ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6235.
Dins dag 15 Juni 1915.
55e Jaargang.
Zn STe-veleaa.
De Oorlog
ABONNEMENT:
ADVERTENTIEN
Telefoon 25.
Dit Blad yerschijnt Maandag-, Woensdag- en Yrijdagavonfi, uitgezonderd op Feestdagen, bij de Firma P. J. YAK DE 8ANDE te Ter Nenzen.
BiNNENLAND.
FEVIiLETON,
Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland /1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie 1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij dire^Cte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
Lichting 1916.
De lichting 1916 van het wapen der
infanterie zal, naar het Vad. meldt, ver-
inoedelijk medio Augustus a. s. onder de
wapenen komen.
Schuttevaer.
Het hoofdbestuur van de schippersvereeni-
ging Schuttevaer heeft naar het weekblad
van die vereeniging meldt, de volgende
adressen verzonden
Aan den Minister van Financien, met her-
baald verzoek, wei maatregelen te willen
beramen, waardoor een schipper wiens schip
verzegeld is geworden en met ongeschonden
zegels arriveert, geen nadeelen ondervindt
van bij inlading gemaakte abuizen met de
telling van de ingenomen goederen.
Aan den Minister van Landbouw, Nijver-
heid en Handel met een verzoek, op het
adres van den Zuiderzee-Visschersbond,
waarin gevraagd is of zal worden, dat op
elk zeilschip in letters van 28 c.M. de
scheepsnaam en domicilieplaats moeten
worden gevoerd, niet in gunstigen zin te
-beschikken.
Vergoeding.
Het Tweede-Kamerlid, de heer K. ter
Laan heeft de volgende vraag tot den
Minister van Oorlog gericht
Is de heer Minister van Oorlog bereid
zijn invloed aan te wenden, opdat ten
spoedigste aan de huisgezinnen het voile
bedrag wordt uitbetaald, waarvoor door de
belanghebbenden is voldaan geteekend,
overeenkomstig de bepalingen van de
artikelen 84 der Milidewet en 15bis der
Landstormwet
De aanleiding tot het stellen dezer vraag
is het feit, dat in een aantal gemeenten
van het land door de belanghebbenden een
lager bedrag wordt ontvangen voor militie-
of landweervergoeding, dan waarvoor zij
op de staten quiteeren.
Ons land en de Oorlog.
Dr. Bos schrijft in den „Vrijzinnig Demo-
craat" over het Belgisch vraagstuk en onze
weermacht:
Men kan eerbied hebben voor Duitsche
ondernemingsgeest en organisalie-vermogen,
voor Duitsche wetenschap en melhoden,
maar tocli ook onderwerping van West-
Europa aan Duitschland met aanhecliting
van Belgie aan het Duitsche rijk, voor ons
land een gevaar van de grootste beteekenis
achten niet minder groot, dan wanneer de
andere mogendheden zegevierend het Duit
sche rijk zouden verpletteren.
Wei niemand in ons land, die daarvan
niet evenzeer noodlottige gevolgen voor de
„Bravo, dat is gesproken als een man",
riep Van Berken uit en greep Diane's hand.
„Vergeef me, zuster, een dwaas vooroordeel
deed mij een oogenblik aarzelen, het zij tot
mijn schande gezegd. Cora, je hebt ons,
marmen, er aan lierinnerd, dat wij dien
titel niet te vergeefs moeten dragen en ik
dank je daarvoor. En evenals uw echtge^
noot, Liane, zult ge mij steeds bereid vin-
den u te verdedigen, waar het noodjgmocht
Zijn, of... of de drommel zal me halen!"
voegde hij er bij, een vrij komisch slot,
maar het was dien lichtzinnigen wereld-
ling onmogelijk lang ernstig te blijven. Ook
Aline voegde zich bij Liane, en de onver-
biddellijke grijsaard zag, dat alien, in wie
hij vrienden, althans helpers hoopte te vin-
den, naar het kamp des vijands overliepen.
„Ik wensch u geluk met die loffelijke
voornemens", zeide liij sarcastiscli, „kom,
mijn kind", vervolgde hij, zich tot signora
Baldini wendende, „wees zoo goccl mij naar
mijn kamer te geleiden."
„Een oogenblik!" sprak deze, „ik wil niet,
dat iemand van die edjele dames en heeren
eene slechtere gedachte van mij zal koeste-
ren dan ik verdien. Het zij mij vergund een
vraag tot u te richten: Lwijfelt iemand na
het gehoorde nog aan mijne indentiteit, ik
vraag u een onbewimpeld antwoord."
„Voor de wet zou die misschien te be-
twisten zijn", gaf Van Weert ten antwoord,
„doch zedelijk mogen we er niet meer aan
twijfelen, of u is werkelijk freule Juliana
Renoy van Vorden."
„Welnu, laat mij dan eenige woorden
mogen zeggen. Ik zou een roerend verhaal
kunnen doen, akelige tafereelen kunnen op-
hangen van het lijden mijner jeugd wij
kunstenmakers zijn immers in de oogen
der meergegoeden halve onmenschen en kin-
derbeulen, maar dan zou ik niet alleen
onwaarheid spreken, doch ook ondankbaar
toekomst zou duchten, zoowel hier als in
de kolonien. Een machtige Duitsche slant
behoeft voor ons niet een voortdurende be-
dreiging te zijn, wanneer hij den lust tot
inbreuk op under gebied weet te beheer-
schen!
Hier liggen de grootste moeilijkheden voor
onzen Staat.
Moeten zij ons dwingen tot het verlaten
van een onzijdige houding tegenover een der
oorlogvoerende partijen? Moet ons volk
zichzelf ook in den maalstroom van bloed
siorten, in de hoop, dat het heelhuids en
beter weer daaruit te voorscliijn zal komen?
Het is een gevaarlijk drijven, dat in die
richling gaat. Gevaarlijk, omdat van het
eerste oogenblik af, dat er door de uilingen
van de openbare meening kans schijnt te
bestaan op zelfslandige inmenging onzerzijds
in den krijg, ons land het tooneel zal wor
den van allerlei intrigues en werken door
het buitenland om op onzen wil invloed uit
le oefenen. De volkshartstochten zijn ge-
makkelijk op te wekken, maar moeilijk te
bedaren en le leiden. Men spele niet met
vuur.
Eendracht is er tot dusver in het land
als het geldt te blijven buiten den slrijd.
Eendracht ook, wanneer het er op aankoml
met alle kraclit te verdedigen bet grondge-
bied en de ongerepte zelfstandigheid van
ons land en zijn kolonien tegen wie onk.
Maar de fakkel van tweedracht zwaait de-
gene, die gaat drijven naar oorlog en wel
den slechtsten oorlog, n.l. die moet voorbe-
lioeden voor later mogelijk gevaar.
Men sprak in de eerste mobilisalie-dagen
ten onrechte in Duitschland van het zenuw-
achtige Holland. Het was geen zenuwach-
ligheid, maar kalme vastberadenlieid, djie
uit ons tijdig optreden sprak. De kalmte te
behouden, is voor een volk thans levens-
eisch. Die kalmte staat ver af van lamlen-
digheid en moet gepaard gaan met welbe-
wust gereedhouden en gereedmaken van alle
kracht, waarover wij kunnen beschikken
als het noodig moe.ht worden, tot behoud
van onze onafhankelijkheid.
Maar men beware ons voor nalionalistisch
oorlogzuchtig gesclirijf en gedrijf.
Chili-salpeter.
Naar de wMaasbode" verneemt heeft de
Engelsche Regeering thans toegestaan dat
twee mpt chili-salpeter geladen schepen naar
Rotterdam zullen kunnen vertrekken, nl.
bet Fransche barkschip //Elisabeth", van
3000 ton, van Queenstown naar Rotterdam,
en het Noorsche zeilschip //Olivebank", met
ongeveer 40000 ton lading, die te Dael ligt.
Vrijdag 18 Juni is het de 100e ge-
denkdag van den Slag bij Waterloo.
Deze roemrijke veldslag zal in vele
steden en dorpen alleen kerkelijk worden
herdaeht.
Ouden van dagen herinneren zich nog
het gouden- en 75jarig jubile.
zijn jegens de Franconi's, die mij steeds met
liefde en loegenegenheid liebben verpleegd
en behandeld.
Zeker, het pad van (een sehoolrijdster loop!
niet altijd langs rozen, vooral in den beginne
niet; het is werkelijk „to be or not to be"
(te zijn of niet te zijn). Genoeg, dat ik
later door de daverendle toejuichingen van
bet publiek scliadeloos werd gesteld; en of
mijn leven altijd is geweest, wat men in
uwe kringen onberispelijk noemt, betwijfel
ik, maar toch bad ik onder mijne kunstge-
nooten den naam van ongenaakbaar te zijn
en ik ben dat steeds gebleven. Dit heb ik
in de eerste plaats te danken aan de Fran
coni's, die met angstvallige zorg over mij
waakten, in de tweede plaats aan mijn echt-
genoot, in de derde plaats aan mij zelve.
Een soort van goede genius hield mij wel
niet van dwaze dingen en lichtzinnigbeid
terug, maar toch van bepaalde laagheid.
Kortom, terwijl mijne dubbelgangster ver-
gun me u zoo te noemen, mevrouw,waar-
schijnlijk eene vroolijke, zorgelooze jeugd
genoot, had ik ook mijne gelukkige, ver-
rukkelijke oogenblikken; derhalve staan wij
op dat punt gelijk. Hoe ik mijn man, dien
ik hartstochtelijk lief had, verloor, en om
welke reden ik Cora aan de zorgen van
mijnheer Van Weert en zijne vrouw toever-
trouwde, doet hier niets ter zake en zal
u misschien wel bekend zijn. Door een toe-
val kwam men mijne geboorte op bet spoor,
ook dit is opgehelderd; en ik ben er het
lot dankbaar voor. Heeft die ontdekking
mij bevredigd? Ik kan moeilijk die vraag
beantwoorden, nu ik een oogenblik heb
mogen staren in dat leven der voomame
klasse, dat ons, arme kunstenaars, zoo schit-
terend en gelukkig toeschijnt. Die eene blik
heeft mij veel geleerd; ik heb de laagheid
o. a. van dien man, die zich mijn vader
noemt, in al zijn diepte gepeild en", ging
ze met verheffing van stem voort, „terwijl
ze de kleine, blanke, doch gespierde hand,
ophief, „hij moge mij als zijn dochter er-
kennen, ik heb een afschuw van dien man,
ik gruw van zijn gemeenheid, ik verloochen
hem! En wat de bewijzen aangaat, waarop
De papiernoou en de eouranlen.
Tot kort geleden, loen de uitvoer van
papier uit Duitscldund niet verboden was,
schrijft de N. R. Crt., bleven ondanks een
ernstige bedreiging in Augustus j.l. de prij-
zen van bet papier voor eouranlen in Neder
land gelijk aan die,' welke voor den oorlog
betaald werden. Andere papieren waren
reeds 10 tot 25 pet. verhoogd, parafine-
papier voor chocolade-verpakking met 50
percent.
Sedert einde van Mei eehter is ook het
papier voor de eouranten zeer veel
verhoogd, het formaat-papier van 12 cent
tot 16 a 17 et. per K.G., bet rotatiepapier
op rollen met ruim 25 pet. en nog erger:
wie zijn loopend contract voor een Iageren
prijs loslaat en voor lioogeren prijs bijkoopt,
krijgt nog maar tor einde van September
a.s. waarborg, dat geleverd zal worden.
Wellicbt zal daarna geen papier meer te
krijgen zijn. Wie de bovenvermelde trans-
aclie niet wil aangaati, ontvangt van half
Juni af geen papier meer.
De Nederlandsche fabriek grondt deze
houding op overmacht door den oorlog, op
de onmog'elijkheid om voor de oude prijzen
voort te werken, zoodat sluiting van de fa
briek dreigt.
Van het buitenland worden alleen nog
aanbiedingen gedaan uit Seandinavie voor
buitensporig hooge prij'zen.
De oorzaak van den nood ligt voorname-
lijk hierin, dat de Russiscbe regeering alien
uitvoer van hout heeft verboden.
De Nederlandsche fabriek, die anders uit
Rusland bout invoert, eu dit zelf tot cellu
lose verwerkt, heeft reeds maanden de cel
lulose in het buitenland, voornamelijk in
Seandinavie, moeten koopen en dan 'droog,
terwijl zij gewoon is haar eigen cellulose
met 60 pet. water I verwerken.
Voor het gebruik van courantenpapier in
Nederland strekt de voorraad van grondstof-
fen van allerlei soort reeds veel duurder
dan anders gekocht o. a. steenkool, kalk,
salpeter en de hoofdgrondstoffen zelve,
voorloopig niet langer dan vier maanden.
Als de oorlog niet spoedig geeindigd is of
niet op andere wijze in den nood worifit
voorzien, dreigt ook in Nederland het ern
stige gevaar, dat de eouranten niet meer
zullen kunnen verschijnen, zelfs niet meer
op zeer duur papier.
De vereeniging „De Nederlandsche Dag-
bladpers" lioudt a.s. Dinsdag een algemeene
vergadering om te overleggen, wat er ge
daan kan worden.
De bedevaarten naar den Heiligen
Pat.
Men schrijft uit Den Briel aan de N. R. U.
Het was op den 6den Augustus 1914.
Een groote ernst lag over de menscben.
Bedestonden werden gehouden. Elken
avond ging men naar bed met de gedachte,
dat dit nu voor den laatsten keer in den
wel gelukkigen, te weinig gewaardeerden
voornamelijk de wettigheid mijner geboorte
gebaseerd wordt, die ring en de kinderklee-
ren, daar gaan ze!"
En voor iemand het verhinderen kon,
wierp zij ze in het vlammend haardvuur
en zag met zegevierenden blik toe, tot het
geheele bundeltje tot asch was verteerd.
„En nu", vervolgde ze met een zonnigen
glimlach, „is freule Renoy, of beter, wie
men daarvoor hield, in vlammen opgegaan
en ik tart u, en uw eigenbelang brengt het
bovendien mede, het bewijs te leveren, dat
ze bestaan heeft. Alleen signora Baldini, de
sehoolrijdster, is overgelileven.
Maar signora Baldini!" ging ze met kla-
lerende stem voort, i,veracbt u, hoogwelge-
boren heer, tot in het diepst harer ziel.
U, evenwel, mevrouw Van Weert, dank ik
voor hetgeen ge voor mijn kind zijt ge
weest; hare eenvoudige daad heeft voor die
moeder zoo veel, zoo oneindig veel vertolkt,
wat door geen woorden kan worden weer-
gegeven, slechts door bet hart kan worden
gevoeld. U heeft den naam van jonkvrouwe
Renoy edeler gedragen dan ik ooit zoude ge
daan hebben of immer doen kon, door dien
adeldom uwer ziel. En ook u alien, die
mijn kleine Cora in meer of mindere mate
eene plaats hebt gegeven in uw hart, dankt
de moeder daarvoor uit den grond van haar
overvol gemoed. Vaart alien wel, of liever
tot weerziens, vergun mij voor bet oogen
blik afscheid te nemen; ik verzoek u Grin-
gend mij alleen te laten vertrekken en zelfs
Cora mij niet te vdlgen; en als ik voor het
tegenwoordige mocht zijn heengegaan en
gij, mevrouw, als gelukkige gade en zalige
moeder uwe kinderen aan het hart drukt,
wijd dan ook een enkele gedachte aan sig
nora Baldini, de eircus-koningin,!"
Diep onlroerd liet ze haar sluier vallen en
schreed naar de deur, doch in den ingang
gekomen, wendde -ze haar nog eenmaal om,
sloeg haar sluier op en alien als met 6en
blik omvattend, sprak ze langzaam, doch op
vasten toon:
„Hel spijt mij, dat hier een misverstand
heeft plaats gehad. Signora Baldini heeft
niets gezien en niets gehoord."
tijd des vredes was. Elken morgen stond
men op, in den angst wederom een jobs-
tyding te zullen booren.
Toen, op dien Donderdag was het, dat ik
iets zeer vreemds zag. Een wagen vol mannen
in wonderlijke kleedij en in allerlei standen
op die open kar staande. Dichterbij gekomen
ontdekte ik, dat bet de beelden der 19 Gor-
cumscbe martelaren waren, die voor alle
veiligbeid van de buiten de vesting gelegen
kapel naar de stad gevoerd werden. Eens,
eeuwen geleden, waren zij door den onbarm-
hartigen Lumey buiten Den Briel gejaagd
om daar ter dood gebracht te worden. Nu
kwamen hunne afbeeldsels bescberming
zoeken in diezelfde stad. Maar in beide
tijden was de wereld vol brand van oorlog.
Die vreeselgke dagen van Augustus zijn
voorbij. De kapel is heropend, de beelden
der 19 martelaren zijn op hun eereplaats
hersteld, de processies van heinde en ver
bebben beden weder een aanvang genomen.
Het is, alsof de prachtige Junimaand een
symbool is van-de-rust en het geluk der
wereld.
Maar wie het beleefd hebben, kunnen de
vlucht der 19 martelaren nooit vergeten.
De algemeene toestand.
De Amerikaansche nota is Vrgdag aan
de Duitsche regeering overhandigd. Tevens
is door Reuter de inhoud dezer nota open-
baar gemaakt en voor zoover uit deze op-
gave omtrent den tekst der nota is op te
ruaken, is zij opgcsteld in zeer milden toon,
zoodat men wel eenige verwondering mag
gevoelen, aldus schrijft bet Alg. Hbl., dat
bet de redactie van deze nota zou zijn,
die den beer Bryan noopte zijn ontslag te
nemen. De Amerikaansche regeering hand-
baaft ten volie haar bezwaren tegen de
wijze, waarop Duitschland den duikbooten-
oorlog voert, maar iets anders was toch
zeker niet te verwacbten en de geheele
toon der nota wijst er op, dat Amerika,
boewel beslist vasthoudend aan den eisch,
dat voortaan met de belangen der Ameri
kaansche burgers zal worden rekening ge
houden, aan Duitschland de mogelijkheid
wil laten zich op waardige wijze aan toe-
komstige moeilijkheden te onttrekken, waar-
bij bet zich zelfs bereid verklaart, als be-
middelaar op te treden om met de vijandige
regeeringen omtrent den duikbooten-oorlog
in overleg te treden.
Met de meeste beslistbeid komt de Ameri
kaansche regeering op tegen de beweringen
van Duitsche zijde, omtrent de bewapening
Nauwelijks was zij vertrokken, alien on
der den indruk harer woorcSen achterlatend,
of de oude jonker gaf Van Berken een wenk
en deze, dien begrijpend, haastte zich hem
zijn arm aan te bieden en naar zijn verlrek
terug le geleiden. Met een lichte buiging en
een kort „Moreture saluto!" (hij, die gaat
sterven, groet u!) verwijderde hij zich,
zwaar op den arm leunend van.zijn schoon-
zoon. Ook tusschen hen werd geen woord
gewisseld. Op de kamer gekomen, legde hij
een gesloten brief op tafel, zoodanig, dat de
luitenant bet adres niet kon lezen, trok zijn
zegelring van den vinger en legde dien er
bovenop, waarna hij zich met behulp van
zijn schoonzoon te bed begaf. Nog eenmaal
rich tie hij zich op en met dorren vinger
op den brief wijzend, sprak hij slechts dat
eene woord:
„M o r gen."
Duehtte de oude man een nieuwen aan-
val en wist hij, dat bij daaronder bezwij-
ken zou; bad hij een voorgevoel van zijn
naderend einde Niemand( is bij zijn schei-
den van het leven legenwoordig geweest.
Den volgenden morgen toch, toen Van Weert
zich naar zijne kamer begaf om hem le
verzoeken zoo spoedig zijn toestand zulks
zou gedoogen, Hohenlo te verlaten, vond hij
hem dood in zijn bed. De geneesbeeren,
die de sehouwing verrichtten, haalden die
schouders op en constateerden den dood
tengevolge van een herhaalden aanval van
beroerte en betuigden tevens, dat bet eigen-
lijk gelukkig was, dat de opwinding en
overspanning den aanval hadden te voor
scliijn geroepen en daardoor zijn einde was
verhaast. Hij zou anders vermoedelijk bet
nog overige gedeelte van zijn leven bedlege-
rig zijn gebleven.
Zonderling genoeg liet jonker Renoy zijn
zegelring na aan Cora, onder voorwaarde,
zooals in den brief stond, die volgens datee-
ring een paar dagen vroeger geschreven Was,
dat indien ze kwam te huwen haar eehtge-
noot dien zou bekomen, mits hij bij zijn
geslachtsnaam zoude voegen „Renoy van
Vorden". Of die jonge dame aan die voor
waarde zal kunnen voldoen, zal de tijd.
der ,/Lusitania" en het vervoer van troepen
door dit schip, beweringen waarmede
Duitschland de torpedeering van dit passa-
giersschip trachtte te rechtvaardigen. Van
deze beweringen is geen woord waar, aldus
verklaart de regeering der Unie, die daarbij
echter tevens opmerkt, dat zelfs, indien zij
eenigen grond van waarheid hadden, dit
toch nog geen reden had mogen zijn voor
de gepleegde daad die immers op grond
van bet volkenrecht en om redenen van
menschelijkheid, alleen dan eenige recht-
vaardiging had kunnen vinden, indien de
,/Lusitania" zich had schuldig gemaakt aan
feitelijk verzet tegen de aanhoudiug. De
daad, tegen de /r/Lusitania" gepleegd, kan
dus in geen geval worden goed gepraat en
met den meesten nadruk en ernst verlangt
Amerika, dat waarborgen zullen worden
gegeven, dat een dergelijke daad, die het
leven van non-combattanten in gevaar brengt,
niet zal worden berhaald.
Op kalme en waardige, maar niettemin
zeer besliste wijze, wordt dit der Duitsche
regeering onder bet oog gebracht en het
bangt dus nu geheel van Duitschland af of
het in de toekomst tot een breuk met de
Unie zal komen. Oorlogszucht van de zgde
van Amerika blpkt uit deze nota zeker niet
in het minst en indien dus werkelijk de
heer Bryan zijn ontslag nam, omdat hij
vreesde, dat de verzending dezer nota tot
een breuk, wellicht tot een oorlog, met
Duitschland zou kunnen leiden, zou dit al
leen toonen, dat de heer Bryan bereid was
voor het behoud van den vrede de Ameri
kaansche rechten op te geven, die bij in
vorige nota's aan Duitschland toch zeker
niet met minder nadruk tegenover dit land
trachtte te bandhaven.
De indruk van deze nota kan alleen deze
zijn, dat president Wilson met volledige
handhaving van het Amerikaansche stand-
punt den Duitschers de hand reikt. En
daar, zooals blijkt uit het gistermorgen
door ons vermelde artikel van den half-
offieieusen //Lokal-Anzeiger", men in
Duitschland blijkbaar bereid is tot een
vreedzame oplossing der moeilijkheden te
geraken, mag men verwachten, dat, nu ook
deze nota nog //de mogelijkheid tot vrucht-
barer onderhandelingen" laat, door Duitsch
land deze gelegenheid ook zal worden aan-
gegrepen.
Het groote belang van deze nota is, dat
zij Duitschland voor den eisch stelt de
groote quaestie waarom het gaat niet meer
weg te doezelen. Een besliste toezeggiDg
omtrent de eerbiediging der Amerikaansche
rechten, wordt thans verlangd los van alle
bijzaken Duitschland, dat ongetwijfeld
moeten leeren, daar ze legenwoordig nog te
jong is om aan lmwelijksplannen le den-
ken.
Signora Baldini bleef bij Franconi tot een
jongere scboolrijdster liaar vervangen kon,
en dat gebeurde al heel spoedig. Haar naam
verdween van bet programma, haar roem
smolt weg in dien van opkomende circus-
sterren; en in de eenvoudige mevrouw Van
Weert, die thans op een dorp bij Nijmegen
kalm en rustig hare dagen slijt en voort-
durend met de familien Van Weert en Van
Berken op den meest vriendschuppelijken
voet verkeert, zal niemand de eenmaal zoo
schitterende circus-koningin herkennen.
Het voorgevallene op dien avond op
Hohenlo bleef steeds geheim, het drama
daar afgespeeld, kwam nooit voor het voet-
licht der wereld, dank zij de doeltreffende
maatregelen, door de beide schoonzoons van
den ontslapene genomen. Franconi ontving
een geschenk, dat zijne stoulsle verwaehtin-
gen overtrofde oude koetsier eene weke-
lijksche toelage tot aan zijn dood en hij
zweeg, deels uit eigenbelang, deets uit angst
voor „dingsigheid met de politic" en hij was
„een voorzichtig man". Aan Elsa en Hein-
rich werd gelegenheid gegeven tot terugkeer
naar hun „Heimath"; zij weigerden elke an
dere belooning en zullen bet stilzvvijgen be-
waren, vooreerst uit eerbied voor de nage-
dachtenis liunner meesteres en ten andere,
omdat zij haar wensch hadden vervuldf en
hunne taak voor volbracht rekenden.
Voor Van Weert en Liane bad bet gebeur
de alleen dit gevolg, dat de band der lief die
ben nog vaster verbond. Ze waren gelou-
terd uit den beker der beproeving gekomen;
de dreig'ende onweerswolk, die plotseling
boven hun huwelijkshemel was opgerezen,
zwart, somber, dreigend, had zich ontlast
zonder hen te deeren, was afgedreven zon-
der sporen na te laten, had hen inlegendeel
vaster, hecbter, inniger verbonden.
EINDE.
TER NEUZENSCHE COURANT