No. 6240. Zaterdag 26 Juni 1915. 55e Jaargang. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. De Oorlog TWBBDB BXjA-D. FEUILLET0N. LANDBOUWBELANGEN EN OORLOG. Een nieuwe nijverheid in Zeeuwseh-Vlaan deren. 't Hooien van 'I vlas. Kunsl- matig rooten. Aan de Leie. De Buitsche verordening op 'I hooien. 80.000 i'r. voor diners. De cichorei. Angstige vragen. A. Hans ischrijft aan de „Tel.": Heden zag ik in Zeeuwsch-Vlaanderen roofputlen. Vroeger ging al 'I vlas naar Vlaanderen, nu kan het niet. Het wordt in Zeeuwsch-Vlaanderen in putten gedompeld. Zal door den oorlog hier een nieuwe indu- strie ontstaan? Op menige plants ook ont- moette ik uitgeweken Belgen, die niet lon ger meer met de handen op de knieen kun nen zitten, wier vingers jeuken naar "t werk. Zag ik hen aan den arbeid in liun 'k zou bijna zeggen nationale plant, liet vlas. Maar kan men hier vlas rooten? Veel putten, vooral kreeken, met hun brak wa ter, zijn er ongeschikt voor. Andere putten kunnen gebruikl worden, al evenaren ze 't Leie-water niet. Maar in Vlaanderen zelf werd in de laat- ste jaren veel buiten de Leie geroot. De ri- vier werd te klein voor den ontzaglijken aanvoer en men zoc.ht naar een ander mid- del. Veel West-Vlamingen rootten op kunst- matige wijze, in rootbakken van belon, waar '1 water scheikundig geregeld wordt. In 24 uur was 't roolproces afgeloopen. Zulke putten bevonden zicli reeds veel in West-Vlaanderen. De eerste was die van baron D., te Beer- nem, bij Brugge. We kenden die van L. te Weelsbeke, van de gebroeders C. te Cuerne, die van v. A. te Wemelgem, de grootste in Belgie, andere te Gollegem en naar Meenen op. En 't was te voorzien, dat binnen en- kele jaren bijna ieder dorp zijn roolput zou hebben. Het kunstmatig geroole vlas is niet te onderscheiden van 't zoogenaamde Leie-vlas. Zullen er nu ook in Zeeuwsch-Vlaande ren rootputten komen? Bij een Iweede win- tercampagne zou 't mij niet verwonderen. Groote partijen vlas worden reeds in Zee- land verhandeld. Toch root men ook nu in de Leie Bij Armentieres en Wurneton (Waasten), loeit de strijd op leven en dood en vloeit de rivier langs geleisterde steden en dorpen. De liuizen en magazijnen der Engelsche vlashandelaars te Ivortrijk, van hen, die het jaarlijks ervaarden, dat de Leie „a golden river" is, zijn veelal door militairen ingeno- men, want Ivortrijk blijft nog steeds, even- als Meenen, de so Id a lens tad. Maar onder 't kanongebulder en terwijl de grond dikwijls davert, terwijl men tegen de blauwe lucht de witte wolkjes der shrap- nells ziet, afgeschoten naar de verkennende aeroplanen, terwijl over de spoorlijnen langs en boven de Leie, treinen vol gewonden rij- den, arbeiden vlijtig de rooters langs de rivier van Wevelgem tot AsLene (bij Devnze). Altijd weer 't zelfde beeld uit Zola's De bacle" van den boer, die onverdroten ploeg- de nabij liet slagveld van Sedan. En juist heb ik deze regels geschreven, of de ramen trillen van 't geschutIn den Vlaamschen polder is weer een vlieger verschenen, dien men van Zeebrugge of Hevst bestookt, maar de kinderen op straat spelen ongestoord voort. Er wordt dus aan de Leie geroot. Hoe krioelt het wederom langs al de Leieboorden van lieden, lialf gekleed, die half in 't water staan, en halen, behende uit, lijlc lijken van versmoorden, 't gebonden zappig vlas, en 't spreidende openslaan! De rooters, ze reppen zich, ze klappen en fluiten Niet ver van hen ligt Yperen op zijn puinhoop De beste vlasstreek van Vlaanderen toont clit jaar de groene Stengels met de blauwe bloempjes niet, het land van Moorslede, Passchendale tot Veurne toe, want 't ligt in loopgraven, in verschansingen, in kerkhoven, t ligt vol rumen, en de niet vernielde hoe- ven zijn ambulancen Daar bij de rooters is Ivortrijk, 4 groote hospitaal Zooveel vlasrooters van verleden jaar lig- gen begraven, zijn invaliden of trotseeren aan Yser of Yperlee den dood! Die nu nog aan de Leie arbeiden, heb ben zij te verstaan, de groote les door Ge- zelle hier aan de Leie-oevers zelve, bij het wuivend riet gedicht: 0', 't ruischen van't ranke riet! Hoe menig mensch aanschouwt u niet, en lxoort uw zingend harmony, doch tluistert niet en gaat voorbij! voorbij alwaar hem 't herte jaagt, voorbij waar klinkend goud hem plaagt maar uw geJluid verstaat hij niet, O, mijn beminde ruischend riet! i) EERSTE HOOFDSTUK. In de Leipzigerstraat te Berlijn woont de kapper Anatole Goldammer. Bij den doop heeft hij eigenlijk den naam Anton gekregen, maar hij laat zich liever Anatole noemen. Zijn „zaak" bloeit; hij heeft een paar groote spiegelruilen waarachter geurige zeep, reukwateren, doozen, flacons, haarrollen en reclameplaten sierlijk uitgeslald zijn om koo- pers te lokken. Het geheele liuis belioort in vrij en en on- bezwaarden eigendom aan den ijverigen Ana tole. Naast de eene groote spiegelruit is de huisdeur, en terzijde 'daarvan hangt 'een kleine uitstalkast van een fotograaf. Op het dak is een gedeelte met glas afgedekt ten behoeve van het fotografisch atelier en lioog boven het uithangbord van den liaarkun- stenaar prijkt in reuzenletters het opschrift: „Emil Liebreich, fotograaf". In de uitstalkast naast de huisdeur zijn verschillende portretten te zienin het mid den hangt een cabinetportret, dat de aan- dacht trekt van menigen voorbijganger. Het stelt een zeer schoone jonge dame voor, met een lichtkleurige, hooggesloten japon, een ronden stroohoed op het hoofd en een rui- ker in de hand. Nu en dan treedt wel eens een heer den kapperswinkel binnen, koopt een kleinigheid Ja, hebben ze de les van den dichter ver staan, die zichzelve, maar ook ons alien noemt: „ik arme, krankende, klagend riet!" Het vlas werd uit Vlaanderen naar Duitschland gestuurd. Groote vooirraad ligt bij Cuerne in ma gazijnen. Het „zegenvolle gras" staat lioog en dik in de weiden. In de Schelde- en Leiedorpen, in Waas- land, had men volgens gewoonte, reeds de plakbrieven voor openbaren hooiverkoop uit gehangen. Maar ze werden aangeslagen. Be vel der Duitsche overheid: „Geen hooi mag verkochl worden Wie kent niet de vroo- lijke tooneelen van 't hooien, bijv. in de Scheldemeersclien We zien ze aan den arbeid, de gespierde kerels in 't losse, bonte hemd, de breede borst bloot. Met jferegelden langen zwaai snijden ze 't gras neer en meisjes en vrou- wen, den doek over de lokken en schou- ders, rijven het ijvei-ig bij elkaai-, spreiden het weer uit, opdat het in de zonne zou drogen tot deugdelijk hooi, het veevoeder gedurende den langen winter. Maar nu Het veevoeder gedurende den langen win ter. Nein!... Het hooi mag niet verkoc.lit worden. Er zullen requisities volgen. Men hooit voor de Duitschers, voor de paarden van 't groote leger, dat op Belgi leeft En de winterPas is de eigenlijke zomer begonnen en reeds staart men ang- stig den winter tegemoet. Maar een hotel te Ivortrijk diende op 't stadhuis voor extra-diners en wijnen der officieren, bons, loopende over drie maan- den, ten bedrage van 80.0<X) frank, in! Nog een andere liandel in een voornaam landbouwartikel staat istildie in cichorei. En ik zou zeggen: gelukkig! Want 't was een echte speculatie-zwendel met Rousselae- re als centrum. Bijvooi-beeld in 1913 verkoopt men de cichorei-boonen, die in 1914 nog gezaaid rnoeten worden. Men verkoopt voor 11 of 15 fr., maar in 1914 is de oogst sledR. ,,'t Boontje" staat aan 40 fr. De verkooper voor 14 of 15 fr. moet zelf koopen vodr 40 fr. en is geruineerd. Zoo brengt de cichoreiboon menigeen tot diepe armoede of tot rijkdom. Boonen werden opgehouden, zoodat ze lioog stegen. Eensklaps werden ze alle op de markt geworpen Plotselinge daling. Vermeulen, de secretaris van Hooglede, heeft dat meesterlijk beschreven in een Vlaamschen roman. en vraagt dan, wie de schoone jonge dame is, wier portret in de uitstalkast hangt. Wordt de heer bij zijn inkoopen geholpen door een slanken jonkman, den zeventien- jarigen zoon van den kapper, dan is het be- paald aardig om te zien, welke uitwerking die vraag naar de schoone jonge dame op den kapperszoon heeft. Florian bloost dan van blijdschap en strijkt zijn blonde lok ken naar achteren, slaat de lichtblauwe oogen naar boven en fluisterl: „Dat is de eenige dochter van den fotograaf; zij beet Marie Liebreich! Maar het portret is een jaar geleden gemaakt, tegenwoordig is ze nog veel mooier!" Zoodoende krijgt menigeen lust om bij den heer Liebreich zijn portret te laten ma- ken, maar als hij naar boven gaat, krijgt hij weinig van de mooie Marie te zien, want gewoonlijk is zij in haar keuken bezig. Op de derde verdieping, juist onder het atelier, woont de fotograaf. Sedert twee jaar is Emil Liebreich we- duwnaar. Hij leeft rustig met zijn aclit- tienjarige dochter, die liet huishouden be- sluurt, en met een bejaarden neef, Hans Assel, die hem bij den arbeid helpt en de portretten reloucheert. De bezoykers kun nen met een lift in liet' fotografisch atelier komen," maar Liebreich kan er ook langs een trap komen van uit zijn woning op de derde verdieping. Het was een donkere dag tegen het einde van Februari; sneeuwvlokken dwarrelden door de lucht, en in het werkkamertje van Hans. Assel was het nog vrij duister, al wees de klok elf uur in den morgen. De retoucheur, een zeer kleine man, met bleek lijdend gelaat en goedige oogen, In West-Vlaanderen, ten Noorden van Rousselaere, zijn veel akkers met cichorei bezaaid. Cichoreifabrieken werken stil voort. Maar de handel in 't boontje staat stil Mocht het voortaan een andere gezondere handel worden! Veel vragen rijzen in betrekking met de landbouwbelangen opHoe zal 't met de aardappelen gaan? En liet graan? Wat moet er van den veestapel worden? Vleesch stijgt al snel in prijs O, ja, we kennen de foto's, ^vaar Duit sche soldo ten in Vlaanderen aan "t ploegen zijn We hebben ze zelf zien arbeiden, ze zien dorschen We kennen de verhalen van organisatie, waardoor zelfs in voUen oorlogstijd de land- bouw in „Feihdeslau(i beliarligd wordt Zaad werd officieel verstrekt, zooals op 't stadhuis te Rousselaere. Maar de groote, onzekere vraag blijft al tijd: „Voor wie dat alles?" 't Groote Jeger is nog steeds in Vlaan deren. Een ottderhoud met dan Paus. Een redacteur van de R.-K. „Liberte", Louis Latapie, had een onderhoud met den Faus. Reuter seinde daarover: Op een afkeurende opmerking van den journalist over het istilzwijgen van den Paus over de gruwelen in dezen oorlog gepleegd, antwoordde de Paus, dat hij niet iedere misdaad afzonderlijk veroordeelen kon, daar op elke Fransche beschuldiging een ant- woord van Duitschland volgde. De Faus kon daarover geen voortdurende discussie beginnen en voor een grondig omlerzoek bestaat geen gelegenheid. Toen de journalist opnierkte, dat er toch geen onderzoek noodig was of de neutrali- teit van Belgie gesehonden was, antwoord de de Paus dat dit onder zijn voorganger was gebeurd. Het als gijzelaars wegvoeren van Belgisclie en Fransche prieslers, door den heer Lata pie op het tapijt gebracht, gaf den Paus aanleiding op te merken, dat de Oostenrij- lcers de Russen van dezelfde feilen beschul- digen en dat zelfs de Russen 1500 Joden voor zich uitgedreven hebben om zich acli- ter hen tegen de vijandelijke kogels te be- veiligen. De bisschop van Cremona had hem meegedeeld, dat de Ilalianen reeds 18 Oostenrijksche geestelijken als gijzelaars heb ben weggevoerd. Toen Latapie wees op andere euveldaden der Duitschers, stelde de Paus daar het ge- tuigenis van zeven Belgisclie congregaties tegenover, die verklaarden, dat bij hen geen enkel geval is voorgekomen. Wij kennen de waarheid daaromtrent nog niet, zei hij. Den brand van Leuven en de beschieting van kathedralen verklaarde de Paus op de be- kende Duitsche gronden, dat namelijk op de troepen gescholen is en de kathedralen als waarnemingsposten waren gebruikt. Wat kardiuaat Mercier "belreft, die was nooit in hech'tenis genomen, hij was vrij in zijn bis- dom. De gouvcrneur van Belgie, Von Bis- sing, had hem geschreven, dat hij alle op- treden tegen priesters en kerken krachtig zal tegengaan. Toen de journalist over de ,.Lusitania" sprak, noemde de Paus dat torpedeeren een ontzeltende euveidaad, maar hij vond dat een blokkade, die millioenen menschen aan den hongerdood blootstelt, ook niet door zuiver menschelijke gevoelens werd be- lieerscht. Nadat de heer Latapie nog had meege deeld, dal in Frankrijk een onaangename indruk was gemaakt door het streven van den Paus 0111 Ilalie onzijdig te houden, voerde de Paus aan, dat hij inderdaad alles gedaan had 0111 Italie van ingrijpen te weer- houden. llij verheelde niet dat hij daarbij geliandeM had in 't belang van den Ileili- gen Sloel, die door den oorlogstoestand zou lijden. De toestand van het Vaticaan was thans onzeker. Wel had Italie zijn goeden wil geloond en de verhouding tol liet Qui- zat in zijn sloel en sleunde zijn rug tegen de hooge rugleuning. Voor hem stond een groote, stevige werktafel, bedekt met ge- reedschappen, stukken metaal en onderdee- ien van machines. Verdrietig schoof hij de portretten weg, die hij met lie! penseel moest bijwerken, en trok een dik versleten boek over machinebouw naar zich Loe. Hans Assel was de zoon van een goud- smid, bij zijn ouderen broeder had hij de goudsnieedkunst geleerd. De broeder had vaders' „zaak" overgenomen, doch Hans Assel had weinig lust in zijn vak. Reeds langen tijd was hij zijn neef Emil Liebreich bij de fojografie behulpzaam. Hier werd hij niet gedwongen tot gestadigen arbeid, en zoo kon liij bezig zijn naar eigen ver- kiezing. Vriend Emil had namelijk even weinig lust tot werken als zijn neef Assel. Sedert de ijverig werkzame vrouw, Dorette Liebreich, dood was, luierden de beideman- nen ongestoord en besteedden zorgeloos hun tijd aan hun liefhebberijen. Een andere oorzaak, waardoor Assel hier sedert bijna twaalf jaar werd vastgehouden, was zijn vaderlijke toegenegenheid tot het eenige kind van zijn neef. Onder zijn oogen was Marie opgegroeid en zij was de vreug- de van zijn armzalig leven gewordeu. Haar frisch voorkomen, haar vroolijkheid, haar drukke beweeglijkheid werklen aangenaarri op zijn stillen aard. Zijn eigen leven werd schooner door mede te leven in het leven van dit bloeiende jonge nieisje. Daar wex*d aangeklopt, doch' Assel lioorde het nauwelijks. Hij keek pas om, toen de deur achter liem geopend werd en riep verwonderd: „He, mijnlieer Goldammer!" De binnentredende was een korte, dikke rinaal was verbeterd, maar nog was alles niet naar 's Pausen inzicht geregeld. De Paus betreurt, dat een dee! zijner garde werd op- geroepen, die hij lot bescherming van zijn persoon en zijn kunstschatten noodig had. Vooral werd liet Vaticaan zeer gedruktdoor het euvel, dat de Paus niet onmiddellijk met alle geloovigen kon correspondeere'a. Wel had de Italiaansche regeering hem een geheim cijferschrift aangeboden, maar dat had het Vaticaan niet aangenomen, om- dat het te gevaarlijk was, daar men hem van indiscretie in mililaire aangelegenheden zou kunnen beschuldigen. De censuurvrij- heid, die hem van Italiaansche zijde was toegezegd, was niet toegepast, zijn briefwis- seling werd geopend en die verbindingen met de vijanden en Italie waren ook voor den Paus afgesneden. Ver vol gens uitte de Paus zijn bezorgdheid wegens de nawerking van den oorlog in Italie. Hij wist niet, hoe het volk zich bij overwinning of nederlaag zou gedragen en hij gevoelde zich niet voldoende beschermd. Op bezorgden toon besloot de Paus liet on derhoud met te zeggen, dat hij de toekomst zeer donlcer inzag en met vreugde de eer ste Jiand zou grijpen, die hem werd toege- stoken met de bedoeling zijn bemiddeling lot het sluiten van den vrede in te roepen. Een Havas-telegram meldt nog, dat de Paus gezegd heeft: Wij zullen de biblio- theek van Leuven berstellen en mede- werken om de kathedralen weer op te bou- wen. Elk scliot, dat tegen de hoofdkerk van Reims wordt gelost, treft mij diep in 't hart. Maar de tijd is nog niet gekomen om de waarheid uit al deze elkaar tegen- sprekende verzekeringen op te diepen. Het Vaticaan is geen gerechtshof, wij vellen geen vonnis. De Rechter troont daarboven. Ik zeg niet, dat ik na den oorlog geen syllabus zal uitgeven, die herinnert aan Wat de kerk leert over de rechten en plichten der oor- logvoerenden. Men zal daarin zonder twij- fel de veroordeeling vinden van de niisdaden die gedurende dezen oorlog begaan zijn. De 42 c.i. projeclieien. Een arts van den Russischen generalen staf die de Galicische slagvelden bezocht, verklaarde dat zevenachtste van alle wonden vaD de artillerie afkomstig is. Geweerkogels spelen in het gevecht geen rol meer. De infanterie wil niet meer oprukken voordat de artillerie haar werk deed. Vooral de uitwerking der 42 c.M. mortieren is schrik- wekkend. Het nieuwe projectiel weegt 1250 kilo en beschrijft een boog tot zeven kilometer hoogte, het graaft zich zes meters diep in de aarde, alvorens te ontploffen. De uitwerking is dan ontzettend. Een plan der Ouitschers. In de Times vertelt de //Neutrale Waar- nemer", die er al herhaaldelyk aan het woord is geweest, volgens de N. R. Crt., dat een officier van den Duitscben generalen staf aldus tegen hem heeft gesproken //Wij rnoeten de Russen verslaan, niet alleen ze terugdrijven, zoo dat zij zich kunnen herstellen en terugkomen, maar ze ter dege verslaan. We rnoeten ze in het Zuideq terugdrijven tot in het hart van Klein- Rusland, Bessarabie bevrijden en het Roeme- nie aanbieden voor oogenblikkelijke bezet- ting, teneinde vrede te houden met de Baikanstaten, en verder doordringen, des- noods te Odessa. In het Noorden zullen de Oostzee-provincies gemakkelijk van den vijand worden gezuiverd. De Duitscbge- zindheid in Zweden zal ons in dien hoek voor gevaar vrijwaren. Vervolgens zullen wij vrij zijn om onze aandacht aan bet Westen te wijden en den inval in Engeland te ondernemen. De Neutrale Waarnerner zegt dan verder, dat de Duitschers inderdaad nog plan hebben op verovering van Calais uit te gaan. De man, tusschen de veertig en vijftig jaar oud. In zijn optreden lag trotschheid en toch zekere onderdanigheid. Hij speelde gaarne de rol van een man uit de groote werekl, en hij wist, wat hij waard was. Een blonde pruik, een wonder van friseerkuust, gaf aan zijn opgezet gelaat een glimp van jeugd. „Assel, waar is je pronkjuweel toch? In de keuken en in de kamer heb ik Marie gezocht en geroepen, maar ze is nergens te vinden!" ,,Ze zal uitgegaan zijn." Hans Assel stond op en beide manhen gingen in de lrelder verliehte gang. Op dat zelfde oogenblik lioorde men het knakkende geluid van de lift, het deurtje g:ng open en een mooi, slunk meisje sprong er uit. Haar geheele voorkomen getuigde van eenvoud en landelijke frischheid. Op haar golvend haar lagen nog een paar sneeuwvlokken, die spoedig verdwenen, toen zij met de hand lieur haar glad streek. Zon der hoed of mantel was zij in de buurt eenige inkoopen gaan doen voor de keuken. „Wees maar niet zoo haastig, Marielje!" idep Goldammer, terwijl hij Marie in het voorbijgaan trachtte te grijpen. Het meisje nam ylug wat zout nil een papieren zak en wierp hem dat in 't gelaat. Lachend ver- dween zij in de keuken, terwijl hij stond te hoesten en een leelijk gezield zette. Toen Goldammer zich weer hersteld had van dezen onverwachten aanval, opende hij de deur, die zij achter zich dichtgeslagen had, en riep naar binnen: „Maar nu weet jc toch volstrekt niet wat ik eigenlijk kom doen." Zij had haar keukenschort reeds voorge- daan en was bezig bet fornuis aan te ma- Duitsche imperialisten verlangen inlijving niet alleen van Belgie, maar van Fransch Vlaanderen tot aan Berck, een oud Vlaamsch visschersdorp en badplaats, een 25 K.M. ten Zuid westen van Boulogne. Als de Duitschers van Calais uit met hun nieuwe geschut Dover hebben verwoest, gaan zij onder dekking van dat geschut op den inval van Engeland uit. De aluminium- booten worden er al voor klaar gehouden. Zoo het nog noodig is, zullen duikbooten ze beschermen. Voorafgegaan door een geweldige luchtvloot, die schrik en ontstel- tenis verspreidt, zal het laDdingsIeger dan op Londen aanrukken. De Neutrale Waar nerner vindt dat plan volstrekt niet onrno- gelijk. Onipuiming van Warschau door' d*s burger>bevolking. De ,/Voss. Ztg." ontvangt indirect uit Petersburg bericht, dat de ontruiming van Warschau door de burgerbevolking is be gonnen, Alleen ambtenaren en leger-leve- ranciers mogen blijven. Meer dan 100.000 burgers hebben binnen 24 uren Warschau verlaten. De ,/Wiener Rundschau" meldt dat, vol gens Petersburgsche berichten, de Duitsche operaties aan de Dzoera, Warschau in het bereik van de eerstvolgende krijgsoperaties zullen krijgen. De gouverneur van War schau vaardigde strenge bevelen uit tegen de spionnen. Alle onderdanen van vijande- lijke staten van 18 tot 45 jaren, ongeveer 5000 in getal, zijn gearresteerd, en bun winkels gesloten. OEitmaetitig me! een duikboof. flet Noorsche stoomschip //Venus", dat Dinsdag te Newcastle is binnengekomen, meldt, dat het door een Duitsche duikdoot ge- praaid is, die het dwong het grootste ge deelte van zijn lading, uit levensmiddelen bestaande, over boord te werpen. Daarna mocht het schip de reis vervolgen. In Belgie. Aan een artikel van de //United Press", opgenomen in de //Times ontleeneu wij het volgende r/Onze auto bleef na een rit van een uur aan den voet van een heuvel stilstaan. Naarmate wij voortgereden hadden had het vuren steeds dichter en dichter bij ee- klocken. 8 z/VVij zullen dien heuvel eens oploopen en kijken, hoe dat er uitziet", zei de dokter van het hospitaal, //van hier uit kunnen wti geheele Britsche linie overzien." l ien minuten later waren wij op den top. z/Daar ligt Ostende", zeide de dokter, //en het kanaal. Je kunt de witte lijn van de branding zien. Hier is Yperen en daar Armentieres." Daar voor ons strekten zich 100 mijlen govechtslinie uit. Op een gedeelte, slechts 24 kilometer lang werd de hevigste en grootste veldslag die in de geschiedenis der oorlogvoering bekend is, tusschen de Engelschen en de Duitschers uitgevochten. Het was de eerste zomersche dag. Een geluid als van houderden stormen dreunde door de lucht. Wij beproefden het schouw- spel in ons op te nemen en het in zijn groots.che beteekenis te overzien, maar dat was onmogelijkhier en daar en overal rookwolken en het gedonder der kanonneu. ij zagen en hoordeu het wel, maar het was elders zoo grootsch, dat mijn geest onbewogen bleef. Rerst toen wij verschillende punten be gonnen te onderscheiden en die in het oog te houden, werd ik mij ervan bewust hoe ken. Zij keerde haar gelaat zoo half naar hem toe en zeide: „Och, dat kan me niet sclielen!" „Nu, luisler eens, kleine, en wees niet zoo onvriendelijk. Ik kom vragen, of je lust hebt om van avond met mij naar de opera te gaan. Y\ e gaan op den tweeden rang zit ten; ze spelen Romeo en Julia", een prach- t i ge 1 ief d esges c h i e den is Vraag dan maar een ander om mee te gaan." „AlIen wensch ik goeden morgen", klonk daar een zachte mannenstem. De kapper keek om en zag zijn vriend en ouden huisgenoot, den fotograaf Emil Lie- bi eich, naast zich staan. De lange magere man met zijn gebogen houding en zijn °zie- kelijk dweepersgezicht droeg op zijn arm cen zwart-bruin dashondje, alsof liet een kind was. terwijl hij het dierlje streelde, zeide hij: „Ik heb „Romeo en Julia" dikwijls gelezen, het is een heerlijk schoon dichtwerk. Maar mijn dochter heeft lielaas weinig gevoel voor de dichtkunst." „Wel, mijnlieer Goldammer, neem mijn papa mee." ^Neen, mijn waarde! Ik zal het maar rondborstig zeggen. Ik heb liever een dame lot gezelsehap." „Maar dan is mamzel Jeanne u veel 11a- der." ,.Zoo 11 kribbige kat", mompelde onze kap- pei, terwijl hij Marie den rug loekeerde. „Waarde vriend, neem het mijn dochter met kwalijk. Ze is nog jong en niet altijd verstandig. Milt ge niet eens binnengaan?" (Wordt vervolgd). TER SEMEME e mmtm.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 5