ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 6210. Donderdag 15 April 1915. 55e Jaargang. GELDLEEMG. DRANKWET. Zon- en Feestdagen. Wetreleaa. Aankondiging. De Oorlog ABONNEMENT: ADVERTENTIfiN: Telefoon 25. Pit Blad yerschijnt Maandag^, Woensdag* en Yriidagavond, nitgezonflerd op Feestdagen, bjj de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Neuzen. Hoofdelijken Omslag. FKBILIKTOK. Wegen en voetpaden met de kun&twerken. Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10. Bi] vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65, overig Buitenland 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bi] alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10. Bij direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts twee ma al berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave. De algemeene toestand. NEUZENS mKSSSSSSiiamBOSSXm CO U RANT. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN vragen aanbiedingen voor eene te sluiten hoogstens a 6 °/0, waarvan jaarlijbs, te be ginnen 1916, ten minste f 500,-zal worden afgelost. Deze leening moet, zoo spoedig mogelpk worden gestort ten kantore van den ge- meente-ontvanger. Schriftelijke aanbiedingen kunnen worden ingeleverd tot uiterlijk 19 April a.s., des namiddags 3 uur, ter secretarie. Ter Neuzen, den 12 April 1915 Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HU1ZINGA, Burgemeester, L. WABEKE, Secretaris. gemeente- Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ter kennis dat het 2e suppletoir kohier van den Hoofdelijlien Omslag in deze gemeente voor 1914 in afschrift, gedurende vijf maanden op de secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Ter Neuzen, 12 April '1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen ingevolge artikel 37 in verband met artikel 12, le lid der Drankwet, ter openbare kennis dat bij hen is ingekomen een verzoekschrift om verlof tot den verkoop van aleoholhoudenden, anderen dan sterken drank van JEAN BAPTISTS DOOMS, wonende te Ter Neuzen, in het benedenvooriokaal van het perceel plaatselijk gemerkt 10 en gelegen aan de Kazernestraat. BiBnen twee weken nadat deze bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verleenen van het verlof schriftelijk bij Burgemeester en Wet- hondsrs bezwaren inbrengen. Ter Neuzen, 12 April 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. I.. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van de gemeente TER NEUZEN gelet op het besluit van Heeren Gedeputeerde Staten van den 15en Juli 1844, no. 1 (Provinciaal blad no. 87), houdende mededeeling van "s Konings verlangen, dat de Ingezetenen aan de bepalingen der wet van den lsten Maart 1815 (Staatsblad no. 21), betrekkelijk de viering van Zon- en Feestdagen jaarlijks zullen worden herinnerd brengen mitsdien den inhoud van voormelde wet ter kennis van de Ingezetenen dezer Gemeente, luidende als volgt Art. 1. »Dat op Zondagen, en op zoodanige Godsdienstige Feestdagen als door de Kerkgenootschappen van de Christelijke Godsdienst dezer Landen algemeen er- kend en gevierd worden, niet alleen geene beroeps- bezigheden zullen mogen verricht worden, weike de Godsdienst zouden kunnen storen, maar dat in het algemeen geene openbare arbeid zal mogen plaats hebben, dan ingeval van noodzakelijkheid, als wan- neer de plaatselijke Regeering daartoe schriftelijke toestemming zal geven." „Zal ik u eens wat zeggen, com!" sprak ze tergend bedaard, „hoe ik over de zaak denk en kinderen, groot gebracht in een paardenspel, denken vroeg en snel u laat uw arm zakken, omdat u heel goed weet, dat er geen reden is om mij te straf- fen, want ik heb niets kwaads gedaan. De kwestie is doodeenvoudig, dat uwe vrouw een afkeer van mij heeft. Dat merkte ik den eersten avond al; ik zag dadelijk, dat ik niet met haar goedvinding hier was. Toen ik aankwam kuste ik haar en nu meent ze misschien, dat ik het niet gemerkt heb, maar ik heb heel goed gezien, dat ze later haar zakdoek nam en de plek afveegdte. Een andere maal trok ze met een gebaar vanvan viesheid, zal ik het maar noe- men, haar japon terug, die ik toevallig had aangeraakt. Lieve God, ik ben toch geen padde, geen hagedis of zoo iets, ze behoeft waarlijk niet vies van me te zijn. En dat zou ze ook niet zijn, als mijn moeder geen schoolrijdster was. Ziet u, oom, zulke din- gen, zulke handelingen zinken mij in het hart. Emma, die eerst heel aardig tegen mij Art. 2. j>Dat op deze dagen, met uitzondering van geringe eetwaren geene koopwaren hoegenaamd op markten straten of openbare plaatsen zullen mogen worden uitgestald of verkocht, en dat lvooplieden en Win- keliers hunne waren niet zullen mogen uitstallen noch met opene deuren verkoopen." Art. 3. oDat gedurende den tijd voor de openbare Gods- dienstoefening bestemd, (ie deuren der Herbergen en andere plaatsen alwaar drank verkocht wordt voor zooverre dezelve binnen een besloten kring der ge bouwen liggende zijn, zullen gesloten zijn, en dat ook gedurende dienzeifden tijd geenerhande spelen, hetzij kolven, balslaan of dergelijke mogen plaats hebben." Art. 4. »Dat geen openbare vermakelijkheden, zooals Schouwburgen, publieke Danspartijen, Concerten en Harddraverijen, op de Zondagen en algemeene Feest dagen zullen gedoogd worden zullende het aan de plaatselijke besturen worden vrijgelaten hieromtrent eene uitzondering toe te staan, mits niet dan na het volkomen eindigen van alle Godsdienstoefeningen. Art. 5. »Dat de Plaatselijke Politie zorg zal dragen, ten- einde alle hinderlijke bewegingen en gerucht in de nabijheid der gebouwen, tot de openbare Eeredienst bestemd, en in het algemeen alles wat dezelve zouden hinderlijk zijn, voor te komen of te doen ophouden." Art. 6. »Dat de overtredingen tegen de bepalingen van dit besluit naar gelang van persoon en omstandig- heden, zullen gestraft worden met eene boete van niet hooger dan vijf en twintig guldenof met eene gevangenisstraf van niet langer dan drie dagen voor de overtreders die buiten staat mochten zijn deze boete te betalen." Art. 7. »Dat bij een tweede overtreding de boete ofstraf zal verdubbeld worden, en wijders alle de te koop gelegde of uitgestalde goederen verbeurd verklaard, en de Herbergen of andere publieke plaatsen, voor een maand gesloten. »£n dat door deze algemeene verordeningen alle daarmede niet overeenkomstige Provinciale of "plaatse lijke Reglementen en inrichtingen zullen worden gebouden voor vervallen." Burgemeester en Wethouders, de aandacht der ingezetenen op de voorsehreven bepalingen vestigende, noodigen dezelve tevens uit om door eene stipte in- achtneming derzelve, tot de nuttige en wijze be- doelingen van Zijne Majesteit mede te werken. En opdat niemand hiervan eenige onwetenheid zoude kunnen voorwenden zal deze worden afge- kondigd en aangeplakt, waar zulks binnen deze gemeente gebruikelijk is. Gedaan te Ter Neuzen, 13 April 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. L. WABEKE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van ZAAMSLAG brengen ter algemeene kennis, dat te beginnen op Maandag 26 April 1915, vanwege de gemeente eene algemeene op- neming zal worden gehouden van de Zaamslag, 13 April 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JOHs. DE FE1JTER, Voorzitter. J. STOLE Lzn., Secretaris. Het was, alduis schrijft het „Alg. Hbl.", op de tram. Een paar heeren stonden op het achter- balcon van een wagen over de oorlogsbe- richten te praten. Zij maakten vergelijkin- gen over de verschillende opgaven, die met geen mogelijklieid met elkaar in overeen- was, heb ik eens verteld, dat ik onderwij- zeres wilde worden om mijne moeder te kunnen helpen; sedert beschouwt ze mij, of ik veel minder ben. Een paar maal heeft ze diensten van mij gevorderd, mij een paar boodschappen opgedragen. Natuurlijk heb ik geen van beiden gedaan; ik ben haar loopineisje niet. Line is wat zachter van aard, maar laat nu en dan uitkomen dat ik hier genadebrood eet. Alleen Max die lieve, kleine Max houdt van me en ik van hem en nu van middag nog zegt tante, dat ik hem niet kussen, in mijn ar- men nemen of met hem stoeien mag. Ben ik dan een onrein dier? Kort en goed, tante liaat mij, ze kan me luchten noch zien; dat is nu misschien geen erg fijn Hol- landsch, maar het is de zuivere, klinkklare waarheid Maar", ging ze met verheffing van stem voort, daar beiden, ontzet over dien wQor- denvloed, zwegen, „ik heb uw genadebrood niet noodig. Als ik weg loop, kan ik bij den eersten den besten troep terecht en als ze daar zien, wat ik kan, als ik een paard onder mij heb, nemen ze mij dadelijk aan. En zoo zal ik mijne moeder terugvinden. Als ik weer onder het schetteren der mu- ziek door de manege vlieg, het publiek me toejuicht, me kransen en lekkernijen toe- werpt, dan ben ik immers nog de oude stemming te brengen zijn. Na veel been en weer gepraat, zeide plotseling iemand „Het is een gezegende oorlog, heeren." Verbaasd opkijken van verschillende zij- den, naar den spreker, die geheimzinnig glunderde. „Waarom gezegend?" vroeg een ander. „Een vervloekle oorlog is het!" „Welneen, mijnheer, antwoordde de eerste; „gezegend. Wan I iedereen wint, en niemand verliest." Dien indruk moet men wel krijgen, bij liet dagelijks doorwerken der telegrammen uit de verschillende lioofdkwartieren: iedfer- een wint, voortdurend en op alle slag- velden. De Duitschers winnen in Frankrijk, en de Franschen, Engelschen en Belgen, ook; de Oostenrijkers en Duitschers winnen in Rusland, Galicie, Pol en, de Ivarpathen, in bijna elken slag, evenveel als de Russen. Zelfs tot de Turken strekt zich de zegen uit, die in den Kaukasus winnen, zonder dat de Russen er verliezen, en die in de Dardanel- len reeksen oorlogschepen van de geallieer- den in den grond boren, gisteren waren het er reeds een dozijn! zonder dat de geallieerden er veel van merken. Zoo was het gisteren zoo is het van- daag, zoo zal het ook morgen wezen. Want de dagelijksclie berichten, zonder ondier- scheid, gaan voort overwinningen te mel- den, door alle legers op alle gevechtsterrei- nen behaald, zonder dat er nederlagen van de tegenpartij tegenover slaan. Een gezegende oorlog! Een uitzondering op die merkwaardige winst-zonder-verlies-rekening maakt de me dedeeling over liet gevecht bij Beau Sejour op 8 April, een plaatselijk gevecht, zonder groote beteekenis, maar dat niettemin door de hevigheid waarmede het werd gevoerd, een ontkenning is v:ir .'e meening van den ooggetuige bij het Engelsche leger, dat de tegensland der Duitschers verslapt is. De Duitschers poogden bij Beau Sejour, in Champagne, een stelling die zij voor eenigen tijd h add en verloren, te liernemen. Geruimen tijd hadden zij een daar staand blokhuis onder artillerievuur genomen, en Donderdag deden de infanterie-colonnes, uit twee richtingen een aanval op de Fransche stelling. Die aanval leidde tot het bezetten van een gedeelte der Fransche positie; met moeite konden zij zich daarin gedurendte den nacht handhaven, maar Vrijdag werdfen zij er door Fransche aanvallen uit verdre- ven. De Duitsche telegrammen' maakten Zaterdag melding van dit gevecht, met de mededeeling, dat de loopgraaf, die Donder dag bezet was, Vrijdag door hunne troepen weder was onlruimd, nadat deze door de Fransche arlillerie in elkaar geschoten was. Het breedvoerige Fransche bericht meldt: dat de Duitsche aanvallen plaats hadden met groote doodsverachting, en dat zij geen offers ontzagen, zelfs voor een zuiver plaat selijk succes. Maar overigens is het steeds weer het- zelfde: er wordt aan beide zijden gewonnen niet verloren! Zelfs tusschen Maas en Moezel. In het Noordelijk deel, bij Les Eparges- Combres, is, nadat iedere parlij zich ge- handhaafd heeft op de hoogte, die zij bezet had, geen verdere actie meer voorgevallen. Maar aan den zuidelijken rand van die Duitsche stellingen, waar wel gevochten werd, is het merkwaardige verschijnsel vol- ledig merkbaar. Het Duitsche bericht van 11 April luidt: „In het boseh van Ailly en in het Bois Le Prelre hadden overdag gevecliten plaats, die in ons voordeel uitvielen, en 'snachts wer- den aanvallen gedaan, die wij afsloegen." Het Fransche bericht van den lien April Cora. Ik heb niets verloren, alleen wat ge- leerd van die voorname lieden, die ons meL den nek aanzien en wat ik van hen geleerd lieb, is niet veel goeds ik had het in ons vak best kunnen missen." Voor ze eenig antwoord konden geven was ze verdwenen. De ingenieur zeide niets, doch zag zijne vrouw met zulk een verwijtenden blik aan, dat 't bloed haar naar de wangen vloog. En wat erger was, haar geweten deed haar de bitterste verwijtingen; ze was hard, lief- deloos geweest tegen een kind, alleen, om dat zij den stand verachtte, waaruit dat kind was voortgekomen. Alvorens hij haar verliet, sprak hij op koelen toon: „Dat kan zoo niet voortgaan, Liane! Ik wil niet, dat het meisje onbillijk, of zelfs onhartelijk bejegend wordt en ver- zoek u Emma en Line over haar gedrag ernstig te onderhouden. Tot mijn diep leed- wezen heb ik lieden bespeurd, dat zelfs gij uwe antipathie voor Cora niet verheelen kunt; ik zal dus ten haren opzichte andere maatregelen moeten nemen, ten einde haar aan de liatelijkheden te ontlrekken, die haar worden toegevoegd in mijn huis, dat voor liaar een asylum, eene veilige schuilplaats moest zijn." Met een sprong was Liane bij hem; haar trots, haar gevoel van afkeer en wangunst spreekt van die gevecliten in dezen geest: „In het bosch van Ailly bracht een aan val in den avond van 10 April een nieuwe loopgravenlinie in ons bezit. „In het bosch Le Pretre mislukten twee hevige Duitsche aanvallen onder het Fran sclie infanterie- en artillerievuur." Dit bericht maakt vender melding van een gevecht in het basch van Montmare, waarin de Duitschers de loopgraven her- overden, die zij in den loop van dten dag hadden verloren, een gevecht, waarvan in de Duitsche berichten niet wordt gerept. Dezelfde tegenstrijdigheid heerscht in de berichten over de gevechten in het Argon- nenwoud. Het Fransche bericht meldt: „De Franschen vernielden er een Duitsch blok huis, namen 300 M. loopgraaf en wis ten deze winsten te behouden, ondanks twee tegen- aanvallen." En het Duitsche bericht van denzelfden dag meldt: „In het Argonnenwoud mislukten kleine Fransche aanvallen." Zoo gaat het dag in, dag uit. Mislukte aanvallen, die den aanvaller suc ces bezorgen en den aangevallene niet sclia- den. Een gezegende oorlog!! Maar desondanks brengt deze gezegendte oorlog dagelijks lionderden en d'uizenden menschenlevens den dood. De jonge mannen en reeds geruimen lijd ook de oudere de kracht en de toe- komst van vele landen, worden opgeroepen om zich naar de slagvelden te begeven, de slagvelden waarop niet wordt gewonnen, en niet verloren, maar het doodelijk schot nie mand spaart. Hoeveel arbeidskracliten worden daardoor niet ontrukt aan de ontwikkeling van lian- del en nijverheid, hoeveel geniale jongelin- gen niet aan kunst en wetenschap, hoeveel zonen aan hunne moeders, hoeveel vaders aan hunne kinderen? In alle oorlogvoerende landen worden de ban en de acliterban der weerbare mannen onder de wapenen gebracht, en reeds wor den de jongste lichtingen, kinderen nog, tenauwernood volwassen, gedrild voor den strijd. De lichtingen 1916 en 1917, jonge men- schen, die eerst het volgend en daarop vol- gend jaar dienslplichtig zouden worden, zijn nu reeds opgeroepen, om na een haastige en vluchtige afrekening als „chair a canon" te dienen. Ontzaggelijk groot zijn de verliezen, die dagelijks worden geleden, en die niet kun nen worden goedgemaakt, door tegenaan- vallen, waarin het gisteren verloren stukje loopgraaf wordt hernomen. De verliezen, die de Duitschers alleen bij Eparges leden, in twee maanden, worden in een Fransch bericht op 30.000 man begroot. En elke nieuwe aanval, elke nieuwe verdediging, elk gevecht en elk succes vergroot deze ver liezen, die niet goed te maken, niet aan te vullen zijn. Op de slagvelden van Oost en West, le land en ter zee, nemen dagelijks de slachtoffers toe, die deze „gezegende" oorlog eischt. Dit is wel de tegenhanger van die over- winnings-berichten. Want dit zijn de ver liezen, die aan beide kanten worden gele den, zonder dat er een winst tegenover staat. Verliezen van de beste, de krachtigste, de sterkste, de gezondste mannen, van wie voor hun grooter en kleiner kringen nog zooveel te verwachten viel. Een averechtsche sur vival of the fittest". Een selectie, die tot den ondergang doemt. O het is zulk een gezegende oorlog. Wanneer straks de roes zal voorbij zijn, de oogen zullen worden geopend, de ge- hadden een heftigen kamp gestreden tegen haar beter ik en dit laatste was als over-* winnaar uit den strijd gekomen. „Ik had ongelijk!" barstte ze driftig los, „wees met die bekentenis tevreden! ik zal het met het meisje wel in orde maken". Hij stond stil en zag haar verrast aan. „Gij!" Er lag een soort van blijden juicli- toon in dat eene woord. Toen versomberde zich zijn gelaat en hoofdschuddend ging hij voort: „Ge hebt eenmaal comedie met mij ge- speeld, Liane;. sedert dat oogenblik geloof ik niet meer aan uwe oprechtheid, tenzij ik er de bewijzen van zie." Langzaam begaf hij zich naar zijn studie- vertrek en begon te werken, doch het werk wilde niet vlotten. De scliaduwen op de tee- kening, die hij onderhanden liad, sclienen hem te donker, de lijnen onjuist, de ar- ceeringen niet zuiver en uit de hoeken kleine Iachende saters hem spottcnd aan te staren. Verdrietig wierp hij trek- en arceerpen ter zijde en de handen om de knieen gevouwen, bleef hij in diep gepeins zitten. „Ik heb een goede positie, ben op weg naar rijkdom, ik heb een mooie vrouw met een goed karakter en lieve kinderen. Ik ver- wierf me eer, roem en schitterenden naam en toch ontbreekt mij een ding, meer waard dan dat alles... geluk! En waarom, waar- dachten niet meer worden gericht op ver- nietiging, maar op redding van wat nog te redden is, dan zal men het in alle oorlog voerende landen wellicht gaan inzien, wat de gevolgen van dezen „gezegenden oorlog" zijn. Maar dan zal het te laat wezen, om deze verliezen le herstellen. De berichten die thans uit het Oostelijk oorlogsterrein ontvangen worden, doen zien, dat de Russische aanvallen op de Oosten- rijksche stellingen in de Karpathen nog niet het succes hebben opgeleverd, dat men er van verwacht en reeds gemeld had. Op geen enkel punt zijn de Russische troepen over de bergpassen gekomen, en Bartfeld, dat reeds een paar malen als in handen der Russen was aangegeven, was volgens een Russische mededeeling, Zater dag nog in Oostenrijksche handen en werd door de Russen beschoten. Het blijkt ech- ter dat de Lupkow- en Rostiko-passen, die reeds in de „Times" van Vrijdag als door de Russen bezet werden aangegeven, niet of niet meer in hunne handen zijn. Van den Rostiko-pas wordt gezegd, dat deze voor een paar dagen in Russische handen is ge weest, doch dat de Oostenrijkers daar onl- zaggelijke versterkingen hebben aangebracht, waardoor de Russen voor eenigen tijd de aanvallende beweging moesten staken. Ook ten Westen van dien pas hadden de Oos tenrijkers tegenaanvallen gedaan, die de Rus sen noodzaakten de bezette deelen le ont- ruimen. Op enkele plaatsen gingen de Rus sen echler weder tot den tegenaanval over. De Doekla-pas schijnt door de Russen te zijn overgelrokken, maar de Oostenrijkers houden liier krachtig stand op de Zuidelijke helling en beletten de Russen vooruit te rukken. Het Russische centrum, dat over Lupkow-, Laborcza-, en Rostoki-pas voort- rukte, wordt opgeliouden door de Duitsch- Oostenrijksche troepen, die in deze passen den vijand krachtigen tegenstand i)iedien. En in den Oeszok-pas, die nog steeds in handen der Oostenrijkers is, ontwikkelen zich hevige gevechten, zegt het Russische telegram. Het Oostenrijksche, dat zich on- middellijk daarbij aansluit, meldt, dat in die gevechten de Russische aanvallen zijn afgeslagen. En ook hier wordt gesproken van het verminderen der offensieve kracht, wat echter niet zoo grif behoeft te worden aangenomen. In de passen len Oosten van Oeszok-, Toecholka- en Slavsko-pas, die door de Duitsche troepen bezet zijn, slaagden deze er in Russische posities te veroveren. De hoogte 992 bij Kozioefka, die in handen der Russen was, is door de Duitschers ver- overd en bezet; maar de aangrenzende stel lingen bleven, zegt het Russische bericht, in handen der Russen. In het gebied benoorden den Weichsel, in het front van de Njemen, zijn weder eenige kleine gevechten geleverd. En de Russische berichten maken melding van een gevecht aan de rivier de Stry, in de f-lakte len N.-O. van de Beskyden, De laatste Duitsche hulpkruiser. de „Kronprinz Wilhelm" een lot kruiser ingericht stoomschip der Hamburg-Ainerika- Ljn, is thans ook te Newport News bin- nengevallen en geinterneerd, evenats de „Prinz Eitel Friedrich". Uit het verhaal van den kapitein van de Kronprinz Wilhelm" blijkt, dat hij zijn schip bewapend had met de kanonnen, die hij, na op 3 Augustus New-York te hebben verlaten, had ontnomen aan het Engelsche stoomschip „Correntina". Met deze kanon nen bewapend had de Kronprinz Wilhelm" de zeeen onveilig gemaakt, overal jacht ma- om! Alleen, omdat tusschen Liane en mij een donkere schaduw staat, opgerezen uit het verledene; waarvan ik de oorzaak noch hevroeden, noch met eenige mogelijklieid den oorsprong van kan vinden. ^laar voor den duivel! ging hij na eenige oogenblik- ken zwijgens voort, „ben ik dan geen man! Ik wil dien geheimzinnigen sluier oplichten, aan flarden scheuren, vernietigen; dat raad- sel in ons leven zien opgelost! Maar hoe? Ah! hoe kon ik zoo iets vergeten? Voor mijn verlrek gaf Liane mij immers den sleu- tel in handen: „vraag mijn vader, den hooa- welgeboren lieer jonker Vernov van Vor- den", zei ze. Dat is dus het slot en ik zal den sleutel zoolang in den ouden doorliren- ger omdraaien tot hij voor den druk wijkt." Hij ging naar beneden om het avondmaal te gebruiken, doch Liane repte geen woord over Cora, die hij aan het middagmaal had gemist, en sedert iiet tooneel in den voor- middag niet had teruggezien. Ook zijne vrouw bewaarde liet stilzwijgenen somber, zonder veel te gebruiken, werd liet avond maal genuttigd; hij merkte op, dat zijne vrouw opzettelijk draalde zich naar limine slaapkamer te begeven en daar hij den vol- genden morgen zich vroeg op reis wilde be geven, beslool liij tijdig te rust te gaan en wensch te haar goeden nacht. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1