De krijgs'bed.rijven.
BINNENLAND.
m
mililairo maatregelen, door Frankryk ge-
nomrn of (e nemen.
De rijkskanselier antwoordde, dat de
Duitschers „maatregelen hadden genomen,
bestemd om de veiligheid der spoorwegen,
die wij in exploitatie hebben, te verzekeren
tegen een aanval van Fransche zijde."
Het antwoord van Jagow (Duitsch minis
ter van Buitenlandsche Zaken) ook van 2
Augustus, was: „De militaire maatregelen
zijn tot onze groote spijt onvermijdelijk ge-
worden, aangezien wij bet'rouwbare berich-
t'en hebben, dat Fransche strijdkrachten in
opmarsch naar Luxemburg zijn.
Wij moesten maatregelen nemen ter ver
zekering van de veiligheid van ons leger
en ter bescherming der spoorlijnen.
Een vijandelijke daad tegen het bevrien-
de Luxemburg heeft nooit in ons plan ge-
legen. Het dreigend gevaar heeft ons on-
gelukkigerwijze geen tijd gelaten om vooraf
met de Luxemburgsche regeering overleg te
plegen."
Een eigenaardige prociamatie.
De correspondent schrijft dan verder:
Van Duitsche zijde werd een inval van
de Franschen gevreesd en daarom was tot
de neutraliteits-schending van het groot-her-
togdom besloten; Von Jagow ging echter
verder en verzekerde reeds berichten te heb
ben dat de Fransche troepen op Luxemburg
aantrokken (im Vormarsch sind). Nog na-
der wordt dit thans uitgewerkt in een te
Koblentz gedrukte prociamatie, welke de be
velhebber der Luxemburg binnenrukkende
troepen moest aanplakken, maar achteraf
acliterhield. De toedracht van zaken was
hier eenigszins ingewikkeld en daarom wil
ik met een enkel woord aangeven wat mij
na onderzoek hieromtrent bleek.
De officier, welke de prociamatie moest
doen aanplakken, bevond zich op een ge-
geven oogenblik met den staatspiinister
Eyschen en den toenmaligen burgemeester
van Luxemburg ten huize van den Duit-
schen gezant, en toen daar bleek, dat in
dat sluk als hoofdmoiief voor den inval
aanwezigheid van Fransche troepen op
Luxemburgsch grondgebied werd opgegeven,
wezen de beide Luxemburgsche heeren den
gezant er op welk een slechlen indruk een
zoo flagrante onwaarheid op de bevolking
zou maken.
De gezant, overtuigd door de bewijzen,
welke deze heeren hem voorlegden, van het
onjuiste der bewering als zouden Fransche
soldaten de grenzen van het groothertogdom
overschreden hebben, raadde nu de officier
aan de prociamatie achter te houden.
Intusschen had de chauffeur van den of
ficier, die aan de deur wachtte een
Duitsch ingenieur, die lang in Luxemburg
had gewoond reeds een paar exemplaren
aan een hem bevriend journalist gegeven
en zoo kwam de tekst toch in de Luxem
burgsche pers en daarmede in het publiek.
De origineele stukken zijn hoogst zeld-
zaam; met de Fransche vertalingen moet
men voorzichtig zijn, daarom geef ik den
tekst hier weer, vertaald uit het oorspron-
kelijk Duitsch:
„Alle ernstige pogingen van Z. M. onzen
keizer en koning om den vrede te bewaren,
zijn mislukt. De vijand heeft Duitschland
het zwaard in de' vuist gedrukt. Nadat
Frankrijk, de onzijdigheid van Luxemburg
schendend, de vijandelijkheden zooals on-
twijfelbaar is vastgesteld van Luxem
burgsch gebied uit tegen de Duitsche troe
pen begonnen had, heeft Z. M. onder bit-
teren drang van ijzeren noodzaak het bevel
gegeven, dat ook Duitsche troepen, en wel
vooreerst het VHIe legerkorps, Luxemburg
zouden binnenrukken.
De bezetting van Luxemburg heeft dus
alleen ten doel een vrijen weg voor verdere
handelingen te verkrijgen en geschiedt on
der de uitdrukkelijke verzekering:
lo. dat zij van voorloopigen aard is;
2o. dat persoonlijke vrijheid en eigendom
van alle Luxemburgers volkomen verzekerd
en geeerbiedigd zullen blijven;
3o. dat de Duitsche troepen aan ijzeren
discipline gewoon zijn;
4o. dat alle opeischingen met gereed geld
betaald zullen worden.
Ik vertrouw op den rectitvaardigheidszin
van het Luxemburgschevolk, dat het zal
inzien, dat Z. M. slechts voor onvermijde-
lijken dwang gezwicht is en verplicht was
door het miskennen der neutraliteit van
Fransche zijde het binnenrukken der troe
pen in Luxemburg te bevelen; ik verwacht
onder herhaalde verzekering der boven af-
gelegde waarborgen, dat het Luxemburgsche
volk en zijn regeering door hun houding de
taak der Duitsche troepen niet zullen ver-
zwaren."
(w.g.) Tulff von Tschepe und Weidenbach,
kommandierender General des Preussischen
VIII Armeekorps.
Deze niet aangeplakte prociamatie vormt
een dokument van groot historisch gewicht,
want wij zien daaruit, hoe enkele dagen
voor den opmarsch der troepen, laat ons
zeggen op 31 Juli of 1 Augustus, te Ko
blentz, waar het stuk gedrukt werd en dat
toenmaals groot hoofdkwartier was, reeds
zou geweten zijn, dat Frankrijk vijandelijk
heden op Luxemburgsch gebied zou zijn be
gonnen, terwijl op 2 Augustus Von Jagow
nog slechts van een Franschen opmarsch
naar Luxemburg wist.
Als zoodanig zijn deze stukken te ver-
gelijken met die, welke den inval in Belgie
voorafgegaan zijn en vergezeld hebben, zoo
als dat in het licht is gesteld door den
Belgischen staatsminister Van den Heuvel
in zijn bekende brochure: „De la violation
de la neutrality beige".
In beide gevallen treft ons een merkwaar-
dige analogie.
Op 3 Augustus werd in een Kamerzit-
ting door staatsminister Eyschen verslag ge-
gegeven van de gebeurtenissen en nadrukke-
lijk ontkend. dat er ooit Fransche soldaten
in het groothertogdom zouden zijn geweest;
met algemeene stemmen werd een dagorder
aangenomen, waarbij de handelingen der
regeering werden goedgekeurd, en daarmee
was het Luxemburgsche voorspel van den
grooten oorlog afgeloopen.
Het interview met Churchill.
De „Norddeutsche Allgemeine Ztg." schrijft
onder het hoofd: „Magister Churchill":
Churchill heeft belangwekkende mededee-
lingen gedaan aan den Londenschen corres
pondent van de „N. R. Crt." Hij voelt zich
volkomen op de hoogte van Belgische toe-
standen, stellig met hetzelfde recht als sir
Edward Grey zich specialileit acht in con-
tinentale politiek. Grey is dan ook eens in
zijn leven, den vorigen zomer voor eenige
dagen van het Engelsche eiland af geweest.
Churchill, toenmalig Minister van Marine,
heeft de befaamde marine-brigade op haar
toch.t om Antwerpen te ontzetten, vergezeld.
Zoowel hij als de brigade hebben weliswaar
het noodlot der vesting niet kunnen afwen-
den, maar nu maakt Churchill gebruik van
den rijken schat van ervaringen, in Antwer
pen opgedaan, om Nederland voor te lich-
ten.
Zooals men zich zal herinneren, is het
vraagstuk van den Scheldemond eenige ja-
ren geleden ter tafel gekomen, toen Neder
land aanstalten maakte zijn vestingen hij
Vlissingen te versterken. Te vergeefs heeft
Engeland destijds getracht dat plan te ver
hinderen. Ook Churchill noemt de tegen-
woordige geografische regeling aan den
Scheldemond onnatuurlijk, want indien Ant
werpen transporten langs de Schelde toege-
voerd had kunnen krijgen, dan had het niet
behoeven te vallen. Wij zullen dit den vak-
man niet tegenspreken, al begeeft hij zich
hier ook op het gladde ijs der voorspellin-
gen.
Maar of den Nederlandschen lezer de toe
stand even onnatuurlijk zal lijlcen als den
Engelschman, die de voortzetting van de
kanaalkust slechts beschouwt als een Britsch
glacis, valt toch te betwijfelen.
Churchill heeft verder getracht de be-
zorgdheid uit den weg te ruimen, dat men
van Nederland de ruil van Vlaanderen tegen
een stuk van Oost-Friesland zou verlangen.
Het is hoogst belangwekkend bij deze gele
genheid te hooren van zulke plannen, die
blijkbaar toch reeds zoo vasten vorm had
den aangenomen, dat men er in Nederland
van afwist. Dat Engeland de uitsluitende
controle van de geheele kust van Calais tot
den Scheldemond als hoofddoel van zijn
oorlog beschouwt, ligt voor de hand. Wij
hebben ook reden aan te nemen, dat het
niet van plan is Calais te ontruimen. Onder
de jonkvrouwen van Frankrijk zal zoo licht
geen Jeanne d'Arc weer opstaan.
Maar is het voor Nederland en Belgie
zoo verleidelijk het lot te deelen, dat Enge
land het verzwakte Frankrijk heeft toege-
dacht
Het artikel besluit met de woorden
Duitschland heeft de onzijdigheid van Ne
derland zoo nauwgezet mogelijk in acht ge
nomen. Het heeft daarmede recht met recht
vergolden, want in tegenstelling met Belgie
heeft Nederland voor den Engelschen verlei-
der het oor gesloten gehouden. Nederland
is inderdaad onzijdig gebleven en een vol
komen zelfstandig, onzijdig Nederland vormt
voor Duitschland een flankdekking van groo
te waarde.
Aan den anderen kant is de onnatuurlijke
toestand aan den Scheldemond meer dan
een gebrek aan schoonheid in het Engelsche
beeld van het toekomstige Europa. De be-
vestiging van Vlissingen door Nederland
vormt daarin zelfs een leelijke vlek. Het is
wel jammer dat Churchill zich over dat
punt niet heeft uitgelaten.
Wij ontleenen de volgende telegrammen
aan de N. R. Crt.:
Van hei Westelijke gevechts-
terrein.
PARIJS, 20 Juli. (Havas.) Officieel bericht
van hedenmiddag:
In Artois, rond Souchez en bij Neuville-
Sl. Vaest, is gisteren een verwoed artillei-ie-
gevecht geleverd, zonder dat de infanterie
optrad.
In den afgeloopen nacht hevig kanonvuur
en eenige gevechten met handgranaten ten
N. van het kasteel Carleul.
Op Atrecht zijn 60 granaten geworpen.
In het Aisne-dal een vrij hevig kanonvuur,
met beschieting van Soissons.
In Argonne gevechten met handgranaten
en springbussen.
Op de Maashoogten hebben de Duitschers
gistermiddag twee krachtige aanvallen ge
daan op de Fransche steilingen ten Z. van
Sonvaux, die volkomen zijn afgeslagen. Daar-
op beschoten de Duitschers de Fransche
loopgraven en voerden met zwakke troepem
afdeelingen een reeks klelne aanvallen uit,
die alle werden gekeerd. De Duitsche ver-
liezen zijn aanzienlijk. De afgeloopen nacht
was bewogen, zonder dat het tot infanterie-
gevecliten kwam, behoudens bij de Schans
van Calonne, waar twee aanvalspogingen
der Duitschers gemakkelijk werden afgesla
gen.
Een Fransch eskader van 6 vliegtuigen
heeft vanochtend het station van Colmar
(in den Elzas) gebombardeerd. Er werden
(8 granaten van 130 m.Mt enf 8 yan 90 m.M.
geworpen op de gebouwen, sporen en trei-
nen. Beschadiging van het groote goederen-
station is waargenomen. Er is geen enkele
granaat op de stad gevallen. De Fransche
toeslellen keerden onverlet terug.
Gisteren hebben 4 vliegtuigen 48 granaten
op het vorkslation van Chellerange ten Z.
van Vouziers (Champagne) geworpen.
LONDEN, 20 Juli. (Reuter.) Officieel be
richt van maarschalk French:
Na een goed geslaagde mijnontploffing,
hebben de Engelschen gisteren ongeveer 150
meter van de vijandelijke loopgraven bezet
ten W. van het kasteel Hooge, ten O. van
Yperen. Zij hebben er zich weten te hand-
haven. Er zijn 15 gevangenen gemaakl,
waaronder 2 officieren. Wij maakten ma-
chine-geweren buit en vernielden er twee.
Van het Oostelijke gevechts-
terrein.
WEENEN, 20 Juli. (Wolff.) Officieel be
richt uit het groote hoofdkwartier:
Tusschen Weichsel en Boeg hebben de
verbonden legers bij de vervolging van den
teruglrekkenden vijand gisteren het slagveld
van de laatste dagen achter zich gelaten.
Het aantal gevangenen, door de troepen van
luitenant veldmaarschalk Arz, die een groot
agndeel hebben gehad in het behaalde suc-
ces, gemaakt, is tot 50 officieren en 3500
man gestegen.
Ook bij Sokal hebben onze troepen meer
dan 3000 man gevangen genomen.
Ten Westen van de Weichsel hebben de
verbonden troepen den tegenstand der Rus-
sen aan de Ilzanka gebroken. Ten Zuiden
en ten Westen van Radom hebben de O.-H.
regimenten zich in hevige gevechten voor-
beeldig gedragen en het dorp Korstizyn be-
stormd. Radom is vandaag door onze troe
pen bezet.
In Oost-Galicie is de toestand onveranderd.
Aan de grens tusschen Boekowina en
Bessarabie is een Russische brigade over-
vallen en uit elkaar geslagen.
ST. PETERSBURG, 20 Juli. (P. T. A.) Of
ficieel bericht van den grooten generalen
staf:
In de streek van Riga en Sjawli heeft de
vijand gisteren op het front Grunhof-Sja-
gory-Krupy zijn opmarsch voortgezet.
1 en Westen van de Njemen heeft de vij
and aanvallen gedaan op de loopgraven van
een onzer regimenten bij het dorp Gluboki,
ten N.-O. van Suwalki, waarom sedert den
llden dezer hardnekkig was gestreden. In
den nacht van den 18den op den 19den
slaagde hij er in voet te krijgen in enkele
gedeelten dier loopgraven, die wij gisteren
evenwel hebben herwonnen.
Op het front aan de Narew hier en daar
artilleriegevechten en schermutselingen tus
schen de voorhoeden.
Den 18den dezer heeft het vestinggeschut
van Nowo Georgievsk met goed gevolg vij
andelijke colonnes beschoten.
Tusschen Weichsel en Bug is de vijand
den 19den dezer voorzichtig ons nieuw front
genaderd.
Aan de Bug heeft de vijand zijn aanvallen
op het deel van het front tusschen Krylow
en Sokal voortgezet. In de streek van So
kal heeft hij zijn positie op den rechter-
oever der rivier eenigszins uitgebreid.
Aan de Dnjeslr is na hardnekkigen strijd
het front onveranderd gebleven. Den 19den
dezer hebben wij ongeveer 500 gevangenen
gemaakt en 5 machine-geweren vermeesterd.
Vasi het Zuideiijlke gevechts
terrein.
WEENEN, 20 Juli. (Wolff.) Officieel be
richt uit het groote hoofdkwartier:
De slag in het gebied van Gorz duurt
voort. De zeer hevige aanvallen der I tali a-
nen, die thans ook tegen het bruggehoofd
van Gorz waren gerichl, zijn gisteren en
vannaclit wederom mislukt. Na een sterke
beschieting van het bruggehoofd door arlil-
lerie, die tot 's middags duurde, ging de
elfde Italiaansche divisie infanterie met be-
schonken troepen tot den aanval tegen den
sector van Podgora over. De vijand drong
op enkele punten in onze dekkingen door,
doch werd er weder uitgeworpem Na een
nieuwe voorbereiding door artillerie volgde
s middags^ om vier uur een aanval, die om
acht uur 's avonds eveneens was afgeslagen.
Om den rand van de hoogvlakte van Do-
bcrdo wordt verbitterd verder gevochten.
Gistermiddag hebben Hongaarsche landweer-
troepen krachtige aanvallen tegen hun stei
lingen bij Idraussina tot driemaal toe afge
slagen.
Alle aanvallen tegen den Z.-W. rand van
de hoogvlakte, naar den kant van Polazzo,
Nedipuglia en Vumigliano ondernomen zijn
eveneens mislukt. Hetzelfde lot onderging
een aanval op den Monte Cosich, ten Noor-
den van Monfalcone. De achter zijn dekking
terugwijkende vijand heeft overal zware ver-
liezen geleden.
De artilleriegevechten aan den middenloop
van de Isonzo, in het gebied van de Krn
en aan de Karinthische grens duren voort.
In de streek ten Zuiden van (hier is een
woord weggelalen. Red.) zijn twee hevige
aanvallen van Alpini afgeslagen.
In de reeds jgemelde gevechten in die (streek
van den Kreuzberg hebben de Ilalianen meer
dan 200 man aan dooden verloren en onge
veer 400 aan gewondcn. Onze gezameniijke
verliezen bedragen daar slechts 42 man.
De stelling ten Zuiden van Schluderbach
is door onze troepen hernomen.
Een nieuwe aanval van zwakke Italiaan
sche strijdkrachten op Coldilana is evenals
de vorige mislukt.
H®t arbeidsgeschil in Zuid-
Wales.
GARDIhF, 20 Juli. (Reuter.) De staking is
bijgelegd. De eischen der mijnwerkers zijn
op een punt na ingewilligd.
CARDIFI-, 20 Juli. (Reuter.) Hoewel er of
ficieel nog niets is bekend gemaakt, ver-
luidt dat overeenstemming in het arbeidsge-
schil in Zuid-Wales zoo goed als bereikt is.
De overeenkomst zal niet afloopen voor ver-
loop van 6 maanden na den oorlog.
CARDIFF, 20 Juli. (Reuter.) Na een nieu
we samenkomst met werkgevers en werk-
ncille,'s zijn heden de voorwaarden door de
mijneigenaren op schrift gesteld en aan het
werkvolk voorgelegd. Minister'Lloyd George
verklaarde: „Nu zal 't wel niet lang meer
duren."
TWEEDE KAMER.
Vergadering vau Dinsdag 20 Juli.
Voorzitter de beer Jhr. Van Nispen tot
Sevenaer.
De Voorzitter deelt, volgens het verslag
der „H. Crt. mede, dat d«e heer Goeman
Borgesius wegens een lichte ongesteldheid
verhinderd is, tegenwoordig te zijn.
Wijders wordt voorgesleld, het wetsont-
werp tot nadere uitbreiding van den land-
storm aan de orde te stellen na het wetsont-
werp hetreffende onteigening in de gemeente
Katwijk.
De heer Schaper vindt, dat het landstorm-
ontwerp wel wat al te vlug aan de orde
komt, als men andere wetsontwerpen in aan-
merking neemt, die op afdoening wachten.
De Kamer doet voorts nu een uitspraak
over de motie-Spiekman inzake de instel-
ling van commissies van beroep voor ge-
mobiliseerden betreffende vergoedingen.
De Voorzitter meent, dat het voorstel-
Schaper, de Kamer thans de motie-Spiek-
man te laten behandelen, haar overrompelt.
Aan de orde is het wetsontwerp inzake
laiiger in dicnst1 houden van dienstplichtigen
Wj de landweer.
In verband met een opmerking van den
heer I er Laan keurt de Kamer op voorstel
des Voorzitters goed, bij de behandeling van
dit wetsontwerp niet te bespreken de vraag,
of er landweerlieden naar huis moeten wor
den gezonden, maar dit uit te stellen tot de
behandeling van het landslorm-ontwerp.
De heer Ter Laan bepleit verschillende
verbeteringen, die bij de behandeling der
landweerlieden zijn door te voeren. o. a.
wat betreft den geneeskundigen dienst. Ge-
mobiliseerde onderwijzers en ambtenaren
geve men zoo veel mogelijk gelegenheid, hun
burger-taak verder te vervullen.
De deserteurs, die onder de amnestie-
wet vallen en zich thans bij hun lichtingen
hebben gevoegd, mogen, nu hun lichtingen
naar huis zijn gezonden, niet mede naar
huis. maar moeten in dienst blijven. Dit is
strijdig met den geest der Amnestie-wet en
uitlermale onbillijk. De Kamer kan er maar
een antwoord op geven: ze morgen aan den
dag naar huis te zenden.
Ook lette men meer op de legering der
troepen nabij hun woonplaatsen.
De heer De Jong beklaagt zich over de
willekeurige opvatting, door verschillende
autoriteiten gehuldigd, van de ministerieele
circulaires, die op zichzelf billijkheid en
rechtvaardigheid ten doel hebben, doch dik-
wijls niet aan haar bestemming beantwoor-
den, omdat met name plattelands-autoritei-
ten de richting, waarin de Minister wenscht,
dat ze zullen gaan, niet inslaan.
Er wordt gepauzeerd.
Na de pauze is het woord aan den heer
Marchant, die de uiting van den Minister,
dat de oorzaken van den sfechten geest in
het leger ook bij de Kamer liggen, ongepast
vindt. Die oorzaken nader onderzoekend,
wijst spreker op hetgeen te Apeldoorn is ge-
schied, waar misplaatste zuinigheid de on-
tevredenheid heeft veroorzaakt. Het kan
noodzakelijk zijn, dat men de manschappen
uit de gezellige kwartieren overbrengt naar
een kampement, maar als men dat doet,
moet zoo'n kamp goed in orde zijn.
Spreker zet uiteen, wat er aan dat kamp,
aan tenten, cantines ienz., ontbreekt. Te Apel
doorn zijn officieren geslagen en met stee-
nen gegooid! Te Apeldoorn is door de troe
pen de in-vrijheid-slelling geeischt van mi
litaire arreslanlen. De autoriteiten hebben
aan dien eisch vohlaan!
Na het gebeurde te Apeldoorn had men
den Minister daar zelf gaarne ter plaatse
gezien. Dit is niet geschied, en het eenige,
dat er van den kant des Ministers is ge-
beurd, is, dat de divisie-generaal een onder
zoek heeft ingesteld en bij dat onderzoek
is hij niet verder'gekomen dan- 't bureau van
den brigade-kommandant. Ook dit bevordert
niet de stemming der troepen.
Spreker doet eenige mededeelingen over
de indeeling der troepen over ons land in
deze mobilisatie.
De Minister van Oorlog, de heer Bosboom
vraagt het woord.
De Voorzitter verzoekt den heer Marchant
zijn rede te willen onderbreken, daar d-e
Regeering van haar zienswijze omtrenl de
bespreking van dit punt blijk wenscht te
geven.
Minister Bosboom wijst er op, dat de
openbaarmaking der opstelling van ons
leger niet is in het voordeel van het Staats
belang.
De Voorzitter verzoekt den heer Marchant
dit punt niet verder te willen bespreken.
De heer Marchant verklaart, niet aan het
vcrzoek des Voorzitters te kunnen voldoen,
daar het Nederlandsche volk er recht op
heeft, te weten wat er, indien ons land on-
verhoopt in oorlog geraakt, zal gebeuren met
onze mannen, die ten strijde moeten trek-
ken.
De \oorzitler kan niet aannemen, dat het
in de bedoeling ligt van den heer Marchant,
voort te gaan met de bespreking der indee
ling van de troepen, wanneer de Regeering
meent, dat dit niet is in het belang des
lands.
De heer Marchant verklaart, dit gedeelte
van zijn rede achterwege te zullen laten,
te meer daar hij de gelegenheid zal hebben,
de Kamer volledig in te lichten.
Spreker gaat voort:
De lending der veldlegers bcrust1 in han-
den van menschen, die tegen hun taak niet
zijn opgewassen. Men kan, als een oorlog
dreigl, niet te werk gaan naar aneiennileit,
want dan geraken wij in den pul. Wie het
roer in handen heeft1, moet uitmunlen door
kunde en kajrakl'er. Daarom wordt het hoog
tijd, dat de Regeering met haar ancienniteils-
beginsel broke.
De heer Helsdingen klaagt over inlrek-
king van vergoedingen aan verschillende
Iandweerplichtigen.
De heer Hugenholtz zegt, dat van elke
compagnie niet meer dan 18 pCt. met land-
bouwverlof mag gaan. Echter bestaan som-
mige compagnies bijna geheel uit landbouw-
elementen. In elk geval zorge de Minister
er voor, dat de militairen, die met gewoon
verlof zijn, niet tot die 18 pCt. worden ge-
rekend.
De heer Schaper dringt aan op een comi-
te-generaal der Kamer, opdal ze verlost
worde van de geheimdoenerij der Regeering
en eindelijk worde ingelicht omtrent ver
schillende dingen, die het belang des volks
raken.
Te Apeldoorn zijn die officieren, welke
zich behoorlijk gedragen, aan geen haar ge-
krenkt; instinctief zijn uitgezochl die iui,
die de soldaten negeren. Een toespraak van
een geschikt officier en je kunt de man
schappen om den vinger winden. 'I Zijn ge-
schikte kerels. Maar er zijn zenuwpalienlen
onder de officieren, die door de soldaten ge-
noemd worden in termen, hier niet te her-
halen, en die een allerwonderlijkste opvat
ting hebben van de verhouding, waarin zij
tot hun minderen staan.
De heer De Savornin Lohman kondigt een
molie van orde aan, waarin de Ivamer het
verlangen te kennen geeft, dat het beleid van
den Minister van Oorlog onder de gegeven
omstandigheden beter in comite-generaal
worde besproken.
De motie is onderteekend o. a. door die
heeren Marchant, Schaper en Albarda.
Het reglement van orde schrijft voor, dat
wanneer ten minsle een tiende der leden
sluiting der deuren wenscht, dit moet ge-
schieden. Daar de motie het vereischte aan
tal handteekeningen heeft, worden de deu
ren tte kwarl over twee gesloten.
Te kwart voor drie wordt de openbare
vergadering heropend.
De Minister van Oorlog, de heer Bosboom,
zegt, dat, nadat hij met zijn ambtgenoot van
Binnenlandsehe Zaken overleg heeft ge-
pleegd, verlof aan onderwijzers alleen kan
worden verleend, wanneer het strikt noodig
is.
Omtrent de ongeregeldheden persisleert
spreker, dat het gesprokene in de Kamer
grootendeels de oorzaak is van den slechten
geest. Door dit gesprokene worden de men
schen geprikketd. Toch worden de ldachten
in de Ivamer voortdurend heiiiaald
De heer Marchant: Herstelt u ze daiR
Dan behoeven wij. ,er niet op terug te konien.
De Minister: De heer De Jong en andere
leden zijn overtuigd, dat ik alles doe om
misstanden te verhelpen. Ik kan niet meer
doen dan ik doe. Omtrent het gebeurde te
Apeldoorn heb ik aan een commissaris het
maken van een rapport opgedragen, dat ik
nog niet in mijn bezit heb. Alle rapporten
zelf naloopen kan ik niet. Dan wordt mij
het andere deel mijner functie onmogelijk
gemaakt.
De heer Ter Laan zegt in zijn repliek, dat
deze debatlen volkomen vrucliteloos zijn ge
weest, als de Minister nu weer zegt, dat in-
houding van verlof niet meer als straf zal
geschieden en alles gaat weer hetzelfde gan-
getje. Hier achter de groene tafel moet een
man zitten, die de macht heeft, de autori
teiten, die onder hem staan, te doen uitvoe-
ren, wat hij wenscht. Dat is op dit oogen
blik niet het geval. Over een maand, bij de
behandeling van een volgend dergelijk wets
ontwerp, ziin we weer net even ver.
Spreker melt een motie voor, waarin de
Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat zij
die onder de wapenen zijn, onder de wer-
king der Amnestie-wet vallen en behooren
tot de lichting 1907, evenals de lichting 1907
onverwijld met klein verlof moeten worden
gezonden.
Er wordt gerepliceerd door de heeren De
Jong, Ter Laan en Marchant.
De heer Mendels uit klachten over oivs-.
motiveerde straffen.
De Alinister verklaart in zijn repliek, de
aanneming der motie-Ter Laan niet te kun-
noh aanbevelen.
De heer K. Ter Laan handliaaft de motie.
De Minister van Justitie, de heer Ort, ver
klaart, dat amnestic uitsluitend is gericht op
de aan het misdrijf verbonden straf, maar
dat het langer odder de wapenen blijven
dezer deserteurs geenszins is als straf te be-
schouwen.
Na repliek van den heer Ter Laan, wordt
het wetsontwerp zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
De motie-Ter Laan wordt met 32 tegen
22 stemmen verworpen.
De vergadering wordt tot morgen ver-
daagd, wanneer te 11 uur de Kamer in co
mite-generaal bijeenkomt.
Mr. P. J. Troelstra.
In Mr. Troelstra's toestand is, naar,/Het
Volk" verneemt, in zooverre eenige ver-
betering gekomen, dat de hoofdpijnen ver-
miDderen, hoewel het denken hem nog zeer
vermoeit en hij liefst niet spreekt. Hij ligt
nog den ganschen dag te bed, omdat de
beenen hem nog den dienst weigeren, als
hij volgens dokters-advies probeert te loopen.
De rustige omgeving doet hem blijkbaar
goed en er hebben zich geen verontrnstende
verschijnselen meer voorgedaan, terwijl zijn
gedachten helder zijn, maar zijn zenuwge-
stel heeft zeer geleden, zoodat er zeker
lange tijd zal verloopen, voordat hij weer
hersteld is.
TER NEUZEN, 21 Juli 1915.
Het weerbericht van het meteorolo-
gisch instituut te De Bilt van heden, luidt
als volgt
Hoogste barometerstand 763 2 Munchen.
Laagste barometerstand 752 2 Skudesnies.
Verwachting tot den avond van 22 Juli;
Meest matige Westelijke tot Zuidelijke wind
meest zwaar bewolkt met tjjdelijke op-
klaringen wellicht eenige regen metgeringe
onweerskans iets warmer.
- Op de aanbeveling ter benoeming van
een leeraar(es) aan de gemeente hoogere
burgerschool alhier komen voor mej. W.
H. J. Bongers te Groningen en de heer
S. italianer te 's Gravenhage.
Een Engelsch vliegtuig gedaald.
Hederi morgen ongeveer 6 uur daalde
in een bietenveld in den Van Wuijckhuisen-
polder, onder de gemeente Hoek, een twee-
dekker, no. 678, van Engelsche nationali-
teit, bemand met 2 personen, nl. de heeren
R. P. B. Hunt, kapitein en F.H.Jackson,
luitenant, beiden van bet Koninklijke vlie-
gerskorps. Naar we vernamen waren zij
dezen morgen te half vier ure opgestegen
te St. Omer, voor het houden van een
verkenningstocht. Zjj hadden veel hinder
gehad van koude. Door een defect aan
den motor waren zij genoodzaakt te landen.
De menschen op het veld, die dit waar-
namen, zagen ook terstond nadat de ma
chine den grond bereikt had, hoog de
vlammen daaruit slaan. Overeenkomstig
hunne orders hadden de officieren zich ge-
haast het vliegtuig door in brand steken
te vernielen. Weldra was er niet veel
meer dan een deel van het geraamte en
de motor met schroef van over.
We vernamen ook dat in den aanvang
een hevig knetteren werd waargenomen.
Hoogst waarschijnlijk een gevolg van het
ontploffen der patronen voor het machine-
geweer en het gewone geweer dat in de
vliegmachine aanwezig bleek.
Een korporaal die zich nabij Hoek bevond
spoedde zich naar de plaats der dating en
heeft de officieren ge'interneerd. Het mag
wel een toeval heeten dat een hunner iemand
bleek dien hij kende door een vroeger ver-
blijf in Engeland.
Toen we ter plaatse kwamen waren mili
tairen bezig met het aftuigen van het wrak
van het vliegtuig, dat naar hier zal worden
gevoerd, om verder te worden getranspor-
teerd. De officieren zijn reeds in den voor-
middag met de prov. boot vertrokken.
Drijvende mynen.
Maandagmorgen bleek nabij de haven van
Hoedekenskerkeeen mijn te zijn aangespoeld.
Door een marinevaartuig is dat gevaarlijke
ding weggehaald.
Van andere plaatsen wordt ook melding
gemaakt van het aanspoelen van mijnen.
Door den territorialen bevelhebber in
Zeeland enz. is het verblijf in zjjn ambts-
gebied ontzegd aan de volgende personen
Staelens Rene Clement, geboren 15 No
vember 1885 te Gent, wonende aldaar; de
xn