 i N NE N L A N 0. F E IT I L L g T 0 w, -m wm Per 3 maanden binnen de stad I.—. Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland f 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Telefooe 25. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Orootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. Uitvoer van aardappelen. Uit het Eugelsche Lagerhuis. Be ffiSgemeesrae toesiand. Astier-ikaansscf stcomschip yetor gseslees*d. VarederweSde aan 't f^ont. He itmer-iksasEaehe pes's over eie St eta san Ouitschland. De Ouitsche pei*s over1 ds nofa van Amerika. Strijd om een vaandei. Riga bedreigd. De groote militaire beweging, die de geschiedenis kent. RANT. A ardappelprijzen Uit de veenstreken van Groningen en Drenthe hebben landbouwers een adres aan den Minister van Landbouw, Nijverbeid en Haudel gericht, met het verzoek het daar been te [eiden, dat de prijs van consumptie- aardapp den tegea den komender. winter niet hooger zal worden gesteld dan/ 1,50 per H. L. „N. R. Of." Het Stbl. no. 339 bevat bet Kon. besluit van 24 dezer houdende intrekking van de tijdefl^ke opheffing van het verbod van uit voer van aardappelen, toegestaan bij Kon. besluit van 15 Juni 1915 (Stbl. no. 251). Reuter seint uit Londen De afgevaar digde Neville vroeg in het Lagerhuis of het Nederlandsehe leger onlangs uitgebreid was en zoo ja, of die uitbreiding een onderwerp van besprekingen tusschen de Eugelsche en de Nederlandsehe regeeringen had uitgemaakt. Cecil, parlementair onderseeretaris van buiteDlandsche zaken, antwoordde ffVoor zoover ik weet is het Nederlandsehe leger tot dusverre niet uitgebreid. Een dergeiijke uitbreiding is geheei en al de zaak van de Nederlandsehe regeering en heeft geenszins een onderwerp voor officio' le of particuliere besprekingen uitgemaakt tusschen die regee ring en de Eugelsche". Bij het moeilijker worden van het terrain gaat de opmarsch der Duitsche legers lang- zamer, schrijft het „Alg. Hbl.". Aan de Naref hebben de troepen, die de rivier over- gingen, bij Roshan krachtigen legenstand ontmoet, en volgens het Russische bericlit werden zij dayrbij teruggedreven tot aan den mond van het riviertje de Ors. Even- eens ten Zuiden van Pultusk, waar een ri viertje stroomt, dal de Proeth heet. Waar- schijnlijk zijn dit voorpostengevechten van de Duitsche troepen, die den Naref o.yer- trokken en op den Boeg aanrukten. Wat bet Russische leger ontbreekt, is vol doende ammunitie, om zich tegen de op- dringende legermacht te kunnen verzetten. Reeds had de „Times" daarop voor enkele dagen gewezen; thans zegt ook de „Temps" dat, ondanks den onvoldoenden munitie- voorraad, de Russen toonen, door bun krach- tige tegenaanvallen, nog niet igedemoraliseerd te zijn. Tocli verwacht ook de „Temps" den val van Warschau. Het blad zegt, dat groot- vorst Nikolaas de verdedigingswerken aan de verschillende punten krachtig zal ver- dedigen, zonder die echter tot elken prijs te wiLlen behouden. Juist Warschau, dat een vooruitgeschoven punt gaat vormen, zal moeilijk te behouden zijn. Een leger, dat zich daaraan zou vaslklemmen zou in den greep kunnen vallen van Hindenbuiig en Mackensen. En het lot van Bazyine in 1870 heeft genoeg getoond, welk nadeel liet zich vastklemmen van een leger aan een vesting lieeft. Het Fransche blad meent derhalve, dat 12) O, welk een dwingelandijZij zou zich dus niet eens meer naar haar zin kleeden mo gen? Emil Liebreich was uitgegaan en kwam met een grooten bundel dennentakken thuis Nu begon hij zijn atelier, de feestkamer, te versieren. Eenige groene planten wer den met daartusschen gebonden dennentak ken opgefrischt. Hier zag men een veran da of een hordes gevormd, alsof het mar iner was, daar een vergezicht in een land- schap. Zijn hobbelpaard, een fiere schim- mel, die de kinderen van zijn klanten in verrukking bracht, sprong met starende oogen uit het kreupelhout te voorsehijn. Tusschen het groen bracht hij in den vorm van vreemde bloemen en buitenland- sche vruchten, papieren lantaarns aan. Zulk een versiering aan te brengen was geheei naar zijn zin; zijn spelend vernuft vierde daarbij triomfen. Marie kwam met Hans om de tafel te dek- ken. Het tafelkleed was niet lang genoeg, zij moest er twee nemen; in het tweede zat nog een gat, dat zij gauw nog moest stoppen. De borden waren verschillend. Stoelen kon men gemakkelijk bij elkaar brengen. De champagneglazen zou Goldam- mer wel naar boven sturen. Nu werden de taarten gebracht, drie in de Russische grootvorst die vooruitgeschoven positie wel zal opgeven, omdat hij er meer waarde aan moet hechten, zijn leger bijefen te houden, om opnieuw vooruit te kunnen rukken, als de bewapening weder voldoende zal zijn aangevuld om met succes het often sief te kunnen hervatten. Warschau zal dus niet langer worden ver- dedigd dan noodig is, om het Duitsche offen- sief op te houden. Grootvorst Nikolaas zal geen leger opofferen, om de Poodsche hoofd- stad le houden, evenmin als hij dat deed voor het behoud van Przemysl of Lemberg. Van den Naref zal bij voor de optrekkende Duitsche strijdmacht teruggaan achter den Boeg, waar een nieuwe verdedigingslinie wordt gevormd. De tweede moeilijkheid voor de Duitsche legers in het Noorden zal dus zijn, om de linie van de Boeg te forceeren. In het Zuiden, bij Iwangorod, worden tegen de vestingwerken aanvallen onderno- men, die volgens bet Russische bericht wer den afgeslagen. De pogingen, om daar over den Weiehsel te gaan, zijn, voorzoover wij uit de verschil- lende berichten kunnen opmaken, nog niet geslaagd. Wel is het gebied westelijk van den Weiehsel, tusschen den mond der Pi- litza en Iwangorod, door de Russen o!nt- ruimd, maar de overgang door de Duit- sehers is nog niet geslaagd. Ten Zuiden van den spoorweg Lublin— Cholm wordt nog steeds krachtig gevochten. In afwacbting, dal de Duitsche troepen den Weiehsel overtrekken en dus: bet gebied tus schen Weiehsel en Weprj van twee zijden kunnen inrukken, is het zwaartepunt van den strijd meer naar het Oosten, tusschen Weprj en Boeg verplaatst, in den omtrek van Groebesjef, waar de Duitscliers met groote kracht optreden; volgens het Russi sche bericht werden alle aanvallen afgesla gen, volgens het Oostenrijksche wonnen de Duilschers er terrein. Het zal dus wel een op en neer golvende strijd zijn, zooals men ook lean opmaken uit het Russische bericht, dat zegt: „Met uitzondering van eenige dor- pen, die van de eene hand in de andere overgaan, blijft het front in hoofdzaak onveranderd. Meer naar het Zuiden, tusschen Boeg, Zlota-Lipa en Dnjester staat de strijd voor het oogenblik. In het Noorden, boven den Njemen, schijnt de tegenstaiid der Russen wel ge- broken te zijn, nadat Von Below het vijfde Russische leger heeft uiteengeslagen. Ten minste bezuiden Sjawli zijn de Duitsche troepen 60 K.M. in oostelijke richting voor- uitgerukt, in de lijn PoswolPonewjesh. Ten Noorden van Sjawli werd het offensief in de richting Toekkoem—Schlock, met be- liulp van de kanonnen der oorlogsschepen, tegengehouden. Op het westelijk oorlogstooneel is weinig meer gebeurd dan eenig artilleriegevecht op verschillende punten. Over het gebeurde bij Ban-de-Sapt in de Vogezen is weder een pennestrijd ontsla:an. De Duitsche berichten hadden gemeld, dat slechts een gedeelte van een Duitsche lo'op- graaf door de Franschen bezel is; de Fran- schen stellen daartegenover vast, dat zij zeer sterke verdedigingswerken tusschen de hoogte bij Fontenelle (627) en Launois ver- overden en daarbij meer dan 800 gevangenen maakten, onder wie elf officieren. Ondanks de hevige beschieting door de Duitsche ar- lillerie konden zij zich in de gewonnen po- sities vastzetten en handhaven. getal; de hoogste met trekkebekkende duif- jes op een tempel, was bestemd voor het midden der tafel. Op de beide andere prijk- ten schilden met het opschrift: „Leve Ana- tole en Marie!" Hoe zot en afkeerwekkend vond Marie dit alles. Toen alle toebereidselen gemaakt waren, kwam Goldammer naar boven. Hij sleepte een wijden emmer vol ijs mee, waaruit vijf champagneflesschen hunne halzen reikten. In de andere hand droeg hij een bloemrui- ker. Hij zette puffend den emmer neer en zei hijgend van inspanning: „Mijn schoonste, deze bloemruiker is voor u!" „Geef u toch niet zooveel moeite", sprak het meisje, de bloemen met legenzin aan- nemend. Hij lette nauwelijks op haar antwoord, zijn geheele belangstelling richtte zich op den wijn: „Eigenlijk", zei hij, „drinken wij, mannen, met ons vieren, vrouwen en kin deren drinken Slechts kleine teugjes, dus zijn vijf flesschen voldoende." Toen gingen zij alien in het salon, om de gasten te ontvangen. Florian had zijn zusters van de kostschool gehaald. Hij en de beide meisjes waren de eersten, die kwamen. Zij hadden vroeger met Marie gespeeld; de oudste, slechts vier jaar jonger dan haar nieuwe moeder, was al een opgeschoten bakvischje, die gaarne voor volwassen werd aangezien. Zij had den beiden dun, geelachtig haar, zomer- sproeten, stompneusjes, en overmoedig rood- ziende oogen. Men seint ons uit Londen Een Duitsche duikboot heeft het Amerikaansche stoom- schip „Leeianaw", -van Archangel naar Bel fast, met een lading vlas, tot zinken gebracht. De benjanning is te Kirkwall aan land gezet Vandervelde, Belgisch minister van staat en leider der socialistiscbe partij in Belgie. bezoekt thans het front in Frankrijk. Dezer dagen was hij te Soissons en nam, naar het Hbl. meldt, o. a. de beschoten kathedraal in oogenschouw. Daarop begaf Vandervelde zich, begeleid door drie Fransche stafofficieren, te voet naar de loopgraven in de eerste linie. Ver- iangend door persojnlijk onderzoek den geest van den Franschen soldaat te leeren kennen, sprak hij een iufanterist aan en vroeg dezen of hij ziehzelf en zijn kame- raden in staat achtte een tweede winter- campagne door te maken. ,/Natuurlijk, antwoordde de mandat zal het eenige middei zijn om ze ginds klein te krijgen." Vandervelde onderhield zich verder met verschillende soldaten, liet hen vertelien over hun ligging, voeding enz. Na een verblijf van drie uur in de loopgraven begaf hij zich terug naar de militaire auto, welke tot zijn beschikking was gesteld. Bij het afscheid nemen van de officieren zeide hij „lk wilde zelf den geest van uw soldaten leeren kennen. Ik wist, dat Franschen, Belgen en Engelschen gereed waren tot het einde vol te houden. Maar ik wilde het hooren uit den mond van de menschen zelf." Tenslotte sprak hij de overtuiging uit, dat met zulke soldaten slechts een oplossing mogelijk is, n.l. de overwinning. Uit New-York meldt Reuter: De bladen in het geheele land zijn eenslemmig van meenhig, dal de Vereenigde Staten thans hun laatste woord in zake het geschii- be- treffende de duikbooten hebben gesproken en dat de verdere gang van zaken nu van Duitschland afhangt. Algemeen wordt lof toegczwaaid aan den inhoud van de nota en men is vol ver- trouwen, dat de natie den president zal steunen, onverschillig hoe de afloop zal zijn. De „New-York Herald" zegt: „Na deze plechtige waarschuwing is er voor Duitsch land geen middei meer om te ontkomen aan de gevolgen van een herhaling van een gewelddaad als met de „Lusitania" is gepleegd; er blijft voor Duitschland slechts een weg meer over, nl. zijn bandieten-op- treden en terrorisme te s taken en den duik- booten-oorlog te voeren overeenkomslig de internationale bepalingen." De „World" merkt op, dat zelfs de mi- litaristische autocratie te Berlijn geen ver- ontschuldiging meer zal hebben, wanneer zij deze ernstige en gematigde woorden niet naar behooren opvat. De „JournaI of Commerce" verklaart, dat het schrijven is vervat in afdoenden toon, waaruit valt af te leiden, dat men Met luide vreugdekreten snelden zij naar Marie, klemden zich aan haar vast en rie- pen door elkaar: ,,Wel, wel, wie had dat gedacht!" „Gij zijt zeker wel blij, dat gij onzen papa krijgt?" „Ja, hij heeft veel geld!" „Nu komen wij gauw thuis!" „Jaag ze toch weg!" riep Goldammer boos, en hij bevrijdde Marie met geweld van dje kinderen. „Zij bederven je nieuwe japon, die bengels!" Juffrouw Duvernier kwam vervolgens bin nen, zeer koel en trotsch van houding. Zij scheen de zaak geheei onverschillig op te nemen. De laatsten waren het echtpaar Assel. De goudsmid Philip Assel was een dikke heer met een korten hals en een rood gelaat, die voor zijn bleeke sehroomvallige echtgenoote Hep, voor haar sprak en voor haar han- delde. Het scheen, alsof bij zijn binnentre- den de kamer plotseling voller en kleiner was geworden. Met de beenen van elkaar hleef hij in het midden staan en begon met het verstandige besluit van zijn schoolvriend te prijzen, zich een mooi vrouwtje te nemen. Hij lachte luid, terwijl zijn kleine ootmoedige vrouw in een bescheiden hoekje ging zitten. Goldammer wreef zich vergenoegd de han- den. Ja, ja, Philip had gelijk, hij verstond de zaak, hij wist te leven! Men ging van het salon in het atelier. Liebreich's versiering stond bij het helle gaslicht verrassend goed en werd geprezen. Hij glimlachte van genoegen. De plaatsen waren niet aangewezen, zoo- niet anders verwacht dan dat Duitschland zal toegeven. De „New-York Times" zegt: „Met moed en vastberadenheid hebben Wilson en Lan sing uiting gegeven aan de innige over tuiging van het Amerikaansche volk, dat het tijd is om een einde te maken aan de langdurige besprekingen, waarbij op de protesten en eischen van Amerika steeds ontwijkend geantwoord werd en onaanne- melijke voorstellen werden gedaan." Uit Berlijn meldt Wolff: De nota van president Wilson wordt door de bladen in het algemeen zeer onbevredigend genoemd. Zij geven onomwonden te kennen, dat de nota het hoofdpunt van de geheele kwestie buiten beschouwing laat en er in het ge heei geen rekening mee houdt, dat Duitsch land in een strijd, om „zijn of niet-zijn," gewikkeld is. Men vindt het onbegrijpelijk, dat alle tegemoetkomende voorstellen van Duitsch land botweg worden afgewezen en dat van dit land wordt verlangd, dat het in dezen slrijd om zijn bestaan van het volledig ge- bruik van al zijn krachten zal afzien.j De pers is algemeen van meening, dat Duitschland gaarne in vriendschappelijke betrekkingen met de Vereenigde Staten wil blijven, maar dat het deze niet tot elken prijs zal handhaven; dat nog meer conces- sies een deemoediging van Duitschland zou- den beleekenen en dat de duikhooten-oor- log verder zijn gewonen gang moet gaan. Het „Berliner Tagebl." zegt: „Het door de Duitsche regeering in haar laatste nota gedane voorstel wordt botweg van de hand gewezen. Wanneer de Vereenigde Staten principieel niets van dergeiijke voorstellen willen hooren, toonen zij, dat het hun niet le doen is om beveiliging liunner burgersj maar om belemmering van het optreden der duikbooten. Men moet als vanzelf sprekend aanne- men, dat de duikboolen-oorlog op de ge- wone wijze wordt voortgezet." In de „Voss. Zeit." wordt gezegd: „De eiseh van Amerika beteekent een verzwak- king van Duitschland ten gunste* van zijn vijanden. Wie dergeiijke bedoelingen koes- tert is niet meer neutraal, maar kiest par tij tegen Duitschland en voor de vijanden van dit land. Wij hebben toegegeven zoo veel wij konden. Zelfs een kleinigheid meer zou het Duitsche volk als een vernedering gevoelen." De „Kreuzzeitung" wijsl eveneens' de eischen van Amerika af. De „Tagliche Rundschau" verklaart „Amerika houdt zich aan zijn recht vol gens de letter." De „Morgenpost" schrijft: „Er is een grens aan de tegemoetkomendheid van Duitschland. Deze grens ligt in den eerbied voor zich zelf en de zucht tot zelfbehoud van het Duitsche volk."1 De „BerIiner Borsenzeitung" verklaart: „Boven de handliaving der rechten van an- deren gaat onder alle omstandigheden het eigen bestaan." De „Deutsche Tagesztg." zegt: „Voor het Duitsche rijk moet in de eerste plaats gel- den: „De duikbooten-oorlog wordt voort gezet, en wel zoo, dat hij alle middelen he- nut, die zijn doel rechtvaardigen." De „Post" laat zich als volgt uit: „Op de jongste nota van Wilson valt geen ander antwoord te geven dan een eenvoudig „neen". dat ieder kon gaan zitten naast wie hij wilde. Goldammer hield Marie aan zijn rech- terkant, en aan zijn linkerlcant zat de vriend uit zijn jeugd, tusschen hen beiden slond de ijsemmer met de champagneflesschen. Juf frouw Jeanne, die naast den dikken goud smid was gaan zitten, begon met hem te babbelen en te coquetteeren. Terwijl Goldammer bezig was, de ver schillende taarten te snijden, fluisterde Philip, die het etiket van de champagnefles schen had bekeken, zijn buurvrouw minach- tend loe: „Bah, dat goedje kost nog geen daalder de flesch!" „Een beetje vrekkigheid is helaas zijn zwakke kant", fluisterde zij hem schouder- ophalend toe. Marie had de vrouw van Assel gewenkt om aan haar rechterzijde te komen zitten en trachtte haar gezellig te onderliou- den; Hans zat naast zijn schoonzuster, met wie hij beter overeenstemde, dan met zijn luidruchtigen broeder. Die drie waren nog het meest in hun schik, als Goldammer zich niet met hen bemoeide. Liebreich en die kin deren zaten aan de lange zijde der tafel tegenover het verloofde paar. De beide meisjes aten voortdurend taartjes en keken daarbij scherp naar haar vader en Marie. Als hij feeder met haar sprak, den arm om haar legde en zelfs haar eenmaal vluchtig kuste, stootten de beide meisjes el- kander aan en grinnikten zoo luid, als haar voile mond toeliet. Florian at en dronk wei- nig5 hij was geheei in gedachten verdiept bij den aanblik van zijn aangebeden loekomstige stiefmoeder. Wanneer de Duitsche regeering dit geeft, zal de heldere stem Van (het geheele (Duitsche volk uit haar mond weerklinken." Ruim twintig man der zesde compagnie van het infanterie regiment No. 104 zoo verhaalt de Norddeutsche Allg. Ztg. lagen tegenover een dichtbezette vijandeiijke loopgraaf. De vaandrig lag met het vaandei in het midden. Veel bloed was er reeds gevloeid, maar bet dappere troepje hield in het bevigste vuur taai vast aan de be- reikte stelliDg. Iedere tegenaanval werd onder bloedige verliezen voor den vijand afgeslagen. Toen echter de eene kameraad na de andere dood of gewond het geweer moest laten vallen en de voorwaarts dringende vijand hen rechts en links dreigde te over- vleugelen, moesten alien beseffen, dat zij zich niet konden handhaven. Het was nu hun heilige plicht het vaandei terug te brengen. Stap voor stap, het vijandelijk vuur steeds beantwoordende, gingen zij om het vaandei geschaard terug. Toen de vijand zag waarom de terugtocht plaats vond, versterkte hij zijn vuur. De vaandeldrager, sergeant Franke uit Mitteida, kreeg een kogel in den arm, die dit lichaamsdeel verbrijzelde. Het vaandei liet bij echter niet Jos. Toen werd hij in den anderen arm getroffen. Een buurman nam nu het vaandei, maar viel onmiddellijk doodelijk getroffen neer. Toen kreeg de onderofficier Engel uit Hasslau de stang. Toen bij neerzeeg, nam de vrij williger Kuhn uit Leipzig dien over. Zoo gelukte het ten slotte met hevige inspanning en offers het vaandei te redden. Van den troep kwam slechts zeven man terug. De ffVossische Ztg." verneemt uit Peters burg, dat generaal Russki thans officieel tot legeraanvoerder is benoemd. De ,/Russkoje Slowo" merkt op, dat Russki de legers moet aanvoeren, die Pe tersburg zullen beschermen. Alle archieven en geldvoorraden van het filiaal der Staatsbank en de gerechtsakten zijn gister uit Riga naar Petersburg ver- voerd. Met de ontruiming der intendance- magazijnen is begonnec. De staatsambtenaren kregen aanwijzing, zich tot de afreis gereed te houden. Gedurende de jongste week verlieten over de 10.000 burgers vluchtend Riga. De Noordwestspoor heeft bevel, dagelijks 19 vluchtelingentreinen gereed te houden. Mitau is uitgestorven. Aldus beGtelt de militaire correspondent van de Daily Mail de actie van de Duitsche legers op het oostelijk front. Beide armen van de geweldige tang, welke de Russische legers voor Warschau willen samenknijpen, worden nu aangedrukt. De Duitsche strijd- krachten laten zich in twee groepen ver- deelen ten noorden van de Weiehsel onder Hindenburg, en ten zuiden van de Weiehsel onder Mackensen. Het opperbevel heeft Dicht bij Liebreichs stoel zat zijn hondje naar lekkere hapjes te hunkeren. Het beest kreeg meer taartjes, dan zijn meester zelf opat. Toen alien een glas voor zich hadden, hield de omle heer Liebreich als aanstaande schoonvader het voor zijn plicht op de ge- zondheid van het jonge paar te drinken. Maar hij moest daarbij iets dichterlijks zeg- gen, een paar eenvoudige woorden zouden hem niet voldoende geweest zijn. De prik- kelende wijn, dien hij in langen tijd niet had gedronken, de feestelijke omgeving, het vroo- lijke gebabbel van zooveel stemmen om hem heen en het knallen van de champagnekur- ken hadden hem in een dichterlijke stem ming gebracht. Hij verzonk in een diepzinnig nadenken, stond eindelijk van zijn stoel op, klopte tegen het glas en sprak met pathos: Lelies en rozen Geuren en koozen! Ook dit jonge paar Kooze nog menig jaar! Moog Liefde hen omzweven, Hun steeds genoegen geven, En prettig deez' beiden Door het leven leiden. De lange magere man stond daar, met den blik strak omhoog gericht, de linkerhand op de borst. het champagneglas omhoog in de rechterhand. „Wat een leuke vent is onze neef Emil toch", riep Philip Assel lachend. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1