algemeen nieuws- en advertentieblad voof. zeeuwsch-vlaanderen. No. 6236. Donderdag 17 Juni 1915. 55e Jaargang. Schoolgeld. Schoolgeld. De Oorlog ABONNEMENT: ADVERTENTIEN Telefoon 33. Dit Blai versclijnt Maandag-, Woensdag- en Yriidagayond, uitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. TAN DE SANDE te Ter Henzen. BINNENLAND. Per 3 maanden binnen de stad 1—Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika /1.65, overig Buitenland f 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Qrootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 liur op den dag der uitgave. EERSTE KAMER. Vergadering van Dinsdag 15 Juni 1915. Na aanneming van verschillende wets- ontwerpen, waaronder dat betreffende eene bijzondere regeling nopens ontheffing en vrijstelling van personeele belasting in verband met de in 1914 plaats gehad hebbende'mobilisatie van land- en zeemacht, kwam in behandeling het Eedsvraagstuk. De heer Van den Berg bespreekt de juridische zijde van het eedsvraagstuk en stelt .de vraag, of de kwestie z'oon haast heeft, als de regeering tracht te betoogen. Hij meent, dat de regeering door het be- oordeelen der gemoedsbezwaren te'ver gaat. Menig rechter zal, vooral in strafzaken, huiverig zijn een getuige tot den eed te dwingec. Langs een omweg zal de eed dus toch facultatief worden. Het tempe rament zal vaak den doorslag geven en er zal ontstaan rechtsongelijkheid. De heer Van den Biesen meent, dat van eedsdwang geen sprake meer zal kunnen zjjn, naar zijne meening is dit wetaontwerp niet te verdedigen. Hij meent dat de eed dan maar heelemaal moet worden afgeschaft, daar spoedig een groot deel der menschen niet meer tot een kerkgenootschap zal be- hooren, als men nagaat dat het aantal dier- genen van 6500 in 1869 de laatste volks- telling gestegen was tot 291,000. Spreker oppert ernstige beginselbezwaren en begrijpt niet, dat het wetsontwerp niet werd inge- trokken, waar de Regeering wist dat er bier ernstige beginselbezwaren tegen bestaan. De heer Reekers bestrijdt bet ontwerp, dat hij het slechtste van alle stelsels noemt. Voor de geloovigen wordt de eed gehand- baafd en de atheisten worden vrijgesteld. Als de eed wordt gehandhaafd, moet dat volgens hem voor alien geschiedeD. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag 15 Juni. Voorzitter de beer Goeman Borgesius. Aan de orde is de voortzetting der be handeling van de interpellate Van Vuuren tot den Minister van Kolonien aangaande de uitgifte der Indiscbe leening. De beer Van Deventer zegt volgens bet verslag der H. Crt., dat de mondelinge toelichting van den Minister van Kolonien, bij de behandeling van bet leeningsontwerp gegeven, niet in alien deele gelukkig was, doch dat veel door de latere opbelderingen is goedgemaakt. De Minister zou onver- antwoordelijk bebben gehandeld, wanneer hij onder de buidige omstandigheden de leening niet aan een consortium bad opge- dragen. Wei verdient het aanbeveling, dat bij een volgende Indiscbe leening de regeering zich rechtstreeks tot 't volk wendt, wanneer de leening op deze wgze kan slagen. Als dit laatste 't geval zal zijn, vergete men niet, dat het voor een groot deel te danken is aan dezen Minister, die in zware crisis-tgden een eerste krediet van IndiS heeft kunnen vestigen. De heer Fock betoogt, dat de Minister lichtvaardig bad gehandeld, als hij geen contract met de financiers had gesloten. Spreker bad vanaf het eerste oogenblik, dat hij van de leening had gehoord, be- grepen, dat de Minister een contract in den zak had. Als hij niet had gecontrak- teerd en de 14/g percent commissie had bespaard en de leening ware mislukt, zou men den Minister dit laatste hebben ver- weten. Het gaat niet aan, nu de leening een schitterend succes is gebleken, aanmer- kingen op's Ministers handelwijze te maken. Het beroep op de patriottische gevoelens der natie door den Minister was niet mis- plaatst. Er was immers wel degelijk een groot belang der Kolonien betrokken bij het welslagen der leening. Bovendien was het beter, dat de kleine spaarders op de leeniDg inschreven dan dat ze tot de bankiers beperkt bleef. Op gene wijze werd de band tusschen Kolonien en Moederland versterkt. Met het oog bierop is het ook aan te bevelen, de bepalingen voor inschrijving door minder- jarigen gemakkelijker te maken. Ook de beer Fock zal geen motie van goedkeuring indienen daar de bestrijders van den Minister weinig in aantal en zijn verdedigers talrijk zijn. De beer Van Vuuren, die zulk een scherpen aanval heeft gedaan, doet beter met een motie van afkeuring te komen. De heer Bogaerdt zet uiteen, dat voor hem bet groote bezwaar is, dat de Minister een antwoord heeft gegeven op sprekers vrage-% betwelk onjuist was. De Minister van Kolonien, de heer Pleyte, erkent, dat hij de koopkracht van Indie heeft onderscbat. Als een sehrijver zijn boek voor de tweede maal doet uitgeven, oefent hij zelf kritiek op bet werk en geeft er een verbeterde uitgave van. Zoo zal de Minister bij een volgenden keer doen, gesteund. door de ervaring, die hij nu heeft gekregen, die niemand voor hem kan deelachtig worden en waarvan men zeker kan zijn, dat bij ze zal ter harte nemen. De Minister heeft ook van zijn politieke vrienden gehoord, dat bij zich heeft uitgedrukt op een wijze, die tot mis- verstand aanleiding heeft gegeven. Hij betreurt dat en verklaart, dat geen oogenblik bij hem de bedoeling heeft voob6- gezeten, de Kamer te misleiden of volk en volksvertegenwoordiging iets te ontbouden. De beer Bogaerdt bad den Minister ver- geleken bij den jongen chirurg, die, als de operatie is afgeloopen tot de familieleden zegt,/de operatie is gelukt, maar de patient is overleden". De Minister had toen aan het Fransche dichterwoord gedacht /■/L'homme que vous croyez pendu se porte assez bien'". Bij de tripliek merkt de heer Van Vuuren op, dat de heer Patijn meende, dat men moest toonen, de finaneien te vertrouwen. Echter zal binnenkort van dezen zelfden Minister van Kolonien een voorstel worden behandeld tot bet aangaan van een contract met de Zuid-Perlak, in het bestuur waarvan door een eereraad, waartoe twee leden dezer Kamer behoorden, getroffen zijn. Zou de heer Patijn nu ook zeggen, dat men deze heeren maar moet vertrouwen Spreker wijst op Minister Pierson, die bij de behandeling eener leening de Kamer volledig en openbartig inlichtte. De Minister heeft feitelijk erkend, dat de zaak anders bad moeten worden aangevat. Overigens bandhaaft spreker al zijn bezwaren, hoewel hij meent, dat de interpellatie effect heeft gesorteerd. Ten aanzien van punt een zijner vragen, betreffende de bezwaren der regeling van bet preferentierecht, is spreker feitelijk in het gelijk gesteld. Spreker had echter ge- boopt, dat mannen als de beer Patijn hem zouden hebben gesteund in plaats van be- streden en dat de Kamer meer onafhanke- lgkbeid tegenover de groote financiers zou bebben betoond. Toch meent spreker, dat de interpellatie baar uitwerking in de toekomst zal doen gevoelen. Spreker's opmerking omtrent een motie van goedkeuring, voor te stellen door medestanders van den Minister, heeft als een verkenningsmiddel voor de stemming der Kamer goede diensten bewezen. De heer Vliegen legt er den nadruk op, dat hij niet heeft bedoeld, van eenigerlei corruptie te spreken, en dat een motie van afkeuring alleen recht van bestaan zou bebben, als er van corruptie sprake was. Wel is het te hopen, dat voortaan de Kamer zich vrger zal toonen van de macht der grootfinanciers. De Voorzitier verklaart vervolgens de interpellatie voor gesloten en dankt den Minister van Kolonien voor de aan de Kamer verstrekte inlichtingen. Aan de orde is de behandeling van het wetsontwerp tot afkoop van den tol Haagscbe Schouw. De verbreeding van den Rijksweg van 'sGravenhage naar Amsterdam, die, voor zooveel betref't het gedeelte 's Gravenhage- Leiden, in uitvoering en gedeeltelijk reeds voltooid is, vordert opruiming van de in dien weg gelegen en voor het verkeer zeer hinderlijke tolbrug aan de Haagsche Schouw, onder de gemeenten Voorschoten en Oegst- geest. Het voorstel strekt tot verhooging der Waterstaatsbegrooting met 83.000 voor onderboud, herstel en verbetertng van wegen en bruggen en daarbij beboorende werken in Zuid-Holland. Na eenige opmerkingen der heeren Smeenge, Visser van lJzendoorn, die pro vinciate bijdragen voor verbetering van wegen, enz. bepleitte, en Rutgers, die met een kort woord door den Minister van Waterstaat. den heer Lely, worden beant- woord wordt het wetsontwerp z. h. s. goed- gekeurd. Aan de orde is de behandeling der wijzi- ging van art. 49 van het regeeringsreglement voor Nederlandsch Indie strekkende, dat voortaan de gouverneur-generaal bet recht krijge, benoemingen en ontslag van ambte- naren in bepaalde gevallen aan anderen over te laten. De heer Bogaerdt stelt den Minister van Kolonien de vraag, of geen moeilijkheden bij benoeming en ODtslag bet gevolg zullen zijn, welke vraag Minister Pleyte ontken- nend beantwoordt. De beer Rutgers licbt een amendement toe, bepalende, dat bet ODtslag aan ambte- naren, die met verlof of redenen van dienst buiten Indie vertoeven door den Koning wordt verleend. Minister Pleyte verk.part, dat de Regee ring bet amendement tffierne'emt. Het wetsontwerp wordt goedgekeurd. Aan de orde is de verhooging der be- grooting van Suriname en van Hoofdstuk XI der Staatsbegrooting voor 1915 (zieken- buis Parimaribo). Na ampele bespreking van den heer Van Yuuren en Minister Pleyte wordt bet ontwerp goedgekeurd. Verschillende wetsontwerpen werden zon- der bespreking goedgekeurd. Aan de orde is de wijziging der regeling van den dienst en het gebruik der spoor- wegen. Het wetsontwerp beoogt, zooveel mogelijk zekerheid te verschaffen, dat alien, die omtrent een buitengewoon ernstig spoorwegongeval inlicbting kunnen geven, inderdaad werden gehoord. Daarvoor is noodig oplegging der verplicbting om te verschijnen en getuigenis af te leggen. In verband met een vraag van den beer Beumer verklaart de Minister van Waterstaat, de beer Lely, openbaarbeid van bet onder- zoek in bet algemeen wenschelijk te achten. Goedgekeurd. Wijziging der wet,houdende buitengewone maatregelen tot afwending van eenige be- smettelijke ziekten en tot wering barer uitbreiding en gevolgen. Na ampele besprekiDg goedgekeurd even- als de wijziging in de opleiding van aspirant machinisten en het verbod om sommige artikelen te laden in of te vervoeren met visschersvaartuigen. Na afdoening van eenige kieinere wets ontwerpen en van conclusion van commis sion deelt de Voorzitter mede, dat morgen- ochtend het afdeelingsonderzoek van eenige wetsontwerpen zal aanvangen. Na dit onder- zoek gaat de Kamer voor eenigen tijd op recesde Voorzitter kan nog niet zeggen voor hoe lang, maar denkt tot in Juli. De vergadering wordt gesloten. Geinterneerde jEngelsche officieren. Naar het ,/Gron. Dagblad" verneemt zullen de Engelsche officieren, die in den laatsten tgd te Groningen zijn ge'interneerd alien vliegers of waarnemers Gronin gen moeten verlaten. Zij worden door de Britsche Admiraliteit verplicht hun gegeven eerewoord terug te nemen en zullen daarom onder bewaking worden gesteld te Wiericker- Bchans of op XJrk. Het mijnengevaar. De in IJmuiden binnengekomen stoom- trawler A/Trio" was, volgens het Hbl., bg Terschelling aan het visschen, toen men op een gegeven oogenblik bemerkte tusschen de mijnen te zitten. Een uitgezette boei, waaromheen de schepen geregeld visschen, heeft men toen met de scheepsboot terug- gehaald omdat men met bet schip niet verder durfde. Men kon nog ongehinderd tusschen de mijnen uitkomen en aanvaardde dadelijk de terugreis. De trawlervloot, welke beden naar zee zou gaan, zal voorloopig nog in de haven blijven liggen. De verschillende vakvereeni- gingen hebben het plan, eerst bg den Minister van Buitenlandscbe Zaken eene audientie aan te vragen ter bespreking van haar verzoek tot bekendmaking van de nieuwe mijnenvelden, indien ten minste de Regeering die deze mijnen liet strooien, dat ook voor de andere naties zal willen weten. De algemeene toestand, Het wordt langzamerhand duidelijk aldus schrjjft bet Alg. Hbl. dat de Oostenrijksch-Duitsche troepenmacbt in Galicie alle krachten inspant, om zoo spoedig mogelijk Lemberg te bezetten, en dus de tweede belangrijke plaats in Galicie, die de Russen hadden genomen, weder bun te ontrukken. Van drie zijden zijn nu de Duitsche en Oostenrijksche troepen de rivieren overge- trokken en kunnen zij den opmarsch naar Lemberg aanvaarden. In het noordelijk deel van het gebied, beoosten Przemysl, stond Mackensen, die aanvankelijk zijn pogingen om de Wisznia over te trekken, zag mislukken. Maar bij een herbaalden aanval op de daar geplaatste Russiscbe afdeelingen heeft bij meer succes gehad. Ten Noorden en ten oosten van Przemysl gingen de Duitsch- Oostenrijksche troepen vooruit. Bij Jaroslaw trokken zij over de rivier de Lubaczowka, en slaagden erin aan de overzijde vasten voet te krijgen. Tegelijkertijd werd de nanvrl hernieuiyd op Mosjika. en werd daar de Wiszina overscbreden, waarbij volgens de Duitsch-Oostenrijksche berichten 16000 Russen werden gevangen genomen. Daardoor is de derde colonne, die in oostelgke ricbting op Lemberg aanrukte, haar doel eveneens meer genaderd, en wordt de positie der Russen in Oost-Galicie wer- kelijk bedreigd. De legers van VonLinsingen toch, die bij Zoerawno den Dnjester over- trokken, rukken eveneens vooruit, en Pflanzer-Baltin, tusschen Zozawa en Zales- zycki den Dnjester overgetrokken, komt uit bet zuiden opdagen. Gemakkelijk gaat bet niet en overal stuiten de oprukkende Duitsche en Oosten rijksche legers op krachtigen tegenstand. Wordt de oprukkende macht te sterk, dan trekken de Russen terug, zonder dat zij den vijand gelegenheid geven, hen te ver- slaan. Want dit is de kracht van bet Rus siscbe leger, dat het, nadat het verslagen is, nog moet worden omvergeworpen. Fre- derik de Groote had dit reeds ondervonden en de Duitsch-Oostenrijksche legerbevel- hebbers ondervinden het nog iederen dag. Zoodat bet oordeel van een Duitscb staf- officier, weergegeven door den vneutralen opmerker" die voor de //Times" een reis door Duitschland maakte, luidt//Zoo de intendance en het transport in Rusland de tactische bekwaamheid en de gevechtswaarde van de Russiscbe troepen evenaardden, zou een gebeel andere bladzijde in de wereld- geschiedenis worden geschreven." Bovendien moet men rekening bouden met de voortdurende aanvulling der Rus- sische legers. Duizenden worden gevangen genomen, bonderdduizenden gedood, en toch zegt de bedoelde stafofficier, heboen wij niet het gevoel, dat wij de Russen hebben verslagen Hoe meer er gedood worden, des te meer blijven er over om hunne plaatsen in te nemen." Toch zal de opmarsch naar Lemberg door de Duitscb-Oostenrgkers, nadat zij reeds Przemysl hebben hernomen en de Russen uit bijna geheel Galicie hebben gedreven, een diepen indruk maken, ook buiten de beide Midden-Europeesche mogendheden. Is Lemberg hernomen, dan is bijna het geheele ge'oied der Monarcbie van Russen bevrijden volgens de //Temps" zou dat voor het oogenblik het boofddoel zgn van den Duitschen generalen staf. Dan zou in de tiende maand van den oorlog het Duitsch-Oostenrijksche gebied bgna geheel van vganden bevrgd zgn, en zou tevens de indruk zijn gevestigd, dat Duitschland's macht niet alleen de ge- allieerden in het westen in evenwicht kon houden, maar tevens in staat was in bet oosten ook Oostenrijk zoo krachtig te steunen, dat de verliezen van de eerste maanden ook werden teruggewonnen. In het westen is van eenigen vooruit- gang van beteekenis geen sprake. Wat vandaag wordt gewonnen, wordt morgen of overmorgen weer verloren. Van een overwegend succes, een beslissenden slag, is nog steeds geen sprake. Het bljjft bij partieele successen, en evenmin als de Franschen of Engelschen slagen de Duitschers er in hunne aanvallen door te zetten. De meening van onzen berichtgever aan het Franscb- Belgische front, dat de Franschen zoo weinig profijt kunneD trekken van hunne overwinningen, omdat de Duitschers bet voordeelhebben van goede artilleriestellingen, een overmachtige artillerie en bovendien over strategisch aangelegde spoorwegen kunnen beschitken, zal in hoofdzaak wel juist zgn. Het is dezelfde overweging, die in de landen der geallieerden er toe geleid heeft de aanmaak van geschut en ammunitie te regelen, op een wgze, die voor het uitbreken van den oorlog als onmogelijk zou zgn beschouwd. Maar daarin zit het niet alleen. De geheele positie-oorlog, die daar wordt gevoerd, met zgn reeksen stellingen en loopgraven, mgnen en contramijnen, maakt elke doorbreking aan beide zijden, zooal niet geheel onmogelijk, dan toch uiterst bezwaarlijk. Want ondanks de voordeelen toch, die de Duitschers, volgens de boven- aangehaalde meening, nog zouden bezitten boven de geallieerden, zijn zij er evenmin in geslaagd op eenig punt den tegenstander zulk een nederlaag toe te brengen, dat daarvan een belangrijke wijziging van de stellingen bet gevolg moest wezen. Een algemeene terugtocbt, als resultaat van bet doorbreken der vijandelijke linie, zooals in Galicie plaats bad, is in bet westen vooralsnog ondenkbaar, zoolang geen nieuwe en tot nog toe onbekende factoren in het gevecbt worden gebracbt. Een //ernstige nederlaag" der Franschen, Maandagnamiddag door de Duitsche ofificieele berichten mede- gedeeld, bleek dan ook beperkt tot het afslaan van een aanval, zonder dat van een vervolging, een doorbreking der vijandelijke linien, een beslissing sprake kon zgn. Het blijft daar, als elders, een voortdu rende strijd om terreinvoorwerpen, die dagelijks duizenden menschenlevens vraagt maar waarvan voor de beslissing niets te wachten is. Het is wel opmerkelgk, dat de „Times", in het reeds aangehaalde artikel er op wijst dat niet alleen de doodende weermiddelen, kanonnen en ammunitie, de macht uitmaken van de Duitsche legers, maar de officieren. Het blad zegt: //Er kan niet worden ontkend, dat de Duitsche officieren groote bekwaamheid toonen. Een geheele yerande- ring is op te merken bij de Duitsche offi cieren in actieven dienst. Een groot aantal bunner zgn vervangen door reserve-officieren gedeeltelgk als gevolg van de zware ver liezen die het officierskorps heeft geleden. Maar zelfs de veelgesmade //Junker" heeft zijn //Schneidigkeit" afgelegd. Niet alleen als gevolg van den ernst van den veldtocbt, maar ook als gevolg van de z/wetenschappelijke" atmosfeer, die tbans de militaire zaken in Duitschland omringt. De officier begint te begrgpen, wat hij te danken heeft aan zijn //collega's" van het laboratorium, en komt onder den indruk van de geheimzinnigbeid der groote orga- nisatie, waarvan hg slechts een onderdeel uitmaakt." Dit, zegt de //Times"-correspondent, doet ons begrijpen, waarom de Duitschers tot dusver zulke successen hebben behaald. Want als wij nagaan, dat Duitsche officieren het bevel voeren over de legers die opereeren van de Noordzeekust tot aan de Vogezen, van Libau tot de Karpathen dat zij alleen verantwoordelijk zjjn voor de successen in Galicie behaald, zoowel als voor den tegen stand dien de geallieerden op het schier- eiland Gallipoli ondervinden, dan zal de omvang van de taak, die zg volbrengen, voor ieder duidelijk worden. Zulk een oordeel over den tegenstander is wel waard in het licbt te worden ge steld. Tot dusver hebben de Italianen nog niet veel kunnen doen, om hunne eisehen aan Oostenrgk met eenige kracht te berhalen. Hunne aanvallen moesten zich bepaien tot de eenige vlakte aan hun grens, het gebied van de Isonzo, waar zij de stad Gradisca hebben bezet. en den spoorweg bebben vernield. In het hooge Alpenland, waar de dicbt aan een gesloten bergen militaire bewegiDgen bijna onmogelgk maken, is van een eenigszins uitgebreide actie niet veel te bespeuren. TER NEUZENSCHE COURANT Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ter kennis dat het kohier No. 2 van het schoolgeld voor het middelbaar onderwijs in deze gemeente over het tijdvak van i Mei31 Augnstus 1915, in afschrift, gedurende vijf maanden op de secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergeiegd. Ter Neuzen, den 14 Juni 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ter kennis dat het kohier van het school geld voor het openbaar lager onderwijs in deze gemeente, over het 2e kwartaal 1915, in afschrift, gedurende vijf maanden op de secretarie der ge meente, voor een ieder ter lezing is nedergeiegd. Ter Neuzen, den 14 Juni 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1