ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. ONDERHOUD SHRINE, No. 6200. Zaterdag 20 Maart 1915. 55e Jaargang. eene partij ROGGE De Oorlog. ABONNEMENT ADVERTENTIEN I Telefoon 25. Bit Biad verschpt Maandag-, Woensgag- en VrijdagaYond, nitgezopderd op Feestdagen, bij de Firrna P. J. VAN DE SANDE te Ter Nepzea. 200 M3. Pruissische Per 3 maanden binnen de stad 1 Franco per post voor Nederland 1.10. Bij vooruitbetalingvoor Belgie /1.40, voor Ned.-Indie en Amerika J 1.65, overig Buitenlanc^ 2. Men abonneert zich bij de Uitgeefster, oi buiten Ter Neuzen ook bij alle Boekhandelaren, Postdirecteuren en Brievenbushouders. Van 1 tot 4 regels 0,40. Voor elken regel meer 0.10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief. Inzending van advertentien voor 1 UUP op den dag der uitgave. lEJEJIE^STIE] IBXj-A.jD. waarvan 140 M3. Tan 1 tot 3 en 60 M3. van 2 tot 6 c.M. 10.000 K.G. In Oorlogstijd. De L. 8. De strijd onder den grond. Een zonderlinge visch. In Luxemburg. Het bertoodigde oorlogs- materiaal. Een verzamelde en kwijt- gescholden bongstelling. Een theater in de vuurlinie.. NEUZENSCHE COURANT Burgemeester en Wethouders van HOEK zullen op Vrijdag 26 Maart 1915, des namiddags drie lire, ten raadhuize aanbesteden de levering van De levering gesehiedt franeo op den wal op aan te wijzen plaats aan den nieuwen westelijken kanaalarm te Ter Neuzen, voor 1 Juni 1915. De betaling gesehiedt na de levering. Gezegelde insebrij vingsbiljetten kunnen tot op het uur der besteding franco op het raadbuis worden bezorgd. Hoek, 12 Maart 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. WOLFERT, Burgemeester. J. M. DREGMANS, Secretaris. De BURGEMEESTER van Zaamslag maakt bekend, dat hij bij inschrijuing &al trachten te verkoopen: Gezegelde inschrijvings-biljetten worden ingewacht voor of op 23 Maart a.s., des voormiddags ten 10 lire. Nadere inlichtingeD zijn te bekomen ter Secretarie der gemeente. Zaamslag, 17 Maart 1915. De Burgemeester voornoemd, J. DE FEIJTER Pzn. Men schrijft nit het Rijnland aan de „N, R. Crt." Met het opkomen van den landstorm ook in deze streek krijgt ons Rijnland een nieuw aspect. Tevoren zag men in onze straten veel groengrijze unifornxen van soldatenmet verlof of herstellenden van het front. Meest- al allesbehalve geschikt oin aan hooge, mi- litaire eischen te voldoen! Want het nieuwe groengrijs schijnt niet zoo duurzaam te zijn als de oude, blauwe stof; het wordt gauw flodderig en verliest alle snit. Echter wordt er nu in oorlogstijd ten minste in steden zonder garnizoen veel door de vingers gezien, en zoo kan het gebeuren, dat men een soldaat ziet met een donkerblauwe broek en een grijze uniform aan; zelfs schild- wachten met een sigaar in den mond heb ik herhaaldelijk ontdekt. Verbeeld u zoo iets in vredestijd! Maar nu met het opkomen van den land- storm in de Rijnprovineie (waarmee men in iiet belang van de fabrieksnijverheid zoo lang mogelijk gewacht had) worden alle steden en dorpen, geloof ik, garnizoenplaat- sen. Het doet denken aan die eerste Augus- tusdagen, toen in elk dorp, elk gehucht soldaten in de voile dorpsstraten te vinden waren. Maar dat waren tijdelijke inkwar- tieringen, voortrukkende troepen. Nu is het verblijf wat duurzamer! In de garnizoenen en legerplaatsen is geen plaats meer en zoo krijgen zelfs kleine dorpjes als Benrath en Grafenberg bij Dusseldorp gar- nizoentjes. In de voorafgaande wintermaan- den zijn de landstormers in de avonduren in de edele rekrutenschool ingewijd; nu vol- gen gedurende acht weken compagniesoefe- ningen, schieten en opwerpen van vereter- kingen en daarna verhuizen de landstormers naar de groote oefeningsvelden voor de ge- oombineerde manoeuvres, doen daarna als bezetting dienst, pin zoetjes aan naar het front te verhuizen. Zoo hoort men dan in stille, afgelegen stadjes en dorpen, de schelle hoornsignalen, de dreunende voetstappen van marcheerende afdeelingen en overal ziet men die landstor mers in hun weinig verfraaiende uniform, in bruinig, groenig grijs, met de platte pet- ten met een klein, ijzeren kruis. Meestal voelen zij zich nog niet erg thuis in de uniform, de zware laarzen zijn ze nog allesbehalve gewend. Bovendien hebben zij een zwaren dienst. In plaats van de ontbijt- tafel, in het donker opstaan. marschen err oefeningen, en wie 's avonds gewend was z'n glaasje bier en z'n krant in rust te ge- nieten, is nu al erg blij als bij om negen ure in het stroo mag r us ten Nu wordt het ernst met den oorlog! Want met het oproepen van den landstorm wordt de groote massa In dienst gesteld. Van het oproepen der reserve en landweer heeft men feitelijk weinig gemerkt. op straat zag men geen kleiner wordend aantal mannen. Het heet nu wel, dat in Duitsehland iedereen gediend heeft, maar de werkelijkheid is heel anders. Onze technische school bij v. wordt jaarlijks door circa 500—600 leerlingen lxe- zocht van ten minste 18jarigen leeftijd, stij- gend tot 30 jaar. Van onze vijf laatsle jaar- gangen zijn er in Augustus 151 manschap- pen die gediend hebben, opgeroepen, in de afgeloopen maanden 18 reservisten. Slechts een zeer klein deel had dus blijkbaar maar de uniform gedragen. Maar nu met den landstorm wordt alles, wat gezond is, ingedeeld en van onze groep leeraars verhuizen 7 van de 16 collega's naar de kazerne en wat er aan leeraars overblijft, zal aan leerlingen alleen de jon- gens onder de 10 jaar te onderwijzen heb ben. Daarbij komt nog, dat wie door kleine lichaanisgebreken onbruikbaar is voor den militairen dienst, ingedeeld wordt bij den landstorm zonder wapens. Dat klinkt lxeel onschuldig, landstorm zonder wapens, maar de lui, die daar ingedeeld worden, zijn allesbehalve in hun schiW! Dat zijn de arbeiders-compagnien, de zoogenaamde ,,Schuppenlruppen". Hun wapen is de spade of het bouweel, bun werk het aauleggen en onderhouden van wegen, bet graven van re- serve-verdedigingswerken. Een nuttige, zelfs noodzakelijke arbeid in den huidigen oor log en bovendien vrij ongevaarlijk. Slechts in enkele gevalleu kunnen zij in aanryking komen met verdwaalde granaten! Maar nu wit het booze toeval of liever het meer verfijnde leven dat juist land stormers van hoogeren stand bij dc beruchte arbeiders-cotnpagiiien ingedeeld werden. Ge- lukkig maakt de uniform alien gelijk, want anders zou men bij die wegwerkers beken- de advokaten en recbters kunnen vinden. Dat is voor menigeen een bittere pit! Lie ver naar het front dan vrijwel buiten ge- vaar als een grondwerker te nxoeten schep- pen! Maar dat is ten minste iets goeds bij den militairen dienst, wie ingedeeld is, nxoel volgen, wie en wat bij ook in het burger- lijke leven is! Over het algemeen moet men zich ver- bazen, dat een in bet burgerlijk leven zoo diep ingrijpend feit als bet oproepen vaxx den landstorm zoo rustig gaat. Want lioe- veel lxonderden, ja duizendeix worden niet uit bun positie, uit bun liefsten familiekring gerxikt? Officieel heette het vroeger wel, dat de landstorm alleen voor bezetting diende, maar de tegenwoordige oorlog, met zijnreus- achtige froixten, heeft alles onderete boven geworpen, en de landstormers weten zeer goed, dat zij op een goeden dag in lie), front zullen moeten strijden. En dat dat geen kinderspel is, leeren de verlieslijsten!... Gemopper heb ik weinig gehoord en ik durf haast zeggen, dat er in Augustus bij het opkomen der reservisten meer xxerveuse opwinding waar te nemen was dan nu. Be- grijpen kan ik bet niet, want al de liedjes over den ,.friscli-frolichen Krieg" zijn door de gruwzame werkelijkheid meer dan weer- sproken. Alsof het zoo hoort in het rader- werk van den staat, worden elke maand een aantal liehtingen opgeroepen. Meix ziet 'smorgens of 'snxiddags op straat nxannen met kartormen doozen, en wie niet toevallig in de buurt vaxx station of „Bezirkskomman- do" is, zal moeilijk kuixnen gelooven, dat er dien dag weer 'n 2000 landstormers weg- gegaan zijn. En toch laten al die lui hun familie, hun zaken, hun arbeidskring in den steek, komen wellicht terug, wie weet hoe? Uit Belgische bron, via Frankrijk, komt een nieuwe lezing omtrent het vergaan van de „U 8" in de buurt van Thienen op 4 Maart jl. Dit zou niet, zooals door de Duit- scliere en zelfs door Belgische ooggetuigen is gemeld, veroorzaakt zijn door harden wind en motoren-mankement, maar door een aanval van twee Fransche en twee En- gelsche vliegmachines. Volgens dit laatste bericht zouden van de bemarming van 41 man er 9 gedood zijn en 29 gewond, van wie er later nog 12 waren gestorven. Het geheele bericht ziet er reeds tamelijk fantastisch uit, maar die laatste bijzonder- heden omtrent de bemanning zijn absoluut onjuist. De grootste Zeppelin waarvan we tot nu toe wisten, de 30.000 kub. M. me- tende „L. 4", die op 18 Februari op de Jutlandsche kust is vergaan, bad een beman ning van 14 koppen. Laat xxu de „L. 8", waarvan nog geen offi- cieele opgaven zijn gepubliceerd en welks ontstaangeschiedenis we niet precies ken- nen, omdat het schip waarschijnlijk pas na het begin van den o- dug op stapel is ge- zet, nu nog een paar \iizend kub. M. groo- ler zijn geweest dan de „L. 4", dan is daar- mee nog geen bemanning van 41 koppen aannemelijk gemaakt. Vooral niet waar we van de „L. 8" nage- noeg met zekerheid wisten, dat de luchl- kruisers op dien ongelukstocht van 4 Maart bomnxen bij zich heeft gehad een Zeppe lin heeft dienzelfden dag aan de Engelsche kust bommen geworpen naar een stoom- boot en het nuttig hefvernxogen van het schip dus ook nog met het niet geringe ge- wicht van die munitie was verminderd. Wat nu het eigenlijk ongeluk betreft, dat een einde maakte aan bet korte bestaan van de „L. 8", vast staat. dat dit is gebeurd 's avonds om 11 ure, dus xiiet bepaald het gunstigste oogenblik voor een gecombineer- den vliegersaanval. lieginachines hebben in de eerste plaats licht xioodig, wanneer ze met hun vieren een Zeppelin aanvallen. Anders zijn zij gevaarlijker voor elkaar dan voor de Zeppelin. Bovendien liebben we het vrij gedetailleer- dc verhaal gehad van een Belgisch oogge- tuige, die vertelde dat tie kruiser kwani aan- drijven over Thienen en dat toen duidelijlc waarneembaar twee der nxotorcxi „en panne" waren, dat daardoor d stuurbaarheid blijk baar zeer geleden had, waardoor het luclit- schip bij het dalen op een rij populieren neex-kwam en doormidden brak. Van vijan- delijke vliegmachines in de buurt zegt de man geen woord. De eenige lezing, die we ons kunnen in- denken en waarbij beitie verbalen to! hun recht komen, is, dat met mitrailleui's lxewa- pende vliegmachines de „L. 8" bij zijn te- rugkeer van de Noordzee liebben aangeval- len en het hart van bet luchtschip, de nxo- torenkatner, hebben weten te trefl'en. Daar na zouden zij bun -eschoten prooi dan hebben laten gaan. en zoo zou bet ver- klaarbaar zijn, dat de „L. 8"' gehandicapt te Thienen kwain. Maar dan moet er ook nog meer zijn gebeurd, want er is geen enkele reden waarom vliegmachines, die eenniaal een zooveel langzamere en loggere Zeppelin te pakken hebben, zouden loslaten voordat zij hun vijand volkomen tot wrak liebben gemaakt. Hxm aanval zou dus op de eene of andere wijze onderbroken zijn. Maar van zulk een romantischen luclitslag, een Wells waardig, zouden we dan toch wel wat meer gebooi-d hebben. Neen, voorloopig bechten we het meesle geloof aan het eerste verhaal, nl. dat de „L. 8" averij heeft gekregen aan zijn teei'ste organen, de niotoren, de kwaal waaraan ook de „L;. 3" en „4" hoofdzakelijk hun otider- gang te danken heblxen. Een officieel bericht uit Parijs maakt melding van den ondergrondschen strijd, die nu reeds vei-scheidene maanden in de buurt van de Ferme d'Alger (ten Oosten van Reims) duurt. Aan beide zijden gaat het graven van, mijngangen en contramijngangen onophou- delijk door, tot op het oogenblik, waarop de mijnlont wordt aangestoken. Het voor- deel is daarbij aan den kant, die het vlugst werkt. „Onze sappeurs", zoo nxeldt het bericht, „gaven dezer dagen weer een nieuw staaltje van hun koelbloedigheid, technische kennis. en dapperheid. De z.g. „luisteraare" in een onzer mijngangen hadden de nabijheid van de vijandelijke mijngang opgemerkt. Snel werd een mijnkamer aangebracht, en een put gegraven, om deze mijnkamer uit te diepen, daar de nxijn van de Duitschere op een lager niveau dan de onze scheen te wor den aangelegd. Plotseling zag de sappeur, die de grondboor hanteerde, de punt van zijn werktuig in het ledige schieten, waar door bij wist, dat lxij op de Duitsche mijn gang was gestuit. Onmiddellijk werden alle lichlen gedoofd en de noodige ontploffingsmiddelen voor het laden van de mijn aangevoerd. De genie-officieren en twee sappeurs, met re volvers gewapend, kropen nu in den vijan- delijken mijntunnel. Na zich overtuigd te hebben door het vernemen van fluiste- rende stemmen op korten afstand dat de tunnel bezet was, keerden zij naar onzen eigen put terug, die met dikke planken was afgesloten, en namen dadelijk het ladings- werk ter hand. Deze arbeid was uiteret vermoeiend, daar de luchtververschere, om de aandacht van den vijand niet gaande te maken, stil waren gezet, en de kaarsen herhaaldelijk uitgingen, bij gebrek aan "zuurstof. Toch schenen de Duitschere iets gemerkt te liebben, want wij hoorden hen met ge- weld met hun houweelen tegen den vloer van den put beuken. Onze sappeurs echter werkten met koortsachtige haast door en alvorens de Duitschere in staat waren ge weest, iets uit te richten, ontplofte onze mijn, geladen met 650 kilo cheddiet. De tunnel van den vijand werd totaal verwoest en de instortende aarde bedolf de Duit schere, die er in gewerkt hadden". Men herinnert zicli, dat er nog een derde schip aanspraak meende te mogen maken op de voor het in den grond boren van een Duitsche duikboot uitgeloofde premies. Dat was de treiler „Alix Hastie". Deze treiler vischte ongeveer 140 kilome ter O. N. O. van Longstone op 23 Februari omslreeMs 3 liur in den namiddag, bij prach- tig weer en kalme zee. De geheele beman ning was op; 't oogenblik aan 't dek, bezig met de juist opgehaalde visch, toen de aan dacht van den kok werd getrokken door de periscoop van een duikboot op omstreeks vier kilometer afstand. Hij waarschuwde den schipper, Williamson, en er werd zorg- vuldig op de bewegingen van den onder- zeeer gelet. „Ik nam de noodige voorzorgen", zegt scliipper Williamson, „om hem uit den weg te blijven, want uit den koers, dien hij nam, besloot ik, dat bij ons wilde torpedeeren. Toen dook hij en wij verloren hem uit het oog, maar uit de beweging van bet water kon ik opmaken, dat hij ons snel naderde. Wij hadden het tweede net uitgezet en liadat de onderzeeer genaderd was, kwam hij weer naar boven. Toen dook hij weer, alsof bij onder ons schip wilde doorgaan en daarbij sloeg bij op zij over. Toen hij weer bovenkwam, bad ik hem gemakkelijk met een bootliaak kunnen aanraken. Ik ben overtuigd, dat bij bij het onderduiken tegen de groote kabels onderaan den treiler stiet, waardoor hij oversloeg, zoodat er van zijn breede zijde ongeveer 150 voet ziclitbaar werd. jk 1 ieek uit om te zien, of er iernand boven water zou komen, maar wij zagen niemand. Ook zocht ik naar onderschei- dingsteekenen om de boot te kunnen iden- tifieeren, maar vond er geen, zag alleen, dat haar huid wit geschilderd was. Nadat de duikboot ongeveer 20 minuten naast ons gebleven was, verdween zij plotseling en wij zagen haar niet weer. Toen zij zonk, kwam er geenerlei wrakstuk boven water, wel een groote hoeveelheid olie, die de zee honderden en bonderden meters ver in t rood bedekte. Daarna ging de. „Alix Hastie" voort met visschen en wij kwamen niet in de haven voor den 25sten, toen aan de reedere werd gerapporteerd en ook een verslag voor de admiraliteit werd opgemaakt. Tegelijk maak- ten wij aanspraak op de uitgeloofde pre mies." Uit Luxemburg werdt dd. 13 dezer aan „De Tijd" gemeld: Luxemburg is nu van den levensmiddelen- toevoer uit Duitsehland afgesneden en voor- laan aangewezen met eigen middelen voor zichzelf te zorgen. De beperkende maatregelen, die Duitseh land een maand geleden meende te moeten nemen, zijn bet voorspel geweest van het onrustbarende nieuws, dat stad en land nu verontrust en zelfs bier en daar een paniek veroorzaakte. Thans beleven we de gevolgen van den uilhongerings-oorlog dien Engeland aan Duitsehland verklaard heeft, welke, zoo niet tot een ecorsomisch-sociale catastrophe voor sommige neutrale staten, zeker tot de a llern ad C!'tigs te gevolgen aanleiding kan ge- ven. Niemand in Luxemburg, ook de regee- ring niet, weet precies aan te geven of het land levensmiddelen genoeg heeft voor de naaste toekomst. Thans is men begonnen met de staatscontrole over levensmiddelen. Ook heeft de staatsminister onderhandelin- gen aangeknoopt met de regeering van Ame rika. Reeds hebben de besprekingen om trent de even luecle verzorging van daar met den Engekchen gezant in Den Haag goede gevolgen gehad pn zullen zendingen uit Ame rika ongestoord in Luxemburg worden toe- geiaten. De Hollandsche Minister van Buitenland- scbe Zaken heeft de regeering hier toezeg- ging van hulp gedaao, indien zulks noodig zou blijken. Dezer dagen kwam uit Holland reeds 480.009 pond rjjst aan. Roemenie zou zor gen dat het petroleum-gebrek in Luxemburg werd opgeheven, en betoofde zoo spoedig mogelijk 245.000 liter te zullen zenden. Intussehen blijft de broodkwestie bier bet onderwerp aller gesprekken. Bij de beliandeling in het Engelsche Hoo- gerliuis van het wetsontwerp om de regee ring de bevoegdheid te verleenen fabrieken, die zich niet met het maken van oorlogs- materiaal bezig houden, maar daartoe wel in staat zijn, voor dat doel te bestemmen,, heeft lord Kitchener, de Minister van Oor log, een rede gehouden, waarin hij erkende, dat de fabrikanten van oorlogsmaleriaal alle krachten hebben ingespannen om de bestel- ling der regeering op tijd uitgevoerd te krij gen. De groote meerderheid van de werklie- den lieeft zich ook goed geweerd en werkt nog steeds in overuren. Niettemin is geble- ken dat de aangemaakte voorraden onvol- doende zijn voor de behoefte en dat een groot aantal bestellingen niet op tijd zijn geleverd. De uitrusting van nieuwe legers en de voorziening van de troepen te velde is daar door ten zeerste belemmerd. Bovendien heeft Engeland niet alleen voor zich zelf te zorgen, doch moet ook voor een deel in de behoeften zijner bondgenooten voorzien. Het Hoogerhuis heeft het wetsontwerp aangenomen. Sinds het begin van den oorlog is de pro- ductie van munitie 300 maal grooter ge- worden dan vroeger. Een aardige episode uit den oorlog in Galicie verhaalt, volgens de „N. R. Crt.", een correspondent van de Pester Lloyd", die tegelijk met de Oostenrijksche troepen te Ivolomea aankwam, nadat die stad. welke sedert half September door de Russen be zet was geweest door dezen ontruimd was. De stad toont in haar uiterlijk geen sporcn van verwoesting, zegt de correspondent. Winkels en koffiehuizen zijn open en er heersclit druk vertier. Toen de Russen de stad binnentrokken, liet de kolonel, die het bevel voerde, zeke- ren Kropaczek bij zich komen en benoem- de hem tot burgemeester. Daarop vei'volg- de de kolonel: „Dat is nu alles goed en we). Maar ik verlang een waarborg dat de bevolking zich vreedzaam zal gedragen. Mor- genoclitend oral 8 uur moet u mij honderd- duizend kronen brengen! Anders laat ik de stad in brand steken." Kropaczek soebatte, beriep zich op de armoede van de bevolking en op het late avonduur. Maar de kolonel hleef orbuig- zaam. Alleen voegde bij er bij: „Als de som niet in contanten txijeen te brengen is, neem ik ook goud, zilver en sieraden aan. Men gaarde daarop bijeen wat er te krij gen was. Om 8 uur 's avonds waren 60 duizend kronen bij elkaar; voor den vol- genden ochtend beloofde de kreits-ontvanger nog scliuldbekentenissen ten bedrage van 40.000 kronen te zullen brengen. In den loop van den nacht liel de kolonel den burgemeester weer halen. „Wat bebt u tot dusvgr gedaan?" s.ik heb de waarborgsom vergaard. ,,Hoeveel is er bij elkaar gekomen?" ,,Zestigduizend kronen. Ik hoop voor morgenochtend de rest bij elkaar te heb ben." „Mooi zoo. Nu zie ik, dat de bevolking betrouwbaar is. Ik scheld u de borgstel- ling kwijt. Geef u den menschen hun geld terug." Een lezer die ons het nummer van de Pester Lloyd" waarin deze mededeelingen voorkomen, toe heeft gezonden, teekent°er in mai-gine bij aan: Dat zijn nu „de Rus- siscbe barbaren." De Belgische correspondent van „De Tijd" schrijft uit De Panne: Onlangs vertelde ik, hoe onder leiding der aalmoezeniers op som mige plaatsen onmiddellijk achter het front ontspanningsavonden worden gegeven, waar voordracbt en muziek elkander afwisselen. De baten zijn voor het Roode Kruis en een der laatste avondjes braclit nog circa 250 francs op. Ook aan t front zelf heeft men zoo iets bedacht. Er bestaat zelfs misschien bestaat er nog meer dan een aan het Yserfront een theater bij de vuurluiie. Uit stroo hebben de soldaten hun schouwburg opgetrokken, die veel heeft van den vermomden Poesje- nellenkelder te Antwerpen, dien de Hollan ders zich ook nog wel zullen herinneren van de Antwerpsche wereldlentoonstelling een 15(al jaren geleden. Het soldaten-theatertje bier is even prinii- lief en beknopt; of liever: veel, veel primi- tiever en beknopter. Er kunnen notabene niet meer dan 15 personen in plaats nemen. Des Zondags is er voorstelling. Dan komen om beurten de kerels uit de ioopgraven om een „verzetje te nemen. Er wordt een liedje gezongen, een voordracht gehouden, boerlig, leutig of ernstig, al naar het vail. Luiin vroolijkt op, maar bet melaneho- lische is bij de soldalen, die ver van hun gehefden toeveii, in trek. Droefheid, plots door een kwinkslag onderbroken, is't leven hier nu eenmaal. i It I theater lieeft al een heele repulatie mijlen in den omtrek zich verworven' En de vaderlandsche geest, zich uitend in echt vaderlandsche liedjes, wordt er aarmewsk- kerd. De geest onder de soldaten wordt op deze en andere wijze uitstekend gehouden Er heerscht een onverzeltelijke wh om te over- winnen. ..Hadden onze soldaten over een half jaar hetzelfde machtsbetrouwen geliad. nooit waren de Duitschere over de Schelde gekomenschreef een onzer piotten. 4 Is te sterk uitgedrukl, maar wel teekenend.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1915 | | pagina 1