m i ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR IEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6242. Donderdag 1 Juli 1915. 55e Jaargang. ©PPSg. De Oorlog. i j ABONNEMENT: ADVERTENTIfiN Pit Blad verschjjnt Maandag^, Woensdag- en Ynjdagavoiid, uitgezonderd op Feestdagen, bp de Firma P. J. VAN DE 8ARDE te Ter Nfiiizpn STEMMING 1 voor den Gemeenteraad. Ter visie-ligging opgaven van Candidaten BINNENLAND. FEUILLETOR. I I ml Per 3 maanden binnen de sfad 1.—Franco per post voor Nederland /1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland f 2. Men abonneert zich bi| de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Telefoon 25. v an 1^ tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij Ctlrecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. Vrijdag den 9 Juli a. a., DE BRUIJNE Mz. J. DE FEIJTER Jacz. J. TAN HASSELT L. T. DE JAGER J. J. TAN NES H. B. NOLSON R. G. E. WIERSMA L. 1T0LFERT C. TAN WIJCK H. Nieuw Oologscrediet. Een wetsontwerp waarbij een nieuw oorlogscrediet van 90 millioen wordt aange- vraagd, is aan den Raad van State gezonden. De heer Mr. Troelstra, lid der Tweede Kamer, is na de meeting te Utrecht op jl. Zondag plotseling ongesteld geworden. Ondersteund door partijgenooten kon hij slechts met moeite het podium verlaten en scheen een aanval van bewusteloosheid nabij. Hij is nog naar Den Haag kunnen terug- keeren. De drukte der laatste weken schijnt hem te hebben aangegrepen. Voorloopig moet hij volstrekt rust houden. De Landstormwet. De behandeling van het ontwerp-I.and- stormwet in de Tweede Kamer, wordt, zoo schrijft het „Hbl.", pas in de tweede helft van Juli verwacht. Naar het blad verneemt, raakt de oppo- sitie tegen het ontwerp niet het principe der wet, doch komt zij voort uit de overweging dat het ontwerp, zooals het lhans luidt. ver over den oorlogstoesland heen reiki, immers, de algemeene oefenplicht, zooals het ontwerp dien in uitzicht slelt, zou eerst na drie of vier jaar tot de mannen van 30 jaar kunnen worden uilgebreid. Lichting der tnililie van 1916. Het Stbl. no. 295 bevat een Kon. Besluit van den 21sten dezer, belreffende de ter- mijnen voor liet aanvragen van vrijstelling en de inlijving van ingesctirevenen voor de lichting der militie van 1916. Hierbij wordt het volgende bepaald: De regeling van at hetgeen ingevolge art. 6 der wet van 11 Juni 1915 (Stbl. no. 241) moet worden verricht, geschiedt door den Minister van Oorlog, in overleg, voor zoo- veel noodig, met de Ministers van Marine en van Binnenlandsche Zaken. \oor zoover het echter onderwerpen be- treft, die moeten worden geacht uitsluitend te behooren tot het gebied van het Departe- ment van Marine, geschiedt de regeling door den Minister van Marine. Verboden plaat. De terri tori ale commandant van Zeeland heeft te Middelburg een plaat in beslag ge- nomen. Op den voorgrond ziet men een ouden Zeeuwschen boer met kind, bid- dend „Bescherm, o God! bewaak den grond, Waarop onze adem gaat." Op den achtergrond ziet men wazig een gruwelijk oorlogslafereel, soldaten met punt- helmen, die een stad bestonnen en verdre- ven, voortgejaagde burgers, die met pak en zak den grooten weg afzakken. Verboden van nitvoer. Het Stbl. no. 291 bevat het Kon. Besluit van 24 dezer, houdende verbod van uitvoer van melasse. De uitvoer van melasse is verboden van den dag der afkondiging van dil besluit. ..^e..^roon Ddioudt zich voor, dit verbod tijdelijk op te heffen of in bijzondere ge- vallen daarvan ontheffing te doen verleenen Het Stbl. no. 292 bevat het Kon. Besluit van 24 dezer, houdende tijdelijke opheffing van het verbod van uitvoer van afval van 1 a s, geschikt voor de werkgarenspinne- rijen. Het Stbl. no. 296 bevat het Kon. Besluit van 25 dezer, houdende verbod van uit voer van staaldraad en van de daaruit vervaardigde artikelen. De uitvoer van staaldraad en van de daaruit vervaardigde artikelen is verboden van den dag der afkondiging van dit be sluit. ..De Kroon behoudt zich voor, dit verbod tijdelijk op te heffen of in bijzondere «e- vallen daarvan ontheffing te doen verleenen. Het Stbl. no. 297 bevat het Kon. Besluit van 25 dezer, houdende verbod van uitvoer Nan alle zeep, niel in poeder, stangen of stukken. De uitvoer van alle zeep, niet in poeder stangen of stukken, is verboden van den dag der afkondiging van dit besluit. De Kroon behoudt zich voor, dit verbod tijdelijk op te heffen of in bijzondere <*e- vallen daarvan ontheffing te doen verleenen. Het^ Stbl. no. 298 bevat het Kon. Besluit van 2i dezer, houdende verbod van uitvoer van z i n k, als grondstof en bewerkt, ten- Met een welzeggend glimlachje liaalde de kleine man de schouders op. Wat zij arge- loos liet passeeren, begreep hij volkomen. Het zou jammer zijn voor Marie, dacht hij, niaar haar toekomst zou verzekerd zijn, en haar vader, zijn arnie ziekelijke vriend,'die voorldurend afnam in geschiktheid voor zijn arbeid, zou ook nog in een goede haven aanlanden. Goldammer's vrouw was zeer geschikt voor de winkelzaak, doch ze was altijd sukkelende. In haar laatste levensda- gen, nu zes jaar geleden, had hij een direc- triee in dienst genomen om zijn vrouw te lieipen. Zijn keuze viel op een Fransche juffrouw, hoofdzakelijk omdat hij nu op zijn winketruiten kon schilderen: „Hier spreekt men Fransch". De keuze was nogal gelukkig uitgevallen. Na den den dood van zijn vrouw was juffrouw Jeanne Duvernier langzamerhand alle plich- ten der overleden huisvrouw gaan vervullen. Vrienden gaven Goldammer dan ook den raad, zulk een geschikte dame tot vrouw te nemen, doch mijnlieer Anatole kon niet tot dien stap besluiten. Juffrouw Jeanne was reeds diep in de dertig, zij had een grooten arendsneus en een geetachtige huid* zij was klein, mager, en druk in haar be-' nn e.gingen. Neen, terwijl Goldammer aan de steeds toenemende winsten van zijn kappers- zaak dacht, meende hij, wat meer sehoon- zij gebruikt als ouderdeel van eenig ver- vaardigd artikel, waarvan zink geen hoofd- bestanddeel vormt. De uitvoer van zink, als grondstof en be werkt, tenzij gebruikt als onderdeel van eenig vervaardigd artikel, waarvan zink geen hoofdbestanddeel vormt, is verboden van den dag der afkondiging van dit be sluit. Of van eenig vervaardigd artikel zink een hoofdbestanddeel vormt, wordt, zoo noodig, door den Minister van Financien beslist. De Kroon behoudt zich voor, dit verbod tijdelijk op te heffen of in bijzondere ge- vallen daarvan ontheffing te doen verleenen. (St.ct.) Uitvoer van erwten. De Ministers van Oorlog en van Land- bouw, Nijverheid en Handel brengen ter kennis, dat de geldigheid der vergunningen lot uitvoer van erwten, waarop betrekking heeft de publicatie in de St.ct. van 20 Mel, no. 116, wordt verlengd tot 1 Augustus. (St.ct.) Jiond voor Staatspensionneering. Door bovengenoemden Bond is aan den Minister van hinancien een adres verzonden, waarin wordt betoogd dat artt. 369 en 370 der Invaliditeitswet niet beantwoorden aan liet doel, dat bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal moet hebben voorgezeten: te voorzien in den nood van de oude ar- beiders(sters) en van hen, die met de arbei- ders(sters) gelijk zijn te stellen; dat immers 70jarige en oudere Ioontrek- kers, die na hun 60ste jaar geen werkgevers hebben kunnen vinden, omdat zij door jon- gere werkkrachten werden verdrongen, en daardoor gedwongen werden op andere wijze hun vak uit teoefehen, of ook \vei met andere werkzaamheden in hunne behoeften te voorzien, of wier werkgevers overleden zijn, hunne aanvrage om rente zagen afge- wezen, terwijl aan anderen voor geringen loondienst, niet zelden voor een halven dag of enkele uren in de week, de rente werd toegewezen; dat ook velen, die door onwetendheid of verkeerde inliehting, niet de juiste verkla- ring van loondienst bij de aanvrage hebben overgelegd, zijn afgewezen, wier latere aan- vrage, waarbij was gevoegd een bewijs van loondienst, zooals door de Wet wordt ge- eischt, door het Bestuur der B. V. B. zon- der nadere behandeling werd afgewezen; dat laatstelijk door de 11. V. B. van velen, aan wie op 3 December 1913 en later, de uderdomsren te van J 2 per week werd toegekend, van dat bedrag 1 werd gekort, omdat zij van andere publiekrechterlijke li- chamen een pensioentje genielen; dat zelfs een weduwe, ons bekend, aan wie als voormalige werkvrouw 2 rente werd loegestaan, van dezen maatregel de dupe is, omdat zij een (klein) weduwepensi- oen geniet, terwijl weer andere vrouwen, wier mannen gepensionneerde werklieden zijn, de voile rente bli-ven genieten. Adressant brengt hulde aan den Minis ter voor hetgeen hij in de zeer moeilijke tijdsomstandigheden in 's lands belang heeft verricht; maar hoopt dat 't ingediende wets ontwerp spoedig wet worde en daarbij niet worden uitgeschakeld de velen, die na hun 6Sste jaar werden bedeeld; en dat in afwach- ting daarvan de artt. 369370 zoo ruim en mild mogelijk worden toegepast, waardoor ook mogelijk wordt, dat nieuwe aanvragen om Ouderdomsrente door de R. V. B. in be handeling worden genomen, en waardoor niet de eenmaal toegekende rente worde teruggebracht tot de helft, als het andere persioenen betreft zelfs tot een minimum- bedrag. De algemeene toestand. Een bericht, dat de Russische Minister van Oorlog, generaal Soechomlinof, is af- getreden, werd gieter officieel bevestigd. De Tsaar heeft de ontslagaanvrage van dien Minister iDgewilligd en het beheer van het departement van oorlog opgedragen aan den generaal der infanterie Polivanof. Dat deze wjjzigingen in het Russische minis- terie in verband staan met het ongelukkige verloop van den strijdin Galicie is wel zeker schrijft het ,/Alg. Hbl." Maar daaruit de gevolgtrekkiDg te maken, dat in Rusland gedaeht wordt aan de mogelijkheid van een afzonderlijken vrede met Duitschland te sluiten, schijnt wel voorbarig. Zeker schijnt de mogelijkheid daartoe wel te zijn over- wogen anders zou de ,/Roesskoje Slowo" niet in een krachtig artikel het denkbeeld hebben besproken en verworpen. Maar het blad betoogt, dat pogingen daartoe geen succes zullen hebben, want dat Rusland vast besloten is aan de zijde van de ge- allieerden den oorlog tot een zegevierend einde te brengen. Het dikke eind komt echter achteraan. Om dat te kunnen doen, zegt de ,/Roes- skoje Slowo" heeft Rusland geld noodig. Het moest tot dusver den zwaarsten last van dec oorlog dragen wat Belgie en Frankrijk moesten dragen telt men in Rus land klaarblijkelijk niet veel, en watEnge- land aan offers brengt in 't geheel niet en daarom acht de ,/Roesskoje Slowo" het billijk, dat Rusland financieelen steuu ont- vangt van Engeland en Frankrijk. Dit is juist de groote moeilijkheid. Engeland en Frankrijk hebben reeds veel gedaan, maar Rusland verwacht dat zij nog meer zullen doen, dat zij Rusland in staat zullen stellen. financieel, om den strijd voort te zetten. De Times" zegt, dat de bezorgheid, die in het westen omtrent den toestand in Rus land heerscht, onnoodig is, en dat Rusland zelfs den uitslag met kalmte tegemoet ziet. Want Rusland kent de buitengewone sterkte van zijn reserves, en heeft nog millioenen mannen, die in het veld kunnen worden gebracht zoodra zij geoefend zijn en gewapend kunnen worden. Maar daarvoor is geld noodig, en dat verwacht Rusland van zijn bondgenooten. De last, die daardoor op de Westelijke mogendheden wordt gelegd, is wel zwaar. Want zij hebben niet alleen de kosten van hun eigen oorlogvoering te dragen, de per- soonlijke financieele offers om te zorgen, dat hunne legers voltallig en goed ge wapend blijven, en dat er een voldoende voorraad ammunitie is, maar zij moeten ook de Russische legers van wapens, am munitie en geld voorzien. held te mogen verlangen dan de Fransche direclrice bezat. Heeds lang had Goldammer zijn twee jon- gere dochters toevertrouwd aan een kost- school in een deftige wijk van Berlijn, thuis waren ze hem tot last. Zijn zoon, diebijna volwassen moehl lieeten, kon *hij echter in den winkel zeer goed gebruiken. Daar Flo- nan gcruimen tijd onderwijs in de Engelsclie tarn had genoten, liet de kapper nu ook op zijn winkelruiten schilderen: ,Hier s pr eekt men Engelsc h". Doch hij wilde nu ook genieten van de njke winsten uit zijn „zaak" en naar hij meende, paste bij zijn goed gevulde geld- beurs mets beter dan een mooie, jonoe vrouw. J s ZooaJs we weten, had Marie de vriende- J uitnoodiging om mijnheer Goldammer naar den schouwburg te vergezellen, afge- slagen. Eenige dagen later zat onze kapper met juffrouw Jeanne Duvernier en zijn Glo ria n aan het middagmaal. De juffrouw ver- vulde op beminnelijke wijze haar plichten als huisvrouw. Haar donkere oogen flon- kerden smachtend, en haar kunstig bewerkt kapse] was een sprekende reclame voor de „zaak". Als Goldammer smakelijk gegeten had was hij altijd m goeden luim; hij noodigde juifrouw Jeanne uit om dezen avond met hem naar den „Winterluin" te gaan. Er is een mooi programma", zeide hij, „wel zes- tien specialiteiten van den eersten rang." Yerheugd nam de juffrouw zijn uitnoodi ging aan. j Dit is bij een oorlog, die den laatsten man en den laatsten cent vraagt, een wel heel zware eisch. Een telegram, dat de Times-correspondent uit Petersburg zendt, poogt den toestand in Galicie wat minder ernstig voor te stellen, als de berichten over het verloop van den strijd deden vermoeden. De correspondent ontkent, dat de Oostenrijkers en Duitschers aan de fronten in het Oosten zulke groote troepenmassa's hebben bijeengebracht als in sommige kringen wel werd aangenomen. en zegt dat de Russen, als zij slechts vol doende artillerie tegen den vijand in het vuur brengen overal kunnen standhouden. In dat geval moet thans de indruk ont- staan, dat de artillerie van het Russische leger begint te verzwakken. Want sedert het begin van de groote offensieve beweging in Galicie is de terugtocht der Russen nog nergens opgehouden. Zelfs aan de front- linie achter den Dnjester, die zij, ook na den val vaD Lemberg, krachtig verdedigden, en waar zij somtijds met succes de aanval- lende legers tegenhielden of terugsloegen, begint hun tegenstand te wankelen. De Duitsch-Oostenrijksche legers zijn op verschillende plaatsen de rivier overge- trokken. Von Linsinger, die bij Halicz een hevigen strpd moest voeren, is er na een vpfdaagsch gevecht in geslaagd den noordelijken oever van de rivier te bereiken. Verder noordelijk trokken de Russen terug achter de Gnita-Lipa en ten noordoosten van Lemberg rukken de Duitschers voort in de richting van den Boeg. Het gebied is hier zeer moeilijk, met vele hoogten en rivierdalen, zoodat de te- rugtrekkende Russen vele gelegenheden vinden, om den hen achtervolgenden Duit- schen en Oostenrijkschen legers tegenstand te biedeu. Toch heeft; Von LiDsinger Chodorof, aan den spoorweg Lemberg-Halicz bezel, en rukt van daar tegen Rohatyn op. Het centrum van Linsingers leger bezette de hoogten bij Boekaczowtsje, aan dien spoorweg en rukt van daar naar de Gneta- Lipa op. En de rechtervleugel, die bij Halicz de rivier overging, kon zich thans bp dien marsch aausluiteu. Uct leger van Pfianzer-Baltin, dat zuidelpk den flank van Von Linsinger -beschermt, had ook krach- tige aanvallen der Russen te doorstaan, maar wist stand te houden, en rukt nu ook voort. Ten Noorden van Von Linsinger staan de troepen van Von Mackensen, die uit de lijn Rawaroeska-Zolkief tegen den Boeg, in de richting KamioDka-Stroemilowa ope- reeren de lmkervleugel van dit leger rukte in noordelijke richting op Czechanof, dat genomen werd, waardoor het verband werd bevestigd met bet leger van aartshertog Josef berdinand, die de Russen uit den hoek tusschen Weichsel en San verdreef en San- domierz bezette, van waar hij in noord- oostelijke richting oprukt. De Russische legers, die in Noord-Galicie en Zuid-Polen stonden pogen zich te ver- eenigen achter den Weichselde legers die bij Lemberg en Zolkief stonden trekken in oostelijke richting terug en loopen gevaar van de noordelijk daarvan staande afdee- „Het hoofdnummer is: „Het meisje met de gouden lokken", vervolgde liij. Dat heeft nu eens betrekking op ons vak." „Ja, en u houdt nogat van goudblonde lok ken", antwoordde zij eenigszins snibbig. „Och, waarom niet? Mijn vriend Liebreich en zijn dochter gaan ook mee." „He Ik dacht, dat de fotograaf liever 'savonds thuis bleef", sprak de juffrouw, terwijl ze liaar sloel heftig 3011161-^1501100^ „Ja, maar liij heeft een voiwassen doch ter; die mag hij toch niet altijd opgeslolen houden." „Och, pa, mag ik ook mee?" „Dat past nog niet voor jou, jongen." „Als Marie er bij is, pa? Ik ben maar een jaai- jonger dan zij, en wij houden veel van elkaar." Door bijzondere redenen gedwongen, meende Emil Liebreich zijn huisheer in goeden luim te moeten houden, en met een beklemd hart had hij toegestcmd in Gold ammer s wenseh. Hij zou echter nog moei te genoeg moeten aan wen den om Marie over te halen. Daar zag hij tegen op; hij moest er natuurlijk met haar over spreken, maar hij stelde dat uit zoo lang mogelijk. Het plan was, dat men kwart over acht zou heengaan; als hij er in den namiddag over sprak, was liet nog vroeg genoeg, dacht hij. Na zijn middagslaapje zou hij het doen maar toen was Marie uitgegaan. Hij herin- nerde zich, dat ze gezegd had, dat ze een schoolvnendin zou gaan felicileeren met haar verjaardag. „Nu, ze zal wel vroegtijdig weer thuis zijn," was de gedachte, waarmee hij zich troostte. Toen Marie, gehuld in een wintermantel en met een bonte muts op het hoofd, de trap afliep en op de eerste verdieping kwam, ontmoette zij Florian, die een kislje in de hand droeg. „Wil je eens kijken, Marie? Allemaal mooie, nieuwe artikelen." „Wat zijn het voor artikelen?" „Mooie doozen met zeep, kristallen doos- jes met landpoeder en nog veel meer. We hebben nog nooit zoo lets moois gehad. Ivom maar mee in de werkkamer, dan kun je alles zien." De uitnoodiging van den vroegeren speel- kameraad lokte haar aan, zij wilde helpen uitpakken en volgde hem in de werkkamer. Op stoelen, op de tafel, ja zelfs op den vloer lagen losse bundels haar, sommige nog in het pakpapier, waarin ze ontvangen waren haar van allerlei klem-, rood en wit, van Iichtblond tot gitzwart. Aan den muur stond een kast met open vakjes, waarin de fijnere soorten werden bewaard. Daarheen clroeg Florian het kistje. Nu begonnen de jonge lieden alles te bekijken en het eene stuk na het andere uit het kistje te nemen. Juist hield Marie met beide handen een groote doos met kristallen flacons vast, toen Gold ammer binnentrad. Zoodra hij Marie zag. straalde zijn gelaat van blijdsehap. „Wel, dat is aangenaam bezoek!" riep hij. ..Ein- delijk zie ik onze lieve engel weer eens in mijn huis." Marie was volsb-ekt niet gevleid door deze smakelooze begroeting, zij bloosde er van. Liefst zou zij op staanden voet weg- geloopen zijn, als zij die doos met flacoj3 niet vastgehouden had. In haar verwarring kon zij geen geschikte woorden vinden om hem tereclit te wijzen. De kapper kwam naderbij; hij moest naar haar op zien. Die bonten muts stond heel lief bij haar frisch gelaat. Hij nam een der mooiste kristallen flacons met. violengeur en wilde haar die ten geschenke geven. Maar zij wilde het geschenk niet aannemen. „Ik heb een afschuw van al die reukwaters", zei ze. „Het liefst ruik ik de frissche wasch." Hij haalde de schouders op, maar uit het veld gestagen was hij volstrekt niet. Weer begon hij: 3,Ik ben al blij om de pret van hedenavond, lief kind! Ik zal u heel net onthalen; je mag zelf zeggen, wat je wilt •eten en drinken. Niets is mij te duu'r." Hedenavond vroeg zij verwonderd, ter- wijl zij de doos met kristallen flacons aan Florian toereikte. „Ja, hedenavond! Wij gaan naar den „\\intertuin uw papa met u, juffrouw Duvernier en ik en ook nog deze lummel. Als het weer niet mooi is, laat ik een rijtuig komen. Een mooi plannetje, niet waar?" ,,En heeft papa de uitnoodiging aangeno men?" „Wef, natuurlijk!" ,)Dat begrijp ik niet! Nu ga ik weer naar boven zei zij, en hevig blozend liep zij weg. Met een triomfanlelijken blik oogde Gold ammer haar na. Marie stormde bij haar vader de kamer binnen en stoorde hem in zijn gepeins. i (Wordt vervolgd). n I COURANT De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN, brengt ter openbare kennis, dat op van des morgens acht tot des narniddags vijf uren, de stemming zal geschieden ter vervulling van vijf plaatsen in den Gemeenteraadwegens periodieke aftreding van de heeren J. de Brnijne Mz., J. de Feijter Jacz., J. J. de Jager, A. Moggre en 6. Wieland. De candidaten, in alphabetische volgorde zijn: Tevens wordt de aandacht gevestigd op artikel '128 van het Wetboek van Strafrecht, luidende: „Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende aan eene krachtens vvettelijk voorschrift uitgesehreven verkiezing deelneemt wordt ge-traft met gevangenis- straf van ten hoogste EEN JAAR". Ter Neuzen, den 29 Juni 4915. De Burgemeester van Ter Neuzen, J. HUIZINGA. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN, maakt bekend dat de bij hem ingeleverde opgaven van Candidaten voor de op heden gehouden verkiezing, ter vervulling van vijf plaatsen in den Gemeenteraad evenals het door hem opgemaakte proces-verbaal van sluiting der candidatenlijst, ter Gemeente-Secretarie voor een ieder ter inzage liggen dat afschriften dier stukken aangeplakt en tegen betaling der kosten verkrijgbaar zijn. Ter Neuzen, den 29 Juni 1915. De Burgemeester van Ter Neuzen, J. HUIZINGA. j

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1