De krijgsbedrijvsn. BINNENLAND. Niemwe vredesgeruchien. De Keulsche correspondent van ,,De Tijd" seint: Dat het goed slaat met de Duitsche legers Oost en West zal men ook wel in het bui- tenland toegeven. Sterker dan ooit is de militaire kracht des rijks op alle slagvelden van Europe gevestigd; en wel niemand zal nog aannemen, dat binnen afzienbaren tijd de troepen in den Franschen loopgraven- oorlog wofden teruggeworpen naar den Rijn. Nu Przemysl is hernomen en Lemberg wordt bedreigd, ziet men in welingelichte militaire en pblitieke kringen de spoedige ontruiming door de Russen van geheel het Galticische gebied tegemoet. Met alle sol- datenkracht, waarover op het oogenblik de verbonden legers beschikken, wordt naar dit doel gestreefd, reden ook, waarom voorloopig- op het Italiaansche front slechts een verdedigende houding door Gostenrijk op den sterken grensfortengordel wordt aan- genomen.- Binnen afzienbaren tijd zullen dus de legers der centrale mogendheden hun lan- den geheel van vijanden hebben gezuiverd en den strijd op vijandelijk terrein verder voeren. Naar mij iemand verzekerde, die in dezen verantwoordelijkheid heeft te dragen, zal dan de tijd zijn, gekomen voor een open- lijke verklaring der Duitsche en Oostenrijk- sche staatslieden over den gedetailleerden vredeswensch. Niemand ter wereld zal op dat zegevierend uur ook maar in het minste volhouden, dat de centrale mogendheden zich laten leiden door vrees voor een slech- ten afloop van dezen hun opgedrongen oor log, dien zij victorious over de lands- grenzen voeren. En terwijl dan bijzon- dere nadruk zal worden gelegd op de her- haalde verklaring van den Duitschen rijks- kanselier, dat Duitschland niet uitgaat op veroveringen, maar op het vestigen van de volkomen veiligheid des rijks, zullen de vijanden der centrale mogendheden dpor een even fiere als edelmoedige houding van het Duitsche rijk, dat zoozeer gesmaad is, wijl het om laaghartige motieven en niet uit zelfverdediging den strijd zou heb ben begonnen, voor de verantwoordelijk heid worden gesteld, om de rampen, die sedert bijna een jaar de menschheid tref- fen, voort te zetten zonder eenige kans op succes. Zelfs, indien zij de voortzetting verkiezen van den oorlog, die binnen hun grenzen (tot het bittere einde zal worden uitgevochten, zal de edele houding van Duitschland en Oostenrijk slechts winst af- werpen, daar deze mogendheden zelfs bij degeneh, die vatbaar waren voor den uitge- strooiden Jaster, gerehabiliteerd zullen zijn. Men weet in het buitenland voldoende, dat het niet de bedoeling is van Duitsch land, binnen Europa zijn grenzen uit te breiden,doch slechts waarborgen te ver- krijgen, om zich vreedzaam te kunnen ont- wikkelen. Wie niet vrljwillig verblind wil zijn, moge hieruit de conclusies trekken, welke basis kunnen worden voor een vrede, om welken de zegevierende verbonden mo gendheden niemand behoeven na te loopen, maar die hun opnieuw de gelegenheid zou geven om te toonen, welke bronnen zij zijn, van zedelijke kracht, grootheid. beschaving en vooruitgang in het belang der geheele menschheid. Aldus de gedachtengang van de gezag- hebbende persoonlijkheid, waarop ik hier- boven doelde. Op het kruis is te lezen //Hier rusten vier en dertig Duitsche soldaten.' Zij stierven den heldendood voor het vaderland." Hce- vee! levenslust ligt onder dit kruis begraven Ik zie om mij heen. A e!e van deze graven iiggen nog op dit kerkhof. Hoevelen wachten tevergeefs op den terugkeer van hun ge- liefden Langzaam verlaat ik het kerkhof. In mij leeft de gedachte hoe lang nog en gij zijt ook dood. w ij ontleenen de volgende telegrammen aan de N. R. Crt. Van hei Westelijke gevechis- terrein, BERLIJN, 8 Juni. (Wolff.) Officieele mededeeling van het groote hoofdkwartier Aan den oostelijken rand van de Loretto- hoogte zijn aanvallen van den vijand vol komen mislukt. Ook ten Z. van Noaville is door ons artillerievuur een aanval van den vijand bedwoiigen. In de streek ten Z.O. van Hebuterne duurt het gevecht nog voort. De aanval ten N.W. van Soissons by Moulin-sous-Touvent is door onzen tegen- aanval tot staan gebracht. Bij Ville-au-Bois ten N.W. van Berrv- au-Bae heeft de vijand bij vrnchtelooze pogingen om de in Mei verloren stelling te heroveren, zware verliezen gelezen. Bij Douai is een vliegtuig van den vyand naar beneden geschoten. PARIJS, 8 Juni. (Havas.) Officieel be- richt van hedenmiddag In den sector te N. van Atrecht werden hevige gevechten, waaraan de artillerie on- afgebroken deelneemt, geleverd bij Buval, Ablain, Neuville on Ecurie. Iu bet Doolhof maken de convergeerende aanvallen der Franschen vorderingen. Alle Duitsche tegenaanvallen werden afgeslagen. Ten Z.O. van Hebuterne zijn de aanvallen der Franschen volkomen gelukt. Ze hebben stormenderhand twee Duitsche linies en een hoeve by Touvent genomen. Onder de 400 ongekwetste krygsgevangenen waren 7 officieren. Een groot aantal machinegeweren is buit gemaakt. LONDEN, 8 Juni. (Reuter). Generaal French meldt dat de toestand onveranderd is en dat er minder bedrijvigheid heerscht. Op b Juni hebben de Engelsche troepen bij Ploegsteert met goed gevolg een mijn doen ontploffen onder de Duitsche loop- graven, waardoor 30 meter van de borst- wering werd vernield. Wij hebben twee Duitsche vliegtuigen neergescboten, een fegenover onzen rechter- vleugel met kanonvuur, bet ander in een lucbtgevecbt met een onzer eigen vlieg tuigen. Van hei Oostelijke gevechts- iert*ein. ST. PETERSBURG, 7 Juni. (Pet. Tel- Ag.) Mededeeling van den grooten gene ral en staf In de streek van Sjawle duurden de In de Magdeburger Volksstimme sehrijft I gevechten Zaterdag en Zondag voort. In Bij het graf van kameraden. een sol,daat /,Op het kerkhof liggen vier doode kameraden. Zij moeten vanmiddag begraven worden." Met deze woorden kwamen eenige kameraden terug van bet kerkhof van een groot Fransch dorp, dat niet ver van de loopgraven ligt. Vier doode kameraden Ik voel plotseling behoefte de vier kameraden een laatste bezoek te brengen. Langzaam waodel ik naar bet kerkhof, overdenkend hoe levenslustig zy gisteren nog waren. In een graf, twee pas lang en twee pas breed, liggen ze alle vier vreedzaam naast elkaar. Ik licht het doek, dat hen voor mijn oogen verbergt, een weinig op. De eerste is een jongeling van twee en twintig jaar. Moedig was bij uitgetrokken, had afscheid genomen van zijne ouders en zijn rneisje, van wien hij zooveel vertelde, dat bij zoo lief bad en dat later zijn vrouw zou worden. Gisteren nog dacht hij aan haar, schreef, dat hij nog steeds gezond en opgewekt was en misschien spoedig terug kon keeren. 's Avonds was hij dood. Een granaatsplinter had hem in de loop- graat getroffeD, juist toen hij in een bomvrij hoi wou vluchten. De zelfde splinter trof een achter hem staanden kameraad, een landweerman. Zy'n vrouw en vier kinderen over wie hij zoo gelukkig was, weenen om hem. Naast den landweerman ligt een jong aoldaat, dien een granaat volkomen in stukken scheurde. Hij meende bepaald later weer terug te keeren. Hij was immers slechts oppasser by den betaalmeester en kwam daarom niet in de eigenlijke vuur- linie. Een vijandelijke vlieger had echter de cantine ontdekt, die in een beneden- yerdieping van het huis lag en de artillerie ingelicht. Een geluk was bet nog, dat de cantine gesloten was, toen de granaat kwam. Nu kon deze slechts den eenen kameraad op de bovenverdieping den dood brengen. De vierde had by het uitbreken van den oorlog zijn zieke moeder moeten verlaten. Zoo lang ik hem kende, was hy nooit vroolijk geweest. Zijn gedachten waren meestal bij zijn zieke moeder, die zijn hulp noodig had. Zij wacht reeds zoo lang op den terugkeer van haar eenigen jongen. Over een paar uur zal een vormlooze heuvel, versierd met een houten kruis, hen bedekken. ,/Hier rusten vier dappere Duit sche kameraden. Zy stierven den heldendood voor het vaderland", zal op bet kruis staan. Vier dooden en hoeveel mensehen weenen om hen. Ik keer mij af en zie een grooteren heuvel. den algemeenen toestand is geen wijziging van beteekenis gekomen. Zaterdagavond bij Ossowiec geschutvuur. Tusschen de Szkrwa en de Rozoga heeft de vijand een mislukten aanval gedaan. In het dal van de Orzyc en de streek van Przasnycz Zondag geschutvuur. Aan den linkerover van den Weichsel, aan de San en aan de Lubaczowka geen verandering. In de riehting van Mosciska deed de vijand Zaterdag en Zondag hevige aanvallen op den linkeroever van de Wisznia en het front CziszkyPakoscOstrozog. Bij hoogte 295, ten zuidwesten van Rade- vice, heeft een langdurig gevecht van man tegen man plaats gehad. Aan den Dejestr herhaalde de vijand zijn aanvallende beweging in de riehting van Mikolajow niet. Zonder succes viel hij onze bruggehoofden bij Zidaezow aan. In de streek van Zurawno gelukte het den vijand in den nacht van Zaterdag op Zondag met eenige troepen over den Dnjestr te trekken. In het dal van de Luwka hebben wij een vijandelijken aanval afgeslagen. Wij maakten daarbij meer dan 400 gevangenen. In de streek ten westen van Kolomea gaf de vijand zyn hardnekkige aanvallen op onze troepen op. Hij werd met groote verliezen teruggeslagen. Voor het front van een onzer divisies lieten de Oosten- rijkers ongeveer 5000 lijken liggen. Bij een aanval in die streek maakten wij meer dan 700 gevangenen, waaronder 20 officieren. BERLIJN, 8 Juni. (Wolff.) Officieele mededeeling van het groote hoofdkwartier Onze aanvallende beweging in de buurt Szawle en ten O. van de Dubissa vordert. Ten Z. W. van Plock is een vijandelijk militair vliegtuig tot laudeu geawongen ea buitgemaakt. Op het Zuidoostelijke ocrlogsterrein is ten O. van Przemysl de toestand over het algemeen onveranderd. Het aantal door het legtr van v. Mackensen sedert 1 Juni gemaakte gevangenen beloopt meer dan 20.000 man. Op de hoogten van Nowoszyn ten N.O. van Zurawno hebben de troepen van v. Linsingen den vyand opnieuw verslagen. De vervolging van den vijand is gevor- derd tot aan de linie Bokaczowco ten z. van Hrehorow ten Z. van Modynze ten Z. van den Dnjesir—Liwka-sector de troepen hadden daarbij Myslow, ten O. van Kalusz, Wojailow, Serene en Kolodziejow bereikt. De buit van den dag beloopt 4200 ge vangenen, 4 kanonneu en 12 machinege weren. WEENEN, 8 Juni. (Wolff.) Officieele bekendmaking van hedenmiddag In het gebied van de Pruth en den Dnjestr hebben gisteren de verbonden troep'-n oen aanval over Lanczvn, Nadworna en Kalusz voortgezet, hebben den vijand teruggedrongen tegen Stanislau en Halicz de (oude hoofastad van Galicie. waar het land naar genoemd is, aan der. Dnjestr) en zich op den linkeroever van den Dnjestr ten Oosten en ten Noorden van Zurawno verder ontplooid. Daarbij zijn weder 6200 Russen gevangen genomen. "Voor het overige is de toestand onveranderd. Van hef Zuidelajke gewechts- terrein. WEENEN, 8 Juni. (Wolff) Officieele bekendmaking van hedenmiddag In het Kustenland bereidt de vijaad, naar het schijnt, een algemeenen aanval op onze stellingen aan de Isonzo voor. Zijn op zich zelf staande aanvallen bij Gradisca en bagrado zijn bloedig afgeslagen. In het grensgebied van Karinthie en Tirol duurt het vruchtelooze artillerievuur der Italianen voort. Een afdeeling Alpenjagers, die Monte Piano ten Zuiden van Landro had bezet, is door onze troepen verdreven. De streek van Ala wordt door plunderende Garibalaianen geteisterd. Italiaansch luchtschip vernietigd. - WEENEN, 8 Juni. (Wolff.) Officieel wordt bekend gemaakt dat vanochtend te zes uur een vijandelijk luchtschip. Citta di Ferrara. op den terugtocht uit Fiume door bet watervliegtuig L 48, met als stuurman luitenant ter zee Glasing en als waaruemer adelborst von Fritseh, ten zuidwesten van Lunin in brand is geschoten en vernield. Tweeofficieren en vtjf man van de be- manning zijn gevangen henomen. Bommen op Venetie. ROME, 8 Juni. (Reuter. Officieel.) Een vijandelijk vliegtuig is hedenochtend over Venetie gevlogen en heeft bommen gewor- pen, die een paar particuliere huizen heb ben beschadigd en een vrouw licht gewond. Een aantal bommen zyn ook geworpen op plaatsen verder in't binnenland, waarbij een persoon is gedood en enkele zyn gewond. A EENEN, 8 Juni. (Wolff.) Officieel wordt bekend gemaakt Het marinevliegtuig L 47. met als stuur man luitenant ter zee Bonfield, en waar- nemer adelborst. von Strobe!, heeft van ochtend met goed gevolg bommen op Venetie en wel op de ballonloods te Murano Cam- palto en op vijandelijke torpedojagers ge worpen. Er zijn enkele branden veroorzaakt. Een iegerkamp is met machinegeweervuur beschoten. De iootvoogd. Aan de Dardanellen. KONSTANT1NOPEL, 8 Juni. (WoJff.) Het hoofdkwartier deelt mede Op het front aan de Dardanellen heeft gisteren geen actie van belang plaats gevonden. Bij Ari Boernoe> heeft onze artillerie giaterochtend vijandelijke waarnemingsposten vernield. Onze batterijen op de Kiein-Aziatische kust van de zeeengte hebben gisteren weer met succes de artillerie van den vijand, zyn kamp bij Sed-ul-Bahr en een transportsehip beschoten. Aan boord van het transportsehip dat door onze grana- ten getroffen werd. is brand uitgebroken, Het schip kreeg slagzij en zonk. Andere transportschepen verlieten, door ons vuur verschrikt, met spoed hunne anker- plaats. KONSTANTINOPEL, 7 Juni. (Wolff, blijkbaar vertraagd.) Naar de meening van goed ingelichte militaire kringen, is het jongste succes der Turken tegen de Engel- schen en Franscheu bij Sed-ul-Bahr bijzonder van beteekenis, en wel omdat de gevechten van den 4aen tot den 6den Juni van een omvang en hevigheid waren als sedert de ontscheping van de Engelschen en Franschen op den 25sten April nog niet was bereikt. Het schijnt dat dezen, nadat zij geaureDde verscheiden dagen versterkingen hadden ontvangen, het plan hadden opgevat om tot elken prijs door de Turksche linies heen te breken om een eind te maken aan den moeilijken toestand waarin zij waren ge- raakt, sinds hun schepen, uit vrees door duikbooten, zich op grooten afstand houdec. De slag was zeer verbitterd. De Engel schen en Franschen werden gedurende den eersten dag door vier pantserschepen ge- steund. Deze echter trokken zich later terug. De Turken verrichten wonderen van dapperbeid en zoo is het ten slotte gelukt de Engelschen en Franschen terug te drijven, terwyl zij hun aanmerkelijke ver liezen toebrachten. waarvan natuurlijk het juiste cijfer niet bekend is. Gisteren en heden heerschte er op het Dardanellenfront rust. De vijandelijke schepen lieten zich gisteren niet zien. KONSTANTINOPEL, 7 Juni. (Wolff.) De Tanin geeft een overzicht van de ge vechten, die van den 12den April tot den 6den Juni aan de Dardanellen hebben plaats gehad en besluit zyn artikel aldus„De helden, die de Dardanellen verdedigen, heb ben gezworen den vijand geen duimbreed lands in bezit te laten. Den Engelschen blijft slechts over zich uit de voeten te maken.1' BERLIJN, 8 Juni. (Korr. Norden.) Na de torpedeering van de Engelsche slag- schepen Triumph, Majestic en Agamemnon door Duitsche duikbooten, hebben de ge- allieerden bet noodig geoordeeld bun groote schepen naar Malta terug te sturen. De correspondent te Athene van den Lokal- Anzeiger verneemt van bijzondere zij de dat de toestand van het Engelsch-Fransehe leger aan de Dardanellen door het vertrek van deze schepen en door het gemis van hun zware artiilerie uiterst hachelijk is ge worden. Hij voorziet een ramp. LONDEN, 8 Juni (Part J De Star verneemt uit Athene d.d. Maandag: Vol- gens vertrouwbare berichten vond vandaag een algemeene aanval van de verbonden legers op net schiereiland Gallipoli plaats, De vooruitgang strekt zich op sommsge plaatsen over 500, op andere over 1600 yards uit. THEEDE KAMKR. Vergadering van Dinsdag 8 Juni. \oorzitter: de heer Goeman Borgesius. De belangstelling op de publieke en de gereserveerde tribunes is buitengewoon groot. Huldiging van den ncslor der Kamer. De heer Goeman Borgesius wenscht, vol- gens het verslag der „H. Crt.", den heer Lieftinck geluk met zijn tach tigs ten ver- jaardag. (De toespraak van den voorzitter wordt door de Kamer staande aangehoord Spreker noemt het een groot voorrecht, als men 80 jaar is, nog zooveel kracht te hebben. Docli ook voor de Kamer is het een groot voorrecht. zulk een SOjarige in haar midden te hebben. Indien het waar is, dat ouden van dagejn, ook wanneer zij overigens krachtig zijn, dit zwak hebben, dat zij, als zij spreken, dikwijls in herha- lingen vervallen, vormt de heer Lieftinck hierop een gunstige uitzondering. Immers, van den heer Lieftinck is 't woord afkom- stig, dat doellooze herhaling van wat reeds is gezegd, parlementair onvergeeflijk is. Spreker wenscht den jarige toe. dat hij nog vele jaren moge behouden dezelfde gezond- heid en Trissclie kracht, nog ve'le malen den voorzitterssioel moge innemen. en met ge- lijke opgewektheid het parlempntaire vverk moge verrichten. De Minister van Binnenlandsche Zaken, de heer Cort van der Linden, sluit zich namens de Regeering bij de woorden dies voorzitters aan. Met een variant op het woord van een bekend Belgisch staatsman valt van dezen jarige te zeggen: „Hoe jong is men, wanneer men tachtig jaar is". De Kamer betuigt door „bravo"-geroep en applaus hare instemming met de beide redevoeringen. De heer Lieftinck dankt voor de harte- lijke woorden van den voorzitter, door de Kamer ondersteund, en door de Regeering bevestigd. „Ik zou er veel willen bijvoegen. maar dan zou ik praatjes moeten maken en daartoe ben ik niet gestenid. Ik dank u alien." Aan de orde is de regeling der werkzaam- heden. De voorzitter zegt, morgenochlend te zul len voorstellen, dadelijk aan te vangen met de behandeling van het wetsontwerp he- treffende een tijdelijk gezantschap bij den Paus. Het eindverslag zal hedenavond '.■uitko- men. Aan de orde is tharus de herziening van den tabel betreffende de indpeling van ge- meenten in klassen, behoorende bij de wet op de personeele belasting. Betreffende den tabel der personeele be lasting heeft de heer Aalberse een amende- ment voorgesteld om in het overzicht. be- doeld bij artikel 1 voor wat betreft de pro- vincie Overijssel Almalo (kom en naaste omgeving)" in te voegen in de 5e kbasse, en te schrappen in de 6e klasse. De Minister van Financien, de beer Treub, verklaart het amendement over te nemen. De heer de Savornin Lohman heeft bij amendement voorgesteld op iartike! 1 te doen volgen artikel 2, luidendc: Ten aanzien van gemeenten of gedeelten van |gemeenten, welke door deze wet in een lagere klasse worden gerangschikt, blijft voor de toepassing der wet tot regeling van het lager onderwijs de classificatie van kracht, zooals die voor het in werking treden van deze wet gold. Artikel 2 wordt artikel 3. Ter toelichting merkt de voorzitter o.a. op, dat, indien door het rangschikken van een gemeente of gedeclte daarvan in een lagere klasse, het bedrag der minimum-jaar- wedde voor hoofden van scholen. bedoeld in het le lid, onder le van het art. der wet L\ O., of het bedrag der Rijksbijdrageii, bedoeld in het 5e lid, onder A van artikel 59 dier wet, vermindering ondergaat, de besturen der scholen niettemin verplicht zouden zijn aan de onderwijzers het dezen verschuldigde bedrag uit te betalen. En al ware dit niet het geval, onbillijk zou het zijn de onderwijzers tengevolge dezer wet in mindere conditie te brengen. Minister Treub verklaart, het amendement over te nemen. De verschillende artikelen worden zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd en het wetsontwerp zonder hoofdelijke stemming aangenomen, nadat de heer Schaper een door hem ingediend amendement had inge- trokken. De interpellatie-Van Yuiiren. Aan de orde is de interpellatie van den heer Van Vuuren tot den Minister van Ko- lonien inzake de Indische leening. De beer Van Vuuren is bij zijn interpel latie geleid door twee motieven, het recht -van het publiek om te weten, hoe de zaak in haar werk is gegaan en het recht van den Minister om zich te verantwoorden legen de vele aanmerkingen. Spreker zou de in terpellatie daarom ook hebben gehouden, als het schriftelijke antwoord des Ministers hem voor zichzelf had bevredigd. Spreker verwijt den, Minister niet, dat hij door tus- schenkomsl van een consortium de leening heeft bewerkstelligd. Immers, een consor tium geeft een grootere kans voor het sla- gen er van. Spreker's grief tegen den Minister is, dat deze een beroep heeft gedaan op de vadfer- landiievende gevoelens der natie voor het welslagen der leening en intusschen in 'tge- heim een verzekering hiervoor had gesloten, waardoor genoemd beroep een vulgaire spe- culatie op het patriottisme der burgers werd. De Minister heeft hiermede voik en volks- vertegenwoordigers een verkeerde voorstel- ling van zaken gegeven en ze op een dwaal- spoor geleid. De Minister heeft in de Kamer gezegd: „Er is geen consortium, dat de leening overneemt. Desniettegenstaande zal de lee- ning slagen, omdat ze moet slagen. Hoe kan men zulke woorden gebruiken, wanneer men niet de stelling is toegedaan, dat die laal dient om zijn gedachten te verbergen? De Minister heeft gezegd: ,.Ik zal de lee ning aan den man brengen.." Op datzelfde oogenblik had hij reeds de 'besehikking over de leening verloren en ze aan het consor tium gegeven. Als iemand de leening aan den man kon brengen, was 't het consor tium. Het prospectus der leening vangt aan met de woorden: „In voordracht van Z. E. den Minister van Kolonien". Doch, als men met iemand een overeenkomst sluit, ontvangt men geen opdracht, maar voert men de overeenkomst uit met eigen goedvinden. Het prospectus geeft alzoo een misleidende voor- stelling. De firma Stokvis had in Maart jb 5 ton van de leening voor haar rekening geno men, tegen 5 pCt. Twee maanden later schreef diezelfde firma een leening van een millioen uit tegen 6 pCt. Dat is wel zeer eigenaardigtenzij de firma bij de 5 per- cente-leening te doen heeft geliad met een leverancier die zeer welwillend was, omdat hij bij de firma in het gevlei wilde blijven. Waartoe al die geheimzinniglieid des Mi nisters? Men heeft gezegd, dat de Minister niet anders kon doen, omdat de leening an- ders in gevaar kwam. Doch, als ze zoo dubieus was, zouden 3 ernstige instellingen ze niet hebben geaccepteerd. De methode des Ministers is zeer gevaar- lijk voor volgende leeningen. Voortaan zal men altijd denken dat er een consortium achter zit, ook wanneer dit volstrekt niet het geval is. Het contract was, gelijk de Minister kan zeggen, een schijneontract. De 3 instellin gen mochten van de 221/2 millioen, die zij elk voor haar rekening dachten te nemen, zooveel plaatsen als zij konden. Wanneer zij geen kans zagen, meer te plaatsen, be- hoefden zij slecbts het geplaatste bedrag aan de Regeering te leenen. De Minister lieeft in deze zaak de meest passieve rol gespeeld, die mogelijk was, ook in verband met de bepaling, dat het consortium zich mocht terugtrekken, o.a. als Nederland in oorlog geraakte. Er is gezegd dat het consortium veel te hoog staat om misbruik te maken van even- tueele omstandigheden ten koste des land,is. Spreker vertrouwt iedereen, maar biedt nie mand gelegenheid, misbruik van vertrou- wen te maken. Ook de Regeering had zoo moeten te werk gaan en een contract ma ken, los van de hoogstaande persoonlijk heid der instelingen. Een contract als het gemaakte is niet alieen een waardeloos, maar ook een gevaarlijk product. Boven- dien hood het geen volledige garantie. Was geen overeenkomst mogelijk geweest waar bij de Regeering afdoende was geholpen tegen kwade kansen? De Minister heeft aan het consortium 2 pCt. toegestaan, hoewel het zich elk oogenblik kon terugtrekken. Als Nederland Indie kwijtraakte zou onS land de leening hebben moeten betalen, daar het consortium zich dan had terug- getrokken. Spreker echter zou liever in de sdiuenen staan van de schuldeischers, die zoudpn hebben te vorderen van de nieuwe bezit- ters van Indie, dat geen andere schulden- last zou hebben dan deze 621/2 millioen, dan in de schoenen van schuldeischers van ons land, met zijn aanzienlijken schuldenlast, pas nog met 275 millioen vergroot, en dat dan bovendien zijn bezittingen kwijt zou zijn. De voorzitter deelt mee, dat de Minister wegens het vergevorderde uur later zal ant- woorden. Aan de orde is de stemming over het wets ontwerp tot wijziging van het invoerrech't op sinaasappelen, mandarijnen, citroenenen bananen en op oudheden. De heer de Savornin Lohman Iegt namens de rechterzijde der Kamer de verklaring af, dat geen broil van inkomsten kan worden prijs gegeven, wanneer daarvoor geen com- pensatie wordt verleend. Het wetsontwerp wordt daarna aangeno men met 17 tegen 37 stemmen, links tegen rechts, behalve de heeren Bichon en de SLuers, die voor stemden. Na het trekken der afdeelingen wordt de vergadering tot morgenochtend half 12 verdaagd. Uitbreiding der vloot. Naar het Yad. meldi, zal zeer spoedig een wetsontwerp van den Minister vau Marine de Tweede Kamer bereiken, waarbij 2 kruisers en 4 duikbooten worden aange- vraagd. Militie en landtveer. Ingediend zijn voorstellen om het in dienst houden van militie en landweer te bestendigen tot 31 Dec. 1915. De omstandigheden maken het volgeus de regeering noodig de lichtingen die eigen- lijk tot de landweer moesten overgaan, voorloopig nog bij de militie te behouden, en om de landweerlicbtingen die tot den landstorm zouden overgaan voorshands de landweer niet te doen verlaten. Postverkeer met Engeland. De Minister van Buitedandsche Zaken brengt ter kennis van belaaghebbenden, dat de Britscbe regeering het vervoeren en ver- zenden naar en uit Engeland van brieven of andere schriftelijke mededeelingen voor een ander persoon, wien ook, bestemd, anders dan met de post, heeft verboden. Overtreding van die verbodsbepaling wordt met strenge straffeu bedreigt. (St.-Ct.) Credietbehoefte kleine midden- stand. De commissie van uitvoering inzake de voorziening in de credietbehoefte van den kleinen middenstand, ten gevolge van de oorlogscrisis, heeft aan de verschillende banken, die zich op het gebied van het middenstandscrediet bewegen, een exemplaar doen toekomen van de „Hoofdpunten van bet plan tot vergemakkelyking der vol- doening aan de credietbehoefte van den kleinen middenstand als gevolg van de oorlogscrisis", met toelicbtingen aangevuld.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 2