ALOEIEE^ NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR 2EEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6254.
Donderdag 29 Juli 1915.
55e Jaargang.
De Oorlog.
ABONNEMENT:
ADVERTENTlEN
m ii
H fa
Bit Blad yerscliljnt Saandag^, Ytasdag- en Yrijdagayond, uifgszoMerd op Feestdagen, iiij d3 Firma P. J. VAN BE SANDE te Ter Nenzen.
8 i N NE N L A N 0.
F E IT I L L g T 0
w, -m wm
Per 3 maanden binnen de stad I.—. Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland f 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Telefooe 25.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Orootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
Uitvoer van aardappelen.
Uit het Eugelsche Lagerhuis.
Be ffiSgemeesrae toesiand.
Astier-ikaansscf stcomschip
yetor gseslees*d.
VarederweSde aan 't f^ont.
He itmer-iksasEaehe pes's over
eie St eta san Ouitschland.
De Ouitsche pei*s over1 ds nofa
van Amerika.
Strijd om een vaandei.
Riga bedreigd.
De groote militaire beweging,
die de geschiedenis kent.
RANT.
A ardappelprijzen
Uit de veenstreken van Groningen en
Drenthe hebben landbouwers een adres aan
den Minister van Landbouw, Nijverbeid en
Haudel gericht, met het verzoek het daar
been te [eiden, dat de prijs van consumptie-
aardapp den tegea den komender. winter
niet hooger zal worden gesteld dan/ 1,50
per H. L. „N. R. Of."
Het Stbl. no. 339 bevat bet Kon. besluit
van 24 dezer houdende intrekking van de
tijdefl^ke opheffing van het verbod van uit
voer van aardappelen, toegestaan bij Kon.
besluit van 15 Juni 1915 (Stbl. no. 251).
Reuter seint uit Londen De afgevaar
digde Neville vroeg in het Lagerhuis of het
Nederlandsehe leger onlangs uitgebreid was
en zoo ja, of die uitbreiding een onderwerp
van besprekingen tusschen de Eugelsche en
de Nederlandsehe regeeringen had uitgemaakt.
Cecil, parlementair onderseeretaris van
buiteDlandsche zaken, antwoordde ffVoor
zoover ik weet is het Nederlandsehe leger
tot dusverre niet uitgebreid. Een dergeiijke
uitbreiding is geheei en al de zaak van de
Nederlandsehe regeering en heeft geenszins
een onderwerp voor officio' le of particuliere
besprekingen uitgemaakt tusschen die regee
ring en de Eugelsche".
Bij het moeilijker worden van het terrain
gaat de opmarsch der Duitsche legers lang-
zamer, schrijft het „Alg. Hbl.". Aan de
Naref hebben de troepen, die de rivier over-
gingen, bij Roshan krachtigen legenstand
ontmoet, en volgens het Russische bericlit
werden zij dayrbij teruggedreven tot aan
den mond van het riviertje de Ors. Even-
eens ten Zuiden van Pultusk, waar een ri
viertje stroomt, dal de Proeth heet. Waar-
schijnlijk zijn dit voorpostengevechten van
de Duitsche troepen, die den Naref o.yer-
trokken en op den Boeg aanrukten.
Wat bet Russische leger ontbreekt, is vol
doende ammunitie, om zich tegen de op-
dringende legermacht te kunnen verzetten.
Reeds had de „Times" daarop voor enkele
dagen gewezen; thans zegt ook de „Temps"
dat, ondanks den onvoldoenden munitie-
voorraad, de Russen toonen, door bun krach-
tige tegenaanvallen, nog niet igedemoraliseerd
te zijn.
Tocli verwacht ook de „Temps" den val
van Warschau. Het blad zegt, dat groot-
vorst Nikolaas de verdedigingswerken aan
de verschillende punten krachtig zal ver-
dedigen, zonder die echter tot elken prijs te
wiLlen behouden. Juist Warschau, dat een
vooruitgeschoven punt gaat vormen, zal
moeilijk te behouden zijn. Een leger, dat
zich daaraan zou vaslklemmen zou in den
greep kunnen vallen van Hindenbuiig en
Mackensen. En het lot van Bazyine in 1870
heeft genoeg getoond, welk nadeel liet zich
vastklemmen van een leger aan een vesting
lieeft.
Het Fransche blad meent derhalve, dat
12)
O, welk een dwingelandijZij zou zich
dus niet eens meer naar haar zin kleeden
mo gen?
Emil Liebreich was uitgegaan en kwam
met een grooten bundel dennentakken thuis
Nu begon hij zijn atelier, de feestkamer,
te versieren. Eenige groene planten wer
den met daartusschen gebonden dennentak
ken opgefrischt. Hier zag men een veran
da of een hordes gevormd, alsof het mar
iner was, daar een vergezicht in een land-
schap. Zijn hobbelpaard, een fiere schim-
mel, die de kinderen van zijn klanten in
verrukking bracht, sprong met starende
oogen uit het kreupelhout te voorsehijn.
Tusschen het groen bracht hij in den
vorm van vreemde bloemen en buitenland-
sche vruchten, papieren lantaarns aan. Zulk
een versiering aan te brengen was geheei
naar zijn zin; zijn spelend vernuft vierde
daarbij triomfen.
Marie kwam met Hans om de tafel te dek-
ken. Het tafelkleed was niet lang genoeg,
zij moest er twee nemen; in het tweede
zat nog een gat, dat zij gauw nog moest
stoppen. De borden waren verschillend.
Stoelen kon men gemakkelijk bij elkaar
brengen. De champagneglazen zou Goldam-
mer wel naar boven sturen.
Nu werden de taarten gebracht, drie in
de Russische grootvorst die vooruitgeschoven
positie wel zal opgeven, omdat hij er meer
waarde aan moet hechten, zijn leger bijefen
te houden, om opnieuw vooruit te kunnen
rukken, als de bewapening weder voldoende
zal zijn aangevuld om met succes het often
sief te kunnen hervatten.
Warschau zal dus niet langer worden ver-
dedigd dan noodig is, om het Duitsche offen-
sief op te houden. Grootvorst Nikolaas zal
geen leger opofferen, om de Poodsche hoofd-
stad le houden, evenmin als hij dat deed
voor het behoud van Przemysl of Lemberg.
Van den Naref zal bij voor de optrekkende
Duitsche strijdmacht teruggaan achter den
Boeg, waar een nieuwe verdedigingslinie
wordt gevormd. De tweede moeilijkheid voor
de Duitsche legers in het Noorden zal dus
zijn, om de linie van de Boeg te forceeren.
In het Zuiden, bij Iwangorod, worden
tegen de vestingwerken aanvallen onderno-
men, die volgens bet Russische bericht wer
den afgeslagen.
De pogingen, om daar over den Weiehsel
te gaan, zijn, voorzoover wij uit de verschil-
lende berichten kunnen opmaken, nog niet
geslaagd. Wel is het gebied westelijk van
den Weiehsel, tusschen den mond der Pi-
litza en Iwangorod, door de Russen o!nt-
ruimd, maar de overgang door de Duit-
sehers is nog niet geslaagd.
Ten Zuiden van den spoorweg Lublin—
Cholm wordt nog steeds krachtig gevochten.
In afwacbting, dal de Duitsche troepen den
Weiehsel overtrekken en dus: bet gebied tus
schen Weiehsel en Weprj van twee zijden
kunnen inrukken, is het zwaartepunt van
den strijd meer naar het Oosten, tusschen
Weprj en Boeg verplaatst, in den omtrek
van Groebesjef, waar de Duitscliers met
groote kracht optreden; volgens het Russi
sche bericht werden alle aanvallen afgesla
gen, volgens het Oostenrijksche wonnen de
Duilschers er terrein. Het zal dus wel een
op en neer golvende strijd zijn, zooals men
ook lean opmaken uit het Russische bericht,
dat zegt: „Met uitzondering van eenige dor-
pen, die van de eene hand in de andere
overgaan, blijft het front in hoofdzaak
onveranderd.
Meer naar het Zuiden, tusschen Boeg,
Zlota-Lipa en Dnjester staat de strijd voor
het oogenblik.
In het Noorden, boven den Njemen,
schijnt de tegenstaiid der Russen wel ge-
broken te zijn, nadat Von Below het vijfde
Russische leger heeft uiteengeslagen. Ten
minste bezuiden Sjawli zijn de Duitsche
troepen 60 K.M. in oostelijke richting voor-
uitgerukt, in de lijn PoswolPonewjesh.
Ten Noorden van Sjawli werd het offensief
in de richting Toekkoem—Schlock, met be-
liulp van de kanonnen der oorlogsschepen,
tegengehouden.
Op het westelijk oorlogstooneel is weinig
meer gebeurd dan eenig artilleriegevecht op
verschillende punten.
Over het gebeurde bij Ban-de-Sapt in de
Vogezen is weder een pennestrijd ontsla:an.
De Duitsche berichten hadden gemeld, dat
slechts een gedeelte van een Duitsche lo'op-
graaf door de Franschen bezel is; de Fran-
schen stellen daartegenover vast, dat zij
zeer sterke verdedigingswerken tusschen de
hoogte bij Fontenelle (627) en Launois ver-
overden en daarbij meer dan 800 gevangenen
maakten, onder wie elf officieren. Ondanks
de hevige beschieting door de Duitsche ar-
lillerie konden zij zich in de gewonnen po-
sities vastzetten en handhaven.
getal; de hoogste met trekkebekkende duif-
jes op een tempel, was bestemd voor het
midden der tafel. Op de beide andere prijk-
ten schilden met het opschrift: „Leve Ana-
tole en Marie!"
Hoe zot en afkeerwekkend vond Marie
dit alles.
Toen alle toebereidselen gemaakt waren,
kwam Goldammer naar boven. Hij sleepte
een wijden emmer vol ijs mee, waaruit vijf
champagneflesschen hunne halzen reikten.
In de andere hand droeg hij een bloemrui-
ker. Hij zette puffend den emmer neer en
zei hijgend van inspanning: „Mijn schoonste,
deze bloemruiker is voor u!"
„Geef u toch niet zooveel moeite", sprak
het meisje, de bloemen met legenzin aan-
nemend.
Hij lette nauwelijks op haar antwoord,
zijn geheele belangstelling richtte zich op
den wijn: „Eigenlijk", zei hij, „drinken wij,
mannen, met ons vieren, vrouwen en kin
deren drinken Slechts kleine teugjes, dus
zijn vijf flesschen voldoende."
Toen gingen zij alien in het salon, om de
gasten te ontvangen.
Florian had zijn zusters van de kostschool
gehaald. Hij en de beide meisjes waren de
eersten, die kwamen. Zij hadden vroeger
met Marie gespeeld; de oudste, slechts vier
jaar jonger dan haar nieuwe moeder, was
al een opgeschoten bakvischje, die gaarne
voor volwassen werd aangezien. Zij had
den beiden dun, geelachtig haar, zomer-
sproeten, stompneusjes, en overmoedig rood-
ziende oogen.
Men seint ons uit Londen Een Duitsche
duikboot heeft het Amerikaansche stoom-
schip „Leeianaw", -van Archangel naar Bel
fast, met een lading vlas, tot zinken gebracht.
De benjanning is te Kirkwall aan land gezet
Vandervelde, Belgisch minister van staat
en leider der socialistiscbe partij in Belgie.
bezoekt thans het front in Frankrijk.
Dezer dagen was hij te Soissons en nam,
naar het Hbl. meldt, o. a. de beschoten
kathedraal in oogenschouw.
Daarop begaf Vandervelde zich, begeleid
door drie Fransche stafofficieren, te voet
naar de loopgraven in de eerste linie. Ver-
iangend door persojnlijk onderzoek den
geest van den Franschen soldaat te leeren
kennen, sprak hij een iufanterist aan en
vroeg dezen of hij ziehzelf en zijn kame-
raden in staat achtte een tweede winter-
campagne door te maken.
,/Natuurlijk, antwoordde de mandat
zal het eenige middei zijn om ze ginds
klein te krijgen."
Vandervelde onderhield zich verder met
verschillende soldaten, liet hen vertelien
over hun ligging, voeding enz. Na een
verblijf van drie uur in de loopgraven
begaf hij zich terug naar de militaire auto,
welke tot zijn beschikking was gesteld.
Bij het afscheid nemen van de officieren
zeide hij „lk wilde zelf den geest van
uw soldaten leeren kennen. Ik wist, dat
Franschen, Belgen en Engelschen gereed
waren tot het einde vol te houden. Maar
ik wilde het hooren uit den mond van de
menschen zelf."
Tenslotte sprak hij de overtuiging uit,
dat met zulke soldaten slechts een oplossing
mogelijk is, n.l. de overwinning.
Uit New-York meldt Reuter: De bladen
in het geheele land zijn eenslemmig van
meenhig, dal de Vereenigde Staten thans
hun laatste woord in zake het geschii- be-
treffende de duikbooten hebben gesproken
en dat de verdere gang van zaken nu van
Duitschland afhangt.
Algemeen wordt lof toegczwaaid aan den
inhoud van de nota en men is vol ver-
trouwen, dat de natie den president zal
steunen, onverschillig hoe de afloop zal
zijn.
De „New-York Herald" zegt: „Na deze
plechtige waarschuwing is er voor Duitsch
land geen middei meer om te ontkomen
aan de gevolgen van een herhaling van
een gewelddaad als met de „Lusitania" is
gepleegd; er blijft voor Duitschland slechts
een weg meer over, nl. zijn bandieten-op-
treden en terrorisme te s taken en den duik-
booten-oorlog te voeren overeenkomslig de
internationale bepalingen."
De „World" merkt op, dat zelfs de mi-
litaristische autocratie te Berlijn geen ver-
ontschuldiging meer zal hebben, wanneer
zij deze ernstige en gematigde woorden niet
naar behooren opvat.
De „JournaI of Commerce" verklaart,
dat het schrijven is vervat in afdoenden
toon, waaruit valt af te leiden, dat men
Met luide vreugdekreten snelden zij naar
Marie, klemden zich aan haar vast en rie-
pen door elkaar: ,,Wel, wel, wie had dat
gedacht!" „Gij zijt zeker wel blij, dat
gij onzen papa krijgt?" „Ja, hij heeft
veel geld!" „Nu komen wij gauw thuis!"
„Jaag ze toch weg!" riep Goldammer boos,
en hij bevrijdde Marie met geweld van dje
kinderen. „Zij bederven je nieuwe japon,
die bengels!"
Juffrouw Duvernier kwam vervolgens bin
nen, zeer koel en trotsch van houding. Zij
scheen de zaak geheei onverschillig op te
nemen.
De laatsten waren het echtpaar Assel. De
goudsmid Philip Assel was een dikke heer
met een korten hals en een rood gelaat, die
voor zijn bleeke sehroomvallige echtgenoote
Hep, voor haar sprak en voor haar han-
delde. Het scheen, alsof bij zijn binnentre-
den de kamer plotseling voller en kleiner
was geworden.
Met de beenen van elkaar hleef hij in het
midden staan en begon met het verstandige
besluit van zijn schoolvriend te prijzen, zich
een mooi vrouwtje te nemen. Hij lachte
luid, terwijl zijn kleine ootmoedige vrouw
in een bescheiden hoekje ging zitten.
Goldammer wreef zich vergenoegd de han-
den. Ja, ja, Philip had gelijk, hij verstond
de zaak, hij wist te leven!
Men ging van het salon in het atelier.
Liebreich's versiering stond bij het helle
gaslicht verrassend goed en werd geprezen.
Hij glimlachte van genoegen.
De plaatsen waren niet aangewezen, zoo-
niet anders verwacht dan dat Duitschland
zal toegeven.
De „New-York Times" zegt: „Met moed
en vastberadenheid hebben Wilson en Lan
sing uiting gegeven aan de innige over
tuiging van het Amerikaansche volk, dat
het tijd is om een einde te maken aan de
langdurige besprekingen, waarbij op de
protesten en eischen van Amerika steeds
ontwijkend geantwoord werd en onaanne-
melijke voorstellen werden gedaan."
Uit Berlijn meldt Wolff: De nota van
president Wilson wordt door de bladen in
het algemeen zeer onbevredigend genoemd.
Zij geven onomwonden te kennen, dat de
nota het hoofdpunt van de geheele kwestie
buiten beschouwing laat en er in het ge
heei geen rekening mee houdt, dat Duitsch
land in een strijd, om „zijn of niet-zijn,"
gewikkeld is.
Men vindt het onbegrijpelijk, dat alle
tegemoetkomende voorstellen van Duitsch
land botweg worden afgewezen en dat van
dit land wordt verlangd, dat het in dezen
slrijd om zijn bestaan van het volledig ge-
bruik van al zijn krachten zal afzien.j
De pers is algemeen van meening, dat
Duitschland gaarne in vriendschappelijke
betrekkingen met de Vereenigde Staten wil
blijven, maar dat het deze niet tot elken
prijs zal handhaven; dat nog meer conces-
sies een deemoediging van Duitschland zou-
den beleekenen en dat de duikhooten-oor-
log verder zijn gewonen gang moet gaan.
Het „Berliner Tagebl." zegt: „Het door
de Duitsche regeering in haar laatste nota
gedane voorstel wordt botweg van de hand
gewezen. Wanneer de Vereenigde Staten
principieel niets van dergeiijke voorstellen
willen hooren, toonen zij, dat het hun niet
le doen is om beveiliging liunner burgersj
maar om belemmering van het optreden der
duikbooten.
Men moet als vanzelf sprekend aanne-
men, dat de duikboolen-oorlog op de ge-
wone wijze wordt voortgezet."
In de „Voss. Zeit." wordt gezegd: „De
eiseh van Amerika beteekent een verzwak-
king van Duitschland ten gunste* van zijn
vijanden. Wie dergeiijke bedoelingen koes-
tert is niet meer neutraal, maar kiest par
tij tegen Duitschland en voor de vijanden
van dit land. Wij hebben toegegeven zoo
veel wij konden. Zelfs een kleinigheid meer
zou het Duitsche volk als een vernedering
gevoelen."
De „Kreuzzeitung" wijsl eveneens' de
eischen van Amerika af.
De „Tagliche Rundschau" verklaart
„Amerika houdt zich aan zijn recht vol
gens de letter."
De „Morgenpost" schrijft: „Er is een
grens aan de tegemoetkomendheid van
Duitschland. Deze grens ligt in den eerbied
voor zich zelf en de zucht tot zelfbehoud
van het Duitsche volk."1
De „BerIiner Borsenzeitung" verklaart:
„Boven de handliaving der rechten van an-
deren gaat onder alle omstandigheden het
eigen bestaan."
De „Deutsche Tagesztg." zegt: „Voor het
Duitsche rijk moet in de eerste plaats gel-
den: „De duikbooten-oorlog wordt voort
gezet, en wel zoo, dat hij alle middelen he-
nut, die zijn doel rechtvaardigen."
De „Post" laat zich als volgt uit: „Op
de jongste nota van Wilson valt geen ander
antwoord te geven dan een eenvoudig „neen".
dat ieder kon gaan zitten naast wie hij
wilde. Goldammer hield Marie aan zijn rech-
terkant, en aan zijn linkerlcant zat de vriend
uit zijn jeugd, tusschen hen beiden slond de
ijsemmer met de champagneflesschen. Juf
frouw Jeanne, die naast den dikken goud
smid was gaan zitten, begon met hem te
babbelen en te coquetteeren.
Terwijl Goldammer bezig was, de ver
schillende taarten te snijden, fluisterde
Philip, die het etiket van de champagnefles
schen had bekeken, zijn buurvrouw minach-
tend loe: „Bah, dat goedje kost nog geen
daalder de flesch!"
„Een beetje vrekkigheid is helaas zijn
zwakke kant", fluisterde zij hem schouder-
ophalend toe. Marie had de vrouw van Assel
gewenkt om aan haar rechterzijde te komen
zitten en trachtte haar gezellig te onderliou-
den; Hans zat naast zijn schoonzuster, met
wie hij beter overeenstemde, dan met zijn
luidruchtigen broeder. Die drie waren nog
het meest in hun schik, als Goldammer zich
niet met hen bemoeide. Liebreich en die kin
deren zaten aan de lange zijde der tafel
tegenover het verloofde paar.
De beide meisjes aten voortdurend taartjes
en keken daarbij scherp naar haar vader en
Marie. Als hij feeder met haar sprak, den
arm om haar legde en zelfs haar eenmaal
vluchtig kuste, stootten de beide meisjes el-
kander aan en grinnikten zoo luid, als haar
voile mond toeliet. Florian at en dronk wei-
nig5 hij was geheei in gedachten verdiept bij
den aanblik van zijn aangebeden loekomstige
stiefmoeder.
Wanneer de Duitsche regeering dit geeft,
zal de heldere stem Van (het geheele (Duitsche
volk uit haar mond weerklinken."
Ruim twintig man der zesde compagnie
van het infanterie regiment No. 104 zoo
verhaalt de Norddeutsche Allg. Ztg.
lagen tegenover een dichtbezette vijandeiijke
loopgraaf. De vaandrig lag met het vaandei
in het midden. Veel bloed was er reeds
gevloeid, maar bet dappere troepje hield
in het bevigste vuur taai vast aan de be-
reikte stelliDg. Iedere tegenaanval werd
onder bloedige verliezen voor den vijand
afgeslagen.
Toen echter de eene kameraad na de
andere dood of gewond het geweer moest
laten vallen en de voorwaarts dringende
vijand hen rechts en links dreigde te over-
vleugelen, moesten alien beseffen, dat zij
zich niet konden handhaven. Het was nu
hun heilige plicht het vaandei terug te
brengen.
Stap voor stap, het vijandelijk vuur steeds
beantwoordende, gingen zij om het vaandei
geschaard terug. Toen de vijand zag waarom
de terugtocht plaats vond, versterkte hij
zijn vuur.
De vaandeldrager, sergeant Franke uit
Mitteida, kreeg een kogel in den arm, die
dit lichaamsdeel verbrijzelde. Het vaandei
liet bij echter niet Jos. Toen werd hij in
den anderen arm getroffen. Een buurman
nam nu het vaandei, maar viel onmiddellijk
doodelijk getroffen neer. Toen kreeg de
onderofficier Engel uit Hasslau de stang.
Toen bij neerzeeg, nam de vrij williger Kuhn
uit Leipzig dien over. Zoo gelukte het
ten slotte met hevige inspanning en offers
het vaandei te redden. Van den troep
kwam slechts zeven man terug.
De ffVossische Ztg." verneemt uit Peters
burg, dat generaal Russki thans officieel tot
legeraanvoerder is benoemd.
De ,/Russkoje Slowo" merkt op, dat
Russki de legers moet aanvoeren, die Pe
tersburg zullen beschermen.
Alle archieven en geldvoorraden van het
filiaal der Staatsbank en de gerechtsakten
zijn gister uit Riga naar Petersburg ver-
voerd. Met de ontruiming der intendance-
magazijnen is begonnec.
De staatsambtenaren kregen aanwijzing,
zich tot de afreis gereed te houden.
Gedurende de jongste week verlieten over
de 10.000 burgers vluchtend Riga.
De Noordwestspoor heeft bevel, dagelijks
19 vluchtelingentreinen gereed te houden.
Mitau is uitgestorven.
Aldus beGtelt de militaire correspondent
van de Daily Mail de actie van de Duitsche
legers op het oostelijk front. Beide armen
van de geweldige tang, welke de Russische
legers voor Warschau willen samenknijpen,
worden nu aangedrukt. De Duitsche strijd-
krachten laten zich in twee groepen ver-
deelen ten noorden van de Weiehsel onder
Hindenburg, en ten zuiden van de Weiehsel
onder Mackensen. Het opperbevel heeft
Dicht bij Liebreichs stoel zat zijn hondje
naar lekkere hapjes te hunkeren. Het beest
kreeg meer taartjes, dan zijn meester zelf
opat.
Toen alien een glas voor zich hadden,
hield de omle heer Liebreich als aanstaande
schoonvader het voor zijn plicht op de ge-
zondheid van het jonge paar te drinken.
Maar hij moest daarbij iets dichterlijks zeg-
gen, een paar eenvoudige woorden zouden
hem niet voldoende geweest zijn. De prik-
kelende wijn, dien hij in langen tijd niet had
gedronken, de feestelijke omgeving, het vroo-
lijke gebabbel van zooveel stemmen om hem
heen en het knallen van de champagnekur-
ken hadden hem in een dichterlijke stem
ming gebracht.
Hij verzonk in een diepzinnig nadenken,
stond eindelijk van zijn stoel op, klopte tegen
het glas en sprak met pathos:
Lelies en rozen
Geuren en koozen!
Ook dit jonge paar
Kooze nog menig jaar!
Moog Liefde hen omzweven,
Hun steeds genoegen geven,
En prettig deez' beiden
Door het leven leiden.
De lange magere man stond daar, met den
blik strak omhoog gericht, de linkerhand op
de borst. het champagneglas omhoog in de
rechterhand.
„Wat een leuke vent is onze neef Emil
toch", riep Philip Assel lachend.
(Wordt vervolgd).