ALGEMEEN NIEUW8- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6243.
Zaterdag 3 Juli 1915.
55e Jaargang.
PRANKWET.
Schoolgeld.
De Oorlog
g a if IL I. s t o s.
HET OPPEE,
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN
POLITIEVERORDENING.
Telefoon 25.
Pit Blafl yerschpt Maandag^, Woensdag^ en Vrjjdagayond, nitgezonderd op Fsestdagen, bij de Firina P. J. VAN DE SANDE te Ter Neazen.
BSBSTB BLAD
HERZIENING
Lijst van Inkwartiering.
Per 3 maanden binnen de stad 1.—Franco per post voor Nederland 1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie 1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1^ tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
Het is verboden rogge,
poggemeel en poggebrood
te gebruiken voor het woe
deren van wee.
De sftr*jd aan de Oapdanelien,
De vlucht der Russen.
Het vredesmanifest van de
Duiftsche socialisten.
Bescherming
van Oorlogschepen.
Het Montenegrijnsche leger
Versterking der Engeische
marine.
Oetfichten van burgemeester
Max.
Buigar-eje.
Slachioffas* van een ongeval.
Het ovepbiijfsel van een
compagstie.
TER NEUZENSCHE COURANT
De COMMANDANT DER
KUSTBATTERIJ stelt de na-
volgende politieverordening vast
Neuzen, 1 Juli 1915.
De Kapitein
Commandant der Kustbatterjj,
A. D. PUTMAN CRAMER.
DER
Burgemeester en Wethouders der gemeente TER
NELZEN maken bekend, dat op heden gedurende
veertien dagen, van den 29 Juni tot en met den 12
Juli aanstaande, ter gemeente-secretarie voor een
ieder ter inzage is gelegd de herziene lijst, bevattende
de namen der inwoners, die voor het verleenen van
inkwartiering en onderhoud aan krijgsvolk in aan-
merking komen, met aanduiding van de mate waarin
ieder hunner, naar gelang van de beschikbare ruimte
zijner woning, en van de gebouvven en getimmerten
voor stalling bruikbaar, geacht wordt daarin te kunnen
voorzien.
inlichtingen omtrent het indienen van bezwaren
tegen de lijst zijn ter gemeente-secretarie te bekomen.
Ter Neuzen, den 28 Juni 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen ingevolge artikei 12, le lid der Drankweti
ter openbare kennis dat bij hen is ingekomen een
verzoekschrift om vergunning voor den verkoop
van sterken drank in het klein van IZAAK GERRE-
MAN, winkelier, wonende te Ter Neuzen, voor een
achtergedeelte van het perceel kadastraal bekend
gemeente Ter Neuzen sectie L no. 1776, plaatselijk
ongemerkt en geiegen aan het Aehterom.
Binnen twee weken nadat deze bekendmaking
is geschied, kan ieder tegen het verleenen van
de vergunning schriftelijk bij Burgemeester en
W ethouders bezwaren inbrengen.
Ter Neuzen, 28 Juni 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE. Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen ter kennis dat het kohier No. 2 van het
schoolgeld voor het meer uitgebreid lager onderwijs
in deze gemeente over het tijdvak van 1 Mei
31 Augustus 1915, in afschrift, gedurende vijf
maanden op de secretarie der gemeente, voor een
ieder ter lezing is nedergelegd.
Ter Neuzen, den J Juli 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Een officieel telegram uit de Dardanellen
bericht Na een hevige beschieting, waarbij
de Franschen uitstekende diensten verleen-
den, deden de Engelschen een infanterie-
aanval met het doel den Britschen linker-
vleugel vooruit te brengen teneinde een
nieuwe linie naar het oosten te formeeren.
A1 wat men van die beweging verwachtte
en zelfs meer dan dit werd door die ope-
raties verkregen.
De eerste voorgeschoven Turksche ver-
sterking is de boomerang verschansing, een
sterke stelling in het ravijn van de Saghir.
Deze werd schitterend bestormd door een
Schotsch regiment. Dealgemeene infanterie
aanval begon te 12 uur's morgens en werd
met groot //elan" volvoerd. Drie linies
loopgraven ten westen van de Saghir werden
genomen zonder dat veel tegenstand werd
ondervonden.
De loopgraven lagen vol gesneuvelde
1 urken en er werden 100 man gevangen
genomen.
Ten oosten van het ravijn deed een ander
Schotsch regiment een aanval en veroverde
twee linies loopgraven, tnaar de rest van
de brigade op den rechtervleugel stuitte op
ernstigen tegenstand en kon niet vooruit
komen.
De tweede phase van den aanval ten
westen van het ravijn begon te 11 uur 30.
De brigade, die voor dezen aanval was
aangewezen, nam nog twee linies loopgraven
en bereikte het doel, maar de Indische
troepen, die onder de rotsen voortdrongen,
namen een belangrijken heuvel nog verderop
juist ten westen van Krithie. Zij versterk-
ten dien heuvel en wisten hem te hand-
haven, zoodat onze aanwinst op den linker-
vleugel 1000 yards bedroeg.
In den middag werd een klein gedeelte
loopgraven aan de rechterzjjde, dat wij nog
niet veroverd hadden, aangevallen, maar de
vijand bood hardnekkigen tegenstand en
werd daarbij gesteund door machine-geweren
en artillerie, zoodat de aanval mislukte.
Cedurende den nacht deed de vijand een
tegenaanval op de voorste genomen loop-
graven, maar werd met zware verliezen af-
geslagen.
Een Turksche afdeeling, die tusschen
twee linies veroverde loopgraven was door-
gedrongen, werd bij het aanbreken van den
dag onder een hevig machine-geweervuur
genomen en had het zeer zwaar te verant-
woorden. De overlevenden gaven zich over.
Met uitzondering van het reeds vermelde
stuk loopgraaf, dat nog in handen van den
vijand is, hadden wij nog meer gewonnen
dan wij hoopten.
Op den uitersten iinkervleugel is de linie
vooruitgelegd tot aan een buitengewoon
sterk punt ver voorbij de grens, die wij
ons hadden voorgesteld te bereiken.
De oorlogscorrespondent van de //Koln.
Zeit." schrijft
De Russische artillerie heeft opgehouden
te schieten. Wat in de geschiedenis van
geen enkelen oorlog is voorgekomen, is
hier voor den eersten keer gebeurdalle
artillerie-parken, die anders tot taak hebben
den terugtocht te dekken, zijn, als zijnde
op dit oogenblik weerlooze ballast, met de
grootste snelheid naar het achterland ge-
bracbt, omdat men geen of slechts slechten
schietvoorraad had. Zij hebben de rol op
zich genomen van den trein, die anders
het eerst wordt weggezonden. Ook de
geschiedenis van den trein vormt echter
in dezen slag van de reusachtigste en
gruwelijkste afmetingen een afzonderlijk
hoofdstuk. Sedert dagen reeds waren er
stuwingen en opeenhoopingen tot een
onontwarbaar kluwen.
De afdeeliDgen werden van hun troepen
gescheiden. De troepcfi kregen geen toe-
voer meer. Dit maakt het begrijpelijk, dat
heele troepen gevangenen halfdood van
honger gevonden werden. Toen de Duit-
schers steeds naderbij kwamen, bleef den
Russen vaak niets anders over dan hun trein
in den steek te laten. De manschappen
redden de paarden, sp tnden ze uit en reden
weg, tempi de wagens onbeheerd op den
weg bleven staan. De nakomende colonnes
van de Russen wierpen ze zonder omslag
ter zijde, om maar voorwaarts te komen.
De velden werden er mee bezaaid en nu
begon een wedloop, waarin overwinnaar en
overwonnene in een ongee?enaard tempo de
grootst mogelijke snelheid trachtten te be
reiken. De achterhoedegevechten, die den
vijand vaak levert, kan men ternauwernood
als ernstigen tegenstand beschouwen. Deze
wilde vlucht is slechts te verklaren uit de
volkomen verbouwereerdheid der aanvoerders
die ten sh'tte hulpeloos moesten toezien,
hoe zij even gewelddadig van hun troepen
gescheiden werden als de troepen van hun
trein.
Ten slotte was er geen brigade-, geen
divisie-, vaak ook geen korpscommandant
meer, die een oog had kunnen houden op
den terugtocht van hun eigen troepen. Zij
waren steeds ergens anders en niet te vinden.
Aanvoerders en manschappen, alles trok nog
steeds instinctmatig terug. Intusschen ver-
volgen onze legers hun dreigenden opmarsch
uit het noorden en tegelijkertijd uit het
centrum.
Naar aanleiding van de manifesten
Duitsche socialisten, die gekant zijn tegen
annexaties, schrijft Gustave Herve in de
„Guerre Sociale", dat dezen nog niet be-
grepen hebben, wat de lcwe&tie is. Dat is
niet te weten of Duilschland Belgie zal an-
nexeeren, waaruit het verjaagd zai worden
zoo goed als uit Polen, wanneer de geal-
lieerden gereed zijn met hun organisatie en
de mobilisatie van hun strijdmachten,
de Duitsche socialisten moeten zich afvra-
gen of Duitschland en Oostenrijk niet-
Duitsche landen kunnen behouden, die zij
onderdrukken, deze vraag alleen moeten
zij onder de oogen zien.
Bij de besprekingen van het vredesmani
fest der sociaal-demokratische parlij wijst
de ,,Vossisehe Ztg. op een tegenstrijdig-
heid in het stuk. Het partijbestuur erkent,
dat de Fransche sociaal-demokratie gewei-
gerd heeft met de Duitsche in onderhande-
ling te treden, en verwacht nieKemin, dat
ook de Fransche partij invloed op haar re
geering zal oefenen ter bevordering van den
vrede. Het spreekt van zelf, gaaL het» blad
voort, dat de Duitsche regeering elk voor-
stel tot staking van den oorlog, dat haar
door den vijand wordt gedaan, nauwgezet
zal overwegen. Maar ook het sociaal-demo-
kralische partijbestuur kan zich toch niet
verhelen, dat een Duitsch vredesvoorstel in
het buitenland aansionds als een teeken
van zwakheid zou worden uitgelegd, niet-
tegenstaande onze ontzaglijke successen, en
dat het reeds hierdoor zijn uilwerking zou
missen, omdat het den lust onzer vijanden
tot voortzetling van den oorlog zou aan-
wakkeren, vooral daar men in Rusland en
Frankrijk, en zelfs in Engeland, de groole
menigte van onze overwinningen niet op de
lioogte is gesteld.
De „Kreuzzeitung" ziet in het manifest
een ernstig gevaar. Het hlad kan zich na-
melijk niet vereenigen met de opvatting,
dat de vredesvoorwaarden geen enkele
grensverandering mogen inhouden. De uil-
spraak, dat het Duitsche voik, dat de ar-
beiderslclasse geen inlijvingen, maar alleen
den vrede wenscht, is, zegt de „Kreuzztg.",
een onwaarheid. Het beste deel van het
Duitsche voik wil den oorlog niet voor niets
hebben gevoerd.
De „Deutsche Tages Ztg." noemt het
manifest „het toppunt van een onverstan-
dige politiek." Hoe kan men, vraagt het
blad, protest aanleekenen tegen elk streven
naar inlijving van vreernd grondgebied, ter-
wijl onze vijanden zoodanige inlijving dag
in dag uit verlangen en de verzwakking van
Duitschland, tot onbeduidendheid toe, on-
voorwaardelijk en ondubbelzinnig eischen?
De Duitsche sociaal-demokraten hadden ver-
standiger gehandeld, door zich tot de regee-
ringen der vijandelijke landen te wenden en
dezen te bewegen harerzijds in vredesonder-
handelingen te treden. Het Duitsche voik
heeft niet de minste aanleiding, zulke onder-
liandelingen voor te stellen.
Amerikaansche scheepsbouwkundigen trach-
ten het vraagstuk op te lossen om oorlog
schepen tegen duikbooten te beschermen.
BinneDkort zullen er proeven worden ge
nomen met caissons, die aan de werking
van ontploffingsmiddelen worden blootge-
steld, meldt de Washingtonsche correspondent
van de Daily News. Slagen deze, dan zullen
de twee nieuwe slagschepen, die door het
congres zijn toegestaan, zoo worden gebouwd
dat torpedo's er geen vat op hebben.
Uit Lugano wordt aan het Berliner
Tageblatt gemeld
ltaliaansche bladen melden dat het Monte-
negrijnsche leger Zondag op het middaguur
Skoetari is binnengetrokken. De bevolking
bereidde het een feestelijke ontvangst. Gene-
raal W iekotits deelde aan de consuls mede
dat hij namens koning Nikolaas bezit nam
van de stad.
De overgave van de stad was geregeld tus
schen den Montenegrijnschen consul en
Prenk Bibdoda.
Generaal Woekotits heeft zijn intrek in
den konak genomen. Hij deelde de notabelen
mee dat elke poging tot verzet of politieke
beweging volgens de krijgswet zou worden
gestraft. De Oostenrijkscbe consul heeft
zich onder bescherming van den Griekschen
gesteld.
Het Engeische Lagerhuis nam heden met
algemeene stemmen het voorstel betreffende
de aanvullingscredieten ten behoeve van de
versterking der marine met 50.000 man aan.
Mac Namara, de secretaris der admiraliteit
verklaarde, dat door dit aantal nieuwe man
schappen het totaal aantal manschappen
der vloot op 300,000 werd gebracht.
De mannen waren niet onmiddellijk noo-
dig, daar op het oogenblik een voldoend
aantal onder de wapenen en in training was.
En in de vorige begrooting is ruimschoots
voorzien in de tegenwoordige behoeften.
Het aantal manschappen, voor wier indee-
ling bij de marine reeds vroeger machtiging
was verleend, bedroeg 25.000, doch de lust,
om bij de marine dienst te nemen, was zoo
groot, dat reeds meer dan dit aantal irige-
schreven was en de admiraliteit had dien-
overeenkomstig besloten, van de diensten
dszer mannen gebruik te maken.
Lambert, ex lord der admiraliteit, ver
klaarde, dat de marine in den grond der
zaak de sleutel van de geheele situatie in
handen had en riat de vloot voldoende vim
muuitie was voorzien.
Een berichtgever van de Daily Telegraph"
le Havre zegt een brief te hebben ontvangen
van burgemeester Max, gedateerd van einde
Mei uit Glatz, waar de heer Max ge'interneerd
is. Hij schrijft, voornamelijk steun te vinden
in de aamnoedigiDgen, die hij van alle zijden
ontvangt. //Er iigt geen verdienste", zegt
hij //in bet doorstaan van mijn lot dat ik
met kalmte draag. Ik zie in mijn geduld
slechts een gevolg van de natuurwet, dat
alle wezens zich aanpassen aan de omstan-
digheden, waarin zij worden geplaatst.
Ik bevind mij thans 240 dagen in ge-
vangenschap, hetgeen een normale toestand
voor mij geworden is. De smarten, die
ik gedurende de eerste weken voelde, zijn
minder en minder geworden. Ik herinner
mij, eens gelezen te hebben van 'n hertog
van Oroy, die drie eeuwen geleden te Brus-
sel werd vermoord. De man, die daarvau
beschuldigd werd, is toen in de gevangenis
van Vilvoorde opgesloten. Nadat hij dertig
jaar gevangen bad gezeten, werd zijn on-
schuld vastgesteld en werd hij in vrijheid
gesteld. Maar bij vroeg als een gunst
niet uit de gevangenschap te worden ont-
slagen, hetgeen grootmoediglijk werd inge-
willigd. Wie zal het zeggen, of er niet
dag zal komen, dat ik, voorzittende
den gemeenteraad, met weemoed zal
terugdenken aan de stille gevangeniscel
van Glatz
„Is het waar, papa, dat wij hedenavond
met Goldammer uitgaan? 11c doe het niet,
ik doe het stellig niet!" Zij wierp haar
bontmuts op de sofa en zakte buiten adem
op een stoel neer.
«Stel je toch niet zoo a,an, kind! Het is
toch geen ongeluk!"
„Hoe kon u dat doen?"
De bleeke man keek verlegen in het rond
alsof hij hulp zocht.
„Ik begrijp u niet. Ik heb u toch gezegd,
dat die man onbeschaamd tegen mij is,
en dat ik zijn vriendelijkheid niet kan'ver-
dragen."
„Wanneer wij alien meegaan, zal hij zich
wel betamelijlc gedragen."
„Maar u houdt heelemaal niet van
's avonds uitgaan."
„Het is nu eenmaal afgesproken, en ik
hoop, dat je als een goede dochter mij
niet zult beschaamd maken." Om haar tot
bedaren te brengen haalde hij zijn geldbeurs
te voorschijn en gat haar zestig mark. „Zie,
Het Balgaarsche gezantschap te Rome
heeft volgens een telegram van daar aan
de Daily Chronicle alle Bulgaren aange-
maand om zich gereed te houden naar hun
land terug te keeren.
Bulgarije is volgens de Agenzia Nazionale
op het punt om aan den oorlog deel te
nemen.
De Sofiotische correspondent van het
Giornale d'ltalia meldt dat de agrarische
party, die tot dusvpr de regeering heeft ge
steund, een bijeenkomst heeft gehouden,
waarin een motie is aangenomen, strek-
kende om de regeering uit te noodigen zich
aan de zijde van de viervoudige entente te
scharen.
Uit Konstantinopel wordt aan den Lokal-
Anzeiger gemeld, dat kolonel von Leipzig,
militair attache bjj het Duitsche gezant
schap te Konstantinopel, terug keerende
van het gevechtsterrein aan de Dardanellen,
na aankomst aan het spoorstation Usun-
koeproe het slachtoffer van een ongeval
is geworden. Hij begaf zich in het restau
rant om zich te verkleeden en deD trein
naar Konstantinopel af te wachten. Toen
hjj zijn^ kleedingstukken uit zijn koffer nam,
ging zijn revolver af, waarbij de kogel hem
in het hoofd drong en de hersens trof,
zoodat de dood intrad.
Men schrijft van de grens aa„ de Tel.
Van de 250 man (een compagnie), waar-
rnede de zoon van een mijner kannissen in
Augustus uittrok, zijn er thans nog slechts
lb over. Behalve de ontelbare personen,
waarmede de compagnie voortdurend aan-
dat je hier de maand mee uilkomt."
„Ah, hebt u geld ontvangen?" vroeg zij
verwonderd. „Nu, denk d;ui eens aan de
oude relcening van den kolenhandelaar, aan
de rekening van den glazenmaker, die het
iotografisch atelier in orde heeft gemaakt.
A1 die menschen wachten reeds Iang op hun
geld en komen telkens manen."
Zij had geen lust meer om haar school-
vriendin te gaan feliciteeren, het vooruit-
zicht op den avond drukte haar neder. Zij
moesl ook liaar blauwe japon nog in orde
brengen. Haar vader schonk al zijn aan-
dacht weer aan den hond. Zij stond dus op
en vroeg: ,,Is oom Hans thuis?"
„Neen, hij is naar zijn broer gegaan."
Mismoedig verliet zij de kamer. Zoo gaar-
ne had zij nu haar hart uitgestort bij den
goeden vertrouweling.
Achter de keuken lag haar kamertje, waar
zij woonde en sliep. Hier ging zij zitten en
bracht haar huishoudboek in orde. Door
haar moeder w;as zij gewend aan nauwkeu-
rig rekenen, en haar hart was zeer verlicht,
nu zij weer geld in handen had.
Haar vader had haar een bankbiijet van
vijf tig mark en een goudstuk van tien mark
gegeven. Van wie zou hij zooveel geld ont
vangen hebben?
Toen zij het bankbiijet glad streek, zag
zij, dat er een zwart hoofdhaarlje aan kleef-
de. Waar kwam dat vandaan? Haar vader
had grijs liaar. Een koude rilling voer haar
door de leden. Was het hiljet afkonistig
uit de handen van Goldammer? Maar...
dan geraakten zij langzamerhand geheel in
de macht van dien man!
Welk een macht het geld heeft, hoe af-
hankelijk de schuldenaar is, begreep zij
maar al te wel. Als het werkelijk was, zoo-
als zij vreesde, dan konden zij niets meer
doen zonder het goedvinden van den schukl-
eischer.
Een hevige angst beklemde haar. Bij de
eerste gelegenheid zou zij aan haar vader
vragen, of hij van Goldammer geld leende.
Hoe meer zij nadacht, hoe "sterker die
vrees werd. Ach, had zij dadelijk eens met
oom Hans kunnen spreken! Dat die geen
hulp Icon verleenen wist zij wel, anders
had hij het reeds lang gedaan, maar zij zou
dan toch haar hart bij hem Uitgestort' heb
ben. En met oom Hans kon zij veel beter
de zaken bespreken dan met haar vader,
die dadelijk erg bedroefd werd en soms
heel over stuur raakte. Aan haar moeder
had zij moeten beloven, dat zij haar zwak-
ken vader in elk opzicht zou ontzien, en
bloedverwanten of intieme vrienden om mee
te raadplegen had zij niet.
Na veel peinzen begreep zij wel, dat haar
■niets anders overbleef dan zich in het ge-
val te schikken en zich te kleeden om dien
avond uit te gaan.
In haar eenige goede japon van licht-
blauwe wollen stof, die zij dien avond wilde
aantrelcken, was een scheur, en die zou zij
eerst dichtmaken.
Ter wij 1 zij daar zat bij haar lampje en
aan de japon werkte, waren haar gedach-
ten voortdurend bezig met een dreigend ge
vaar. Zij besloot echter al het mogelijke te
doen om dien onuitstaanbaren man te doen
afdeinzen. Zij zou hem wel alle lust bene-
men om naar haar hand te dingen.
DERDE HOOFDSTUK.
De avond kwam, een koude avond
met scherpen wind en jachtsneeuw. Toen
Marie met haar vader in de gang bij de
trap stond om naar beneden te gaan, kwam
Hans Assel juist naar boven.
„Wat is dat? Ga je met zulk weer uit?"
vroeg hij.
Op jammerenden toon vertelde Liebreich
hoe de zaken stond en. Marie kon niet zwij-
gen en klaagde: „Och, oom! het i,s om er
akeiig van te worden, dat wij naar het
pijpen van dien verwaanden kerel moeten
dansen."
Stil, toch, kind, stil!" riep haar vader.
-,Koni, wij mogen hem niet laten wachten."
Zij gingen naar beneden en Assel trad
hoofdschuddend de woning binnen.
Beneden stond Goldammer, in een prach-
tige overjas gelcleed. Hij was bezig een paar
roode glacehandschoenen aan le trekken,
en hield zijn hoed onder den arm gelclemd'
In een sterk ruischende japon lcwam juf-
frouw Duvernier van de tweede verdieping
naar beneden. Op haar lioog kapsel droeg
zij een hoed met opgeslagen rand, versierd
of als men wil ontsierd, door verscheidene
wuivende veeren, die soms bijna haar
arendsneus aanraakten.
Mijnheer Goldammer zei, dat het weer
zoo ongunstig was, dat hij aan de dames
verplicht was een rijtuig te nemen. Hij had
nog niet uitgesprolcen, of de deur ging open
en Florian sprong binnen. Hij zag wit van
de sneeuw.
(Wordt vervolgd).