Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen. No. 6230. Donderdag 3 Juni 1915. 55e Jaargang. r,Tog a?e m'mster "kM dic Se".?„.ze seen gdd kr,jgen; hebben1 r„«r ,rLiT'T «!s ™™»cnde" s jl^i rig' 9 TWSBDB BZLA-IP. GEMEENTEKAAD VAN TER NEUZEN. rST- ,pIaats van S06d te vinden. dat de toelage der mannen van die lichthm welke in dienst zijn gebleven, wordt ver- Sr°tT.zf nu 30 cent minder dan herfeld"'nicie d°Cn' Tej'ugkrijg€n kan men sTner.To„eeSd r inh« MEUZEfSC Vergadering van Donderdag 27 Mei 1915. (Vervolg.) 17. Omvraag. a. De hear Moggre vestigt de aandaclit op het onderhoud van de brandbluschmid- delen, dat, naar liem gebleken is, nog al veel le wenschen overlaat. De nieuwe motor spuit staat er keurig, netjes bij, die wordt geregeld onderhouden, maar het onderhoud van de slangen, die veel onderhoud noodig hebben, blijft achtervvege, evenals dat van het spuithuis zelve. Bij de beproeving der motorspnit werd een nieuwe slang stuk ge- reden, die zou naar het schijnt vergoed ge- worden zijn, maar aan spreker is gebleken, dat die slang nog steeds in het spuithuis ligt. Het spuithuis staat ook zoo vol, dat er mocilijk of lastig aan liel onderhoud der nieuwe spuit kan gewerkt worden en spuit C staat er onbruikbaar bij. Verbetering zou in deze, naar het oordeel van spreker, drin- gend noodig zijn, waarom liij er de aan- dacht op vestigt. Nu laat men maar loopen, wat loopt. De heer Waalkes merkt op, dat bij de be proeving der motorspuit eene persslang is stuk geredien. De fabrikant heeft toen ge- zegd, dat die slang terstond moest opge- stuurd worden, maar, naar het schijnt, ligt die sedert dien tijd nog altijd in het spuit huis. We zouden dus thans in geval van brand wel een spuit hebben, maar geen persslang! De voorzitter geeft te kennen, dat hij niet op alles wat de heer Moggre te berde bracht, kan antwoorden, daar hij thans niet over de gegevens beschikt, b.v. de briefwisseling omtrent die persslang. Wel kan hij iets zeggen, aangaande het spuithuis. Doordat lokalen van school B moesten worden ont- ruimd voor het inrichten der ambulance, lieeft men van het een naar het ander ge- sukkeld met de schoolbanken, die thans zijn ondergebrachl in de bergplaats op Java. Daar zou anders eene spuit kunnen worden ondergebracht, docli nu moesten alle spui- ten in het spuithuis gezet worden. Dit zal dus, bij terugkeer tot normale tijden, van zelf verbeteren. De heer Waalkes vraagt, of die school banken niet kunnen worden geborgen in de oude school op den Smidswal. De voorzitter antwoordl, dat die lokaliteit thans gebruikt wordt voor berging van levensmiddelen voor de vluchtelingen. Dan zijn er ook geborgen geweesl de ingeleverde wapens, die later, onder toezicht van den kommandant der kustbatterij, naar het ar- senaal zijn overgebracht. De lieer Lensen vraagt, wie eigenlijk ver- antwoordelijk is voor het onderhoud van het blusclimaterieel. De voorzitter antwoordt: De opper-brand- meester. Door meerdere raadsleden wordt opge- merkt, dat eigenlijk burgemeester en wet- liouders de verantwoordelijke personen zijn. De voorzitter stemt toe, dat dit juist is. De heer Lensen zou dan dat college wil len uilnoodigen, daar direct maar eens naar te gaan kijken. De heer De Jager meende, dat er toch iemand belast was met het toezicht op het blusclimaterieel. De voorzitter deelt mede, dat door hen speciaal een brandmeester is aangewezen voor het beheeren van ide motorspuit, en dat een mecanicien is aangesteld voor het on derhouden van die spuit. De heer Moggre verklaart, dat dit onder houd ook in orde is. De voorzitter is het daarmede eens, het eenige waar het hem eigenlijk in zit, is in de slangen. De heer Moggr6 meent, dat het wensche- lijk was, dat liet spuithuis af en toe eens werd doorgespuid, dat zou de zaak verbe teren. De heer Waalkes heeft er van gehoord, dat de slangen niet voldoende droog zijn, dat ze stikken op de rollen. De voorzitter wijst er op. dat bij de veran- derde bestemming, die het gebouw, waarin bet spuithuis is gevestigd, krijgt, en door de verplaatsing van de trap, er ook op gere- kend is, dat er een raam zal worden aan- gebracht. Dan krijgt men in het spuithuis daglicht, en dat zal het onderhoud van het materieel gemakkelijker maken. b. De heer De Jager vraagt, of er nog geen adres is ingekomen van bewoners der Dijkstraat, betreffende eene kwestie waar- over reeds in de vergadering der commis- sie van bijstand gesproken is. De voorzitter antwoordt ontkennend. De heer De Jager merkt op, dat het dan ook vanzelf niet in behandeling kan komen. c. De heer Waalkes vraagt, of de con cessionaris van de electrische stroomleve- ring het recht heeft, van degenen, die daar- bij willen aansluiten, de kosten te vorderen, die voor de aansluiting buitenshuis moeten worden gemaakt. De voorzitter kan dat zoo zonder onder- zoek niet zeggen, maar meent, dat voor de buiten-aansluiting een vast bedrag van f 5 gerekend wordt. De heer Waalkes zegt, deze vraag te heb ben gesteld, omdat de centrale alhier heeft geweigerd iemand voor kracht-stroom aan le sluilcn, wanneer deze niet de kosten be- taalde van de veranderingen, die daarvoor aan het net moesten worden aangebracht. Heeft de electrische centrale werkelijk het recht om de kosten, die zij voor aansluiting buitenshuis moet maken, geheel voor reke- ning van den verzoeker te brengen, dan zou, naar hij meent, het net, voor zoover dit zich uitbreidt, ook zoodanig in orde moeten zijn, dat de eventueel te vragen aansluitin- gen op de voor de verzoekers minst kosl- bare wijze kunnen geschieden, daar het toch niet aangaat, dat de concessionaris door op deze wijze te handelen, het aanleggen van geheele deelen van het net ten koste der ge- bruilcers zou kunnen brengen. In verband daarmede zou spreker wen- schen, dat burgemeester en wethouders artikel 5 der concessie toepasten, waarin o.m. staat: ,.De concessionaris is gehouden zijne wer- „ken ten genoege van burgemeester en wet- „houders op dien voet aan le leggen, en „overeenkomstig de vorderingen der weten- „scliap te verbeteren, zoodanig, dat eene on- ,,gestoorde en voldoende stroomlevering ge- ,,durende de daarvoor met de gemeente of „hare ingezeteneu vastgestelde uren, gewaar- „borgd zij. ,.Indien tijdens den duur der concessie de „stroomlevering niet voldoet aan de eischen, „vermeld in het met de gemeente afgesloten „contract, of het centraal-station of de ge- „leidingen onvoldoende blijken te zijn voor „de behoefte, een en ander ter beslissing „van burgemeester en wethouders, in lioog- „ste ressort van drie deskundigen, vermeld „in het slot van dit artikel, is de conces sionaris verplicht ten spoedigste op zijne „kosten zoodanige werken te maken, en „zoodaiiige maatregelen te nemen, als noo- „dig zijn om daarin te voorzien, terwijl bij „gebreke van dien, burgemeester en wethou- „ders bevoegd zijn zulks te doen uitvoeren „op kosten en risico van den concessionaris, „of om een voorstel aan den raad te doen „om de concessie vervallen te verklaren, aan „welk raadsbesluit de concessionaris zich „alsdan moet onderwerpen.'' Hier is allecn noodig, dat het net voor kraclitlevering volledig wordt uitgebreid, opdat overal waar dit gevraagd wordt, van af de naastbijzijnde paal of steunpunt, het perceel van een eventueelen verzoeker kan worden aangesloten en deze gevrijwaard worden, dat van hen vergoeding gevorderd wordt voor het maken van een deel van het net. De voorzitter verklaart zich bereid. wan- neer de heer Waalkes verder nadere gegevens wil verstrekken, deze zaak bij burgemeester en wethouders aanhangig te maken. De heer Waalkes zegt toe, volledige inlich- tingen te zullen geven. Hij deelt nog mede, dat het betrokken perceel ook op gemakke- lijke wijze langs den voorkant kon worden aangesloten, maar de administrateur alhier beweerde, dat de aansluiting langs den ach- terkant moest geschieden. wat ten gevolge zou hebben, dat de verzoeker hooge kosten voor die aansluiting moest betalen. Het lijkt ook weer een persoonlijk ieis van dien administrateur, doch, dat kan gevoegelijk worden uitgeschakeld. De voorzitter meent ook, dat dit laatste er builen moet worden gelaten. Burgemees ter en wethouders zullen zich rechtstreeks wenden tot de directie te Amsterdam. Hij zal dit punt aanhangig maken. d. De voorzitter deelt mede, dat hij zelf nog iets heeft, waarmede hij tot aan het eind der zitting heeft willen wachten. Zooals den leden zal bekend zijn. wordt aan de gezinnen van de militie- en land- weerplichtigen sinds de mobilisatie, kracli- tens de wet eene vergoeding uitgekeerd, welke vergoeding voorloopig wordt toege- kend en uitgekeerd door den burgemeester, terwijl de minister later de uitkeeringen definitief vaststelt. Spreker heeft aldus ge- liandeld, doch nu is gisteren een schrijven gekomen van den minister, waarin deze te kennen geeft, dat 17 gezinnen een aanmer- kelijk bedrag te veel zouden hebben ont vangen. Een gevolg hiervan is. dat die ge zinnen nu voortaan minder zullen ontvan- gen, tenzij de gemeenteraad zou meenen, dat de uitkeering niet te lioog is en ook voortaan de uitkeering aldus moet geschie den, waarvoor dan het niet door den mi nister toegestane bedrag uit de gemeentekas zou moeten worden bijgepast. Spreker deelt verder mede, dat hij in den beginne zeer voorzichtig geweest is, om de vergoedingen niet te hoog te stellen, ook omdat hij het beter achtte, dat deze later werden verhoogd, dan omgekeerd. Later is er den 6den November een schrijven van den minister gekomen, waarin deze te ken nen gaf, dat de burgemeesters ook zonder zijne machtiging de toegekende bedragen konden verhoogen. Nu stond Ter Neuzen bekend als eene gemeente, waar zoowat de laagste vergoeding werd ontvangen, en werd de vergoeding eenigermate verhoogd. Later kwam er den 29 December van wege den minister een aansporing om de bedragen te verhoogen en den 29sten Januari weer een, waarbij er op gewezen werd, dat het ge- wenscht was rekening te houden met de grootere uitgaven waarvoor de gezinnen we- gens de duurte kwamen te staan, maar dat dit geen aanleiding mocht zijn, dat de in de wet aangegeven maximums, zijnde 1 per dag voor een militieplichtige en f 1,50 voor een landweerman, te overschrijden. Die maximums zijn niet overschreden maar wat is het geval: nadat de verhoogde uitkeeringen zoowat 100 dagen zijn toege- kend, komt nu gisteren een schrijven van I werd, dat van rijkswege zou gezorgd wor den minister, waarin hij te kennen geeft, den voor ondersteuning van de gezinnen der keering geeft, tot het te veel uitbelaalde op die wijze is terug ontvangen. Hij vraagt nu dus, of de raad bereid is te dokken, erkennende, dat hij zelf in deze de verantwoordelijke persoon is, ofschoon ook de vraag kan geopperd worden, in hoe- verre de raad verantwoordelijk is voor de daden door den burgemeester als zoodanig verricht. Hij is dan ook tot het stellen dezer vraag gekomen, omdat de raad in de ver gadering van 31 Juli 1914 blijk gaf, genegen te zijn de gezinnen der onder de wapenen geroepenen te willen steunen. Wil de raad hem niet steunen, dan zal spreker aan die 17 vrouwen geen uitkee ring kunnen geven, want dan heeft hij geen geld. De lieer Lensen maakt uit het medege- deelde op, dat het eew kwestie betreft tus- schen het rijk en degenen, die de vergoeding ontvangen. Wanneer de voorzitter de bij de wet toegestane bedragen nooit heeft over schreden, begrijpt hij niet, hoe de minister daaraan zijne goedkeuring kan onthoudcn. Hij acht alle reden aanwezig, dat de voor zitter er bij den minister op aandringen zal, dat geld terug te krijgen, maar kan niet in- zien, waarom de raad aan oplossing der kwestie zou moeten meewerken, de raad staat er geheel buiten. De voorzitter wijst er op, dat er in andere gemeenten een post op de begrooting ge- bracht is, waardoor de burgemeesters dier gemeenten gewaarborgd zijn, voor mogelijke schade, die zij door hunne handelingen in deze zouden kunnen beloopen. Zulks is hier niet geschied, maar als de raad er op in wilde gaan, kon dat alsnog gebeuren. De heer Lensen herhaalt, dat de voorzitter heeft te kennen gegeven, dat hij niet verder gegaan is, dan de wet toelaat; dan meent hij, dat deze er ten slotte ook geen nadeel van kan hebben en dat de minister dan alsnog het bedrag wel zal toestaan. In 61k geval acht liij voor den raad geen reden aanwezig om hierin te intervenieeren. Hij stell voor, de mededeeling van den voorzitter voor kennisgeving aan te nemen. De heer Dees verklaart met genoegen te hooren, dat er in den raad in denzelfden geest wordt gesproken als door hem in de vergadering van burgemeester en wethou ders is geschied, hij kan zich bij dat be- toog geheel aansluiten. Als de zaak is, zoo als de voorzitter heeft medegedeeld. dan is er voor den minister geen aanleiding, om voor een bedrag van 500 aan toegekende uitkeeringen te schrappen. Ook hij acht voor den raad geen termen aanwezig tus- sclienbeide te komen. De heer aalkes wijst er op, dat de ver goedingen zijn geregeld bij eene rijkswet, de raad is in deze incompetent om tus- schenbeide te komen, die staat geheel bui ten de zaak. De voorzitter herinnert nogmaals aan de vergadering van 31 Juli van het vorig jaar. Zooals de stemming van den raad toen was, zou zeker een bedrag zijn gevoteerd voor ondersteuning van de gezinnen der opgeroe- penen, toen bleek de raad van meening te zijn, dat er voor die gezinnen gezorgd moest worden. Dat is toen alleen niet doorge- gaan, omdat van deze zijde gezegd werd, dat in die ondersteuning van de gezinnen bij de wet was voorzien. Spreker is begonnen met het uitvoeren van de wettelijke bepalingen. Bij de schat- ting der vergoedingen is hij omzichtig te werk gegaan. Hij is overtuigd, dat de men- schen niet te veel hebben ontvangen. Maar wat kan hij er aan doen, als de mi nister b.v. het voor de landweermannen be- Paalde maximum ad 1,50 alleen toestaat voor groote plaatsen als Amsterdam, Rot terdam, Den Haag, Groningen en dergelijke, omdat daar de levensstandaard hooger is, maar voor Ter Neuzen 1 als maximum stelt? Toen de minister vrijgeviger bleek dan de burgemeester en ook de publieke opinie op verhooging aandrong, heeft spreker zijn standpunt eenigszins gewijzigd en andere regelen gesteld, waardoor de uitkeeringen hooger werden. De menschen, die de volgens den minister te hooge uitkeeringen hebben ontvangen, zullen dat te veel ontvangene niet kunnen teruggeven, dat zal wel verbruikt zijn, zoo- dat de burgemeester het zelf zal moeten betalen. Natuurlijk moet hij nu de uitkeeringen stop zetten, want hij kan dat nu zoo maar niet bijpassen. Er is niets ongerechtigds ge- beurd, maar spreker is toch de dupe van de historie. Nu heeft hij deze zaak alleen ter sprake gebracht, in het idee dat "de raad misschien helpend zou willen optre- den, "hem in overweging geven om te tracli- ten het te veel uitgekeerde van de betrok- kenen zooveel mogeiijk terug te krijgen en dan het bedrag, dat niet meer terecht kan komen, te nemen voor rekening der gemeen te, en hem daardoor de middelen openen om voort te gaan met het doen van uit keering. De heer Lensen betoogt, dat de raad in de vergadering van 31 Juli 11., toen bekend bilisatie te vergewissen, welk bedrag de mi nister voor Ter Neuzen als maximum wilde gesteld zien. Het verbaast hem zelfs, dat de voorzitter dat niet heeft onderzocht. Ging de raad hierin tusschenbeide komen, dan zou hij treden in wat des ministers is. Er is nog uit geen enkele begrooting aan den raad gebleken, dat liij voor zulke uitga ven zou kunnen komen te staan en ziet niet in, waarom daarin nu verandering zou moe ten gebracht worden. De heer Waalkes betoogt ook, dat de raad er niets mede te maken heeft. aan verschillende gezinnen hoogere uitkee- i ingen toegestaan. Niet toegegeven werd aan de verzoeken, "die naar sprekers oordeel on- gemotiveerd waren. En nu komt de minister en zegt, die en die en die hebben te veel ontvangen! vTrouw van iemand, die uif zijn zaak m de Noordstraat geroepen is en 70 cent voor haar, benevens 10 cent voor een kind ontnng, krijgt nu volgens den minister niets! liij begrijpt de beslissing niet Natuurlijk, bijna alien, die het ontvingen zullen de genoten uitkeering hebben ver- van De heer Lensen stemt hiermede in: het I brillkt en kunnen het niet teru« betalen behoort niet tot den raad. I Zelfs is het niet meer mogeiijk het De voorzitter merkt op, dat het er van K" - - afhangt, in hoeverre de raad zich verant woordelijk gevoelt voor de daden van den burgemeester. De heer Lensen voert liiertegen aan, dat alien bij gedeelten in te houden, daar en- keien met klein verlof naar huis zijn ge gaan en dus geen uitkeering meer krijgen. staat ook eene vrouw van een land- ^'ee!"man op met 7 kinderen; het maximum men den raad toch niet verantwoordelijk I b°" en de vrouw ontvangt f 1 40 ner kan gaan stellen voor alle daden van den da§- Dat is toch niet veel voor levenson hurgemeester, ook zelfs die op financieel d«fhoud? ge^ied' Zf.ker: er ziJ'n gezinnen, die door de mobi- De voorzitter wijst er op, dat het hier gaat I lisalle |n gunstiger conditie zijn "ekomen oin een bedrag van 500 en menschelijker 111 ,ar men moet toch niet al die menschen ijze gesproken, had hij in den avond van o 1 Juli 11. voor steun aan de gezinnen der gemobiliseerden best een crediet van f 1000 kunnen krijgen. De heer Lensen: Zeker, ter verrekening, met de wetenschap dat het rijk dat zou over een kam scheren. Spieker herhaalt, dat in verschillende «e- meenten de burgemeesters reeds door een post op de begrooting tegen zulke schade- posten gevrijwaard zijn, wat hier niet is ge- daan. Om een spreekwoord van den secre- r - - A 1J1V VJUl A MU UCU 7 terugbetalen. We hebben gezegd, dat u het I gebruiken, is het gemakkelijk j- I lang een kwestie van wege de gemeente kon voorschieten. Maar er zijn nu 9 maanden verloopen, er is nu toch inmiddels wel gelegenheid ge weest, om zich te vergewissen van hetgeen de minister wenscht. De voorzitter geeft te kennen, dat ook wel eenigermate geweten te hebben. De heer Lensen vraagt, hoe het komt, dat die beslissing nu pas komt, nadat geruimen tijd volgens de lijsten is uitbetaald. De voorzitter merkt op, dat hij toch niet kon beginnen met den minister in staat van beschuldiging te stellen, het controleeren der lijsten vordert ook tijd. Hij is overtuigd, dat de minister wel op zijne beslissing zal terugkomen, maar daarmede zijn de vrou wen, die gisteren reeds tegen van middag uitgesteld zijn, omdat spreker de raadszit- ting wilde afwachten, dezen dag niet meer geholpen. De heer De Jager vraagt, hoe het komt, dat het zoo opgeloopen is. De voorzitter antwoordt, dat de ministeri- eele beschikking eerst 100 dagen komt nadat met het uitbetalen van hoogere uitkeeringen is aangevangen. Hij meent ook, dat cr geen bezwaar in is, dat hij in deze het standpunt van den raad wilde kennen en de vraag gedaan heeft, of de raad hem steunen wil. De heer D. Scheele is ook van gevoelen, dat voor hetgeen gebeurd is, de "raad in geenen deele verantwoordelijk is. Maar straks zal hij dat wel zijn, als de betrokken gezinnen geen uitkeering krijgen. De heer Lensen merkt op, dat zulks eene kwestie is ter verantwoording tusschen den burgemeester en den minister. De heer D. Scheele acht dat goed en wel zoo- over papier en pennen l r v-n u loopt, maar erger wordt het, als het in de centen komt! Nog een ander geval haalt spreker aan ten bewijze hoe moeilijk de taak van den burgemeester in deze is. Er was over ge- efffenri' de °udste landweerlichting eigenlijk zou moeten zijn overgegaan naar Cn lld!dor.m> en dat aan hunne gezinnen dus billykheidshalve de vergoeding zou moe ten worden gegeven, die voor de landstorm- mannen gerekend wordt, en die tot een maximum van 2,— mag loopen. Die oucl- ste landweerlichting heeft nu inmiddels de gelegenheid gehad met klein verlof huis- waarts te keeren. Wat doet nu echter de Spreker heeft nu eene verklaring van een en ander gegeven, maar als de raad hem met wil helpen, zal hij handelen naar de doenaSe?en dal -ad-am zullen ee^bS^pInTan^ die ttrokSen^ge" HiiTovert201?6!; V;erg0edin" kunncn leven. Hi is overtuigd, dat in dit geval ieder zou lebben gehandeld evenals de voorzitter ge daan heeft Er kan niets van komen om die menschen het te veel ontvangen bedrag aten terug betalen, sommigen zijn al lof ,wCr U1 ■l'e,1St' daar z'j met klein ver- bruikf H" Z1Jn' a',lderen hebben het ge- cnu Verwacht' dat de minister bo- g°ed v'inden> dat er nu in het geheel geen uitkeer' sclden w T' "at de bur8enieester mis- fr'lLa vriJgevig geweest, maar er is dat er l'7 Verschillende kanten gezegd, De heer Lensen moet uit het door den I de minister heeftzelf'^''vylr 'd^n ,VV°rck'n- voorzitter medegedeelde opmaken, dat een royaler moest zijn Hii Ijal Wat van beiden, hetzij de minister of de burge- - - Wel reden De voorzitter: Dan eten ze maar niet! De heer Dees protesteert tegen deze uit- drukking, zoo'n vaart zal het nog niet loo pen! aan- dat verschillende uitkeeringen te hoog zijn gesteld, waarvan het gevolg is, dat enkele gezinnen 27, f 39 tot zelfs 63,70 te veel hebben ontvangen. Het spreekt vanzelf, dat spreker al het mogelijke zal doen, om dat geld toch van den minister te krijgen, tenzij vervolgt hij de raad de gevolgen van deze door liemtegoeder trouw toegekende uitkeeringen dragen wil en op zich neemt het bedrag te betalen. Dbet de raad dit niet, dan zit er niets anders op, dan dat spreker gedurende eenige weken aan de betrokken gezinnen geen uit- opgeroepenen, heeft te kennen gegeven, dat hij het niet raadzaam achtte, dat die ge zinnen lang op den rijkssteun zouden moe ten wachten en heeft toen, voor het geval zulks zou gevolgd zijn, den voorzitter ver- zocht, voorloopig in de behoeften te voor zien, ook uit overweging, dat hetgeen door de gemeente hiervoor zou worden uitgege- ven, later van het rijk zou worden terug ontvangen. De raad ging toen van het stand punt uit, dat het rijk het zou betalen. Het komt aan spreker ook voor, dat de voorzitter nu tijd genoeg gehad moet heb ben, om zich sedert den duur van de mo- meester, ongelijk moet hebben. De voorzitter verklaart geen schuld te hebben. De heer Lensen merkt nog op, dat de raad bovendien van de geheele kwestie on- kundig is en dus op het oogenblik onmoge- lijk een oordeel zou kunnen vellen. De voorzitter geeft nog te kennen, dat niet alle gevraagde verhoogingen zijn toegestaan. De schade, die hij zal moeten lijden door de te hoog geschalte uitkeeringen, is eenigs zins te ondervangen door telkens een be drag van de uitkeeringen in te houden. Duurt de oorlog nog eenige maanden, dan zou het op die wijze kunnen terugkomen, maar is het spoedig gedaan, dan krijgt spre ker het voile bedrag niet terug. Als er door hem een mlsslag is begaan. dan is zulks volkomen te goeder trouw ge weest. Er is door hem voor landweermannen in vele gevallen toegekend 90 cent voor de vrouwen en 10 cent per kind, en voor de miliciens 70 cent per dag en 10 cent per kind. Men kan toch niet beweren dat die bedragen overdreven zijn. Spreker heeft gedacht: misschien gaat de raad met die uitkeeringen accoord en wil die bedragen overnemen. De heer Waalkes vraagt, of de circulaire van den minister terugwerkende kracht heeft, of die ook van toepassing is op het geen reeds achter den rug is. De voorzitter antwoordt, dat de wet de voorschriften geeft, die de burgemeester moet uitvoeren, de minister moet daarover later zijn oordeel uitspreken. Nu drong de minister aan op ruhnere uitkeering, de pu blieke opinie eveneens, ook in de pers en de Tweede Kamer was het evenzoo. Tengevolge daarvan heeft spreker sedert Eebruari 11. zijne sehatling voor de vergoe dingen verhoogd. Er kwam ook nog eene circulaire van den minister, waarin werd te kennen gegeven dat de aftrek voor het onderhoud van den man, dat anders word berekend op f 3.50, kon teruggebracht worden op 1.25 of 1,50 per tien dagen, zoodat de uit te keeren vergoeding 2 hooger kon zijn, wat overcenkwam met 20 cent per dag. Spreker heeft toegegeven aan den aandrang van verschillende zijden en rekening gehouden met de circulaire van den minister en sedert Eebruari zijn daarop net geld met meer en die vrouwen en kin- deren zonder middelen laten gaat ook niet De heer Waalkes is het met dR laatste eens maar het spijt hem, dat men nu de de schoW eerCn' alsof de '"and daarv, ae schuld zou worden. Het van den burgemeester en den minister* en de raad staat er buiten. "U1!>ier, en di^ail^ Scheele: Maar daarmede hebben die gezinnen geen eten. raad WfalkeS: M;iar daaraan heeft de raad dan toch geen schuld De voorzitter zou denken, dat men hem in hete« ?edfa^ Z°U Willen leenen- HiJ wil in het geheel de verantwoordelijkheid niet p den raad overbrengen, hij geeft toe dat die er als zoodanig buiten staat De heeren hebben in theo men hem, om an zaak h«t alleen de S°cde lijn te komen, e.,,.^,,,,, [e„e_ moet wilde komen. Hij zal er echter nu kan® wordm^sMd. ""h ve™"t™»"telijk "e .Jleer WaaIkes herinnert ook dat de LfeT'T, tt'eeffalen heeft te kennen ^e- - »^aui>vuoraeni de door hem genomen besluiten, maar in dit geval is er geen raadsbesluit en k in hii er dus ook niet verantwoordelijk voor zi n' De voorzitter hetnn«t i,_ r zlJn- geven, dat de raad verantwoordelijk is voor sluiten, esluit t rdelijk eerst Ml a l«mmer. dat de minister 2 m ins tens 2 lijsten ter eonwleering bij het mi„islerte en landweer. Van inkomen, die van militie deze gemeente worden er weJ 3 verzonden He!' 2°el!!!t.WCrk regeimatiger kunnen in, gaan, hetaald. HeTT dT LT d»f dTJV hem alleen treft. gebeuren Hij zal er nu echter maar verder niet on doorgaan en sluit de vergadering P

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 5