De krijgsbedrijvsn.
BINNENLAND.
Niemwe vredesgeruchien.
De Keulsche correspondent van ,,De Tijd"
seint:
Dat het goed slaat met de Duitsche legers
Oost en West zal men ook wel in het bui-
tenland toegeven. Sterker dan ooit is de
militaire kracht des rijks op alle slagvelden
van Europe gevestigd; en wel niemand zal
nog aannemen, dat binnen afzienbaren tijd
de troepen in den Franschen loopgraven-
oorlog wofden teruggeworpen naar den
Rijn.
Nu Przemysl is hernomen en Lemberg
wordt bedreigd, ziet men in welingelichte
militaire en pblitieke kringen de spoedige
ontruiming door de Russen van geheel het
Galticische gebied tegemoet. Met alle sol-
datenkracht, waarover op het oogenblik de
verbonden legers beschikken, wordt naar
dit doel gestreefd, reden ook, waarom
voorloopig- op het Italiaansche front slechts
een verdedigende houding door Gostenrijk
op den sterken grensfortengordel wordt aan-
genomen.-
Binnen afzienbaren tijd zullen dus de
legers der centrale mogendheden hun lan-
den geheel van vijanden hebben gezuiverd
en den strijd op vijandelijk terrein verder
voeren. Naar mij iemand verzekerde, die in
dezen verantwoordelijkheid heeft te dragen,
zal dan de tijd zijn, gekomen voor een open-
lijke verklaring der Duitsche en Oostenrijk-
sche staatslieden over den gedetailleerden
vredeswensch. Niemand ter wereld zal op
dat zegevierend uur ook maar in het minste
volhouden, dat de centrale mogendheden
zich laten leiden door vrees voor een slech-
ten afloop van dezen hun opgedrongen oor
log, dien zij victorious over de lands-
grenzen voeren. En terwijl dan bijzon-
dere nadruk zal worden gelegd op de her-
haalde verklaring van den Duitschen rijks-
kanselier, dat Duitschland niet uitgaat op
veroveringen, maar op het vestigen van de
volkomen veiligheid des rijks, zullen de
vijanden der centrale mogendheden dpor
een even fiere als edelmoedige houding
van het Duitsche rijk, dat zoozeer gesmaad
is, wijl het om laaghartige motieven en
niet uit zelfverdediging den strijd zou heb
ben begonnen, voor de verantwoordelijk
heid worden gesteld, om de rampen, die
sedert bijna een jaar de menschheid tref-
fen, voort te zetten zonder eenige kans
op succes. Zelfs, indien zij de voortzetting
verkiezen van den oorlog, die binnen hun
grenzen (tot het bittere einde zal worden
uitgevochten, zal de edele houding van
Duitschland en Oostenrijk slechts winst af-
werpen, daar deze mogendheden zelfs bij
degeneh, die vatbaar waren voor den uitge-
strooiden Jaster, gerehabiliteerd zullen zijn.
Men weet in het buitenland voldoende,
dat het niet de bedoeling is van Duitsch
land, binnen Europa zijn grenzen uit te
breiden,doch slechts waarborgen te ver-
krijgen, om zich vreedzaam te kunnen ont-
wikkelen. Wie niet vrljwillig verblind wil
zijn, moge hieruit de conclusies trekken,
welke basis kunnen worden voor een vrede,
om welken de zegevierende verbonden mo
gendheden niemand behoeven na te loopen,
maar die hun opnieuw de gelegenheid zou
geven om te toonen, welke bronnen zij zijn,
van zedelijke kracht, grootheid. beschaving
en vooruitgang in het belang der geheele
menschheid.
Aldus de gedachtengang van de gezag-
hebbende persoonlijkheid, waarop ik hier-
boven doelde.
Op het kruis is te lezen //Hier rusten vier
en dertig Duitsche soldaten.' Zij stierven
den heldendood voor het vaderland." Hce-
vee! levenslust ligt onder dit kruis begraven
Ik zie om mij heen. A e!e van deze graven
iiggen nog op dit kerkhof. Hoevelen wachten
tevergeefs op den terugkeer van hun ge-
liefden Langzaam verlaat ik het kerkhof.
In mij leeft de gedachte hoe lang nog en
gij zijt ook dood.
w ij ontleenen de volgende telegrammen
aan de N. R. Crt.
Van hei Westelijke gevechis-
terrein,
BERLIJN, 8 Juni. (Wolff.) Officieele
mededeeling van het groote hoofdkwartier
Aan den oostelijken rand van de Loretto-
hoogte zijn aanvallen van den vijand vol
komen mislukt.
Ook ten Z. van Noaville is door ons
artillerievuur een aanval van den vijand
bedwoiigen.
In de streek ten Z.O. van Hebuterne
duurt het gevecht nog voort.
De aanval ten N.W. van Soissons by
Moulin-sous-Touvent is door onzen tegen-
aanval tot staan gebracht.
Bij Ville-au-Bois ten N.W. van Berrv-
au-Bae heeft de vijand bij vrnchtelooze
pogingen om de in Mei verloren stelling te
heroveren, zware verliezen gelezen.
Bij Douai is een vliegtuig van den vyand
naar beneden geschoten.
PARIJS, 8 Juni. (Havas.) Officieel be-
richt van hedenmiddag
In den sector te N. van Atrecht werden
hevige gevechten, waaraan de artillerie on-
afgebroken deelneemt, geleverd bij Buval,
Ablain, Neuville on Ecurie.
Iu bet Doolhof maken de convergeerende
aanvallen der Franschen vorderingen. Alle
Duitsche tegenaanvallen werden afgeslagen.
Ten Z.O. van Hebuterne zijn de aanvallen
der Franschen volkomen gelukt. Ze hebben
stormenderhand twee Duitsche linies en een
hoeve by Touvent genomen. Onder de 400
ongekwetste krygsgevangenen waren 7
officieren. Een groot aantal machinegeweren
is buit gemaakt.
LONDEN, 8 Juni. (Reuter). Generaal
French meldt dat de toestand onveranderd
is en dat er minder bedrijvigheid heerscht.
Op b Juni hebben de Engelsche troepen
bij Ploegsteert met goed gevolg een mijn
doen ontploffen onder de Duitsche loop-
graven, waardoor 30 meter van de borst-
wering werd vernield.
Wij hebben twee Duitsche vliegtuigen
neergescboten, een fegenover onzen rechter-
vleugel met kanonvuur, bet ander in een
lucbtgevecbt met een onzer eigen vlieg
tuigen.
Van hei Oostelijke gevechts-
iert*ein.
ST. PETERSBURG, 7 Juni. (Pet. Tel-
Ag.) Mededeeling van den grooten gene
ral en staf
In de streek van Sjawle duurden de
In de Magdeburger Volksstimme sehrijft I gevechten Zaterdag en Zondag voort. In
Bij het graf van kameraden.
een sol,daat
/,Op het kerkhof liggen vier doode
kameraden. Zij moeten vanmiddag begraven
worden." Met deze woorden kwamen eenige
kameraden terug van bet kerkhof van een
groot Fransch dorp, dat niet ver van de
loopgraven ligt.
Vier doode kameraden
Ik voel plotseling behoefte de vier
kameraden een laatste bezoek te brengen.
Langzaam waodel ik naar bet kerkhof,
overdenkend hoe levenslustig zy gisteren
nog waren.
In een graf, twee pas lang en twee pas
breed, liggen ze alle vier vreedzaam naast
elkaar. Ik licht het doek, dat hen voor
mijn oogen verbergt, een weinig op. De
eerste is een jongeling van twee en twintig
jaar. Moedig was bij uitgetrokken, had
afscheid genomen van zijne ouders en zijn
rneisje, van wien hij zooveel vertelde, dat
bij zoo lief bad en dat later zijn vrouw
zou worden. Gisteren nog dacht hij aan
haar, schreef, dat hij nog steeds gezond
en opgewekt was en misschien spoedig
terug kon keeren. 's Avonds was hij dood.
Een granaatsplinter had hem in de loop-
graat getroffeD, juist toen hij in een bomvrij
hoi wou vluchten. De zelfde splinter trof
een achter hem staanden kameraad, een
landweerman. Zy'n vrouw en vier kinderen
over wie hij zoo gelukkig was, weenen
om hem.
Naast den landweerman ligt een jong
aoldaat, dien een granaat volkomen in
stukken scheurde. Hij meende bepaald
later weer terug te keeren. Hij was immers
slechts oppasser by den betaalmeester en
kwam daarom niet in de eigenlijke vuur-
linie. Een vijandelijke vlieger had echter
de cantine ontdekt, die in een beneden-
yerdieping van het huis lag en de artillerie
ingelicht. Een geluk was bet nog, dat de
cantine gesloten was, toen de granaat kwam.
Nu kon deze slechts den eenen kameraad
op de bovenverdieping den dood brengen.
De vierde had by het uitbreken van den
oorlog zijn zieke moeder moeten verlaten.
Zoo lang ik hem kende, was hy nooit vroolijk
geweest. Zijn gedachten waren meestal bij
zijn zieke moeder, die zijn hulp noodig had.
Zij wacht reeds zoo lang op den terugkeer
van haar eenigen jongen.
Over een paar uur zal een vormlooze
heuvel, versierd met een houten kruis, hen
bedekken. ,/Hier rusten vier dappere Duit
sche kameraden. Zy stierven den heldendood
voor het vaderland", zal op bet kruis staan.
Vier dooden en hoeveel mensehen weenen
om hen.
Ik keer mij af en zie een grooteren heuvel.
den algemeenen toestand is geen wijziging
van beteekenis gekomen.
Zaterdagavond bij Ossowiec geschutvuur.
Tusschen de Szkrwa en de Rozoga heeft
de vijand een mislukten aanval gedaan.
In het dal van de Orzyc en de streek
van Przasnycz Zondag geschutvuur.
Aan den linkerover van den Weichsel,
aan de San en aan de Lubaczowka geen
verandering.
In de riehting van Mosciska deed de
vijand Zaterdag en Zondag hevige aanvallen
op den linkeroever van de Wisznia
en het front CziszkyPakoscOstrozog.
Bij hoogte 295, ten zuidwesten van Rade-
vice, heeft een langdurig gevecht van man
tegen man plaats gehad.
Aan den Dejestr herhaalde de vijand zijn
aanvallende beweging in de riehting van
Mikolajow niet. Zonder succes viel hij onze
bruggehoofden bij Zidaezow aan.
In de streek van Zurawno gelukte het
den vijand in den nacht van Zaterdag op
Zondag met eenige troepen over den
Dnjestr te trekken.
In het dal van de Luwka hebben wij een
vijandelijken aanval afgeslagen. Wij maakten
daarbij meer dan 400 gevangenen.
In de streek ten westen van Kolomea
gaf de vijand zyn hardnekkige aanvallen
op onze troepen op. Hij werd met groote
verliezen teruggeslagen. Voor het front
van een onzer divisies lieten de Oosten-
rijkers ongeveer 5000 lijken liggen. Bij
een aanval in die streek maakten wij meer
dan 700 gevangenen, waaronder 20 officieren.
BERLIJN, 8 Juni. (Wolff.) Officieele
mededeeling van het groote hoofdkwartier
Onze aanvallende beweging in de buurt
Szawle en ten O. van de Dubissa vordert.
Ten Z. W. van Plock is een vijandelijk
militair vliegtuig tot laudeu geawongen ea
buitgemaakt.
Op het Zuidoostelijke ocrlogsterrein is
ten O. van Przemysl de toestand over het
algemeen onveranderd.
Het aantal door het legtr van v. Mackensen
sedert 1 Juni gemaakte gevangenen beloopt
meer dan 20.000 man.
Op de hoogten van Nowoszyn ten N.O.
van Zurawno hebben de troepen van
v. Linsingen den vyand opnieuw verslagen.
De vervolging van den vijand is gevor-
derd tot aan de linie Bokaczowco ten z.
van Hrehorow ten Z. van Modynze ten Z.
van den Dnjesir—Liwka-sector de troepen
hadden daarbij Myslow, ten O. van Kalusz,
Wojailow, Serene en Kolodziejow bereikt.
De buit van den dag beloopt 4200 ge
vangenen, 4 kanonneu en 12 machinege
weren.
WEENEN, 8 Juni. (Wolff.) Officieele
bekendmaking van hedenmiddag
In het gebied van de Pruth en den
Dnjestr hebben gisteren de verbonden
troep'-n oen aanval over Lanczvn, Nadworna
en Kalusz voortgezet, hebben den vijand
teruggedrongen tegen Stanislau en Halicz
de (oude hoofastad van Galicie. waar het
land naar genoemd is, aan der. Dnjestr)
en zich op den linkeroever van den Dnjestr
ten Oosten en ten Noorden van Zurawno
verder ontplooid. Daarbij zijn weder 6200
Russen gevangen genomen. "Voor het
overige is de toestand onveranderd.
Van hef Zuidelajke gewechts-
terrein.
WEENEN, 8 Juni. (Wolff) Officieele
bekendmaking van hedenmiddag
In het Kustenland bereidt de vijaad, naar
het schijnt, een algemeenen aanval op onze
stellingen aan de Isonzo voor.
Zijn op zich zelf staande aanvallen bij
Gradisca en bagrado zijn bloedig afgeslagen.
In het grensgebied van Karinthie en
Tirol duurt het vruchtelooze artillerievuur
der Italianen voort.
Een afdeeling Alpenjagers, die Monte
Piano ten Zuiden van Landro had bezet,
is door onze troepen verdreven.
De streek van Ala wordt door plunderende
Garibalaianen geteisterd.
Italiaansch
luchtschip vernietigd.
- WEENEN, 8 Juni. (Wolff.) Officieel
wordt bekend gemaakt dat vanochtend te
zes uur een vijandelijk luchtschip. Citta di
Ferrara. op den terugtocht uit Fiume door
bet watervliegtuig L 48, met als stuurman
luitenant ter zee Glasing en als waaruemer
adelborst von Fritseh, ten zuidwesten van
Lunin in brand is geschoten en vernield.
Tweeofficieren en vtjf man van de be-
manning zijn gevangen henomen.
Bommen op Venetie.
ROME, 8 Juni. (Reuter. Officieel.) Een
vijandelijk vliegtuig is hedenochtend over
Venetie gevlogen en heeft bommen gewor-
pen, die een paar particuliere huizen heb
ben beschadigd en een vrouw licht gewond.
Een aantal bommen zyn ook geworpen
op plaatsen verder in't binnenland, waarbij
een persoon is gedood en enkele zyn gewond.
A EENEN, 8 Juni. (Wolff.) Officieel
wordt bekend gemaakt
Het marinevliegtuig L 47. met als stuur
man luitenant ter zee Bonfield, en waar-
nemer adelborst. von Strobe!, heeft van
ochtend met goed gevolg bommen op Venetie
en wel op de ballonloods te Murano Cam-
palto en op vijandelijke torpedojagers ge
worpen. Er zijn enkele branden veroorzaakt.
Een iegerkamp is met machinegeweervuur
beschoten.
De iootvoogd.
Aan de Dardanellen.
KONSTANT1NOPEL, 8 Juni. (WoJff.)
Het hoofdkwartier deelt mede Op het front
aan de Dardanellen heeft gisteren geen actie
van belang plaats gevonden. Bij Ari Boernoe>
heeft onze artillerie giaterochtend vijandelijke
waarnemingsposten vernield. Onze batterijen
op de Kiein-Aziatische kust van de zeeengte
hebben gisteren weer met succes de artillerie
van den vijand, zyn kamp bij Sed-ul-Bahr
en een transportsehip beschoten. Aan boord
van het transportsehip dat door onze grana-
ten getroffen werd. is brand uitgebroken,
Het schip kreeg slagzij en zonk.
Andere transportschepen verlieten, door
ons vuur verschrikt, met spoed hunne anker-
plaats.
KONSTANTINOPEL, 7 Juni. (Wolff,
blijkbaar vertraagd.) Naar de meening van
goed ingelichte militaire kringen, is het
jongste succes der Turken tegen de Engel-
schen en Franscheu bij Sed-ul-Bahr bijzonder
van beteekenis, en wel omdat de gevechten
van den 4aen tot den 6den Juni van een
omvang en hevigheid waren als sedert de
ontscheping van de Engelschen en Franschen
op den 25sten April nog niet was bereikt.
Het schijnt dat dezen, nadat zij geaureDde
verscheiden dagen versterkingen hadden
ontvangen, het plan hadden opgevat om tot
elken prijs door de Turksche linies heen
te breken om een eind te maken aan den
moeilijken toestand waarin zij waren ge-
raakt, sinds hun schepen, uit vrees door
duikbooten, zich op grooten afstand houdec.
De slag was zeer verbitterd. De Engel
schen en Franschen werden gedurende den
eersten dag door vier pantserschepen ge-
steund. Deze echter trokken zich later
terug.
De Turken verrichten wonderen van
dapperbeid en zoo is het ten slotte gelukt
de Engelschen en Franschen terug te
drijven, terwyl zij hun aanmerkelijke ver
liezen toebrachten. waarvan natuurlijk het
juiste cijfer niet bekend is.
Gisteren en heden heerschte er op het
Dardanellenfront rust. De vijandelijke
schepen lieten zich gisteren niet zien.
KONSTANTINOPEL, 7 Juni. (Wolff.)
De Tanin geeft een overzicht van de ge
vechten, die van den 12den April tot den
6den Juni aan de Dardanellen hebben plaats
gehad en besluit zyn artikel aldus„De
helden, die de Dardanellen verdedigen, heb
ben gezworen den vijand geen duimbreed
lands in bezit te laten. Den Engelschen
blijft slechts over zich uit de voeten te
maken.1'
BERLIJN, 8 Juni. (Korr. Norden.)
Na de torpedeering van de Engelsche slag-
schepen Triumph, Majestic en Agamemnon
door Duitsche duikbooten, hebben de ge-
allieerden bet noodig geoordeeld bun groote
schepen naar Malta terug te sturen. De
correspondent te Athene van den Lokal-
Anzeiger verneemt van bijzondere zij de dat
de toestand van het Engelsch-Fransehe
leger aan de Dardanellen door het vertrek
van deze schepen en door het gemis van
hun zware artiilerie uiterst hachelijk is ge
worden. Hij voorziet een ramp.
LONDEN, 8 Juni (Part J De Star
verneemt uit Athene d.d. Maandag: Vol-
gens vertrouwbare berichten vond vandaag
een algemeene aanval van de verbonden
legers op net schiereiland Gallipoli plaats,
De vooruitgang strekt zich op sommsge
plaatsen over 500, op andere over 1600
yards uit.
THEEDE KAMKR.
Vergadering van Dinsdag 8 Juni.
\oorzitter: de heer Goeman Borgesius.
De belangstelling op de publieke en de
gereserveerde tribunes is buitengewoon
groot.
Huldiging van den ncslor der Kamer.
De heer Goeman Borgesius wenscht, vol-
gens het verslag der „H. Crt.", den heer
Lieftinck geluk met zijn tach tigs ten ver-
jaardag. (De toespraak van den voorzitter
wordt door de Kamer staande aangehoord
Spreker noemt het een groot voorrecht,
als men 80 jaar is, nog zooveel kracht te
hebben. Docli ook voor de Kamer is het
een groot voorrecht. zulk een SOjarige in
haar midden te hebben. Indien het waar
is, dat ouden van dagejn, ook wanneer zij
overigens krachtig zijn, dit zwak hebben,
dat zij, als zij spreken, dikwijls in herha-
lingen vervallen, vormt de heer Lieftinck
hierop een gunstige uitzondering. Immers,
van den heer Lieftinck is 't woord afkom-
stig, dat doellooze herhaling van wat reeds
is gezegd, parlementair onvergeeflijk is.
Spreker wenscht den jarige toe. dat hij nog
vele jaren moge behouden dezelfde gezond-
heid en Trissclie kracht, nog ve'le malen den
voorzitterssioel moge innemen. en met ge-
lijke opgewektheid het parlempntaire vverk
moge verrichten.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
de heer Cort van der Linden, sluit zich
namens de Regeering bij de woorden dies
voorzitters aan. Met een variant op het
woord van een bekend Belgisch staatsman
valt van dezen jarige te zeggen: „Hoe jong
is men, wanneer men tachtig jaar is".
De Kamer betuigt door „bravo"-geroep
en applaus hare instemming met de beide
redevoeringen.
De heer Lieftinck dankt voor de harte-
lijke woorden van den voorzitter, door de
Kamer ondersteund, en door de Regeering
bevestigd. „Ik zou er veel willen bijvoegen.
maar dan zou ik praatjes moeten maken
en daartoe ben ik niet gestenid. Ik dank u
alien."
Aan de orde is de regeling der werkzaam-
heden.
De voorzitter zegt, morgenochlend te zul
len voorstellen, dadelijk aan te vangen met
de behandeling van het wetsontwerp he-
treffende een tijdelijk gezantschap bij den
Paus. Het eindverslag zal hedenavond '.■uitko-
men.
Aan de orde is tharus de herziening van
den tabel betreffende de indpeling van ge-
meenten in klassen, behoorende bij de wet
op de personeele belasting.
Betreffende den tabel der personeele be
lasting heeft de heer Aalberse een amende-
ment voorgesteld om in het overzicht. be-
doeld bij artikel 1 voor wat betreft de pro-
vincie Overijssel
Almalo (kom en naaste omgeving)" in te
voegen in de 5e kbasse, en te schrappen in
de 6e klasse.
De Minister van Financien, de beer Treub,
verklaart het amendement over te nemen.
De heer de Savornin Lohman heeft bij
amendement voorgesteld op iartike! 1 te doen
volgen artikel 2, luidendc: Ten aanzien van
gemeenten of gedeelten van |gemeenten, welke
door deze wet in een lagere klasse worden
gerangschikt, blijft voor de toepassing der
wet tot regeling van het lager onderwijs
de classificatie van kracht, zooals die voor
het in werking treden van deze wet gold.
Artikel 2 wordt artikel 3.
Ter toelichting merkt de voorzitter o.a.
op, dat, indien door het rangschikken van
een gemeente of gedeclte daarvan in een
lagere klasse, het bedrag der minimum-jaar-
wedde voor hoofden van scholen. bedoeld
in het le lid, onder le van het art. der wet
L\ O., of het bedrag der Rijksbijdrageii,
bedoeld in het 5e lid, onder A van artikel
59 dier wet, vermindering ondergaat, de
besturen der scholen niettemin verplicht
zouden zijn aan de onderwijzers het dezen
verschuldigde bedrag uit te betalen. En al
ware dit niet het geval, onbillijk zou het
zijn de onderwijzers tengevolge dezer wet
in mindere conditie te brengen.
Minister Treub verklaart, het amendement
over te nemen.
De verschillende artikelen worden zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd en het
wetsontwerp zonder hoofdelijke stemming
aangenomen, nadat de heer Schaper een
door hem ingediend amendement had inge-
trokken.
De interpellatie-Van Yuiiren.
Aan de orde is de interpellatie van den
heer Van Vuuren tot den Minister van Ko-
lonien inzake de Indische leening.
De beer Van Vuuren is bij zijn interpel
latie geleid door twee motieven, het recht
-van het publiek om te weten, hoe de zaak
in haar werk is gegaan en het recht van
den Minister om zich te verantwoorden legen
de vele aanmerkingen. Spreker zou de in
terpellatie daarom ook hebben gehouden,
als het schriftelijke antwoord des Ministers
hem voor zichzelf had bevredigd. Spreker
verwijt den, Minister niet, dat hij door tus-
schenkomsl van een consortium de leening
heeft bewerkstelligd. Immers, een consor
tium geeft een grootere kans voor het sla-
gen er van.
Spreker's grief tegen den Minister is, dat
deze een beroep heeft gedaan op de vadfer-
landiievende gevoelens der natie voor het
welslagen der leening en intusschen in 'tge-
heim een verzekering hiervoor had gesloten,
waardoor genoemd beroep een vulgaire spe-
culatie op het patriottisme der burgers werd.
De Minister heeft hiermede voik en volks-
vertegenwoordigers een verkeerde voorstel-
ling van zaken gegeven en ze op een dwaal-
spoor geleid.
De Minister heeft in de Kamer gezegd:
„Er is geen consortium, dat de leening
overneemt. Desniettegenstaande zal de lee-
ning slagen, omdat ze moet slagen. Hoe
kan men zulke woorden gebruiken, wanneer
men niet de stelling is toegedaan, dat die
laal dient om zijn gedachten te verbergen?
De Minister heeft gezegd: ,.Ik zal de lee
ning aan den man brengen.." Op datzelfde
oogenblik had hij reeds de 'besehikking over
de leening verloren en ze aan het consor
tium gegeven. Als iemand de leening aan
den man kon brengen, was 't het consor
tium.
Het prospectus der leening vangt aan met
de woorden: „In voordracht van Z. E. den
Minister van Kolonien". Doch, als men met
iemand een overeenkomst sluit, ontvangt
men geen opdracht, maar voert men de
overeenkomst uit met eigen goedvinden. Het
prospectus geeft alzoo een misleidende voor-
stelling.
De firma Stokvis had in Maart jb 5 ton
van de leening voor haar rekening geno
men, tegen 5 pCt. Twee maanden later
schreef diezelfde firma een leening van een
millioen uit tegen 6 pCt. Dat is wel zeer
eigenaardigtenzij de firma bij de 5 per-
cente-leening te doen heeft geliad met een
leverancier die zeer welwillend was, omdat
hij bij de firma in het gevlei wilde blijven.
Waartoe al die geheimzinniglieid des Mi
nisters? Men heeft gezegd, dat de Minister
niet anders kon doen, omdat de leening an-
ders in gevaar kwam. Doch, als ze zoo
dubieus was, zouden 3 ernstige instellingen
ze niet hebben geaccepteerd.
De methode des Ministers is zeer gevaar-
lijk voor volgende leeningen. Voortaan zal
men altijd denken dat er een consortium
achter zit, ook wanneer dit volstrekt niet
het geval is.
Het contract was, gelijk de Minister kan
zeggen, een schijneontract. De 3 instellin
gen mochten van de 221/2 millioen, die zij
elk voor haar rekening dachten te nemen,
zooveel plaatsen als zij konden. Wanneer
zij geen kans zagen, meer te plaatsen, be-
hoefden zij slecbts het geplaatste bedrag
aan de Regeering te leenen. De Minister
lieeft in deze zaak de meest passieve rol
gespeeld, die mogelijk was, ook in verband
met de bepaling, dat het consortium zich
mocht terugtrekken, o.a. als Nederland in
oorlog geraakte.
Er is gezegd dat het consortium veel te
hoog staat om misbruik te maken van even-
tueele omstandigheden ten koste des land,is.
Spreker vertrouwt iedereen, maar biedt nie
mand gelegenheid, misbruik van vertrou-
wen te maken. Ook de Regeering had zoo
moeten te werk gaan en een contract ma
ken, los van de hoogstaande persoonlijk
heid der instelingen. Een contract als het
gemaakte is niet alieen een waardeloos,
maar ook een gevaarlijk product. Boven-
dien hood het geen volledige garantie. Was
geen overeenkomst mogelijk geweest waar
bij de Regeering afdoende was geholpen
tegen kwade kansen? De Minister heeft aan
het consortium 2 pCt. toegestaan, hoewel
het zich elk oogenblik kon terugtrekken.
Als Nederland Indie kwijtraakte zou onS
land de leening hebben moeten betalen,
daar het consortium zich dan had terug-
getrokken.
Spreker echter zou liever in de sdiuenen
staan van de schuldeischers, die zoudpn
hebben te vorderen van de nieuwe bezit-
ters van Indie, dat geen andere schulden-
last zou hebben dan deze 621/2 millioen, dan
in de schoenen van schuldeischers van ons
land, met zijn aanzienlijken schuldenlast,
pas nog met 275 millioen vergroot, en dat
dan bovendien zijn bezittingen kwijt zou
zijn.
De voorzitter deelt mee, dat de Minister
wegens het vergevorderde uur later zal ant-
woorden.
Aan de orde is de stemming over het wets
ontwerp tot wijziging van het invoerrech't
op sinaasappelen, mandarijnen, citroenenen
bananen en op oudheden.
De heer de Savornin Lohman Iegt namens
de rechterzijde der Kamer de verklaring af,
dat geen broil van inkomsten kan worden
prijs gegeven, wanneer daarvoor geen com-
pensatie wordt verleend.
Het wetsontwerp wordt daarna aangeno
men met 17 tegen 37 stemmen, links tegen
rechts, behalve de heeren Bichon en de
SLuers, die voor stemden.
Na het trekken der afdeelingen wordt
de vergadering tot morgenochtend half 12
verdaagd.
Uitbreiding der vloot.
Naar het Yad. meldi, zal zeer spoedig
een wetsontwerp van den Minister vau
Marine de Tweede Kamer bereiken, waarbij
2 kruisers en 4 duikbooten worden aange-
vraagd.
Militie en landtveer.
Ingediend zijn voorstellen om het in
dienst houden van militie en landweer te
bestendigen tot 31 Dec. 1915.
De omstandigheden maken het volgeus
de regeering noodig de lichtingen die eigen-
lijk tot de landweer moesten overgaan,
voorloopig nog bij de militie te behouden,
en om de landweerlicbtingen die tot den
landstorm zouden overgaan voorshands de
landweer niet te doen verlaten.
Postverkeer met Engeland.
De Minister van Buitedandsche Zaken
brengt ter kennis van belaaghebbenden, dat
de Britscbe regeering het vervoeren en ver-
zenden naar en uit Engeland van brieven
of andere schriftelijke mededeelingen voor
een ander persoon, wien ook, bestemd,
anders dan met de post, heeft verboden.
Overtreding van die verbodsbepaling wordt
met strenge straffeu bedreigt. (St.-Ct.)
Credietbehoefte kleine midden-
stand.
De commissie van uitvoering inzake de
voorziening in de credietbehoefte van den
kleinen middenstand, ten gevolge van de
oorlogscrisis, heeft aan de verschillende
banken, die zich op het gebied van het
middenstandscrediet bewegen, een exemplaar
doen toekomen van de „Hoofdpunten van
bet plan tot vergemakkelyking der vol-
doening aan de credietbehoefte van den
kleinen middenstand als gevolg van de
oorlogscrisis", met toelicbtingen aangevuld.