De krijgs'bed.rijven. BINNENLAND. m mililairo maatregelen, door Frankryk ge- nomrn of (e nemen. De rijkskanselier antwoordde, dat de Duitschers „maatregelen hadden genomen, bestemd om de veiligheid der spoorwegen, die wij in exploitatie hebben, te verzekeren tegen een aanval van Fransche zijde." Het antwoord van Jagow (Duitsch minis ter van Buitenlandsche Zaken) ook van 2 Augustus, was: „De militaire maatregelen zijn tot onze groote spijt onvermijdelijk ge- worden, aangezien wij bet'rouwbare berich- t'en hebben, dat Fransche strijdkrachten in opmarsch naar Luxemburg zijn. Wij moesten maatregelen nemen ter ver zekering van de veiligheid van ons leger en ter bescherming der spoorlijnen. Een vijandelijke daad tegen het bevrien- de Luxemburg heeft nooit in ons plan ge- legen. Het dreigend gevaar heeft ons on- gelukkigerwijze geen tijd gelaten om vooraf met de Luxemburgsche regeering overleg te plegen." Een eigenaardige prociamatie. De correspondent schrijft dan verder: Van Duitsche zijde werd een inval van de Franschen gevreesd en daarom was tot de neutraliteits-schending van het groot-her- togdom besloten; Von Jagow ging echter verder en verzekerde reeds berichten te heb ben dat de Fransche troepen op Luxemburg aantrokken (im Vormarsch sind). Nog na- der wordt dit thans uitgewerkt in een te Koblentz gedrukte prociamatie, welke de be velhebber der Luxemburg binnenrukkende troepen moest aanplakken, maar achteraf acliterhield. De toedracht van zaken was hier eenigszins ingewikkeld en daarom wil ik met een enkel woord aangeven wat mij na onderzoek hieromtrent bleek. De officier, welke de prociamatie moest doen aanplakken, bevond zich op een ge- geven oogenblik met den staatspiinister Eyschen en den toenmaligen burgemeester van Luxemburg ten huize van den Duit- schen gezant, en toen daar bleek, dat in dat sluk als hoofdmoiief voor den inval aanwezigheid van Fransche troepen op Luxemburgsch grondgebied werd opgegeven, wezen de beide Luxemburgsche heeren den gezant er op welk een slechlen indruk een zoo flagrante onwaarheid op de bevolking zou maken. De gezant, overtuigd door de bewijzen, welke deze heeren hem voorlegden, van het onjuiste der bewering als zouden Fransche soldaten de grenzen van het groothertogdom overschreden hebben, raadde nu de officier aan de prociamatie achter te houden. Intusschen had de chauffeur van den of ficier, die aan de deur wachtte een Duitsch ingenieur, die lang in Luxemburg had gewoond reeds een paar exemplaren aan een hem bevriend journalist gegeven en zoo kwam de tekst toch in de Luxem burgsche pers en daarmede in het publiek. De origineele stukken zijn hoogst zeld- zaam; met de Fransche vertalingen moet men voorzichtig zijn, daarom geef ik den tekst hier weer, vertaald uit het oorspron- kelijk Duitsch: „Alle ernstige pogingen van Z. M. onzen keizer en koning om den vrede te bewaren, zijn mislukt. De vijand heeft Duitschland het zwaard in de' vuist gedrukt. Nadat Frankrijk, de onzijdigheid van Luxemburg schendend, de vijandelijkheden zooals on- twijfelbaar is vastgesteld van Luxem burgsch gebied uit tegen de Duitsche troe pen begonnen had, heeft Z. M. onder bit- teren drang van ijzeren noodzaak het bevel gegeven, dat ook Duitsche troepen, en wel vooreerst het VHIe legerkorps, Luxemburg zouden binnenrukken. De bezetting van Luxemburg heeft dus alleen ten doel een vrijen weg voor verdere handelingen te verkrijgen en geschiedt on der de uitdrukkelijke verzekering: lo. dat zij van voorloopigen aard is; 2o. dat persoonlijke vrijheid en eigendom van alle Luxemburgers volkomen verzekerd en geeerbiedigd zullen blijven; 3o. dat de Duitsche troepen aan ijzeren discipline gewoon zijn; 4o. dat alle opeischingen met gereed geld betaald zullen worden. Ik vertrouw op den rectitvaardigheidszin van het Luxemburgschevolk, dat het zal inzien, dat Z. M. slechts voor onvermijde- lijken dwang gezwicht is en verplicht was door het miskennen der neutraliteit van Fransche zijde het binnenrukken der troe pen in Luxemburg te bevelen; ik verwacht onder herhaalde verzekering der boven af- gelegde waarborgen, dat het Luxemburgsche volk en zijn regeering door hun houding de taak der Duitsche troepen niet zullen ver- zwaren." (w.g.) Tulff von Tschepe und Weidenbach, kommandierender General des Preussischen VIII Armeekorps. Deze niet aangeplakte prociamatie vormt een dokument van groot historisch gewicht, want wij zien daaruit, hoe enkele dagen voor den opmarsch der troepen, laat ons zeggen op 31 Juli of 1 Augustus, te Ko blentz, waar het stuk gedrukt werd en dat toenmaals groot hoofdkwartier was, reeds zou geweten zijn, dat Frankrijk vijandelijk heden op Luxemburgsch gebied zou zijn be gonnen, terwijl op 2 Augustus Von Jagow nog slechts van een Franschen opmarsch naar Luxemburg wist. Als zoodanig zijn deze stukken te ver- gelijken met die, welke den inval in Belgie voorafgegaan zijn en vergezeld hebben, zoo als dat in het licht is gesteld door den Belgischen staatsminister Van den Heuvel in zijn bekende brochure: „De la violation de la neutrality beige". In beide gevallen treft ons een merkwaar- dige analogie. Op 3 Augustus werd in een Kamerzit- ting door staatsminister Eyschen verslag ge- gegeven van de gebeurtenissen en nadrukke- lijk ontkend. dat er ooit Fransche soldaten in het groothertogdom zouden zijn geweest; met algemeene stemmen werd een dagorder aangenomen, waarbij de handelingen der regeering werden goedgekeurd, en daarmee was het Luxemburgsche voorspel van den grooten oorlog afgeloopen. Het interview met Churchill. De „Norddeutsche Allgemeine Ztg." schrijft onder het hoofd: „Magister Churchill": Churchill heeft belangwekkende mededee- lingen gedaan aan den Londenschen corres pondent van de „N. R. Crt." Hij voelt zich volkomen op de hoogte van Belgische toe- standen, stellig met hetzelfde recht als sir Edward Grey zich specialileit acht in con- tinentale politiek. Grey is dan ook eens in zijn leven, den vorigen zomer voor eenige dagen van het Engelsche eiland af geweest. Churchill, toenmalig Minister van Marine, heeft de befaamde marine-brigade op haar toch.t om Antwerpen te ontzetten, vergezeld. Zoowel hij als de brigade hebben weliswaar het noodlot der vesting niet kunnen afwen- den, maar nu maakt Churchill gebruik van den rijken schat van ervaringen, in Antwer pen opgedaan, om Nederland voor te lich- ten. Zooals men zich zal herinneren, is het vraagstuk van den Scheldemond eenige ja- ren geleden ter tafel gekomen, toen Neder land aanstalten maakte zijn vestingen hij Vlissingen te versterken. Te vergeefs heeft Engeland destijds getracht dat plan te ver hinderen. Ook Churchill noemt de tegen- woordige geografische regeling aan den Scheldemond onnatuurlijk, want indien Ant werpen transporten langs de Schelde toege- voerd had kunnen krijgen, dan had het niet behoeven te vallen. Wij zullen dit den vak- man niet tegenspreken, al begeeft hij zich hier ook op het gladde ijs der voorspellin- gen. Maar of den Nederlandschen lezer de toe stand even onnatuurlijk zal lijlcen als den Engelschman, die de voortzetting van de kanaalkust slechts beschouwt als een Britsch glacis, valt toch te betwijfelen. Churchill heeft verder getracht de be- zorgdheid uit den weg te ruimen, dat men van Nederland de ruil van Vlaanderen tegen een stuk van Oost-Friesland zou verlangen. Het is hoogst belangwekkend bij deze gele genheid te hooren van zulke plannen, die blijkbaar toch reeds zoo vasten vorm had den aangenomen, dat men er in Nederland van afwist. Dat Engeland de uitsluitende controle van de geheele kust van Calais tot den Scheldemond als hoofddoel van zijn oorlog beschouwt, ligt voor de hand. Wij hebben ook reden aan te nemen, dat het niet van plan is Calais te ontruimen. Onder de jonkvrouwen van Frankrijk zal zoo licht geen Jeanne d'Arc weer opstaan. Maar is het voor Nederland en Belgie zoo verleidelijk het lot te deelen, dat Enge land het verzwakte Frankrijk heeft toege- dacht Het artikel besluit met de woorden Duitschland heeft de onzijdigheid van Ne derland zoo nauwgezet mogelijk in acht ge nomen. Het heeft daarmede recht met recht vergolden, want in tegenstelling met Belgie heeft Nederland voor den Engelschen verlei- der het oor gesloten gehouden. Nederland is inderdaad onzijdig gebleven en een vol komen zelfstandig, onzijdig Nederland vormt voor Duitschland een flankdekking van groo te waarde. Aan den anderen kant is de onnatuurlijke toestand aan den Scheldemond meer dan een gebrek aan schoonheid in het Engelsche beeld van het toekomstige Europa. De be- vestiging van Vlissingen door Nederland vormt daarin zelfs een leelijke vlek. Het is wel jammer dat Churchill zich over dat punt niet heeft uitgelaten. Wij ontleenen de volgende telegrammen aan de N. R. Crt.: Van hei Westelijke gevechts- terrein. PARIJS, 20 Juli. (Havas.) Officieel bericht van hedenmiddag: In Artois, rond Souchez en bij Neuville- Sl. Vaest, is gisteren een verwoed artillei-ie- gevecht geleverd, zonder dat de infanterie optrad. In den afgeloopen nacht hevig kanonvuur en eenige gevechten met handgranaten ten N. van het kasteel Carleul. Op Atrecht zijn 60 granaten geworpen. In het Aisne-dal een vrij hevig kanonvuur, met beschieting van Soissons. In Argonne gevechten met handgranaten en springbussen. Op de Maashoogten hebben de Duitschers gistermiddag twee krachtige aanvallen ge daan op de Fransche steilingen ten Z. van Sonvaux, die volkomen zijn afgeslagen. Daar- op beschoten de Duitschers de Fransche loopgraven en voerden met zwakke troepem afdeelingen een reeks klelne aanvallen uit, die alle werden gekeerd. De Duitsche ver- liezen zijn aanzienlijk. De afgeloopen nacht was bewogen, zonder dat het tot infanterie- gevecliten kwam, behoudens bij de Schans van Calonne, waar twee aanvalspogingen der Duitschers gemakkelijk werden afgesla gen. Een Fransch eskader van 6 vliegtuigen heeft vanochtend het station van Colmar (in den Elzas) gebombardeerd. Er werden (8 granaten van 130 m.Mt enf 8 yan 90 m.M. geworpen op de gebouwen, sporen en trei- nen. Beschadiging van het groote goederen- station is waargenomen. Er is geen enkele granaat op de stad gevallen. De Fransche toeslellen keerden onverlet terug. Gisteren hebben 4 vliegtuigen 48 granaten op het vorkslation van Chellerange ten Z. van Vouziers (Champagne) geworpen. LONDEN, 20 Juli. (Reuter.) Officieel be richt van maarschalk French: Na een goed geslaagde mijnontploffing, hebben de Engelschen gisteren ongeveer 150 meter van de vijandelijke loopgraven bezet ten W. van het kasteel Hooge, ten O. van Yperen. Zij hebben er zich weten te hand- haven. Er zijn 15 gevangenen gemaakl, waaronder 2 officieren. Wij maakten ma- chine-geweren buit en vernielden er twee. Van het Oostelijke gevechts- terrein. WEENEN, 20 Juli. (Wolff.) Officieel be richt uit het groote hoofdkwartier: Tusschen Weichsel en Boeg hebben de verbonden legers bij de vervolging van den teruglrekkenden vijand gisteren het slagveld van de laatste dagen achter zich gelaten. Het aantal gevangenen, door de troepen van luitenant veldmaarschalk Arz, die een groot agndeel hebben gehad in het behaalde suc- ces, gemaakt, is tot 50 officieren en 3500 man gestegen. Ook bij Sokal hebben onze troepen meer dan 3000 man gevangen genomen. Ten Westen van de Weichsel hebben de verbonden troepen den tegenstand der Rus- sen aan de Ilzanka gebroken. Ten Zuiden en ten Westen van Radom hebben de O.-H. regimenten zich in hevige gevechten voor- beeldig gedragen en het dorp Korstizyn be- stormd. Radom is vandaag door onze troe pen bezet. In Oost-Galicie is de toestand onveranderd. Aan de grens tusschen Boekowina en Bessarabie is een Russische brigade over- vallen en uit elkaar geslagen. ST. PETERSBURG, 20 Juli. (P. T. A.) Of ficieel bericht van den grooten generalen staf: In de streek van Riga en Sjawli heeft de vijand gisteren op het front Grunhof-Sja- gory-Krupy zijn opmarsch voortgezet. 1 en Westen van de Njemen heeft de vij and aanvallen gedaan op de loopgraven van een onzer regimenten bij het dorp Gluboki, ten N.-O. van Suwalki, waarom sedert den llden dezer hardnekkig was gestreden. In den nacht van den 18den op den 19den slaagde hij er in voet te krijgen in enkele gedeelten dier loopgraven, die wij gisteren evenwel hebben herwonnen. Op het front aan de Narew hier en daar artilleriegevechten en schermutselingen tus schen de voorhoeden. Den 18den dezer heeft het vestinggeschut van Nowo Georgievsk met goed gevolg vij andelijke colonnes beschoten. Tusschen Weichsel en Bug is de vijand den 19den dezer voorzichtig ons nieuw front genaderd. Aan de Bug heeft de vijand zijn aanvallen op het deel van het front tusschen Krylow en Sokal voortgezet. In de streek van So kal heeft hij zijn positie op den rechter- oever der rivier eenigszins uitgebreid. Aan de Dnjeslr is na hardnekkigen strijd het front onveranderd gebleven. Den 19den dezer hebben wij ongeveer 500 gevangenen gemaakt en 5 machine-geweren vermeesterd. Vasi het Zuideiijlke gevechts terrein. WEENEN, 20 Juli. (Wolff.) Officieel be richt uit het groote hoofdkwartier: De slag in het gebied van Gorz duurt voort. De zeer hevige aanvallen der I tali a- nen, die thans ook tegen het bruggehoofd van Gorz waren gerichl, zijn gisteren en vannaclit wederom mislukt. Na een sterke beschieting van het bruggehoofd door arlil- lerie, die tot 's middags duurde, ging de elfde Italiaansche divisie infanterie met be- schonken troepen tot den aanval tegen den sector van Podgora over. De vijand drong op enkele punten in onze dekkingen door, doch werd er weder uitgeworpem Na een nieuwe voorbereiding door artillerie volgde s middags^ om vier uur een aanval, die om acht uur 's avonds eveneens was afgeslagen. Om den rand van de hoogvlakte van Do- bcrdo wordt verbitterd verder gevochten. Gistermiddag hebben Hongaarsche landweer- troepen krachtige aanvallen tegen hun stei lingen bij Idraussina tot driemaal toe afge slagen. Alle aanvallen tegen den Z.-W. rand van de hoogvlakte, naar den kant van Polazzo, Nedipuglia en Vumigliano ondernomen zijn eveneens mislukt. Hetzelfde lot onderging een aanval op den Monte Cosich, ten Noor- den van Monfalcone. De achter zijn dekking terugwijkende vijand heeft overal zware ver- liezen geleden. De artilleriegevechten aan den middenloop van de Isonzo, in het gebied van de Krn en aan de Karinthische grens duren voort. In de streek ten Zuiden van (hier is een woord weggelalen. Red.) zijn twee hevige aanvallen van Alpini afgeslagen. In de reeds jgemelde gevechten in die (streek van den Kreuzberg hebben de Ilalianen meer dan 200 man aan dooden verloren en onge veer 400 aan gewondcn. Onze gezameniijke verliezen bedragen daar slechts 42 man. De stelling ten Zuiden van Schluderbach is door onze troepen hernomen. Een nieuwe aanval van zwakke Italiaan sche strijdkrachten op Coldilana is evenals de vorige mislukt. H®t arbeidsgeschil in Zuid- Wales. GARDIhF, 20 Juli. (Reuter.) De staking is bijgelegd. De eischen der mijnwerkers zijn op een punt na ingewilligd. CARDIFI-, 20 Juli. (Reuter.) Hoewel er of ficieel nog niets is bekend gemaakt, ver- luidt dat overeenstemming in het arbeidsge- schil in Zuid-Wales zoo goed als bereikt is. De overeenkomst zal niet afloopen voor ver- loop van 6 maanden na den oorlog. CARDIFF, 20 Juli. (Reuter.) Na een nieu we samenkomst met werkgevers en werk- ncille,'s zijn heden de voorwaarden door de mijneigenaren op schrift gesteld en aan het werkvolk voorgelegd. Minister'Lloyd George verklaarde: „Nu zal 't wel niet lang meer duren." TWEEDE KAMER. Vergadering vau Dinsdag 20 Juli. Voorzitter de beer Jhr. Van Nispen tot Sevenaer. De Voorzitter deelt, volgens het verslag der „H. Crt. mede, dat d«e heer Goeman Borgesius wegens een lichte ongesteldheid verhinderd is, tegenwoordig te zijn. Wijders wordt voorgesleld, het wetsont- werp tot nadere uitbreiding van den land- storm aan de orde te stellen na het wetsont- werp hetreffende onteigening in de gemeente Katwijk. De heer Schaper vindt, dat het landstorm- ontwerp wel wat al te vlug aan de orde komt, als men andere wetsontwerpen in aan- merking neemt, die op afdoening wachten. De Kamer doet voorts nu een uitspraak over de motie-Spiekman inzake de instel- ling van commissies van beroep voor ge- mobiliseerden betreffende vergoedingen. De Voorzitter meent, dat het voorstel- Schaper, de Kamer thans de motie-Spiek- man te laten behandelen, haar overrompelt. Aan de orde is het wetsontwerp inzake laiiger in dicnst1 houden van dienstplichtigen Wj de landweer. In verband met een opmerking van den heer I er Laan keurt de Kamer op voorstel des Voorzitters goed, bij de behandeling van dit wetsontwerp niet te bespreken de vraag, of er landweerlieden naar huis moeten wor den gezonden, maar dit uit te stellen tot de behandeling van het landslorm-ontwerp. De heer Ter Laan bepleit verschillende verbeteringen, die bij de behandeling der landweerlieden zijn door te voeren. o. a. wat betreft den geneeskundigen dienst. Ge- mobiliseerde onderwijzers en ambtenaren geve men zoo veel mogelijk gelegenheid, hun burger-taak verder te vervullen. De deserteurs, die onder de amnestie- wet vallen en zich thans bij hun lichtingen hebben gevoegd, mogen, nu hun lichtingen naar huis zijn gezonden, niet mede naar huis. maar moeten in dienst blijven. Dit is strijdig met den geest der Amnestie-wet en uitlermale onbillijk. De Kamer kan er maar een antwoord op geven: ze morgen aan den dag naar huis te zenden. Ook lette men meer op de legering der troepen nabij hun woonplaatsen. De heer De Jong beklaagt zich over de willekeurige opvatting, door verschillende autoriteiten gehuldigd, van de ministerieele circulaires, die op zichzelf billijkheid en rechtvaardigheid ten doel hebben, doch dik- wijls niet aan haar bestemming beantwoor- den, omdat met name plattelands-autoritei- ten de richting, waarin de Minister wenscht, dat ze zullen gaan, niet inslaan. Er wordt gepauzeerd. Na de pauze is het woord aan den heer Marchant, die de uiting van den Minister, dat de oorzaken van den sfechten geest in het leger ook bij de Kamer liggen, ongepast vindt. Die oorzaken nader onderzoekend, wijst spreker op hetgeen te Apeldoorn is ge- schied, waar misplaatste zuinigheid de on- tevredenheid heeft veroorzaakt. Het kan noodzakelijk zijn, dat men de manschappen uit de gezellige kwartieren overbrengt naar een kampement, maar als men dat doet, moet zoo'n kamp goed in orde zijn. Spreker zet uiteen, wat er aan dat kamp, aan tenten, cantines ienz., ontbreekt. Te Apel doorn zijn officieren geslagen en met stee- nen gegooid! Te Apeldoorn is door de troe pen de in-vrijheid-slelling geeischt van mi litaire arreslanlen. De autoriteiten hebben aan dien eisch vohlaan! Na het gebeurde te Apeldoorn had men den Minister daar zelf gaarne ter plaatse gezien. Dit is niet geschied, en het eenige, dat er van den kant des Ministers is ge- beurd, is, dat de divisie-generaal een onder zoek heeft ingesteld en bij dat onderzoek is hij niet verder'gekomen dan- 't bureau van den brigade-kommandant. Ook dit bevordert niet de stemming der troepen. Spreker doet eenige mededeelingen over de indeeling der troepen over ons land in deze mobilisatie. De Minister van Oorlog, de heer Bosboom vraagt het woord. De Voorzitter verzoekt den heer Marchant zijn rede te willen onderbreken, daar d-e Regeering van haar zienswijze omtrenl de bespreking van dit punt blijk wenscht te geven. Minister Bosboom wijst er op, dat de openbaarmaking der opstelling van ons leger niet is in het voordeel van het Staats belang. De Voorzitter verzoekt den heer Marchant dit punt niet verder te willen bespreken. De heer Marchant verklaart, niet aan het vcrzoek des Voorzitters te kunnen voldoen, daar het Nederlandsche volk er recht op heeft, te weten wat er, indien ons land on- verhoopt in oorlog geraakt, zal gebeuren met onze mannen, die ten strijde moeten trek- ken. De \oorzitler kan niet aannemen, dat het in de bedoeling ligt van den heer Marchant, voort te gaan met de bespreking der indee ling van de troepen, wanneer de Regeering meent, dat dit niet is in het belang des lands. De heer Marchant verklaart, dit gedeelte van zijn rede achterwege te zullen laten, te meer daar hij de gelegenheid zal hebben, de Kamer volledig in te lichten. Spreker gaat voort: De lending der veldlegers bcrust1 in han- den van menschen, die tegen hun taak niet zijn opgewassen. Men kan, als een oorlog dreigl, niet te werk gaan naar aneiennileit, want dan geraken wij in den pul. Wie het roer in handen heeft1, moet uitmunlen door kunde en kajrakl'er. Daarom wordt het hoog tijd, dat de Regeering met haar ancienniteils- beginsel broke. De heer Helsdingen klaagt over inlrek- king van vergoedingen aan verschillende Iandweerplichtigen. De heer Hugenholtz zegt, dat van elke compagnie niet meer dan 18 pCt. met land- bouwverlof mag gaan. Echter bestaan som- mige compagnies bijna geheel uit landbouw- elementen. In elk geval zorge de Minister er voor, dat de militairen, die met gewoon verlof zijn, niet tot die 18 pCt. worden ge- rekend. De heer Schaper dringt aan op een comi- te-generaal der Kamer, opdal ze verlost worde van de geheimdoenerij der Regeering en eindelijk worde ingelicht omtrent ver schillende dingen, die het belang des volks raken. Te Apeldoorn zijn die officieren, welke zich behoorlijk gedragen, aan geen haar ge- krenkt; instinctief zijn uitgezochl die iui, die de soldaten negeren. Een toespraak van een geschikt officier en je kunt de man schappen om den vinger winden. 'I Zijn ge- schikte kerels. Maar er zijn zenuwpalienlen onder de officieren, die door de soldaten ge- noemd worden in termen, hier niet te her- halen, en die een allerwonderlijkste opvat ting hebben van de verhouding, waarin zij tot hun minderen staan. De heer De Savornin Lohman kondigt een molie van orde aan, waarin de Ivamer het verlangen te kennen geeft, dat het beleid van den Minister van Oorlog onder de gegeven omstandigheden beter in comite-generaal worde besproken. De motie is onderteekend o. a. door die heeren Marchant, Schaper en Albarda. Het reglement van orde schrijft voor, dat wanneer ten minsle een tiende der leden sluiting der deuren wenscht, dit moet ge- schieden. Daar de motie het vereischte aan tal handteekeningen heeft, worden de deu ren tte kwarl over twee gesloten. Te kwart voor drie wordt de openbare vergadering heropend. De Minister van Oorlog, de heer Bosboom, zegt, dat, nadat hij met zijn ambtgenoot van Binnenlandsehe Zaken overleg heeft ge- pleegd, verlof aan onderwijzers alleen kan worden verleend, wanneer het strikt noodig is. Omtrent de ongeregeldheden persisleert spreker, dat het gesprokene in de Kamer grootendeels de oorzaak is van den slechten geest. Door dit gesprokene worden de men schen geprikketd. Toch worden de ldachten in de Ivamer voortdurend heiiiaald De heer Marchant: Herstelt u ze daiR Dan behoeven wij. ,er niet op terug te konien. De Minister: De heer De Jong en andere leden zijn overtuigd, dat ik alles doe om misstanden te verhelpen. Ik kan niet meer doen dan ik doe. Omtrent het gebeurde te Apeldoorn heb ik aan een commissaris het maken van een rapport opgedragen, dat ik nog niet in mijn bezit heb. Alle rapporten zelf naloopen kan ik niet. Dan wordt mij het andere deel mijner functie onmogelijk gemaakt. De heer Ter Laan zegt in zijn repliek, dat deze debatlen volkomen vrucliteloos zijn ge weest, als de Minister nu weer zegt, dat in- houding van verlof niet meer als straf zal geschieden en alles gaat weer hetzelfde gan- getje. Hier achter de groene tafel moet een man zitten, die de macht heeft, de autori teiten, die onder hem staan, te doen uitvoe- ren, wat hij wenscht. Dat is op dit oogen blik niet het geval. Over een maand, bij de behandeling van een volgend dergelijk wets ontwerp, ziin we weer net even ver. Spreker melt een motie voor, waarin de Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat zij die onder de wapenen zijn, onder de wer- king der Amnestie-wet vallen en behooren tot de lichting 1907, evenals de lichting 1907 onverwijld met klein verlof moeten worden gezonden. Er wordt gerepliceerd door de heeren De Jong, Ter Laan en Marchant. De heer Mendels uit klachten over oivs-. motiveerde straffen. De Alinister verklaart in zijn repliek, de aanneming der motie-Ter Laan niet te kun- noh aanbevelen. De heer K. Ter Laan handliaaft de motie. De Minister van Justitie, de heer Ort, ver klaart, dat amnestic uitsluitend is gericht op de aan het misdrijf verbonden straf, maar dat het langer odder de wapenen blijven dezer deserteurs geenszins is als straf te be- schouwen. Na repliek van den heer Ter Laan, wordt het wetsontwerp zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. De motie-Ter Laan wordt met 32 tegen 22 stemmen verworpen. De vergadering wordt tot morgen ver- daagd, wanneer te 11 uur de Kamer in co mite-generaal bijeenkomt. Mr. P. J. Troelstra. In Mr. Troelstra's toestand is, naar,/Het Volk" verneemt, in zooverre eenige ver- betering gekomen, dat de hoofdpijnen ver- miDderen, hoewel het denken hem nog zeer vermoeit en hij liefst niet spreekt. Hij ligt nog den ganschen dag te bed, omdat de beenen hem nog den dienst weigeren, als hij volgens dokters-advies probeert te loopen. De rustige omgeving doet hem blijkbaar goed en er hebben zich geen verontrnstende verschijnselen meer voorgedaan, terwijl zijn gedachten helder zijn, maar zijn zenuwge- stel heeft zeer geleden, zoodat er zeker lange tijd zal verloopen, voordat hij weer hersteld is. TER NEUZEN, 21 Juli 1915. Het weerbericht van het meteorolo- gisch instituut te De Bilt van heden, luidt als volgt Hoogste barometerstand 763 2 Munchen. Laagste barometerstand 752 2 Skudesnies. Verwachting tot den avond van 22 Juli; Meest matige Westelijke tot Zuidelijke wind meest zwaar bewolkt met tjjdelijke op- klaringen wellicht eenige regen metgeringe onweerskans iets warmer. - Op de aanbeveling ter benoeming van een leeraar(es) aan de gemeente hoogere burgerschool alhier komen voor mej. W. H. J. Bongers te Groningen en de heer S. italianer te 's Gravenhage. Een Engelsch vliegtuig gedaald. Hederi morgen ongeveer 6 uur daalde in een bietenveld in den Van Wuijckhuisen- polder, onder de gemeente Hoek, een twee- dekker, no. 678, van Engelsche nationali- teit, bemand met 2 personen, nl. de heeren R. P. B. Hunt, kapitein en F.H.Jackson, luitenant, beiden van bet Koninklijke vlie- gerskorps. Naar we vernamen waren zij dezen morgen te half vier ure opgestegen te St. Omer, voor het houden van een verkenningstocht. Zjj hadden veel hinder gehad van koude. Door een defect aan den motor waren zij genoodzaakt te landen. De menschen op het veld, die dit waar- namen, zagen ook terstond nadat de ma chine den grond bereikt had, hoog de vlammen daaruit slaan. Overeenkomstig hunne orders hadden de officieren zich ge- haast het vliegtuig door in brand steken te vernielen. Weldra was er niet veel meer dan een deel van het geraamte en de motor met schroef van over. We vernamen ook dat in den aanvang een hevig knetteren werd waargenomen. Hoogst waarschijnlijk een gevolg van het ontploffen der patronen voor het machine- geweer en het gewone geweer dat in de vliegmachine aanwezig bleek. Een korporaal die zich nabij Hoek bevond spoedde zich naar de plaats der dating en heeft de officieren ge'interneerd. Het mag wel een toeval heeten dat een hunner iemand bleek dien hij kende door een vroeger ver- blijf in Engeland. Toen we ter plaatse kwamen waren mili tairen bezig met het aftuigen van het wrak van het vliegtuig, dat naar hier zal worden gevoerd, om verder te worden getranspor- teerd. De officieren zijn reeds in den voor- middag met de prov. boot vertrokken. Drijvende mynen. Maandagmorgen bleek nabij de haven van Hoedekenskerkeeen mijn te zijn aangespoeld. Door een marinevaartuig is dat gevaarlijke ding weggehaald. Van andere plaatsen wordt ook melding gemaakt van het aanspoelen van mijnen. Door den territorialen bevelhebber in Zeeland enz. is het verblijf in zjjn ambts- gebied ontzegd aan de volgende personen Staelens Rene Clement, geboren 15 No vember 1885 te Gent, wonende aldaar; de xn

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 2