ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTiEBLAD VOOE ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6250.
Dinsdag 20 Juli 1915.
55e Jaargang.
De Oorlog.
ABONNEMENT
ABVERTENTIEN
SET
Telefoon 25.
Dit Blad TersGhijnt Bjaacdag-, Woensiiag- en Yrmtagavona, aitgezoadenl op FeesHagen, bij de Firma P. J. VAN
BiNWENLAND.
FETflLLETON.
Per 3 maanden binnen de stad 1Franco per post voor Nederland 110.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.—.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
Koninffin en Prins te Rotterdam.
De positie van Nederland.
De Batavier F
Yrydagnacht is het stoomschip Batavier
V uit Zeebrugge te Rotterdam aangekomen
het heeft ligplaats genomen in de St. Jobs-
haven.
De aigemeene toestand.
NEUZENSCHE COURANT.
Aan het officieele Vorstelijk bezoek op
Donderdag 1.1.. reeds in hoofdzaak vermeld,
meldt men ons nog de volgende bijzonder-
heden.
Bij aankomst luidden de kerkklokken.
De KoniDgin wa9 gekleed in creme zijden
japon en mantel, hoed met witte veeren.
De Prins als admiraal. De hofrijtuigen
waren bespannen met 4 paarden a la Dau-
mont.
In het ruim der groote kerk lagen kost-
bare loopers. In het midden tegencver den
kansel namen Koningin en Prins met gevolg
plaats. Na de ontvangst door gecommit-
teerden bij monde van den President de
heer Van CJordt, klonk plechtig het „Komt,
dankt nu alien God", gezongen door het
R. Kerkkoor. Allen verhieven zieh van
hun plaatsen. Nadat alien gezeten waren,
las Ds. Callenbach Psalm 3 en Hehreen
10 19—25. De gemeente zong daarna
Gezang 212 1.
In een voorrede bracht Ds. C., dank
aan H. M. de Koningin en aan alien die
belang hebben gesteld in de restauratie
van dit oude kerkgebouw. Het koor zong
vervolgens „De Wereld zingt Gods Pol".
Naar aanleiding van Jesaia56:7, »Myn
huis zal een bedehuis genoemd worden voor
alle volken", hield Ds. C. een indruk-
wekkende rede. Na de preek zong de
gemeente Gezang 239 3 en na de dank-
zegging Psalm 06 10.
De Kon. bezoekers bezichtigden nogeenige
merkwaardigheden en de architect de heer
B. Hoogkaas, beneven9 de 82jarige opzich-
ter de heer C. H. v. d. Park Sr., genoten
de eer aan H. M. te worden voorgesteld
en toegesproken. Een gedenksteen met
hunne namen is in de kerk geplaatst. By
het verlaten van het kerkgebouw speelde
de organist het Wilhelmus, door alien
staande aangehoord.
Bij den rijtoer werd nabij de Beurs de
tocht een oogenblik onderbroken, teneinde
een commissie uit de te Rotterdam ver-
blijvend Belgische vluchtelingen gelegenheid
te geven een adres van hulde en dank aan
H. M. aan te bieden.
Bij de plechtigheid van de eerste steen -
legging van het raadhuis begaven Koningin
en Prins zich onder de tonen van het
Wilhelmus, uitgevoerd door de statmuziek
van de Kon. Scherpschutters naar hunne
zetels in het Paviljoen.
De burgemeester hield de feestrede, welke
door H. M. de Koningin werd beantwoord
met de indrukwekkende slot-woorden
i, Wakkere, onvermoeibare koopstad, groei,
ontwikbel u, zooals wij het van u gewoon
zijn geworden en blijf steeds een bolwerk
van vaderlandschen ondernemingsgeest."
Luide toejuichingen bezegelden deze
woorden.
De eerste steenleggiug geschiedde onder
een plechtige stilte.
De wit marmeren steen woog 600 kilo
en daalde door den druk op een electrisch
toestel naar beneden. Met den Kon. truflel,
kalkbak en hamer verrichtte H. M. deze
plechtigheid. Op den steen staan in gouden
letters de woorden gebeiteld
10)
Luid weenende liet de kleine bekomme-
rende Jeanne het hoofd aan de borst van
de eveneens bedroefde Marie rusten.
De Frangaise snikle: „Ach, ik ben zoo
ongelukkig, ach dat ik je niet helpen
kan!"
Een paar minuten lang weenden zij in
elkaars armen, de een omdat zij hem niet
wilde hebben, en de ander, omdat zij hem,
dien zij zoo lief had, niet krijgen kon.
Zij voelden beiden met diepe smart de
onvolmaaktheid in de toestanden van deze
wereld, waarin zooveel verkeerd gaat; en
zooveel wat den een genot geeft, den ander
leed veroorzaakt.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Nadat de Francaise snikkende was wegge-
gaan, maakte Marie met gebogen hoofd en
langzamer dan anders, de tafel voor het
eten gereed. Toen ging zij de beide mannen
roepen.
Het middagmaal verliep onder stilzwijgen;
alien waren innerlijk aangedaan bij de ge-
dachte aan hetgeen gebeuren moest.
II. M. Wilheimina, Koningin der Neder-
landen, heeft op den laden Juli van het
jaar 1915. het I7e jaar Harer regeering,
dezen eersten steen van 't Raadhuis gelegd.
Van de plechtigheid waren twee oorkonden
opgemaakt. Alvorens tot de onderteekening
over te gaan, dankte de burgemeester H. M.
en alien st.emden in met zijne woorden
,/Lang leef onze Koningin Wilhelmina."
Voor de onderteekening bezigde H. M.
de gekroonde adelaars-veder met gouden
pen eveneeDS door Haar Vader in 1874
gebezigd.
Rotte's Mannenkoor zong het lied van
Ds. B. Ten Kate met de slotwoorden
Vurig rijst ons aller bede
Heer, hergeef aan d'aard den vrede
Blusch de iaaiend oorlogsvlam!
Blijf, wat ook de tijden baren,
Land en Vorstenhnis bewaren
Grroeie en bloeie Rotterdam
Te circa 5 uur vertrokken de Hooge
Gasten. De Burgemeester heeft ingevolge
opdracht van H. M. dank betuigd aan de
burgerij voor de bewtjzen van hoogachting
en eerbied Haar bewezen.
Rotte's Mannenkoor verkreeg voor zijne
medewerking de gouden medaille voor Kunst
en Wetenschap van Rotterdam.
De directeur Georg Rijken werd aan
H. M. voorgesteld.
Onderhoud met Minister Churchill.
De Londensche correspondent van de „N.
R. Ct." heeft een onderhoud gehad met den
Engelschcn minister Churchill.
De bedoeling van den interviewer was
vooral, „van een verantwoordelijk persoon
te vernemen, hoe hij dacht over het denk-
heeld, dat men wel hoort opperen en dat
in den laatsten tijd in Holland opnieuw
een paar maal is ter sprake gekomen: dat
in geval van een overwinning der bondge-
nooten de vredemakers, op de wijze waarop
dat een eeuw geleden placht te geschieden,
een stuk Nederlandsch grondgebfed zouden
meenen noodig te hebben om de Schelde-
swestie als men van een „kwestie" spre-
ken mag op te lossen."
Wij onlleenen aan het interview het vol
gende
De heer Churchill verheelde mij zijn op-
vatting niet, dat, aardrijkskundig en stra-
tegisch beschouwd, de territoriale regeling
aan den Scheldemond hem onnatuurlijk
voorkwam. En zij bad de zaak der bond-
genooten zonder twijfel geschaad. Indien
Antwerpen transporter! Iangs de Schelde
had kunnen doorgevoerd krijgen, had het
niet behoeven te vallen: het Belgische leger
zou op de Nethe-linie hebben kunnen stand
houden in plaats van op de Yser-linie.
Ik zei dat niet iedereen in Nederland ei
zoo over daeht, en de Minister sprak mij
niet tegen, toen ik te verstaan gaf, dat de
nadeelen van onze heerschappij over de
Schelde niet uilsluilend de eene partij trof-
fen, aangezien zij op het oogenblik Ant
werpen gesloten hield voor de Duitschers.
Geen verwijl.
Maar wat hiervan zij, „versta mij niet
verkeerd", sprak hij: „ik bedoel geen ver
wijt. Indien Nederland deze schending van
haar onzijdigheid had loegestaan, zou het
zijn aangevallen en niisschien voor een groot
deel zijn bezet door de Duitsche legers. Dit
zou een offer zijn geweest, dat niemand
het recht had van Nederland le vragen of
te verwachten. Niemand heeft het recht
om Nederland van zijn onzijdigheid een
verwijt te maken. Als onafhankelijke staat
Nadat de tafel was afgedekt, verzocht
Liebreich zijn kind, zich zoo netjes mogelijk
te kleeden en tegen vier uur een prettige
koffielatel gereed te maken. Ifaar aanstaan-
de zou omstreeks dien tijd naar boven ko-
men. Marie, die alle hoop had opgegeven
om nog te ontkomen aan het lot, dat haar
dreigde, gaf zonder tegenspraak tqe aan het
verlangen van haar vader, en beloofde, dat
zij op tijd gereed zou zijn.
In den salon brandde de kachel heerlijk.
Een wit laken bedekte de tafel, en daarop
stond het beste theeservies, dat zij hadden.
Asset had op verzoek van Marie gezorgd
voor koekjes, en Liebreicli kwam met een
bloeiende roode camelia van het atelier-
trapje en plaatste ze als sieraad midden op
de tafel. Hij gevoelde zich zeer tevreden,
en het weinigje behaaglijkheid dat hem heden
omgaf, deed hem goed; hij streelde zich met
de gedachte, dat hij nooit beter voor zijn
dochter zou hebben kunnen zorgen.
Marie kwam in haar lichthlauwe Zondag-
sche japon gekleed in de kamer binnen en
zette de koffiekan op de kachel. Zij was
bleeker dan gewoonlijk, en een ernstige trek
in het gelaat en de samengeperste lippen be
wezen, hoe zij zich met moeite heheerschte.
Een oogenblik keek zij onderzoekend rond,
liep todh naar oom Hans en zei: ,,Ik ver
zoek je, kom toch bij ons zitten, ge geeft
mij moed; hoe meer er zijn, hoe minder ik
bang benl" _l ftl
zag het zijn bela,.y< daar en het had het j
volste recht om in overeenstemming er mee
te handelen. En hebben wij geen hewijs
gegeven, dat wij dat recht meenen te er-
kennen? Op het kritiekste oogenblik hebben
wij het stipt ontzien. Wij hebben zelfs niet
gevraagd, zelfs niet gezinspeeld op door-
tocht. Dat wij in het vervolg van den oorlog
ons tot eenigen aanslag op Nederland s on
zijdigheid zouden lalen verleiden, is onmo-
gelijk, ondenkbaar. Wij gaan het beginsel,
waarom wij strijden, niet zelf vernielen,
nadat we er zoo ontzettend veel voor hebben
opgeofferd. Gij kunt er volkomen verzekerd
van zijn, dat wij er onder geen omslandig-
heden aan zullen denken, om op Neder
land eenigen druk ie oefenen, ten einde het
zijn onzijdigheid te doen verlaten.
Holland meet' zieh gereed houden.
,,Ik geloof wel, dat de Hollanders goed
doen, zich gereed te houden. Maar het ge-
vaar dreigt nimmer van onzen kant. Ik be-
hoef aan een Hollander wel niet uil te leg-
gen, dat Belgie in handen van de Duit
schers het einde van Nederlands onafhan-
kelijkheid zou beteekenen: een vrij Neder
land is onbestaanbaar met een Duitsch
Antwerpen. Maar dit zijn zaken, waarin
uw eigen staatslieden en uw eigen volk
moeten beslissen. Er zijn intusschen moge-
lijkheden van wezenlijk gevaar. Duitsch-
land kan er toe gedreven worden om Hol
land aan te vallen. Duitscliland raakt in
de positie van het wilde beest in zijn kooi,
dat de vlammen nader en nader ziet komen
en links en rechts zijn wanhopige uitvallen
doet. Gelukkig dat gij een goed en dapper
leger hebt, en dap uw bewonderenswaardige
waterlinie.
„In elk geval zult gij begrijpen, dat wij,
die ons hebben opgeworpen als de kam-
pioen van een verf'ukle kleine nalie. zon
der ons zelf onmogelijk te maken, geen an-
dere kleine natie in haar onbetwistbare
rechten kunnen gaan krenken. En gij be-
grijpt ook, dat na dezen oorlog, wanneer
wij hem tot een overwinning hebben ge-
bracht en dat zullen wij zeker! de
positie der kleine stalen sterker zal zijn
dan ooit tevoren. De misdadiger, die zich
aan het kleine Belgie vergrepen heeft, zal
daar staan, na zijn tuchtiging, als een af-
schrikkend voorbeeld.
Op het vredeseongres.
En wat gij nu zegt, dat sommigen in Hol
land beducht zijn, dat op het vredeseongres,
wanneer de bondgenooten daar de lakens
hebben uit te deelen, zou ter sprake komen,
dat men Nederland zou voorstellen om
Zeeuwsch-Ylaanderen af le staan tegen een
stuk Duitsch grondgebied, Oost-Friesland
of iets dergelijks, wij zijn nog zoo ver
van den vrede af: deze zaken zijn nog nau-
welijks, zoo al, besproken. Maar nog eens,
het zou tegen het diepste wezen van onze
zaak indruischen om een land als Neder
land slecht te behandelen, of te dwingen
met bedreigingen of met gaweld, nu of la
ter, en onder wat voorwendsels of omstan-
diglieden ook."
Nadere uilbreiding van den landslorm. enz.
Door de Commissie van Rapporteurs is
omtrent dit wetsontwerp verslag uitgehracht.
Na kennisgeving van de Memorie van Ant-
woord op het Voorloopig Verslag, heeft de
Commissie het wenschelijk gevonden op
grond van de bepaling van art. 32 van het
Beglement van Orde in mondeling overleg
te (reden met de Regeering. Dat overleg,
waardoor de Minister van Oorlog zich be-
reidwillig heschikbaar stelde, had plaats op
Woensdag 14 Juli. Ten aanzien van ver-
„Arm kind ja, ja, ik kom, boor!" Hij
trok zuchlend zijn beste jas aan, en zijn
arm om haar heenslaand als om haar te be-
schermen, ging hij met haar de feestelijk in-
gerichte kamer binnen.
En nu wachtten zij ongeduldig, zonder
veel te zeggen, op de komst van den aan-
slaande.
Daar klonk de bel beneden. Het hooren
van dezen bekenden klank maakte alien ze-
nuwachtig. Marie stond op en snelde weg,
als wilde zij uit het venster vluchten. Asset
ging om open te doen.
Liebreich ging naar zijn dochter toe, en
fluisterde haar verstrooid in het oor als tot
zijn atelierklanten: „Asjeblieft een beelje
vriendelijk kijken!"
Dit maakte zoo'n komischen indruk op
haar, dat haar pijnlijke spanning verdween,
en nu werkelijk, terwijl Goldammer binnen-
kwam, een kiein laehje haar trekken ver-
helderde.
De vrijer kwam met afgemeten waar-
digheid naar haar toe; het deed hem plei-
zier, te zien, dat .zij hem met zoo'n vrien
delijk gezicht aankeek.
Hij had zich zeer netjes gekleed, een don-
kerroode slipdas aangedaan en een takje
oranjebloesem in zijn knoopsgat gestoken,
en de geur van zijn kapsel vulde de kamer
met een heerlijken reuk. In de hand had hij
een paar heerlijke frissche rozen. die hij
overhandigde met de woorden: „Dat zijn
schillende onderwerpen, in de gewisselde
stukken behandeld, heeft de Minister nadere f
inlichtingen aan de Commissie verstrekt.
Voorts heeft Zijne Excellentie de bedoe
ling van het wetsontwerp nog nader ver-
klaard en toegelicht. De Commissie heeft
er bij den Minister op aangedrongen in het
wetsontwerp, door wijziging hetzij van de
considerans, hetzij van art. 1, duidelijk te
doen uitkomen, dat het wetsontwerp een be-
perkte strekking heeft, n.l. aan de Regeering
de gelegenheid te geven de onder de wape-
nen staande landweermannen door jongere
landstormplichtigen te vervangen. Ook heeft
de Commissie als haar meening te kennen
gegeven, dat door wijziging van art. 1 de
tegenstrijdigheid ware op te heffen, die
bleef dat artikel ongewijzigd zoude be-
staan tusschen dat artikel en de overgangs-
bepaling der Landslormwet. De Minister,
die overweging van deze denkbeelden toezeg-
de, heeft sedert verklaard, dat hij hij nader
inzien daartoe geen aanleiding heeft kunnen
vinden; het overleg heeft dus, tot leedwezen
der Commissie, tot geen stellige uitkomsten
geleid.
De Commissie is van oordeel, dat door de
gewisselde stukken en de mededeeling van
het bovenstaande de mondelinge behandeling
van het wetsontwerp voldoende is voorbe-
reid.
De Commissie van Rapporteurs heeft hij
amendemeijt op het w.o. tot nadere uitbrei-
ding van den landstorm enz. voorgesteld om
de considerans van liet wetsontwerp te lezen
als volgt:
„Alzoo wij in overweging genomen hebben,
dat ten einde de onder de wapenen staande
landweermannen met verlof te kunnen lalen
gaan, uitbreiding van den landstorm noodig
is en van alle landstormplichtigen gewapen-
de dienst moet kunnen worden gevorderd.
Een tweede amendement van de Commis
sie van Rapporteurs beoogt om het eerste
lid van artikel 1 als volgt te lezen
„Met afwijking van het bepaalde in de
overgangsbepaling der Landstormwet kan
door Ons worden bepaald, dat tot den land
storm behoort ieder voor zoover hij niet
reeds tot den landstorm behoort die niet
voor 1916 het 30ste levensjaar heeft vol-
bracht en enz."
Het eerste lid van art. 1 van het Regee-
ringsontwerp luidt: „Door Ons kan worden
bepaald", enz.
De vorige week was kap'tein F. Rmder-
tnann naar Zeebrugge vertrokken om het
schip en lading, voor zoover deze laatste
teruggegeven is, van het Duitsche prysge-
recht over te nemen. Eergisteren vertrok
de bemanning van hier over Sluis derwaarts.
Zoodra kapitein Rindermann te Zeebrugge
was gekomen, werd van Duitsche zijde een
begin gemaakt om de niet prysverklaarde
lading, 350 tot 400 ton stukgoed, opnieuw
aan boord van de Batavier V in te laden.
Hiermede kwam men Donderdag gereed,
en toen Yrijdag de Hollandschebemanning
aan boord kwam, deed de kapitein onmid-
dellyk de Nederlandsche vlag byschen.
Een paar uur later, ongeveer halfvijf in
den namiddag, stoomde de Batavier V de
haven van Zeebrugge uit, begeleid door
een Duitsche torpedoboot, die den weg door
een mynveld wees, eenige mijlen zeewaarts.
Daarna vervolgde het stoomschip alleen
zijn weg Daar Rotteidiim.
Tijdens het verblyf in de haven van
Zeebrugge, juist vier maanden, is de Bata
vier V behoorlyk onderhouden.
Behalve eigen lading bracht het stoom
schip ook 30 tot '40 ton lading stukgoed
mede, herknmstig uit de Zaanstroom. die
nog te Zeebrugge ligt.
Over den oorlogstoestand te Zeebrugge
wenscht kapitein Rindermann zich niet uit
te laten. Alleen kon hij meedeelen, dat
er nog bijna dagelyks uit vliegmachines
bommen gegooid worden zeer naoij de
Batavier V is ook een bom neergekomen.
(N. R. C.)
De Duitsche troepen hebben in het Oos-
ten op groote schaal het offensief hervat,
in het Noorden tegen de Windau en de
We-nta, in het centrum tegen Warschau, in
het Zuiden aan den Dnjester.
Vooral het oprukken tegen Warschau is,
zoo schrijft het „Alg. Hbl.", van groote be-
teekenis. Maandenlang hadden de Duitschers
daar hun posities weten te behouden zon
der echter een belangrijke wijziging te kun
nen aanbrengen. En nu komen zij uit het
Noorden, van Soldau en Mlava in zulke
krachtige colonnes oprukken, dat de Russen
ervoor moesten terugtrekken, hunne stellin-
gen moesten ontruimen en op een daarach-
ter gelegen positie moesten teruggaan. Toen
kwam liet Duitsche bericht, dat Prasnyz ge
nomen was, 50 K.M. ten Noorden van War
schau gelegen, en thans blijkt uil de be-
pichten, dat bij Tsjechanof, tusschen Prasnyz
en Novo Georgewitsj gelegen, krachtige Duit
sche aanvallen zijn gedaan.
Hier ontwikkelt zich dus een offensief,
dat, in verband met de gebeurtenissen op
andere deelen van het Oostelijk oorlogstoo-
neel, den indruk maakt, dat overal de Duit
schers de voortgaande beweging hebben her
vat, over een frontbreedte van 800 K.M.,
loopende van de Oostzee naar de grens van
Bessarabie.
Het gisteren medegedeelde bericht van de
„Morning Post", geeft den indruk, dat de
Russen zich niet in staat achten tegen dezen
opmarsch der Duitsche legers krachtigen
tegenstand te bieden. Wat daarin wordt
voorspeld als een gewilde Russische taktiek,
om van stelling tot stelling terug te wijken,
en zoodoende de Duitsche troepen tot ver in
het Russische gebied te doen doordringen,
is bij Prasnyz reeds begonnen. En volgens
de jongste hericliten geschiedt dat zelfde ook
aan den uitersten linkervleugel der Russi
sche positie, bij den Dnjester, waar zij voor
de Oostenrijksch-Duitsche troepen, die daar
de rivier overtrekken, leruggaan.
Waarschijnlijk staat de opmarscli naar
Warschau uit het Noorden in verband met
de pogingen, die de Oostenrijksch-Duitsche
troepen meer naar liet Zuiden ondernemen,
om naar den spoorweg Lnhlin-Cholm-Kowel
op te rukken. Tusschen Krasnik en Lublin
wordt nog steeds gevochten bij \Yiikolaz,
en in het tusschenliggende gebied, tusschen
de Pilitza en de Weichsel, naderen de Duit
sche troepen de stad Radom. \'olgens het
Russische bericht hadden daar twee aanval
len plaats op wegen, die uit het Noord-
Westen en het Westen naar Radom voeren.
Waarschijnlijk als gevolg van dezen op
marsch, ten Noorden en ten Zuiden van
Warschau, neeinl de regeering maatregelen
uw zusters, lieve Marie!" Toen omarmde
liij het bevende meisje en kuste haar harte-
lijk.
Asset leed, omdat hij zijn Reveling zag
lijden en brak deze liefdebetuigingen af
door hen nogal luid te verzoeken aan tafel
le komen zitten.
De drie heeren namen plaats, en Marie,
die zeer ontsteld was, greep met yreugde
de gelegenheid aan om koffie te schenken,
dit gaf haar afleiding.
Goldammer trok haar naast zich op de
sofa en stak haar den ring met de drie
mooie steenen aan den vinger. „Geloof, hoop
en lief del" sprak hij opgeruimd. „Ik lieb
bij den voornaamsten juwelier deze edele
zinnebeelden voor onze verbintenis uit een
groote verzameling brillanten en paarlen ge-
kozen. Ik hoop, dat je ze in eere zult hou
den."
Marie werd zeer ontroerd en dankte hem
met tranen in de oogen. In een opwelling
van haar gevoel drukte zij hem zelfs de
hand. Zij dacht: als zij zich goed wist te
beheerschen, zou het haar met Gods hulp
misscliien gelukken, het zware offer zonder
morren te brengen. In dit plechtig oogen
blik besloot zij hiertoe haar uiterste best
te doen.
Onder een toespeling op zijn grootmoedig-
heid, maakte hij de groote camee op haar
borst vast. Die aanraking was haar zoo on-
aangenaam, dat zij onwillekeurig, in cen
kromp, waarbij hij haar een paar malen ge-
voelig stak.
Toen dit doorstaan was, zette liij zich
behaaglijk in een hoek van de sofa en ont-
vouwde zijn plannen.
Ten eerste, verklaarde hij, moet er een
lieerlijk feestmaal gegeven worden ter eere
van hun verbintenis. Men zou hier in liet
salon kunnen onlvangen en in het atelier
eten, dat was vorstelijker. Na het avondeten
zou men weer bij elkaar komen. Hij wilde
niets dan taarten en champagne laten op-
disscheii. „Wat ik natuurlijk moet betalen",
verklaarde hij met een hooge borst. „Mijn
drie kinderen zullen ook van de partij zijn,
hun nieuwe Mama begroeten, en ook mijne
trouwe zaakvriendin, juffrouw Duvernier.
Wie wenscht gij uit te noodigen, waarde
Liebreich
De fotograaf zag zijn dochter vragend aan.
Wie zouden zij kunnen noodigen'? Zij beza-
ten geen bloedverwanten en bekenden. „Ik
weet er geen stotterde hij. „Mijn vrouw
was geen Berlijnsche en ik ik heb slechts
de beide neven Assel."
,,Dat is fameus, de dikke Philip' Ik heb
nog met hem ter school gegaan. Wij zullen
hem eens toonen, dat wij het ook tot iets
in de wereld gebracht hebben! Noodig hem
dan met zijn vrouw uit, dan zijn wij met
ons tienen, juist een mooi groepje?
(Wordt vervolgd.)