De krijgsbedrijven.
BINNENLAND.
kende op Engelsche koopvaarders. Het was
aan boord van het schip in dien tijd wel
eens zeer benauwd toegegaan, vooral toen er
veel gevangenen aan boord waren, van in
den grond geboorde schepen. De leeftoeht
verminderde aanmerkelijk, zonder dat er ge
legenheid kwam om die aan te vullen. Ge-
durende de maand, December leefden de be
manning en de onvrijwiliige passagiers bijna
hoofdzakelijk van rijst, een lading van een
buitgemaakt schip ontnomen, met het ge-
volg, dat er onder de schepelingen gevallen
van beri-beri voorkwamen.
De berichten maken dan verder melding
van een jacht op liet Engelsche stoomschip
„Chasehill'; aan boord van dit schip, dat
de kapitein spaarde wegens het dappere ge
drag der bemanning, werden de gevangenen
overgebracht, en het kreeg gelegenheid naar
een Amerikaansche haven koers te zetten.
Door de interneering van de „Kronprinz
Wilhelm" zijn tlians, ruim acht maanden
na het uitbreken van den oorlog, alle Duit-
sche kruisers en hulpkruisers van de zeeen
verdwenen.
t
Represailles.
De dodr de Engelsche regeericg bevolen
maatregelen tegen de bij trouwe plichts-
betrachting in haar macht geraakte beman
ning van onderzeebooten, waaraan zij een
eervolle krijgsgevangenschap onthoudt en
ze in een marine-arrest-lokaal laat opsluiten,
hebben, naar Wolff seint, de Duitsche re-
geering geleid tot tegenmaatregelen. Voor
elken gevangene, behoord hebbende tot de
bemanning van duikbooten, die in strijd met
het volkenrecht hard wordt behandeld, zal
een in Duitsche krijgsgevangenschap ver-
keerend Eugelsch offfcier zonder aanzien
des persoons op gelijke wijze worden be
handeld. Mitsdier zijn Dinsdag uit de ge-
vangenkampen 39 Engelsche officieren naar
militaire arrest-lokalen oversebracht.
Oe William P. Fpye.
De Norddeutsche Allgemeine Zeitung
maakt de gewisselde nota's over het in den
grond boren van de William P. Frye
openbaar.
In de Dota van Gerard, den gezant der
Vereenigde Staten aan den staatssecretaris
van buitenlandsche zaken staat o. a.In
opdracht mijner regeering heb ik de eer de
reclamatie tot een bedrag van 228,095,54
dollar ten gunste van de eigenaars en den
kapitein van het Amerikaansche zeilschip
William P. Frye aan de Duitsche regeering
over te leggen.
De William P. Frye, eigendom van
Amerikaansche burgers, en rechtmatig varend
onder de vlag der Vereenigde Staten, ver-
liet den 4den November 1914 onder charter
voor M. H. Houser van Portland in Oregon
de haven van Seattle met bestemming naar
Queenstown, Falmouth of Plymouth, met
een lading die uitsluitend uit 186,980 bushel
tarwe bestond. De lading, het eigendom
van genoemden Houser, was geconsigneerd
aan order. Dat bleek uit de scheepspapieren,
die bij 't in den grond boren aan den
kapitein zijn ontnomen. Ik heb de eer u
te vragen, of de Duitsche regeering bereid
is voor de vernietiging van de W. P. Frye
door den kruiser Eitel Friedrich voile schade-
vergoeding te geven.
De Duitsche nota van antwoord houdt
o. m. in De Duitsche commandant heeft
volkomen volgens de beginselen van
het volkenrecht gehandeld. De havens
Queenstown, Falmouth en Plymouth zijn
sterk bevestigde Engelsche kustplaatsen, die
bovendien de Engelsche vloot tot steunpunt
dienen. De lading tarwe mocht derhalve
als bestemd voor de vijandelijke strijdmacht
worden beschouwd en tenzij bewijs van
het tegendeel werd gegeven als eontra-
bande worden behandeld. Daardoor werd
meteen het in den grond boren gerecht-
vaardigd, orndat er voor den hulpkruiser
geeu mogelijkheid was, den prijs zonder
gevaar in veiligheid te brengen.
Bij een behandeling voor een prijsgerecht
zpuden de eigenaars van schip en lading
het bewijs kunnen trachten te leveren, dat
de lading tarwe een vreedzame bestemming
had en dus geen contrabande was. Daar
volgens de bepalingen van het Pruisisch-
Amerikaansche vriendschaps- en handels-
verdrag en van het Pruisisch-Amerikaansche
handels- en scheepvaartverdrag contrabande
niet verbeurd verklaard, maar slechts vast-
gehouden of tegen betaling van de waarde
overgenomen mag worden, zouden de Ame
rikaansche eigenaars van schip en lading
ook schadevergoeding krijgen, zelfs indien
het prijsgerecht de lading tarwe tot contra
bande mocht verklaren.
'£en nieuw vodje papier?
Uit goede bron verneemt ,,De Maasbode"
liet volgende
Tusschen de Amerikaansche en de Duit
sche regeering is indertijd een overeenkomst
gesloten, waarbij aan de schepen voor de
Belgian Relief Committee garantie verleend
werd voor behouden overtocht naar Euro-
pa en terug naar Amerika.
Het s.s. „Harpalyce" voer, toen het ge-
torpilleerd werd, de Reliefvlag, had boven
dien zeilen uitgehangen, waarop in rood'e
letters „Belgian Relief Committee", terwijl
de kapitein in het bezit was van een pas,
afgegeven door den Duitscfien gezant te
's Gravenhage, dat het schip gecharterd was
door de Relief Committee en derhalve vei-
lige overtocht naar Amerika moest worden
gegeven. Dat niettegenstaande dit alles het
schip tocli getorpilleend is, valt daarom dub-
bel te betreuren. Een opheldering in deze
zaak van Duitsche zijde is zeer gewenscht.
De ..Harpalyce" was Zaterdagmorgen om
10 uur den waterweg uitgevaren met be
stemming naar Kaap Henry (Ver. Staten),
maar zou eerst Newcastle aandoen, om al-
daar bunkerkolen in te nemen.
Over den vrede.
De geheele wereld ziet uit naar Amerika,
of het 't initiatief tot den vrede zal nemen,
zoo sprak de paus tot den Amerikaanschen
journalist Von Wiegand. En, merkwaardig,
de Oostenrijksche bladen zijn er, zooals het
„R. Nwsbl." meldt, het eerst bij, om 's pau
sen voorstel toe te juichen.
Deze uiting, zegt de „Reichspost", is een
historische gebeurtenis, waarvan de betee-
kenis wel dankbaar gewaardeerd zal wor
den door de geheele beschaafdte wereld. Er
is geen autoriteit, waarvoor de Amerikanen
zonder onderscheid van welk Christelijk ge-
loof zij zijn, grootere vereering koesteren
dan die van den paus. Wanneer de Ver
eenigde Staten, die de macht in handen heb
ben, om den wensch naar vrede kracht bij
te zetten, met de hooge geestelijke autori
teit van den paus zouden willen samenwer-
ken, dan zou een vredesbemiddeling voorbe
reid worden, zooals die voor het beslissen-
de moment niet schitterender en gelukkiger
kan geacht worden.
De „Neue Freie Presse" herinnert er aan
dat de paus zich sinds zijn verkiezing als
zoodanig onophoudelijk met de vraag heeft
beziggehouden, wat de kerk zou kunnen
doen om den geleisterden volken den vrede
terug te geven. Wanneer de paus zich tot
den president der Vereenigde Staten, den
leider van een zeer machtige natie, zou
wenden om dezen als bondgenoot te krijgen
voor zijn vredesbemoeilngen, zou de geheele
wereld daarvoor belangstelling toonen, al
zijn ook de omstandiglxeden daarvoor op
het oogenblik niet gunstig.
Nog niet gunstig Maar toch wordt van
verschillende zijden de mogelijkheid geop-
perd, zij het op telkens andere gronden,
dat de oorlog niet zoo heel lang meer
duren zal. Generaal French heeft gezegd
dat deze oorlog geen „pro traded war" (slee
pende oorlog) zal worden. Von Hindenburg
heeft in zijn gesprek met een Italiaanschen
schrijver op een einde van den oorlog bin
nen afzienbaren tijd gezinspeeld en graaf
Andrassy, de Hongaarsche diplomaat, heeft
eveneens als zijn meening te kennen gege
ven, dat de vrede nabij is.
Merkwaardig is, dat thans in Amerika ge
rucliten opduiken, dat Duitschland aan de
Amerikaansche regeering niet-officieel heeft
doen weten, dat het geneigd is, vredjesvoor
stellen van de geallieerden in overweging
te nemen.
De „Times" zegt, dat zij geen bevestiging
van dit bericht heeft kunnen ver krijgen,
maar vermeldt niettemin de voorwaarden,
waarop Duitschland lot vrede bereid zou
zijn en welke als volgt zouden luiden:
De status quo zal in Europa hersteld wor
den, d.w.z. geen uitbreiding van gebiedlvoor
een der oorlogvoerenden. Het is bereid Bel
gie te ontruimen, maar wil geen schade-
loosstelling aan dat land betalen, ofschoon
het bereid is den Congo voor een redelijken
prijs te koopen. Het zou verzoeken om een
her-verdeeling van de kolonien der oorlog
voerenden, meer in het bijzonder in Afrika.
Verder zou Duitschland voorstellen, dat
Groot-Britannie en de andere naties een
overeenkomst troffen, om „de vrijheid der
zeeen en de onschendjbaarheid van den han-
del in oorlogstijd" te erkennen.
Natuurlijk gelooft niemand, dat de bond
genooten in zulke vredesvoorwaarden zou
den toestemmen, en vooral Engeland niet,
dat door de laatste bepaling als het ware
van zijn oppermacht ter zee zou moelen
afzien. Maar geruchten als deze doen toch
weer zien, dat de vrede in niet zoo heel
verre toekomst mogelijk wordt geacht.
Men veronderstelt ook in New-York, hoe-
wel zoowel de Amerikaansche Minister van
Buitenlandsche Zaken Bryan als de Duitsche
gezant Bernstojrff de stappen, die Duitsch
land zou hebben gedaan, tegenspreken, dat
het er Duitschland om te doen is, de ver-
antwoordelijkheid voor de voortzetling van
den oorlog op de geallieerden te doen rus-
ten.
Volgens de „New-York Globe" zal de re
geering der Vereenigde Staten den andpren
regeeringen kennis geven van Duitschlands
zijdelings gedane voorstellen die een grond*
slag voor onderhandelingen zouden kunnen
vormen.
Niet alleen de geruchten, dat Oostenrijk-
Hongarije naar een afzonderlijken vrede met
Rusland zou slreven, blijven circuleeren, ook
die, welke over de mogelijkheid spreken, dat
Turkije zijn bondgenooten ontrouw zal wor
den. Zij blijven louder voorbehoud aanvaard,
Volgens een telegram uit Geneve aan de
Daily Express" heeft Djavid Bey op zijn
terugkeer naar Berlijn, de reis te Lausanne
afgebroken, waar hij een langdurig onder-
houd had met den Russischen gezant in
Zwitserland. Volgens een mededeeling, welke
Geneve bereikte, was het onderwerp van
gesprek met den Russischen vertegenwoordi-
ger, het sluiten van een afzonderlijken vrede
door Turkije.
De correspondent te Washington van de
Times" seinde Zondag dat er sedert eenige
dagen veel over den vrede gesproken
wordt. Berichten uit Washington geven de
mogelijke vredesvoorwaarden aan en in de
bladen wordt er over van gedachten gewis-
seld. Volgens den correspondent der
Times" is het beste deel van de openbare
meening overtuigd dat de oorzaak dezer
beweging" bij de Duitsche diplomatic ge-
zocht moet worden. De heerschende mee
ning in Amerika, zegt hij, wordt weergege-
ven door een artikel in de „New-York
Times", waarin o.m. het volgende gezegd
wordt:
Waarom zouden de oorlogvoerende naties
geen vrede sluiten en dat wel nu? Duitsch
land zou thans beter voorwaarden kunnen
bedingen dan later. Zijn soldaten staan op
vijandelijk gebied in Rusland, in Frankrijk
en Belgie en zijn eigen land is zoo goed als
vrij van den vijand. ledqreen, die studie ge-
maakt heeft van de onderhandelingen, waar-
mee oorlogen eindigen, weet wat dat be-
teekent. Naar alle waarschijnlijkheid zou
de uiterste schadevergoeding, die er van
Duitschland gevergd zou kunnen worden,
herstel aan Belgie zijn. Maar de bondge
nooten zullen er op uit zijn Duitschland
in het jiauW te drijven fotdat het niet slechts
er in zal toestemmen te betalen en wat
per slot de rijkste vergoeding is, die het
aan Europa zou kunnen geven zijn lega
te ontwapenen, maar veel meer. Dat zou
een politick van bloed en vernietiging zijn
en de verantwoordelijke staatslieden in En
geland, Frankrijk en Rusland zouden het
tegenover de wereld nooit kunnen recht-
vaardigen die te hebben aanvaard. DeDuit-
schers uit hun loopgraven in Frankrijk en
Belgie te drijven, hen terug te werpen op
eigen verdedigingslinie langs den Rijn, zou
aan een half millioen, misschien een mil
lioen manschappen het leven kosten.
Van twee dingen, zoo vervolgt de „New-
York Times", kunnen we ons vrijwel verze
kerd houden, n.l. dat. zoo Duitschland be-
kend maakte, dat het over vrede zou wil
len onderhandelen, de bondgenooten zou
den luisteren als Duitschland genegen zou
zijn waarborgen te geven tegen een vers to
ring van den vrede in de toekomst. Van hei
eerste kunnen wij zeker zijn, om-i it de
bondgenooten niet vechteu uit liefde voor
den oorlog; zij strijden in een oorlog, dien,
naar hun meening, Duitschland hun opge-
drongen heeft. Zij hebben evenzeer genoeg
van den oorlog als Duitschland, maar zou
den dien gaarne eindigen op de eerste aan-
wijzing, dat de vijand genegen is de discus-
sie over de vredespreliminairen te begin-
nen.
Het vredesgefoed in de
^eimaanri.
Er wordt gemeld, dat de paus een vredcs
gebed heeft voorgeschreven, gedurende de
Meimaand in alle Katholieke kerken uit te
spreken. Het desbelreffend besluit, namens
den paus door kardinaal Gaspari uitgevaar
digd, zegt:
De paus heeft besloten, daartoe gebracht
door den wensch, de godbvrucht jegens de
Heilige Maagd, aan wie de Meimaand ge-
wijd is, te verlioo^tn en in vertrouwen, dat
door de bemiddeling van de Moeder Gods
en der Vredekoningin het einde van dien
liuidigen, rouwvollen oorlog spoedig be
reikt kan worden, dat een gebed om den
vrede gedaan zal worden, lietwelk de paus
zelf heeft opgesteld. De paus knoopt daar-
aan een aflaat van 300 dagen vast, die ver-
diend kan worden, wanneer het gebed een
maal daags verricht wordt en een volko
men aflaat voor ieder, die minstens twin-
tigmaal de verricliting van bedoeld gebed1
bijwoont.
Eesra 4erecihi4siing
De „Neue Freie Presse ontleent aan de
„New-York Tribune" de volgende schilde
ring van de terechtstelling van een deser-
teur:
„Ik sprak in het hospitaal een geeste
lijke, die bij een voornaam Engelsch regi
ment te velde was; dat regiment nam krach-
tig deel aan de gevechten in Noord-Frank-
rijk en is thans bijna volkomen vernietigd.
De geestelijke zelf ligt in het hospitaal we
gens zenuwoverspanning tengevolge van de
opwindende gebeurtenissen aan het front.
Als voorbeeld van de vele droeve plichten,
die hij te vervullen had, vertelde hij het
volgende: „Ik moest den laatsten nacht
doorbrengen met een Engelsch soldaat, die
den volgenden morgen zou worden terecht-
gesteld en ik zal dezen nacht nooit ver-
geten. Ik kon niet meer slapen, omdat ik
steeds er aan denken moest en ik geloof
niet, dat een van de overlevende soldaten
dezen nacht ooit zal vergeten. De soldaat
werd wegens desertie terechtgesteld. Hij was
niet slecht, maar zijn zenuwen waren hem
te machtig geworden en dat is wel het
meest vreeselijke^van de heele geschiedenis;
niemand kon he'm daarom laken. De sol
daten aan het front begrijpen het beter
dan de dokters dat de zenuwen geen weer-
stand meer kunnen bied-en. Hij was zeer
gezien in het regiment en toch liep hij
midden in het vijandelijk vuur weg. Het
was hier dus een poging tot desertie voor
den vijand, en dd krijgsraad kon slechts een
vonnis wijzen. Het ergste was echler, de
man wilde niet gelooven, dat hij terechtge
steld zou worden,. Een executie onder zulke
omstandigheden wordt in het Engelsche
leger minder als eqp straf beschouwd dan
als een voorbeeld voor anderen en daarom
zijn alien vriendelijk voor den soldaat, die
moet sterven.
Overdag werd de krijgsraad gehouden en
's avonds te 11 uur zond men mij naar den
veroordeelde om hem te zeggen dat hij den
volgenden morgen zou moeten sterven. De
soldaat wilde het niet gelooven. Ik moest
het hem telkens weer herhalen, dat er geen
hoop voor hem was, maar hij antwoordde
steeds weer: „De soldaten zijn alien mijn
vrienden, er is er geen in het regiment die
mij zou doodscliielen, ze hebben immers
alien hun zwak oogenblik geliad en zijn
wellicht even zoo goed door zenuwzwakte
overvallen als ik, en zij zullen mij begrij
pen; overigens is de kolonel mij goed ge-
zind, hij is altijd als een vader voor mij
geweest, en hij zou nooit toestaan, dat men
mij fusilleert; dat is immers alles onzin."
Het werd vier uur 's morgens eer ik hem
overtuigd had, dat het ernst was met de te
rechtstelling; maar ook toen nog scheen
hij te meenen, dat men slechts een vertoo-
ning met hem wilde houden om hem schrik
aan te jagen en dat hij daarna vrij zou
zijn. Indien iemand een misdaad had be-
gaan, zqu de heele terechtstelling nog niet
zoo treurig zijn geweest, of ook niet als de
dood hier werkefijk een straf had beteekend.
Maar het vreeselijkste was, dat deze soldaat
als voorbeeld en waarschuwing voor de an
deren moest sterven. Hij was zwak ge
weest en zwak zijn Is in het leger het
allerergste. Den volgenden morgen kregen
zes van zijn kqmeraden bevel hun gewe-
ren aan een officier te overhandigen. Zij
kregen de geweren geladen terug; wiens ge-
weer scherp was geladen, wiens met een
losse patroon, konden zij niet weten. De
veroordeelde kwam buiten. Op hetzelfde
oogenblik sprong zijn begeleider op zijde,
de zes geweren knalden en de man viel
dood neer. Toen werden de geweren weder
den officier overhandigd en de soldaten ont-
vingen ze gereinigd weer terug, zoodatgeen
van hen kon weten, wiens kogel den ka-
meraad had gedoodi,
Het eenige goede van deze treurige zaak
was, dat men den soldaat als in den strijd
gevallen in de verlieslijsten vermeldde. Zoo
blijft hij in de herinnering zijner verwanten
een held, en de officieren en manschappen
van het regiment hebben gezworen zijn ge
schiedenis en zijn naam te verzwijgen
In de schuilhoien.
De lange, afschuwelijke regentijd schijnt
nu voorbij te zijn, sclirijft men van het oor-
logslooncel aan de „Vorwarts". De zon
slraalt helder en warm, dagenlang reeds.
Dit geeft een heel andere stemming in de
loopgraven. En de vijand houdt zich rustig.
Af en toe een beetje artillerie-vuur. Overi
gens het eenlonige, stille afwachten, elkaar
bespieden en bewaken. Dan heeft een mensch
tijd om tot allerlei gedachten te komen.
Onder de bewoners van de eindelooze,
kronkelende aarden greppels ontstaat een
wedijver om de gehavende scliuilplaatsen te
verbeteren. De meeste waren wel eenigs-
zins bewoonbaar. Men behoefde er niet
meer op handen en voeten in te kruipen,
kon er reclitop in staan, had banken en een
lafeltje en ruslplaatsen op den achtergrond.
Maar dit is voor vindingrijke geesten niet
genoeg en voor hun ondernemingslust is
geen hindernis, geen werk te zwaar.
Openlijk en in het geheim, door de „of-
ficieele" loopgraven en over de eigenlijk
verboden wegen, sleepten zij uit het vol
komen veroverd dorp in de buurt allerlei
dingen aan. Verbaasd moet men zijn over
alles wat daar overdag en 's nachts bijeen
gezocht wordt. Pin het is niet gemakkelijk
te raden in vele gevallen, waarvoor dat alles
moet dienen. IJzeren rails van de opgebla-
zen spoor wegen, kookpolten en pannen,
huisdeuren en vensterglazen, telefoondraden
en bloemenstanders, firmaborden en koffie-
kopjes, rollen behangselpapier, kortom, alles
wat maar transportabel is.
En daarna gaat men over tot het verbe
teren van de oude aardholen. Wonderwer-
ken ontstonden, zeer verschillend in vorm
en aanleg, in inrichting en versiering. Uit
het eene liol werden twee vertrekken ge-
maakt; een portiere, uit zes verschillende
stukken aan elkaar genaaid, seheidt thans de
woonkamer van de twee verdiepingen hooge
slaapkamer. De aarden inuren zijn bekleed
met behangselpapier en stukken tapijt. En
zelfs braclit een knappe hand een soort van
lambrizeering aan uit hout. Op den grond
liggen planken. Om kleine tafeltjes staan
sloelen en fauLeuils, van hout, riet, pluche,
in bruin, rood en wit. Een haard of kachel
ontbreekt bijna nergens. In nissen plaatste
men kleine, sierlijke meubels en in vazen
en potten staan ruikers voorjaarsbloemen.
Er zijn kamers, die niet verlicht wordten
door petroleum of kaars en toch een ge-
zellig scliemerlicht hebben, dat goed ge
no eg is om er bij te lezen en te schrijven.
Dan heeft men lichtkokex-s aangelegd naar
den beganen grond.
Zoo kan men prettig zitlen, kranlen lezend
uit het vaderland, droomend van tliuis, van
vrouw en kind.
Van tijd tot tijd alleen boem-boem
de droomer schrikt op. In de kamers on
der den grond wappert het behang, trillen
de bloemen. En onwillekeurig houden alien
den adem even in. Maar er is niets ge-
beurd. Neen, alarm, geen aanval. Slilte als
te voren. Tijd om te droomen en zich te
verheugen over het kunstige bouwwerk. Wie
weet, hoe lang nog
De behandeling van klooster-
zusters.
Men schrijft uit Bergen-op-Zoom aan
//De Tijd":
Elk leger, van welke natie ook, telt in
zijn rangen ontaarden, wier instincten op
geisoleerde posten of bij gelegenheid van
opwinding in den strjjd den soldatenstand
te schande maken. Daarom behoeft, hetgeen
hier en daar door de, Duitschers in Belgie
geschiedde, dan ook niet te worden ver-
algemeend, een fout, waartegen ,/De Tijd"
herhaaldelijk heefc gewaarschuwd. Een der
afschuwelijkste lasterpraatjes, welke sinds
het begin van den oorlog tot op dezen dag
de ronde doen, is het mishandelen van
kloosterzusters op een wijze, welke met
alle vrouwelijke eer in strijd zou wezen.
Men vertelt o. a., dat een geheel nonnen-
convent te Blauwput op onnoembare wijze
geschonden zijn, dat zusters van een klooster
in Mechelen geweld hadden te lijden enz.
Ik heb al deze gevallen naarstig onder-
zoeht en geen enkele beschuldiging, die de
laster in dezen uitstrooide, bleek houdbaar
te wezen. Ook de kerkelijke overheden
gaven mij in dezen de meest stellige ver-
klaringen. Daargelaten een enkele ietwat
ruwe behandeling hebben de katholieke
kloosterzusters nergens geweldenarijen
ondergaan, die schandelijk zouden moeten
worden genoemd. Integendeel zou ik tal-
rijke voorbeelden kunnen aanhalen van de
humane en voortreffelijke wijze, waarop
Duitsche officieren en soldaten zich in
klooster-kwartieren en hospitalen hebben
gearagen."
,,De dochtei*s van den smid."
Van den dorpssmid uit Eichberg bij
Passau strijden vijf zoons in den oorlog
het zijn sterke gezonde jongens en ze vechten
goed voor hun land. Thuis bleven de drie
dochters van den smid. En nu de jongens
van huis zijn, namen de meisjes den hamer
op en trekken den blaasbalg en smeden er
het heette ijzer voor vader en vaderland.
(Hbl.)
De hsrhouw van Belgie,
Te Louden is thans door het Belgisch
comite van stedenbouw een tentoonstelling
geopend van plannen, teekeningen en af-
beeldingen van Belgische steden voor den
oorlog en nu. Het doel is, volgens het
Hbl., niet om de Belgen te toonen hoe ze
hnn steden en dorpen zullen moeten her-
bouwen, maar alleen om het voorbereidend
werk der Belgen voor dien herbouw te
vergemakkelijken. De tentoonstelling werd
geopend door lord Bryce, die nog eens de
bouding van Belgie en de Belgen huldigde
en verklaarde, dat de algemeene overtuiging
in Engeland er zeker ook wel in de neutrale
landen deze was, dat zij die Belgie hadden
verwoest en de bevolking in ellende hadden
gestort, tot den laatsten cent vergoeding
zouden moeten geven voor het verkeerde
dat ze deden.
De senator La Fontaine bracht daarop
ret Engelsche volk dank voor hetgeen het
voor de Belgen deed en de Belgische gezant
sprak eveneens eenige vriendelijke woorden
voor den steun nu weer va'h Engelsclie zijde
verleend bij de voorbereiding van derTher-
bouw van Belgie.
Duitsch communique over
den toestand.
Officieel wordt door het groote Duitsche
hoofdkwartier medegedeeld
Westelijk oorlogstooneel. De Franschen
beweren 50 bominen op het zeestation en
de gieterij te Brugge te hebben geworpen.
In werkelijkheid vielen 9 bommen in de
omgeving van Ostende en twee bij Brugge
zonder schade aan te richten. Wij bombar-
deerden in ruil daarvoor overvli^dig de
door de Engelschen bezette plaatsen Pope-
ringen, Hazebrouck en Oassel (Frankrijk).
Bij Berry au Bac drongen de Franschen
's nachts een onzer loopgraven binnen,
maar werden dadelijk weder teruggeworpen.
Een aanval door vijandelijke vliegers van
de streek oostelijk van Rheims mislukte.
Noordoosteljjk van Suippes werden weder
tegen ons schoten met verdoovende gas-
ontwikkeling gebruikt.
Tusschen Maas en Moezel zetten de
Franschen vruchteloos hun activiteit op
eenige plaatsen met heftigheid voort.
Drie aanvallen in de morgenuren bij
Maizeray, westelijk van Verdun, mislukten
onder de zwaarste verliezen door ons vuur.
's Middags en 's avonds bij Marcheville,
zuidwestelijk van Maizeray, ondernomen aan
vallen, waarbij de vijand sterke colonnes
toonde, hadden hetzelfde resultaat. Een
heden bij den dageraad tegen het front
van MaizerayMarcheville geleide aanval
werd weder met zeer belangrijke verliezen
voor den vijand afgeslagen. In het Bois
le Pretre vonden daags en 's nachts ver-
bitterde gevechten van man tegen manplaats,
waarbij wij langzaam terrein wonnen.
Zuideiijk van Hartmannsweilerkopf werd
gister-avond een Fransche aanval afgeslagen.
Oostelijk oorlogstooneel. De toestand in
het oosten is onveranderd.
Fransche
■•egeepjngstneedeeling,
Officieel communique van gistermiddag
V an de zee tot aan de Aisne is niets te
melden, behalve eenige artilleriegevechten
ten oosten van Berry-au-Bac, waar wij
ons van een Duitsche loopgraaf meester
maakten.
In Argonne had een mijnengevecht plaats
en een gevecht met bommen en granaten
van de eene loopgraaf naar de andere.
1 usschen Maas en Moezel zijn wij op
verschillende punten in contact gekomen
met draadversperringen van vijandelijke
verdedingswerken.
in het Ailly-bosch in het district Flirey
hadden artillerie acties plaats, zonder dat
de infanterie in 't vuur kwam.
Russisch communique,
Mededeeling van den Russischen gene-
ralen staf van gisteren
Ten westen van de middea-Njenien izjjn
gister plaatselijke gevechten geleverd. Bij
Ossowiec, in de streek bij Jedwabno en
tusschen de Pissa en de Omulew heeft een
artillerie-duel plaats gehad. Een aanval
der Duitschers op het dorp Szafranki mis
lukte.
In de Karpathen hebben wij op 10 dezer
door vuren op korten afstand, een sterke
vijandelijke legermacht afgeslagen, die ons
herhaalde malen had aangevallen. Wij zijn
eenigszins vooruit gegaan, terwijl zich een
hevig gevecht ontwikkelde in de streek
van den Uszok-pas, dien de vijand nog
steeds bezet houdt. Wij hebben daar drie
kanonnen veroverd en ongeveer 700 krijgs-
gevaDgenen gemaakt.
In de richting van Stryj hebben wg aan
vallen afgeslagen aan het front bij Rosochacz
Czawezik, Goziouka en Rozanka, waarbij
wij den vijand reusachtige verliezen toe-
brachten. Sinds 9 dezer houdt de vijand
de hoogte 992 bij Koziouka bezet. De
aangrenzende stellingen zijn in onze handen
gebleven.
Van de andere sectoren valt geen wijziging
van beteekenis te vermelden.
Ontheffing en vrijstelling van
personeele belasting voor
gemobiliseerden.
In een nota naar aanleiding van het
verslag over het wetsontwerp, houdende
bijzondere regeling nopens ontheffing en
vrijstelling van personeele belasting voor
gemobiseerden, deelt de Minister van Finan-
cien, volgens de H. Crt., mede, dat hij
geen reden aanwezig acht om gemobiliseerde
personen, die een tegemoetkoming uit
's Rijks kas ontvangen, zonder onderscheid
buiten vervolging te laten, waar gebleken
is dat velen hunner, mede tengevolge van
de bedoelde tegemoetkoming, zeer wel en
somtijds zelfs beter dan tevoren tot het
letalen van belasting in staat zijn.
Overigens verlieze men niet uit het oog
dat het aanvangen der vervolging veeltijds
het eenige middel is om te weten te komen
roe de financieele toestand is van den be-
lastingplichtige, die niets van zich heeft
aten hooren.
Dat ook de Regeering in de buitenge-
wone tijdsomstandigheden voldoende aan-
eiding vond om hen tegemoet te komen,
die door bloot verzuim een aanspraak op
ontheffing geheel of ten deele hebben ver-
oren, heeft zij reeds getoond door het in-
dienen van het onderwerpelijk wetsvoor-
stel. De Minister acht geen termen aan
wezig om in dit geval af te wijken van den
regel, dat ontheffing slechts verleend wordt
over de maanden, waarin geen objectieve
belastingplicht meer aanwezig was.
Een meer iDgrijpende regeling, zooals
door enkele leden verlangd werd ten aanzien
van de chauffeurs, garages, enz., van die-