ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOh ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6217.
Zaterdag 1 Mei 1915.
55e Jaargang.
De Oorlog.
ABONNEMENT:
ADVERTENTlfiN:
Telefoon 25.
Bit Blad verschijnt Maandag-, Woensdag- en VrydagaYoM, nitgezonderd op Feestdagen, by de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Neuzen.
BBBSTB BLAD.
BINNENLAND.
GEMENGDE BERICHTEN.
Per 3 maanden binnen de stad /l.Franco per post voor Nederland /1.10.
Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bij alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10.
Bij ciirecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
Hulde aan Nederland.
De correspondent te Antwerpen der
N. R. Ort. meldt d.d. 26 dezer
In den Antwerpsche gemeenteraad, die
heden vergaderde, heeft burgemeester J. de
Vos de volgende rede uitgesproken
Mijne Heeren. Het is u alien bekend,
hoe in de dagen van beproeving, die ons
dierbaar vaderland doorworstelt, de Neder-
landsche natie zich inspant om de ellende
onzer medeburgers te verzachten. Op alle
denkbare wijzen werden de viuchtelingen
getroost en opgebeurdde stoffelijke steun
die han met de meest spontane oftervaardig-
heid geboden werd, is schier onbereken-
baar en dagelijks nog wordt dit werk van
barmhartigheid met onverflauwden iever
voortgezet.
Dat elke burger, van welken stand ook,
diep doordrongen weze van de erkentelijkheid,
die ons volk aan de gastvrije broedernatie
verschuldigd is 1
Het college van burgemeester en schepenen
heeft het zich ten plichte gerekend, zijnen
dank uit te drukken voor de weldaden,
die de zoo beproefde Antwerpsche bevolking
genoten heeft.
Het aanstaande verjaringsfeest van Hare
Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana heb-
ben wij een uitnemend gunstige gelegenheid
geacht om de dankbare genegenheid van
volk tot volk te vertolken. Immers, op dien
dag jubelt de gansche Nederlandsche bevol
king om den voorspoed van haar Vorsten-
huis, symbool van de welvaart des volks
ook hier te lande zal aan sympathie voor
onze Noordelijke stambroeders op bescheiden
doch daarom niet minder hartelijke wijze
lucht gegeven worden. Ons is de gelegen
heid gegund, om onze erkentelijkheid jegens
regeering en volk te laten samengaan met
onze wenschen van voorspoed voor de door-
luchtige Dynastie, en alzoo pijnlijke her-
inneringen door blijder gedachten te ver
zachten.
Het college heeft aan de Nederlandsche
regeering een dank-adres gestuurd, waarvan
ik den heer secretaris verzoek, lezing te
willen geven, en wij betwijfelen geenszins,
de gevoelens, daarin uitgedrukt, zullen door
u bijgetreden worden.
De gemeentesecretaris H. Melis gaf ver-
volgens lezing van volgend stuk
Antwerpen, April 1915.
Excellence.
Onder den geweldigen drang der ge-
beurtenissen, hebben een groot aantal onzer
Antwerpsche medeburgers, tijdens de ramp-
volle October-dagen van verleden jaar, voor
de dreigende oorlogsteisteringen beducht,
hun haardstede verlaten om bij gastvrije
volkeren hulp en troost te zoeken. Velen
hunner kozen toen de wijk naar Nederland,
als naar het uitgelezen en veilig verblijf
van den vrede. Hoe onafzienbaar de ellende
toen ook was, de toewijding, waarmede zij
gelenigd werd, was grenzenloos. Geen uit-
geweken landgenoot, of hij is innig ge-
trolfen geworden door de warme en mee-
voelende harteliikheid, waarmede hij door
de Nederlandsche bevolking werd opgenomen.
Op het edel voorbeeld van Hare Majesteit
de Koningin, en sterk door den genegen
steun van Hare beleidvoile regeeriDg, heeft
heel het Nederlandsche volk als een man
zich aangegord om te pogen, de smart van
het rouwend broedervolk te verzachten.
Thans, na eene onbeperkte gastvrijheid
op Neerland's bodem te hebben genoten,
zijn meest al onze medeburgers naar hunne
beproefde stad teruggekeerd, met een besef,
dat het een heilig gebod is, zijn haardstee
te beschermen, en een nationale plicht,
ook in den tegenspoed schouder aan schouder
te staan maar des te inniger is ook hun
onvergankelijk Jgevoel, uwer Natie eer en
dank schuldig te zijn voor de weldaden,
zoo gul door uw gastvrij land en volk
bewezen.
Wij beschouwen het als een hoog voor-
recht, deze gevoelens der Antwerpsche be
volking te mogen uitspreken en hebben
de eer Uwe Excellence te verzoeken, daar
bij de Nederlandsche Regeering de tolk
van te willen wezen.
Wij voegen hierbij den wensch, dat
Nederland's doorluchtig Vorstenhuis met
alle heil gezegend blijve, en dat de ons
zoo hartelijk genegen Nederlandsche Natie
I steeds den heerlijiksten voorspoed moge
kennen.
Wij hebben de eer, Uwer Excellentie de
verzekering onzer zeer bijzondere hoog-
achting aan te bieden.
Namens het College van Burgemeester
en Schepenen
Bij verordening
De Secretaris, De Burgemeester,
(w. g.) H. MELIS. (w. g.) JAN DE VOS.
Zijner Excellentie
den Heere Mr. P. W. A. Cort van der
Linden,
Minister van Staat,
Minister van Binnenlandsche Zaken,
Tijdelijken Voorzitter van den Raad der
Ministers.
De gemeenteraad heeft rechtstaande de
rede van den burgemeester en de lezing van
het adres aangehoord en beide met toe
juiching bekrachtigd.
Het adres op Japansch papier gedrukt
met Piantijnsche letter is een meesterstukje
van de bekende Antwerpsche drukkersfirma
J. E. Buschmann.
Dank van Engeland.
In den loop van de besprekingen over
de begrooting van posterijen heeft, naar
Reuter aan de N. R. Crt. seint, minister
flobhouse onder toejuichingen de Neder
landsche regeering den dank van Engeland
betuigd voor het portvrij overbrengen van
brieven van en naar de Engelsche krijgs-
gevangenen in Duitschland.
Visch bait gemaakt.
De schipper van een te IJmuiden binnen-
gekomen stoomtreiler rapporteert, dat hij
op de visscherij heeft gepraaid den IJmuider
stoomtreiler, Union, waarvan de schipper
mededeelde, dat hij was aangehouden door
een Duitsche torpedoboot, die een sloep
uitzette en eenige gewapenden overbracht.
De bemanning van den treiler werd ge-
dwongen in de logiezen te gaan, waarna
de vangst van drie dagen, zijnde ruim 70
manden visch, van boord werd gehaald.
Daarna mocbten de opvarenden van den
treiler weer boven komen, en verdween
de sloep met den buit. (N. R. Crt.)
TER NEUZEN, 29 April 1915.
Den 14 Mei zal het 20 jaar geleden
zijn dat de heer F. C. O. M. Hombach
voor de eerste maal werd gekozen tot lid
van de Provinciale Staten voor het district
Hulst.
In de Maandag jl. te Middelburg ge-
houden vergadering van den Bond van
Waterbouwkundige Ambtenaren in Zeeland,
waren aanwezig 26 leden en 3 begunstigers
en 3 leden bij volmacht. De heer P. L.
Bolier, voorzitter van den Bond, wees in
zijn openingswoord op het voorrecht, dat
Nederland nog buiten den oorlog is ge-
bleven en herdacht het overleden lid den
heer Elsacker, die bij bet mijnongeluk te
Westkapelle om het leven kwam.
Uitvoerig werd besproken het buiten de
ongevallenwet staan der Waterbouwkundige
Ambtenaren, wel is steeds premie geind,
doch van uitkeering was geen sprake.
De contributie voor 1915 werd bepaald
op 3,50 en als plaats voor de volgende
algemeene vergadering werd Amsterdam
aangewezen. De heer K. Minderhoud werd
als bestuurslia herkozen en gekozen de
heer P. Hansen, daar het tweede aftredend
lid, de heer H. J. Visser niet meer in aan-
merking wenschte te komen.
De heer Lindenberg van Wemeldinge,
begunstiger van den bond, ligte een wensch
van hem toe, namelijk om bij particuliere
aanbestedingen in de bestekken op te nemeD,
dat alle geschillen tusschen besteders en
aannemers door eene commissie van Abri-
tage zullen worden opgelost.
Door den heer J. van de Velde voorzitter
van het Fondsbestuur, welk fonds de
weduwen-verzorging bedoeld, werd mede-
gedeeld, dat het fonds in 1914 een slecht
jaar had, het aantal weduwen steeg van
6 tot 8 en het aantal leden daalde door
overlijden der vrouw met 3 of van 28 tot
23. De bezittingen van het fonds stegen
niettegenstaande dit alles met 70. Staande
de vergadering trad een lid als lid van het
fonds en een ongehuwd lid als begunstiger
toe. Nadat een daartoe noodige reglements-
wijziging was aangenomen, daar ongehuwde
I leden alleen begunstiger en dus ook geen
bestuursleden van het fonds kunnen zijn
en de heer Van de Velde in 1914 weduw-
naar werd, werd deze als voorzitter
herkozen.
Gedeserteerd.
(Van Vlaamsche zijde.)
Gevlucht yan 't front te Zillebeke. -
Weinig deserteurs. Een moeilijk be-
sluit. - De vlricht. 't Front en
zijn beteekenis. Een zwerver.
Onder dit opsc-hrift schrijft A. Hans aan
de Tel.
Hij was gekleed als een Werkman, en jas,
vest, broek, ofschoon zeer verscheiden van
kleur en nu juist niet aan 'tlijf geregen,
wekten echter niemand3 aandacht, hier aan
de grens immers waar we beboeftige Bel-
gische viuchtelingen in een Engelsche slipjas
of een Amerikaansch gebreid vest, of in
deftigen zwarten rok zagen. Wat is er al
niet uit de kisten van over zee gekomen
Maar de man dien ik bedoel) vroeg me
iets in 't Duitschen dadelijk begreep
ik dat ik een deserteur van 't groote leger
uit Vlaanderen voor me had.
Hij vertelde het trouwens zelf, opge
wonden nog, nu hij na twee dagen en twee
nachten angst en gevaar, veilig de grens
bereikt had en op Nederlandschen bodem
stond.
//Tot de ,-nase" genoeg van zei hij
Zie", en hij toonde me een portret van
vrouw en twee allerkleinste kinderen
//Als ge daaraan dagelijks denkt, en voort-
durend den dood voor oogen ziet, maanden,
dien angst als een koorts op't lijf voelt
Och, ik moest weg, ik moest vluchtten en
ik heb het gedaan."
De oud-soldaat bekende oprecht, dat
weinigen deden gelijk hij, dat er dus zelden
Duitschers deserteerden.
't Is ook een moeilijk besluit", vervolgde
hij. //De opvoeding heeft van u een militair
gemaakt. Ge zit vol van militaire beginselen.
Deserteeren is een lafheid. Deserteeren
is gevaarlijken heeft verstrekkende
gevolgen. Ik weet nu, dat ik nooit meer
naar Duitschland terug ga, zelfs al mocht
ik later, zou ik niet willen. 't Leven zou
er me ondragelijk zijn Een lafheid ja,
maar ik kan niet meerO wat ik daar
gezien heb
,/Waar
z/Eerst in Frankrijk, aan de Marne en de
Aisne. Dan voor Armentieres en Warneton
(Waasten). Eindelijk bij Yperen. We waren
weer aan den slag. We kregen het geweldig
vuur der Engelschen.(De man had het over
den strijd bij heuvel 60). Onze beurt voor
een stormaanval zou komen, en ik had
zooveel gekwetsten zien wegvoeren, zwaar
gekwetsten ook. Een stormaanval
Vroegere tooneelen stonden me voor den
geest. Voortrennen over gewonden en
stervenden, wier geklaag, gehuil, gekerm
u toeklinkt.Een veld grijs van gevallen
kameraden.Debotsing.Alles rood voor
de oogen. En ik kon niet aan den
nieuwen stormaanval meedoen, ik vluchtte
in den nacht naar de Nederlandsche grens."
z/Hoe vondt ge den weg?
z/Op mijn kaart."
De Duitscher haalde een kaart voor den
dag en wees hierop welke richting hij ge-
volgd hadBecelare, Dadizeele, Ledegem.
Dat was 't moeilijkste om buiten 't front
te geraken. //Over het land, door beken",
verhaalde hij, //op den grond laten vallen
of achter een boschje wegkruipen, als ik
wat hoorde. Zoo kwam ik te Isegem."
z/In uniform
„Ja. Yan Isegem naar Thielt, maar alle
dorpen en groote wegen vermijdend. Zag
ik in de verte militairen, dan verborg ik
mij. Vooral in den nacht marcheerde ik.
Over dag sliep ik in een boschje. Eten
heb ik op een hoeve gevraagd. Zoo duurde
de reis lang drie dagen en drie nachten.
Yan Thielt naar Aalter, en dan naar
de grens, maar aan niemand vertel ik, hoe
ik burgerkleeren kreeg en waar ik de grens
overschreed. Ik heb goede redenen voor
dat zwijgen."
„Ge hadt dus geen ontmoetingen."
vNeen. Maar u beschrijven hoe ik han-
delen moest, welk een angst ik soms uit-
stond, is me onmogelijk. 't Was of ik
gedurig den dreigenden kogel om me heen
hoorde fluiten.
De man sprak over 't front. Dat woord
wordt zoo dikwijls en zoo zonder nadenken
uitgesproken. Hij is aan't front. Een brie;1
van 't front. Een brief naar 't front, enz
/t Front," zei me de Duitscher. //Ik heb
uren in 't water gestaan, tot aan de borst,
en dat in den winter. Ik heb koppen,
armen, beenen, lappen bloederig vleesch,
ingewanden voorbij me zien vliegeD. O,
die gruwelijke tooneelen Nooit te vergeten.
Kameraden, die ge nu maanden kent,
met wie ge uw voedsel deeldet, met wie
ge voor 't gevecht nog gesproken hebt,
worden plots uiteengerukt. Een massa
lillend vleesch ligt daar bij u, of bloed,
hersenen, ingewanden bespatten u.
't FrontIk hoor ze nog huilen, de
arme getroffenen of hen roepen om moeder
of vrouw en kinderen. 'k Zie waanzinnigen
die me aangrijnzen. Of Jt is de kreet
//Was3erof //Om Gods wil", een korte
bede, die ge verstaat, maar niet verhooren
kunt, omdat ge voort moet\ misschien
zelf naar den dood maar voort toch op
den vijand in.
't FrontEn de Duitscher beschreef
begrafenissen, die hij in Frankrijk of daar
in 't hart van Ylaanderen bijgewoon had.
„Een massa-graf, grijpt u zoo aan", ver
telde hij. ^Yeertig, vijftig, zestig, jonge
mannen in een kuil. Scherp moet ge
niet zien 't Zou u te veel aangrijpen
want er zijn zulke schrikwekkende dooden
bjj. Is er tijd, dan wordt een dienst gedaan.
We hebben „Katholieken" en //Evangelische"
geestelijken aan 't front. Er wordt gebeden,
een woord gesproken, een salvo gelost.
En dan de aarde er op, en ocb, eigenlijk
de vergetelheid. Hoeveel liefde, geluk, steun
van vrouw en kinderen of ouders, hoeveel
kracht, talenten, verstand, o, wat al wordt
in dat graf gesloten."
z/En dooden van den vijand vroeg ik.
//O, menigmaal heb ik Duitschers, Fran-
schen, Engelschen, in hetzelfde graf gezien.
Wij begraven onze vijanden eervol. Vijand-
schap tegen dooden neen, zoo is een
Duitscher niet.
Ik had hem kunnen ondervragen over
die vijandschap jegens Belgische burgers,
over het gebeurde bij Thienen, Leuven,
Dinantmaar ik wilde niet. Ik stond
tegenover een zacht mensch en luisterde
zelf ontroerd, hoe hij zijn afkeer beschreef,
toen hij het eerst in 't vuur kwam en
dooden moest.
z/Waarlijk, ik dacbt aan mijn kinderen",
sprak hij. //En ik huiverde bij de over-
peinzing. Mijn kinderen moesten eens zien,
dat ik menschen dooddeIk bleef in
dien eersten tijd nuchter, ik wist wat ik
deed en ik rilde ook van angst, omdat ik
zelf in gevaar was. Een soldaat mag dat
eigenlijk niet zeggen maar ik ben nu
deserteur. Welnu, de meeste soldaten sid-
deren van angst en velen schreeuwen en
weenen van angst. En nog erger zou het
zijn, wist men eenigen tijd van te voren,
dat men naar 't vuur ging. Soms meenden
we buiten 't front te blijven en stonden
we plots voor den vijand."
't Front, herhaal ik weer. Alle tooneelen,
dien de man me weergaf, vertel ik hier
niet over.
Toen ik dezen nacht wakker werd en
plots 't kanon hoordeen er eenigen
tijd naar te luisteren lag, dacht ik aan den
deserteur, aan zijn verhalen. En ik peinsde
aan Zillebeke, Bixschoote, Boesinghe, aan
de me zoo welbekende dorpen en 'k zag
't schilderachtig kanaal van de Yser naar
Yperen.... 't Kalme water tusschen't hoo-
ge bosch en zie, dat schoon Vlaanderen
is front, is een strijdterrein, een dooden-
veld, een hospitaal. Ik zag de hooge kerk
van Roozebeke, den tempel gelijk een
kathedraal van Dadizeele't bedehuis
van Ledegem achter de beek, tusschen de
boomen, gebouwen nu lazeret voor ge
kwetsten
En dan onze eigen jongens, die toch een
troost hebben in al dat oorlogswee, de
troost, waarlijk te strijden voor een ideaal,
voor de bevrgding van hun in den oorlog-
gesleurd land, voor hun onder druk zuchtende
familieleden ook zij kennen die vreeselijke
tooneelen, ook van hen sterven zoo veleD
met de laatste gedachten, gewijd aan
geliefden in 't bezette land
O, ontzettend woord //front"
De deserteur was nu in Nederland. Zijn
plannen Werk zoeken 0, zijn oogen
blonken bij de gedachte aan vreedzamen
arbeid En later met vrouw en kinderen
naar Amerika, zoo hoopte hij.
Maar nu is hij nog een zwerver.Ge-
broken zijn verleden. Wie aan zoo'n front
geweest is, als ik, telt geen ellende meer,"
zei hij mij. //Ik ben gehard nu tegen veel
ontbering, tegen ellende."
't Land van bloed en tranen, van dood
en rouw, van vernieling en rui'nen, lag
achter hem. De vrede hier greep hem
machtig aan. 0, wat leeren we nu de
beteekenis van dat woord tfVrede" kennen
A. HANS.
Voedsel voor Belgie.
In verband met de voortdurende weigering
van de Duitsche regeering om de honge-
rende bewoners van Belgie van voedsel te
voorzien en het feit, dat de middelen ter
beschikking van het neutrale hulpeomite
niet groot genoeg zijn, is dit naar
Reuter seint genoodzaakt geworden om
hulp in Engeland te vragen. Tot nu toe
had het zich daar van onthouden, omdaf
de neutrale commissieleden er bezwaar in
zagen. Er is uu een nationaal Britsch
comite gevormd om het fonds te stijven.
De koning is eerste inschrijver met 500.
De Engelsche drankbe-
strijding.
Volgens den parlementairen correspon
dent van de Daily Telegraph zal de regeering
vermoedelijk de volgende regeling voor-
stellen
1. De verkoop van slerken drank in
streken, waar oorlogsmunitie wordt ver-
vaardigd of in havens, van waar troepen
worden verscheept, kan geheel of gedeel-
telijk verboden worden.
2. Buiten deze zones zullen geestrijke
dranken ten deele verboden zijn en zullen
de bevoegdheden van de plaatselijke autori-
teiten tot vaststelling van den tijd van de
opening en sluiting van herbergen uitge-
breid worden.
3. Het brouwen van lichte en gezonde
bieren zal aangemoedigd worden.
4. Er zal vergoeding worden betaald
voor de schade, aan het bedrijf toegebracht,
5. De bovengenoemde bepalingen gelden
slechts tijdens den duur van den oorlog.
6. De verkoop van wijn zal niet bemoei-
lijkt worden alleen zullen de rechten ver-
hoogd worden.
De Duitschers en de Vlaam
sche taal.
Het Wolfl-Bureau verzocht de Echo Beige
het volgende bericht te willen plaatsen
De eerbied van de Duitsche regeering
voor de Vlaamsche taal heeft tot gevolg dat
overal Vlaamsche lessen gegeven worden
aan Duitsche ofScieren. Sedert weken worden
reeds lessen te Antwerpen gegeven door
dr. Scnowalter, den vertaler van //De Leeuw
van Vlaanderen", van Conscience, den schrij-
ver van //Herinneringen van president Kru-
ger" en den tolk van de Boeren-generaals
bij hun reis door Duitschland, thans militair
leeraar voor de provincie Antwerpen.
Ongeveer vijftig officieren hebben deel
genomen aan zijn lessen.
Ter ivaarschuwing van terug-
keerenden.
Het station te Roosendaal is de laatste
dagen het operatie-terrein, waar een ciub-
je Belgen, als heeren gekleed vrouwen
doen ook mee hun huiswaart keeren
den landgenooten een laatste herinnering
mzorgen aan den vrijen Nederlandschen
grond.
Dezen, die huistoe trekken, hebben na-
tuurlijk geen Hollandsch of Engelsch geld
meer noodig. Zij worden dan door hulp-
vaardige Belgische wisselaars voortgeholpen.
Van koersen hebben de stakkers natuur-
ijk geen verstand, en aldus worden ze het
slachtoffer van hun eigen landgenooten, die
voor 100 Nederlandseh geld 190 francs
durven geven. Alle Belgen, die naar hun
vaderland terugkeeren, worden door de
wisselaars aangesproken en velen loopen er
in. Hooren ze dan later hoe ze beet zijn
genomen, dan schelden zjj om 't hardst op
't vrije Nederland, waar ze zoo zijn afge-
zet. (Tijd.)
Besuiniging straatverlichting.
Wij vernemen dat het voornemen bij het
gemeent.ebestuur van Amsterdam bestaat, de
staatverlichting voor zooverre die uit
gaslicht bestaat te beperken. Deze
zuinigheidsmaatregel zal dan medebrengen,