De krijgsbedrijven. BINNENLAND. kende op Engelsche koopvaarders. Het was aan boord van het schip in dien tijd wel eens zeer benauwd toegegaan, vooral toen er veel gevangenen aan boord waren, van in den grond geboorde schepen. De leeftoeht verminderde aanmerkelijk, zonder dat er ge legenheid kwam om die aan te vullen. Ge- durende de maand, December leefden de be manning en de onvrijwiliige passagiers bijna hoofdzakelijk van rijst, een lading van een buitgemaakt schip ontnomen, met het ge- volg, dat er onder de schepelingen gevallen van beri-beri voorkwamen. De berichten maken dan verder melding van een jacht op liet Engelsche stoomschip „Chasehill'; aan boord van dit schip, dat de kapitein spaarde wegens het dappere ge drag der bemanning, werden de gevangenen overgebracht, en het kreeg gelegenheid naar een Amerikaansche haven koers te zetten. Door de interneering van de „Kronprinz Wilhelm" zijn tlians, ruim acht maanden na het uitbreken van den oorlog, alle Duit- sche kruisers en hulpkruisers van de zeeen verdwenen. t Represailles. De dodr de Engelsche regeericg bevolen maatregelen tegen de bij trouwe plichts- betrachting in haar macht geraakte beman ning van onderzeebooten, waaraan zij een eervolle krijgsgevangenschap onthoudt en ze in een marine-arrest-lokaal laat opsluiten, hebben, naar Wolff seint, de Duitsche re- geering geleid tot tegenmaatregelen. Voor elken gevangene, behoord hebbende tot de bemanning van duikbooten, die in strijd met het volkenrecht hard wordt behandeld, zal een in Duitsche krijgsgevangenschap ver- keerend Eugelsch offfcier zonder aanzien des persoons op gelijke wijze worden be handeld. Mitsdier zijn Dinsdag uit de ge- vangenkampen 39 Engelsche officieren naar militaire arrest-lokalen oversebracht. Oe William P. Fpye. De Norddeutsche Allgemeine Zeitung maakt de gewisselde nota's over het in den grond boren van de William P. Frye openbaar. In de Dota van Gerard, den gezant der Vereenigde Staten aan den staatssecretaris van buitenlandsche zaken staat o. a.In opdracht mijner regeering heb ik de eer de reclamatie tot een bedrag van 228,095,54 dollar ten gunste van de eigenaars en den kapitein van het Amerikaansche zeilschip William P. Frye aan de Duitsche regeering over te leggen. De William P. Frye, eigendom van Amerikaansche burgers, en rechtmatig varend onder de vlag der Vereenigde Staten, ver- liet den 4den November 1914 onder charter voor M. H. Houser van Portland in Oregon de haven van Seattle met bestemming naar Queenstown, Falmouth of Plymouth, met een lading die uitsluitend uit 186,980 bushel tarwe bestond. De lading, het eigendom van genoemden Houser, was geconsigneerd aan order. Dat bleek uit de scheepspapieren, die bij 't in den grond boren aan den kapitein zijn ontnomen. Ik heb de eer u te vragen, of de Duitsche regeering bereid is voor de vernietiging van de W. P. Frye door den kruiser Eitel Friedrich voile schade- vergoeding te geven. De Duitsche nota van antwoord houdt o. m. in De Duitsche commandant heeft volkomen volgens de beginselen van het volkenrecht gehandeld. De havens Queenstown, Falmouth en Plymouth zijn sterk bevestigde Engelsche kustplaatsen, die bovendien de Engelsche vloot tot steunpunt dienen. De lading tarwe mocht derhalve als bestemd voor de vijandelijke strijdmacht worden beschouwd en tenzij bewijs van het tegendeel werd gegeven als eontra- bande worden behandeld. Daardoor werd meteen het in den grond boren gerecht- vaardigd, orndat er voor den hulpkruiser geeu mogelijkheid was, den prijs zonder gevaar in veiligheid te brengen. Bij een behandeling voor een prijsgerecht zpuden de eigenaars van schip en lading het bewijs kunnen trachten te leveren, dat de lading tarwe een vreedzame bestemming had en dus geen contrabande was. Daar volgens de bepalingen van het Pruisisch- Amerikaansche vriendschaps- en handels- verdrag en van het Pruisisch-Amerikaansche handels- en scheepvaartverdrag contrabande niet verbeurd verklaard, maar slechts vast- gehouden of tegen betaling van de waarde overgenomen mag worden, zouden de Ame rikaansche eigenaars van schip en lading ook schadevergoeding krijgen, zelfs indien het prijsgerecht de lading tarwe tot contra bande mocht verklaren. '£en nieuw vodje papier? Uit goede bron verneemt ,,De Maasbode" liet volgende Tusschen de Amerikaansche en de Duit sche regeering is indertijd een overeenkomst gesloten, waarbij aan de schepen voor de Belgian Relief Committee garantie verleend werd voor behouden overtocht naar Euro- pa en terug naar Amerika. Het s.s. „Harpalyce" voer, toen het ge- torpilleerd werd, de Reliefvlag, had boven dien zeilen uitgehangen, waarop in rood'e letters „Belgian Relief Committee", terwijl de kapitein in het bezit was van een pas, afgegeven door den Duitscfien gezant te 's Gravenhage, dat het schip gecharterd was door de Relief Committee en derhalve vei- lige overtocht naar Amerika moest worden gegeven. Dat niettegenstaande dit alles het schip tocli getorpilleend is, valt daarom dub- bel te betreuren. Een opheldering in deze zaak van Duitsche zijde is zeer gewenscht. De ..Harpalyce" was Zaterdagmorgen om 10 uur den waterweg uitgevaren met be stemming naar Kaap Henry (Ver. Staten), maar zou eerst Newcastle aandoen, om al- daar bunkerkolen in te nemen. Over den vrede. De geheele wereld ziet uit naar Amerika, of het 't initiatief tot den vrede zal nemen, zoo sprak de paus tot den Amerikaanschen journalist Von Wiegand. En, merkwaardig, de Oostenrijksche bladen zijn er, zooals het „R. Nwsbl." meldt, het eerst bij, om 's pau sen voorstel toe te juichen. Deze uiting, zegt de „Reichspost", is een historische gebeurtenis, waarvan de betee- kenis wel dankbaar gewaardeerd zal wor den door de geheele beschaafdte wereld. Er is geen autoriteit, waarvoor de Amerikanen zonder onderscheid van welk Christelijk ge- loof zij zijn, grootere vereering koesteren dan die van den paus. Wanneer de Ver eenigde Staten, die de macht in handen heb ben, om den wensch naar vrede kracht bij te zetten, met de hooge geestelijke autori teit van den paus zouden willen samenwer- ken, dan zou een vredesbemiddeling voorbe reid worden, zooals die voor het beslissen- de moment niet schitterender en gelukkiger kan geacht worden. De „Neue Freie Presse" herinnert er aan dat de paus zich sinds zijn verkiezing als zoodanig onophoudelijk met de vraag heeft beziggehouden, wat de kerk zou kunnen doen om den geleisterden volken den vrede terug te geven. Wanneer de paus zich tot den president der Vereenigde Staten, den leider van een zeer machtige natie, zou wenden om dezen als bondgenoot te krijgen voor zijn vredesbemoeilngen, zou de geheele wereld daarvoor belangstelling toonen, al zijn ook de omstandiglxeden daarvoor op het oogenblik niet gunstig. Nog niet gunstig Maar toch wordt van verschillende zijden de mogelijkheid geop- perd, zij het op telkens andere gronden, dat de oorlog niet zoo heel lang meer duren zal. Generaal French heeft gezegd dat deze oorlog geen „pro traded war" (slee pende oorlog) zal worden. Von Hindenburg heeft in zijn gesprek met een Italiaanschen schrijver op een einde van den oorlog bin nen afzienbaren tijd gezinspeeld en graaf Andrassy, de Hongaarsche diplomaat, heeft eveneens als zijn meening te kennen gege ven, dat de vrede nabij is. Merkwaardig is, dat thans in Amerika ge rucliten opduiken, dat Duitschland aan de Amerikaansche regeering niet-officieel heeft doen weten, dat het geneigd is, vredjesvoor stellen van de geallieerden in overweging te nemen. De „Times" zegt, dat zij geen bevestiging van dit bericht heeft kunnen ver krijgen, maar vermeldt niettemin de voorwaarden, waarop Duitschland lot vrede bereid zou zijn en welke als volgt zouden luiden: De status quo zal in Europa hersteld wor den, d.w.z. geen uitbreiding van gebiedlvoor een der oorlogvoerenden. Het is bereid Bel gie te ontruimen, maar wil geen schade- loosstelling aan dat land betalen, ofschoon het bereid is den Congo voor een redelijken prijs te koopen. Het zou verzoeken om een her-verdeeling van de kolonien der oorlog voerenden, meer in het bijzonder in Afrika. Verder zou Duitschland voorstellen, dat Groot-Britannie en de andere naties een overeenkomst troffen, om „de vrijheid der zeeen en de onschendjbaarheid van den han- del in oorlogstijd" te erkennen. Natuurlijk gelooft niemand, dat de bond genooten in zulke vredesvoorwaarden zou den toestemmen, en vooral Engeland niet, dat door de laatste bepaling als het ware van zijn oppermacht ter zee zou moelen afzien. Maar geruchten als deze doen toch weer zien, dat de vrede in niet zoo heel verre toekomst mogelijk wordt geacht. Men veronderstelt ook in New-York, hoe- wel zoowel de Amerikaansche Minister van Buitenlandsche Zaken Bryan als de Duitsche gezant Bernstojrff de stappen, die Duitsch land zou hebben gedaan, tegenspreken, dat het er Duitschland om te doen is, de ver- antwoordelijkheid voor de voortzetling van den oorlog op de geallieerden te doen rus- ten. Volgens de „New-York Globe" zal de re geering der Vereenigde Staten den andpren regeeringen kennis geven van Duitschlands zijdelings gedane voorstellen die een grond* slag voor onderhandelingen zouden kunnen vormen. Niet alleen de geruchten, dat Oostenrijk- Hongarije naar een afzonderlijken vrede met Rusland zou slreven, blijven circuleeren, ook die, welke over de mogelijkheid spreken, dat Turkije zijn bondgenooten ontrouw zal wor den. Zij blijven louder voorbehoud aanvaard, Volgens een telegram uit Geneve aan de Daily Express" heeft Djavid Bey op zijn terugkeer naar Berlijn, de reis te Lausanne afgebroken, waar hij een langdurig onder- houd had met den Russischen gezant in Zwitserland. Volgens een mededeeling, welke Geneve bereikte, was het onderwerp van gesprek met den Russischen vertegenwoordi- ger, het sluiten van een afzonderlijken vrede door Turkije. De correspondent te Washington van de Times" seinde Zondag dat er sedert eenige dagen veel over den vrede gesproken wordt. Berichten uit Washington geven de mogelijke vredesvoorwaarden aan en in de bladen wordt er over van gedachten gewis- seld. Volgens den correspondent der Times" is het beste deel van de openbare meening overtuigd dat de oorzaak dezer beweging" bij de Duitsche diplomatic ge- zocht moet worden. De heerschende mee ning in Amerika, zegt hij, wordt weergege- ven door een artikel in de „New-York Times", waarin o.m. het volgende gezegd wordt: Waarom zouden de oorlogvoerende naties geen vrede sluiten en dat wel nu? Duitsch land zou thans beter voorwaarden kunnen bedingen dan later. Zijn soldaten staan op vijandelijk gebied in Rusland, in Frankrijk en Belgie en zijn eigen land is zoo goed als vrij van den vijand. ledqreen, die studie ge- maakt heeft van de onderhandelingen, waar- mee oorlogen eindigen, weet wat dat be- teekent. Naar alle waarschijnlijkheid zou de uiterste schadevergoeding, die er van Duitschland gevergd zou kunnen worden, herstel aan Belgie zijn. Maar de bondge nooten zullen er op uit zijn Duitschland in het jiauW te drijven fotdat het niet slechts er in zal toestemmen te betalen en wat per slot de rijkste vergoeding is, die het aan Europa zou kunnen geven zijn lega te ontwapenen, maar veel meer. Dat zou een politick van bloed en vernietiging zijn en de verantwoordelijke staatslieden in En geland, Frankrijk en Rusland zouden het tegenover de wereld nooit kunnen recht- vaardigen die te hebben aanvaard. DeDuit- schers uit hun loopgraven in Frankrijk en Belgie te drijven, hen terug te werpen op eigen verdedigingslinie langs den Rijn, zou aan een half millioen, misschien een mil lioen manschappen het leven kosten. Van twee dingen, zoo vervolgt de „New- York Times", kunnen we ons vrijwel verze kerd houden, n.l. dat. zoo Duitschland be- kend maakte, dat het over vrede zou wil len onderhandelen, de bondgenooten zou den luisteren als Duitschland genegen zou zijn waarborgen te geven tegen een vers to ring van den vrede in de toekomst. Van hei eerste kunnen wij zeker zijn, om-i it de bondgenooten niet vechteu uit liefde voor den oorlog; zij strijden in een oorlog, dien, naar hun meening, Duitschland hun opge- drongen heeft. Zij hebben evenzeer genoeg van den oorlog als Duitschland, maar zou den dien gaarne eindigen op de eerste aan- wijzing, dat de vijand genegen is de discus- sie over de vredespreliminairen te begin- nen. Het vredesgefoed in de ^eimaanri. Er wordt gemeld, dat de paus een vredcs gebed heeft voorgeschreven, gedurende de Meimaand in alle Katholieke kerken uit te spreken. Het desbelreffend besluit, namens den paus door kardinaal Gaspari uitgevaar digd, zegt: De paus heeft besloten, daartoe gebracht door den wensch, de godbvrucht jegens de Heilige Maagd, aan wie de Meimaand ge- wijd is, te verlioo^tn en in vertrouwen, dat door de bemiddeling van de Moeder Gods en der Vredekoningin het einde van dien liuidigen, rouwvollen oorlog spoedig be reikt kan worden, dat een gebed om den vrede gedaan zal worden, lietwelk de paus zelf heeft opgesteld. De paus knoopt daar- aan een aflaat van 300 dagen vast, die ver- diend kan worden, wanneer het gebed een maal daags verricht wordt en een volko men aflaat voor ieder, die minstens twin- tigmaal de verricliting van bedoeld gebed1 bijwoont. Eesra 4erecihi4siing De „Neue Freie Presse ontleent aan de „New-York Tribune" de volgende schilde ring van de terechtstelling van een deser- teur: „Ik sprak in het hospitaal een geeste lijke, die bij een voornaam Engelsch regi ment te velde was; dat regiment nam krach- tig deel aan de gevechten in Noord-Frank- rijk en is thans bijna volkomen vernietigd. De geestelijke zelf ligt in het hospitaal we gens zenuwoverspanning tengevolge van de opwindende gebeurtenissen aan het front. Als voorbeeld van de vele droeve plichten, die hij te vervullen had, vertelde hij het volgende: „Ik moest den laatsten nacht doorbrengen met een Engelsch soldaat, die den volgenden morgen zou worden terecht- gesteld en ik zal dezen nacht nooit ver- geten. Ik kon niet meer slapen, omdat ik steeds er aan denken moest en ik geloof niet, dat een van de overlevende soldaten dezen nacht ooit zal vergeten. De soldaat werd wegens desertie terechtgesteld. Hij was niet slecht, maar zijn zenuwen waren hem te machtig geworden en dat is wel het meest vreeselijke^van de heele geschiedenis; niemand kon he'm daarom laken. De sol daten aan het front begrijpen het beter dan de dokters dat de zenuwen geen weer- stand meer kunnen bied-en. Hij was zeer gezien in het regiment en toch liep hij midden in het vijandelijk vuur weg. Het was hier dus een poging tot desertie voor den vijand, en dd krijgsraad kon slechts een vonnis wijzen. Het ergste was echler, de man wilde niet gelooven, dat hij terechtge steld zou worden,. Een executie onder zulke omstandigheden wordt in het Engelsche leger minder als eqp straf beschouwd dan als een voorbeeld voor anderen en daarom zijn alien vriendelijk voor den soldaat, die moet sterven. Overdag werd de krijgsraad gehouden en 's avonds te 11 uur zond men mij naar den veroordeelde om hem te zeggen dat hij den volgenden morgen zou moeten sterven. De soldaat wilde het niet gelooven. Ik moest het hem telkens weer herhalen, dat er geen hoop voor hem was, maar hij antwoordde steeds weer: „De soldaten zijn alien mijn vrienden, er is er geen in het regiment die mij zou doodscliielen, ze hebben immers alien hun zwak oogenblik geliad en zijn wellicht even zoo goed door zenuwzwakte overvallen als ik, en zij zullen mij begrij pen; overigens is de kolonel mij goed ge- zind, hij is altijd als een vader voor mij geweest, en hij zou nooit toestaan, dat men mij fusilleert; dat is immers alles onzin." Het werd vier uur 's morgens eer ik hem overtuigd had, dat het ernst was met de te rechtstelling; maar ook toen nog scheen hij te meenen, dat men slechts een vertoo- ning met hem wilde houden om hem schrik aan te jagen en dat hij daarna vrij zou zijn. Indien iemand een misdaad had be- gaan, zqu de heele terechtstelling nog niet zoo treurig zijn geweest, of ook niet als de dood hier werkefijk een straf had beteekend. Maar het vreeselijkste was, dat deze soldaat als voorbeeld en waarschuwing voor de an deren moest sterven. Hij was zwak ge weest en zwak zijn Is in het leger het allerergste. Den volgenden morgen kregen zes van zijn kqmeraden bevel hun gewe- ren aan een officier te overhandigen. Zij kregen de geweren geladen terug; wiens ge- weer scherp was geladen, wiens met een losse patroon, konden zij niet weten. De veroordeelde kwam buiten. Op hetzelfde oogenblik sprong zijn begeleider op zijde, de zes geweren knalden en de man viel dood neer. Toen werden de geweren weder den officier overhandigd en de soldaten ont- vingen ze gereinigd weer terug, zoodatgeen van hen kon weten, wiens kogel den ka- meraad had gedoodi, Het eenige goede van deze treurige zaak was, dat men den soldaat als in den strijd gevallen in de verlieslijsten vermeldde. Zoo blijft hij in de herinnering zijner verwanten een held, en de officieren en manschappen van het regiment hebben gezworen zijn ge schiedenis en zijn naam te verzwijgen In de schuilhoien. De lange, afschuwelijke regentijd schijnt nu voorbij te zijn, sclirijft men van het oor- logslooncel aan de „Vorwarts". De zon slraalt helder en warm, dagenlang reeds. Dit geeft een heel andere stemming in de loopgraven. En de vijand houdt zich rustig. Af en toe een beetje artillerie-vuur. Overi gens het eenlonige, stille afwachten, elkaar bespieden en bewaken. Dan heeft een mensch tijd om tot allerlei gedachten te komen. Onder de bewoners van de eindelooze, kronkelende aarden greppels ontstaat een wedijver om de gehavende scliuilplaatsen te verbeteren. De meeste waren wel eenigs- zins bewoonbaar. Men behoefde er niet meer op handen en voeten in te kruipen, kon er reclitop in staan, had banken en een lafeltje en ruslplaatsen op den achtergrond. Maar dit is voor vindingrijke geesten niet genoeg en voor hun ondernemingslust is geen hindernis, geen werk te zwaar. Openlijk en in het geheim, door de „of- ficieele" loopgraven en over de eigenlijk verboden wegen, sleepten zij uit het vol komen veroverd dorp in de buurt allerlei dingen aan. Verbaasd moet men zijn over alles wat daar overdag en 's nachts bijeen gezocht wordt. Pin het is niet gemakkelijk te raden in vele gevallen, waarvoor dat alles moet dienen. IJzeren rails van de opgebla- zen spoor wegen, kookpolten en pannen, huisdeuren en vensterglazen, telefoondraden en bloemenstanders, firmaborden en koffie- kopjes, rollen behangselpapier, kortom, alles wat maar transportabel is. En daarna gaat men over tot het verbe teren van de oude aardholen. Wonderwer- ken ontstonden, zeer verschillend in vorm en aanleg, in inrichting en versiering. Uit het eene liol werden twee vertrekken ge- maakt; een portiere, uit zes verschillende stukken aan elkaar genaaid, seheidt thans de woonkamer van de twee verdiepingen hooge slaapkamer. De aarden inuren zijn bekleed met behangselpapier en stukken tapijt. En zelfs braclit een knappe hand een soort van lambrizeering aan uit hout. Op den grond liggen planken. Om kleine tafeltjes staan sloelen en fauLeuils, van hout, riet, pluche, in bruin, rood en wit. Een haard of kachel ontbreekt bijna nergens. In nissen plaatste men kleine, sierlijke meubels en in vazen en potten staan ruikers voorjaarsbloemen. Er zijn kamers, die niet verlicht wordten door petroleum of kaars en toch een ge- zellig scliemerlicht hebben, dat goed ge no eg is om er bij te lezen en te schrijven. Dan heeft men lichtkokex-s aangelegd naar den beganen grond. Zoo kan men prettig zitlen, kranlen lezend uit het vaderland, droomend van tliuis, van vrouw en kind. Van tijd tot tijd alleen boem-boem de droomer schrikt op. In de kamers on der den grond wappert het behang, trillen de bloemen. En onwillekeurig houden alien den adem even in. Maar er is niets ge- beurd. Neen, alarm, geen aanval. Slilte als te voren. Tijd om te droomen en zich te verheugen over het kunstige bouwwerk. Wie weet, hoe lang nog De behandeling van klooster- zusters. Men schrijft uit Bergen-op-Zoom aan //De Tijd": Elk leger, van welke natie ook, telt in zijn rangen ontaarden, wier instincten op geisoleerde posten of bij gelegenheid van opwinding in den strjjd den soldatenstand te schande maken. Daarom behoeft, hetgeen hier en daar door de, Duitschers in Belgie geschiedde, dan ook niet te worden ver- algemeend, een fout, waartegen ,/De Tijd" herhaaldelijk heefc gewaarschuwd. Een der afschuwelijkste lasterpraatjes, welke sinds het begin van den oorlog tot op dezen dag de ronde doen, is het mishandelen van kloosterzusters op een wijze, welke met alle vrouwelijke eer in strijd zou wezen. Men vertelt o. a., dat een geheel nonnen- convent te Blauwput op onnoembare wijze geschonden zijn, dat zusters van een klooster in Mechelen geweld hadden te lijden enz. Ik heb al deze gevallen naarstig onder- zoeht en geen enkele beschuldiging, die de laster in dezen uitstrooide, bleek houdbaar te wezen. Ook de kerkelijke overheden gaven mij in dezen de meest stellige ver- klaringen. Daargelaten een enkele ietwat ruwe behandeling hebben de katholieke kloosterzusters nergens geweldenarijen ondergaan, die schandelijk zouden moeten worden genoemd. Integendeel zou ik tal- rijke voorbeelden kunnen aanhalen van de humane en voortreffelijke wijze, waarop Duitsche officieren en soldaten zich in klooster-kwartieren en hospitalen hebben gearagen." ,,De dochtei*s van den smid." Van den dorpssmid uit Eichberg bij Passau strijden vijf zoons in den oorlog het zijn sterke gezonde jongens en ze vechten goed voor hun land. Thuis bleven de drie dochters van den smid. En nu de jongens van huis zijn, namen de meisjes den hamer op en trekken den blaasbalg en smeden er het heette ijzer voor vader en vaderland. (Hbl.) De hsrhouw van Belgie, Te Louden is thans door het Belgisch comite van stedenbouw een tentoonstelling geopend van plannen, teekeningen en af- beeldingen van Belgische steden voor den oorlog en nu. Het doel is, volgens het Hbl., niet om de Belgen te toonen hoe ze hnn steden en dorpen zullen moeten her- bouwen, maar alleen om het voorbereidend werk der Belgen voor dien herbouw te vergemakkelijken. De tentoonstelling werd geopend door lord Bryce, die nog eens de bouding van Belgie en de Belgen huldigde en verklaarde, dat de algemeene overtuiging in Engeland er zeker ook wel in de neutrale landen deze was, dat zij die Belgie hadden verwoest en de bevolking in ellende hadden gestort, tot den laatsten cent vergoeding zouden moeten geven voor het verkeerde dat ze deden. De senator La Fontaine bracht daarop ret Engelsche volk dank voor hetgeen het voor de Belgen deed en de Belgische gezant sprak eveneens eenige vriendelijke woorden voor den steun nu weer va'h Engelsclie zijde verleend bij de voorbereiding van derTher- bouw van Belgie. Duitsch communique over den toestand. Officieel wordt door het groote Duitsche hoofdkwartier medegedeeld Westelijk oorlogstooneel. De Franschen beweren 50 bominen op het zeestation en de gieterij te Brugge te hebben geworpen. In werkelijkheid vielen 9 bommen in de omgeving van Ostende en twee bij Brugge zonder schade aan te richten. Wij bombar- deerden in ruil daarvoor overvli^dig de door de Engelschen bezette plaatsen Pope- ringen, Hazebrouck en Oassel (Frankrijk). Bij Berry au Bac drongen de Franschen 's nachts een onzer loopgraven binnen, maar werden dadelijk weder teruggeworpen. Een aanval door vijandelijke vliegers van de streek oostelijk van Rheims mislukte. Noordoosteljjk van Suippes werden weder tegen ons schoten met verdoovende gas- ontwikkeling gebruikt. Tusschen Maas en Moezel zetten de Franschen vruchteloos hun activiteit op eenige plaatsen met heftigheid voort. Drie aanvallen in de morgenuren bij Maizeray, westelijk van Verdun, mislukten onder de zwaarste verliezen door ons vuur. 's Middags en 's avonds bij Marcheville, zuidwestelijk van Maizeray, ondernomen aan vallen, waarbij de vijand sterke colonnes toonde, hadden hetzelfde resultaat. Een heden bij den dageraad tegen het front van MaizerayMarcheville geleide aanval werd weder met zeer belangrijke verliezen voor den vijand afgeslagen. In het Bois le Pretre vonden daags en 's nachts ver- bitterde gevechten van man tegen manplaats, waarbij wij langzaam terrein wonnen. Zuideiijk van Hartmannsweilerkopf werd gister-avond een Fransche aanval afgeslagen. Oostelijk oorlogstooneel. De toestand in het oosten is onveranderd. Fransche ■•egeepjngstneedeeling, Officieel communique van gistermiddag V an de zee tot aan de Aisne is niets te melden, behalve eenige artilleriegevechten ten oosten van Berry-au-Bac, waar wij ons van een Duitsche loopgraaf meester maakten. In Argonne had een mijnengevecht plaats en een gevecht met bommen en granaten van de eene loopgraaf naar de andere. 1 usschen Maas en Moezel zijn wij op verschillende punten in contact gekomen met draadversperringen van vijandelijke verdedingswerken. in het Ailly-bosch in het district Flirey hadden artillerie acties plaats, zonder dat de infanterie in 't vuur kwam. Russisch communique, Mededeeling van den Russischen gene- ralen staf van gisteren Ten westen van de middea-Njenien izjjn gister plaatselijke gevechten geleverd. Bij Ossowiec, in de streek bij Jedwabno en tusschen de Pissa en de Omulew heeft een artillerie-duel plaats gehad. Een aanval der Duitschers op het dorp Szafranki mis lukte. In de Karpathen hebben wij op 10 dezer door vuren op korten afstand, een sterke vijandelijke legermacht afgeslagen, die ons herhaalde malen had aangevallen. Wij zijn eenigszins vooruit gegaan, terwijl zich een hevig gevecht ontwikkelde in de streek van den Uszok-pas, dien de vijand nog steeds bezet houdt. Wij hebben daar drie kanonnen veroverd en ongeveer 700 krijgs- gevaDgenen gemaakt. In de richting van Stryj hebben wg aan vallen afgeslagen aan het front bij Rosochacz Czawezik, Goziouka en Rozanka, waarbij wij den vijand reusachtige verliezen toe- brachten. Sinds 9 dezer houdt de vijand de hoogte 992 bij Koziouka bezet. De aangrenzende stellingen zijn in onze handen gebleven. Van de andere sectoren valt geen wijziging van beteekenis te vermelden. Ontheffing en vrijstelling van personeele belasting voor gemobiliseerden. In een nota naar aanleiding van het verslag over het wetsontwerp, houdende bijzondere regeling nopens ontheffing en vrijstelling van personeele belasting voor gemobiseerden, deelt de Minister van Finan- cien, volgens de H. Crt., mede, dat hij geen reden aanwezig acht om gemobiliseerde personen, die een tegemoetkoming uit 's Rijks kas ontvangen, zonder onderscheid buiten vervolging te laten, waar gebleken is dat velen hunner, mede tengevolge van de bedoelde tegemoetkoming, zeer wel en somtijds zelfs beter dan tevoren tot het letalen van belasting in staat zijn. Overigens verlieze men niet uit het oog dat het aanvangen der vervolging veeltijds het eenige middel is om te weten te komen roe de financieele toestand is van den be- lastingplichtige, die niets van zich heeft aten hooren. Dat ook de Regeering in de buitenge- wone tijdsomstandigheden voldoende aan- eiding vond om hen tegemoet te komen, die door bloot verzuim een aanspraak op ontheffing geheel of ten deele hebben ver- oren, heeft zij reeds getoond door het in- dienen van het onderwerpelijk wetsvoor- stel. De Minister acht geen termen aan wezig om in dit geval af te wijken van den regel, dat ontheffing slechts verleend wordt over de maanden, waarin geen objectieve belastingplicht meer aanwezig was. Een meer iDgrijpende regeling, zooals door enkele leden verlangd werd ten aanzien van de chauffeurs, garages, enz., van die-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 2