ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 6210.
Donderdag 15 April 1915.
55e Jaargang.
GELDLEEMG.
DRANKWET.
Zon- en Feestdagen.
Wetreleaa.
Aankondiging.
De Oorlog
ABONNEMENT:
ADVERTENTIfiN:
Telefoon 25.
Pit Blad yerschijnt Maandag^, Woensdag* en Yriidagavond, nitgezonflerd op Feestdagen, bjj de Firma P. J. VAN DE 8ANDE te Ter Neuzen.
Hoofdelijken Omslag.
FKBILIKTOK.
Wegen en voetpaden met de kun&twerken.
Per 3 maanden binnen de stad 1.Franco per post voor Nederland 1.10.
Bi] vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika 1.65,
overig Buitenland 2.
Men abonneert zich bij de Uitgeefster, of buiten Ter Neuzen ook bi] alle
Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders.
Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer f 0.10.
Bij direct© opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de
prijs slechts twee ma al berekend.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentien voor 1 uur op den dag der uitgave.
De algemeene toestand.
NEUZENS
mKSSSSSSiiamBOSSXm
CO U RANT.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN vragen aanbiedingen voor eene
te sluiten
hoogstens a 6 °/0, waarvan jaarlijbs, te be
ginnen 1916, ten minste f 500,-zal
worden afgelost.
Deze leening moet, zoo spoedig mogelpk
worden gestort ten kantore van den ge-
meente-ontvanger.
Schriftelijke aanbiedingen kunnen worden
ingeleverd tot uiterlijk 19 April a.s.,
des namiddags 3 uur, ter
secretarie.
Ter Neuzen, den 12 April 1915
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HU1ZINGA, Burgemeester,
L. WABEKE, Secretaris.
gemeente-
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen ter kennis dat het 2e suppletoir kohier van
den Hoofdelijlien Omslag in deze gemeente
voor 1914 in afschrift, gedurende vijf maanden op
de secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing
is nedergelegd.
Ter Neuzen, 12 April '1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen ingevolge artikel 37 in verband met artikel
12, le lid der Drankwet, ter openbare kennis dat
bij hen is ingekomen een verzoekschrift om verlof
tot den verkoop van aleoholhoudenden, anderen
dan sterken drank van JEAN BAPTISTS DOOMS,
wonende te Ter Neuzen, in het benedenvooriokaal
van het perceel plaatselijk gemerkt 10 en gelegen
aan de Kazernestraat.
BiBnen twee weken nadat deze bekendmaking
is geschied, kan ieder tegen het verleenen van
het verlof schriftelijk bij Burgemeester en Wet-
hondsrs bezwaren inbrengen.
Ter Neuzen, 12 April 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
I.. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van de gemeente
TER NEUZEN
gelet op het besluit van Heeren Gedeputeerde
Staten van den 15en Juli 1844, no. 1 (Provinciaal
blad no. 87), houdende mededeeling van "s Konings
verlangen, dat de Ingezetenen aan de bepalingen der
wet van den lsten Maart 1815 (Staatsblad no. 21),
betrekkelijk de viering van Zon- en Feestdagen
jaarlijks zullen worden herinnerd brengen mitsdien
den inhoud van voormelde wet ter kennis van de
Ingezetenen dezer Gemeente, luidende als volgt
Art. 1.
»Dat op Zondagen, en op zoodanige Godsdienstige
Feestdagen als door de Kerkgenootschappen van de
Christelijke Godsdienst dezer Landen algemeen er-
kend en gevierd worden, niet alleen geene beroeps-
bezigheden zullen mogen verricht worden, weike de
Godsdienst zouden kunnen storen, maar dat in het
algemeen geene openbare arbeid zal mogen plaats
hebben, dan ingeval van noodzakelijkheid, als wan-
neer de plaatselijke Regeering daartoe schriftelijke
toestemming zal geven."
„Zal ik u eens wat zeggen, com!" sprak
ze tergend bedaard, „hoe ik over de zaak
denk en kinderen, groot gebracht in een
paardenspel, denken vroeg en snel u
laat uw arm zakken, omdat u heel goed
weet, dat er geen reden is om mij te straf-
fen, want ik heb niets kwaads gedaan. De
kwestie is doodeenvoudig, dat uwe vrouw
een afkeer van mij heeft. Dat merkte ik
den eersten avond al; ik zag dadelijk, dat
ik niet met haar goedvinding hier was. Toen
ik aankwam kuste ik haar en nu meent ze
misschien, dat ik het niet gemerkt heb,
maar ik heb heel goed gezien, dat ze later
haar zakdoek nam en de plek afveegdte.
Een andere maal trok ze met een gebaar
vanvan viesheid, zal ik het maar noe-
men, haar japon terug, die ik toevallig had
aangeraakt. Lieve God, ik ben toch geen
padde, geen hagedis of zoo iets, ze behoeft
waarlijk niet vies van me te zijn. En dat
zou ze ook niet zijn, als mijn moeder geen
schoolrijdster was. Ziet u, oom, zulke din-
gen, zulke handelingen zinken mij in het
hart. Emma, die eerst heel aardig tegen mij
Art. 2.
j>Dat op deze dagen, met uitzondering van geringe
eetwaren geene koopwaren hoegenaamd op markten
straten of openbare plaatsen zullen mogen worden
uitgestald of verkocht, en dat lvooplieden en Win-
keliers hunne waren niet zullen mogen uitstallen
noch met opene deuren verkoopen."
Art. 3.
oDat gedurende den tijd voor de openbare Gods-
dienstoefening bestemd, (ie deuren der Herbergen en
andere plaatsen alwaar drank verkocht wordt voor
zooverre dezelve binnen een besloten kring der ge
bouwen liggende zijn, zullen gesloten zijn, en dat
ook gedurende dienzeifden tijd geenerhande spelen,
hetzij kolven, balslaan of dergelijke mogen plaats
hebben."
Art. 4.
»Dat geen openbare vermakelijkheden, zooals
Schouwburgen, publieke Danspartijen, Concerten en
Harddraverijen, op de Zondagen en algemeene Feest
dagen zullen gedoogd worden zullende het aan de
plaatselijke besturen worden vrijgelaten hieromtrent
eene uitzondering toe te staan, mits niet dan na
het volkomen eindigen van alle Godsdienstoefeningen.
Art. 5.
»Dat de Plaatselijke Politie zorg zal dragen, ten-
einde alle hinderlijke bewegingen en gerucht in de
nabijheid der gebouwen, tot de openbare Eeredienst
bestemd, en in het algemeen alles wat dezelve
zouden hinderlijk zijn, voor te komen of te doen
ophouden."
Art. 6.
»Dat de overtredingen tegen de bepalingen van
dit besluit naar gelang van persoon en omstandig-
heden, zullen gestraft worden met eene boete van
niet hooger dan vijf en twintig guldenof met eene
gevangenisstraf van niet langer dan drie dagen
voor de overtreders die buiten staat mochten zijn
deze boete te betalen."
Art. 7.
»Dat bij een tweede overtreding de boete ofstraf
zal verdubbeld worden, en wijders alle de te koop
gelegde of uitgestalde goederen verbeurd verklaard,
en de Herbergen of andere publieke plaatsen, voor
een maand gesloten.
ȣn dat door deze algemeene verordeningen alle
daarmede niet overeenkomstige Provinciale of "plaatse
lijke Reglementen en inrichtingen zullen worden
gebouden voor vervallen."
Burgemeester en Wethouders, de aandacht der
ingezetenen op de voorsehreven bepalingen vestigende,
noodigen dezelve tevens uit om door eene stipte in-
achtneming derzelve, tot de nuttige en wijze be-
doelingen van Zijne Majesteit mede te werken.
En opdat niemand hiervan eenige onwetenheid
zoude kunnen voorwenden zal deze worden afge-
kondigd en aangeplakt, waar zulks binnen deze
gemeente gebruikelijk is.
Gedaan te Ter Neuzen, 13 April 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
L. WABEKE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van
ZAAMSLAG brengen ter algemeene kennis,
dat te beginnen op Maandag 26 April 1915,
vanwege de gemeente eene algemeene op-
neming zal worden gehouden van de
Zaamslag, 13 April 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOHs. DE FE1JTER, Voorzitter.
J. STOLE Lzn., Secretaris.
Het was, alduis schrijft het „Alg. Hbl.",
op de tram.
Een paar heeren stonden op het achter-
balcon van een wagen over de oorlogsbe-
richten te praten. Zij maakten vergelijkin-
gen over de verschillende opgaven, die met
geen mogelijklieid met elkaar in overeen-
was, heb ik eens verteld, dat ik onderwij-
zeres wilde worden om mijne moeder te
kunnen helpen; sedert beschouwt ze mij,
of ik veel minder ben. Een paar maal heeft
ze diensten van mij gevorderd, mij een paar
boodschappen opgedragen. Natuurlijk heb
ik geen van beiden gedaan; ik ben haar
loopineisje niet. Line is wat zachter van
aard, maar laat nu en dan uitkomen dat ik
hier genadebrood eet. Alleen Max die
lieve, kleine Max houdt van me en ik
van hem en nu van middag nog zegt
tante, dat ik hem niet kussen, in mijn ar-
men nemen of met hem stoeien mag. Ben
ik dan een onrein dier? Kort en goed, tante
liaat mij, ze kan me luchten noch zien;
dat is nu misschien geen erg fijn Hol-
landsch, maar het is de zuivere, klinkklare
waarheid
Maar", ging ze met verheffing van stem
voort, daar beiden, ontzet over dien wQor-
denvloed, zwegen, „ik heb uw genadebrood
niet noodig. Als ik weg loop, kan ik bij
den eersten den besten troep terecht en als
ze daar zien, wat ik kan, als ik een paard
onder mij heb, nemen ze mij dadelijk aan.
En zoo zal ik mijne moeder terugvinden.
Als ik weer onder het schetteren der mu-
ziek door de manege vlieg, het publiek me
toejuicht, me kransen en lekkernijen toe-
werpt, dan ben ik immers nog de oude
stemming te brengen zijn. Na veel been en
weer gepraat, zeide plotseling iemand
„Het is een gezegende oorlog, heeren."
Verbaasd opkijken van verschillende zij-
den, naar den spreker, die geheimzinnig
glunderde. „Waarom gezegend?" vroeg een
ander. „Een vervloekle oorlog is het!"
„Welneen, mijnheer, antwoordde de
eerste; „gezegend. Wan I iedereen wint, en
niemand verliest."
Dien indruk moet men wel krijgen, bij
liet dagelijks doorwerken der telegrammen
uit de verschillende lioofdkwartieren: iedfer-
een wint, voortdurend en op alle slag-
velden.
De Duitschers winnen in Frankrijk, en
de Franschen, Engelschen en Belgen, ook;
de Oostenrijkers en Duitschers winnen in
Rusland, Galicie, Pol en, de Ivarpathen, in
bijna elken slag, evenveel als de Russen.
Zelfs tot de Turken strekt zich de zegen uit,
die in den Kaukasus winnen, zonder dat de
Russen er verliezen, en die in de Dardanel-
len reeksen oorlogschepen van de geallieer-
den in den grond boren, gisteren waren
het er reeds een dozijn! zonder dat de
geallieerden er veel van merken.
Zoo was het gisteren zoo is het van-
daag, zoo zal het ook morgen wezen. Want
de dagelijksclie berichten, zonder ondier-
scheid, gaan voort overwinningen te mel-
den, door alle legers op alle gevechtsterrei-
nen behaald, zonder dat er nederlagen van
de tegenpartij tegenover slaan.
Een gezegende oorlog!
Een uitzondering op die merkwaardige
winst-zonder-verlies-rekening maakt de me
dedeeling over liet gevecht bij Beau Sejour
op 8 April, een plaatselijk gevecht, zonder
groote beteekenis, maar dat niettemin door
de hevigheid waarmede het werd gevoerd,
een ontkenning is v:ir .'e meening van den
ooggetuige bij het Engelsche leger, dat de
tegensland der Duitschers verslapt is.
De Duitschers poogden bij Beau Sejour,
in Champagne, een stelling die zij voor
eenigen tijd h add en verloren, te liernemen.
Geruimen tijd hadden zij een daar staand
blokhuis onder artillerievuur genomen, en
Donderdag deden de infanterie-colonnes, uit
twee richtingen een aanval op de Fransche
stelling. Die aanval leidde tot het bezetten
van een gedeelte der Fransche positie; met
moeite konden zij zich daarin gedurendte
den nacht handhaven, maar Vrijdag werdfen
zij er door Fransche aanvallen uit verdre-
ven. De Duitsche telegrammen' maakten
Zaterdag melding van dit gevecht, met de
mededeeling, dat de loopgraaf, die Donder
dag bezet was, Vrijdag door hunne troepen
weder was onlruimd, nadat deze door de
Fransche arlillerie in elkaar geschoten was.
Het breedvoerige Fransche bericht meldt:
dat de Duitsche aanvallen plaats hadden
met groote doodsverachting, en dat zij geen
offers ontzagen, zelfs voor een zuiver plaat
selijk succes.
Maar overigens is het steeds weer het-
zelfde: er wordt aan beide zijden gewonnen
niet verloren!
Zelfs tusschen Maas en Moezel.
In het Noordelijk deel, bij Les Eparges-
Combres, is, nadat iedere parlij zich ge-
handhaafd heeft op de hoogte, die zij bezet
had, geen verdere actie meer voorgevallen.
Maar aan den zuidelijken rand van die
Duitsche stellingen, waar wel gevochten
werd, is het merkwaardige verschijnsel vol-
ledig merkbaar.
Het Duitsche bericht van 11 April luidt:
„In het boseh van Ailly en in het Bois Le
Prelre hadden overdag gevecliten plaats, die
in ons voordeel uitvielen, en 'snachts wer-
den aanvallen gedaan, die wij afsloegen."
Het Fransche bericht van den lien April
Cora. Ik heb niets verloren, alleen wat ge-
leerd van die voorname lieden, die ons meL
den nek aanzien en wat ik van hen geleerd
lieb, is niet veel goeds ik had het in ons
vak best kunnen missen."
Voor ze eenig antwoord konden geven
was ze verdwenen.
De ingenieur zeide niets, doch zag zijne
vrouw met zulk een verwijtenden blik aan,
dat 't bloed haar naar de wangen vloog.
En wat erger was, haar geweten deed haar
de bitterste verwijtingen; ze was hard, lief-
deloos geweest tegen een kind, alleen, om
dat zij den stand verachtte, waaruit dat kind
was voortgekomen.
Alvorens hij haar verliet, sprak hij op
koelen toon: „Dat kan zoo niet voortgaan,
Liane! Ik wil niet, dat het meisje onbillijk,
of zelfs onhartelijk bejegend wordt en ver-
zoek u Emma en Line over haar gedrag
ernstig te onderhouden. Tot mijn diep leed-
wezen heb ik lieden bespeurd, dat zelfs gij
uwe antipathie voor Cora niet verheelen
kunt; ik zal dus ten haren opzichte andere
maatregelen moeten nemen, ten einde haar
aan de liatelijkheden te ontlrekken, die haar
worden toegevoegd in mijn huis, dat voor
liaar een asylum, eene veilige schuilplaats
moest zijn."
Met een sprong was Liane bij hem; haar
trots, haar gevoel van afkeer en wangunst
spreekt van die gevecliten in dezen geest:
„In het bosch van Ailly bracht een aan
val in den avond van 10 April een nieuwe
loopgravenlinie in ons bezit.
„In het bosch Le Pretre mislukten twee
hevige Duitsche aanvallen onder het Fran
sclie infanterie- en artillerievuur."
Dit bericht maakt vender melding van
een gevecht in het basch van Montmare,
waarin de Duitschers de loopgraven her-
overden, die zij in den loop van dten dag
hadden verloren, een gevecht, waarvan
in de Duitsche berichten niet wordt gerept.
Dezelfde tegenstrijdigheid heerscht in de
berichten over de gevechten in het Argon-
nenwoud. Het Fransche bericht meldt: „De
Franschen vernielden er een Duitsch blok
huis, namen 300 M. loopgraaf en wis ten deze
winsten te behouden, ondanks twee tegen-
aanvallen."
En het Duitsche bericht van denzelfden
dag meldt:
„In het Argonnenwoud mislukten kleine
Fransche aanvallen."
Zoo gaat het dag in, dag uit.
Mislukte aanvallen, die den aanvaller suc
ces bezorgen en den aangevallene niet sclia-
den.
Een gezegende oorlog!!
Maar desondanks brengt deze gezegendte
oorlog dagelijks lionderden en d'uizenden
menschenlevens den dood.
De jonge mannen en reeds geruimen
lijd ook de oudere de kracht en de toe-
komst van vele landen, worden opgeroepen
om zich naar de slagvelden te begeven, de
slagvelden waarop niet wordt gewonnen, en
niet verloren, maar het doodelijk schot nie
mand spaart.
Hoeveel arbeidskracliten worden daardoor
niet ontrukt aan de ontwikkeling van lian-
del en nijverheid, hoeveel geniale jongelin-
gen niet aan kunst en wetenschap, hoeveel
zonen aan hunne moeders, hoeveel vaders
aan hunne kinderen?
In alle oorlogvoerende landen worden de
ban en de acliterban der weerbare mannen
onder de wapenen gebracht, en reeds wor
den de jongste lichtingen, kinderen nog,
tenauwernood volwassen, gedrild voor den
strijd.
De lichtingen 1916 en 1917, jonge men-
schen, die eerst het volgend en daarop vol-
gend jaar dienslplichtig zouden worden, zijn
nu reeds opgeroepen, om na een haastige
en vluchtige afrekening als „chair a canon"
te dienen.
Ontzaggelijk groot zijn de verliezen, die
dagelijks worden geleden, en die niet kun
nen worden goedgemaakt, door tegenaan-
vallen, waarin het gisteren verloren stukje
loopgraaf wordt hernomen. De verliezen,
die de Duitschers alleen bij Eparges leden,
in twee maanden, worden in een Fransch
bericht op 30.000 man begroot. En elke
nieuwe aanval, elke nieuwe verdediging,
elk gevecht en elk succes vergroot deze ver
liezen, die niet goed te maken, niet aan te
vullen zijn. Op de slagvelden van Oost en
West, le land en ter zee, nemen dagelijks
de slachtoffers toe, die deze „gezegende"
oorlog eischt.
Dit is wel de tegenhanger van die over-
winnings-berichten. Want dit zijn de ver
liezen, die aan beide kanten worden gele
den, zonder dat er een winst tegenover staat.
Verliezen van de beste, de krachtigste, de
sterkste, de gezondste mannen, van wie voor
hun grooter en kleiner kringen nog zooveel
te verwachten viel. Een averechtsche sur
vival of the fittest". Een selectie, die tot
den ondergang doemt.
O het is zulk een gezegende oorlog.
Wanneer straks de roes zal voorbij zijn,
de oogen zullen worden geopend, de ge-
hadden een heftigen kamp gestreden tegen
haar beter ik en dit laatste was als over-*
winnaar uit den strijd gekomen.
„Ik had ongelijk!" barstte ze driftig los,
„wees met die bekentenis tevreden! ik zal
het met het meisje wel in orde maken".
Hij stond stil en zag haar verrast aan.
„Gij!" Er lag een soort van blijden juicli-
toon in dat eene woord. Toen versomberde
zich zijn gelaat en hoofdschuddend ging hij
voort:
„Ge hebt eenmaal comedie met mij ge-
speeld, Liane;. sedert dat oogenblik geloof
ik niet meer aan uwe oprechtheid, tenzij
ik er de bewijzen van zie."
Langzaam begaf hij zich naar zijn studie-
vertrek en begon te werken, doch het werk
wilde niet vlotten. De scliaduwen op de tee-
kening, die hij onderhanden liad, sclienen
hem te donker, de lijnen onjuist, de ar-
ceeringen niet zuiver en uit de hoeken kleine
Iachende saters hem spottcnd aan te staren.
Verdrietig wierp hij trek- en arceerpen ter
zijde en de handen om de knieen gevouwen,
bleef hij in diep gepeins zitten.
„Ik heb een goede positie, ben op weg
naar rijkdom, ik heb een mooie vrouw met
een goed karakter en lieve kinderen. Ik ver-
wierf me eer, roem en schitterenden naam
en toch ontbreekt mij een ding, meer waard
dan dat alles... geluk! En waarom, waar-
dachten niet meer worden gericht op ver-
nietiging, maar op redding van wat nog te
redden is, dan zal men het in alle oorlog
voerende landen wellicht gaan inzien, wat
de gevolgen van dezen „gezegenden oorlog"
zijn.
Maar dan zal het te laat wezen, om deze
verliezen le herstellen.
De berichten die thans uit het Oostelijk
oorlogsterrein ontvangen worden, doen zien,
dat de Russische aanvallen op de Oosten-
rijksche stellingen in de Karpathen nog niet
het succes hebben opgeleverd, dat men er
van verwacht en reeds gemeld had.
Op geen enkel punt zijn de Russische
troepen over de bergpassen gekomen, en
Bartfeld, dat reeds een paar malen als in
handen der Russen was aangegeven, was
volgens een Russische mededeeling, Zater
dag nog in Oostenrijksche handen en werd
door de Russen beschoten. Het blijkt ech-
ter dat de Lupkow- en Rostiko-passen, die
reeds in de „Times" van Vrijdag als door
de Russen bezet werden aangegeven, niet
of niet meer in hunne handen zijn. Van
den Rostiko-pas wordt gezegd, dat deze voor
een paar dagen in Russische handen is ge
weest, doch dat de Oostenrijkers daar onl-
zaggelijke versterkingen hebben aangebracht,
waardoor de Russen voor eenigen tijd de
aanvallende beweging moesten staken. Ook
ten Westen van dien pas hadden de Oos
tenrijkers tegenaanvallen gedaan, die de Rus
sen noodzaakten de bezette deelen le ont-
ruimen. Op enkele plaatsen gingen de Rus
sen echler weder tot den tegenaanval over.
De Doekla-pas schijnt door de Russen te
zijn overgelrokken, maar de Oostenrijkers
houden liier krachtig stand op de Zuidelijke
helling en beletten de Russen vooruit te
rukken. Het Russische centrum, dat over
Lupkow-, Laborcza-, en Rostoki-pas voort-
rukte, wordt opgeliouden door de Duitsch-
Oostenrijksche troepen, die in deze passen
den vijand krachtigen tegenstand i)iedien.
En in den Oeszok-pas, die nog steeds in
handen der Oostenrijkers is, ontwikkelen
zich hevige gevechten, zegt het Russische
telegram. Het Oostenrijksche, dat zich on-
middellijk daarbij aansluit, meldt, dat in
die gevechten de Russische aanvallen zijn
afgeslagen. En ook hier wordt gesproken
van het verminderen der offensieve kracht,
wat echter niet zoo grif behoeft te worden
aangenomen.
In de passen len Oosten van Oeszok-,
Toecholka- en Slavsko-pas, die door de
Duitsche troepen bezet zijn, slaagden deze
er in Russische posities te veroveren. De
hoogte 992 bij Kozioefka, die in handen
der Russen was, is door de Duitschers ver-
overd en bezet; maar de aangrenzende stel
lingen bleven, zegt het Russische bericht,
in handen der Russen.
In het gebied benoorden den Weichsel,
in het front van de Njemen, zijn weder
eenige kleine gevechten geleverd. En de
Russische berichten maken melding van een
gevecht aan de rivier de Stry, in de f-lakte
len N.-O. van de Beskyden,
De laatste Duitsche hulpkruiser. de
„Kronprinz Wilhelm" een lot kruiser
ingericht stoomschip der Hamburg-Ainerika-
Ljn, is thans ook te Newport News bin-
nengevallen en geinterneerd, evenats de
„Prinz Eitel Friedrich".
Uit het verhaal van den kapitein van de
Kronprinz Wilhelm" blijkt, dat hij zijn
schip bewapend had met de kanonnen, die
hij, na op 3 Augustus New-York te hebben
verlaten, had ontnomen aan het Engelsche
stoomschip „Correntina". Met deze kanon
nen bewapend had de Kronprinz Wilhelm"
de zeeen onveilig gemaakt, overal jacht ma-
om! Alleen, omdat tusschen Liane en mij
een donkere schaduw staat, opgerezen uit
het verledene; waarvan ik de oorzaak noch
hevroeden, noch met eenige mogelijklieid
den oorsprong van kan vinden. ^laar voor
den duivel! ging hij na eenige oogenblik-
ken zwijgens voort, „ben ik dan geen man!
Ik wil dien geheimzinnigen sluier oplichten,
aan flarden scheuren, vernietigen; dat raad-
sel in ons leven zien opgelost! Maar hoe?
Ah! hoe kon ik zoo iets vergeten? Voor
mijn verlrek gaf Liane mij immers den sleu-
tel in handen: „vraag mijn vader, den hooa-
welgeboren lieer jonker Vernov van Vor-
den", zei ze. Dat is dus het slot en ik zal
den sleutel zoolang in den ouden doorliren-
ger omdraaien tot hij voor den druk wijkt."
Hij ging naar beneden om het avondmaal
te gebruiken, doch Liane repte geen woord
over Cora, die hij aan het middagmaal had
gemist, en sedert iiet tooneel in den voor-
middag niet had teruggezien. Ook zijne
vrouw bewaarde liet stilzwijgenen somber,
zonder veel te gebruiken, werd liet avond
maal genuttigd; hij merkte op, dat zijne
vrouw opzettelijk draalde zich naar limine
slaapkamer te begeven en daar hij den vol-
genden morgen zich vroeg op reis wilde be
geven, beslool liij tijdig te rust te gaan en
wensch te haar goeden nacht.
(Wordt vervolgd).