ALGEMEEN N1EUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VQOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6253 Dinsdag 27 Juli *1915. 55e Jaargang. ABONNEMENT: ADVERTENTIEN Prijsopg aa f Teleioon 25. Bit Blad verschjjnt Maandag-, Weensdag- en Yrpagavond, nitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Nenzen. Herhalingsonder wij s. 56000 E.G. zoogenaamde Ballast. 10000 zoogenaamde Grenailles. 10000 Macadam,afmetingen2/4C.M. 8INNENLAND. i Ipgl Per 3 maanden binnen de stad 1—Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 lllll* op den dag der uitgave. wordt gevraagd voor de levering franco, zoowel losplaats „Margaretha" als station Sluiskil, van Het gewicht wordt bepaald ter plaatse van levering op de weegbrug. De kosten hiervan voor rekening van de koopster. Opgave van prijs, onder bijvoeging van monsters, inleveren ten gemeentehuize van Zaamslag voor of op 15 Aug. 1915, des voormiddags 10 uur. Levering van 20 Nov.1 Dec. Zaamslag, 21 Juli 1915. Burgemeester en Wethouders, JOH. DE FE1JTER, Burgemeester. J. STOLK Lzn., Secretaris. EERSTE KAMER. Ten aanzien van den vermoedelijken loop der werkzaamheden van de Eerste Earner na hare wederbijeenkomst a.s. Dinsdagavond, verwacht men, voigeDS de N. R. Crt., dat het afdeelingsonderzoek, dat Woensdag 28 dezer en volgenden dag of dagen zal aan- vangen, o. m. omvatten zal, behalve de wets- ontwerpen tot het langer in dienst houden van militie en landweer betreffende het buitengewoon crediet van 90 millioen, ook reeds de beide groote, door de Tweede Earner afgedane wetsvoorstellen"betrekkelijk den vlootaanbouw en de nadere uitbreiding van den landstorm. Na afdoening in openbare vergadering nog in deze maand van de wetsontwerpen weike in staat van wijzen verkeeren, ofin- middels alsnog voor openbare behandeling in aanmerking zouden kunnen komen, tot welke laatste denkelijk de bovenbedoelde militie- en landstorm-ontwerpen en het buitengewone oorlogscrediet nog zouden te rekenen zijn, zou de Earner dan gelijk reeds vroeger als waarschijnlijk was veron- dersteld in den loop van Augustus weder bijeenkomen, thans ter afdoening in open- bare vergadering van de vloot- en landstorm- ontwerpen. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag 23 Juli, 's avonds om 8 uur. Voorzitter de heer Jhr. Van Nispen tot Sevenaer. Op het Binnenhof waclitten, volgens het verslag der „H. Crt.", een honderdtal menr schen tevergeefs of zij nog een plaats op de puhlieke tribune kunnen machlig wor den. De publieke en gereserveerde tribunes zijn geheel bezet. Aan de orde is de voortzetting van de behandeling der landstor m w e t. Rede van Minister Bosboom. De Minister van Oorlog, de heer Bosboom, vervolgt zijn s mididags met enkele zinnen aangevangen antwoord. Zijn Excellentie stelt op den voorgrond het hoogst eenvoudige karakter dezer wet, eigenlijk een „appendix" van de Landstonn- wet. Wat is karakter en strekking van het ontwerp? Zoowel in de memorie van Loe- licliting als in die van antwoord is dal toch zeer duidelijk uitgedrukt. Namelijk geleide- iijke versterking van onze weermacht, door geleidelijk meerdere oefening, niel verster king van het onder de wapenen zijnd effec- tief. Is het een aflossingsontwerp? Neen, dat is niet de bedoeling van de Regeering. De Minister heeft dal in de Memorie van AnL- woord duidelijk doen uitkomen. Een drieledig voordeel wordt hiermee be- haald. Vooreerst wprdL een reserve gevormd, ten tweede worden vaders van gezinnen van knellende banden verlost, en ten derde wor den jonge mannen, die tot dusver niets tot de militaire weermacht bijdroegen, daartoe gebraclit. De Minister sluit zich gaarne aan bij de hulde, door den heer Marchant ge braclit aan den ijver en de toewijding, door de landweermannen betoond. Allerwege moet de overtuiging zich vestigen, dat Nederland, door wien het ook zou worden aangerand, met alle kracht zou weerstaan. Dat is de reden waarom wij de weermacht zooveel mogelijk moeten opvoeren in kracht. Het streven is zeer zeker om zoo zuinig mogelijlk te zijn, maar toch mogen wij niet weifelen om de uitgaven te doen, die onvermijdelijk zijn ter bereiking van 't doel, door den Mi nister geschetst. Waar verwezen werd naar Zwitserland, waar gedemobiliseerd werd, daar wijst de Minister er op hoe door het ingrijpen van Italie in den oorlog wederom 6 Zwitsersche divisies onder de wapenen zijn geroepen. Bovendien mag men niet verge- ten, dat in Zwitserland mannen lot 48jari- gen leeftijd onder de wapenen zijn geroe pen. Ons land heeft een zeer lange en rnoei- lijke grenslijn, op alle punten gevaariijk. Tegenover hetgeen beweerd is, ten aanzien van den invloed, dien het adres der 22 op de gedragslijn der Regeering zou hebben ge- had, wil de Minister eerlijk meedeelen, de wordingsgeschiedenis van het ontwerp. In Februari 1915 bestonden er reeds plan- nen tot legerversterking en tot wijziging der Militiewet. Deze liet de Minister varen. Dit staat echter vast, dat deze Land- s t o r m w e t niet kan worden beschouwd als een greep in de beginselen onzer mi litaire wetten. Met nadruk zegt de Minister: Wij kunnen op dil oogenblik geen atgemeenen oefen- pliehl aanvaarden. Zijn Excellentie b6treurl van harte de wijze, waarop tegen het ontwerp agitatie is gemaakt. Er is gezegd, dat, als de Minister zijn wil doorvoerde, men hem een kop klei- ner zou maken, en meer dergelijks. Zijn Ex cellentie betoogt, dat deze wet niet praeju- diceert op de toekomst, maar wenschte, dat, wanneer er demobilisatie kwam, de man nen, die dan tot den landstorm zijn toege- treden, landstormplichtig bleven. Men zou registers dezer landstormplichtigen moeten aanleggen, zoodat de Regeering deze aan de gemeentebesturen zou kunnen opvragen bij een volgende mobilisatie. Hoe stelt zich de Regeering voor, aan deze wet uitvoering te geven? Er zijn omstandig- heden, niet door de Regeering beinvloedj maar die zelf van grooten invloed zijn op de uitvoering, met name op het tempo. Bij- voorbeeld de keuring. De Regeering zal trachten, voor zoover de onrust in het land nog niet in rust zal zijn veranderd, door haar wijze van uitvoering rust te brengen. Binnen zeer korten tijd zullen zich de mannen der Iandstormjaarklasse 1915 kun nen laten keuren. De besluiten dienaangaan- de liggen aan het departement gereed. Over deze jaarklasise bescliikt de Regeering reeds, als zij dat wil. Zoodra dil wetsonlwerp tol wet zal zijn verheven, zal er een koninkiijk besluil wor den uilgelokt, waarbij zuiien worden gere- kend lot den landstorm te behooren krach- lens artikel 1 der wet, de mannen der jaarklassen 1914 en 1913. De oproeping zal twee inaaaden van te voren <gesehieden, zoodat zij, die Lot die jaarklassen behooren, twee maanden voor- uil weten, dat zij zich gereed hebben te houden na twee maanden. Dat wil nog niet zeggen, dat zij dan dade- lijk zullen worden ingelijfd. Zij kunnen dan echter ieder oogenblik worden ingelijfd, en kunnen een meedeeling thuis krijgen: „ALs ge u will laten keuren, zit dan en daar de Keuringsraad." Het is niet de bedoeling, 4 maanden met een ploeg te wachten tot de volgende ploeg gereed is. De jaarklasse 1915 wordt half Au gustus gerekend tot den landstorm te behoo ren, die van 1914 in September, en de ver- dere wellicht weder een maand later. De lichting 1915 zal heel spoedig worden opgeroepen en 4 maanden nadat deze is in gelijfd zal de eersle landweerlichting naar huis gaan. Ivoml half Augustus jaarklasse 1915 op, dan gaat half December de oiidsle lichting naar huis. De aflossing zal dus veel snel- ler plaats vinden. De aflossing der landweer is te beschou- wen als een voorloopige grens. Het is geens- zins de bedoeling a tort et a travers de Landstormwet door te voeren, als alle land- weerplichtigen naar huis zijn. Alleen is de bedoeling, dat, als er zich onvoorziene omstandigheden voordoen, de Regeering niet behoeft te wachten tot de Earner bij elkaar is, om de mannen, die overblijven, wanneer de landweer is vervan- gen, oj) le roepen. De heer Marchant interrumpeert: Dal slaal niet in de memorie van antwoord! Daar staat juist in, dat ze niet zullen wor den opgeroepen (Levendige beweging onder de leden.) De Minister: Inderdaud staat er in de me- morie: Er zal waarschijnlijk een marge over blijven van mannen, die niet opgeroepen zul len worden, omdat dan reeds aLle landweer mannen door landstormmannen zijn vervan- gen. Ik betuig dan ook mijn leedwezen over dezen passus. Men houde zich cchler aan de tocliehting, die ik thans mondeiing geef Oefening bij het veldleger heeft niet plaats. Het kader van den vrijwilligen landstorm wordt, mdien mogelijk, onmiddellijk als ka der gebruikt, zoo noodig met extra-opleiding. De motie-Ter Laan bedoelt iets anders dan ze inhoudt. De bedoeling van den af- gevaardigde is, dat deze liehlingen onmid dellijk naar huis zullen gaan, doch de Mi nister kan op dit oogenblik niet meer mis- sen, en geeft in overweging de mofie in te trekken, daar bij ze in geen geval aanvaar den kan. De Minister van Marine, de heer Rambon- net, bespreekt, wie het eerst voor ontslag in aanmerking zal komen, de marinereserve of de oudste lichting der zeemilitie. Regel is, dat de oudste lichting het eerst met ont slag huistoe wordt gezonden, vervolgens de marinereserve. Dit is voor de officieren 't.ge- makkelijkst en voor het personeei het tfcn- genaamst. De heer Ter Laan haqdhaaft zijn motie en verduidelijkt ze, door achter „landweer" in te voegen „zonder aflossing". Bij de replieken spreekt de Minister van Oorlog nogmaals zijn leedwezen uit over den lapsus in de memorie van antwoord. Duidelijk wil hij daarbij thans verklaren, dat zoodra de Regeering in de noodzakelijk- lieid komt om na aflossing van de, land- weerplichtigen nog meer jaarklassen op te roepen, zij bij een nieuw ontwerp de be- voegdheid zal vragen. De heer Van Raalte meent, dat een lapsus in een Staatsstuk, geteekend door drie Mi nisters, niet aanvaard kan worden. De Minister van Binnenlandsche Zaken, de heer Cort van der Linden: Indien een royale verklaring wordt gegeven, moet u die aanvaarden. De heer Marchant verwacht, dat thans de Regeering den gewijzigden considerans zal aanvaarden, die dan toch precies zegt wat de Regeering wil. Na verdere replieken antwoordt de Minis ter van Oorlog nog, dat 't met de lichting 1916 zoo zal gaan, dat zij op normalen tijd in dienst zal komen, of iets later in verband met de lands torm-klassen, die opgeroepen zijn. De motie-Ter Laan wordt verworpen met 60 tegen 13 stem men. Voor stem men de sociaal-demokraten. Bij het verder debat verklaart de Minister aan den heer Ter Laan niet te kunnen vol- doen aan het verzoek van den heer Eland, om 10 pCt. van de oudste landweerlichting naar huis te sturen. De artikelen 1, 2 en 3 worden goetige- keurd. Artikel 4 wordt na eenige discussie aan- genomen met 61 tegen 13 stemmen. De heer Ter Laan kwam op tegen regis- tratie der mannen van 30 tot 40 jaar. Tegen stemmen de sociaal-demokraten. Artikel 5 wordt goedgekeurci, nad,at is aan- genomen met 44 tegen 24 stemmen pen amen- dement van den heer Siasse van IJsselt, be- palende dat, zoodra de tegenwoordige bui tengewone omstandigheden hebben opgehou- den te bestaan, een voorstel van wet zal worden ingediend om deze wet in te trek ken. De bedoeling van den voorsteller is, om 't karakter van !t nood-ontwerp nog duide- lijker te doen uitkomen. Daarna is aan de orde de considerans met het hierop ingediende amendement van de commissie van rapporteurs, om uitdruk- kelijk te bepalen, dat het ontwerp de 1 »e- doeling heeft de landweermannen met verlof te kunnen doen gaan. De Minister van Oorlog, de gevolgen van zijn fout willende dragen, neemt het amen dement over. Het wetsonlwerp wordt daarop aangeno- men met 55 tegen 13 stemmen. Tegen: de sociaal-demokraten. Het ontwerp-Eland wordt van de agenda afgevoerd. Goedgekeurd worden eenige conclusies en wetsontwerpen, o. a. het buitengewoon oor- logskrediel, nadat de Minister van Oorlog heeft toegezegd, de gevraagde nota spoedig te zullen overleggen. De Kamer gaat hierna tot nadere bijeen- roeping uiteen. Den uitstapje van Koningin en Prinses. Zaterdagochtend vertrok de Eoningin per spoor met de Prinses, vergezeld van eenige speelkameraadjes, van Den Haag, ten einde een uitstapje te maken naar den Moerdijk. Aldaar gingen de Eoningin en de Prinses met de haar vergezellenden aan boord van een gereed liggende stoomboot, ten einde de Prinses de brug over den Moerdijk en een gedeelte van de rivier te laten zien. Met dit doel werd tot Dordrecht doorge- stoomd, van waar men per trein naar Den Haag terugkeerde. (Hbl.) Raad van Defensie. Naar wij vernemen is Mr. P. Marchant, lid van de Tweede Earner, benoemd tot lid van den Raad van Defensie. (De Tijd.) Keuring landstorm. Bij Eon. besluit van 24 dezer is bepaald, dat het in verband met de heerschende buitengewone omstandigheden wenschelijk is de dienstplichtigen bij den landstorm in de gelegenheid te stellen om, voordat zij in werkelijken dienst zouden moeten komen, een onderzoek omtrent hunne geschiktheid voor den dienst te ondergaan. Het onderzoek wordt opgedragen aan de keuringsraden voor de militie voor de lichting 1916. Aardappelen I Men schrijft uit Tiel aan de Arnh. Crt. Wat er in den winter van den middag- pot terecht moet komen, is de vraag, welke bij menigeen op de lippen komt. Men ziet hoe op versehillende plaatsen de boeren, aangelokt door den ongekend hoogen prijs der aardappelen, de late soorten al rooien. Indien de Minister hier niet dadelijk ingrijpt, dreigt voor de volksvoeding groot gevaar. Onrijp goed komt nu reeds op menige tafel Van morgen passeerde hier een trein met 21 wagons aardappelen, bestemd voor Duitschland. Dat is er slechts een van de honderden, die dagelijks ons land in ooste- lijke richting verlaten. Te Eapel-Avezaath werd heden 5 per H.L. besteed voor aardappelen, zooals het veld ze oplevert Jjitvoerverbod aardappelen. Naar de N. R. Crt. uit goede bron ver- neemt, zal in de Stct. van heden de tijdelijke opheffing van het uitvoerverbod van aard appelen weder worden ingetrokken. Aard appelen, die Maandagnacht 12 uur de grens niet zijn gepasseerd, worden niet meer uit- gelaten. Uitvoer van hrwten. De Minister van Oorlog en van Landbouw, Nijverheid en Handel brengen ter kennis, dat, met wijziging en uitbreiding in zoo- verre van de kennisgeving in de Staats- courant van 20 Mei 1915 en van 4 en 5 dezer, het volgende wordt bepaald lo. Uitvoer van kleine groene kook- erwten zal ook worden toegestaan, indien lj3 van de hoeveelheid (in gewicht) bruine boonen of witte boonen op de veemen zal zijn opgeslagen. 2o. Uitvoer van grauwe erwten en kapu- cijnererwten van den oogst 1914 zal worden toegestaan, indien 1/s van de hoeveelheid (in gewicht) van de soort, die zal worden uitgevoerd of wel bruine of witte boonen, van inlandsch gewas, oogst 1914, op de veemen zal zijn opgeslagen. De grauwe erwten en kapucijnererwten moeten puik van kook zijn. 3o. De. prijzen, waartegen de aanvragers zich moeten verplichten de opgeslagen par- tijen grauwe erwten op ieder gewenscht tijdstip aan het Rijk af te staan, zijn, ge rekend per 100 E.G., bruto voor netto gelijk aan die vastgesteld voor kapucijnererwten. De aandacht wordt er op gevestigd, dat na 31 dezer geen groene erwten, grauwe erwten en kapucijnererwten meer zullen mogen worden uitgevoerd. (St.ct.) Geen doortocht gevraagd. Als aanvulling van hetgeen reeds in de Nederlandsche pers is vermeld naar aanlei- ding, van het bericht der //Eolnische Zei- tung" van 21 Juli nopens stappen bij de Nederlandsche Regeering gedaan door de Belgisehe, Britsche en Fransche gezanten, heeft het Haagsche Correspondentiebureau uit de meest gezaghebbende bron vernomen, dat door geen der drie bedoelde gezanten bij de Nederlandsche Regeering eenige stap is gedaan om haar toestemming te verkrij- gen voor den doortocht van de Belgische- Engelsche bezetting van Antwerpen over Nederlandsch territoir naar zee. Den insinuatie. De Parijsche correspondent van het Hand, seint In de wEcho de Paris" wijst Herbette, na de moeilijkheden, verbonden aan de positie van Nederland, erkend te hebben, den Hollanders op het Duitsche gevaar bij het toenemen der voorraden levensmiddelen, opgeslagen in Nederland en vooral van het goud, dat Duitschland moet betalen voor den aankoop der levensmiddelen en dat zich ophoopt in de Nederlandsche brandkasten, een steeds verleidelijker lokaas vormend. "Voor de Duitschers zou een invasie in Nederland niet meer een zuiver strategische handeling zijn, maar een middel om han goud terug te nemen en zich meester te maken van de Nederlandsche voorraden. De Minister van Oorlog heeft een wets- ontwerp ingediend tot legerversterking maar Herbette twijfelt sterk of dit voldoende zal zijn om de Duitschers te beletten de onder- stelde plannen uit te voeren en besluit Minister Bosboom twijfelt waarschijnlijk ook, want men schrijft hem thans de be doeling toe, zich aan zijD ontwerp vast te klampen. Waarlijk, zegt het Hand., wanneer de Franschen meenen, dat zulke insinuaties het middel zijn om ons te nopen ons in de armen der entente te werpen, hebben zij het toch mis Veertigjarig bestaan van de Stoomvaartmaatseliappij „Zeeland." Op 26 Juli 1875 opende de stoomvaart- maatschappjj Zeeland haar dienst van Vlis- singen op Engeland. Ter eere van haar veertigjarig bestaan is door commissarissen en directie een gedenkboek uitgegeven. In een „Ter inleiding" wijdt de president- commissaris, de heer Mr. E. Fokker, woorden van groote waardeering aan de heeren Mr. G. A. Fokker en Mr. J. P. R. Tak van Poortvliet, die met Z. E. H. Prins Hendrik, den Stadhouder van Luxemburg, het drietal vormden, die door hun toewijding, hun nooit opgeven van den strijd tegen het noodlot de stichting der maatschappij door- zetten, terwijl Prins Hendrik door zijn finantieelen steun die oprichting mogelijk maakte. Onder den titel h Veertig jaren van strijd" wordt vervolgens een zeer uitgebreid over- zicht gegeven van de geschiedenis der maat- schappp. Van den strijd tegen de concur rence, van moeilijkheden met minder goede booten, van tijden dat de maatschappij finantieel zeer zwak stond, maar ten slotte ook van de laatste jaren die voor de maat schappij ongekende en onverwachte bloei braehten. Aan het eind van het overzicht wordt eenigen tijd stilgestaan bij het jaar 1914, toen de vrees dat de Engelsche re geering den dienst geheel zou staken niet bewaarheid werd, waardoor dit jaar een zeer goed werd door de kolossale drukte in het reizigersvervoer, toen de Zeeland de eenige lijn was die geregeld de postverbinding tusschen Centraal Europa en Engeland vol- hield. Dit deed meer dan ooit het recht van bestaan der Zeeland als nationale, als Nederlandsche onderneming uitkomen. ffHet pleegkind van den ons zoo vroeg ontvallen Prins Hendrik aldus eindigt het overzicht is onder druk en tegenspoed flink en krachtig uitgegroeid; de Vlissingsche dienst neemt than? een eervolle plaats in onder de scheepvaartmaatschappijen, welke het verkeer tusschen het vasteland en Enge land bedienen. Van haar vloot kan worden getuigd //Non sordet in Undis" (vrij ver- taald Zjj maakt geen slecht figuur op de baren.)der maatschappij kan worden na- gegeven //Luctatur et emergit" (Ik worstel en ontkom.) Eere zij daarom, bij de her- denking van den veertigjarigen strijd, ge- bracht aan de nagedaehtenis van den grootmoedigen, helderzienden, nationaal gevoelenden Prins Hendrik den Zeevaarder." Aan het overzicht zijn een aantal bijlagen toegevoegd, waarin de lotgevallen en de vooruitgang der maatschappij met cijfers en duidelijke teekeningen en photo's nader wordt aangetoond. Ter eere van het veertigjarig bestaan werd heden, aan boord van de nachtboot //Ora je Nassau" der maatschappij, te Rotterdam een feestmaaltijd gehouden, waaraan o. a. deelnam Z. E. H. Prins Hendrik, bescherm- heer der maatschappij. De positie van Nederland Het Nieuws van den Dag vindt er iets geruststellends in, uit den mond van een nog altijd invloedrijk en populair staats- man als de heer Churchill te vernemen, dat men in Engeland er niet aan denkt, ons de onzijdigheid, die wij wenschen te handhaven, kwalijk te nemen. Met andere woordendat wij van de zijde der gealli- eerden, althans van Engeland's kant, niets te vreezen hebben. En aangezien wij het- zelfde herhaaldelijk ook van onzen ooste- lijken nabuur mocbten vernemen, geldt Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend dat zij, die aan den cursus voor het herhalingsonderwijs voor meisjes, aanvangende 4 September a. s., wenschen deel te nemen en de zes leerjaren der lagere school hebben doorloopen, zich moeten aanmelden voor 15 Augustus a. s. voor de kom der gemeente bij het hoofd van school A, en voor Sluiskil bij het hoofd van school D. Bij ge- noemde hoofden kunnen tevens nadere inlichtingen voor het herhalings-onderwijs worden verkregen. Na den aanvang der cursus worden geene leer- lingen meer toegelaten. Ter Neuzen, den 27 Juli 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaiis.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1