ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTiEBLAD VOOE ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6250. Dinsdag 20 Juli 1915. 55e Jaargang. De Oorlog. ABONNEMENT ABVERTENTIEN SET Telefoon 25. Dit Blad TersGhijnt Bjaacdag-, Woensiiag- en Yrmtagavona, aitgezoadenl op FeesHagen, bij de Firma P. J. VAN BiNWENLAND. FETflLLETON. Per 3 maanden binnen de stad 1Franco per post voor Nederland 110. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland 2.—. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. Koninffin en Prins te Rotterdam. De positie van Nederland. De Batavier F Yrydagnacht is het stoomschip Batavier V uit Zeebrugge te Rotterdam aangekomen het heeft ligplaats genomen in de St. Jobs- haven. De aigemeene toestand. NEUZENSCHE COURANT. Aan het officieele Vorstelijk bezoek op Donderdag 1.1.. reeds in hoofdzaak vermeld, meldt men ons nog de volgende bijzonder- heden. Bij aankomst luidden de kerkklokken. De KoniDgin wa9 gekleed in creme zijden japon en mantel, hoed met witte veeren. De Prins als admiraal. De hofrijtuigen waren bespannen met 4 paarden a la Dau- mont. In het ruim der groote kerk lagen kost- bare loopers. In het midden tegencver den kansel namen Koningin en Prins met gevolg plaats. Na de ontvangst door gecommit- teerden bij monde van den President de heer Van CJordt, klonk plechtig het „Komt, dankt nu alien God", gezongen door het R. Kerkkoor. Allen verhieven zieh van hun plaatsen. Nadat alien gezeten waren, las Ds. Callenbach Psalm 3 en Hehreen 10 19—25. De gemeente zong daarna Gezang 212 1. In een voorrede bracht Ds. C., dank aan H. M. de Koningin en aan alien die belang hebben gesteld in de restauratie van dit oude kerkgebouw. Het koor zong vervolgens „De Wereld zingt Gods Pol". Naar aanleiding van Jesaia56:7, »Myn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken", hield Ds. C. een indruk- wekkende rede. Na de preek zong de gemeente Gezang 239 3 en na de dank- zegging Psalm 06 10. De Kon. bezoekers bezichtigden nogeenige merkwaardigheden en de architect de heer B. Hoogkaas, beneven9 de 82jarige opzich- ter de heer C. H. v. d. Park Sr., genoten de eer aan H. M. te worden voorgesteld en toegesproken. Een gedenksteen met hunne namen is in de kerk geplaatst. By het verlaten van het kerkgebouw speelde de organist het Wilhelmus, door alien staande aangehoord. Bij den rijtoer werd nabij de Beurs de tocht een oogenblik onderbroken, teneinde een commissie uit de te Rotterdam ver- blijvend Belgische vluchtelingen gelegenheid te geven een adres van hulde en dank aan H. M. aan te bieden. Bij de plechtigheid van de eerste steen - legging van het raadhuis begaven Koningin en Prins zich onder de tonen van het Wilhelmus, uitgevoerd door de statmuziek van de Kon. Scherpschutters naar hunne zetels in het Paviljoen. De burgemeester hield de feestrede, welke door H. M. de Koningin werd beantwoord met de indrukwekkende slot-woorden i, Wakkere, onvermoeibare koopstad, groei, ontwikbel u, zooals wij het van u gewoon zijn geworden en blijf steeds een bolwerk van vaderlandschen ondernemingsgeest." Luide toejuichingen bezegelden deze woorden. De eerste steenleggiug geschiedde onder een plechtige stilte. De wit marmeren steen woog 600 kilo en daalde door den druk op een electrisch toestel naar beneden. Met den Kon. truflel, kalkbak en hamer verrichtte H. M. deze plechtigheid. Op den steen staan in gouden letters de woorden gebeiteld 10) Luid weenende liet de kleine bekomme- rende Jeanne het hoofd aan de borst van de eveneens bedroefde Marie rusten. De Frangaise snikle: „Ach, ik ben zoo ongelukkig, ach dat ik je niet helpen kan!" Een paar minuten lang weenden zij in elkaars armen, de een omdat zij hem niet wilde hebben, en de ander, omdat zij hem, dien zij zoo lief had, niet krijgen kon. Zij voelden beiden met diepe smart de onvolmaaktheid in de toestanden van deze wereld, waarin zooveel verkeerd gaat; en zooveel wat den een genot geeft, den ander leed veroorzaakt. VIJFDE HOOFDSTUK. Nadat de Francaise snikkende was wegge- gaan, maakte Marie met gebogen hoofd en langzamer dan anders, de tafel voor het eten gereed. Toen ging zij de beide mannen roepen. Het middagmaal verliep onder stilzwijgen; alien waren innerlijk aangedaan bij de ge- dachte aan hetgeen gebeuren moest. II. M. Wilheimina, Koningin der Neder- landen, heeft op den laden Juli van het jaar 1915. het I7e jaar Harer regeering, dezen eersten steen van 't Raadhuis gelegd. Van de plechtigheid waren twee oorkonden opgemaakt. Alvorens tot de onderteekening over te gaan, dankte de burgemeester H. M. en alien st.emden in met zijne woorden ,/Lang leef onze Koningin Wilhelmina." Voor de onderteekening bezigde H. M. de gekroonde adelaars-veder met gouden pen eveneeDS door Haar Vader in 1874 gebezigd. Rotte's Mannenkoor zong het lied van Ds. B. Ten Kate met de slotwoorden Vurig rijst ons aller bede Heer, hergeef aan d'aard den vrede Blusch de iaaiend oorlogsvlam! Blijf, wat ook de tijden baren, Land en Vorstenhnis bewaren Grroeie en bloeie Rotterdam Te circa 5 uur vertrokken de Hooge Gasten. De Burgemeester heeft ingevolge opdracht van H. M. dank betuigd aan de burgerij voor de bewtjzen van hoogachting en eerbied Haar bewezen. Rotte's Mannenkoor verkreeg voor zijne medewerking de gouden medaille voor Kunst en Wetenschap van Rotterdam. De directeur Georg Rijken werd aan H. M. voorgesteld. Onderhoud met Minister Churchill. De Londensche correspondent van de „N. R. Ct." heeft een onderhoud gehad met den Engelschcn minister Churchill. De bedoeling van den interviewer was vooral, „van een verantwoordelijk persoon te vernemen, hoe hij dacht over het denk- heeld, dat men wel hoort opperen en dat in den laatsten tijd in Holland opnieuw een paar maal is ter sprake gekomen: dat in geval van een overwinning der bondge- nooten de vredemakers, op de wijze waarop dat een eeuw geleden placht te geschieden, een stuk Nederlandsch grondgebfed zouden meenen noodig te hebben om de Schelde- swestie als men van een „kwestie" spre- ken mag op te lossen." Wij onlleenen aan het interview het vol gende De heer Churchill verheelde mij zijn op- vatting niet, dat, aardrijkskundig en stra- tegisch beschouwd, de territoriale regeling aan den Scheldemond hem onnatuurlijk voorkwam. En zij bad de zaak der bond- genooten zonder twijfel geschaad. Indien Antwerpen transporter! Iangs de Schelde had kunnen doorgevoerd krijgen, had het niet behoeven te vallen: het Belgische leger zou op de Nethe-linie hebben kunnen stand houden in plaats van op de Yser-linie. Ik zei dat niet iedereen in Nederland ei zoo over daeht, en de Minister sprak mij niet tegen, toen ik te verstaan gaf, dat de nadeelen van onze heerschappij over de Schelde niet uilsluilend de eene partij trof- fen, aangezien zij op het oogenblik Ant werpen gesloten hield voor de Duitschers. Geen verwijl. Maar wat hiervan zij, „versta mij niet verkeerd", sprak hij: „ik bedoel geen ver wijt. Indien Nederland deze schending van haar onzijdigheid had loegestaan, zou het zijn aangevallen en niisschien voor een groot deel zijn bezet door de Duitsche legers. Dit zou een offer zijn geweest, dat niemand het recht had van Nederland le vragen of te verwachten. Niemand heeft het recht om Nederland van zijn onzijdigheid een verwijt te maken. Als onafhankelijke staat Nadat de tafel was afgedekt, verzocht Liebreich zijn kind, zich zoo netjes mogelijk te kleeden en tegen vier uur een prettige koffielatel gereed te maken. Ifaar aanstaan- de zou omstreeks dien tijd naar boven ko- men. Marie, die alle hoop had opgegeven om nog te ontkomen aan het lot, dat haar dreigde, gaf zonder tegenspraak tqe aan het verlangen van haar vader, en beloofde, dat zij op tijd gereed zou zijn. In den salon brandde de kachel heerlijk. Een wit laken bedekte de tafel, en daarop stond het beste theeservies, dat zij hadden. Asset had op verzoek van Marie gezorgd voor koekjes, en Liebreicli kwam met een bloeiende roode camelia van het atelier- trapje en plaatste ze als sieraad midden op de tafel. Hij gevoelde zich zeer tevreden, en het weinigje behaaglijkheid dat hem heden omgaf, deed hem goed; hij streelde zich met de gedachte, dat hij nooit beter voor zijn dochter zou hebben kunnen zorgen. Marie kwam in haar lichthlauwe Zondag- sche japon gekleed in de kamer binnen en zette de koffiekan op de kachel. Zij was bleeker dan gewoonlijk, en een ernstige trek in het gelaat en de samengeperste lippen be wezen, hoe zij zich met moeite heheerschte. Een oogenblik keek zij onderzoekend rond, liep todh naar oom Hans en zei: ,,Ik ver zoek je, kom toch bij ons zitten, ge geeft mij moed; hoe meer er zijn, hoe minder ik bang benl" _l ftl zag het zijn bela,.y< daar en het had het j volste recht om in overeenstemming er mee te handelen. En hebben wij geen hewijs gegeven, dat wij dat recht meenen te er- kennen? Op het kritiekste oogenblik hebben wij het stipt ontzien. Wij hebben zelfs niet gevraagd, zelfs niet gezinspeeld op door- tocht. Dat wij in het vervolg van den oorlog ons tot eenigen aanslag op Nederland s on zijdigheid zouden lalen verleiden, is onmo- gelijk, ondenkbaar. Wij gaan het beginsel, waarom wij strijden, niet zelf vernielen, nadat we er zoo ontzettend veel voor hebben opgeofferd. Gij kunt er volkomen verzekerd van zijn, dat wij er onder geen omslandig- heden aan zullen denken, om op Neder land eenigen druk ie oefenen, ten einde het zijn onzijdigheid te doen verlaten. Holland meet' zieh gereed houden. ,,Ik geloof wel, dat de Hollanders goed doen, zich gereed te houden. Maar het ge- vaar dreigt nimmer van onzen kant. Ik be- hoef aan een Hollander wel niet uil te leg- gen, dat Belgie in handen van de Duit schers het einde van Nederlands onafhan- kelijkheid zou beteekenen: een vrij Neder land is onbestaanbaar met een Duitsch Antwerpen. Maar dit zijn zaken, waarin uw eigen staatslieden en uw eigen volk moeten beslissen. Er zijn intusschen moge- lijkheden van wezenlijk gevaar. Duitsch- land kan er toe gedreven worden om Hol land aan te vallen. Duitscliland raakt in de positie van het wilde beest in zijn kooi, dat de vlammen nader en nader ziet komen en links en rechts zijn wanhopige uitvallen doet. Gelukkig dat gij een goed en dapper leger hebt, en dap uw bewonderenswaardige waterlinie. „In elk geval zult gij begrijpen, dat wij, die ons hebben opgeworpen als de kam- pioen van een verf'ukle kleine nalie. zon der ons zelf onmogelijk te maken, geen an- dere kleine natie in haar onbetwistbare rechten kunnen gaan krenken. En gij be- grijpt ook, dat na dezen oorlog, wanneer wij hem tot een overwinning hebben ge- bracht en dat zullen wij zeker! de positie der kleine stalen sterker zal zijn dan ooit tevoren. De misdadiger, die zich aan het kleine Belgie vergrepen heeft, zal daar staan, na zijn tuchtiging, als een af- schrikkend voorbeeld. Op het vredeseongres. En wat gij nu zegt, dat sommigen in Hol land beducht zijn, dat op het vredeseongres, wanneer de bondgenooten daar de lakens hebben uit te deelen, zou ter sprake komen, dat men Nederland zou voorstellen om Zeeuwsch-Ylaanderen af le staan tegen een stuk Duitsch grondgebied, Oost-Friesland of iets dergelijks, wij zijn nog zoo ver van den vrede af: deze zaken zijn nog nau- welijks, zoo al, besproken. Maar nog eens, het zou tegen het diepste wezen van onze zaak indruischen om een land als Neder land slecht te behandelen, of te dwingen met bedreigingen of met gaweld, nu of la ter, en onder wat voorwendsels of omstan- diglieden ook." Nadere uilbreiding van den landslorm. enz. Door de Commissie van Rapporteurs is omtrent dit wetsontwerp verslag uitgehracht. Na kennisgeving van de Memorie van Ant- woord op het Voorloopig Verslag, heeft de Commissie het wenschelijk gevonden op grond van de bepaling van art. 32 van het Beglement van Orde in mondeling overleg te (reden met de Regeering. Dat overleg, waardoor de Minister van Oorlog zich be- reidwillig heschikbaar stelde, had plaats op Woensdag 14 Juli. Ten aanzien van ver- „Arm kind ja, ja, ik kom, boor!" Hij trok zuchlend zijn beste jas aan, en zijn arm om haar heenslaand als om haar te be- schermen, ging hij met haar de feestelijk in- gerichte kamer binnen. En nu wachtten zij ongeduldig, zonder veel te zeggen, op de komst van den aan- slaande. Daar klonk de bel beneden. Het hooren van dezen bekenden klank maakte alien ze- nuwachtig. Marie stond op en snelde weg, als wilde zij uit het venster vluchten. Asset ging om open te doen. Liebreich ging naar zijn dochter toe, en fluisterde haar verstrooid in het oor als tot zijn atelierklanten: „Asjeblieft een beelje vriendelijk kijken!" Dit maakte zoo'n komischen indruk op haar, dat haar pijnlijke spanning verdween, en nu werkelijk, terwijl Goldammer binnen- kwam, een kiein laehje haar trekken ver- helderde. De vrijer kwam met afgemeten waar- digheid naar haar toe; het deed hem plei- zier, te zien, dat .zij hem met zoo'n vrien delijk gezicht aankeek. Hij had zich zeer netjes gekleed, een don- kerroode slipdas aangedaan en een takje oranjebloesem in zijn knoopsgat gestoken, en de geur van zijn kapsel vulde de kamer met een heerlijken reuk. In de hand had hij een paar heerlijke frissche rozen. die hij overhandigde met de woorden: „Dat zijn schillende onderwerpen, in de gewisselde stukken behandeld, heeft de Minister nadere f inlichtingen aan de Commissie verstrekt. Voorts heeft Zijne Excellentie de bedoe ling van het wetsontwerp nog nader ver- klaard en toegelicht. De Commissie heeft er bij den Minister op aangedrongen in het wetsontwerp, door wijziging hetzij van de considerans, hetzij van art. 1, duidelijk te doen uitkomen, dat het wetsontwerp een be- perkte strekking heeft, n.l. aan de Regeering de gelegenheid te geven de onder de wape- nen staande landweermannen door jongere landstormplichtigen te vervangen. Ook heeft de Commissie als haar meening te kennen gegeven, dat door wijziging van art. 1 de tegenstrijdigheid ware op te heffen, die bleef dat artikel ongewijzigd zoude be- staan tusschen dat artikel en de overgangs- bepaling der Landslormwet. De Minister, die overweging van deze denkbeelden toezeg- de, heeft sedert verklaard, dat hij hij nader inzien daartoe geen aanleiding heeft kunnen vinden; het overleg heeft dus, tot leedwezen der Commissie, tot geen stellige uitkomsten geleid. De Commissie is van oordeel, dat door de gewisselde stukken en de mededeeling van het bovenstaande de mondelinge behandeling van het wetsontwerp voldoende is voorbe- reid. De Commissie van Rapporteurs heeft hij amendemeijt op het w.o. tot nadere uitbrei- ding van den landstorm enz. voorgesteld om de considerans van liet wetsontwerp te lezen als volgt: „Alzoo wij in overweging genomen hebben, dat ten einde de onder de wapenen staande landweermannen met verlof te kunnen lalen gaan, uitbreiding van den landstorm noodig is en van alle landstormplichtigen gewapen- de dienst moet kunnen worden gevorderd. Een tweede amendement van de Commis sie van Rapporteurs beoogt om het eerste lid van artikel 1 als volgt te lezen „Met afwijking van het bepaalde in de overgangsbepaling der Landstormwet kan door Ons worden bepaald, dat tot den land storm behoort ieder voor zoover hij niet reeds tot den landstorm behoort die niet voor 1916 het 30ste levensjaar heeft vol- bracht en enz." Het eerste lid van art. 1 van het Regee- ringsontwerp luidt: „Door Ons kan worden bepaald", enz. De vorige week was kap'tein F. Rmder- tnann naar Zeebrugge vertrokken om het schip en lading, voor zoover deze laatste teruggegeven is, van het Duitsche prysge- recht over te nemen. Eergisteren vertrok de bemanning van hier over Sluis derwaarts. Zoodra kapitein Rindermann te Zeebrugge was gekomen, werd van Duitsche zijde een begin gemaakt om de niet prysverklaarde lading, 350 tot 400 ton stukgoed, opnieuw aan boord van de Batavier V in te laden. Hiermede kwam men Donderdag gereed, en toen Yrijdag de Hollandschebemanning aan boord kwam, deed de kapitein onmid- dellyk de Nederlandsche vlag byschen. Een paar uur later, ongeveer halfvijf in den namiddag, stoomde de Batavier V de haven van Zeebrugge uit, begeleid door een Duitsche torpedoboot, die den weg door een mynveld wees, eenige mijlen zeewaarts. Daarna vervolgde het stoomschip alleen zijn weg Daar Rotteidiim. Tijdens het verblyf in de haven van Zeebrugge, juist vier maanden, is de Bata vier V behoorlyk onderhouden. Behalve eigen lading bracht het stoom schip ook 30 tot '40 ton lading stukgoed mede, herknmstig uit de Zaanstroom. die nog te Zeebrugge ligt. Over den oorlogstoestand te Zeebrugge wenscht kapitein Rindermann zich niet uit te laten. Alleen kon hij meedeelen, dat er nog bijna dagelyks uit vliegmachines bommen gegooid worden zeer naoij de Batavier V is ook een bom neergekomen. (N. R. C.) De Duitsche troepen hebben in het Oos- ten op groote schaal het offensief hervat, in het Noorden tegen de Windau en de We-nta, in het centrum tegen Warschau, in het Zuiden aan den Dnjester. Vooral het oprukken tegen Warschau is, zoo schrijft het „Alg. Hbl.", van groote be- teekenis. Maandenlang hadden de Duitschers daar hun posities weten te behouden zon der echter een belangrijke wijziging te kun nen aanbrengen. En nu komen zij uit het Noorden, van Soldau en Mlava in zulke krachtige colonnes oprukken, dat de Russen ervoor moesten terugtrekken, hunne stellin- gen moesten ontruimen en op een daarach- ter gelegen positie moesten teruggaan. Toen kwam liet Duitsche bericht, dat Prasnyz ge nomen was, 50 K.M. ten Noorden van War schau gelegen, en thans blijkt uil de be- pichten, dat bij Tsjechanof, tusschen Prasnyz en Novo Georgewitsj gelegen, krachtige Duit sche aanvallen zijn gedaan. Hier ontwikkelt zich dus een offensief, dat, in verband met de gebeurtenissen op andere deelen van het Oostelijk oorlogstoo- neel, den indruk maakt, dat overal de Duit schers de voortgaande beweging hebben her vat, over een frontbreedte van 800 K.M., loopende van de Oostzee naar de grens van Bessarabie. Het gisteren medegedeelde bericht van de „Morning Post", geeft den indruk, dat de Russen zich niet in staat achten tegen dezen opmarsch der Duitsche legers krachtigen tegenstand te bieden. Wat daarin wordt voorspeld als een gewilde Russische taktiek, om van stelling tot stelling terug te wijken, en zoodoende de Duitsche troepen tot ver in het Russische gebied te doen doordringen, is bij Prasnyz reeds begonnen. En volgens de jongste hericliten geschiedt dat zelfde ook aan den uitersten linkervleugel der Russi sche positie, bij den Dnjester, waar zij voor de Oostenrijksch-Duitsche troepen, die daar de rivier overtrekken, leruggaan. Waarschijnlijk staat de opmarscli naar Warschau uit het Noorden in verband met de pogingen, die de Oostenrijksch-Duitsche troepen meer naar liet Zuiden ondernemen, om naar den spoorweg Lnhlin-Cholm-Kowel op te rukken. Tusschen Krasnik en Lublin wordt nog steeds gevochten bij \Yiikolaz, en in het tusschenliggende gebied, tusschen de Pilitza en de Weichsel, naderen de Duit sche troepen de stad Radom. \'olgens het Russische bericht hadden daar twee aanval len plaats op wegen, die uit het Noord- Westen en het Westen naar Radom voeren. Waarschijnlijk als gevolg van dezen op marsch, ten Noorden en ten Zuiden van Warschau, neeinl de regeering maatregelen uw zusters, lieve Marie!" Toen omarmde liij het bevende meisje en kuste haar harte- lijk. Asset leed, omdat hij zijn Reveling zag lijden en brak deze liefdebetuigingen af door hen nogal luid te verzoeken aan tafel le komen zitten. De drie heeren namen plaats, en Marie, die zeer ontsteld was, greep met yreugde de gelegenheid aan om koffie te schenken, dit gaf haar afleiding. Goldammer trok haar naast zich op de sofa en stak haar den ring met de drie mooie steenen aan den vinger. „Geloof, hoop en lief del" sprak hij opgeruimd. „Ik lieb bij den voornaamsten juwelier deze edele zinnebeelden voor onze verbintenis uit een groote verzameling brillanten en paarlen ge- kozen. Ik hoop, dat je ze in eere zult hou den." Marie werd zeer ontroerd en dankte hem met tranen in de oogen. In een opwelling van haar gevoel drukte zij hem zelfs de hand. Zij dacht: als zij zich goed wist te beheerschen, zou het haar met Gods hulp misscliien gelukken, het zware offer zonder morren te brengen. In dit plechtig oogen blik besloot zij hiertoe haar uiterste best te doen. Onder een toespeling op zijn grootmoedig- heid, maakte hij de groote camee op haar borst vast. Die aanraking was haar zoo on- aangenaam, dat zij onwillekeurig, in cen kromp, waarbij hij haar een paar malen ge- voelig stak. Toen dit doorstaan was, zette liij zich behaaglijk in een hoek van de sofa en ont- vouwde zijn plannen. Ten eerste, verklaarde hij, moet er een lieerlijk feestmaal gegeven worden ter eere van hun verbintenis. Men zou hier in liet salon kunnen onlvangen en in het atelier eten, dat was vorstelijker. Na het avondeten zou men weer bij elkaar komen. Hij wilde niets dan taarten en champagne laten op- disscheii. „Wat ik natuurlijk moet betalen", verklaarde hij met een hooge borst. „Mijn drie kinderen zullen ook van de partij zijn, hun nieuwe Mama begroeten, en ook mijne trouwe zaakvriendin, juffrouw Duvernier. Wie wenscht gij uit te noodigen, waarde Liebreich De fotograaf zag zijn dochter vragend aan. Wie zouden zij kunnen noodigen'? Zij beza- ten geen bloedverwanten en bekenden. „Ik weet er geen stotterde hij. „Mijn vrouw was geen Berlijnsche en ik ik heb slechts de beide neven Assel." ,,Dat is fameus, de dikke Philip' Ik heb nog met hem ter school gegaan. Wij zullen hem eens toonen, dat wij het ook tot iets in de wereld gebracht hebben! Noodig hem dan met zijn vrouw uit, dan zijn wij met ons tienen, juist een mooi groepje? (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1